Voor Dammers.
Zaterdag 11 November 1911.
55e Jaargang. No. 5018.
DERDE BLAD.
En lorredraaierij, om in üe war te raken.
En 'tzij gij knipt of niet wat gij er van be
waart,
Is bijna niniiner iets, om zaken mee te maken.
Soms echter merk dit wel! ligt In zoo'n vuil
nisvat
Een kostelijk kleinood, een <lit of dat van waarde.
Een snik, een zucht, een traan, een bede, 'een ziele-
j schat.
Onooglijk om te zien, besmeurd met stof en aarde.
Ik bid u, denk daaraan! En als gij zuo'n kleinood,
Zoo'n traan, zoo'n bcê, zoo'n lied, zoo'n snik, zoo'n
zucht mócht vinden.
Erken de waarde ervan! 1t. Is zuiver nachtmaalsbrood!
En voed uzelf ermee en al uw zielsbeminden.
Alles wat deze rubriek betreft te zenden aan de
Redactie der Schager Courant, onder het opschrift.
-„Dam rubriek".
UIT DE SIMUI.TAAX-SEAXCE TE
kolhorn.
Onderstaande standen zijn uit de seance te Kolhorn,
door den heer J. de Haas op 29 Oclober j.l. aldaar
gegeven.
Een drietal "-spelers werden in de opening reeds ver
ras!; ©en slagzel door De Haas uitgevoerd gaf hem op
hen voldoende overwicht om deze partijen in winst
om te zetten.
De opening volgt hieronder, de dammers Juinncn
cr hun winst mede doen.
I. Wit: 31—30. Zwart 18—23.
12—18.
G.
40—34.
45—40.
5015.
31—26.
32—27.
Toen we pog op de schoolbanken zaten en
later, enkelen van ons, op de collegebanken toen
hebben we allen, zonder uitzondering, den indruk ge
kregen, dat we meer van iets zouden weten, naarmate
we er meer van leerden. Aandacht en oplettendheid
zijn dan ook ongetwijfeld de grootste schooldeugden.
Zij leiden zoo leerde ons althans Dr. T. zijn
asch ruste in vrede, al was hijzelf zoomin vredig als
rustig zij leiden tot algemeene ontwikkeling. En
als het naar "n tentamen of erger en beslissen
der nog naar examen liep. dan zei hij: „Kranten
lezen, hoeren! Kranten lezen! Zonder kranten, kom
jelui der niet!" En dan waren er onder ons, op wier
gezicht te lezen stond, dat zij hem 'n vraag wilden
doen, die nu juist niet zoo bizonder delicaat was.
Maar zij deden dan die vraag niet en gingen 't
hoorde er immers ook bij? 't Was althans gezegd
en gingen kranten lezen. En dan zaten we want
ik behoorde ook bij die krantenlezers, omdat ik óok
wat weten wilde en 'n gehoorzaam leerling wilde zijn.
j althans mijn meesters geen verdriet wilde aandoen
en dan zaten weEn, dan, is het gebeurd, dat
je 't eene uur zat in Sesostris of in, de geheimen
j van de Rig-Veda of verdiept in de stoffigste en muf-
ste, philosophie, en 't andere uur in de geuren van
'n petroleum-tanlc of in 'n gemeenteraadsdispuut over
het aanstellen van 'n lantaarnopsteker of een pon-
tjesschipper. En danMaar 't spreekt van zelf,
dat 'n man, die dokter in de letteren en dokter in
de theologie is, en de kans heeft nog eens Profes-
V -i „„kur sor te worden, wel a-eet wat hij zegt, en daarom
Zooals men ziel, wmlwit een schijf en zwart heelt hO0 onverk!aarbaar .t den meesten onzer ook toeleak
bovendien nog een schijf m gevaa i daarom lazen wij de kranl. Om door ons examen
„rr-mr. «„Tir^rsv te komenom geleerdete worden!
EEN EIGENAAR IGEN STAN 1 Of Dr. T. gelijk had en zijn meeuing juist was,
ïïuüt TL n 1"*r, Ci """r iSS! toen ha sprak van „het onlosmakelijk verband-, dat
—12.
20—24.
14—20.
20—25?
Stand na den Gen zei
Zwart: 1 tot 6, 8 tot 13, 15 tot 19, 23, 21 cn 25.
Wit: 26, 27, 30, 33 tot 49.
7. Wit: 26 21. Zwart: 17
2722.
37—3li
11 21.
33—29.
38 - 16.
26.
27.
37.
27.
33.
zie hiervoor het afspel hieronder.
Zwart: C. Bont
Niedorp met zwart speelde De heer. Bunt' speeldeb - d tusschen kranten-lezen en algemeene ont-
23-28, wit 32 23 zwart 19: 28 1De heer 15" wikkeling. zou ik niet durven zeggen. Het zijn er
had nu al niet veel betej dan een schijf te offcien ma;u, enkelen van ons geweost, die 't in de wereld,
en deed dit dooi 37 32 te spelen. I wat men noemt „ver gebracht" hebben; maar die
De heer Bunt had nu ecnig overwicht doch slechts W)udeu ,t ook yer &elfracht hebben> al hadden ze
i^r™/W een nooit kranten gelezen, nooit zelfs lezen of schrijven
1 geleerd. De meerderheid is. wat geleerdheid of naam-
maken betreft, in de buurt gebleven, en die waren1
al heel blij als ze hier of daar op 'n dorp zeven
tien maal stoppen ©er je aan 'n stad komt hun
tenten mochten opslaan, en tegen genot van kost
1 en inwoning en vrij van de eerste belastingen
i wat ze wisten aan den man konden brengen. Dat
kranten-lezen!! Ochoch, wat zijn die woorden van
Dr. T. oorzaak geweest vanIk zal 't maar niet
zeggen, maar er is wel eens door broodnuchtere !ui
met vuisten op de tafel geslagen, enO, wat is
het lot speelsch! Wat doet 'n mensch tegen "t fa
tum?' Wat past hij?! Wat weet hij?! Wat bereidt
hij voor?! Wat gaat hij tegemoet?! Wat ontwijkt
hij?! Waar streeft hij naar, dat hij nooit bereikt?!
Niet zoo geleerd als hij, is 't tooh den moesten
onzer gegaan als Erasmus. Hij zwetste het uit, toen
hij zijn „Lof der Zotheid" schreef en daarin zei: j
„Wat is er zotter dan in koper op de markt te I
staan?" Eu ziet, nu staat hij er zelf; en ongevoelige j
Rotterdammers, spotgrage groenteuverkoopers mogen
hem houden voor 'n vroegeren. „marktmeester" of
'n uit den tijd geraakten, dominee, hem, die zoo wei
nig begrip had van koopen en verkoopen en de kerk
zoo ongezouten de waarheid kon zeggen. Zoo is 't
ook velen onzer gegaan al moet ik nog eens her
halen: „schoon niet zoo geleerd als hij" want die
kranten zijn gescholden als verrotte visch. „Nooit raak
ik meer 'n krant aan!" „Nooit zal ik toelaten, dat
i 'n krant in mijn huis komt!" „Als ik hier maar een
maal vandaan ben!" „Als eerst dat examen maar
achter den rug is!" zoo echoodie het dan van mond
I tot mond. En ziet!... Geef ons meer handen, o Zege-
naar, die handen uitdeelt, om het schaamrood onzer
wangen te bedekken! Doe het duister dalen over deze
vertooning van inbeelding, alsof wij zelf iets konden
en vermochten! Maak de monden sprakeloos van hen.
die toen gehoord hebben, opdat het verwijt ons niet
I vervolge, waar wij treden!... Want ziet... er waren
er onder ons... er zijn er... Hooit het niet! En
46
11
0
Md
Wk
m
'M
B
'9,
'M
w
m
M
1
Wk
MM,
W&/.
mm
B
WÊ>.
fö
'r~
¥M
m
H
i!
P
M
WitJ. de Haas.
Stand zwarl, 18 schij'ven op3,
18, 19, 20, 22, 23, en 26.
Stand wil, 18 schijven op:
35 lol 10, 42 lot 16 en 48.
Zwart: 2328.
5 tol 10, 12 tot 16,
30 lol 33,
Wit32 23.
37—32.
33—29.
29 20.
30 19.
38—32.
12—38.
38—33.
33 15.
19 28.
28 37.
20—24.
15 24.
13 24
37 28.
26 37.
22 31.
NOG EEN SLAGZET.
die de heer De Haas dam opleverde, volgt hieronder.
i Deze en dergelijke stagzeilen getuigen zeker wél van 1 ^'s %e 'loort' vergeet het spoedig,... opdat hunne
liet vlugge zien door dezen eminent èn simultaanspcler. ™*rï}er} ni6t sPottend worden genoemd en hunne eer-
I liikilieicl niet 111 verdenking kome!... Er waren cr
WL
M
\§i-
m
S
9k
w
M
'//jjUfc
H
.SS
B
W/k
wl
m
m
b-
'mm
lijkheid niet in verdenking kome!... Er waren
toen onder ons, die later... die later eiken dag sta
pels kranten verslonden, energer nogo,
speolschheid en wreedheid van het lot'... hun ziel
aan kranten verkochten en er nacht en dag1 aan werk
ten....
Zie het is er uit! Maar ik bid u, vertel 't niet
.verder! Want bet raakt de wezenlijke geleerdheid
niet, evenmin als den ontwijfelbaar goeden raad van
Dr. T. Want het zijn alleen de onleerzame» geweest,
de hardhoofdigen, de afgedwaalden. die zich zoo ver
galoppeerden, en uit menschenliefde, bid ik u, doe
als ik, en noem hunne namen, n,iet. 'n Mensch kan.
maar ergens zijn ziel aan wijden.
Maar de tegenspraak is nfet uitgebleven. De dis
illusie heeft geen jaren op zich laten wachten. De les
was: „Hoe meer ge iets bestudeert, hoe meer ge er
tater van weten zult." En daarom... Maar 't is niet
waai-; 't is alles heel anders uitgekomen, 't Is met
die kranten en krantenschrijvers gegaan om er dan
de universlteitsgeleerdheid maar eens buiten te laten
als met de onderzoekers en bespieders van de
zon: Hoe meer zij er hun aandacht aan wijdden, die
per in het wezen van hun object zon of krant of
mensch of vrouw of eenig ander bestudeerenswaardig
voorwerp doordrongen, hoe raadselachtiger 'en on-
Slanti wil, 19 schijven op: 23, 27 29 33 tol 39 duidelijker het werd. Wat 'n krant is? Wat 'n krant
1 lot 46, 48, 49 en 50. doen moet en ook doet of niet doet?
Wit: J. de Haas.
Stand zwarl, 19 schijven op: 1, 2, 3, 5, 6, 8 tot
18, 20, 24 en 26.
Wit: 35—30.
34—30.
23—19.
39 19.
27—21.
37—31.
12 I.
49 en 50.
Zwart 24
35.
35 24.
11 34.
13 24.
16 27.
26 37.
DAMCLUB TE KOLHORN.
--- nis, zooals t
Naar aanleiding van de simultaan-seancc, door den beid altijd nE
heer De Haas tc Kolhorn gegeven, besloot de ver- geeft. Dit is
ceniging aldaar, zich bij den Nederlandschcn Dambond maar 'n logisch en consequent gevolg van den loi
aan lc sluiten. De oefening?mvondcn zijn iederen Vrij- der dingen; en als Dr. T. deze woorden had ne<
dag van 7 lot 10 uur, in het lokaal van den heer geschreven, dan zou hij hier gesproken hebben v:
\I. Blom.,Liefhebbers van het damspel raden wij aan, ..net onlosmakeliik verband", dnt er en mn
damspel
zichibij deze vereeniging aan te'sluiten.
Wanneer volgt Winkel?
CCCXXIII.
OVER KRANTEN
EN OVER KRANTEN-LEZEN.
Een krent, dat is zoo ict-S als een, groot vuilnisvat
Waar iedereen in gooit, wat, iedereen mag vindeii
Heeft waarde Of geen, maar wie het eerst bezat, Thibet, opstand in Perzië, oorlo;
Die doet. liet vn,n de hand aan vijanden en vrinden.
't Is dikwijls apekool, het vinden nauwlijks waard
Weet g ij
t Is mogelijk! Vroeger heb ik 't óok geweten, maai
bij do innig diepere studie ervan, is 't me ontgaan,
zooals mij wel meer ontgaan is, naarmate ik het
meer bestudeerde en het steviger dacht beet te heb
ben. De geleerdheid schijnt tot taak te hebben 'n
mensch t,e leeren begrijpen, dat hij niet, geleerd is,
zooals mensch enkennis meer leidt naar kennis van
zichzelf dan naar kennis van anderen, en ook
andersom; zooals zelfkennis leidt naar menschenken-
nis, zooals alle kennis en wetenschap en geleerd-
naar iets anders leidt dan haar naam aan-
is geen bedrog door de studie begaan,
maar 'n logisch en consequent gevolg van den loop
neer-
i van
„het onlosmakelijk verband", dat er is en wezen moet.
tussehen „ja" en „neen", tusschen „goed en kwaad",
tusschen „verwachting" en „uitkomst". De Sauls, die
uitgaan om ezelinnen te zoeken, komen met 'n konin
krijk thuis, maar hei getal van hen, die op zoek
gaan naar 'n koninkrijk en als ezel terugkeeren, is
gröoter. Napoleons zijn er niet veel, maar ook h ij
greep mis, toen het kluwen afliep.
Moet ik dan zeggen wat 'n krant is? En wat 'n
krant doet en behoort te doen? Misschien zijn er wel
mensehen. die dit zouden kunnen 'n uitgever mis
schien. of "n Minister van Staat maar i k weèt
't niet. Vroeger we', maar nu niet meer. Vroeger lazen
we ik althans de krant, om te weten wat er
alzoo op de wereld gebeurde: 'n eiland ontdekt, rn
kind uit het raam gevallen, de pest uitgebroken in
tusschen Noord en
Zuid, duizend dooden, drie en vijftig gewonden, een
valsche munter veroordeeld, Frans Rosier gepakt en
opgesloten, en dat alles kon genoteerd worden als
vaststaande feiten, die later als historische ge
gevens wel te pas zouden komen. Folto-sc-rapbooks
konden worden aangelegd, en die er vroeg mee was
begonnen en ze serieus had bijgehouden, had een
schat in aarden vaten, zooajs er maar weinig schat
ten waren..
Maar nu?
Zeg mij maar welke courant gij leest, en Ik zal
u zeggen, of ge voor de Italianen of voor de Turken
zijt. Leest ge nog wel eens berichten, die morgen
niet tegengesproken worden? Kunt ge wijs worden uit
het proces der Amsterdamsche winkelsluiting? Ja?
Nu, dan moet ge bizonder knap zijn, want de meeste
menschen kunnen er geen touw aan vast maken. En
hoe meer er over geschreven wordt, en hoe
duidelijker men 't vraagstuk stelt, hoe o n duidelijker
't wordt. Niet vanwege de feiten feiten zijn altijd
duidelijk maar vanwege de voorstelling der feiten,
't Is dan ook altijd gewaagd, om op de mededeellng
van 'n feit in te gaan en er 'n „boom" over op te
zetten eii tot 'n overtuiging te komen; want als ge
als eerlijk man niet tevreden zoudt zijn met berichten
van e e n e n kant, omdat van 'n anderen kant die
berichten wel eens totaal weerlegd, weersproken en
te niet gedaan, konden worden, dan zoudt ge verplicht
zijn, ieder, die in 't geval betrokken is, te gaan uit-
liooren, en alles wat er over geschreven werd, te
lezen. En dan zou 't toch nog mogelijk wezen, dat
ge even wijs terug kwaamt, als go waart uitgetogen,
en wanneer men uw oordeel vroeg, ge dan zoudt ant
woorden: „Zwijg er maar over! Ik geef 't op!"
Gebrek aan onderwerpen is er niet. 'n Wereld en
'n menschdom, die zoo schots en scheef door elkander
rollen, leveren altijd stof genoeg, om over te sehrij-
ven. Maar wien moet men gelooven en wat is nu
eigenlijk de waarheid, de historische waarheid? Er
varen hebbende, wat te ervaren was, is ons vertrou
wen tamelijk geschokt, en is „zich terug te trekken1
iu de bergvest", zooals David dit deed, misschien
ook wel 't verstandigst in geestelijken zin; althans
waar 't historische mededeelingen betreft. Daarom
is het geschrevene over 'n, ethisch vraagstuk altijd
betrouwbaarder dan het geschrevene over 'n histo
risch vraagstuk of 'n historisch feit; want als er van
daag 'n stevig artikel verschijnt over de gemeenheid
der Italianen in dezen oorlog, dan verschijnt er mor
gen 'n dik boek over de gemeenheid der Turken, zóo
flink en op zijn pooten, dat geen olifant het omver
kan loopen. En dan moet ge al uw woorden van ver
ontwaardiging, die ge gisteren gezegd hebt, maar
wees: terug nemen of met 'n smoesje goed pratïn.
Maar, dat de reinen van hart God zullen, zien, was
twintig eeuwen geleden even waar, als het heden waa'-
is en over twintig eeuwen nog waar zal zijn; dat
"n kwaad geweten 'n aanklager, 'n rechter en n
beul tevens is, zal nooit veranderen; dat 'n, leuge
naar 't meest zichzelf beliegt, b 1 ij f t waarheid- En
evenmin als er aan historische feiten 'n einde komt
want elke dag brengt nieuwe even onuitputte
lijk is de veelheid der zedelijke waarheden, die dit
voordeel hebben, dat zij den toets der critiek en
het onderzoek doorstaan kunnen.
Is 't dan wonder, dat er menschen, zijn, die bij
het lezen van kranten nog naar iets anders zoeken,
dan naar nieuwtjes"? O, zeker, uit de historische
nieuwtjes kunnen zedelijke waarheden en zedelijke
lessen getrokken worden, en in zooverre zijn de
„nieuwtjes" van groote waarde; maar ik bid u, blyf
niet aan 't „nieuwtje" hangen, want morgen hèefthat
geen waarde meer. Dat Kaïn Abel dood geslagen heelt
kan mij, ronduit gezegd, niets schelen, maar dat een
broedermoorder geen uur rust meer heeft, geeft te
denken en kan zijn nut hebben. Dat Ahmed Riza, de
voorzitter der Turksche Kamer, 'n brief aan Vander-
velde schreef, waarin hij het goed recht van zijn
volk bepleitte, spreekt van zelf. Wat zou men van,
'n strijdend mensch anders verwachten? Maar dat die j
Turk, die „ongeloovige", die naar het oude Christe
lijke spreekwoord „het gras doet verdorren, waar hij
zijn voeten zet", heel het „Christelijke" Europa aan
klaagt en beschuldigt van onchristelijkheid en
dit doet met recht en met bewijzen,
dat hij alle Europeesche gouvernementen verwijt
Rechtvaardigheid. Menschenrecht en Menschelijkheid,
alie beginselen van moraal met voeten te hebben, ge-'
treden, dat moest niet van zelf spreken en geeft te
denken. De brieven, die uit „de heilige stad" der Tur
ken tot ons komen ,zijn even, beschamend voor onze
„christelijkheid", ais de berichten uit Nunspeet be
lachelijk zijn, in welk dorp Satan jawel, er staat
„Satan" in welk dorp Satan het vooral op de „ge
reformeerde kinderharten gemunt heeft en zijn uiter-
ste best doet, om het uitgestrooide zaad in de jonge
kinderharten te verstikken, iets, wat Satan met de
leerlingen der openbare school niet behoeft te doen,
omdat daar het Woord Gods njet geplant wordt. En
door die machtige werking des Satans," zei de heer
Fijnvandraat, die Hoofd der School met den Bijbel
is, „was het dan ook volstrekt geen wonder, dat de
leerlingen der Christelijke school zich zoo ongunstig
onderscheiden van die der openbare school."
Waarachtig! Zóó slaat 'l er! Maar al stond 'I er
niet zoo, wilt ge dan maar eens nadenken en over
wegen waar zeker soort „Christendom ioe leiden kan''
De waarheid van 'r feit, dat de krant ons vertelt,
doet 'n andere waarheid ontdekken, die ernstiger is.
En zoo koinL I, dat er krantenschrijvers zijn, die
'n feit maar even soms aanstippen, om naar aanlei
ding daarvan, indien 't hem vergund is... Mag men
'n waarheid niet stellen in 'n hooger licht? Zouden
logica, consequentie en gezond verstand uit het zien
lijke geen bewijzen mogen putten voor het onzien
lijke? Zou men de waarde van het onzienlijke kun
nen bevroeden zonder het zienlijke? Een bloem, die
hier op aarde bloeit, onderstelt toch 'n bloem ai":
de gee9teszijde van het leven! Elke hooge gedachte
aan die geesteszij mag ons toch aan deze zijde tot
maatstaf zijn? Men kan toch geen huizen, 'geen palei
zen bouwen met steenen en hout alleen? Er zijn
toch ook gedachten bij noodig! Gedachten en liefde!
Och. Ix-ste, laslige Dr. T., wat hehl ge ons h goe
den raad gegeven, toen go zei, dal we kranten moes;en
lezen, want dal wij er anders niet komen zoiideui
t Is alleen maar jammer, dal ge er niet eens h uurtje
aan gegeven hebt, hoe wij ze moesten lezen. 01' wagiri
Gij zeil nog Jeerlingin die kunst? Ik voor mij, ik twij
fel .er aan, of ik 't ooit wel goed zal loeren, al bevlij-
tig ik mij eiken dag daarin. Maar dal ge gelijk gehad
hebt, weet ik nu vaster dan vast en zekerdei :tan
zeker, en ik zeg nu ook „i-ccs kranten! En den*
onder '1 lezen na
H. d. H.
schik!, omdat hel in de eerste weken na het uitstrooien
vergiftigend op de planten inwerkt.
Gelukkig bekomt ue veehouder uitmuntende stikstof-
houdende meststoffen in de vloeibare en vaste uitwerp
selen van zijn vee. I>e hoogste slikstofwaarde heeft
de urine van het vee en daarom mag hiervan niets
verloren gaanAlle vloeibare nu-.i dient verzameld te
worden, wal het best en voordedigst geschiedt ui ie.-
kelders van gewapend beton. ALs de s.alten doelma
tig zijn ingericht, kan inon met hel dure strooisel
spaarzaam omgian, want als mest beeft stroo ste\ :its
een kleine waarde. Men heeft hel echter noodig voor
het gemak en de zindelijkheid der dieren.
.Vis men de ier van. alle veestallen zorgvuldig ver
zameld heeft, moet men deze waaidevolle meststol zuinig
en regelmatig over hel land verspreidenIorwagcns of
karren, die sproeien door middel van cenc buis met
gaatjes verdoelen hol lx-sl en laten ook een dunne be
mesting toe. Als hot stikstofgehalte dei i.-r gemiddeld
een half percent is, brengv men niet 10 ier of
10.000 Liters 50 K.G. stikstof per bunder aan. wat
een vrij goede stikstofgift voor grasland genoemd kan
worden.
Om geen misverstand te wekken, willen we hier
dadelijk vermelden, dat in ier geen ph<*phorzuinhou
dende stoffen aanwezig zijn, waarom hel bijna overal
noodig is, vóór hel uilsproeien der ier supsrphosphaat
over liet land lc strooien ter hoeveelheid van 100- -600
K.G. gewone super van 14 p.ct. por II.A.
Velen hebban goede resultaten verkregen door de
super in de ierkarren tc we:pm en hel mengsel le
zamen over hot land t© sproeien. Toch is i>et beter
eerst super te strooien en oaarna te ieren cp de wijze
als boven is omschreven.
Ier en super vormen te zamen een uitmuntende l>c-
mesting voor grasland. De eerste is grootendeels be
spaard en vordert daarom jaarlijks geen groote uit
gaven, zooals aankoop van chili.
De stalmest bevat phosphorzuur, kali en stikstof,
doch de laalslc wordt vooral op grasland langzaan*
omgezet en werkt dus niet snel. Dit is des le sterker,
naarmate er minder urine door don stalmest zit.
Water, bruin gemaakt met vaste uitwerpselen van
hel vee, heeft oen geringe meetwaarde. Dit is door tal
van genomen proeven bewezen. Wie aldus kunstmatig
ier maakt, bedriegt zich zelf, want dit mengseltje kan
maar zeer weinig vruchtbaarheid schenken.
Waar sloo'.aarae, bagger, slik, of hoe men deze
meststof ook noemen mag een goede mestwaardo
heeft, wat iedereen door ervaring weet of door cenvo •-
dage proeven gemakkelijk tc weten komen kan, cn
het verzamelen van deze meststof weinig kost, moot
men deze kostbare gave der natuur niet. onbenut in
slootcn en vaarten laten zitten, doch vlijtig verzam
len en aanweifden. In hoeverre slootaarde veel gebruikt
moet worden, zal geheel moeten afhangen van de re-
sulfaten, die inen er mee bereiken kan en de kosten,
welke deze bemesting medebrengt. Het is 2eker een
nuttige zaak op de slootaarde eens dc aandacht te
vestigen, evengoed als op hel zorgvuldig bewaren aan
alie uitwerpselen van het vtv. Wat men ter bemesting
verder nog te kort komt, kan men thans bijkoopen
in den vorm van kunstmest.
Hel grootste deel der graslanden heeft behoefte aan
phosphorzuur en als dil niet voldoende gegeven kan
worden in stalmest of slootaarde, dan moei men
pciphosphaat of thomasslakkenmeel bijkoopen.
Thomasslakkettmeel is voor herfstbemesting, terwijl
supciphosphaal van Januari lot April wordt uiige
slrooid. Behalve op zandgrond kan supsr, zonder gevn «r
voor verlies door uitspoelingen, ook gerust in den n -
herfst gegeven worden. Met de ier is «fit trouwens ook
liet geval. Opzettelijk genomen proeven hebben geloei I,
dal de uilwerking dor ier dooreengenomen dezelfde i-,
of de ier in December, Februari of Maart wordt na- -
gewend. Een tc. late aanwending, zoowel van ier u
van super, "heeft zeer dikwijls het nadeel, dat de jon a
grassprietjes verbranden, waarom een vroegere Ik-iii -
ling hiermede aan le bevelen is.
Indien het land gebleken is zeer arm aan plr -
phorzuur te zijn, geeft men per II.A. 1000 K.G. slak
ken meel of 800 K.G. super per bunder, anders 600
K.G. stakkenmec! -»f 400 a 500 K.G. super.
Grasland op kleigrond heeft in den regel geen l.« -
mesting met ka Iiho lidenden kunstmest noodig, da aren ï--
gen hebben do graslanden op zandgrond daaraan groo'e
behoefte. Op zandgrond is een bemesting met 600 l. t
800 K.G. per H.A. hij de bovengenoemde bemesting
met slakkenmeel of super meestal noodig en ook voor
deel ig. Vcenachlige gronden hebben soms weinig of
geen behoefte aan kali, doch soms een bepaalde 1. ■-
hoef te daaraan.
Door hel aanleggen van een proefveld je, dat boven
de gewone bemesting per Ar - 10 K.G. kaïn iet ontvangen
heeft, zal dil in ieder geval onderzocht kunnen worden.
Wie geen ier of stalmest ter bemesting van het gras
land heeft, zal hiervoor chili moeten koonen. Hoever'-
heden van 100150 K.G. hiervan per H.A. zijn •-
moonlijk loonend, doch wal men meer geeft, vvoi-'l
in den regel niet betaald. Indien gras of hooi vo- -
iemand1 een bijzonder hooge waarde heeft, kan v i
de dure stiks!ofmestsfoffen meer gegeven worden'.
Bij voorkeur bemest men de graslanden, welke - •-
hooid zullen worden, omdat hel wegvoeren •van Ij t
hooi het tand vooral armer maakt.
Het geloof aan een gunstige werking van kalk
hij velen nog zeer sterk. Qp vem- en zandgrond weri
deze stof ook meermalen gunstig, hoewel zich o«
in die gevallen eene knlkbomcs'iir nog lang niet nltr-l
betaald maak'. Op kleigronden is «?o uitwerking nv s 4
garing en niet zelden bepaald nadoel ig. Niemand be
stede daarom geld aan een ka lk bemest in'-, indien hij
door «een vooraf genomen proef niet met zekerheid wee',
dal de werking gunstig en winstgevend zal zijn.
Een goede cn dikwijls herhaald? c.mstandhemrsli;-
verdient een sterke aanbeveling, maar men boude z?
goedkoop.
Men moet hje-nit volstrek! niet afleid ?n, dat m i
d-iarvoor den aankoop vin kunst mest moe! v.-rn»:
deren: integendeel, on v-le boerderijen zul e n rui'
aanwending van hrlpmcsl in «1? K-komst voordeel'
blijken. Hoofdzaak is, dal guedk'vw m-^'sloffen w;> -
den gvkorh! cn aanTwcnd in ho ■w»el(jeicn. d'c ir
grooter zijn clan de behoeft© van hel tand vraagt.
mec-der© uitgaven voor kunstmes! kan meestal 'gedekt
j wonled door besparin"1 «p den aankoon van strooi'--!,
j Als men een nüil^ voldoend ©"brnik maakt van
ojwilrijk krachlvoeder voor bei m h.v. door aan
koop van niet dure koeken, wordt de mcsl stiks'of-
rijker cn daardoor meer geld waard. Dil mag de.
'veehouder niet over het hoofd zét
l D. E. LANDMAN.
I Dtl Laos- 61
CXCYTH. BEMESTING VAN GRASLAND.
In streken, waar akkerbouw hoofdzaak en de vee
houderij bijzaak is, wordt fiet g.asland maai al ie
dikwijls verwaarloosd, of althans s.ieimoederlijk behan
deld. in de coi^ie plau's.laat men do beuiestuig geheel
oi groolendeeE aente-nvege, terwijl hei uitrooien van
hel onkiuid, het utmaaien dor bossen, het uiteen slechten
der mesthoopen on liet onderhoud, van gr. ppels en
slootcn slordig of niet worden gedaan.
In Holland, EriesLaud en elders, waar veehouderij
de hoofdbron van Lil komsten der landbouwei-s is, w ordi
over hel g.'hcol voel zorg aan het grasland besteed en
is men algemeen overtuigd van het groot: nut van een
doelmatige graslandbem<£ting.
Dc ge. egjide beirnastihg tier g -standen is ook bosks
noo<lzakelijk. Zij moet echter zoo ingericht woideai,
dat zij goedkoop genoeg is om i. do ma-al-;: «p
breng-.! van hooi of gras de onkosten met winst goed
le maken. Indien voor grasland mest g.-kocht moet
worden, - bijna altijd is dil kunstmest, dan mag
daar per bunder gerekend, g.vii hoog bedrag voor na
gegeven worden. i)e duurste nies'.sloffen Zijn de stik
siofhoudcnflecliilisaljx,!cr, norg:sa'p:ter en zwavelzure
ammoniak. Kalksliks.oi is voor g-us!and g.-hec! ->
Ik ker. geen scbooner kleuren
Dan die van 't Hollands, h bosch
Tn bruinen najaarsdoa
Ik keu geen zoeter geuren.
Dan die uit droge mos.
Uit geelroode eikebladeren
Fn varenkruid, dat bloeit,
- het koeltje naderen,
Da, met mijn lokken stoeit.
Dan spelen alle verven
Dooreen met stille pracht.
Totdat zij schoon en zacht
Versmelten en versterven
En zeggen: „Het wordt nacht"
Weer is °en dag vervlogen
Welhaast een Jaargetij:
Een jaar gaat voor onze oogen
Gelijk een damp voorbij.
M. K.