f Cirat Artistenleed. »P Zaterdag 9 September 1911. 55e Jaargang. No. 4982. TWEEDE BLAD. Binneniandsch Nieuws. NIEUWE NIEDOKP. Uitslag van dc bij den. heer J. Peetoom, alhier ge houden kolfwedstrijd en biljartwedstrijd. Kolven18 deelnemers, le pr. J. Hagenaar te Hensbroek 145 p., 3c pr. J. Westerman te Barsingerhom 130 p., 3e pr. J. B. Wilken te Nieuwe Niedorp, overkolvende met K. Breebaart Dz. van Barsingerhom. Serieprijs D. Pij per te Hoerhugowaard 45 p. Biljarten 14 deelnemers, le pr. J. Stammes te Nieuwe Niedorp, 2e pr. Jn. Schenk Az. te Barsingerhom, 3e pr. II. Moerbeek te Bar singerhom. DE MILITIEWET. De Haagsche correspondent der Tel. meldt: De nieuwe Militiewet zal zoo goed als zeker tegen half October door de Tweede Kamer in behandeling worden genomen. Het wordt echter betwijfeld, of zij er mede gereed komt, zoodat de behandeling dan In het komend voorjaar zou worden, voortgezet. DOOR ZIJN VROUW GEDOOD. zijpe. In de vergadering dea- ticndöommissie, gehouden al hier ten Raad huize op 7 September 1911. zijn ecai dertigtal personen opgeroepen en verschonen, teneinde gehoon! 1e worden betredende ingebrachte bezwaren. ontevredenheid onder militairen. Gisteravond omstreeks half acht werd in het kamp bij Laren aan de manschappen van het 7e reg. in fanterie medegedeeld, dat, iiigavolge Kon. Besluit, de lichtingen 1903 en 190-4 ten hoogste 49 dagen onder de wapenen zouden woixl»m gehouden. Voor deze lich tingen, die a.s. Zaterdag zouden afpresentocren, was het bericht een even onverwachte als grievende te leurstelling en reeds eonige minuten na de bekendma king heerschte er groolo opgewondenheid, die over sloeg in compagniesgewijze beloogingen en drukke de monstraties. Voor velen beteekent dit langer onder <le wapenen blijven broodeloosheid en geheel of gedeeltelijk broods- gebrek. Terwijl een verklaarbare ontzetting de toege stroomde soldaten doorhuiverde, werd in de officiers- canline een donderend hoera aangeheven, onder het hefien der glazen! Niet alleen deze ontactische daad, maar ook de onderlinge aanzweeping zetten dc ontevreden manschap pen aan tot protest. Het le bataljon gaf den stoot, bracht de langzaam aankiuwendc lawine aan hel rollen. Ieder compagnie j werd ingekoorst, de geprikkclhcid benut, lot het vor- men van een indrukwekkende bclooging. Samen drongen de stoere jonge Ixx'iy's, opposanten-1 leiders, schreeuwden commando's meer vx-rwcnschingen dan bevelen en voor de officierscantim- brak de op standing uit als een roodc vlam; socialistische en anti militaristische liederen daverden door den schemer-slil- len avond. Langs alle compagnieën bazuinde de lugubere stoet frissche lucht wjl advimndaar extra voor zal moe ten betalen. Londen komt de verdienste toe dc eerste stad le zijn. die vereche lucht verkrijgbaar „stelt le gen zóó en aooveel per kubieke» meter. Naar Otlo \Sitt in ..iToinetheiis' meedeelt, kan men daar hui zen cjl kamers met of zonder lucht huren, al naar men verkiest. Wie „mei" verlangt, wordt dag en nacht voorzien van versche lucht, die aan dc zeekust wordt opgezogen en door geweldige buis leidingen naar do reusachtige stad gvpoinpt wordt; en in zoon huis „met7 is de lucht even weldadig als op t vrije veld. Wie in Ixmdcn versche lucht wil happen, blijft dus wijselijk thuis. Tempora muntantur..,. marokko. De lange duur van do b'ransch-DuiLselie onderhan delingen, <le tegenstrijdige geruchten over de kansen van welslagen, het oorlogzuchtig geschetter van dc Al- Duilschers. hebben de zenuwachtigheid in Duitschland tot een bedenkelijke hoogte doon stijgen. De „Deutsche lageszeitung" wijdt een bespreking aan die stemming en zegt daarin o.a.Dc zenuwachtigheid doet zich niet alleen geiden op de beurs, die, zooals bekend is, al hoe} spoedig reageert, maar ook bij bet volk zelf. Dat blijkt uit den stormloop op dc stedelijke j^jarbnnk te Stcttin.^ dat blijkt ook uit de fabelachtige geruchten Wat nu do bewaking In bet geertjcht „Medemblik" betreft, ook hierin is veel verbetering gekomen. Niet gemakkelijk zal tkan3 een verpleegde In den nacht ontkomen; een, loopwacht door slaapzalen en galgen ziet nauwlettend toe, op alles en allen; maakt, zoo uoodig, alarm, wat onmiddellijk door heel de Inrich ting opgemerkt wordt Op het gestichtsterrein houdt éen nachtwacht wel wat weinig met zijn hond, toezicht (van 9 uur des avonds tot 6 uur 's morgens; 's winters tot 7 uur). Er is al meermalen op aangedrongen, dat men den, nachtwacht zou toestaan, een vuurwapen te dragen. Tot heden is hem zulks, voor zoover ons bekend, niet toegestaan. Aan de Noordzijde is de inrichting gelegen aan de breede Westerhaven; om het gesticht, aan de Zuidzijde, loopt een vrij diepe gracht; aan de west zijde ls de thans bijna voltooide „versterkte afdee- llng" gebouwd, waaruit ontvluchting tot de onmoge lijkheden behoort. Wanneer eenmaal de restauratie van. het gesticht geheel zal zijn ten einde gebracht, zal Medemblik oen inrichting hebben, welke aan alle eischen van een krankzinnigengesticht voldoet. Voorts vcrlieze men niet uit het oog, dat voor sommige patiënten eenige vrijheid van beweging' 7;- f' "~"r;;::y noodzakelijk is; dat zij, zoo mogelijk, aan 't werk n, r °1> worden gezet ls mede dikwijls zeer nuttig gebleken. Eeu roeier kreeg Woensdgaavond in de echtelijke 2'n knjgf>roep. Het leek een oogenbiik 01 tic rollen "woning aan de Meermansstraat te Rotterdam twist verwisseld zouden worden. met zijn vrouw. Man en vrouw gingen elkander te Voor de officierscantinc teruggekeerd, werd hier het lijf, totdat zij, ten einde raad, een broodmes greep gansdie répertoire van vcrwenseiiing-, vloek- en strijd en hiermede haar man een steek in den buik gaf. gezangen ui (gedaverd. Burgers brachten hem naar het politie-bureau in Tusschen blinde meeschreeuwcrs, tamme volgelingen, do Meermansstraat, vanwaar de man, na een groot mceloopers met een interessant relletje, loefde ook hét bloedverlies, naar het Ziekenhuis is gebracht. De heete, driftige revolutie-enthousiasme. Tusschen de zan- man is gistervoormiddag aan de gevolgen overleden, gers sdioven hartstochtelijke groepen in complot hijeen. De vrouw bevindt zich op het politie-bureau. Tactici en mannen van l geweld, botsten tegen elkaar MOBILISATIE-OEFENINGEN. in. De onbewuste leiders wikten en wogm. Te Roermond had gisternacht een door het; leger- De hevigste elementen zonken tot bedachtzame stilte. 1 bestuur gelaste mobilisatieproef plaats. Deze militai- doch voor de storm uitgierde z'n vlagen van ruw ge- re beweging veroorzaakte heel wat ongerustheid, weid werd de beweging gestuit. welke nog grooter werd, toen op de Maasbrug en De kapitein Van Wiugen, van het 3e bataljon, 3e do Spoorbrug te Buggenum gewapende militairen ge- compagnie, op dat oogenblik kapitein van piket, waagde Ftationneerd werden. Dit ging alles zeer geheimzinnig zich in de kokende zee, droet moedig zich door dc in zijn werk, terwijl de militaire autoriteiten niets hagen van verzet-menschen, die reeds eenigszins ont los] ieten. huist achteruit schoven. Ook op do Maasbrug bij Venlo hadden een 30-tal Hoewel het een geruimen lijd duurde, slaagde Een en ander dient aan het oordeel van de genees- hoeren te worden overgelaten. Versterking van de wacht op de terreinen van en dm de inrichting, zou o. i. echter niet overbodig zijn. spelende gestorven. Te Dokkum waren Woensdagnamiddag drie meisjes aan hel rollen met een cementbak, toen op een zeker <x)gcnblik de bak kantelde en een der kleinen, het -'/i-jarig dochtertje van Vermeer, er geheel onder ge raakte en dood werd opgenomen. De beide andere kinderen, van Botlema, waren arn- slig gewond. Het oene had een beenbreuk en het andere oen arm ^broken. gewapende militairen post gevat. Men schrijft uit Venlo aan het Handelsblad: De Woensdagavond, zoo kalm begonnen op de Markt was muziekuitvoering van het burgerfanfare corps onder directie van den kapelmeester der hu zaren verliep voor 't geheele garnizoen in een roezemoezige drukte. Terwijl de officieren nog van noemde kapitein er in, de onstuimige branding in zijn bedding terug te dringen. Zeer tactisch en met veel meuschenkennis, richtte hij z'n woorden tot de opstandige manschappen en de oude gezags-suggestie had de groote helft ai gauw te pakken. Met een sisser liep dus deze betooging af. iwoumwïigö uiuttie. lerwjji ue ouicieren nog van een rustig zitje genoten voor 't Oalé Central, bewo- Maar hl het voorste van de tenten, slaken de mannen _1„1„ 1„„1.1 avla» L-/v,nrtr»it KiiiM»n «1-1. IJl kli> rï:»sniY»l.-U-P.n WJIS !M>r iwxvl gen zich tusschen de tafeltjes op 'het terras en ver der in ieder stadsgedeelte druk doende militairen, die ieder militair geun,iformde de mededeeling over brachten, dat men onmiddellijk in de kazerne had te verschijnen in velditenue. Opeens was 't, alsof de ze- nuwachtige drukte van de Belgische grensforten over geslagen was op Venlo. Officieren en, minderen, draaf den in snel tempo af en aan. De kapelmeester liet de beide laatste muzieknummers vlug afroffelen, en weg spoedde ook hij zicih om gehoor te geven, aan den algemeenen oproep. Omstreeks elf uur had dit alles plaats en slechts korten tijd later trokken in verschillende riehtingen de militairen uit. Patrouilles van, cavalerie bewogen bich langs de hoofdwegen buiten, infanterie had zich Igelegerd op de brug, die Venlo met Blerick ver bindt Nog tamelijk vroeg in den nacht kon men koppen bijeen, en in de gesprekken was zeer goed merkbaar hoe na aan muiterij deze betooging verwant was. En al dien tijd zong vioolmuziek in de officierskantine haast treiterend boven de algemeeaie ontsteltenis. Tel. bewaking der krankzinnigengestichten Men, sdhrijft uit Medemblik aan het Hblad:: De bewaking van krankzinnigengestichten in, het algemeen, van het Rijks Krankzinnigengesticht te Medemblik in het bijzonder, was nogal eens het on derwerp van veler gesprekken. „Het aantal ontvluchtingen," zegt men dan, „komt te Medemblik het meest voor... omdat de bewaking er onvoldoende moet worden geacht." De ontvluchting van Frans Rosier uit het gesticht te Medemblik (juist drie jaar geleden) ligt bij 397ste Staatsloterij. 4de KLASSE, 4de TREKKING. HOOGE PRIJZEN, f 200: 7669, 15251. 6 f 100: 10123. Prijzen van, f 65. de pens de plicht, alles |lc vermijden wat de zenuw achtigheid kan doen toenemen. Er is ook volstrekt geen voldoende aanleiding voor die ongerustheid, afgezien nog van liet feit. dat hel een bewijs van zwakte is zich door zenuwachtige vrees te laten bchecrschen. In toongevende kringen in Duitschland schijnt men ook thans nog de hoop te koesteren, dat de onder handelingen tol een bevredigend resultaat zullen leiden. Mocht dit echter niet het geval zijn, dan is liet toch nog alles behalve zeker, dal het zwaard zal moeten be slissen. Wij zouden dan kalmpjes te Agadir blijven cu wij gelooven niet. dat men lust zal hebben ons te brus- keeren. Mocht men dit echter toch willen doen dan zijn wij gereed. Dat de Franschen vlagen yan m-rveusn hysterie hebben, ligt in hun karakter, dc Duitsciur echter niet vatbaar voor dergelijke aanvallen en uu pers zal er voor moeten zorgen, dat hij er ook in het vervolg vrij van blijft. DE GEHEIMEN VAN EEN GOEDKOOP RESTAU RANT IN PARIJS. Het Maandblad tegen de vervalschlngen ontleent aan een Fransch blad de volgende schildering van een Parijsch „eethuis". (Het tooneel verbeeldt een goedkoop Parijsch res taurant in een der kleine zijstraten der groote boule vards. Het is er stampvol. Een der gasten luistert het volgende gesprek af tusschen den kastelein en zijn zoon, gehouden In een zijvertrek met zeer dun nen wand.) Zoon (aankomende jongeling): Vader, nu ik van school afga en in uw zaak kom, moet u mij toch eens zeggen, hoe u een zoo prachtig diner voor twee francs kunt geven: soep, visch, vlee6ch, gevogelte, des sert, en flesch wijn... hoe kan dat bestaan?" Vader: Ja, mijn jongen... da's mijn geheim na tuurlijk, maar 't spreekt vanzelf, dat jij, als mijn opvolger, alles moet weten. Luister dan goed (De gast spitst zijn ooren.) „Beginnen wij met de soep: vleesch-extra,et van al de restantjes van de borden der gastenmaar vermengd met een beetje saus, waarvan het recept HONGERSNOOD EN OVERSTROOMING IN CHINA 'sedert 100 jaar in onze familie is. Daarna de visch. De overstrooming in de Ya>ng-tse vallei heeft aan De lui denken allen heilbot gegeten te hebben!! Mis, minstens 100.000 personen het leven gekost, terwijl mil-j ke hebben afgekeurde Amerikaansche kreeft ge ge- boenen, van hun woonplaatsen verdreven, moesten,' ten> door opkoken met een weinig houtskool van alle vluchten naar do bergen, waar zij thans onder den „lucht" bevrijd en bereid met mijn saus, waarvan, blöoten hemel leven, zonder beschutting voor dc voort- het recept... enfin, dat weet je nu al..." (De gast durende regens. In de kampen der vluchtelingen heerscht is intusschen eenigszins bleek geworden,.) aan alles gebrek en Chineesche regeering is niet in Zoon: „Maar de ossenhaas dan?" 331 2532 4816 7418 9792 11976 14206 16478 414; 773 5065 434 10005 12051 650 581 898 950 340 567 165 201 678 905 1003 3361 457 950 376 772 925 17459 110 433 494 8077 400 799 15600 18193 302 658 577 159 448 813 627 440 543 837 677 175 700 13140 836 546 2284 872 910 614 746 386 851 19463 287 4056 6415 816 11434 521 884 824 345 62 584 9011 541 716 912 20124 384 421 7251 319 722 14113 16256 176 395 714 366 350 792 120 309 880 41S Gemengd Nieuws. treeds bewakingstroepen aantreffen, op de verschillen- ieder nog in het geheugen. Maar zulke ontvluohtin- Ide aan de overzijde van de Maas gelegen plaatsjes. Bij 't aanbreken, van dien dag en in den loop" van den ochtend was de brug over de Maas nog steeds bezet met militairen, die na zulk een doorwaakten nacht, een vrij slaperigen indruk maakten in het scherp helichtendJe) zonnetje. De reden van dezq onverwachte, nachtelijke gen bewijzen nog niet, dat de bewaking aan de in richting aldaar niet voldoende te achten, of dat aan verpleegden te veel vrijheid van beweging wordt toegestaan- Voorop willen wij stellen, dat men zeer overdrijft, wanneer men zegt, „dat te Medemblik de meeste ont vluchtingen voorkomen." Sedert de ontvluchting van pada zijn we niet te weten gekomen. De personen, die, Frans Rosier in Sept. 1908, zijn, hier 8 patiënten ont- •we er over polsten, meenden dat 't niet, eenvoudig snapt, Stel daar nu tegenover, dat b.v. in Castricum eene militaire oefening is geweest. Er zat te veel gang in 1910 alléén a,clit-en-twinfcig verpleegden ontvlucht achter. En bovendien, er zijn sedert kort geniesoldaten kijn in da kazerne ondergebracht, hetgeen wel wijst op Tot Sept. 1908, was de vrijheid van beweging, aan eene bijzondere activiteit. patiënten, toegestaan, hier beslist te groot; om maai* Limburg beoosten, da Maas maakt zich intusschen tets te noemen: nog niet erg bezorgd. De militaire bescherming strekt Groepen van 6 tót 12 verpleegden zag men 's Zon- zich niet uit tot deze landstrook. Sedert een paar dags langs Medemblik's straten wandelen, soms liep jaar zijn de bruggen over de Maas bij Venlo, Roer- de wandeling tot de dorpen Twisk en Opperdoes... mond en misschien ook verderop aan het westelijk en steeds onder geleide van hoogstens twee verple- emde voorzien van ijzeren deuren. Dreigt het gevaar gers (of even zooveel verpleegsters), uit het oosten, dan trekt onze militaire macht zich i wandelingen werden toegestaan, wanneer in Me- torug naar westelijk Limburg en verder naar Brabant, demblik kermis werd gehouden> zoo ook, wanneer de en als de laatste infanterist of cavalerist de brugdeu- jaarlijksche harddraverij plaats heeft; ren achter zich dlchtkaalt voor den neus van de Oost- de verpleegden (vele) mochten schaatsenrijden, Limburgers.dan drinken dezen nog even gemoede- niet alleen op de gracht om het gesticht, doch vaak lijk als thans hun potteke oud bier. 'werden ze gezien op éen uur of meer afstand; ZIJPE. I sommige verpleegden mochten familiebetrekkingen, Door den Commissaris der Koningin in deze Provincie da bezoek aan hen, naar het station vergezellen. slaat voor voldoende levensmiddelen, te zorgen. Benden van duizenden dakloozen trekken op naar de groote steden, overal plunderend en brandstichtend. Het ge heele district Changshui is door hen plat gebrand, de rijst ma,ga zijnen werd .geplunderd en ook de regeermgs- gèbouwen ontkwamen niet aan d ealgemeene vcrwocs- $00.' De verwoesting door de ovenstroommgen overall aan de rijstvelden aangericht, bedreigt China met een hon gersnood, algemeener cn verschrikkelijker, dan dit land de laatste honderd jaar gekend heeft. Om to voor komen, dat speculanten van dezen noodtoestand gebruik maken om de prijzen op te drijven, heeft de Ghi- Vader: „Geen sprake van ossen vleesch. Zie hier mijn zoon,! (hij haalt een groote vette rat uit den achterzak...) dat is m ij n materiaal voor de „filets de boeuf", en nergens eet je die zoo malsch. (De gast is hierbij lijkbleek geworden.) Ja, zie je, maar taiemand kan ze ook zóo krijgen 't zijn geen ge wone huisratten ik heb mij verzekerd van de beste en vetste rioolratten die Parijs oplevert." Zoon (verbaasd): „Maar de truffels! de truffels, die waren toch echt?" Vader: „Hoe kom je er bij! Ik heb beslag gelegd op het fijnste vilt, dat van oude „chapeaux haute forme" afkomstig is. Dit vertoont én door kieur èn door zachtheid op de tong, precies dezelfde uiterlijke neeschc regeering vaste marktprijzen bepaald. De Ka- nier van Koophandel1 te Shamghai besloot een leoning eigenschappen van, truffels, en verder weet je jongen, van 800.000 aan to gaan, om te Hongkong en in de smaak... ja, die doet 't 'em voornamelijk, die Siam rijst te koopen. Een comité heeft zich gevormd komt door de saus, waai-van het recept... enfin, dat om van de i'egeering een absoluut verbod van uitvoer van rijst en koren te krijgen. IN- EN UITVAL VAN HET HANDELSBLAD. Eerste straatjongen „Pas op daar!" Tweede straatjongen„Waarom'? Er staat geen agent bij' 1" Eerste straatjongen„Ja, maar 't beton zelf is ge wapend." PRETTIGE GEMEENTEBEAMBTEN. BERLIJN, 7 September. De Berlijnsche politie arres teerde beden op 't hoofd-abattoir twintig gemeeaitebe- amblen wegens diefstal van veevoeder en andere za- is aan den Burgemeester dezer gemeente op zijn daar- ttote gedane aanvraag, verlof verleend zich van 8 tot |en met 18 September buiten de gemeente op te hou- <len. Feuilleton. I. 29. PAUL HÖOKER. Von Trentlein, begreep niet wat Hella met haar antwoord: „het moest wel zoo zijn," bedoelde. Zij moest haar arm door den zijnen, steken en hij trok haar in een levendig tempo voort in de richting van het Kurhaus. „Willen wij hier blijven tot morgen?" vroeg hij 'onderweg zacht, bijna fluisterend- Zij lachte om zijn voorstel. „Neen, ik moet toch naar huis. Mijn jongen!" Hij wist niet, of zij hem wel goed begrepen had, en drukte haar zacht tegen zich aan. „Morgen moet ik namelijk naar het garnizoen terug. Mijn verlof is ten einde." Hij bleef staan en wilde haar weer kus sen, maar nu rukte zij zich los en snelde weg. „Hallo!" riep hij en joeg achter haar aan. Kort voor zij den straatweg bereikte, vloog Hella tegen een verliefd paartje aan, dat aan den kant van den weg stond, geheel in hun minnarijen verdiept. Daar haalde hij haar in. Het paartje was doode- ilijk verschrikt en Trentlein had zulk een koddige manier om die menschen om pardon te vragen, dat Hella weer in lachen uitbarstte. Hand in -hand, met de armen zwaaiend, als twee uitgelaten kinderen, gingen zij naar de eetzaal terug, "waar zij de thee hadden gebruikt. De groote klok wees al negen uur. Hella wilde Ibeslist niet langer blijven. Hij had evenwel tevoren reeds een maaltijd besteld en bedelde om een hall' uurtje. Natuurlijk wilde hij champagne laten komen. En hij was zeer verbaasd, dat zij het bepaald niet goed vond. De huisvrouwelijke wijze, waarmede zij de tafel bediende, de zachte, prettige manier, waarop zij met hem babbelde, nam hem weer geheel gevangen. Zij had In 't geheel niets van een theaterdame. Hij zag Zoo zouden we kunnen voortgaan. Maar sedert Sept. 1908 is aan dat alles een einde gemaakt en vandaar dan ook, dat „ontvluch tingen" veel min,der voorkwamen. haar in zijn geest weer naast zich zitten bij den ge neraal, op dien heerlijksten avond zijns levens. „Ik ben spoedig terug," zeide» hij midden in een gedachtenreeks, „en dan „Dan?" Hij boog zich over haar heen en kuste haar hand. „Dan hoop ik, dat u al het treurige in uw leven zult hebben overwonnen. Dat ge voor mij een paar recht, recht gelukkige oogen zult zetten. Die don kere kersenoogen van straks. Daarmee zult ge mij moeten aankijken, dat het hart mij in mijn binnenste opspringt." Hella sloeg de oogen neer en waagde het niet op te kijken. „Ik kom zeer spoedig terug, kleine mevrouw Hel la,... Ach toe, ik smeek u, zeg toch éen enkel woord." ;Hij naderde met zijn mond haar oor. „Zeg toch een ■f-oord." Nu schudde zij met het; hoofd. „Zoo niet ik smeek u zoo niet." Hij kuste haar in heur haar, moest evenwel spoe dig anders, want er traden andere gasten binnen. Dadelijk daarop vertrokken zij. De bruine was zeer kregel en druk en sloeg op de thuisreis een ver vaarlijk tempo aan. Trentlein had alle moeite om het dier iu bedwang te houden. Hij zeide allerlei lieve woordjes tot Hella, maar zü nam het nu weer van den vroolijken kant op en lachte erom. „Wanneer ik in Juni geen verlof kan krijgen," zei hij plotseling, „dan doe ik bepaald een domheid." Hella lachte. „De eerste?" „De eerste groote. Ja 't is waar. Ik wil hierheen. De commandant wil het niet Er ia zooveel, dat die man niet hebben wil. De theatergeschiedenis weet hij natuurlijk nog niet. Wanneer hij mij niet laat gaan, neem ik eenvoudig mijn ontslag.'" „Dat was bepaald een zeer, zeer groote domheid." „Dat weet ik en er is er maar eene, die mij daarvoor kan beschermen." „Nu?" „Jij moet naar mij komen." „Wat een dolzinnig idee." „Ach lieve, lieve, kleine Hella! Nu niet dadelijk Veer boos worden," Hij had de teugels in zijn lin kerhand genomen en drukte met de rechterhand haar arm. „Kunt u zich dan zooiets werkelijk niet voor- Je nu voldoende. Zoon (in sprakelooze verbazing, vol bewondering stamelend): ,,o vader, wat is u toch geniaal!" Maan de kippen, die zijn toc-h echt nietwaar?" Vader: „Geen sprake van!... Mijn kok weet van oude kraaien dank zij de saus heerlijke kippe- boutjes te maken, ev-onals van katten, hazeiyagout dit laatste nu is, zooals Je bekend zal zijn, niets nieuws, daar dit op groote schaal bij mijn fijnste col lega's wel gebeurt,... als de hazen wat krap zijn." Zoon: „En nu de wijn...?" Vader: „Ja mijn jongen, dan zou ik nog wel een paar uur kunnen praten als ik je daaromtrent wilde inlichten. Maar... dat leer je gauw genoeg in de ken. De stad' moet jaarlijks voor 30,000 a 40,0oo mark praktijk bestolen zijn geworden. „Vader u meMter ln het k„ HUIZEN TE HUUR MET EN ZONDER ONBEDOR- hoor ik wel, maar nu éen vraag nog: komen hier VEN LUCHT '.nooit eens keurmeesters van voedingsmiddelen7 „Je betaalt tegenwoordig voor alles, alleen de lucht Vader: „Hoe kom je er aan, jongen'., die blij- is nog vrij" zelfs dit zal men niet meer kunnen ven natuurlijk weg uit overdreven vrees van vergif- zeggen. Want in groote steden wordt allengs de lucht tigd te worden. zoo door slof, rook en roet bedorven, dat iemand, die. Zoon (eenigszins ongerust): „En ons eten dan 'stelkm?" „Neen." De bruine had gemerkt, dat er niet op hem werd gelet en maakte beenen. Het was een dolle jacht langs den straatweg. Eerst toen het wat dichter bij Badeu-Baden kwam, werd het dier rustiger. „Mijn jongen slaapt niet," riep Hella plotseling vol schrik, toen zij den weg naar het slot Eberstein hadden bereikt. Zij zag van verre het roodachtige licht op de bovenverdieping van het oude huisje. „O, dat is de straf, kijk eens." Hij moest op den straatweg stilhouden, want op den smalleu rijweg kon hij niet draaien. „Dus zeer, zeer, zeer spoedig kom ik weer terug. Met of zonder verlof. En danHo, ho, voorzichtig, anders val je nog." Hella was zeer haastig naar beneden gesprongen. „Gauw, mijn parasol!" zeide zij en stak haar hand 'zenuwachtig uit.' Dadelijk boog hij zich voorover, greep haar hand, kuste die, sloeg zijn tanden toen in dolle verliefd heid in haar arm en zeide daartueschen allerlei ver liefde dwaashedten. Ongeduldig wilde zij zich losmaken en lachte hem uit. „Au maar je doet mij pijn." Nu liet hij haar los. „Jij bent toch een kleine wildzang," riep hij. Als de wind stoof vervolgens de dogeart den straatweg langs naar Baden-Baden toe. Hella was haastig den tuin ingeloopen. Voor de deur bleef zij even staan en haalde diep adem. Wat mocht daar boven toch gebeurd zijn? Ook in de andere kamer brandde licht. Zij opende de deur hnet een grooten, roestigen sleutel, die onder een steen, naast de deur lag, zij trad binnen en liep naar hoven. In haar kamer op den grond zat Thomas en speelde met den kleine. Het kind was nog wakker ec kraaide van plezier. Hella vertrouwde haar zinnen niet Volgens haar berekening had zij haar man eerst over acht dagen thuis verwacht. Heinz had hem, als zijn toestand het maar even had gedoogd, willen afhalen. Thomas zag er schrikverwekkend uit. Hella was de eerste oogenbllkken bang voor hem Het meisje zat slaperig op de canapé gehurkt Toen Hella binnentrad, was zij opgesprongen. Zoo ■recht kon de Schwarzwalderin zich den loop dei- laatste gebeurtenissen niet verklaren. Zij vertelde- toen Hans zijn melk voor den nacht had gekregen, was er een mijnheer gekomen; eerst had Jlans erg luid geschreeuwd, maar dan had de kleine moed ge vat en was een heel lieve jongen geweest. Hella had vlug hoed en mantel afgelegd. Nu kniel- dj zij bij vader en kind neer. Thomas had zich niet opgericht, hij had haar alleen treurig de hand toe gestoken. Maar de kleine juichte toen hij zijn moe der zag. Terwijl Hans bij haar opklauterde, hield Hella Thomas haar mond voor. Hij kuste haar'op het voorhoofd en wendde zich dan weer tot het kind. „Geloopen heeft hij ook reeds." vertelde Thomas op zachten toon. „Daar langs de kachel." Hella stak het ventje in de hoogte. „Zoo? Zoo? schalk! Heb je aile kunststukken al uitgevoerd en moeder was daar niet eens bij. O. lieve schelm, heerlijke ondeugd!" Toen dacht zij aan wat zooeven was gebeurd en zij zag het overmoedige gezicht van den jongen offi cier weer voor zich. Het schaamrood kleurde haar wangen. „Hoe komt het toch Thomas, dat Heinz en ik ons zoo hebben verrekend?" vroeg zij dan, terwijl het meisje uit de kamer liep om Hans ln zijn bedje te Thomas was langzaam opgestaan. Hij ging nu op de canapé zitten. Hij liep en gedroeg zich als een oud man. Zijn stem was klankloos, hij hoestte veel en hield op als hij een paar woorden had gesproken. „Nu is alles mij hetzelfde. Hadden zij daar gezegd, dat ik er voor altijd moest blijven, ik had het ge daan." Hella stond onbeweeglijk midden in de kamer. „Zoo zoo, en vrouw en kind vergeten? Ook Heinz? Allen vergeten?" „Wat moet ik nog op de wereld?" Er lag weer iets van den ouden trots ln zijn toon. Donker, boos keek hij voor zich uit. Zij volgde het meisje dadelijk naar de slaapka mer. De dienstbode moest ook spoedig naar bed. Hella wikkelde den jongen dichter ln de dekens. Het kind geeuwde nog een paar maal. Maar terwijl Hella nog

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1911 | | pagina 5