Hiins- Nieuwe Abonnés Artistenleed. Woensdag 20 September 1911. 55ste Jaargang. No. 4988. CHAGER C0U1A Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag-, Woensdag-. Donderdag- en Zaterdagavond. Bij Inzending tot 's morgens 9 ure worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer ge plaatst. INGEZONDEN STUKKEN éen dag vroeger. Bureau: SCHfcGEM, Laan D 4. Interc. Tclephoon Xo. 20. Uitgevers: TRAPMAN Co. Prijs per Jaar f 3.Franco per post t 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cent ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25; iedere regel meex 5 ConL Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. van dit blad, ontvangen de nummers tot I Oct. a.s. GRATIS. >ekendmakingeni GEMEENTE SCHAGEN' MOND- EN KLAUWZEER. De Burgemeester dezer gemeente vestigt de aan dacht der veehouders er op. dat voor het vasteland van Noordholland en Wieringen niet alle maat regelen ten opzichte van het Mond- en Klauwzeer buiten werking zijn gesteld, doch dat de navolgende maatregelen onveranderd van toepassing zijn geble ven: lo. de aangifte; 2o. het verbod van vervoer van aangetast en ver dacht vee; 3o. het verbod van opzettelijk in verdachten toe stand brengen van vee; 4o. de bepalingen aangaande gestorven, aangetast of verdacht vee, ingevolge het bepaalde bij de artt. 3 en 4 van het Kon. Besluit van 10 Juli 1896. Zij, die deze maatregelen, niet stipt nakomen, stel len zich derhalve bloot aan de daarop bij de wet be paalde straffen, onverminderd de eventuëele ver beurd-verklaring van hun vee. Schagen, 12 September 1911. De Burgemeester, J. P. W. VAN DOORN. Dit munster bestaat uit 1 blad. Binnenlandsch Nieuws. MILTVUUR. Maandagmiddag werd door den veearts Dr. Slapel ie Spanbroek een geval van miltvuur geconstateerd bij een gestorven rund', toebehoorende aan den heer J. Ligt hart in do Wecre onder Hoogwoud. DE KIESRECHTBETOOGING IN DEN HAAG. Gaan anders op den derden Dinsdag in September de straten eerst volloopen tegen het uur dat de Ko ningsstoet het Paleis verlaat, de deelnemers aan den kies rechtop tocht, brachten er thans al heel wat vroeger drukte. Met troepjes kwamen ze van de stations de stad in en al die met roode kaarten of bloemen ge tooide menschen hadden het bekijks, dat het ongewone steeds geniet. Op het terrein het z.g. land van Bylandt begon het al vroeg vol te loopen. De banieren en vlaggen werden in [rijen langs dte omheining geplaatst en gaven zoo oen aardig denkbeeld van de verschillende kleuren rood, die er beslaan. De inrichting was in orde. Tal van commissarissen zorgden voor een goede rege ling, waardoor aan ingang en op het terrein geen oogenblik gedrang ontstond. In afwachting van liet uur dat de sprekers zouden optreden bleef de menigle kalm wachten, legde zich in troepjes in het gras en picnicte. Do kraampjes met eet- en drinkwaren genoten groo- ten aftrek, brochures gingen vlot van de hand. Muziek kortte onderwijl! den tijd. In do besluurstent, waar de laatste regelingen getrof fen worden, lag het petitionnement, een stuk keurig ge- calligrafeerd door den heer Hollaar. De bestuursleden bekrachtigden het met hun h andteekeningen. Do opkomst bleek niet zoo groot als aanvankelijk verwacht werd en als de drukte in de stad zou doen vermoeden. Vertegenwoordigd waren 950 organisaties met ruim 600 banieren. Het aantal aanwezigen weid op een 15000 geschat. Tegen half een werden dc spreekgestoelten beklom- j men. Die waar mr. Troelstra zou spreken trok verre weg dc meeste toehoorders. De leider van de S.D.A.P. zette eerst de beteekenis van het algemeen kiesrecht uiteen. De socialisten hebben er altijd voor gestreden en zul len er voor blijven strijden, maar zoodra aan de invoe ring ervan tevens beperkende bepalingen verbonden wor den, waardoor het proletariaat in de Kamer minder in vloed zou krijgen, dan zeggen ze neen. Of algemeen kiesrecht of niet. De rcgccring zag de beteekenis van deze belooging in. Zelfs dc gemoedelijke mr. Heemskerk had zijn gemoede lijkheid er door verloren en gaf als antwoord op het verzoek of hij d.e aanbieders van het petitionnement ontvangen, kon, „gooi het maar in de bus." Ook in de hofkringen bleek men niet ongevoelig voor «lezen dag, want de raadslieden van de Koningin ticelde mee, «lat H. M. op den 19en al vermoeid was van de excursies die zzij op den 22n en 23n zou ondernemen. Elk jaar zullen de socialisten komen met het dubbel aantal van het vorige jaar en dan zal ten. slotte met hun verlangen rekening gehouden worden. Den Ilaag was vandaag niet blauw, niet zwart, niet oranje maar rood en dat zou eiken derde Dinsdag her haald worden totdat aan het verzoek om algemeen kiesrecht zou zijn voldaan. Na het aanhooren van deze herhaaldelijk door applaus onderbroken rede, gingen de toehoorders uiteen onder het zangen vin den socialistenmarsch. De heer Hugenholz vlocht in zijn opwekkin" voor het algemeen kiesrecht de opmerking in dat de Ko ningin dc Kamers niet opende omdat zij begreep dat haar plaats lieden niet in Den Haag was. Van de andere spreekgestoelten spraken <lc heeren Schaper, Ter Laan, HelSdingen en Hermans. Latei- werd nog liet woord gevoerd door de heeren Polak, Mondeis, Wibaut, Oudegecsl, Hegeraat en mej. I Ankersmit. Een der uitgenoodigde spreeksters, mej, Groeneweg kon blijkens mededccnng van den heer Vliegen niet komen, omdat B. en W. van Rotterdam geweigerd had den haar als onderwijzeres verlof te verlecnen. i Tegen het uur van afstellen werd de belangstelling buiten het veld reusachtig. Lang? Koninginnegracht stond een dichte menigte en de brug bij dc Javastraat j leek één mcnschenmassa. Het vormen van den stoet vorderde vceü! tijd, maar lukte ten slotte toch en daarop trok men, met muziek i naar het binnenhof. i De overhandiging van de peliiionnementsdoozen aan hel departement van binnenlandsche zaken «Irocg een uiterst kalm karakter. Te voren waren de aanwezi gen door een fotograaf vereeuwigd. N.R.Ct. In de pauze, tusschen de spreekbeurten in, deelt de heer Vliegen mede, «lat ter meeting vertegenwoordigd waren: van de S. D. A. P. 204 afdeelingen, 11 federaties i en partijgewesten; van de christen-socialisten het hoofd- J bestuur en 4 afdeciingen, S. D. P. hoofdbestuur en 5 afdeciingen, 4 volkskiesvcrcenigingen, 18 afdoclingcn van de vrouwen-clubs en 'i hoofdbestuur, 36 bij heL i Vakverbond aangesloten vakbonden met -494 afdeciingen, 38 bcstuurdersbonden, 28 plaatselijke verecnigjngen, 22 coöperaties, 14 zangvereenigingen, 17 afdeciingen van «len Bond ter bestrijding van alcoholische dranken. 6 afdeciingen van de „Zaaier". Dan waren ingekomen een groot aantal sympathiebetuigingen, waaronder er een uit het kamp van Nunspeet, welke niedcdeeling met toejuiching wordt begroet. I SPINAZIEZAAD. j De teelt van tuinbouwzaad neemt in dc lundbouw- polders Aan Hollands Noorden jaarlijks toe. In 't bij- i zonder is dit zoo met spinazie/a ad. Men verzekerde ons, dal dit jaar in den polder Waard-en-GroetWie- ringcr waard en Anna Paulowna ongeveer 351) H.A. voor spinazie in cultuur werden gebracht. Dc uitkomsten waren in 1911 zeer bevredigend. De opbrengst bedroeg van 40 tot 50 baaltjes a 50 K.G. per H.A. Gecontracteerd werd tegen 11 a 12 gld. per baaltje. Zij, die voor eigen rekening verbouwden, ont vingen een prijs van 18 tot 22 gld. per 50 K.G. BILJARTEN. De interessante biljartmatch tusschen 6 der sterk ste spelers van den Eangedijk tegen 6 uit Hollands Noorden wordt Zondag te Warmenhuizen voortgezet bij den heer C. de Geus aldaar. Er worden ditmaal 100 caramboles gemaakt (vrij spel). LEERPLICHTWET. Het wetsvoorstel der Sociaal-Democratische Kamer fractie strekkende tot uitbreiding van den leerplicht, zal heden bij de Tweede Kamer worden ingediend. Het wetsontwerp strekt le. tot verlenging van den leerplicht tot den leeftijd van 14 jaren; 2o. tot strafbaarstelling van den werkgever die 'n leerplichtig kind arbeid laat verrichten; en 3o. tot wegneming van het land bouw verlof. WIERIN OERWAARD. Dinsdagmorgen werd reeds vroeg de Buurt in op schudding gebracht. Het paard van den heer J. S. ren de in een onbewaakt oogenblik van het erf der kaas- fabriek „Volharding", alwaar door den werkman melk werd gebracht. De melkvaten werden er spoe dig afgeworpen, terwijl het paard bij den heer S. het erf opholde. Persoonlijke ongelukken kwamen niet voor. DE OPENING VAN DE STATE X-G EN ERA AL Zeker tot groote teleurstelling van zeer velen, opende ditmaal H. M. de Koningin weder niet in eigen persoon de nieuwe zitting van de Staten-Ge- neraal, zoodat deze derde Dinsdag in September niet tot een bijzonderen feestdag werd, gelijk anders, m. n. verleden jaar het geval mocht zijn. De openingsplechtigheid verliep dus met hetzelf de eenvoudige ceremoniëel als in 1909, toen het de moederplichten waren, die H. M. de Koningin verhin derden de zitting in eigen persoon te openen. Ook in 190S had H. M. de Statcn-Generaal niet ia persoon geopend, toen in verband met de blijde verwachting, die in April daarop werd vervuld. Toch, al zou dan geen luisterrijke koninklijke stoet door Den Haag gaan, was er groote belangstelling langs den weg. Vooral op het Binnenhof stonden de menschen in dichte rijen. En voor den toegang naar de publieke tribune had van 's morgens heel vroeg af reeds een rij wachtenden gestaan; mannen die er zich gepos teerd hadden in de hoop straks wat te verdienen door hun plaatsje te verkoopen. - Het Tweede-Kamergebouw bood slechts in enkele opzichten een aspect afwijkend van dat der gewone vergaderingen. Thans deed er een detachement van de grenadiers en jagers dienst, terwijl er anders rijksveldwachters op wacht zijn gesteld. In de vergaderzaal waren nu de leden van beide Kamers bijeen; op enkele uitzonderingen na, bleken lillen tegenwoordig te zijn. Afwezig waren de sociaal democratische Kamerleden, ook dr. Kuyper was niet aanwezig. Voorts werden opgemerkt het nieuwe Eer- ste-Kamerlid voor Groningen de heer G. Zijlma: het nieuwgekozen Eerste-Kamerlid voor Friesland d.e heer C. Th. van Deventer was niet tegenwoordig. De publieke en de gereserveerde tribune waren dicht bezet en ook in de loges bevonden zich ver scheidene belangstellenden. Vijf minuten na 1 uur werden de ministers binnen geleid; een kamerheer-ceremoniemeester van H. M. de Koningin ging den stoet vooraf, 'u Kleine kleu rige stoet in de stemmige rust van de vergaderzaal. De ministers droegen allen over hun ambtsgewaad het breede lint van een ridderorde, minister Heems kerk dat van het Legioen van Eer. Staande werd de rede door den Premier uitge sproken en door de meeste Kamerleden ook staande aangehoord. Minister Heemskerk las de openingsrede in lang zaam tempo, duidelijk, met juiste, doch niet al te scherpe intonatie, rustend na elke zinsnede. Er was geen enkele passage die schijnbaar de bij zondere aandacht trok in de Kamer. Na de voorlezing verliet de stoet weder de ver gaderzaal; de eenvoudige ceremonie van de opening der Staten-Generaal was hiermede ten einde. De stoet waarmede de ministers zich naar en van het Kamergebouw begaven bestond uit vier galn- hofrijtuigen. In het eerste rijtuig, met twee paarden bespannon, was gézeten Hr. Ms. ceremoniemeester. In de vol- I gende rijtuigen elk met vier paarden bespannen, had den de ministers plaats genomen. Naast elk van deze rijtuigen gingen ter weerszijden twee lakeien te voet, en bovendien werd elk rijtuig vergezeld door twee rechercheurs in politiek. De stoet werd geopend en gesloten door detache menten huzaren- Als gezegd .waren er veel belangstellenden langs den weg, waaronder veel menschen van buiten. Noch gedurende den tocht naar het Tweede-Kamer gebouw, noch gedurende den terugtocht Paleiswaarts deejd zich eenigerlei incident voor. IETS NIEUWS. In de Janskerk te Haarlem zal een telefoonleiding worden aangelegd van den preekstoel naar een bank om zes dooven in de gelegenheid te stellen, den dienst te volgen. Dit geschiedt op aanstichting van ds. Barbas, die door een belangstellend gemeentelid h:ertoe in staat is gesteld. ONAFGEDAAN WERK. Verleden jaar gaf het Weekblad v. h. Recht in nr. 9012 een lijst van wetsontwerpen, welke bij het uit eengaan der Kamers in behandeling waren en onaf gedaan waren gebleven. Van de acht daarop vermeldo ontwerpen heeft slechts éen het Staatsblad kunnen bereiken, dat ter bestrijding van de zedeloosheid. Al het andere bleef rusten. Ook de ontwerpen tot her ziening van de militaire rechtspleging, van welke de regeering uitdrukkelijk een spoedige behandeling had wenschelijk verklaard, ook het ontwerp tot herziening van het burgerlijk bewijsrecht, sinds 1907 in staat van wijzen. Misschien heeft het nog eenig nut, op een en ander nog eens de aandacht te vestigen. Men. kan nooit wéten. Mogen wij er dan tevens de herin nering aan toevoegen, dat het nieuwe Wetboek van Militair Strafrecht werd vastgesteld bij de wet van 27 April 1903 en nog steeds op invoering wacht. I IX VERKEERDE HANDEN. Men herinnert zich ons bericht uit Kerkrade. be treffende het zoek raken van een brief uit Aken. bestemd voor Eygelshoven, in welken brief een „Schein" van R. M. 512.65 betaalbaar aan het post kantoor te Herzogenrath, welke Schein aan een ver keerden werd uitbetaald. De werkelijke geadresseerde, die zich tot den mi nister van Waterstaat had gewend om schadevergoe ding omdat een kind als brievenbesteller had ge fungeerd kreeg een dezer dagen van de zeer loyaie „Genossenschaft" (die den brief liad afgezonden opnieuw hetzelfde bedrag, zoodat de geadresseerde thans den minister heeft gemeld af te zien van den eisch tot betaling der 512.65 Mark door den Staat der Nederlanden (welke eisch de „Genossenschaft" wel zal overnemen) doch f 50 schadevergoeding vraagt; voor al zijne moeite en kosten en vooral voor liet nadeel dat hij geleden heeft in zijn eer en goe den naam. Immers in Eygelshoven en omgeving werd de man gewoon verdacht bezig te zijn een dubbele üitkeering te verkrijgen, waardoor hij veel heeft moe ten hooren van zijn medeburgers, maanden lang. De eisch is dus niet onbillijk. Feuilleton. ROMAN van PAUL HöCKER. 29. „Ik mag vandaag niet uit dit hotel weg. Ik heb conferenties, besprekingen met de renvereeniging. Kom, gaat u met mij mee mevrouw, daar in den tuin vin den wij wel' een vertrouwelijk hoekje. Hij behandelde Hella als een dame uit zijn eigen kring. Maar zij kon het niet helpen, «lat het rood haar naar de wangen schoot, bij de blikken die enko len haar toewierpen, toen zij aan den arm van Von Trcntlein passeerde. Onder het bonte regenscherm dat in den tuin stond, namen zij plaats. „Ik heb heel veel aan u gedacht, mevrouw. Neen. Iaat mij uwe hand een paar oogenblikken vasthou den. Ik heb in tusschen zoo ontzettend veel beleefd. Miaar daarover later. Eerst moet u vertellen." Hella viel liet moeilijk «ladelijk te antwoorden. „Ik heb veel' verdriet gehad." „Weet ge wel), dat u mij gisteren zeer ontroerd heeft. Ik heb het niet voor mogelijk gehouden, dat men in het theater zoo kon meevoelen. Uw lachen en uw weenen, neen, «lat was geen kunst, dat was werkelijkheid." Iiij keek haar vriendelijk aan en zijn heele wijze van doen was zeer hoffelijk. Er ontstonden ook pauzen in het gesprek. Zij vroeg onzeker; „de laatste acte heeft u bepaald niet gezien?" „Neen. Ik moest naar de vergadering. Dat schreef ik u immers, niet waar? En dan ik had het, in mijn stemming, ook niet langer uitgehouden." „Ik heb wel' niet het recht naar den aard uwer stemming te vragen." Terwijl Hella sprak, verwonderde zij zichzelf over den eigenaardigen klank harer stem. Hij wachtte, tot dat «ien paar dames, die op het kiezelpad naderden, hen voorbij waren. Dan drukte hij voor een paar seconden de lippen stijf op elkaar. „Ik wil u alles verklaren. Het is namelijk een soort afscheid de reis hier heen. Met Josetti moet ik afrekenen. Hij heeft mij te hoog geschat. Pardon, over geldzaken wil ik niet praten. Maar ook om andere redenen." Weer moest hij even zwijgen. Een jonge mijnheer, blijkbaar een kameraad van hem, kwam door j den tuin en groette, met een fijn lachje, dat voldoende I den aard van zijn gedachten te kennen gaf. „De com- I mandanit is het een en ander aan de weet gekomen, vroeg mij eerst particulier, later als mijn chef, ik hen alles opgebiecht en hij "heeft mij duidelijk aan liet verstand) gebracht, wat mij' tc doen stond. Iim. Maar «lat is het i nog niet. Ook mijn familie wenscht God in den JiPmel, is het dan werkelijk zoo moeilijk, eerlijk en oprecht te zijn?" Hij greep zenuwachtig naar zijn boord, rukte met zijn stoel op het knarsende grint heen en weer. „Ik ben namelijk verloofd, mevrouw. Ja, en «ladelijk na de manoeuvres ga ik trouwen. Zoo is het." Hella knikte een paar maal met het hoofd. Dan stak zij hem de hand toe, wat onbeholpen, zooals het haar toescheen. „Dan zou ik u hartelijk wil len geluk wenschen. „Dank u wel. Ja, het is zeer vlug gekomen, Gra vin Zucht is het, oen lief, aardig meisje. U kent den naam natuurlijk nog van vroeger. „Van vroeger, ja. Met een gravin Zucht, was ik in Kassei op kostschool. Zij wes evenwel wat jon ger «lan ik. Blond en met wondermooie blauwe oogen." „Ja, dc oogen zijn bepaald heel mooi." „Is het gravin Hede?" „Hedwig. Jawel1. Hede wil zij niet meer genoemd worden." Ach, dan zou ik u we® willen verzoeken Hella zweeg verlegen. Hoe kon zij het wagen hem te vragen, haar groeten over te brengen aan zijn ver loofde. „U zegt Hij zweeg en wachtte even beleefd. Dan ging hij voort: „Ja, ziet ge, zoo is nu alles geko men. Fabelachtig vlug. En dan is het ook Hij sprong op, want een groom kwam hem roepan. Er was iemand aan de telefoon uit Iffezheim. „Eindelijk. Dat hield mij nu al den gehoelen mor gen in spanning. Duizendmaal pardon, mevrouw, bin nen vier minuten hen ik terug." Hella liep een paar schreden in den tuin op en neer. Het was haar vreemd te moede. Wat deed Trentlein vreemd. Hij was haar toch geen rekenschap van zijn daden schuldig? Wat ging er in hem om? Waarom had hij haar niet in het theater opgezocht? Hij had haar evengoed alles in een paar woorden kunnen zeggen. Of nog gemakke lijker, haar ales kunnen schrijven. Zich met den zakdoek het voorhoofd afvegend, kwam Trentlein terug. „Pardon,, duizendmaal pardon, dat ik u heb moeten laten wachten. Wilt u niet nog even plaats nemen,?" Een moe lachje kwam er op het gelaat van Hella, waar het verdween ook weer even spoedig als het gekomen was. „Ik geloof, mijnheer Von Trentlein, dat ik wel denken kan, wat u zoo moeilijk valt mij te zeggen." „Hooggeëerde neen, liefste mevrouw Hella. Ach, li weet niet, hoe het daar in mijn binnenste kookt en borrelt Gisteravond, toen ik u weerzag, en juist in die rol, toen ik u zoo hartroerend hoorde weenen, toen toenMaar u zult mij niet willen ge- looven." Hij greep weer zenuwachtig en druk naar zijn boord. „Ik ben naar huis gegaan en wilde aan Hedwig een afscheidsbrief schrijven. Alles aan graaf Zucht meedeelcn... U kunt dat alles zoo niet be grijpen. Gij kunt niet weten, niet voorstellen, hoe ellendig er gekletst en gebabbeld is. En nu kwam ik wat in den knel, omdat Josetti zich als een ware bloedzuiger ontpopte. Ik moet een deel van, mijn renstal verkoopen. Dat wordt op de bekende wijze besproken en uitgelegd. Graaf Zucht heeft zijn voor waarden, gesteld en ik heb ze aangenomenAl het andere Is mij niet moeilijk gevallen. Alleen dat éene: hoe u het zou. opnemen. Want ik had u toch een belofte gedaan." Nu was het eruit. De opera zou dus niet kunnen worden opgevoerd. Zij staarde naar den grond. Weer gleed er een lachje over zijn fijn, smal gezicht. „Het doet u zeer leed, mevrouw Hella?" vroeg hij zacht en greep haar hand. !Zij knikte. „Maar nu is het niet meer te veran-' deren." „Josetti schreef mij, dat hij er de schuld niet van was, dat met de instudeering der opera zoo lang gewacht werd.'*' „Dat is de waarheid. Maar nu nu was het wel mogelijk geweest." „Jammer. Ik meenHij was namelijk zeer on bescheiden. Hij had voor decoraties en verdere din gen nog een ronde som noodig van/... Nu kort en goed, een ronde som. Ik weet wel, dat hij mij voor den gek heeft gehouden. Ik begrijp van dergelijke zaken niet veel. Maar er moet eindelijk eens een eind aan komen." „Natuurlijk," zeide Hella zacht. „Ik verkoop een paar paarden van den renstal. Ik roo^t er weer terugkoopen. Dat vestigt weer een anderen indruk." Zij wees op den groom, die weer tusschen de hoo rnen verschenen was. „Laat u zich niet langer door mij ophouden," mijnheer Von Trentlein." Hij had haar hand gegrepen, kuste die, en drukte ze dan zoo vast, dat het haar pijn deed. Vreemde gasten kwamen in den tuin. Hij liet haar hand los. Zwijgend keerden zij naar de vestibule van het hotel terug. Hier boog hij nog eenmaal diep voor haar en Hella verliet de hal met een lichten groet. De beide hotelpages rukten de glazen deuren open. Hella trad in de heldere, schitterende zon, maar zij was haar laatste en groote hoop armer. In het theater wisten zij het allen reeds. Josetti, het roofdier, had zonder buit moeten af- t.'fkken, want de liaison van de kleine Brandt met den vrijgevigen baron Von Trentlein, had een ver rassend snel einde gevonden. Met haar heerlijkheid als lieveling, als ster van het gezelschap, was het nu voorbij, De collega's, zoowel mannelijke als vrou welijke, lieten het haar even zoo duidelijk merken als de kapelmeester en de regisseur, en vóór allen Josetti. In een stormachtig onderhoud dal zij den volgenden dag in het kantoor van Josetti met dezen had, bracht een toeval voor haar een vernederend feil aan het licht. Het voorschot, dat zij in Mei van Josetti had gekregen, was door Trentlein betaald geworden. Duizenden beleed igingen had zij in haar tooneel-loop- baan te verduren gehad. Het was haar net ie moeae geweest, a'lsof haar lichaam met voeten was getreden, met zweepen was gepijnigd. Maar dit geldgeschenk was erger, veel' erger d)an al hel andere. Zij ondervond het als een smaad, als een schande, waarvan zij niet meer was schoon te wasschen. Josetti was woedend, grof, hij poogde haar zoo diep mogelijk te beleedïgen en te vernederen. „Lief kind, zeg, doe mij het plezier, en speel voor mij niet do reine en kuische. Dat moet je toch bepaald hebben ge weten! Ach, onzin onzin! Hij is stectls zulk een hoog-nobele kerel geweest! En zulk een cavalier moet gaan trouwenPiatti kon hem niet .houden en jij ook nietl Dom, aartsdom dat vrouwengoed." In luns liet Hella van haar zwaren strijd niets mer ken. Heinz ging het ook niet goed. Men kon het hem aanzien, hoe hij zich kwelde. Hella sprak hem opbeurend toe, smeekte hem, zich te ontzien, voel te rusten, voor alles kalm te blijven. Maar hij kon het thuis niet uithouden. De zorg voor Thomas dreef hem stee<ls weer naar buiten. Was Hella op de repetitie of voorstelling, dan speelde hij met den kleine, of paste op het kind. Anders wandelde hij op den straatweg tus schen het slot Eberstein en het bosch op en neer. Onzeker trad hij ook van tijd tot tijd in huis of ging naar dei zolderkamer van Thomas en keek vandaar de omgeving rond. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1911 | | pagina 1