Voor Dammers.
Stand na den 34sten zet van zwart.
Zaterdag 9 September 1911.
El Itt i m
55e Jaargayg. No. 4982.
DERDE BLAD.
Alles wat deze rubriek betreft te zenden aan de
Redactie der Schager Courant, onder het opschrift:
„Damrubriek".
PARTIJ No. 3
(In
gespeeld In den onderlingen wedstrijd van het Ver-
eenigd. Amsterdamsch Damgenootschap, tusschen de
faeeren J. H. Woudenberg met wit en A. van 't
Schip met zwart.
1. Wit: 3329. Zwart: 1721.
2. 39—33. 11—17.
3. 4439. 1924.
4. 3228.
Geeft beter stelling dan 3126, waarna zwart met
2127 sterk aanvalsspel krijgt, terwijl 3127 door
de zwarte stukken op 21 en 24 uiterst onvrij spel
verschaft.
4. Zwart: 212 6.
Om te voorkomen, dat wit thans met 3126 op
sluit, daar nu schijf 21 niet meer zou kunnen opko
men.
5. Wit: 37—32.
3127 zou aan zwart al heel eenvoudig 'n schijf
'winst gegeven, hebben door 2631 en 1721.
5. Zwart: 26 37,
6. Wit: 42 31 711.
7. 47—42. 1—7.
8. 4944.
5044 is sterker voor het verband met het mid
denspel.
8. Zwart: 2025.
1722 en 12 21 geeft wit dajn met 3530 en
29—24.
9. Wit: 29 20. Zwart: 15 24.
10. 4137. 1721.
11. 3127.
Thans sterk, daar schijf 24 aan zwart belet schijf
28 af te ruilen.
11. Zwart: 1419.
12. Wit: 4641. 1014.
13. 3430!
Ben gunstig moment voor dezen afruil. Schijf 25
is door zijn werkeloosheid voor zwart een zwakke
schijf. Den, stand zoo handhaven is voor wit wegens
gebrek aan, tempo-spel niet mogelijk. Het is goed ge
zien thans door afruil vrijer spel te verkrijgen en
tevens een zwarte schijf op veld 25 terug te brengen.
Na 3429 zou zwart met 510 en 1923 zijn
stelling verbeterd hebben.
13.
13.
15.
16.
17.
Zwart: 25 34.
14 25.
5—10.
1014.
§tf m i.
Wi.
H n
Kp
1
'V
li^SL
3g
'M:,
Wit
35. Wit: 4034.
Doorziet het booze plan.
Wordt vervolgd.
lijk wel over geslagen; alleen datgene wat 'n mensdi i
dagelijks gebruikt <n niet missen kun, had je bezwaard.
Zoo?! Eet jij dan wel eens s'.okvisch of kippen
voer? Of gist? Koop jij dan wel eens garen of klom-'
pen of potten en pinnen.
Ik niet. maar de burgerij wel, de armen wel.
Arme mcnschen koopen al wat ze zien, en al wat
ze zien is van h un gading; ze kunnen alles gebrui
ken Inmaakflessclien en sajet, klompen en schoenen,
zout en zure appelen. En om dit alles nu tc gum
belasten, dat is wel 'n beetje onredelijk en willekeu
rig. Op die manier blijven ze niet alleen arm, maar
worden ze nog armer.
- Och, Roéll, als de grooten der bek maar hadden
gehouden, dan had die wet cr best doorgekomen. Maar
de een heeft den ander aan den gang gemaakt cn toen
't balletje eenmaal aan 'l rolletn was, werd 't hoe lan
ger hoe grooter.
Nu ja. Kolkman, maar 't was 'n dwaze cn on
redelijke wet. net zoo goed als die bijna vierhonderd
artikelen over pensiomverzekering. door Tulma inder
tijd opgesteld, dwaas en onredelijk waren.
Wel zeker, sla maar door! Kan jij wetten maken,
die iedereen bevallen?
Ik niet. evenmin als Lycurgus dat kon; maar 'n
wetgever, die er nu eenmaal voor zit, om wetten uit
te vaardigen, dient toch rekening te houden met do
meerderheid der bevolking, anders gooit ie zijn eigen
glazen in.
Och och. cn ik had 't nog al zoo slim overlegd!
Dat is 't 'ra juist! Om goed te doen en eerlijk te
handelen is er zooveel slimheid en overleg niet noodig.
„HET DAMSPEL
Het September-nummer van „Het Damspel'' bevat
veel moois. Een drietal geanalyseerde partijen, daar
onder is er Óen van den blinden damspeler Olsen
uit Rotterdam; een partij, gespeeld tusschen de hee- Men doet goed cn men handelt eerlijk, en daarmee
ren J. H. Woudenberg en A. van 't Schip, beide te »'d. De rest volgt vanzelf. Je zult toch niet zeggen.
Amsterdam, zullen we in onze rubriek plaatsen. Deze dat t eerlijk of zelfs maar billijk is. om 'n werkman,
partij is van een uitvoerige analyse voorzien. Interes- naast zijn premiebetaling voor 'n pensioen, op 'n locf-
sant en tevens leerzaam. Een eindspel van genoem- lijd. dien hij hoogst waarschijnlijk niet bereikt, nog
den heer Olsen, als vraagstuk; enkele slagzetten en 'e. plunderen door overdadige invoerrechten op allcr-
een S-tal problemen zijn er tevens in opgenomen. Van K'i dingen, die onmisbaar voor hem zijn? Ik wil niet
de hand der heeren De Haas en Battefeld vinden wij alles onderschrijven, wat cr in het vlugschrift staat
er tevens een waardeerend artikel in, gewijd aan vari het Nationaal Arbeiders Secretariaat, cn je werk
de nagedachtenis van ^Rjlen dep heer II. Jimmink, te jjecii >ti'"iperige zakkenrollersmethode noemen of „ka-
't Zand, overleden 22 Juli 1911. pilalistische 'uitbuiting', maar, waarachtig, het lijkt er
—o— I op. Je kunt den menschen niet meer alles wijs
Mijniheer de Redacteur! maken; en zoo hard: heeft nog nooit 'n leugen geloopen.
Vriendelijk verzoek ik u een kleine plaatsruimte of hij is door de waarheid achterhaald en te schande
'voor onderstaand. gemaakt.
In, de dam rubriek van De Echo, Redacteur c. H. Ben je» hier gekomen, om mij de waarheid te
Broekkamp, wordt medegedeeld, dat ik dezen winter
ëen match speelde met den heer I. Presburg en, deze
match verloor.
Hoewel ik nooit reageer op hetgeen genoemde
redacteur alzoo gelieft te beweren, moet ik dezen
keeil toch een uitzondering maken.
Het is absoluut onwaar, dat ik dezen, winter met,
den heer P. een match licb gespeeld, geen enkele
partij zelfs.
De leden van het V.A.D. weten dit trouwens allen.
Het is mij een raadsel, dat een redacteur eener
damrubriek, alvorens dergelijk nieuws te plaatsen,
zich niet eerst van de Juistheid ervan overtuigt. Hij
had toch minstens naar de bewijzen, de part lj en
mtoeten vragen.
Met dank voor de plaatsruimte.
J. DE HAAS.
ai
Wit: 40 20.
4440.
4034.
4540.
Iets belemmerender voor zwart ware hier 3631
geweest. Speelt zwart dan 1117, volgt 31 26
met opsluiting en damdreiging door 2822. Speelt
zwart 2126, dan 4136, waarna 1117 niet meer
mogelijk is wegens 2722, 31 11, 28 23 en 33:11-
De eenige speelbare zet op den korten vleugel is dan
1823.
17. Zwart: 2126.
18*. 36—31.
Thans te laat.
18. 11—17.
19. Wit: 4136. 1721.
20. 27—22.
Er zijn zeer sterke spelers, die voor dezen zet,
bijgenaamd „kerkhofszet", een bepaalde voorliefde
hebben. De daarvoor gekozen naam geeft echter reeds
blijk, dat men de soliditeit ervan niet groot acht. j
Hij geeft het spel echter een belangwekkend karak
ter en is vaak aanleiding tot interessante verwikke-
Itngen.
20. Zwart: 18 27.
21. Wit: 31 22. 410.
Nuttig met het oog op aanval naar het centrum.
22. Wit: 5045. Zwart: 1218?
Uiterst verzwakkend, daar bij wit 3429, 2823,
33 31 deze zijn positie niet onbelangrijk versterkt,
mede door de dan weer opnieuw verzwakte rand-
schijveii, van zwart Sterk dunkt ons, met b.v. 10-15
af te wachten wat wit onderneemt.
23. Wit: 3731?
Zie vorige opmerking.
23. Zwart: 18 27!
Beter dan eerst 26 37. Wit zou dan toch nog op
terugrwaartschen afruil kunnen aansturen door 32:41
te slaan, maar ook zonder dit is de witte schijf op
22 dwingender wanneer veld 26 onbezet is.
24. Wit: 31 22. Zwart: 712.
25. 4237. 1016.
26. 3731. 26 37.
27. 32 41.
Deze afruil verzwakt wel de witte stelling, maar
is toch nog beter, dan aan óen korten vleugel te
opereeren, wat ookverzwakkend op schijf 22 zou wer
ken, daar het verband op de stukken 33 en 39 beslist
behouden moet blijven voor eventueelen terugwaart-
schen afruil.
27. Zwart: 2126.
28. Wit: 41—37. 14—20.
29. 36—31. 1218.
Jammer, dat zwart weder verzuimt van Bchljf 22
meer partij te trekken. Met 1218 wordt weder de
gelegenheid geboden gunstig te retireeren. 1621
lijkt doelmatiger.
Op 27 had wit dam genomen, door 2823 en
37—32.
30. Wit: 3127.
Gedwongen, maar voorzien.
30- Zwart: 812.
27 verschafte wit wederom dam als bij den vori-
gen zet aangegeven.
31. Wit: 37—31.
Doelmatige afiuil om het spel te bevrijden.
31- Zwart: 26 37.
32. Wit: 2721. 16 27.
Beter dan met de middenschijf te spelen.
33. Wit: 22 42. ZWart: 28.
34. 3429.
Het bij den 13en zet vrij uitvoerig besproken na
deel van schijf 25 heeft zwart gedurende de partij
niet kunnen opheffen, bovendien heeft wit op deze
schijf voortdurend kunnen combineeren. Er bestaat
voor wit niet de minste aanleiding, die poeitie reeds
thans op te heffen en lijkt ons om die reden 4237
sterker.
34. Zwart: 1924.
Speelt op een aardige val, indien wit thans 4237
speelt. Er volgt dan 2430, 1823, 20 29, 812,
13 35 en de schijf op 24 wordt gewonnen.
We maakten de Redactie van het Maandblad at
tent op het abusieve hiervan; indien wit 2419 speelt
blijft de schijf behouden. 4237 is evenwel fout,
doordat zwart met dezelfde combinatie ruit 31 kan
bezetten. (Red.)
zeggen?
Je zegt 't I
Ja, maar ik bedoel: om mij Ie kapittelen?
Betoon ik mij je vijand, als ik je de waarheid
z<?g*
Nou maar, vriendelijk is anders.
't Is mogelijk, dat ik t niet vriendelijk genoeg
zei, maar mijn vriendschap is daar niet minder om.
De door u voorgestelde wet doet denken, dat je de
burgerij, de minderen, die het grootste deel der in
voerrechten te betalen hebben, min of meer beschouwt
als object, zoo half en half als iets, waarmee men sollen
mag, maar weet dit, Kolkman
„Geen wijs man onderschat zijn tegenstander".
Die lui denken even goed na, als jij en ik, en mis
schien soms wel beter.
Zou je niet eens bedenken, dat je tegen 'n Mi
nister spreekt? togen 'n Excellentie?
Dit is reeds lang bedacht, en juist naar dien
maatstaf had ge „excellent" werk moeten leveren, wat
ge nu niet gedaan hebt; integendeel!, 't was slecht
werk, waar vriend en vijand tegen op moest komen,
en dan ook tegen op kwam. En daarom is die wel
gevallen
AMSTERDAMSCHE FINANTIcN.
DE TARIEFWET.
„Wat is 't vernuft der menschen, als het niea
Nauwlettend luistert naar den wil dca- waarheid?"
Pylades i^ Iphigeneia iu Tauris. Goethe.
„Ben ik dan uw vijand geworden, omdat ik u de
waarheid zeg?"
Galaten IV 16. Pauius.
„Daarom arbeidde hij zoo rustig en maakte zijn
arbeid hem zoo gelukkig, omdat hij t voor de waar- j
lieid deed."
Anna Karenina. Leo Tolsfpi.
We bedoelen natuurlijk: „En daarom zal die wet
vallen"; want bovenstaande phantasie veronderstelt te
spelen ..zooveel jaren later", welk tijdstip natuur
lijk nooit aanbreekt. Alleen de meer dan gunstige con
ditje, waar zich onze gemeentekas in bevindt, leidde
er ons toe, om débouchures voor onze millioenen te
zoeken.
Maar in werklijkheid behoeft dit natuurlijk niet.
Slechts pkantasde mag gaan op zulke wegen.
Waar eigen dak nog stut behoeft en steun,
En 't brood onz' eigen armen moet verzaden.
Daar strooit men niet met geld op vreemde paden,
Of stort men 't niet in 't Danaïden-vat,
Dat bodemloos is. of althans met menig gat,
Waar alles door verdwijnt, wel bijna sporeloos.
En zulk 'n vat is de staatskas, waar zooveel niet
jn kan vloeien of zij blijft leeg, of bijna.
Amsterdam schijnt er boven op te komen en geW j
over te houden, 't Klinkt wel bijna ongelooflijk in i
zoo'n duur huishouden als we hier hebben, maar 't
schijnt toch waar te wezen. Het eene jaar voor cn 't
andere jaar na sluiten we in den laatstcn tijd met 'n
batig saldo. In 1908 bedoeg dit ongeveer 9 ton», in
1909 óen mülioen en drie ton, in 1910 ruim twee
millioen; en als 't alles waarheid is wat er in kranten l
staat, zal1 er aan 't einde van 1911 weer 'n overschot I Wat we dan hier met al dat geld zullen doen? Och,
van ruim twee millioen geboekt kunnen worden. stond 't eens aan mij, om dit tot 'n oplossing te
Wat zegt ge ër toch wel van? Is 't voor andere ge- brengen! Wat zou ikMaar dat zeg ik niet; er
meenten niet om van te watertanden? om cr jaloorseh I komt toch niets van, en bovendiende grootste
Op te worden? om den heclen boel, huizen en landwegen, dieven zouden me nog 't minst vertrouwen; en de
torens en kerken cn gemeentegronden op den rug te j socialisten heelemaal niet. Hun „eerlijk deelen", heeft
nemen en- er mee naar Amsterdam te trekken? 't Wordt i altijd tot toelichting: „ik het meeste", en 't kan niet u*n.vu 'o 4iou upueueu i
hier 'n waar Luilekkerland cn de gemeente Kampen, anders of ze moeten wel gelooven, dat anderen ook Geoefende bessentelers trachten de struiken naar behoefte
waar van geen belasting sprake is, vanwege den over- j zo° over „eerlijk deelen" denken- te verjongen. Zy leiden daartoe geregeld jonge twygen
dadigen rijkdom der gemeente, mag er haar vingersWe hebben er de Gemeenteverslagen en de Ge- van den voet der struiken af op ter vervanging van
naar likken. Als 't zoo döorgaat, dan zie ik over 'n meente-begrooting eens op nagelezen, en...... oude, kaal geworden hoofdtakken. By de zwarte hessen
jaartje of wat den Burgemeester van Amsterdam met) Och, lieve hemel, daar gaan de centjes!: „On- moet op deze verjonging het meest gewerkt worden,
zijn Wethouders al naai- Don Haag slappen en aan- j voorziene uitgaven" f 240.000, „Uitbreiding ,J :-J-
kioppen bij den Minister van Finanlien, en hoor ik Btie en brandweer" 'n to n, „Reservefonds
Grep i Lifl- en Tnion.
CLXXXIX. DE TEELT VAX BESSEN.
Alle bessen waren dezen zomer zeer duur; vooral
voor do aalbossen zijn buitengewone prijzen omvangen.
Ook het vorige jaar was de bosaenteelt zeer loonend.
In streken, waar het besooft voor den handel gekweekt
wordt, hoort men dan ook veelvuldig van plannen om
meer bessenstruiken aan te planten.
De bessenteelt is het meest loonend voor zulke per
sonen, die den snoei en do verzorging der struiken,
alsmede bet plukken der vruchten, door de leden van
hun eigen gezin kunnen laten verrichten. Dit Is trouwens
met bijna alle tuinbouwcultures het geval.
De bessenteelt wordt gewoonlijk uitgeoefend als
ondercultuur van hoogstam-appel-, peren- en pruimen-
boomen. Tusschen vruchtetruiken zyn do bessen mis
plaatst. Daar kan men het bost aardbeien telen of
groenten, zooals uien, augurken, boontjes, bieten onz.
Een veel begane fout by den aanleg van vruchten-
tuinen is het te dicht planten, zoowel van de boven-
boomen als van de bessen.
De bovenboomen behooren 8 a 10 Meter van elkaar
geplaatst to worden en de bessenstrulkon 1,50 Meter
lot 1,75 Meter. Vooral de kruisbessen moeten zeer ruim
staan.
De eerste vier of vijf jaren is de opbrengst der bessen-
struiken nog gering. Men moet dan den grond productief
maken door de teelt van aardboien of groenten.
Rekenen we, dat or 50 bessonstruiken op 100 M.2 of
1 Are staan, welke ieder gemiddeld 5 pond bessen geven,
die a 10 cent per pond verkocht wordeD, dan krijgen
we een opbrengst van f 25 per Are. Zoowel de prijzen
als de opbrengsten kunnen verbazend uiteenloopen, doch
uit het gegeven voorbeeld blijkt wel, dat men van do
bessen in gunstige jaren veel geld kan maken.
"Wil men ergens met de bessenteelt beginnen,
moet er in de eerste plaats voor gezorgd worden, &.>z
de wind beteugeld wordt. Hiervoor plant men hagen,
waarvoor de els bijzonder aan te bevelen is. In de om
geving van Beverwijk brengt men b.v. altijd door
elsenhagen de noodige luwte in de groenten- en
en vruchtentuinen aan.
De grond, waarop men vruchtboomen wil aanplanten
moet altijd goed diep losgemaakt worden. Men moet
minstons 2 steken diep spitten of den boden diep om
werken met ploeg en ondergrondsploeg. Dit laatste is
wel niet zoo goed als diepspitten, maar het kost veel
minder, wat vooral voor groote fruittuinen een belang
rijke besparing is.
Een behoorlijke bemesting mag bij den aanleg niet
vergeten worden en dient jaarlijks te worden herhaald.
Men kan ter bemesting stalmest of kunstmest gebruiken,
of van beide een deel.
Dit jaar heb ik prachtig beladen struiken van roode
bessen en ook van kruisbessen gezien, die een goede
bemesting met ier hadden ontvangen.
Vooral als er aardbeien of groenten als bijteelt in
een fruittuin staan, wordt er jaarlijks veel voedsel aan
den bodem onttrokken en dat kan er slechts door
oordeelkundige bemesting aan teruggegeven worden.
Een gewichtig werk by de bessenteelt is het snoeien.
Fruittelers, die reeds een aantal besBenstruiken in hun
tuin hebben, kweeken gewoonlijk zelf jonge struiken
aan. Zy doen dit van éénjarige takken, waarvan ze de
zoogenaamde „stokken" sny'den. De stekken worden
juist onder en boven een „oog" (bladknop) met een
scherp mes afgesneden en hebben een lengte van 30—80
centimeters. Men zet ze op ryen 20 c.M. van elkaar,
liefst wat in de schaduw. Het sny'den der takken ge
schiedt het bestin den winter, men kuilt ze tydelyk
in en plant ze uit, zoodra de vorst over is. Deze stekken
laat men één of twee jaar staan, waarna ze worden
uitgeplant. Het eerste jaar na de verplanting isdegroe
nog niet krachtig, daarom snoeit men ze dan nog niet.
Het tweedejaar worden ze dicht by den grond afgesneden,
waardoor men 3 of meer hoofdtakken tracht te krygen.
Deze snoeit men het volgende jaar nogmaals kort in
om voldoende hoofdtakken te bekomen. Da roode en
witte aalbessen worden ieder jaar kort gesnoeid. De
eindscheuten sny'dt men op 3—5 oogen in; de zy scheuten
snijdt men tot op een kort 6tompje na weg. Hierom
vormen zich de zoogenaamde „spoortjes", d. z. verzame
lingen van knoppen, waaruit later vele bessen trossen
ontstaan. Naarmate de struiken ouder worden, sny'dt
men ze boven nog korter in, zoodat ze jaarlyks bijna
niet hooger worden. Korte zijscheuten kan men onge-
snoeid laten zitten, omdat het goede vruchttakjes zijn.
Des zomers moet men aan de bessenstruiken nooit
snoeien. Dit werk mag alleen in den winter of in het
vroege voorjaar geschieden. Snoeit men niet, dan krijgt
men slappe boomen en kleine aalbessen. Zwarte bessen
dragen het meest aan het jonge hout; daarom sny'dt.
men hier veel minder van de scheuten weg. De zwarto
bessen behooren „lang" geknoeid te worden.
Velen hebben de gewoonte de kruisbessen niet te
sneeien. Dit is toch om twee redenen verkeerd. Eerstens
geeft een ongesnoeide struik veel kleinere bessen en
tweedons heeft men meer kans de meest gevreesde
kruisbessenziekte, de Amerikaansche kruisbessenmeel-
dauw, in de struiken te zien optreden en uitbreiden.
van. po-
VUtot dek-
hem vragen„Wat scheelt er aan, Excellentie?Gekl king van mogelijke schade bij de exploitatie van bouw
te kort?! Dat is niels! Heeren, laat de kruiers bin- j terreinen in Amsterdam-Zuid", nog 'n ton, voor die
nenl" En dan zie ik zo al binnen dragen de kisten j exploitatie zelf f 175.000. Subsidie aan de „Vereerd
en koffers, de schuiten-vol1 pakken inet saamgebonden ging voor spraalcgebrekkige en achterlijke kinderen"
lapjes van honderd en duizend, de vele millioenen, f 25.000 (vroeger f 20.000). Aan de Vereeniging
"die Amsterdam in haar voorbeeldig streven wist op „Tehuizen voor schoolgaande kinderen" f 3000 (vroe-
te sparen, over te houden, over te leggen, uit to zui-1 &er f 1000). Aan de Industrieschool f 3525. Aan de
nigen. Ep dan zie ik dien gooien Kolkman, die Vakschool voor verbetering v„n Vrouwen,- en Kinder-
natuurlijk op niets van dien aard verdacht is of gere- kleeding f 1850 (vroeger f 1200). Aan de Zeevaart-
kend' heeft, zich de oogen al' uitwrijven; en als hij school in het Zeemanshuis f 3100. Aan de Vaktee-
dan ziet, dat 't waarheid is, tastbare, werkelijke waar- ken- en Avondambachtschool f 2250. Voor asphaltee-
hciid, al in tranen van ontroering en dankbaarheid rut- ring van de Hoogesluis f 1SG0G. Voor de noleering
barsten en boor ik hem snikken„Dank, dank, mijn de buitenstad f 25.000. Voor de aanschaffing van,
goeie, lieve heeren, voor deze redding 1 "Och, waarom 'n automobiel-koolzuurspuit f 10.600. Voor het aan
heeft dit niet inogen geschieden in 't spookjaar 1911. "brengen van een electrische verlichting in de Sar-
toen ik verplicht was, 'n Tariefwet te maken, die ik phatistraat, van het Frederiksplein tot het Weesper-
niet maken kon?! Toen de Kamers van Koophandel poortstation f 14.500. Voor de verlichting van Haar-
schenen ie hebben afgesproken, om mij het water in lemmerdijk en Haarlemmerplein f 8000. Voor een
te jagen?! Toen allerlei soorten van winkeliers, zout- nieuwen stoomontsmettingsoven, f 2200. Voor de uit-
importeurs, vruchlenverkoopers, rijpe en groene, pa- breiding van de bad- en zweminrichting in het Nleu-
pierhandelaars, vegetariërs, landbouwers, horlogemakers, we T)iep f 13,300. Enzoovoort, enzoovoort, enzoo-
ja, wat niet al', mij met hun brieven en grieven, hun ^oort. Er komt geen einde aan. En, we vragen ang-
aanmerkingen en critieken telkens 'n nachtmerrie bc- st'S, of er van dien spaarpot nog wel 'n dubbeltje
zorgden, en zich niet bekommerden over mijn bij ieder zal overschieten.
uur stijgende altéralie?! Toen zelfs de huismoeders De belasting verlagen?! Och, we hebben er al
vergaderingen belegden wat de beste manier zou wezen, zoovele jaren om gevraagd en er zijn al zoovele ver-
om mijn werk te schande te maken en jn arbeiderskrin- g&deringen over gehouden, maar 't antwoord van B.
gen mijn moeizaam tot stand gebrachte Tariefwet „zak- en W. was altijd: „Onmogelijk!" We hebben,
Door geregeld wieden moet de grond tusschen de
struiken vry van onkruid worden. Het moet er het
geheele jaar door netjes uitzien en geen wildernis
worden, zooals men, helaas, zeer dikwijls ziet.
Evenals b(j iedere vruchtenaoort i3 ook by de bessen
de keus der meest aan te bevelen soorten 'n gewichtige
zaak.
Een prachtige soort roode bes is de „Loppersumer",
die groote korrels en lange, goed gevulde risten geeft.
Zy vormt ook flinke struiken.
Grootere bessen geeft nog de „Fay's Prolific", maar
de risten zyn niet zoo vol en het hout is brozer, zoodat
door don wmd de takken meer breken. Dezo groote bes
is ook niet by zonder lekker, maar de buitengewone
grootte is toch steeds oorzaak, dat er op de veilingen
de hoogste pryzen voor worden besteed.
De meest aangeplante soorten in ons land zyn de
Hoornsche geelsteel en de Hollandsche geelsteel.
De beste witte aalbes is de witte paarlbos. Van do
zwarte heeft men de gewone Hollandsche zwarte en als
nieuwere soortenGoliath, Lee's Prolific en Parodie des
raïsins De bsste kruisbessen zyn: de vroegeruïgogelen
of Beverwyker gelen en de Engelsche witten. Van de
roodvruchtige kruisbessen zyn do Whinham's Industrie
en de Crownbob d8 beste en de grootste. De late gladde
gelen of Hoornsche gelen zyn r.iet groot, maar zuiver
zoet van smaak.
De bessenstruiken hebben te lyden van tal van
vyandon, welke we thans allen zullen behandelen.
kenrollen" genoemd werd eu°ik dus... o, "ik moL't weer gedaan, en nu bewaren B. en' W."een^r^-ul- totLl^S lUefrpïin^Kn000^111^11' W^eike 20
niet aan te denken 1... ik duS 'n „zakkenroller" we- dig stilzwijgen. Wat bedenken ze? Wat overie^e-fn J. u® f® _Zön oc!ltor afdoende mid-
we- dig stilzwijgen. Wat bedenken, ze? Wat overleggen ze?'delen. Mon kan Z9 bespuiten mot een oplossing van
zen moest?! Waarom heeft t oen dit wonder niet mo^n j We weten 't niet, maar verwachten er weinig van. jnicotine (1 op 200). Dit middel is verkrijgbaar by Spal-
oi» 't Is met groote heeren kwaad kersen eten,. teholz en Ameschot te Amsterdam en werkt uitstekend.
H. d. H. (Ook Parysch groen (1 op 1000) met wat kalkmelk er
;door vcor betere verdeeliug, is ze»-r goed. Dit kan men
CORRESPONDENTIE. bij eiken schilder koopen. Verder ban men Amerikaansch
G. G. Dan hebt ge goed ge-zien, want zóo staat 'rupsenpoeder met een zwavelblaasbalg door de struiken
het er. Met zekerheid durf ik die tweede vraag njet.stuiven als ze nat zyn van regen of dauw. Deze mid-
beantwoorden; men heeft mij verteld, dat die verzen delen verkoopt o.a. Jean Heybroek te Baarn.
van Albert Verweij ziin. Ter eele£r«ner türt leest. pp. i t>.-;j- - -
gebeuren
En dan zal' Jonkheer Roëll. onze Burgemeester, zeg
gen„Stil maar, Kolkman! Stil maar! Al wat groot is
en zich opoffert voor het algemeen belang, staat aan
verguizing bloot.
Ja maar, RoSll, zal dan Kolkman, weer antwoor
den. jk deed 't toch voor de verzekeringswettoni De
werkman zou er toch door gebaat zijn, door die tien
millioen, die mijn Tariefwet opgebracht zou hebben
als ze zoo stom geweest waren, om die aan te nemen!
Wét zeg je daar???lll
E...e.... Och, ik verspreek me! Ik bedoel: 't geld1
moet toch ergens vandaan komenI Neen, val me niet
in de rede, want dan kan ik er heelemaal niet uitko
men. Ik had 't toch zoo oolijk overlegd, en juist door
alles te belasten, door niets, hoegenaamd niets
over te slaan geen klompen, geen meel, geen kippen
voer had ik gehoopt door dè veelheid van woorden
de lui wel te krijgen, waar ik ze hebben wilde.
Neen, Kolkman, dal had je niet gidaan. De
paarlen en de diamanten bij voorbeeldhaa je tamc-
van ai Den. verwey zyn. Ter gelegener tijd leest ge BjjzonderlastVp, voorafvoor'de roode""bêssen, ziin de
In deze courant wel eens iets van Alberdingk Thfim. spreeuwen en de Ijjsters. In groote tuinen is men ver-
D. B. Dat is te veel, om aan te beginnen; dat plictit van 's morgens vroeg tot 's avonds laat te
vraagt bijn,a 'n heel menschen leven. Ja, 't; stations- schieten, te schellen, te roepen enz. Slechts door veel
plein, is nu weer zoowat in orde. 'lawaai te maken houdt men ze op een afstand. Men
M. Dat khn niet en dat mig niet; en als ge aan spant ook wel draden o\er de struiken, legt er kranten
mijn woorden hecht, dan verbied ik 't u; al waart op of hangt er blinkende blikken plaatjes tusschen.
ge tienmaal in uw recht. Er is nog nooit 'n mensch maar meestal geeft dit niets Afdoend is het onv pannen
geweest, wien 't later speet n vijand goedheid te (jer struiken met netten, zóó, dat er geen vogels door
hebben bewezen Goedheid wil zeggen: aan twee kan- kunnen. Wje in tuin dez0 moeite en kosten njet
ten zegenen, zichzelf en den ander; zooals boosheid makpn wi)) houdt menigmaal geen bes over. Spreeuwen
gelyk is aan 'n tweesnijdend zwaard, dat aan twee en jygters zyn daarom terecht zeer gehaat bij de bessen-
kanten wondt; zichzelf en den ander. tolftra
H. d. H.