AUeieei Nieuws-
De zusters Liesegang.
r
tl
O
0
0
0
0
5
5
5
5
5
5
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
O
5
5
5
5
5
0
0
0
5
0
0
5
5
5
5
5
0
0
5
0
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
a
I
I
Woensdag 22 November 1911.
SCHAGER
55ste Jaargang. No. 5024.
ÜQURAfiit
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag-, Woensdag-,
Donderdag- en Zaterdagavond. Bij Inzending tot 's morgens
S ure worden ADVERTENTIEN in het eerstultkomend nummer ge
plaatst. INGEZONDEN STUKKEN éen dag vroeger.
BureauSCHmGEM, Laan
latere. Telephoon No. 24»
Uitgevers: TRAPMAN Co
Prijs per Jaar f 3.—. Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25; Iedere regel meer 6 Coat.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Dit nummer bestaat uit 1 blad.
Bekendmakingen!
«eHEEITK SOHAflEN,
LANDBOUW.
De Burgemeester der gemeente Schagen;
Overwegende, dat zoowel van de zijde van den lian-
•1 als van die der landbouwers herhaaldelijk is ge-
ezen op de wenschelijkheid, dat gegevens worden go-
jbliceerd omtrent do verbouwde uitgestrektheid, ïn-
mderheid van die landbouwgewassen, welke hoofd-
ikelijk voor den verkoop worden geteeld;
brengt ter kennis van de landbouwende bevolking,
it bovenbedoelde gegevens gedurende deze maand langs
huizen zullen worden verzameld en richt lot allen
e het aangaat het dringend verzoek, zoo getrouw
ogelijk de gevraagde opgaven te verstrekken.
Schaeon, den 10 November 1911.
P. BUIS Jz.,
loco-Burgemeester.
NAJAARSPAARDENMARKT.
Burgemeester en Wethouders der gemeente Schagén
engen ter kennis van "belanghebbenden, dat de ge-
me Najaarspaardenmarkt (VeuJenmarkt), zal gehou-
ai worden op Donderdag, den 30 November 1911.
Schagen, den 20 November 1911.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
P. BUIS Jz.,
loco-Burgemeester.
De Secretaris,
ROGGEVEEN.
MARKTPOLITIE.
Burgemeester en Wethouders der gemeente Schagén,
engen ter algemeene kennis, da Ibij gelegenheid dér
mlenmarkt, op Donderdag den 30 November 1911,
aangevoerde paarden en veulen van het marktterrein
oeten zijn weggevoerd vóór des namiddags 4 uur.
Overtreding van het vorenstaande is strafbaar met
n geldboete van ten hoogste f 25, of hechtenis van
Hoogste 6 dagen.
Schagen, den 20 November 1911.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
P. BUIS Jz.,
loco-Burgemeester.
De Secretaris.
ROGGEVEEN.
o
VERGUNNING TAPPERS.
De Burgemeester der gemeente Schagen,
Gezien artikel 8 van de PoJilieverordening dezer ge-
een te,
VERLEENT VERGUNNING
n de tappers om bij gelegenheid der Veulenmarkl
i Donderdag den 30 November a.s., muziek te maken,
nspartijen te doen plaats hebben en te tappen tot
s nachts één uur.
Schagen, den 20 November 1911.
De Burgemeester voornoemd,
P. BUIS Jz.,
loco-Burgemeester.
Ingezonden.
St.-Nicolaas-kiiylerfeest op Maandag 4 Decem
ber a.s. voor arme schoolkinderen aan den,
Langedijk, vanwege de afdeelingen Langedijk
der Noderl. Vereen, tot; Afschaffing van, Alco
holhoudende Dranken, en van, <len Alg. Nederl.
Geheel-Onthouders Bond.
svengenoemde afdeelingen roepen medelijdende har-
n dringend op, ben, te willen, steunen in hunne
annen, de ,,St. Nic." der bovengenoemde arme klei-
:n een prettige te doen zijn, en verzoeken beleefd
>ch dringend hunne gelden, welke zij voor dit doel
beschikbaar zullen stellen, te willen zenden aan de
dames Wouda, onderwijzeressen te Noordscharwoude,
of aan alle bestuursleden van de beide vereenigin-
gen, welke over den geheelen Langedijk verspreid wo
nen. De gelden zullen elke week In de courant ver
antwoord worden. Helpt mee. Burgeressen en Bur
gers van den Langedijk, opdat dit feest dat van ver
leden jaar nog overtreffe. Immers voor twee jaar
waren er 70 kinderen, die getracteerd konden worden,
verleden jaar waren het er 141. door de grootere
mildheid van gaven; en daar de vergrooting van het
feest zoo reusachtig was, vleien wij ons met de stille
hoop, dat dezen keer nog meer gegeven zal worden.
Tast diep in uwe zakken, elk dubbeltje dat, en elke
cent die tusschen de voering is blijven zitten zal
dankbaar door ons worden, aangenomen; maar ook
het geld waarmede zulks niet het geval zal zijn,
wordt door ons ganscb niet versmaad. Nogmaals, we
blijven uwe giften, hoe klein of hoe groot ook, dank
baar en met kloppend hart tegemoetzien.
Terwijl ik den, heer Redacteur hartelijk dank voor
de plaatsing hiervan, verblijf ik
Namens de St.-Nic. commissie,
A. NOUWEN.
P.S. Ten einde de geefsters en, gevers die te ver
legen mochten zijn hun geld in te zenden, te
gemoet te komen, zullen eenige damesleden van bei
de vereenigingen bij de meeste Langedijker inwoners
rondgaan met lijsten, aan welke dames men dan zijn
bijdrage kan geven. Dat huisbezoek begint volgende
week.
Uit en voor de Pers.
Feuilleton.
13.
ROMAN VAN KOHLENEGG.
Mieke lag doodstil. Zij werd ten slotte wat war-
er. Slechts af en toe liep haai* een rilling door de
den.
Zij had Gottschalk in het voorbijrijden met ande-
n in de tent zien zitten. Zij verzette zich nu weer
et alle geweld tegen het denkbeeld, dat hij haar
id willen beleedigen want hij was ernstiger ge-
aest dan ooit, dat moest zij zichzelf bekennen, zijn
>gen waren trotscher en schitterender. Het was een
ting geweest van
En nu liepen Mieke weer de koude rillingen langs
m rug en haar tanden klapperden op elkaar. Wat
heelde haar toch? Het was de schrik, die nog in
lar nawerkte, die nu in de stilte de volle macht over
Lar kreeg. Maar nu lag alles weer achter haai*, dat
in vroeger en dat van heden, alles was nietfc ge-
eest, voor haar zelf heelemaal niets. En Erich wist
it of tooh bijna O, alles was onbegrijpelijk,
ogelooflijk. En het was juist iets voor Gottschalk
- zoo zonder zich rekenschap te geven; of op iets
iemand te letten.
Hoe moe was zij hoe moe! God zij danjc.'
ie woelige gedachten deden haar zoo'n pijn, zij
•ukten baar als een berg, als een matte, zwoele
armte. Het was alsof er warme doeken op baar
;haam werden gelegd, zij zou ze hebben willen weg
erpen, maar zij drukten haai* desondanks steeds
ister en zwaarder, zoodat zij dieper en dieper in
tar bed scheen weg te zinken, in een diepe duister-
s met een ondraaglijke zwoele warmte. O... zij had
spaald koude gevat en had nu de. koorts. En mor-
in zou het wel weer helder zijn "en de zon weder
hijnen en aan alles weer een vriendelijk bekend
(zicht geven.
En de klok ging maar steeds tik-tak, tik-tak...
j
HOOFDSTUK 6.
Vanaf half negen rinkelden de kleine sleden met
vlugge paardjes door de stad en daarin zaten de
leftige" mannen, die .een jagershoed en geweer
ALGEMEEN JvJESRECHT.
Het demoeratisch-staatkundig weekblad De Wereld
(V. D.) behelst een beschrijving van heit gehouden
kiesrechtdebat, welke beschouwingen eindigen, met de
navolgende conclusie:
Ook in de kamer is er op gewezen dat 't algemeen
kiesrecht thans door alle groepen van links en door
zekere groepen in de clericale partij is aanvaard.
Dit sluit echter niet in dat al de bedoelde fractiën
de urgentie der invoering onderschrijven. En dit
verandert de zaak. Slechts oogenschijnlijk staat de
zaak van het algemeen kiesrecht er zoo gunstig voor.
Niet in waarheid. Een waarachtig voorstander van
het algemeen kiesrecht kan de urgentie-vraag niet
toelaten. Zij is voor hem een onding. Van urgentie
kan sprake zijn ten opzichte van een hervorming
welke zekere verbetering kan aanbrengen, doch niet
den grondslag der staatsinrichting raakt. Niet alzoo
ten opzichte van het algemeen kiesrecht. Dit beginsel
onderstelt dat alle sociale wetgeving gebrekkig en on
vruchtbaar moet zijn, zoo zij niet berust op den uitge
sproken wil des volks, en dus op het algemeen kies
recht-zelf. Een sociale wetgeving die uit een andere
bron voortspruit werkt met fictiën, beantwoordt niet
aan de reëele overtuiging van het volk, als geheel ge
nomen. Daarom valt met het algemeen kiesrecht niet
te transigeeren en is de urgentiemisschien wel
juist uitsluitend ten opzichte van dit staatkundig
pricipe vanzelf sprekend. Wie debat over de urgen
tie van het algemeen kiesrecht vraagt is geen waar
achtig voorstander van algemeen kiesrecht.
In zooverre dus mag niet al te veel gewicht worden
gehecht aan het verschijnsel dat iedereen heden ten
dage den mond vol heeft van algemeen kiesrecht. Er
zijn er ondanks de „verblijdende" verklaringen uit
conservatieve kringen, zeer velen in den lande die in
waarheid het algemeen kiesrecht zoo lang mogelijk
willen tegenhouden. Daarom moet, ook in onzen bond
de beweging voor algemeen kiesrecht krachtig gaande
worden gehouden, mogen wij, vrijzinnig-democraten,
ons niet laten sussen door de oogenschijnlijk gunstige
verschijnselen van dozen tijd doch is het de plicht
aller leden, man voor man, het welslagen der door
het bondsbestuur op touw gezette adresbeweging te
bevorderen.
Van het Haagsche Binnenhof.
Tweede Kamer.
Den Haag, 21 November.
Morgen .Woensdag, is de minister van Koloniën
aan het woord ter verdediging van- de Indische Be--
grooting voor 1912. Laten wij erkennen, dat ditmaal
de taak voor den heer Malefijt niet zeer gemakke
lijk is. Het vorige jaar heeft hij, tegenover de
uiterst gevaarlijke beweging van het christelijk-zelo-
tisme, waarvan ditmaal de heeren Van Vlijmen, Van
Hoogstraten (en „langs een omweg" ook dr.. Kuy-
per) woordvoerders waren, op wakkere, mannelijke
wijze postgevat. Zal hij er nu vroeg de heer Thom
son niet zonder begrijpelijke ongerustheid, voor
zwichten?
Hopen wij van beter.
De beste figuren in ons parlement, ook een dr.
De Visser van-middag, hebben gewezen op de nood
zakelijkheid om gewetensvrijheid in Indië te huldi
gen; in vredsenaam niet den onzaligen schoolstrijd
over te brengen op Indischen bodem. Wij hebben
daar hooger en heiliger taak te vervullen dan den
inlander te mengen in onze ellendige religie-twisten
en -kibbelarijen, tot schade en schande van ons eigen
gezag.
Wij hebben „Westersche cultuur" te brengen in
den goeden zin van net begrip; leiding te geven aan
het enten dier cultuur „op den Oosterschen stam'",
zooal8 dr. Bos 't in zijne ook ditmaal belangwek
kende, verdraagzame rede uitdrukte. Deze sublieme
en superieure afgevaardigde ontboezemt gaarne zijn
eerbied voor het goede, door de zending in Indië
gebracht, maar hij gruwt van de verbittering en de
ellende, dat door een kwasi-verdraagzaam systeem-
Kuyper over Insulinde zou worden verspreid
Krachtiger maken van de oeoonomische ontwikkeling,
voorshands nog onder Nederlandsche controle. Zorgen
dat de „hooge oomes" van enkele geldkrachtige on
dernemingen niet baas op 't erf worden. Het trek
ken, onder voldoende waarborgen, van werk
krachten naar de centra van nijverheid uit overbe
volkte streken. Het, door den Staat, geologisch
steeds voorgelicht, steeds stevig in handen houden
der teugels. Bevorderen dat aj*me, intelligente jon
gens kunnen worden opgeleid voor goed. technjsch
werk in Indië. Zóo kunnen we er komen. Niet door
het zaaien van geloofshaat. Niet door het minach
ten van de waarheid ,dat vrijheid van gedachte en
van geloof moet geëerbiedigd. Niet door het trachten
te „kerstenen" op eene wijze, die ons den inlander
tot doodsvijand zal maken..
Dr. De Visser heeft 't heden goed en. krachtig
gezegd. Vrijheid van belijdenis dient te wezen eerste
eisch voor eene christelijke regeering. Dat is een
mooi woord, te stellen tegenover de rede-Kuyper. De
chr.-historische sprekér is zeker vurig voorstander
der kerstening, maar hij gevoelt, dat men door klein-
zielig-benepen schifting onder de inlandsche bevolking
onberekenbare gevaren opent.
Over de Chineezen-kwesti§ is heden nog lang en
breed gesproken. De heeren Hugenholtz en Thomson
zijn 't hier eens. dat rechtszekerheid te eenenmale
ontbreekt. De Chinees in Indië valt te vergelijken
met den Jood in Rusland. Zijn grootste misdaad is
en blijft, dathij te slim is. Soms ook te sluw?...
In elk geval. wie den inlander werkelijk ontwik
kelt, maakt hem ook gaandeweg vrij van den dwang
der Chineesche sluwelingen-woekeraars, e.Lq.
Nog hebben wij gehoord jhr. Viofor de Stuers' be
kende ontboezemingen over de gruwelen in de Atjeh-
streken. Er wordt minder „neergelegd"?Ja,
zegt de excentrieke, teerhartige militarist uit Weert,
maar, meneeren, „het wild vermindert", naar
gelang uwe drijfjachten langer duren. Vergeet dat
niet... Ik ben niet gerust. Ik vertrouw de zaak niet.
Ik ben bang van uwe taktiek... Ik prefereer meer-
moreele middelen.
Nu en dan verkeerde de booge vergadering heden
in wat-lustiger stemming. Overigens was de ..animo"
niet groot genoeg, vandaag, om vóór halftwaalf, na
een appèl-nominaal, te beginnen.
Ten aanzien van de „religie-punten", met den
aankleve van dien, is nu het wachten, niet zonder
zekere spanning, op betgeen de heer Malefijt morgen
zal te beweren hebben. Zal Excellentie even flink
zijn ais een jaar geleden?Hopen wij 't van
harte. Een lange reeks van avondzittingen is reeds
aangekondigd.
Donderdagavond beginnen we met Hoofdstuk Justi
tie, enzoovoorts
Mr. AN'TONIO.
Binnenlandsch Nieuws.
bun eigendom noemden. Het was jachtdag. De slot-
apotheker Wolffer was de jachtheer.
Elegant waren de- meeste leden nu juist niet, soms
waren de voertuigen al zeer primitief. Maar het ging
er vlug en vroolijk overheen en de zweep knalde
luid.
De heeren zaten in hun pelsen gedoken en hielden
de geweren in de hand. Zij schenen in hun
verpakking allen hoogst welgedane gestalten te zijn,
die behaaglijk en zelfgenoegzaam met vergenoegde
oogen om zich heen keken.
De haele stad was vergenoegd met hen. In alle
straten en stegen stonden de winkeliers voor hun
winkels en riepen hun beleefd en onderdanig een
voordeelige jacht toe. En menig venster werd opge
schoven en een rood hoofd schoof naar buiten en
vroolijk klonk ook dan een vriendelijke groet en
veel geluk op de jacht. De heeren in de sleden had
den slechts oogen voor de vensters, waarachter zij
wisten, dat mooie meisjes en vrouwen waren. Dan
zetten zij zich in postuur en keken zich de oogen
uit, want zulk een groet bracht geluk. En de aller
slechtste schutters keken het krijgshaftigst.
Het was een lange rij. Scherpe, luide stemmen
weerklonken; zweepen knalden. „Op zij, vooruit!
Halo!"
Het was een algemeen gedraaf en geloop. Die ze
nuwachtige jagers grepen het eerst naar hun geweer,
maar zij waren, niet geladen. Een haas huppelde over
het veld. Een schot kraakte. Prosit, adieu, vader
haas gaf een jolige sprong en snelde het bosch Jn.
„Alle duivels! Wie had daar geschoten?" Een paar
paarden gingen er met de staarten omhoog vandoor,
de koetsiers zetten zich schrap achterover, zoodat
zij er bijna afvielen.
„Geier was het!"
„Ben jij des duivels, Geier? Wil je de paarden
heelemaal gek maken. Het is een schandaal, om met
een geladen geweer in een slede te gaan zitten, dat
zeg ik je!"
Het was de kantonrechter Horn, die hem dat toe
brulde. „Wanneer ik jachtheer was, ik zou je spoedig
naar huis terugzenden."' Hij was woedend en was
grof als een jager schijnt te moeten zijn.
Aan Felsenkeller, een vijftig meter van 't bosch
verwijderd, was het rendez-vous. Er waren nog eeni
ge landgoedbezltters op komst. Grog werd gebracht
en de heeren liepen in hooge laarzen, zij schenen
van hun eigen gewichtigheid diep doordrongen en te
genieten. Zij rookten als kachels en liepen af en
aan, eiken nieuwen bezoeker luid bespottend.
Geier sprak met Grell, met wien hij in dezelfde
slede had gezeten.... hij had juist voor zulk een
geval oen patroon op zijn buks gedaan.
Grell luisterde beleefd toe. Maar het geschiedde
verstrooid, want hij had zooeven van den justitie-
raad Zoecke gehoord, die even verder van hem
stond te redeneeren. dat juffrouw Agatha Wolffer, de
zuster van den jachtheer, met de slede waarin het
ontbijt voor de jagers, zou meekomen en dat waar
schijnlijk haar vriendin Dela Liesegang haar verge
zellen zou. Hij had zoo iets gehoord. En deze een
voudige en voor de jagers van weinig beteekenis
zijnde mededeeling, scheen assessor Grell inderdaad
meer bezig te houden dan al het andere.
De jachtheer blies buiten voor het huis op ziju
kleinen hoorn. De hoofddrijver, die de honden aan de
leeren riemen vasthield, liep vooraan. Aan den rand
van het bosch wachtte een heele troep drijvers, allen
waren voor het werk dat hun wachtte, met stokken
en knuppels gewapend.
Assessor Pfeil Üep op Grell toe. „Weet u ook, of
er nog meer dames komen?"
„Weet er niemendal van, waarde collega."
„Men zegt, dat jufrouw Wolffer en jufrouw Lie
segang
„Ja, daar heb ik van gehoord."
„Dokter Volgt jaagt niet mee. Zijn praktijk laat
het niet toe, overal mazelen."
„Heel erg."
„Te veel dames zouden hier ook maai* lastig zijn..
Er wordt dan maar gebabbeld en geredeneerd, en
men let niet op," meende Pfeil.
Grell lachte. „Dat kan een man zelfs met éen
dame passeeren."
Pfeil hoestte en keek met zijn groote oogen wild
om zich heen. Hij nam het geweer van zijn schouder
om het te laden. „Ja natuurlijk. En dan steeds dat
gevoel van bespied te worden. Elke onnoodige be
weging... Komt de oude Liesegang later?"
„Zooveel ik van den geheimraad hoorde, neen. Hij
had zooveel werk aan de fabriek.
„Een isegrim. Ik gexoof. dat hij een elk, die niet
van den vroegen morgen tot den laten avond ploe
tert en werkt voor een dagdief houdt. Hij jaagt
liever alleen dat is de oorzaak. Ik heb hem een
een paar maal daar boven in het bosch ontmoet, en
hij lachte grimmig en valsch als betrapte ik hem
OUD KARSPEL.
De j.1. Zaterdagavond gehouden vergadering van de
Tuinbouwvereeniging „De Eendracht", ten huize van
den heer H. J. A. Buckmann alhier, was flink be
zocht, ongeveer een 50 personen waren tegenwoordig.
Met een hartelijk welkom wordt de vergadering ge
opend dooi* den heer A. Swager Az., die daarop den
secretaris gelegenheid geeft de notulen der vorige vér-
i gadering te lezen, welke ongewijzigd worden goedge
keurd.
Met bijna algemeene stemmen wordt hierop de voor
zitter lot bestuurslid herkozen.
Punt 2 is de bespreking over het huren* of aan-
koopen van. een tweeden ijsboeicr, die heel wat tongen
los maakt. Hierbij kwam nog ter sprake een monde
linge aanbieding van den heer W. van der Molen te
Broek op Langendijk, om met zijn motor het ijs ge
regeld open te houden. Daar echter de heer Van der
Molen dit niet schriftelijk heeft verzocht en andere
vereenigingen zich hierover ook moeten uitspreken,
wordt aan het Bestuur opgedragen met den heer v. d.
Molen in onderhandeling te treden: gaat dit niet, dan
zal een tweecle ijsboeier worden gehuurd. Ook koml
bij dit punt nog ter sprake het roeien of openhak
ken van het ijs. om zoodoende geen ongenoegen meer
te wekken. Allerlei bezwaren worden hier tegen te
berde gebracht, waarom beskoten wordt den toestand
maar onveranderd te laten.
I Eene regeling voor de verdeeling in wijken voor
het openhouden der burggracht, wordt hierop goed-
gevonden.
Met algemeene stemmen wordt goedgevonden voor
liet volgend jaar weer een presentiegeld voor de alge-
mecne vergaderingen vast te stellen van f 0.25; even
eens de verhooging voor het bezoeken van federati--
vergaderingpn* van f 1 tot f 1.50.
Besproken wordt nu den coöperatieven aankoop van
molmbeer waarvoor te Zaandam, Purmerend en
Den Heklcr, prijsopgave is aangevraagd. Den Helder
bleek hierop het goedkoopst. Algemeen vindt men goed
deze stof coöperatief aan te koopen.
Van de afdeeling Langedijk van „Volksonderwijs.",
is een verzoek ingekomen, om geen leerplichtige kin
deren meei*''in heL tuinbouwbedrijf te gebruiken. Men
erkent ten volle het noodzakelijke dezer zaak, doch
inen meent, niet anders dan warme sympathie te kun
nen beluigen.
Medegedeeld wordt, dal koop- en verkoopcontracten
bij den secretaris te verkrijgen zijn en worden tot
leiden der coram. voor T nazien der rekening aange
wezen de heeren P. Kroon en O. Bakker.
Thans wordt aan de orde gesteld bespreking spoor-
plan. Door den voorzitter wordt deze zaak, die alge
meen bekend mag worden geacht, uiteengezet, waarna
het woord wordt gegeven aan de vergadering. De dis
cussies vorderen veel tijd en hoewel enkele stemmen
meer opgaan voor het grooter worden der „Centrale
markt te Broek op Langendijk, is toch het algemeen,
oordeel, dat zekér pogingen moeten worden aangewend
om de totstandkoming van een doorgetrokken spoorlijn
vanaf station Noordscharwoude tot de Wuivérslool ie
verkrijgen, in welken geest dan ook wordt besloten. Een
maximum-bedrag van f 100 van voorloopige kosten
wordt disponibel gesteld. Xa afhandeling hiervan wor-.il
het sluisplan weer ter sprake gebracht. Algemeen vóel:
op wilddieven. Een rare snoeshaan, die oude."
Grell knikte.
De beide heeren liepen nu zwijgend vorder. Pfeil
zichtbaar ontevreden.
„Hola, mijneheeren," riep de jagermeester. „Zes
heeren hier reahts naar boven." Hij noemde de
namen. „Vijf links. De anderen Ioopen op den eik
af. de achterhoede vormen u en ik. rechter Geier
Deze werd dus voorloopig buiten gevecht gesteld.
De schutters verwijderden zich langzaam met een
korten groet.
Zij waren aan, den rand van het bosch op hunne
plaatsen gaan zitten, riepen elkaar het een en an
der toe en rookten als schoorsteenen. Grell zat in de
nabijheid van den justitieraad. Uit de verte klonken
stemmen en de honden huilden en blaften. Hier en
daar viel van een boom wat sneeuw en kwam op
muts of gezicht terecht. Hoe mooi was die witte stilte
en hoe heerlijk die verwachting. Eenmaal kraakte 't
ir. het hout, het hoofd ging; vlug omhoog, het geweer
lag rustig maar gespannen in den arm. Ook Grell
werd een weinig door de jagerskoorts aangegrepeu.
Maar daar achter stond toch nog een. ander gevoel,
dat sterker was. Hij was hier uit een zeker gevoel
van plicht, om anderen niet te beleedigen door zijn
wegblijven en telkens betrapte hij zich op de ge
dachte, dat de uren al aardig omvlogen en het eind
steeds nader kwam. Hier steeds te zitten met het
geweer in de handen,, het was een offer voor hem.
Hij zag steeds een mooi, donker meisjesgelaat voor
zich en het zou een bekoring zonder wederga voor
hem geweest zijn, als hij haar achter zich had gewe
ten, spiedend en luisterend ais hij. Misschien zou
dat straks nog wel gebeuren en was het dan geen
droom en smartelijk wenschen meer.
Een korte heldere stoot op den hoorn. In de
verte weerklonk het ho! ho' hol der drijvers, het
klappen en fluiten, het slaan met de knuppels. Steeds
nader kwam het kraken en breken de eerste scho
ten vielen en de gedachten verdwenen.
De jagers speurden als honden, de geweren lagen
in de handen, een ruk en het iWc-'-" lng aan de kin.
Ho' ho! ho! Kort en helder ktor.k het in de
nabijheid. Het greep aan. Een kreet, a'.s het ge
jammer van een kind, de hazen klaagden.
Steeds luider werd het rumoer, steeds nader kwam
het gekraak en gebreek.
Wordt vervolgd.