Mager Courant,
ScbBtsen uii ie MtzaaL
XC'
t «HP sdlci-
Artistenleed
Zaterdag 7 October 1911.
55e Jaargang. No. 4998.
TWEEDE BLAD.
dis «Is boerenknecht in Hollands Noorderkwartier is
gaam dienen, aan zijn broer Klaas, die in
-„Weer warm, weer droog, weer zonnig
Was weken lang 't gesprek;
iJ5Geen water in de bakken,
'„Aldmme grasgebrek,
Duur is wel' kaas en boter",
„Wat baat dat?" zegt de boer,
i„Ik móet het geld besteden
i Aan 't even dure voêr;
I, Het hooi, dat in den winter
l Mijn beesten voeden moet,
j,,Wordt nu al' aangesproken
l„Neen! menschen, 't gaal niet goed!"
i,,Toch is die groole droogte
ij.Nog) niet ons ergste wee:
^,Dat is het mond- en klauwzeer
i,,In dit jaar, onder 't vee,
i„Die nasleep is zoo- treurig:
„Schraal en vol ongemak.
t„Zijn vele beste koeien:
'„De kosLb're uiers wrak."
Ik heb twee mooie dieren
Zien kwijnen, langen tijd,
En toch: de dood was 't einde,
Al1 onze zorg ten spijt;
Ik voerde z' alle dagen
Wel zes- of zevenmaal,
Dan spraken deze stumpers
Tot mij in hunne taal;
Zoo'n dier, dit zult ge snappen,
Rijmt niet, 'k geef dezen keer
Aan jou dus, wat ze zeiden
In koeienproza weêr:
,,'t Is niet jouw schuld, hoor Jaap!
Dat wij hier tobben
Met pijn aan speen en klauw,
't Is ook de tschuld niet yan den baas,
Of van de brave vrouw,
Wier zachte oogen,
Door een traan beneveld
Ons aanzien, soms,
Zoodat wij bijna smart vergeten,
Ons klaar bewust
Dat deze Engel met ons lijdt.
Aan wie de schuld?
Zoo vangen wij, in droeve nachten
Reeds <eind'Ioos lang voor uwe zieken,
Maar langer nog voor ons,
Die door geen kind of maag verpleegd
Het uur verbeiden
Waarop jij, Jaapweer bij! ons komt,
Om ons te voeden,
Om ,toe te spreken,
En met je goeje, domme oogen:
(Op d' onze lijkend) ons aan te zien.
Wij weten niet,
Of er wel sprake is van schuld,
Maar toch, wanneer wij zien
Hoe menschenlijden wordt verzacht,
En, hoe de kunst, om mensehen te genezen
Triomfen viert;
Dan vragen wij
Waar toch het serum blijft
Dat ons immuun maakt
Tegen mond- eh klauwzeer, beide?
En: of geen beet're pl'aals,
Om koeien te verplegen,
Te vinden is, dan 't open veld?
Wij welen, Jaap I
Dat ook bij menschen
De arme kunst vaak zoekt naar 't kruid,
Dat nergens wast op aard,
Maar, Jaap: Zij vindt het eens,
Dat koslb're kruid,
Reeds nu, ontrukt zjj 'de
Opgeschrevenen, door maagTe Hein,
Aan 't andei's wisse treffen van diens zeis;
Aan ons, is niets meer te verhelpen, Jaap t
Maar, laat de wereld weten:
Dat wij, voor onze kin.d'ren,
Die daar nog zorg'loos huppTen op de, wei,
Een serum vragen,
Opdat ook zij niet moeten liggen
Met pootten, als oommissiekazen
Als w ij, te wachten op den slager,
Dïei eens zoo vreeselijk ons scheen,
Maar, dien wij nu begroeten
Als redder, en als vriend."
Dè slager i s gekomen
Met 't groote slagersmes,
Hij mompelde tevreden:
„Dat zijn er nu al zes.
„In, even veertien dagen;"
Ik dacht: de een zijn dood
Brengt door de eeuwen henen
Weer aan een ander brood"
De droogte, waarvan boven
In 't breed© sprake was,
Is over, en nu komt er
Nog wel een beetje gras.
Maar toch: het zal wel blijven
Een slecht jaar, dat staat vast,:
Gewurm met zwakke koeien,
Ge©n centen in de kast!.'
Feuilleton.
„HET MEISJE".
DANSLES.
...In een hoekje van de zaal, waar dansles werd
gegeven, had hij het gezelschapje staan bekijken.
De kleine, slanke jongen, met de bleeke wangen en
de droomerige, donkere oogen... Het boordje klem
de stijf om z'n hals en zijn haar was, vóórdat hij
naar dansles ging, keurigjes opgemaakt... Hij had de
mooie laarzen aan, die hij droeg als-ie met mama
uit wandelen ging. Het tengere, angstige veptje hield
zich dicht bij den onderwijzer, die toezicht moest
houden... Telkens keek hij schuwangstig naar Wim
Deelers, met z'n harde, geniepige knuisten en
z'n valschen spotlach... Als die hem maar niet op
merkte! Het schuchtere joggie stond half verscholen
achter een gordijn. En langzaam schoof hij tikje
naar voren... Daar zat een klein meisje met goedig
gezicht en groot-verba,asde oogen. Als hij die eens
vroeg om mee te dansen. Want straks zou de „prio-
fesseur de danse et de main,tien" komen en dan
zou 't verschrikkelijk zajn,... Hij kende dat van vroe
ger
i „Kom, Gunthers, wat sta-je daar weer te soezen!
Allo, gauw, kies je dame!"
En dan die ruwe, hatelijke, spotlach, dat gejoel
en geschater en gegichel om „het meisje", zooals ze
hem allemaal noemden... In de klasse, op de school,
op Andere scholen... Hij kon, op dansles, nooit eene
„dame" vinden. Ze liepen van hem weg. Ze proest-
ten het uit. En waarom ze dat nu deden, wist hij
niet... Thuis had hij er nooit over durven spreken.
Pa was altijd norsch tegen hem. Die hield njet van
het weeke, schuchtere knaapje. En ma d'r kamenier,
die vroeger op hem moest passen, bracht hem mooiej
prentenboeken en schoteltjes met lekkerssprak
j tegen hem met zoo'n zoetig, lievig stemmetje
Een enkele maal zag hij ma-zelve... Die hem, tpen
hij nog klein was, wel eens op d'r schoot nam. Of
I naa^t zich zette, in het mooie rijtuig, om visites te:
maken. Dan kwamen ze bij dames, die bem kusten,
i over de lange krulharen streken; hem 'n beeldje,'
een engeltje, een snoes npemden...
Totdat er aan de zoete zaligheid van het als
klein engeltje en afgod vertroeteld worden, een
eind kwam. I
Iiij moest naar school. Pa had hem, op zekeren
dag, meegenomen zonder iets tegen hem te zeggen.
Ze kwamen bij een meneer, met strenge, koude oogen,
in een kamer, waar allemaal boeken lagen opgesta
peld, en waar zoo'n vreemde, angstig-makende lucht
hing van inkt en papier,.,
Leo hoorde hier pa en de strenge meneer met
elkaar fluisteren, nu en dan even naar hem kijkend...
't Werd hem beklemd om het hart. Hij begreep niet,
waarover zij 't hadden, maar hij voelde toch, dat 't,
heel-zeker, over hem ging... De meneer knikte tel
kens, die begreep best, wat pa bedoelde... Zij waren
vertrokken.
Maar drie dagen later begon, voor Leo, de groote
misère... En de dansles was het ellendigste van al
de uren, die „het meisje" op de school moest door
brengen... Wapt de „professeur de danse et de main-
tjea" had, van den directeur van bet instituut,, de
opdracht gekregen: „Zie-je, monsieur Gaillard, vooral
dien Leo Gunthers flink aanpakken! Dat jong is in
den grond bedorven. Zijn vader beeft me alles ver
teld... Een troetelkindje uit gouden wieg, je snapt
er alles van!..."
...Dien middag schoof Leo. dan, met omzichtigtige
pasjes, naai- het kleine meisje, dat 't verst van, de
anderen af zat. Zij was erg leelijk en haar jurkje
wel zeer eenvoudig... Ze voelde zich verlegen, temid
den van de deftige juffertjes. Meneer had zich,
om speciale redenen van hooge recommandatie, --
over haar ontfermd. Ze was voor een prikje op de
voorname school. Maar meneer wilde haar liever
kwijt zijn... En geen, van de jongens vroeg haar ooit
om met 'm tedansen... D&t beseften de kereltjes
al... 't Was niet deftig genoeg... En monsieur Gail
lard, van alle bijzonderheden op de hoogte, liet kleine,
Truuske stilletjes zitten in baar vergeten hoek
Maar Leo Gunthers kwam naar Truuske toe en
vroeg haar... met z'n geaffecteerde, zacht© stem....
En bet kind, heel verbaasd, dat iemand zich met
haar bemoeide, stond dadelijk op... Ze babbelden
samen. Truuske kende Leo nog niet... Ze zat meestal
vóór zich uit te soezen,... Had niet gelet op de pla
gerijen, die „het meisje" te verduren had. Zij zou
den dansen samen
„Bravo, Gunthers!" riep monsieur Gaillard ineens,
met z'n harde stpm, „,hij komt uit den hoek
goed zoo, boy!"
De viool ging krassen
Leo en Truuske begonnen de polka-passen te
maken...
Maar Wim Deelers, die van de bard-geniepige knui
sten, had 't gemerkt
De joelend-sarrende spotlach grijnsde
Leo had al een por in den rug beet... Hij maakte
zich boos, wat de zaak nog verergerde,.Truus
keefk zeer verbaasd.
de fijne, zachte, ongeoefende knuistjes, die nooit
gevochten hadden, samen... Hij rilde van angst,
deinsde terug... Schreide van gewonden trots, van
angst, van ellende, tegenover het dreigend gejoel,
-de z wakkei iing...
Totdat de „professeur" weer de orde hersteld had.
De viool kraste; de witte jurkjes zwierden rond...
In z'n eentje zat hij te schreien, merkend, in
bittere smart, hoe nu en dan, een 'n smadelijken blik
■wierp naar het hoekje, waar hij was...
En monsieur Gaillard beschermde hem* njet, knikte
vroolijk... van dat ze groot-gelijk hadden...
...Als-ie, jong student geworden, 's avonds een
van de deerntjes wou bekoren, die rondtippelden over
de straat, dan gebeurde 't haast altijdHaast
altijd... Dat juffertje, die hij zacht-f luister end en
zoetelijk-glimlachend aanklampte
Dat ze hem scherp aankeek... Soms wel een paar
malen,.
Want, ziet-ge, bepaald onknap was hij njet.
'Maar de zachte, weeke trekken, maar de louwe-
droomoogen van „het meisje", zooals ze hem
immers op school genoemd hadden, den armen, Leo
Gunthers, die mochten ze niet...
Net als Truuske, van het schamele jurkje, ha,d ge-
tdaan, trokken^ ze dan, plotseling, haar arm uit den
„Schei toch uit, flauwert die je bent!.
Ga-je weg, gauw, of ik zal.
Schei uit!
Binnenlandse!) Nieuws.
- NIEUWE NTEDOKP.
Zondagmiddag a.s. zal de voetbalverccniging N.N.
V.V. van hier een, wedstrijd spelen tegen M.F.C. uit
Metlemblik.
SCHAGERBRUG.
In den nacht van Zondag op Maandag is bij den w«-
tcrmolenaar D. Kaplein eene palingkaar gelicht. Eene
belangrijke hoeveelheid werd daaruit weggenomen.
ZIJPE.
De onderwijzer D. Speets is bij zijn corps ongeschikt
verklaard voor den dienst hij de Nationale Militie.
ST. MAARTEN.
Evenals bij de zomerploeg, is ook thans weer hij de
indeefing der wïnterploeg een milicien, de heer C.
AmbuuJ, afgekeurd en zal daar voor in de plaats moe
ten vallen de hoer A. Peetoom.
BOND VOOR STAATSPENSION N E ERING.
Het Hoofdbestuur van den Bond voor Staatspen-
sionneering deelt in een adres aan de Tweede Kamer
mede, dat het met gemengde gevoelens heeft ken
nis genomen van het Wetsontwerp op de Invalidi-
teits- en Ouderdomsverzekering, en; wel met een ge
voel van eerbied van het daarin aangenomen be
ginsel van belangrijke offers in de schatkist te bren
gen, teneinde de combinatie van, armoede en, ouder
dom te kunnen opheffen; doch met èen gevoel vaa
En hij schrok weer terug. Hij zag juffertje, met jgroote teleurstelling, dat bij die bestrijding van ar-
gilletje van afschuw, wegvluchten. Zoo snel, zoo
vlug als ze maar kon. Van durven, doortasten wist
hij niet, „-heft meisje". In zoo'n geval tuurde hij
de schaduw na. En 't gebeurde wel, dat hij stond
t9 schreien van groot-verdriet......
Ze móchten hem niet, die van de zachte oogen,
hfet zoetelijke stemmetje, de vrouwen-manieren. Zij hiel
den van fiksche, forsehe, stevige kerels, die haar kne
pen in het dik van den arm; die onverschillig jdedfetn
hij haar schreien. Wier kracht, wier stevigheid ze naast
zich voelden... Dat weeë, waske, vleemende, triestig-
sentimenteelen van „het meisje" walgde juffertjes...
Totdat...
Zij, de kleine blonde, met de \luggje trippel
pasjes, de dartele kroesharen en de slim-vroolijke oogen,
deed andere.
Zij, eindelijk, gedoogde, dat Leo den arm om haar
middel' sloeg. Luisterde rustig-aandachtig naar z'n zoe
telijk praten...
moede slechts gedacht wordt aan een deel van hen»
die op den ouden dag arm zijn, of misschien arm
zullen wezen, met groote teleurstelling ook, omdat
de meeste vrouwen worden buitengesloten; met
teleurstelling eindelijk omdat in het ontwerp niet
ontwikkeld is een eigen, nationaal systeem, niet een
eenvoudig en, in nood, allen beschermend systeem
als dat van Engeland of Denemarken, maar het
bureau-kratische, enorm onkosten medebrengende, 'r.
grooten last op werkgevers en werknemers leggenöe-
Duitsche dwangverzekeringssysteem, welke vele ern
stige fouten in tal van geschriften, 6ok van aanvan
kelijke voorstanders, in het licht zijn gesteld.
Redenen, waarom het de Kamer eerbiedig, doch
ook dringend verzoekt, te willen overwegen of de
sommen, bij het Wetsontwerp uit de schatkist toe
gezegd, niet op andere, minder omslachtige, niet éen-
kiasse en in hoofdzaak éen sekse bevoorrechtende
wijze zijn aam te wenden, tot leniging van den stoffe-
Nam een van zijn zachte handen, met het zijige lüken nood bij ouderdom, zoodat de Kamer wei-
vel, met de keuris-gesoigneerde nagels, tusschen ft°ht tot het besluit zou kunnen komen bij Zijne
1. i rJlTT
haar poezielte vuistjes...
j Excellentie den Minister van Landbouw, Handel en
Ze zag naar hem op met haar slimme oogen, die, Nijverheid aan te dringen op een, zoodanig gewijzigd
als was ze nog heel jong, al veel in de wereld wetsontwerp of, zoo noodig op een geheel nieuw
en van de menschen hadden doorgrond; leeren ken
nen,..
Ze had met gróóto aandacht bekeken den fraaien,
duren ring, dien Leo op een van z'n laatste verjaardagen
van tante Elly had. gekregen...
Zij had zich door hem laten kussen, het poezele
dametje van de Vroolijk-sluwe kijkertjes. Had lang en
zeer naarstig geluisterd naar z'n vertrouwelijke mede-
deelingen; het uitstorten van zijn beklemd hart.. Hoe
hij.... „Het meisje" van de school, van de dansles...
Ze zou „een kerel1" van hem maken... En wat-een,
h'é
Hij ging met haar mee.
Kwam in het laagzolderige lokaal, waai' allerlei vreem
de mannen en vrouwen bijeen waren. Hijt voielldte, e Irzich
erg vreemd...
Maar een groole kerel kwam naar 'm toe... Vriend
van blonde-ELse... En die gaf hem een klap op z'n
schouder. Hield, hem de breede Ihand' toe...
Ze zouën vrinden zijn...
Else keek naar hem op met d'r vroolijk-lislige, leuke
oogen, die hem wonderlijk bekoorden. En hiji drukte
z'n slanke, weeke, zachte vingers in de vuist van den
bandiet... I
„Bravo!" juichte Else. Sloeg de poezele armen om
hem heen. „Bravo, Leo Jij bent een kerel!Een
jongen naar mijn hart!"
Zulke taal had-ie nog nooit gehoord. Er kwam een
drang in hem om te zijn, zooals die anderen... Het gin
negappen, neusje-trekken van slim-Elsje, vlak-achter z'n
rug, had hij niet gezien.
Ze dronken „Brudersühafl", dienzelfden avond.
Hij voelde zich een ander mensch worden, „het
meisje". Hij zag hoe Else hem bewonderend aankeek...
Zij schaterlachte met wijd-geopenden mond. De wilte
landjes schitterden, blikkerden... Hij betaalde. Merkte
niets van hoe zij blikken van verslandhouding wissel-
den, de anderen...
Hij sloot zich aan bij: de vrienden van Else. Dat
had-ie nooit beleefd... Zoo'n betoon van echte vriend
schap, hé? Ze lachten hem niet uit. Ze namen 'mu op
in hun kring....
Met groote dankbaarheid klemde hij een van Else's
dikke, poezele handjes tusschen zijn slanke, zacihte,
Zwakke vingers...
Liet zich gewillig tante Elly's kostbaren ring door
haai' kapen...
Onderwijl1 de man, die hem 't eerst de vriende
hand had toegestoken, een zeer interessant gesprek met
hem begon over vreemde, nieuwe dingen, van gedoe
Wetsontwerp, waardoor, zonder premiebetaling, allen
Nederlanders, vrouwen zoowel als mannen, tegen
armoede, als gevolg va,n ouderdom, gewaarborgd zijn.
EEN WANDAAD.
De jongelingen E. Bruiniing en, A. Lindeboom te
Opeinde (Fr.), wien vitriool in het gelaat werd ge
worpen, zullen beide vrij zeker het gebruik van beide
oogen missen. Zij zijn naar Leeuwarden vervoerd,
om zich onder geneeskundige behandeling te stellen.
iDe dader W. v. d. N. is geverbaliseerd. Hij zegt uit
noodweer gehandeld te hebben.
EEN VERKEERDE REKENING.
De Haagsche briefschrijver van „De Tijd" is aan
het uitrekenen gegaan, hoeveel' de verschillende par
tijen in de Tweede Kamer wel gebruik, of misbruik,
j hebben gemaakt van den „nationalen tijd". Ziehier het
resultaat van 'c mnnc Iici-iifiirinrmn
resultaat van 's mans becijferingen:
Soc.-dem. 22835 centim. of 9131/2 kolommen
(de partij telt 7 leden).
Unie-lib. 16503 ccntim. of 660 kolommen
(de partij telt 21 leden).
R.-Kath. 12374 centim. of 495 kolommen
(de partij telt 26 leden).
Vrijz.-dem. 8219 centim. of 328y2 kolommen
(de partij telt 9 leden).
Christ.-bist. 7573 kenlim. of 303 kolommen
(de partij telt 12 leden).
Anti-rev. 7264 centim. of 290!/> kolommen.
(de partij telt 21 leden).
Vrij.-leb. 5016 centtim. of 200y2 kolommen.-
(de partij telt 4 leden).
Wanneer wij die cijfers ontleden blijkt dus dat vol
gepraat is gemiddeld
door eiken sociab'st 135i/g kolom,
door eiken vrij-liberaal 50Vs kolom,
door eiken vrijz.-dcmokraat 361/2 kolom,
door eiken unie-liberaal 3iy5 kolorrig
door eiken christ.-historische 251/4 kolom,
door eiken katholiek 19 kolom,
door eiken anti-rcvolutionnair 13.83 kolom.
Konklusie: de sociaal-demokralcn voerden niet alleen
na Zwarten Woensdag, maar voortdurend en onafgebro
ken obstruktic.
Voor zoover wij, voegt Hel Volk er aan toe, er na
dezen verpletterenden slag, ons toegebracht, nog de
kracht toe hehhen wanen wii foef a.vatiwaI w.ni™> -i/..
njt de woelige wereld van'„je kerels", van deT jon
R" w) o o in gens, die wat {lurven... Avonturen vertelde, waar hij
naar luisterde, - - „het meisje", met zijne zachte,
Ze rukte haan' arm uit den, zijne. Hij wilde het kind
naar zich toe-trekken. Maar ze wou niet, hoor!... Ze n_.
had gemerkt het gespot, gegichel, gejoel... Het fijne, hfroom£weiT
zacht-geatfecteerde stemmetje van den jongen vond ^orvvoiiaeme aioomoogen...
ntAmaiirlJsnS klRin®' d"?or 't Was een zonderling geval dat van den jonkman
IgSgPJy uit deftige familie; „and et confrère" geworden van
ha 'won niet met ti m T schamele Truus- inbrekers en spitsboeven terechtstaand wegens mis-
iil ilTiA t,;?, w Guhaie1r8. yhsan, drjjt waarvoor zich tol nu toe lieden uit atflere „le-
Te ersïïs-* l
d-ccpetige, droomerige. zachte oogen,
kracht toe hebben, wagen wij het evenwel eenige te
genwerpingen le stamelen.
Vooreerst dan, de lengte van het verslag eerier rede
voering in de Handelingen' 'is nog geen voldoende
getuigenis van haren tijdsduur. Schaper en Duijs bij
voorbeeld, die stellig een aanmerkelijk deel van de
913Vs kolom onzer fraktie zullen hebben „volgepraat
plegen minstens driemaal zoo snel le spreken als de
heer Tijdeman, die zeker het leeuwendeel van dé 200y3
kolom der vrij-liberalen voor zijn rekening genomen
heeft. Zoo bezien, zou de 130i/3 kolom per socialist
nog niet eens zooveel1 tijd in beslag nemen als de 5(H/s
kolom per vrij-liberaal.
Daarenboven is de rekening ten nadecle dei' soci
alisten of, wil men, len voordeele der overige par
tijen, de vrijzinnig-demokraten uitgezonderd, veivalschl.
j___.i_.____--. der
nbel
- - uerimge, uweepeiuge, uiootmerjge, zauuie oogeu, die doordat men niet heeft meegerekend de kolommen d<
en ^)r^n®iha:reu fladderden om de hoofden,.psychologisch raadsel?...
't Kan wel zijn.
Maar wie zich de lotgevallen van „het meisje", van
armen Leo uit de dansles, te-binnen brengt, hij zal
Monsieur Gaillard, gedachtig aan de orders van
meneer den, directeur... „Flink aanpakken! Hoe fer
mer hoe beter!..." De „professeur" liet ze begaan.
Tikte slechts oventjes met strijkstok tegen viool,
j socialist zitting heeft, terwijl daar toch ook nationale
tijd verdaan wordt. Telde men 1de Senaatskolommen
telden
I Leo Gupthers stond daar, sidderend, met
de woede in 't hart. Hij begreep niet... Hij kneep
Nou, nou, jongelui, kalmpjes aan, hè!" Mur ze dar- misschien wat meer „kijk' krijgen op dat «oomrfi-
elden voort ceerde... Dat meuwe van gebeuren m de rechtszaal?..
MAITRE CORBEAU.
ROMAN
van
PAUL HoCKER.
Het was voor Heinrieh een ware heerlijkheid, als
Forschner hem alles vertelde van de repetities, die
Thomas leidde. De zieke wilde den triomf van. zijn
geliefden broeder meeleven en gespannen hingen zijn dan niet mijn lachen?" antwoordt zij.
wel mede, dan zou per burgerlijke partij tiet aantal
volgeprate kolommen een stuk stijgen.
Een ander cijfer van nict-socialistiSche kolommen
is verdonkeremaand, doordal de redevoeringen van do
ministers niet zijn medegelcld, terwijl onder deze hee-
„Aeh, Thomas
Dan reikte Thomas zijn vrouw de hand.
„Zullen wij den Zondag van Heinz meevieren.
Hella?"
Ontsteld keek zij hem aan. „Je werk...?"
Dat heeft zijn roeping reeds vervuld, Hella. Het
Hoe leidde Thomas het orkest, het gehoorzaamde vrienden haar over den ernst van, dit ellendig oogen-
zijsn minste wenken. Hoe allen hem volgden! Hoe blik heenhelpt. En zij dwingt zich nog met tranen
[hij allen begeesterde! op de wangen, tot een dolle, alles meesleepende vroo-
Een moe lachje gleed er over haar gelaat. lijkheid. Vroolijke muziek verhoogt dit oogenblik
Zij had hem uit zijn vrijwillige verbanning n,iet nog. Zij vindt haar meesleepend lachen weer en in heeft mij weder aan een toekomst doen gelooven.
kunnen doen terugkeeren. Ook Hans, hun lieveling, dollen, bonten, bruischenden wervel eindigt dan Tr,~~
niet! Slechts de kunst bezat die macht over hem! stuk.
Daar zette het koor het vroolijke verbroedering;lied in. Thomas was tevreden,. Vandaag voor de
maal.
Een zonnestraal scheen, er over het gelaat van den
zieke te dansen. In een opgeruimde stemming gin-
eerste gen, zij naar het theater.
Josetti was zeer opgewonden. Het huis was uit-
Een scène vol dollen overmoed. In triomf voeren de
mannen de straatzangeres naar de herberg. En in Toen zij naar huis keerden, huiten in het heldere verkocht, de kas kon zelfs een half uur voor het
een waai' vuurwerk muzikaal van een teekenmde daglicht, zeide hij tot zijn vrouw: „Het. was niet begin worden gesloten. Maar de vertolkster van de
verve verdedigt zij haar levensbeschouwing. jouw bedreiging, Hella, die mij in het leven heeft hoofdrol was nog steeds niet in haar kamer.
.Vroolijk ben jemaar je hebt geen hart!" roept behouden. Ook voor mijn werk had ik geen hart
Toen het echtpaar het theater binnenstapte, storm-
een der mannen. „Geen hart? En schenk ik jelui meer. Maar jou wilde ik nog eenmaal hooren.. Het de Josetti hen tegemoet.
6VU1,^U dan niet mijn lachen?" antwoordt zij. klonk nog in mijn binnenste na van vroeger. Dat! Thomas beantwoordde goedelijk brommend de
oogen aan de lippen van den begeesterden bode. En En van dat oogenblik af, dat Hella op het tooneel "verliet mij niet meer, werd steeds grooter in mij en verwijten van den directeur, klopte hem op den
ook de couranten, die Joselti's berichten de we-staat, verzinkt voor haar de wereld. Zij leefde niet dat gevoel kon ik geen meester worden. Daar boven schouder en schoof hem uit den weg.
reld in brachten, vonden haar weg naar de ziekenkamer.meer zichzelf, zij lcefd8 de lichtzinnige, uitgelaten de eenzaamheid lag ik nog dagenlang levensmoe Aan de deur der garderobe bleven zij nog een
„Heden avond!" zeide Heinz met schitterende oogen vrouw, die zij voorstelde. Haar lachen, haar vroo- en toch dwong dat verlangen naar jou mij ein-oogenblik staan. Zij hadden beiden tranen in de
toen Thomas op den dag der opvoering, na de laatste j lijk, zonnig lachen dwong medegevoel af, haar schelm- delijk hierheen. Dat moest ik je zeggen, Hella. ^Als oogen.
voorbereidingen in de kleine ziekenkamer trad, om *- j i
zijn broeder goedendag te zeggen en de hand
drukken.
1 groote wijsgeer? Zoo leert men zich over
het ergste in het leven weg lachen!! Het lachen
is heilig in het leven! Leer mij lachen!!"
1 Een kwariter later was Hella verkleed en ge-
I schminkt. Zij ging tusschen de coulissen door en
legde haar hand op haar kloppend hart. De woor-
UIIUU^ iUQUPguvUPi CLL, J-LEfccbl ÖOllüIXll- -
sche luimen brachten in opgewondenheid allen, die belooning voor wat je gedaan hebt. Om jou te -dan- Thomas kuste Hella op den mond. „Hoe zegt ook
te i naar haar luisterden. Duizend kleine duiveltjes tin- ken Hella, moet ik je dat zeggen."
telden in haar oogen. Maar in dat eene moment, Zij legden den weg af, arm in arm, als een, brulds-
Hella, zag hem een uur later, juist van plan om "waarin zij alleen met den geliefde is, die haar zijn paar.
haar man, die in het theater nog een paar verander schuld bekent, haar verraadt dat zijn noodlot is be- Hella 5
ringen in de instrumentatie had te brengen, naar slist, dan wijkt zij star van hem terug, ziet zij ont-
de generale repetitie te volgen. zet hem aan en dan breekt zij in een hulpeloos In den toestand van den zieke was een verbete-
„Groet Thomas!" fluisterde Heinz en knikte hartverscheurend weenen los. Eu dat weenen pakt ring gekomen. Onder groote ontroering namen zij af- den klonken nog in haar binnenste: Het lachen, is
haar toe. de mannen daar heneden in het orkest nog erger scheid van Hednz. Zijn grootste smart was het, dat heilig1! Leer mij lachen!
De ouverture was reeds begonnen, toen Hella het i dan haar lachen- Het is geen spel meer dat komt hij op dezen gewichtigen avond niet met hen kon Het belletje klonk. Het rumoer en gesoes in de.
theater bereikte. uit het hart daar openbaart een mensch zich in samen zijn. zaal' bedaarde. Hella hoorde hoe Thomas op derf
Dan stond zij, met het hoofd tusschen haar beide Zijn gansohe voelen en lijden. „Voor jou is het Zondag," zeide Thomas. „Je hebt lessenaar klopte. Dan weerklonk een yroolijk trom-
handen, stil en terzijde achter de coulissen en wachtte Doch die indruk blijft niet. De gang der handeling je dagwerk gedaan- Nu laat je den grooten broer petgeschaj de eerste tonen van het voorspeL
tot het haar beurt was om op te komen. verlangt, dat de toestormende schaar harer jonge verder zorgen, hè?" EINDE.
i