f Cirat
Artistenleed.
»P
Zaterdag 9 September 1911.
55e Jaargang. No. 4982.
TWEEDE BLAD.
Binneniandsch Nieuws.
NIEUWE NIEDOKP.
Uitslag van dc bij den. heer J. Peetoom, alhier ge
houden kolfwedstrijd en biljartwedstrijd. Kolven18
deelnemers, le pr. J. Hagenaar te Hensbroek 145 p.,
3c pr. J. Westerman te Barsingerhom 130 p., 3e pr.
J. B. Wilken te Nieuwe Niedorp, overkolvende met
K. Breebaart Dz. van Barsingerhom. Serieprijs D. Pij
per te Hoerhugowaard 45 p. Biljarten 14 deelnemers, le
pr. J. Stammes te Nieuwe Niedorp, 2e pr. Jn. Schenk
Az. te Barsingerhom, 3e pr. II. Moerbeek te Bar
singerhom.
DE MILITIEWET.
De Haagsche correspondent der Tel. meldt:
De nieuwe Militiewet zal zoo goed als zeker tegen
half October door de Tweede Kamer in behandeling
worden genomen. Het wordt echter betwijfeld, of zij
er mede gereed komt, zoodat de behandeling dan
In het komend voorjaar zou worden, voortgezet.
DOOR ZIJN VROUW GEDOOD.
zijpe.
In de vergadering dea- ticndöommissie, gehouden al
hier ten Raad huize op 7 September 1911. zijn ecai
dertigtal personen opgeroepen en verschonen, teneinde
gehoon! 1e worden betredende ingebrachte bezwaren.
ontevredenheid onder militairen.
Gisteravond omstreeks half acht werd in het kamp
bij Laren aan de manschappen van het 7e reg. in
fanterie medegedeeld, dat, iiigavolge Kon. Besluit, de
lichtingen 1903 en 190-4 ten hoogste 49 dagen onder
de wapenen zouden woixl»m gehouden. Voor deze lich
tingen, die a.s. Zaterdag zouden afpresentocren, was
het bericht een even onverwachte als grievende te
leurstelling en reeds eonige minuten na de bekendma
king heerschte er groolo opgewondenheid, die over
sloeg in compagniesgewijze beloogingen en drukke de
monstraties.
Voor velen beteekent dit langer onder <le wapenen
blijven broodeloosheid en geheel of gedeeltelijk broods-
gebrek. Terwijl een verklaarbare ontzetting de toege
stroomde soldaten doorhuiverde, werd in de officiers-
canline een donderend hoera aangeheven, onder het
hefien der glazen!
Niet alleen deze ontactische daad, maar ook de
onderlinge aanzweeping zetten dc ontevreden manschap
pen aan tot protest.
Het le bataljon gaf den stoot, bracht de langzaam
aankiuwendc lawine aan hel rollen. Ieder compagnie j
werd ingekoorst, de geprikkclhcid benut, lot het vor-
men van een indrukwekkende bclooging.
Samen drongen de stoere jonge Ixx'iy's, opposanten-1
leiders, schreeuwden commando's meer vx-rwcnschingen
dan bevelen en voor de officierscantim- brak de op
standing uit als een roodc vlam; socialistische en anti
militaristische liederen daverden door den schemer-slil-
len avond.
Langs alle compagnieën bazuinde de lugubere stoet
frissche lucht wjl advimndaar extra voor zal moe
ten betalen. Londen komt de verdienste toe dc eerste
stad le zijn. die vereche lucht verkrijgbaar „stelt le
gen zóó en aooveel per kubieke» meter. Naar Otlo
\Sitt in ..iToinetheiis' meedeelt, kan men daar hui
zen cjl kamers met of zonder lucht huren, al naar
men verkiest. Wie „mei" verlangt, wordt dag en nacht
voorzien van versche lucht, die aan dc zeekust wordt
opgezogen en door geweldige buis leidingen naar do
reusachtige stad gvpoinpt wordt; en in zoon huis „met7
is de lucht even weldadig als op t vrije veld. Wie
in Ixmdcn versche lucht wil happen, blijft dus wijselijk
thuis. Tempora muntantur..,.
marokko.
De lange duur van do b'ransch-DuiLselie onderhan
delingen, <le tegenstrijdige geruchten over de kansen
van welslagen, het oorlogzuchtig geschetter van dc Al-
Duilschers. hebben de zenuwachtigheid in Duitschland
tot een bedenkelijke hoogte doon stijgen. De „Deutsche
lageszeitung" wijdt een bespreking aan die stemming
en zegt daarin o.a.Dc zenuwachtigheid doet zich
niet alleen geiden op de beurs, die, zooals bekend is,
al hoe} spoedig reageert, maar ook bij bet volk zelf.
Dat blijkt uit den stormloop op dc stedelijke j^jarbnnk
te Stcttin.^ dat blijkt ook uit de fabelachtige geruchten
Wat nu do bewaking In bet geertjcht „Medemblik"
betreft, ook hierin is veel verbetering gekomen. Niet
gemakkelijk zal tkan3 een verpleegde In den nacht
ontkomen; een, loopwacht door slaapzalen en galgen
ziet nauwlettend toe, op alles en allen; maakt, zoo
uoodig, alarm, wat onmiddellijk door heel de Inrich
ting opgemerkt wordt
Op het gestichtsterrein houdt éen nachtwacht
wel wat weinig met zijn hond, toezicht (van 9
uur des avonds tot 6 uur 's morgens; 's winters tot
7 uur). Er is al meermalen op aangedrongen, dat
men den, nachtwacht zou toestaan, een vuurwapen
te dragen. Tot heden is hem zulks, voor zoover ons
bekend, niet toegestaan.
Aan de Noordzijde is de inrichting gelegen aan
de breede Westerhaven; om het gesticht, aan de
Zuidzijde, loopt een vrij diepe gracht; aan de west
zijde ls de thans bijna voltooide „versterkte afdee-
llng" gebouwd, waaruit ontvluchting tot de onmoge
lijkheden behoort.
Wanneer eenmaal de restauratie van. het gesticht
geheel zal zijn ten einde gebracht, zal Medemblik
oen inrichting hebben, welke aan alle eischen van
een krankzinnigengesticht voldoet.
Voorts vcrlieze men niet uit het oog, dat voor
sommige patiënten eenige vrijheid van beweging' 7;- f' "~"r;;::y
noodzakelijk is; dat zij, zoo mogelijk, aan 't werk n, r °1>
worden gezet ls mede dikwijls zeer nuttig gebleken.
Eeu roeier kreeg Woensdgaavond in de echtelijke 2'n knjgf>roep. Het leek een oogenbiik 01 tic rollen
"woning aan de Meermansstraat te Rotterdam twist verwisseld zouden worden.
met zijn vrouw. Man en vrouw gingen elkander te Voor de officierscantinc teruggekeerd, werd hier het
lijf, totdat zij, ten einde raad, een broodmes greep gansdie répertoire van vcrwenseiiing-, vloek- en strijd
en hiermede haar man een steek in den buik gaf. gezangen ui (gedaverd.
Burgers brachten hem naar het politie-bureau in Tusschen blinde meeschreeuwcrs, tamme volgelingen,
do Meermansstraat, vanwaar de man, na een groot mceloopers met een interessant relletje, loefde ook hét
bloedverlies, naar het Ziekenhuis is gebracht. De heete, driftige revolutie-enthousiasme. Tusschen de zan-
man is gistervoormiddag aan de gevolgen overleden, gers sdioven hartstochtelijke groepen in complot hijeen.
De vrouw bevindt zich op het politie-bureau. Tactici en mannen van l geweld, botsten tegen elkaar
MOBILISATIE-OEFENINGEN. in. De onbewuste leiders wikten en wogm.
Te Roermond had gisternacht een door het; leger- De hevigste elementen zonken tot bedachtzame stilte.
1 bestuur gelaste mobilisatieproef plaats. Deze militai- doch voor de storm uitgierde z'n vlagen van ruw ge-
re beweging veroorzaakte heel wat ongerustheid, weid werd de beweging gestuit.
welke nog grooter werd, toen op de Maasbrug en De kapitein Van Wiugen, van het 3e bataljon, 3e
do Spoorbrug te Buggenum gewapende militairen ge- compagnie, op dat oogenblik kapitein van piket, waagde
Ftationneerd werden. Dit ging alles zeer geheimzinnig zich in de kokende zee, droet moedig zich door dc
in zijn werk, terwijl de militaire autoriteiten niets hagen van verzet-menschen, die reeds eenigszins ont
los] ieten. huist achteruit schoven.
Ook op do Maasbrug bij Venlo hadden een 30-tal Hoewel het een geruimen lijd duurde, slaagde
Een en ander dient aan het oordeel van de genees-
hoeren te worden overgelaten.
Versterking van de wacht op de terreinen van en
dm de inrichting, zou o. i. echter niet overbodig zijn.
spelende gestorven.
Te Dokkum waren Woensdagnamiddag drie meisjes
aan hel rollen met een cementbak, toen op een zeker
<x)gcnblik de bak kantelde en een der kleinen, het
-'/i-jarig dochtertje van Vermeer, er geheel onder ge
raakte en dood werd opgenomen.
De beide andere kinderen, van Botlema, waren arn-
slig gewond. Het oene had een beenbreuk en het andere
oen arm ^broken.
gewapende militairen post gevat.
Men schrijft uit Venlo aan het Handelsblad:
De Woensdagavond, zoo kalm begonnen op de
Markt was muziekuitvoering van het burgerfanfare
corps onder directie van den kapelmeester der hu
zaren verliep voor 't geheele garnizoen in een
roezemoezige drukte. Terwijl de officieren nog van
noemde kapitein er in, de onstuimige branding in zijn
bedding terug te dringen.
Zeer tactisch en met veel meuschenkennis, richtte
hij z'n woorden tot de opstandige manschappen en
de oude gezags-suggestie had de groote helft ai gauw
te pakken.
Met een sisser liep dus deze betooging af.
iwoumwïigö uiuttie. lerwjji ue ouicieren nog van
een rustig zitje genoten voor 't Oalé Central, bewo- Maar hl het voorste van de tenten, slaken de mannen
_1„1„ 1„„1.1 avla» L-/v,nrtr»it KiiiM»n «1-1. IJl kli> rï:»sniY»l.-U-P.n WJIS !M>r iwxvl
gen zich tusschen de tafeltjes op 'het terras en ver
der in ieder stadsgedeelte druk doende militairen,
die ieder militair geun,iformde de mededeeling over
brachten, dat men onmiddellijk in de kazerne had te
verschijnen in velditenue. Opeens was 't, alsof de ze-
nuwachtige drukte van de Belgische grensforten over
geslagen was op Venlo. Officieren en, minderen, draaf
den in snel tempo af en aan. De kapelmeester liet
de beide laatste muzieknummers vlug afroffelen, en
weg spoedde ook hij zicih om gehoor te geven, aan
den algemeenen oproep.
Omstreeks elf uur had dit alles plaats en slechts
korten tijd later trokken in verschillende riehtingen
de militairen uit. Patrouilles van, cavalerie bewogen
bich langs de hoofdwegen buiten, infanterie had zich
Igelegerd op de brug, die Venlo met Blerick ver
bindt Nog tamelijk vroeg in den nacht kon men
koppen bijeen, en in de gesprekken was zeer goed
merkbaar hoe na aan muiterij deze betooging verwant
was.
En al dien tijd zong vioolmuziek in de officierskantine
haast treiterend boven de algemeeaie ontsteltenis.
Tel.
bewaking der krankzinnigengestichten
Men, sdhrijft uit Medemblik aan het Hblad::
De bewaking van krankzinnigengestichten in, het
algemeen, van het Rijks Krankzinnigengesticht te
Medemblik in het bijzonder, was nogal eens het on
derwerp van veler gesprekken.
„Het aantal ontvluchtingen," zegt men dan, „komt
te Medemblik het meest voor... omdat de bewaking
er onvoldoende moet worden geacht."
De ontvluchting van Frans Rosier uit het gesticht
te Medemblik (juist drie jaar geleden) ligt bij
397ste Staatsloterij.
4de KLASSE, 4de TREKKING.
HOOGE PRIJZEN,
f 200: 7669, 15251. 6
f 100: 10123.
Prijzen van, f 65.
de pens de plicht, alles |lc vermijden wat de zenuw
achtigheid kan doen toenemen. Er is ook volstrekt geen
voldoende aanleiding voor die ongerustheid, afgezien
nog van liet feit. dat hel een bewijs van zwakte is
zich door zenuwachtige vrees te laten bchecrschen.
In toongevende kringen in Duitschland schijnt men
ook thans nog de hoop te koesteren, dat de onder
handelingen tol een bevredigend resultaat zullen leiden.
Mocht dit echter niet het geval zijn, dan is liet toch
nog alles behalve zeker, dal het zwaard zal moeten be
slissen. Wij zouden dan kalmpjes te Agadir blijven cu
wij gelooven niet. dat men lust zal hebben ons te brus-
keeren. Mocht men dit echter toch willen doen dan zijn
wij gereed. Dat de Franschen vlagen yan m-rveusn
hysterie hebben, ligt in hun karakter, dc Duitsciur
echter niet vatbaar voor dergelijke aanvallen en uu
pers zal er voor moeten zorgen, dat hij er ook in
het vervolg vrij van blijft.
DE GEHEIMEN VAN EEN GOEDKOOP RESTAU
RANT IN PARIJS.
Het Maandblad tegen de vervalschlngen ontleent
aan een Fransch blad de volgende schildering van
een Parijsch „eethuis".
(Het tooneel verbeeldt een goedkoop Parijsch res
taurant in een der kleine zijstraten der groote boule
vards. Het is er stampvol. Een der gasten luistert
het volgende gesprek af tusschen den kastelein en
zijn zoon, gehouden In een zijvertrek met zeer dun
nen wand.)
Zoon (aankomende jongeling): Vader, nu ik van
school afga en in uw zaak kom, moet u mij toch
eens zeggen, hoe u een zoo prachtig diner voor twee
francs kunt geven: soep, visch, vlee6ch, gevogelte, des
sert, en flesch wijn... hoe kan dat bestaan?"
Vader: Ja, mijn jongen... da's mijn geheim na
tuurlijk, maar 't spreekt vanzelf, dat jij, als mijn
opvolger, alles moet weten. Luister dan goed
(De gast spitst zijn ooren.)
„Beginnen wij met de soep: vleesch-extra,et van
al de restantjes van de borden der gastenmaar
vermengd met een beetje saus, waarvan het recept
HONGERSNOOD EN OVERSTROOMING IN CHINA 'sedert 100 jaar in onze familie is. Daarna de visch.
De overstrooming in de Ya>ng-tse vallei heeft aan De lui denken allen heilbot gegeten te hebben!! Mis,
minstens 100.000 personen het leven gekost, terwijl mil-j ke hebben afgekeurde Amerikaansche kreeft ge ge-
boenen, van hun woonplaatsen verdreven, moesten,' ten> door opkoken met een weinig houtskool van alle
vluchten naar do bergen, waar zij thans onder den „lucht" bevrijd en bereid met mijn saus, waarvan,
blöoten hemel leven, zonder beschutting voor dc voort- het recept... enfin, dat weet je nu al..." (De gast
durende regens. In de kampen der vluchtelingen heerscht is intusschen eenigszins bleek geworden,.)
aan alles gebrek en Chineesche regeering is niet in Zoon: „Maar de ossenhaas dan?"
331
2532
4816
7418
9792
11976
14206
16478
414;
773
5065
434
10005
12051
650
581
898
950
340
567
165
201
678
905
1003
3361
457
950
376
772
925
17459
110
433
494
8077
400
799
15600
18193
302
658
577
159
448
813
627
440
543
837
677
175
700
13140
836
546
2284
872
910
614
746
386
851
19463
287
4056
6415
816
11434
521
884
824
345
62
584
9011
541
716
912
20124
384
421
7251
319
722
14113
16256
176
395
714
366
350
792
120
309
880
41S
Gemengd Nieuws.
treeds bewakingstroepen aantreffen, op de verschillen- ieder nog in het geheugen. Maar zulke ontvluohtin-
Ide aan de overzijde van de Maas gelegen plaatsjes.
Bij 't aanbreken, van dien dag en in den loop" van den
ochtend was de brug over de Maas nog steeds bezet
met militairen, die na zulk een doorwaakten nacht,
een vrij slaperigen indruk maakten in het scherp
helichtendJe) zonnetje.
De reden van dezq onverwachte, nachtelijke
gen bewijzen nog niet, dat de bewaking aan de in
richting aldaar niet voldoende te achten, of dat aan
verpleegden te veel vrijheid van beweging wordt
toegestaan-
Voorop willen wij stellen, dat men zeer overdrijft,
wanneer men zegt, „dat te Medemblik de meeste ont
vluchtingen voorkomen." Sedert de ontvluchting van
pada zijn we niet te weten gekomen. De personen, die, Frans Rosier in Sept. 1908, zijn, hier 8 patiënten ont-
•we er over polsten, meenden dat 't niet, eenvoudig snapt, Stel daar nu tegenover, dat b.v. in Castricum
eene militaire oefening is geweest. Er zat te veel gang in 1910 alléén a,clit-en-twinfcig verpleegden ontvlucht
achter. En bovendien, er zijn sedert kort geniesoldaten kijn
in da kazerne ondergebracht, hetgeen wel wijst op Tot Sept. 1908, was de vrijheid van beweging, aan
eene bijzondere activiteit. patiënten, toegestaan, hier beslist te groot; om maai*
Limburg beoosten, da Maas maakt zich intusschen tets te noemen:
nog niet erg bezorgd. De militaire bescherming strekt Groepen van 6 tót 12 verpleegden zag men 's Zon-
zich niet uit tot deze landstrook. Sedert een paar dags langs Medemblik's straten wandelen, soms liep
jaar zijn de bruggen over de Maas bij Venlo, Roer- de wandeling tot de dorpen Twisk en Opperdoes...
mond en misschien ook verderop aan het westelijk en steeds onder geleide van hoogstens twee verple-
emde voorzien van ijzeren deuren. Dreigt het gevaar gers (of even zooveel verpleegsters),
uit het oosten, dan trekt onze militaire macht zich i wandelingen werden toegestaan, wanneer in Me-
torug naar westelijk Limburg en verder naar Brabant, demblik kermis werd gehouden> zoo ook, wanneer de
en als de laatste infanterist of cavalerist de brugdeu- jaarlijksche harddraverij plaats heeft;
ren achter zich dlchtkaalt voor den neus van de Oost- de verpleegden (vele) mochten schaatsenrijden,
Limburgers.dan drinken dezen nog even gemoede- niet alleen op de gracht om het gesticht, doch vaak
lijk als thans hun potteke oud bier. 'werden ze gezien op éen uur of meer afstand;
ZIJPE. I sommige verpleegden mochten familiebetrekkingen,
Door den Commissaris der Koningin in deze Provincie da bezoek aan hen, naar het station vergezellen.
slaat voor voldoende levensmiddelen, te zorgen. Benden
van duizenden dakloozen trekken op naar de groote
steden, overal plunderend en brandstichtend. Het ge
heele district Changshui is door hen plat gebrand, de
rijst ma,ga zijnen werd .geplunderd en ook de regeermgs-
gèbouwen ontkwamen niet aan d ealgemeene vcrwocs-
$00.'
De verwoesting door de ovenstroommgen overall aan
de rijstvelden aangericht, bedreigt China met een hon
gersnood, algemeener cn verschrikkelijker, dan dit land
de laatste honderd jaar gekend heeft. Om to voor
komen, dat speculanten van dezen noodtoestand gebruik
maken om de prijzen op te drijven, heeft de Ghi-
Vader: „Geen sprake van ossen vleesch. Zie hier
mijn zoon,! (hij haalt een groote vette rat uit den
achterzak...) dat is m ij n materiaal voor de „filets
de boeuf", en nergens eet je die zoo malsch. (De
gast is hierbij lijkbleek geworden.) Ja, zie je, maar
taiemand kan ze ook zóo krijgen 't zijn geen ge
wone huisratten ik heb mij verzekerd van de
beste en vetste rioolratten die Parijs oplevert."
Zoon (verbaasd): „Maar de truffels! de truffels, die
waren toch echt?"
Vader: „Hoe kom je er bij! Ik heb beslag gelegd
op het fijnste vilt, dat van oude „chapeaux haute
forme" afkomstig is. Dit vertoont én door kieur èn
door zachtheid op de tong, precies dezelfde uiterlijke
neeschc regeering vaste marktprijzen bepaald. De Ka-
nier van Koophandel1 te Shamghai besloot een leoning eigenschappen van, truffels, en verder weet je jongen,
van 800.000 aan to gaan, om te Hongkong en in de smaak... ja, die doet 't 'em voornamelijk, die
Siam rijst te koopen. Een comité heeft zich gevormd komt door de saus, waai-van het recept... enfin, dat
om van de i'egeering een absoluut verbod van uitvoer
van rijst en koren te krijgen.
IN- EN UITVAL VAN HET HANDELSBLAD.
Eerste straatjongen „Pas op daar!"
Tweede straatjongen„Waarom'? Er staat geen agent
bij' 1"
Eerste straatjongen„Ja, maar 't beton zelf is ge
wapend."
PRETTIGE GEMEENTEBEAMBTEN.
BERLIJN, 7 September. De Berlijnsche politie arres
teerde beden op 't hoofd-abattoir twintig gemeeaitebe-
amblen wegens diefstal van veevoeder en andere za-
is aan den Burgemeester dezer gemeente op zijn daar-
ttote gedane aanvraag, verlof verleend zich van 8 tot
|en met 18 September buiten de gemeente op te hou-
<len.
Feuilleton.
I.
29.
PAUL HÖOKER.
Von Trentlein, begreep niet wat Hella met haar
antwoord: „het moest wel zoo zijn," bedoelde. Zij
moest haar arm door den zijnen, steken en hij trok
haar in een levendig tempo voort in de richting van
het Kurhaus.
„Willen wij hier blijven tot morgen?" vroeg hij
'onderweg zacht, bijna fluisterend-
Zij lachte om zijn voorstel. „Neen, ik moet toch
naar huis. Mijn jongen!"
Hij wist niet, of zij hem wel goed begrepen had,
en drukte haar zacht tegen zich aan. „Morgen moet
ik namelijk naar het garnizoen terug. Mijn verlof is
ten einde." Hij bleef staan en wilde haar weer kus
sen, maar nu rukte zij zich los en snelde weg.
„Hallo!" riep hij en joeg achter haar aan.
Kort voor zij den straatweg bereikte, vloog Hella
tegen een verliefd paartje aan, dat aan den kant van
den weg stond, geheel in hun minnarijen verdiept.
Daar haalde hij haar in. Het paartje was doode-
ilijk verschrikt en Trentlein had zulk een koddige
manier om die menschen om pardon te vragen, dat
Hella weer in lachen uitbarstte.
Hand in -hand, met de armen zwaaiend, als twee
uitgelaten kinderen, gingen zij naar de eetzaal terug,
"waar zij de thee hadden gebruikt.
De groote klok wees al negen uur. Hella wilde
Ibeslist niet langer blijven. Hij had evenwel tevoren
reeds een maaltijd besteld en bedelde om een hall'
uurtje.
Natuurlijk wilde hij champagne laten komen. En
hij was zeer verbaasd, dat zij het bepaald niet goed
vond. De huisvrouwelijke wijze, waarmede zij de tafel
bediende, de zachte, prettige manier, waarop zij met
hem babbelde, nam hem weer geheel gevangen. Zij
had In 't geheel niets van een theaterdame. Hij zag
Zoo zouden we kunnen voortgaan.
Maar sedert Sept. 1908 is aan dat alles een
einde gemaakt en vandaar dan ook, dat „ontvluch
tingen" veel min,der voorkwamen.
haar in zijn geest weer naast zich zitten bij den ge
neraal, op dien heerlijksten avond zijns levens.
„Ik ben spoedig terug," zeide» hij midden in een
gedachtenreeks, „en dan
„Dan?"
Hij boog zich over haar heen en kuste haar hand.
„Dan hoop ik, dat u al het treurige in uw leven
zult hebben overwonnen. Dat ge voor mij een paar
recht, recht gelukkige oogen zult zetten. Die don
kere kersenoogen van straks. Daarmee zult ge mij
moeten aankijken, dat het hart mij in mijn binnenste
opspringt."
Hella sloeg de oogen neer en waagde het niet op
te kijken.
„Ik kom zeer spoedig terug, kleine mevrouw Hel
la,... Ach toe, ik smeek u, zeg toch éen enkel woord."
;Hij naderde met zijn mond haar oor. „Zeg toch een
■f-oord."
Nu schudde zij met het; hoofd. „Zoo niet ik
smeek u zoo niet."
Hij kuste haar in heur haar, moest evenwel spoe
dig anders, want er traden andere gasten binnen.
Dadelijk daarop vertrokken zij. De bruine was zeer
kregel en druk en sloeg op de thuisreis een ver
vaarlijk tempo aan. Trentlein had alle moeite om
het dier iu bedwang te houden. Hij zeide allerlei
lieve woordjes tot Hella, maar zü nam het nu weer
van den vroolijken kant op en lachte erom.
„Wanneer ik in Juni geen verlof kan krijgen," zei
hij plotseling, „dan doe ik bepaald een domheid."
Hella lachte. „De eerste?"
„De eerste groote. Ja 't is waar. Ik wil hierheen.
De commandant wil het niet Er ia zooveel, dat die
man niet hebben wil. De theatergeschiedenis weet
hij natuurlijk nog niet. Wanneer hij mij niet laat
gaan, neem ik eenvoudig mijn ontslag.'"
„Dat was bepaald een zeer, zeer groote domheid."
„Dat weet ik en er is er maar eene, die mij
daarvoor kan beschermen."
„Nu?"
„Jij moet naar mij komen."
„Wat een dolzinnig idee."
„Ach lieve, lieve, kleine Hella! Nu niet dadelijk
Veer boos worden," Hij had de teugels in zijn lin
kerhand genomen en drukte met de rechterhand haar
arm. „Kunt u zich dan zooiets werkelijk niet voor-
Je nu voldoende.
Zoon (in sprakelooze verbazing, vol bewondering
stamelend): ,,o vader, wat is u toch geniaal!"
Maan de kippen, die zijn toc-h echt nietwaar?"
Vader: „Geen sprake van!... Mijn kok weet van
oude kraaien dank zij de saus heerlijke kippe-
boutjes te maken, ev-onals van katten, hazeiyagout
dit laatste nu is, zooals Je bekend zal zijn, niets
nieuws, daar dit op groote schaal bij mijn fijnste col
lega's wel gebeurt,... als de hazen wat krap zijn."
Zoon: „En nu de wijn...?"
Vader: „Ja mijn jongen, dan zou ik nog wel een
paar uur kunnen praten als ik je daaromtrent wilde
inlichten. Maar... dat leer je gauw genoeg in de
ken.
De stad' moet jaarlijks voor 30,000 a 40,0oo mark praktijk
bestolen zijn geworden. „Vader u meMter ln het k„
HUIZEN TE HUUR MET EN ZONDER ONBEDOR- hoor ik wel, maar nu éen vraag nog: komen hier
VEN LUCHT '.nooit eens keurmeesters van voedingsmiddelen7
„Je betaalt tegenwoordig voor alles, alleen de lucht Vader: „Hoe kom je er aan, jongen'., die blij-
is nog vrij" zelfs dit zal men niet meer kunnen ven natuurlijk weg uit overdreven vrees van vergif-
zeggen. Want in groote steden wordt allengs de lucht tigd te worden.
zoo door slof, rook en roet bedorven, dat iemand, die. Zoon (eenigszins ongerust): „En ons eten dan
'stelkm?"
„Neen."
De bruine had gemerkt, dat er niet op hem werd
gelet en maakte beenen. Het was een dolle jacht
langs den straatweg. Eerst toen het wat dichter bij
Badeu-Baden kwam, werd het dier rustiger.
„Mijn jongen slaapt niet," riep Hella plotseling
vol schrik, toen zij den weg naar het slot Eberstein
hadden bereikt. Zij zag van verre het roodachtige licht
op de bovenverdieping van het oude huisje. „O, dat
is de straf, kijk eens."
Hij moest op den straatweg stilhouden, want op
den smalleu rijweg kon hij niet draaien. „Dus zeer,
zeer, zeer spoedig kom ik weer terug. Met of zonder
verlof. En danHo, ho, voorzichtig, anders val
je nog."
Hella was zeer haastig naar beneden gesprongen.
„Gauw, mijn parasol!" zeide zij en stak haar hand
'zenuwachtig uit.'
Dadelijk boog hij zich voorover, greep haar hand,
kuste die, sloeg zijn tanden toen in dolle verliefd
heid in haar arm en zeide daartueschen allerlei ver
liefde dwaashedten.
Ongeduldig wilde zij zich losmaken en lachte hem
uit. „Au maar je doet mij pijn."
Nu liet hij haar los. „Jij bent toch een kleine
wildzang," riep hij.
Als de wind stoof vervolgens de dogeart den
straatweg langs naar Baden-Baden toe.
Hella was haastig den tuin ingeloopen. Voor de
deur bleef zij even staan en haalde diep adem.
Wat mocht daar boven toch gebeurd zijn? Ook in
de andere kamer brandde licht. Zij opende de deur
hnet een grooten, roestigen sleutel, die onder een
steen, naast de deur lag, zij trad binnen en liep naar
hoven.
In haar kamer op den grond zat Thomas en
speelde met den kleine. Het kind was nog wakker
ec kraaide van plezier.
Hella vertrouwde haar zinnen niet Volgens haar
berekening had zij haar man eerst over acht dagen
thuis verwacht. Heinz had hem, als zijn toestand
het maar even had gedoogd, willen afhalen.
Thomas zag er schrikverwekkend uit. Hella was
de eerste oogenbllkken bang voor hem
Het meisje zat slaperig op de canapé gehurkt
Toen Hella binnentrad, was zij opgesprongen. Zoo
■recht kon de Schwarzwalderin zich den loop dei-
laatste gebeurtenissen niet verklaren. Zij vertelde-
toen Hans zijn melk voor den nacht had gekregen,
was er een mijnheer gekomen; eerst had Jlans erg
luid geschreeuwd, maar dan had de kleine moed ge
vat en was een heel lieve jongen geweest.
Hella had vlug hoed en mantel afgelegd. Nu kniel-
dj zij bij vader en kind neer. Thomas had zich niet
opgericht, hij had haar alleen treurig de hand toe
gestoken. Maar de kleine juichte toen hij zijn moe
der zag. Terwijl Hans bij haar opklauterde, hield
Hella Thomas haar mond voor. Hij kuste haar'op het
voorhoofd en wendde zich dan weer tot het kind.
„Geloopen heeft hij ook reeds." vertelde Thomas
op zachten toon. „Daar langs de kachel."
Hella stak het ventje in de hoogte.
„Zoo? Zoo? schalk! Heb je aile kunststukken al
uitgevoerd en moeder was daar niet eens bij. O.
lieve schelm, heerlijke ondeugd!"
Toen dacht zij aan wat zooeven was gebeurd en
zij zag het overmoedige gezicht van den jongen offi
cier weer voor zich. Het schaamrood kleurde haar
wangen.
„Hoe komt het toch Thomas, dat Heinz en ik ons
zoo hebben verrekend?" vroeg zij dan, terwijl het
meisje uit de kamer liep om Hans ln zijn bedje te
Thomas was langzaam opgestaan. Hij ging nu op
de canapé zitten. Hij liep en gedroeg zich als een
oud man. Zijn stem was klankloos, hij hoestte veel
en hield op als hij een paar woorden had gesproken.
„Nu is alles mij hetzelfde. Hadden zij daar gezegd,
dat ik er voor altijd moest blijven, ik had het ge
daan."
Hella stond onbeweeglijk midden in de kamer. „Zoo
zoo, en vrouw en kind vergeten? Ook Heinz? Allen
vergeten?"
„Wat moet ik nog op de wereld?"
Er lag weer iets van den ouden trots ln zijn toon.
Donker, boos keek hij voor zich uit.
Zij volgde het meisje dadelijk naar de slaapka
mer.
De dienstbode moest ook spoedig naar bed. Hella
wikkelde den jongen dichter ln de dekens. Het kind
geeuwde nog een paar maal. Maar terwijl Hella nog