I Cflllll, i udJ- en Ti D@ zusters Liesegang. Zaterdag l(> December 1911. .).je Jaargang. No. ">038. DERDE BLAD. CCHI. KUNSTMESTSTROOIERS EX IERWAGEXS. Voor het uitstrooien tan grootere hoeveelheden kunst mest zijn machines hel doelmatigst, omdat zij den mest veel regelmatiger vmteelen dan bij brcedwc.ipig zaaién uit de hand mogelijk is, bovendien heeft degene, die met het zaaien belast is, voel minder hinder van stof- fijno me&tsoorteii en worden zijne Idecren jviet zoo vuil. Om goede resultaten te verkrijgen moeten de mest stoffen goed gelijkmatig fijn gemaakt zijn. Is dit niet het geval, bevatten de moslstolfcn kluiten, dan moe ten zij vóór het zaaien eerst fijn gemalen worden. Hier voor beslaan verschillende mestmolens, ingericht voor dia ai en met de hand of met machines. J)e kunstmeststrooiers beslaan alle uit een bak, waar aan de toestellen voor het uitstrooien aangebracht zijn. Het geheel wordt gedragen door twee wielen. .Men heeft breedzaaieude cn xijenzaaiende kunstmeststrooiers. Men verdeelt de breedzaaiende maoliines in „schuif- machinos". spleetniacJunes en werpmach incs Een zeer goede machine van het eerste typ is dc kunstmeststrooier „Voss" van \V. Wieohelt in Güstrow. De bodem der mestkast wordt in dit werktuig afgesloten door. eene draaiende ijzeren rol. waarboven een rol met tanden als roerwerk loopt. Met een „handel" kan de uitstrooiopcnLng enger of wijder gesteld worden. Wis- selraderen zijn hier overbodig. Deze machine is door het Proefstation voor machines te Leipzig grondig onder zocht en als zeer bruikbaar aanbevolen. Bij eene be proeving van kunstmeststrooiers door de Vcreenigingl tot Ontwikkeling van dien Landbouw in Hollands Noor den-kwartier, in 1902 te Alkmaar gehouden, werd aan den kunstmeststrooier „Voss" den eersten prijs toegekend. Deze machines kunnen naar «elang dergrootte 2, 3 of 4 Meter breed zaaien. Voor het.transport door hekken en overwegen kan zij op smal spoor gezet worden. Een vertegenwoordiger van het tweede type is de „Westfalia" van 'Kuxmann en Co. te Bielefeld. Bij deze machine heeft do achterwand een opening, waar langs een soort ketting zonder einde sleept. Met behulp van wisselraderen kan men de uit te strooien hoeveel heid veranderen. J>it is een nadeel tegenover de „Voss"; een ander, voor velen nog grooter bezwaar, is het vastroesten van den strooiketting, als deze niet telkens zorgvuldig wordt schoongemaakt. Bij d,e „werpmachines" geschiedt het uitstrooien dik wijls door eené groate rol, bezet met metalen pennen, welke snel boven door den kunstmest slaan cn dezen uit den bak slingeren. Onder het rijden gaat de bodem van den bak gelijkmatig naar boven. De snelheid de zer stijging is door wisselrader te veranderen. Afgezien van dit en oenige andere nadoelen, o.a.- het i hoog uitgooien van den kunstmest, wat het lastig stui ven verergert, is dit soort werp machines nog zoo kwaad niet. Dit geldt vooral den kunstmeststrooier van Schlör. Er zijn ook kunstmeststrooiers van bovengenoemd! type, die werken door eene snel ronddraaiende schijf. Voor het uitstrooien van kalk worden ze wel gebruikt. Het zelfde principe, n.I. het'uitstrooien door een draaiende rol inet pennen, treft men dan bij'des ta lfm es ts tr o-oi- ers; ook hier is'kl'o bodem beweegbaar n.I. van vóór naar achter, waar dó rol werkt. Zij vereischen veel trekkracht. Rijenzaaiende kunstmeststrooiers dienen in de eerste •plaats om de dure salpeter-meststoffen, chili- cn Norge- salpelcr, juist p de jonge planten in de rijen te zaaien cn niet in de ledige tusschenafstanden der rijen, waar ze niet zoo nuttig kunnen werken. Vooral hij de bieten- culluuir, welke in veile streken zeer belangrijk is cn een gestadige uitbreiding ondergaat, zijn deze machines wenschelijk. Juist de bieten krijgen dc zwaarste kunst- mestbemestingen en daarbij is aitijd veel chili- of Norge- salpeter. Rijenbemesling der bieten wordt gegeven als ze jong'zijn, b.v. vóór ze de eerste maal g.wvied worden of vóór j tweede wieden na het op éen zetten. De ri jen kunstmeststrooiers worden door éen persoon geduwd, of door een paard getrokken. Zij bemesten 4 tol 10 rijen in een gang. Niet alleen heeft men thans zaai machines en chili- strooiers gecombineerd, maar ook schoffelmachine en chilistrcoier heeft men reeds in één werktuig vereenigd. Voor bemesting1 der jonge karwij in Juli zullen deze machines wellicht ook doel «na tig werken; ook hij de teelt van aardhpprien geeft ditwerktuig goede uit- komsten. Het bovenstaande zal genoeg zijn om den lezers Ie doen zien, 'dat de kunstmeststrooiei-s meer en meer in gebruik komen en tevens orril in het lioht te. stellen, dat de fabrieken steeds zoekende blijven omi machines, die er geschikt voor zijn, te co-ntbineere/n, wat tijd be spaart en daarom voordeeliger is. Bij de zaaimachines noemden we de gecombineerde machine voor het zaaien van erwten en karwij terzelfdertijd. Deze voldoet in de practijk zeer goed. Zeer gewichtig is het regelmatig uitsproeien der ie', wat door de nog veel gebruikte ierkarren met spreiborden niet voldoende plaats heeft en nog min der door de kraanvormige ierspreiders. Gegalvaniseerd Ijzeren vaten worden ook in het bui tenland meer en meer gebruikt voor het transport der ier Als sproeier gebruikt men het best buizen met gaatjes. Sommige fabrikanten leveren ook reeds iersproeiers voor rijenhemeeting, b.v. van suikerbie ten. In het buitenland gebruikt men in plaat» van ier ook wel oplossingen van chilisalpeter voor over bemesting. Bij een ierkelder en een ierwagen behoort nog een doelmatige ierpomp. Goed en veel gebruikt zij» de Hardersche ierpompen- In Duitechland gebruikt men voor dit doel ook de z.g. Membraanpompen, welke werken door middel van eene caoutchoucschijf. Dergelijke pompen worden bij bouwwerken veel gebruikt om dc iun,dee- ringen droog te houden. De metselaars noemen ze wel „kattekoppen". Pompen, die alle verontreinigingen dei ier ongehinderd mede bovenbrengen zijn lo. de ket- tiugpompen en 2o. de Hannibai-pompeii. De eerste be staat uit een buis, waarin een aantal juist passende schijven, verbonden door een ketting zonder einde, bij het pompen geregeld omhoog getrokken worden eu aldus de vloeistof meenemen. Zij hebben het na deel, dat ze niet veel bovenbrengen in evenredig heid met den gedanen arbeid. Als de schijven, wat afgesleiten zijn. wordt dit nog erger. D- Ilannibalpompen werken door middel van kogel- ventielen. Fabrikant is P. C. Winterhoff te Düssel- dorf. Het is in het landbouwbedrijf van bet grootste be- larg. dat de werktuigen zorgvuldig onderhouden wor den. Zij werken dan steeds goed en men kan er jaren lang mede arbeiden. Kunstmest en ier werken, sterk op de materialen der machines in. liet is daarom bijzonder noodig de kunstmeststrooiers, de pompen en wagens voor de uitsproeiing van ier „goed in dc verf" te houden,ze op tijd te smeren en telkens na bet gebruik onmiddellijk schoon te maken. D. E. LANDMAN. INBREKERS GEARRESTEERD. Donderdagmorgen heeft de Rotterdumsche politic een uitstekenden slag geslagen. Eenige dagen geleden Was bij dc firma '1'. van Veen ingebroken,waarbij een groot aantal kleodingstukkcn werd gestolen. L'it. het onderzoek door dc politie ingjsteid, bleek, dat bet grootste gedeelte der goederen verkocht was aan een bank van leening te Den ilaag, terwijl kleinere partijtjes in pandjeshuizen le Botterdam waren beleend. In verband hiermede heeft de politie de hand op een drietal Amsterdamsehe en een Rotterdamse!: inbreker. De politic denkt een' bende inbrekers op het spa te zijn. J»K VEEMARKT TE LEEUW ARDEN. De uitbreiding «lezer markt heelt thans zoo goed ais geheel h.aar beslag gekregen. Het getal staanplaatsen voor grootvee Ls met ongeveer I00U vermeerderd. Twee drink fonteinen ztdlen het vee ten allen tijde van verscli walcr oorzien. De staanplaatsen voor het vee zijn belangrijk verbeterd, liet hoofdgebouw op de Markt heeft er een vleugel bij gekregen voor de telé- graaf. De afdooling voor land kalveren is ten einde, besmet ting te voorkomen van tweeling-jukken mof voldoende tusschennnmten voorzien; de staanplaatsen zijn alle met tegels bevloerd, welke verbetering zich tol tevreden heid van den' handel over de geheel e breedte van hét marktterrein nistrekt. Nuchtere kalveren wordeh nooit meer, gebonden in hokken geplaatst. Verder werkt men nog aan- een in richting voor dadelijke afzondering van besmet vee. Zoo kan gerust gezegd worden, dat deze markt thans geheel aan de eischen des tijds beantwoordt. LANGS DE STRAAT. HARPAGUS' LOON. Leo schrijft in de Telegraaf: Zooals erwtjes netjes gerangschikt liggen in het frissche bedje eener sappige peul, zoo hangen, onbe weeglijk en onbewogen, acht straatjongens over de leuning van de Van Wou-brug. Ze staren met aandacht naar een voorwerp in het zwartig, dikkig, traag-bobbelend water. Het is een hoed. Een groenig, onnoozel, vet, slap deukhoedje, kinderachtig schommelend op de olie achtige golfjes. D eigenaar, een lange, schrale heer met ongescho ren wangen en ver-uitwaaierende natpiekendo haren, kijkt er naar met st,ervende oogen en de handen in zijn zakken; Bitter-moedeloos plooien zijn diep-voren- de neusrimpels naar de hoeken van z'n mond. Ineens de schelle stem van een der leuning-beleu- nende straatjongens: „Uithalen voor 'n duppie, meheer?" Achter de vage oogen des mageren heers schichti- gen pecuniaire angstvalligheden. 'n Dubbeltje, jongen? 'n Dubbeltje is veel geld, heel veel geld. 't Is maar 'n oud hoedje, 'n heel oud hoedje - 't is niet veel meer waard, 't hoedje och „Maar nou staat u met uw bloote hoof in de kou mijn ook 'n biet mot u zelf weten as u de vliegende tering op je borst mot krijgen dan niet gane jullie mee, jonges?" „Wacht Wacht es even, jongetje och ja ja, dan moest jé mijn hoed er toch maar e ja, toch maar uithalen voor 'n dubbeltje." Halfweg deze tirade is de jongen weggevlogen, heeft een vaarboom van een schuit geleend, komt terug, pikt aan den haak het druipend, triest, bemodderd hoedje op, klopt het droog op z'n knie. Dan kijkt-iee den mageren heer aan, in wiens leege oogen iets rondwaart, dat z'n pienter straatvlegels- wantrouwen gaande maakt. Hij houdt 't hoedje stevig in z'n knuisten achter z'n rug: „En nou me duppie, meheer." „Je je dubbeltje? O ja ja geef me maar eerst mijn hoed, jongetje ik zou kou vatten hihihi. „Nee meheer zoo benne me niet getrouwd. Mit mijn mot je vroeger opstaan. Eerst me duppie De heer wordt nijdig: „Kom jongen een dub- 'seltje voor het ophalen van zoo'n hqed is schan de moet ik politie halen?" Maar nu brandt er ineens in de groote, koolzwarte oogen van den jongen een laaiend vuur" van minach ting en spot. „Pelisie? Wou jij om de pelisie gaan? Mot je mijn hebbe! Krijg jij maar vliegende tering hoor g meheer!" Dal i Miüis dispoo: invloe bitxi moest bewonderenswaardig, c: Keg.ut is do»r nir. genoemd, dóch t is ligde voor Aids erdam cE, iiret onbillijk is. r,\vr dc eiscieii v.tn natuurlijk n lijk bel bleek, .'lij -.e,!' v rden verlicht of dc t de ..-lijk iu Biunenlandsch Nieuws. SI. Jluaririisurug. De vereeniging Nut en Genoegen te St. Maartens brug hield Woensdagavond in het lokaal van den keei W. Swarthof haar eerste bijeenkomst in dezen winter -s-oor leden en geïntroduceerden. De groote zaal was tot achter toe gevuld met belangstellenden. Nadat de voorzitter, de heer W. Blaauw, allen har telijk welkom heette en de secretaris, de heerj. Ra ven, de notulen der vorige vergadering had voorgele zen, welke onder dankzegging onveranderd werden goedgekeurd, werd een aanvang gemaakt met de ver schillende werkzaamheden. Achtereenvolgens traden op de heer H. Bakker met eene lezing getiteld „Brieven"; de zang vereeniging Harmonie met een tweetal zangstukjes „De Zee" on „Aan de Maan"; de heer W. Blaauw met een voor dracht „Nellus om 't Jawoord"; de jongejuffr. M. Swarthof met een tweetal zangstukjes „Het Vogel nestje" en „De Nacht", begeleid op de piano door den jongeh. G. Swarthof; de heer J. Meijer met een voor dracht „Hoe tante Bet de. courant leest"; de heer P. Klerk met „Iloe moeder Knol 't Volkslied zong"; mej. J. Appel met „Ik hoor 't en ik zie 't. maar ik begrijp 't niet"; de heer L. de Beurs met een 7-tal nummers op de gramofoon; de dames M. Sohrïeken en M. Koger en de heeren C. Spierdijk Cz. en G. Veu- ger Gz. met een tableau vivant .„Sajomo's recht spraak"; de rederijkerskamer Ondernéming met .Naar de Noordpool",; de heer W. Swarthof met een viertal nummers op de gramofoon van den heer H. Raven te Schagen en tenslotte de zangvereeniging Harmonie met „De Nederiandsche vlag", „Minnegroet" en „Des winters als 't regheut". Uit het daverend applaus, dat ieder stukje ten deel viel, mogen wij zeker wel afleiden, dat het voorge- dragene in den smaak van het publiek viel. Te on geveer éen uur sloot de voorzitter de vergadering met een woord van dank aan allen, die hadden mede- gewQrkt tot het welslagen van dezen avond. ZIJPE. I>e heer J. 15reiner le Sohagarbrug' door den Raad benoemd tót lid der Plaatselijke Schoolcommissie, heeft verklaard «tic benoeming aan te nemen. TOCH AANGEHOUDEN. Eenige dagen geleden werd, gelijk wij destijds meld den ingebroken bij mej. Sloep, Mamixkade 88, je Amslerdjfiii1 en er werd toen voor een waarde van ongeveer -vierhonderd gulden aan gouden en zilveren voorwerpen ontvreemd. Als verdacht dezen diefstal te. hebben gepleegd!, word een neef van de benadeelde j goed voor je gearresteerd, doch na verhoord te zijn, wegens gebrek Stopt z'n pet in z'n zak, trekt 't modderhoedje aan bewijs weder op vrije voeten gelaten. i diep over z'n ooren, beent een rijtuig achterna, wipt De recherche schijnt evenwel termen tc hebben gé- op de veeren en is weg vonden om den man opnieuw aan tc houden en gister- avond werd de neef op het Nassauplein door «jen paai de pcnsionneering-kwcs'.ie. Tegenover Uen onbesuisd on gezonden aandrang, de wik ie cn n#t gecnerh-i '.ac toren rekening houdende aciic naar loonsveriiooging, schelste dc minister al wat er in den loop der j;sron gedaan is voor „lotsverbetering" van tiet personeel. Toe kende bij dc groo'.e moeilijkheden, aan eenecosdediénsL regeling voor den spoorwegdienst verbonden. Rustlij den buiten de standplaats zijn als dictisllij.Lru ie beschou wen. Verkorting van den <ficxistlij<l voor liet exploilatie- personeel van 13 tot 12 uur, zou direat aanstelling van meer personeel noodig maken... Eén „technisch .staal tje", dat de heeren critici allicht ontsnapt, nu cn dan... Inderdaag mag worden erkend, dat de toon des mi nisters ditmaal minder agressief-afwijzómlwanner, was dan bij vorige gelegenheden. Een bewijs daarvan is toch ook wel, dat wat do dienstveorwaarden betreft, jdezc voor vijf jaar werden goedgekeurd, onder voorwaarde, «bit binnen twee jaar de pensioenregeling tot stand moest komen. De nieuwe, pensioenregelingen legden zulke geldelijke lasten cp dó maatschappijen, dat er voor den minister geen termen wiaren om zijn goedkeuring te onthouden aan de «loor dc maatschappijen voorgestelde regelingen van loonen en dienstvoorwaarden. NVas de pensioenregeling van de baan, men slon«l voel sterker wat betreft verbete ring van loonen cn dienstvoorwaarden. Sinds 1903 werd loonsverhooging toegekend tot een bedrag van ruim een millioen. De totale verb erbetering beioopt «jen millioex» t jaar, becijferde minister E. Regout. En bij de IJ. S. M., er was hier sprake van de S. S. beliep het" cijfer nog meer. Zeer duidelijk was de verklaring dat 'dc ad ie voor loonsverhooging door de Regeering ten sterkste wordt afgekeurd. Zegt men, de loonregeling deugt niet, «lan is 't <x>k onzin, op dien grondslag loonsverhooging te eischen. De laagte loonen moeten voorgaan. De wegwerkers hebben 's ministers sympathie. Mij dónkt, dergelijke taal getuigt niet van weer zin tegen „billijke eischen". Gelijk vroeger, pleitte de minister voor gezonde vak organisatie, terwijl «Ie Nederl. Vereeniging den klasse- strijd, d. i. ontevredenheid, kweekt, c.q. sabotage aan moedigt. De heer Troelstra zou v<x>r elk oneerlijk ontslag eene interpellatie aanvragen. Waar is mr. Troelstra's eerste interpellatie op dit stuk!... Wij meenen te mogen getuigen «lat de rede Aan minister Regout een diepen indruk heeft .achtergelaten.- en dat de heer Troelslra die impressie niet heeft kun nen wegnemen. Meer 'zal ik er niet van zeggen- voor het oogenblik. Over de regeling van Averkzaamheden hebben tv;<? nog een halfuurtje gezellig a^oortgeboomd. alsof er geen tijd te A'erspillcan Avas. Dc heer Ter 'Laan a-ond t minder gewenscht om de officiers-traktementen "bij Hoofdstuk VIII te behan delen. Vermoedelijk zag hij geen kans om dóar nu nou eens 'n uur of wat mee te „vullen" vóór Kerstmi-, 't Baatte intusschen piet. Het presidentiale voorstel ging erdoor met 5615. Oók werd goedgekeurd, met links tegen, het voorstel om Oorlog voor Marine te behandelen. Of daardoor Exc. Jan Kanon's kansen zullen stijgen? Wo meenen 't te mogen betwijfelen. Intusschen, de praatlustigheid der Kamer, ook in de replieken eindeloos-wijdloopig, neemt eer toe dan af. De kansen dat wij met Kerstmis gereed zullen zijn. gaan er niet gunstiger uitzien. Zóo staan momenteel de zaken op het Binnenhof. Mr. ANTONIO. Van dit en \*an dat. Van tiet Uaagsche Binnenhof. Tweede Kamer. Den Haag, 14 Dec. 1911. w,Wij hebben het gewone jaarlijksche spoorweg-debat Raampoort. Uit het onderzoek der politie bleek, dal bij Waterstaat doorleefd. D.w.z. de worsteling E. Re de AveggcAvorpen ringen het eigendom «Varen fan mej. gout-Troclstrawat altijd een interessant schouwspel Sloep. vormt. De heeren zijn zoo ongeveer tegen elkaar op- In verband niet deze arrestatie avk gisteravond gcAvasseai, maar ik heb zoo'n idéo, dat de meeste nog twee andere mannen aangehouden wagons nuedo- kracht toch schuilt aan de groene tafel, plichtjghckt', doelt er waren geen termen oni' ben in Nieuws is er eigenlijk niet gebracht. De Iwee par- aarest 'to houden en werden beiden dan ook op vrije - tijen staan nog' altijd tegenover elkander... Met gekruiste armen, dreigende blikken en zA\-ellende spieren. De vraag is nu, wanneer die groote worsteling zal komen! Niemand ter wereld zal dixrven ontkennen, dat mr. E. Regout, minister van Waterstaat, ingenieur, een man van groote en schitterende gaven is. Hij spreekt van 10.40 ure op den kep af!) tot vijf minuten voor half twee. .Van een stuk. Altijd even sterk, forsch, hard. luid. Altijd op denzelfden toon. in dezelfde strijdvaardige en strijdlustige houding. Altijd even/ „bij even on- versaag-1. Zonder noilie-pfipieren. Over de groote qiiaesü'-s zoo goed als over allerlei bruggen, lijntjes e.d. rechercheurs van het hoofdl»»ireau gearresteerd. Deze aanlioudSng ging met krachtig a-erzet gepaard en bij de worsteling schijnt de man "kans gezien le hebben Iavcó gouden ringen weg te werpen, die later door de recherc.he op straat werden teruggevonden. De aangehoudene woixl overgebracht naar het bureau A'oeten gesteld. Dc neef blijft in arrest ALSCHE AANGIFTE. De vorige week werd bij de politie aangifte gedaan, dal in de' woning van een timmerman, in de Belle- voysstiraat te Rpttei-dam, was ingebroken en een be drag van f trtt) 'ontvreemd. De man is tegen inbraak verzekerd. Thaiis is legen "de vrouw van dezen tim merman prcH\es-verhaaI ópgcmaakl wegens het doen van een A-alsche 'aangifle. Zij heeft bekend de inbraak ge fingeerd le hebben, het geld was in bel huishouden verbruikt. Feuilleton. ROMAN VAN KOHLENEGG. 20. „Och, zoover zal het niet komen, dat wij verdriet vap Hed\i'ig zullen, hebben," meende tante Sophie. „Dat weet ik n,og niet nu hij zoowat nergens komt en geen vrienden heeft." De breinaalden klapperden geweldig. „Wilt ge hem soms uitnoodigen?" „Neen neen Sophie, dat nu juist niet." Tante Sophie lachte Aveer haar stil, veelbeteeke- nend lachje. „Ziet ge, zoo zijn jelui nu eenmaal. Nie mand mag hem. Hij heeft ook geen geld, nauwelijks een paar stuivers voor het café en die verdient hij in extra uren op 't bureau en anders door lesgeven, De oude Rühlemann geeft geen stuiver uit, die doet niets, die vrek. Hij heeft allang een groot berouw ovei zijn eerst toegezegde kleine geldelijke hulp. Dat maakt het jonge menscli nog terughoudender. Of moet hij zich" soms het hart branden aan het een of ander lief meisje? Een man als hij is, kan dat zoo gemak kelijk passeeren, omdat hij alles ook reeds door zijn eenzaamheid zoo ernstig opneemt. Maar Hed- Avig is geen partij, nog minder dan dat; dat weten de dames, de jonge en ook de moeders, en zij bekom meren zich dus niet om hem." „Meen je Sophie?" Mevrouw Liesegang schoof een paar maal op haar stoel heen en weer en sloot voor een oogenblik de oogen,. -Ja ja Maar zij zijn misschien tenslotte niet allen zoo verstandigDela bijvoorbeeld!" Zij lachte! „Ziet ge, a,ls ik mij voor stel, dat DelaZij doet wel geen rare dingen tenminste in 't algemeen niet... Maar als zij eens iets in haar hoofd krijgt, dan kijkt zij naar rechts noch links." De vrouw van den Justitieraad had een steek laten vajlen en nam dien op. Dan klepperden de naal den weer. Dan keek zij over haar bril been. die naar de punt van haar neus was geschoven, haar vriendin rustig en scherp aan. „Hoor eens. Mathilde denk je het een of an der?" Moeder Liésèg-ang werd rood tot onder haar hoed en haar mooie keelbanden geraakten in beweging. „O. ia geen geval in geen geval ik zeide maar iets Verdenking heb ik niet. Neen, neen, dat piet. Maar ik... ik zou toch wel eens iets willen vragen. Daar wij er nu toch' óver beginnen te spreken, zoo ter loops, weet je. Dela is mij in alles een beetje vreemd, zie je raadselachtig... in een heel «ai- deren samenhang natuurlijk. En zij is dikwijls hier bij jelui dat merkwaardige arbeidersthuis heeft zij in haar hoofd. Nu ja ja... Maar bij baar zin voor al wat bizonder is, dien ken je toch Sophie, en haar eigenzinnigheid, is bij Dela toch eigenlijk alles mogelijk. En in elk geval heb ik als moeder den plicht, op alles, ook al is het nog zoo onwaarschijn lijk, te letten. Het is heel goed. dat Avij daarover eens samen praten. Ik wilde dat reeds vroeger doen, maar er kwam steeds iets tusschen. of het voegde zoo niet. Zeg. Sophie, heb jij een beetje den indruk gekregen... kan zooiets in de verste verte mogelijk zijn? Je begrijpt mij wel. Juist een meisje als Dela met haar sterk oA-erdreven fantasi^. is voor zekere romantische invloeden steeds toegankelijk, kan dat tenminste zijn... Je Aveet wel wat ik wil zeggen. Hij heeft haar een paar maal naar huis gebracht, toen Dela hier vandaan kwam. Nu, zooiets kan meer voor komen, ofschoon het beter is, dat zooiets vermeden wordt niet waar? Je bent zoo stil. Het was toch verschrikkelijk tenslotte Je moet mij eerlijk zeggen Avat je meent." „Ja, ik weet niemendal, Mathilde. Hoe kan en zal ik over zooiets praten? Dat zij hem bevalt, is best mugelijk. Wlffn bevalt zij niet? Maar ik geloof niet, dat hij zelfs de minste toenadering waagt. Hij weet maar al te goed. Avie en wat hij is." Moeder haalde verlicht adem. „Meent ge? Meent ge Averkelijk? O, ik heb dat zoo r^eds gedacht, het was ook haast niet anders aan te nemen. God zij dank! Maar gij zegt „maar al te goed" „hij weet maar al te goed" wie hij is. Dat houdt toch zekere mogelijkheden in, Sophie. Stel je Ottomar een1! voor,als zooiets mo^ht gebéuren. Het is im mers ondenkbaar „Ja bepaald." „En je meent, dat hij haar graag mag?" Dl vrouw van den Justitieraad zweeg en kneep de lippen stijf op elkaar. De breinaalden, gingen nog vlugger. „Hm... dat kan ik hem toch moeilijk zoo op den man af vragen, mijn kind. En uit zichzelf zal hij daar over toch niet praten. Ook tot Dela niet." „Denk je?" „Ja. Maar hoe kom jij daar toch zoo op. Mathil de? Hoe?" Tante Sophie nam haai* bril af en legde di< n voor haar op een tafeltje neer. Ik wil het je zeggen. Sophie, maar natuurlijk in het geheim. Je moogt er tegenover haar niets van laten merken. Dat is 't beste. Zij heeft Grell den bons gegeven. Zonder eenig bedenken. Wat zeg je daar vanGrell! Tante Lindemann is buften, zichzelf. Maar Dela 'bekommert er zJch niet om. Ook haar vader heeft ernstig en gestreng met haar gesproken. Zij wil en zij kan niet. Grell. Sophie!" Dc, raadsvrouwe speelde met haar bril op 't ta feltje. „Ik dacht het wel. Ik heb dat al eenigen tijd zien aankomen... Zeker, dat zij hem zoo zonder vorm van prcces zou wegsturenZij heeft het me overigens zelf verteld. Maar ik had er niet over willen praten, .ook niet met jou, MaithilcLe." Moeder werd stil en keek verstoord en star vanaf haór zetel het venster uit. Hm Dela had het al verteld... Had haar hart hier uitgestort, waarschijn- KRIKGEL WORDEN. Wat AAint men met kriegel worden? Als men er aan toegeeft, wordt het hoe langer hoe erger, evenals toorn of liefde, of begeerte, of Avelke mcnschclijke aan doening ook. Het bederft ons humeur, wekt «>naan gename gevoelens jegens iedereen en vérwart dén géést. Hel doet den geheelen persoon aan en maakt iemand ongeschikt rijn werk te doen en er rustig m«ïe voort te gaan. Er rijn menschen avmjh het krk^jel worden zoo in het bloed zit, dat er niets gebeuren kan, rij zijn het. Zoodra rij maar even gestoord worden in het een of ander Avat rij doen, zijn ze t al. Waar om UxJi? Als vandaag iets niet \vi 1 gelukken, web; i dan is er toch morgen weer 'n dag, om t nog eens te beproeven. Al die kleine verstorinkjes zijn met el kander liet kriegel worden niet waard, evenmin als onze omgeving zulke flauwe en onberedeneerde be zigheid j es verdient. Met dal kriegel worden kiveüci cn benadeel en Avij onszelven cn die rondom ons rijn, zoowel lichamelijk als geestelijk, want 'n gemoedsge steldheid last ten slotte het lichaam aan. „Uil het Engckch.' HOLLAXDSCHE SPREEKWOORDEN AAN DE SCHEEPVAART ONTLEEND. Waar men voor scheep kom», moet men a-oor varen. Daar komen even groote schepen aan als er afvaren. Het tij wacht op niemand. Bij den wal lang» vaart men zekerst. Niet altijd'. Blijft uit zijn kielwater, of je raakt in zijn zog. Alle grond is geen ankergrond. lijk openhartiger dan thuis... natuurlijk. Sophie kou haar veel onpartijdiger aanhoor n. evenals Agatha Wolffer waarschijnlijk...! Die koudon veel vrijer, als -ij zich niet verstandig stil hielden of in stilte haai* zijde kozen. Dela gelijk gevendat was toch altijd zoo Hm...! „Wilt gij wat op haar letten. Sophie?... op Dela?" „Gaarn,e. Maar wij moeten daarbij wèl bedenken, Mathilde. als er werkelijk wat gaande Ls... ik geloof het nog niet. kèn het zelfs niet gelooven. dat teveel attentie ook kan schaden en van spel en, nieuAvagie- righeid soms ernst maken.. Zij zien elkaar nauwelijks meer. Hij houdt zich sinds eenigen tijd ik weet niet waarom angstvallig terug, ik had 't hem toegestaan, dat hij, als de meisjes er'«varen, af en toe met ons thee dronk en een boterhammetje at. Wai heeft de man anders voor een leven? Ik wënsch- te hem wat uit zijn afzondering te Iokkfto, die het rrgste gevaar voor hem is. ook voor zijn geest en zijn mond. Maar wanneer gij meent en het wilt, kan da voor de toekomst achterwege blijven. Het ge schiedt boirendien al reeds.*' ...Ta. dat was mij heel aangenaam. Sophie." ..Mooi, mooi... arme kerel. Niemand mag hein niemand gunt hem een beetje zonneschijn." ..O. dat doe ik wel Sophie! Jij hebt goed en ge- - makkelijk praten. En bo«*endien is hij van alles zelf I de schuld." „Hij ziet bergen, waar heuvels zijn en heuvels, waar bergen zijn. Niets is voor den man eenvoudig én gewoon. Maar 't is goed ik zal oppassen..." Zoo was het gesprek afgeloopeu, waarop moeder I.iesegang later met gemengde gevoelens terugzag. Zij wist nauwelijks iets meer dan vroeger. En Sophie had gelijk: voorzichtigheid met Dela was gewenscht. maT te veel voorzichtigheid moest vermeden worden, want tenslotte dacht zij misschien zelf niet aan den man en maakte men haar met al die bezorgdheid maar attent op hem. Tante Zoecke echter was, nadat haar vriendin, vertrokken was, weer naar haar hoekje teruggekeerd en was nog een poosje in de scheme-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1911 | | pagina 9