Voor Dammers. Zaterdag 11 November 1911. 55e Jaargang. No. 5018. DERDE BLAD. En lorredraaierij, om in üe war te raken. En 'tzij gij knipt of niet wat gij er van be waart, Is bijna niniiner iets, om zaken mee te maken. Soms echter merk dit wel! ligt In zoo'n vuil nisvat Een kostelijk kleinood, een <lit of dat van waarde. Een snik, een zucht, een traan, een bede, 'een ziele- j schat. Onooglijk om te zien, besmeurd met stof en aarde. Ik bid u, denk daaraan! En als gij zuo'n kleinood, Zoo'n traan, zoo'n bcê, zoo'n lied, zoo'n snik, zoo'n zucht mócht vinden. Erken de waarde ervan! 1t. Is zuiver nachtmaalsbrood! En voed uzelf ermee en al uw zielsbeminden. Alles wat deze rubriek betreft te zenden aan de Redactie der Schager Courant, onder het opschrift. -„Dam rubriek". UIT DE SIMUI.TAAX-SEAXCE TE kolhorn. Onderstaande standen zijn uit de seance te Kolhorn, door den heer J. de Haas op 29 Oclober j.l. aldaar gegeven. Een drietal "-spelers werden in de opening reeds ver ras!; ©en slagzel door De Haas uitgevoerd gaf hem op hen voldoende overwicht om deze partijen in winst om te zetten. De opening volgt hieronder, de dammers Juinncn cr hun winst mede doen. I. Wit: 31—30. Zwart 18—23. 12—18. G. 40—34. 45—40. 5015. 31—26. 32—27. Toen we pog op de schoolbanken zaten en later, enkelen van ons, op de collegebanken toen hebben we allen, zonder uitzondering, den indruk ge kregen, dat we meer van iets zouden weten, naarmate we er meer van leerden. Aandacht en oplettendheid zijn dan ook ongetwijfeld de grootste schooldeugden. Zij leiden zoo leerde ons althans Dr. T. zijn asch ruste in vrede, al was hijzelf zoomin vredig als rustig zij leiden tot algemeene ontwikkeling. En als het naar "n tentamen of erger en beslissen der nog naar examen liep. dan zei hij: „Kranten lezen, hoeren! Kranten lezen! Zonder kranten, kom jelui der niet!" En dan waren er onder ons, op wier gezicht te lezen stond, dat zij hem 'n vraag wilden doen, die nu juist niet zoo bizonder delicaat was. Maar zij deden dan die vraag niet en gingen 't hoorde er immers ook bij? 't Was althans gezegd en gingen kranten lezen. En dan zaten we want ik behoorde ook bij die krantenlezers, omdat ik óok wat weten wilde en 'n gehoorzaam leerling wilde zijn. j althans mijn meesters geen verdriet wilde aandoen en dan zaten weEn, dan, is het gebeurd, dat je 't eene uur zat in Sesostris of in, de geheimen j van de Rig-Veda of verdiept in de stoffigste en muf- ste, philosophie, en 't andere uur in de geuren van 'n petroleum-tanlc of in 'n gemeenteraadsdispuut over het aanstellen van 'n lantaarnopsteker of een pon- tjesschipper. En danMaar 't spreekt van zelf, dat 'n man, die dokter in de letteren en dokter in de theologie is, en de kans heeft nog eens Profes- V -i „„kur sor te worden, wel a-eet wat hij zegt, en daarom Zooals men ziel, wmlwit een schijf en zwart heelt hO0 onverk!aarbaar .t den meesten onzer ook toeleak bovendien nog een schijf m gevaa i daarom lazen wij de kranl. Om door ons examen „rr-mr. «„Tir^rsv te komenom geleerdete worden! EEN EIGENAAR IGEN STAN 1 Of Dr. T. gelijk had en zijn meeuing juist was, ïïuüt TL n 1"*r, Ci """r iSS! toen ha sprak van „het onlosmakelijk verband-, dat —12. 20—24. 14—20. 20—25? Stand na den Gen zei Zwart: 1 tot 6, 8 tot 13, 15 tot 19, 23, 21 cn 25. Wit: 26, 27, 30, 33 tot 49. 7. Wit: 26 21. Zwart: 17 2722. 37—3li 11 21. 33—29. 38 - 16. 26. 27. 37. 27. 33. zie hiervoor het afspel hieronder. Zwart: C. Bont Niedorp met zwart speelde De heer. Bunt' speeldeb - d tusschen kranten-lezen en algemeene ont- 23-28, wit 32 23 zwart 19: 28 1De heer 15" wikkeling. zou ik niet durven zeggen. Het zijn er had nu al niet veel betej dan een schijf te offcien ma;u, enkelen van ons geweost, die 't in de wereld, en deed dit dooi 37 32 te spelen. I wat men noemt „ver gebracht" hebben; maar die De heer Bunt had nu ecnig overwicht doch slechts W)udeu ,t ook yer &elfracht hebben> al hadden ze i^r™/W een nooit kranten gelezen, nooit zelfs lezen of schrijven 1 geleerd. De meerderheid is. wat geleerdheid of naam- maken betreft, in de buurt gebleven, en die waren1 al heel blij als ze hier of daar op 'n dorp zeven tien maal stoppen ©er je aan 'n stad komt hun tenten mochten opslaan, en tegen genot van kost 1 en inwoning en vrij van de eerste belastingen i wat ze wisten aan den man konden brengen. Dat kranten-lezen!! Ochoch, wat zijn die woorden van Dr. T. oorzaak geweest vanIk zal 't maar niet zeggen, maar er is wel eens door broodnuchtere !ui met vuisten op de tafel geslagen, enO, wat is het lot speelsch! Wat doet 'n mensch tegen "t fa tum?' Wat past hij?! Wat weet hij?! Wat bereidt hij voor?! Wat gaat hij tegemoet?! Wat ontwijkt hij?! Waar streeft hij naar, dat hij nooit bereikt?! Niet zoo geleerd als hij, is 't tooh den moesten onzer gegaan als Erasmus. Hij zwetste het uit, toen hij zijn „Lof der Zotheid" schreef en daarin zei: j „Wat is er zotter dan in koper op de markt te I staan?" Eu ziet, nu staat hij er zelf; en ongevoelige j Rotterdammers, spotgrage groenteuverkoopers mogen hem houden voor 'n vroegeren. „marktmeester" of 'n uit den tijd geraakten, dominee, hem, die zoo wei nig begrip had van koopen en verkoopen en de kerk zoo ongezouten de waarheid kon zeggen. Zoo is 't ook velen onzer gegaan al moet ik nog eens her halen: „schoon niet zoo geleerd als hij" want die kranten zijn gescholden als verrotte visch. „Nooit raak ik meer 'n krant aan!" „Nooit zal ik toelaten, dat i 'n krant in mijn huis komt!" „Als ik hier maar een maal vandaan ben!" „Als eerst dat examen maar achter den rug is!" zoo echoodie het dan van mond I tot mond. En ziet!... Geef ons meer handen, o Zege- naar, die handen uitdeelt, om het schaamrood onzer wangen te bedekken! Doe het duister dalen over deze vertooning van inbeelding, alsof wij zelf iets konden en vermochten! Maak de monden sprakeloos van hen. die toen gehoord hebben, opdat het verwijt ons niet I vervolge, waar wij treden!... Want ziet... er waren er onder ons... er zijn er... Hooit het niet! En 46 11 0 Md Wk m 'M B '9, 'M w m M 1 Wk MM, W&/. mm B WÊ>. fö 'r~ ¥M m H i! P M WitJ. de Haas. Stand zwarl, 18 schij'ven op3, 18, 19, 20, 22, 23, en 26. Stand wil, 18 schijven op: 35 lol 10, 42 lot 16 en 48. Zwart: 2328. 5 tol 10, 12 tot 16, 30 lol 33, Wit32 23. 37—32. 33—29. 29 20. 30 19. 38—32. 12—38. 38—33. 33 15. 19 28. 28 37. 20—24. 15 24. 13 24 37 28. 26 37. 22 31. NOG EEN SLAGZET. die de heer De Haas dam opleverde, volgt hieronder. i Deze en dergelijke stagzeilen getuigen zeker wél van 1 ^'s %e 'loort' vergeet het spoedig,... opdat hunne liet vlugge zien door dezen eminent èn simultaanspcler. ™*rï}er} ni6t sPottend worden genoemd en hunne eer- I liikilieicl niet 111 verdenking kome!... Er waren cr WL M \§i- m S 9k w M '//jjUfc H .SS B W/k wl m m b- 'mm lijkheid niet in verdenking kome!... Er waren toen onder ons, die later... die later eiken dag sta pels kranten verslonden, energer nogo, speolschheid en wreedheid van het lot'... hun ziel aan kranten verkochten en er nacht en dag1 aan werk ten.... Zie het is er uit! Maar ik bid u, vertel 't niet .verder! Want bet raakt de wezenlijke geleerdheid niet, evenmin als den ontwijfelbaar goeden raad van Dr. T. Want het zijn alleen de onleerzame» geweest, de hardhoofdigen, de afgedwaalden. die zich zoo ver galoppeerden, en uit menschenliefde, bid ik u, doe als ik, en noem hunne namen, n,iet. 'n Mensch kan. maar ergens zijn ziel aan wijden. Maar de tegenspraak is nfet uitgebleven. De dis illusie heeft geen jaren op zich laten wachten. De les was: „Hoe meer ge iets bestudeert, hoe meer ge er tater van weten zult." En daarom... Maar 't is niet waai-; 't is alles heel anders uitgekomen, 't Is met die kranten en krantenschrijvers gegaan om er dan de universlteitsgeleerdheid maar eens buiten te laten als met de onderzoekers en bespieders van de zon: Hoe meer zij er hun aandacht aan wijdden, die per in het wezen van hun object zon of krant of mensch of vrouw of eenig ander bestudeerenswaardig voorwerp doordrongen, hoe raadselachtiger 'en on- Slanti wil, 19 schijven op: 23, 27 29 33 tol 39 duidelijker het werd. Wat 'n krant is? Wat 'n krant 1 lot 46, 48, 49 en 50. doen moet en ook doet of niet doet? Wit: J. de Haas. Stand zwarl, 19 schijven op: 1, 2, 3, 5, 6, 8 tot 18, 20, 24 en 26. Wit: 35—30. 34—30. 23—19. 39 19. 27—21. 37—31. 12 I. 49 en 50. Zwart 24 35. 35 24. 11 34. 13 24. 16 27. 26 37. DAMCLUB TE KOLHORN. --- nis, zooals t Naar aanleiding van de simultaan-seancc, door den beid altijd nE heer De Haas tc Kolhorn gegeven, besloot de ver- geeft. Dit is ceniging aldaar, zich bij den Nederlandschcn Dambond maar 'n logisch en consequent gevolg van den loi aan lc sluiten. De oefening?mvondcn zijn iederen Vrij- der dingen; en als Dr. T. deze woorden had ne< dag van 7 lot 10 uur, in het lokaal van den heer geschreven, dan zou hij hier gesproken hebben v: \I. Blom.,Liefhebbers van het damspel raden wij aan, ..net onlosmakeliik verband", dnt er en mn damspel zichibij deze vereeniging aan te'sluiten. Wanneer volgt Winkel? CCCXXIII. OVER KRANTEN EN OVER KRANTEN-LEZEN. Een krent, dat is zoo ict-S als een, groot vuilnisvat Waar iedereen in gooit, wat, iedereen mag vindeii Heeft waarde Of geen, maar wie het eerst bezat, Thibet, opstand in Perzië, oorlo; Die doet. liet vn,n de hand aan vijanden en vrinden. 't Is dikwijls apekool, het vinden nauwlijks waard Weet g ij t Is mogelijk! Vroeger heb ik 't óok geweten, maai bij do innig diepere studie ervan, is 't me ontgaan, zooals mij wel meer ontgaan is, naarmate ik het meer bestudeerde en het steviger dacht beet te heb ben. De geleerdheid schijnt tot taak te hebben 'n mensch t,e leeren begrijpen, dat hij niet, geleerd is, zooals mensch enkennis meer leidt naar kennis van zichzelf dan naar kennis van anderen, en ook andersom; zooals zelfkennis leidt naar menschenken- nis, zooals alle kennis en wetenschap en geleerd- naar iets anders leidt dan haar naam aan- is geen bedrog door de studie begaan, maar 'n logisch en consequent gevolg van den loop neer- i van „het onlosmakelijk verband", dat er is en wezen moet. tussehen „ja" en „neen", tusschen „goed en kwaad", tusschen „verwachting" en „uitkomst". De Sauls, die uitgaan om ezelinnen te zoeken, komen met 'n konin krijk thuis, maar hei getal van hen, die op zoek gaan naar 'n koninkrijk en als ezel terugkeeren, is gröoter. Napoleons zijn er niet veel, maar ook h ij greep mis, toen het kluwen afliep. Moet ik dan zeggen wat 'n krant is? En wat 'n krant doet en behoort te doen? Misschien zijn er wel mensehen. die dit zouden kunnen 'n uitgever mis schien. of "n Minister van Staat maar i k weèt 't niet. Vroeger we', maar nu niet meer. Vroeger lazen we ik althans de krant, om te weten wat er alzoo op de wereld gebeurde: 'n eiland ontdekt, rn kind uit het raam gevallen, de pest uitgebroken in tusschen Noord en Zuid, duizend dooden, drie en vijftig gewonden, een valsche munter veroordeeld, Frans Rosier gepakt en opgesloten, en dat alles kon genoteerd worden als vaststaande feiten, die later als historische ge gevens wel te pas zouden komen. Folto-sc-rapbooks konden worden aangelegd, en die er vroeg mee was begonnen en ze serieus had bijgehouden, had een schat in aarden vaten, zooajs er maar weinig schat ten waren.. Maar nu? Zeg mij maar welke courant gij leest, en Ik zal u zeggen, of ge voor de Italianen of voor de Turken zijt. Leest ge nog wel eens berichten, die morgen niet tegengesproken worden? Kunt ge wijs worden uit het proces der Amsterdamsche winkelsluiting? Ja? Nu, dan moet ge bizonder knap zijn, want de meeste menschen kunnen er geen touw aan vast maken. En hoe meer er over geschreven wordt, en hoe duidelijker men 't vraagstuk stelt, hoe o n duidelijker 't wordt. Niet vanwege de feiten feiten zijn altijd duidelijk maar vanwege de voorstelling der feiten, 't Is dan ook altijd gewaagd, om op de mededeellng van 'n feit in te gaan en er 'n „boom" over op te zetten eii tot 'n overtuiging te komen; want als ge als eerlijk man niet tevreden zoudt zijn met berichten van e e n e n kant, omdat van 'n anderen kant die berichten wel eens totaal weerlegd, weersproken en te niet gedaan, konden worden, dan zoudt ge verplicht zijn, ieder, die in 't geval betrokken is, te gaan uit- liooren, en alles wat er over geschreven werd, te lezen. En dan zou 't toch nog mogelijk wezen, dat ge even wijs terug kwaamt, als go waart uitgetogen, en wanneer men uw oordeel vroeg, ge dan zoudt ant woorden: „Zwijg er maar over! Ik geef 't op!" Gebrek aan onderwerpen is er niet. 'n Wereld en 'n menschdom, die zoo schots en scheef door elkander rollen, leveren altijd stof genoeg, om over te sehrij- ven. Maar wien moet men gelooven en wat is nu eigenlijk de waarheid, de historische waarheid? Er varen hebbende, wat te ervaren was, is ons vertrou wen tamelijk geschokt, en is „zich terug te trekken1 iu de bergvest", zooals David dit deed, misschien ook wel 't verstandigst in geestelijken zin; althans waar 't historische mededeelingen betreft. Daarom is het geschrevene over 'n, ethisch vraagstuk altijd betrouwbaarder dan het geschrevene over 'n histo risch vraagstuk of 'n historisch feit; want als er van daag 'n stevig artikel verschijnt over de gemeenheid der Italianen in dezen oorlog, dan verschijnt er mor gen 'n dik boek over de gemeenheid der Turken, zóo flink en op zijn pooten, dat geen olifant het omver kan loopen. En dan moet ge al uw woorden van ver ontwaardiging, die ge gisteren gezegd hebt, maar wees: terug nemen of met 'n smoesje goed pratïn. Maar, dat de reinen van hart God zullen, zien, was twintig eeuwen geleden even waar, als het heden waa'- is en over twintig eeuwen nog waar zal zijn; dat "n kwaad geweten 'n aanklager, 'n rechter en n beul tevens is, zal nooit veranderen; dat 'n, leuge naar 't meest zichzelf beliegt, b 1 ij f t waarheid- En evenmin als er aan historische feiten 'n einde komt want elke dag brengt nieuwe even onuitputte lijk is de veelheid der zedelijke waarheden, die dit voordeel hebben, dat zij den toets der critiek en het onderzoek doorstaan kunnen. Is 't dan wonder, dat er menschen, zijn, die bij het lezen van kranten nog naar iets anders zoeken, dan naar nieuwtjes"? O, zeker, uit de historische nieuwtjes kunnen zedelijke waarheden en zedelijke lessen getrokken worden, en in zooverre zijn de „nieuwtjes" van groote waarde; maar ik bid u, blyf niet aan 't „nieuwtje" hangen, want morgen hèefthat geen waarde meer. Dat Kaïn Abel dood geslagen heelt kan mij, ronduit gezegd, niets schelen, maar dat een broedermoorder geen uur rust meer heeft, geeft te denken en kan zijn nut hebben. Dat Ahmed Riza, de voorzitter der Turksche Kamer, 'n brief aan Vander- velde schreef, waarin hij het goed recht van zijn volk bepleitte, spreekt van zelf. Wat zou men van, 'n strijdend mensch anders verwachten? Maar dat die j Turk, die „ongeloovige", die naar het oude Christe lijke spreekwoord „het gras doet verdorren, waar hij zijn voeten zet", heel het „Christelijke" Europa aan klaagt en beschuldigt van onchristelijkheid en dit doet met recht en met bewijzen, dat hij alle Europeesche gouvernementen verwijt Rechtvaardigheid. Menschenrecht en Menschelijkheid, alie beginselen van moraal met voeten te hebben, ge-' treden, dat moest niet van zelf spreken en geeft te denken. De brieven, die uit „de heilige stad" der Tur ken tot ons komen ,zijn even, beschamend voor onze „christelijkheid", ais de berichten uit Nunspeet be lachelijk zijn, in welk dorp Satan jawel, er staat „Satan" in welk dorp Satan het vooral op de „ge reformeerde kinderharten gemunt heeft en zijn uiter- ste best doet, om het uitgestrooide zaad in de jonge kinderharten te verstikken, iets, wat Satan met de leerlingen der openbare school niet behoeft te doen, omdat daar het Woord Gods njet geplant wordt. En door die machtige werking des Satans," zei de heer Fijnvandraat, die Hoofd der School met den Bijbel is, „was het dan ook volstrekt geen wonder, dat de leerlingen der Christelijke school zich zoo ongunstig onderscheiden van die der openbare school." Waarachtig! Zóó slaat 'l er! Maar al stond 'I er niet zoo, wilt ge dan maar eens nadenken en over wegen waar zeker soort „Christendom ioe leiden kan'' De waarheid van 'r feit, dat de krant ons vertelt, doet 'n andere waarheid ontdekken, die ernstiger is. En zoo koinL I, dat er krantenschrijvers zijn, die 'n feit maar even soms aanstippen, om naar aanlei ding daarvan, indien 't hem vergund is... Mag men 'n waarheid niet stellen in 'n hooger licht? Zouden logica, consequentie en gezond verstand uit het zien lijke geen bewijzen mogen putten voor het onzien lijke? Zou men de waarde van het onzienlijke kun nen bevroeden zonder het zienlijke? Een bloem, die hier op aarde bloeit, onderstelt toch 'n bloem ai": de gee9teszijde van het leven! Elke hooge gedachte aan die geesteszij mag ons toch aan deze zijde tot maatstaf zijn? Men kan toch geen huizen, 'geen palei zen bouwen met steenen en hout alleen? Er zijn toch ook gedachten bij noodig! Gedachten en liefde! Och. Ix-ste, laslige Dr. T., wat hehl ge ons h goe den raad gegeven, toen go zei, dal we kranten moes;en lezen, want dal wij er anders niet komen zoiideui t Is alleen maar jammer, dal ge er niet eens h uurtje aan gegeven hebt, hoe wij ze moesten lezen. 01' wagiri Gij zeil nog Jeerlingin die kunst? Ik voor mij, ik twij fel .er aan, of ik 't ooit wel goed zal loeren, al bevlij- tig ik mij eiken dag daarin. Maar dal ge gelijk gehad hebt, weet ik nu vaster dan vast en zekerdei :tan zeker, en ik zeg nu ook „i-ccs kranten! En den* onder '1 lezen na H. d. H. schik!, omdat hel in de eerste weken na het uitstrooien vergiftigend op de planten inwerkt. Gelukkig bekomt ue veehouder uitmuntende stikstof- houdende meststoffen in de vloeibare en vaste uitwerp selen van zijn vee. I>e hoogste slikstofwaarde heeft de urine van het vee en daarom mag hiervan niets verloren gaanAlle vloeibare nu-.i dient verzameld te worden, wal het best en voordedigst geschiedt ui ie.- kelders van gewapend beton. ALs de s.alten doelma tig zijn ingericht, kan inon met hel dure strooisel spaarzaam omgian, want als mest beeft stroo ste\ :its een kleine waarde. Men heeft hel echter noodig voor het gemak en de zindelijkheid der dieren. .Vis men de ier van. alle veestallen zorgvuldig ver zameld heeft, moet men deze waaidevolle meststol zuinig en regelmatig over hel land verspreidenIorwagcns of karren, die sproeien door middel van cenc buis met gaatjes verdoelen hol lx-sl en laten ook een dunne be mesting toe. Als hot stikstofgehalte dei i.-r gemiddeld een half percent is, brengv men niet 10 ier of 10.000 Liters 50 K.G. stikstof per bunder aan. wat een vrij goede stikstofgift voor grasland genoemd kan worden. Om geen misverstand te wekken, willen we hier dadelijk vermelden, dat in ier geen ph<*phorzuinhou dende stoffen aanwezig zijn, waarom hel bijna overal noodig is, vóór hel uilsproeien der ier supsrphosphaat over liet land lc strooien ter hoeveelheid van 100- -600 K.G. gewone super van 14 p.ct. por II.A. Velen hebban goede resultaten verkregen door de super in de ierkarren tc we:pm en hel mengsel le zamen over hot land t© sproeien. Toch is i>et beter eerst super te strooien en oaarna te ieren cp de wijze als boven is omschreven. Ier en super vormen te zamen een uitmuntende l>c- mesting voor grasland. De eerste is grootendeels be spaard en vordert daarom jaarlijks geen groote uit gaven, zooals aankoop van chili. De stalmest bevat phosphorzuur, kali en stikstof, doch de laalslc wordt vooral op grasland langzaan* omgezet en werkt dus niet snel. Dit is des le sterker, naarmate er minder urine door don stalmest zit. Water, bruin gemaakt met vaste uitwerpselen van hel vee, heeft oen geringe meetwaarde. Dit is door tal van genomen proeven bewezen. Wie aldus kunstmatig ier maakt, bedriegt zich zelf, want dit mengseltje kan maar zeer weinig vruchtbaarheid schenken. Waar sloo'.aarae, bagger, slik, of hoe men deze meststof ook noemen mag een goede mestwaardo heeft, wat iedereen door ervaring weet of door cenvo •- dage proeven gemakkelijk tc weten komen kan, cn het verzamelen van deze meststof weinig kost, moot men deze kostbare gave der natuur niet. onbenut in slootcn en vaarten laten zitten, doch vlijtig verzam len en aanweifden. In hoeverre slootaarde veel gebruikt moet worden, zal geheel moeten afhangen van de re- sulfaten, die inen er mee bereiken kan en de kosten, welke deze bemesting medebrengt. Het is 2eker een nuttige zaak op de slootaarde eens dc aandacht te vestigen, evengoed als op hel zorgvuldig bewaren aan alie uitwerpselen van het vtv. Wat men ter bemesting verder nog te kort komt, kan men thans bijkoopen in den vorm van kunstmest. Hel grootste deel der graslanden heeft behoefte aan phosphorzuur en als dil niet voldoende gegeven kan worden in stalmest of slootaarde, dan moei men pciphosphaat of thomasslakkenmeel bijkoopen. Thomasslakkettmeel is voor herfstbemesting, terwijl supciphosphaal van Januari lot April wordt uiige slrooid. Behalve op zandgrond kan supsr, zonder gevn «r voor verlies door uitspoelingen, ook gerust in den n - herfst gegeven worden. Met de ier is «fit trouwens ook liet geval. Opzettelijk genomen proeven hebben geloei I, dal de uilwerking dor ier dooreengenomen dezelfde i-, of de ier in December, Februari of Maart wordt na- - gewend. Een tc. late aanwending, zoowel van ier u van super, "heeft zeer dikwijls het nadeel, dat de jon a grassprietjes verbranden, waarom een vroegere Ik-iii - ling hiermede aan le bevelen is. Indien het land gebleken is zeer arm aan plr - phorzuur te zijn, geeft men per II.A. 1000 K.G. slak ken meel of 800 K.G. super per bunder, anders 600 K.G. stakkenmec! -»f 400 a 500 K.G. super. Grasland op kleigrond heeft in den regel geen l.« - mesting met ka Iiho lidenden kunstmest noodig, da aren ï-- gen hebben do graslanden op zandgrond daaraan groo'e behoefte. Op zandgrond is een bemesting met 600 l. t 800 K.G. per H.A. hij de bovengenoemde bemesting met slakkenmeel of super meestal noodig en ook voor deel ig. Vcenachlige gronden hebben soms weinig of geen behoefte aan kali, doch soms een bepaalde 1. ■- hoef te daaraan. Door hel aanleggen van een proefveld je, dat boven de gewone bemesting per Ar - 10 K.G. kaïn iet ontvangen heeft, zal dil in ieder geval onderzocht kunnen worden. Wie geen ier of stalmest ter bemesting van het gras land heeft, zal hiervoor chili moeten koonen. Hoever'- heden van 100150 K.G. hiervan per H.A. zijn •- moonlijk loonend, doch wal men meer geeft, vvoi-'l in den regel niet betaald. Indien gras of hooi vo- - iemand1 een bijzonder hooge waarde heeft, kan v i de dure stiks!ofmestsfoffen meer gegeven worden'. Bij voorkeur bemest men de graslanden, welke - •- hooid zullen worden, omdat hel wegvoeren •van Ij t hooi het tand vooral armer maakt. Het geloof aan een gunstige werking van kalk hij velen nog zeer sterk. Qp vem- en zandgrond weri deze stof ook meermalen gunstig, hoewel zich o« in die gevallen eene knlkbomcs'iir nog lang niet nltr-l betaald maak'. Op kleigronden is «?o uitwerking nv s 4 garing en niet zelden bepaald nadoel ig. Niemand be stede daarom geld aan een ka lk bemest in'-, indien hij door «een vooraf genomen proef niet met zekerheid wee', dal de werking gunstig en winstgevend zal zijn. Een goede cn dikwijls herhaald? c.mstandhemrsli;- verdient een sterke aanbeveling, maar men boude z? goedkoop. Men moet hje-nit volstrek! niet afleid ?n, dat m i d-iarvoor den aankoop vin kunst mest moe! v.-rn»: deren: integendeel, on v-le boerderijen zul e n rui' aanwending van hrlpmcsl in «1? K-komst voordeel' blijken. Hoofdzaak is, dal guedk'vw m-^'sloffen w;> - den gvkorh! cn aanTwcnd in ho ■w»el(jeicn. d'c ir grooter zijn clan de behoeft© van hel tand vraagt. mec-der© uitgaven voor kunstmes! kan meestal 'gedekt j wonled door besparin"1 «p den aankoon van strooi'--!, j Als men een nüil^ voldoend ©"brnik maakt van ojwilrijk krachlvoeder voor bei m h.v. door aan koop van niet dure koeken, wordt de mcsl stiks'of- rijker cn daardoor meer geld waard. Dil mag de. 'veehouder niet over het hoofd zét l D. E. LANDMAN. I Dtl Laos- 61 CXCYTH. BEMESTING VAN GRASLAND. In streken, waar akkerbouw hoofdzaak en de vee houderij bijzaak is, wordt fiet g.asland maai al ie dikwijls verwaarloosd, of althans s.ieimoederlijk behan deld. in de coi^ie plau's.laat men do beuiestuig geheel oi groolendeeE aente-nvege, terwijl hei uitrooien van hel onkiuid, het utmaaien dor bossen, het uiteen slechten der mesthoopen on liet onderhoud, van gr. ppels en slootcn slordig of niet worden gedaan. In Holland, EriesLaud en elders, waar veehouderij de hoofdbron van Lil komsten der landbouwei-s is, w ordi over hel g.'hcol voel zorg aan het grasland besteed en is men algemeen overtuigd van het groot: nut van een doelmatige graslandbem<£ting. Dc ge. egjide beirnastihg tier g -standen is ook bosks noo<lzakelijk. Zij moet echter zoo ingericht woideai, dat zij goedkoop genoeg is om i. do ma-al-;: «p breng-.! van hooi of gras de onkosten met winst goed le maken. Indien voor grasland mest g.-kocht moet worden, - bijna altijd is dil kunstmest, dan mag daar per bunder gerekend, g.vii hoog bedrag voor na gegeven worden. i)e duurste nies'.sloffen Zijn de stik siofhoudcnflecliilisaljx,!cr, norg:sa'p:ter en zwavelzure ammoniak. Kalksliks.oi is voor g-us!and g.-hec! -> Ik ker. geen scbooner kleuren Dan die van 't Hollands, h bosch Tn bruinen najaarsdoa Ik keu geen zoeter geuren. Dan die uit droge mos. Uit geelroode eikebladeren Fn varenkruid, dat bloeit, - het koeltje naderen, Da, met mijn lokken stoeit. Dan spelen alle verven Dooreen met stille pracht. Totdat zij schoon en zacht Versmelten en versterven En zeggen: „Het wordt nacht" Weer is °en dag vervlogen Welhaast een Jaargetij: Een jaar gaat voor onze oogen Gelijk een damp voorbij. M. K.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1911 | | pagina 9