I Cflllll,
i udJ- en Ti
D@ zusters Liesegang.
Zaterdag
l(> December 1911.
.).je
Jaargang.
No. ">038.
DERDE BLAD.
CCHI. KUNSTMESTSTROOIERS EX IERWAGEXS.
Voor het uitstrooien tan grootere hoeveelheden kunst
mest zijn machines hel doelmatigst, omdat zij den mest
veel regelmatiger vmteelen dan bij brcedwc.ipig zaaién
uit de hand mogelijk is, bovendien heeft degene, die
met het zaaien belast is, voel minder hinder van stof-
fijno me&tsoorteii en worden zijne Idecren jviet zoo
vuil.
Om goede resultaten te verkrijgen moeten de mest
stoffen goed gelijkmatig fijn gemaakt zijn. Is dit niet
het geval, bevatten de moslstolfcn kluiten, dan moe
ten zij vóór het zaaien eerst fijn gemalen worden. Hier
voor beslaan verschillende mestmolens, ingericht voor
dia ai en met de hand of met machines.
J)e kunstmeststrooiers beslaan alle uit een bak, waar
aan de toestellen voor het uitstrooien aangebracht zijn.
Het geheel wordt gedragen door twee wielen. .Men heeft
breedzaaieude cn xijenzaaiende kunstmeststrooiers.
Men verdeelt de breedzaaiende maoliines in „schuif-
machinos". spleetniacJunes en werpmach incs
Een zeer goede machine van het eerste typ is dc
kunstmeststrooier „Voss" van \V. Wieohelt in Güstrow.
De bodem der mestkast wordt in dit werktuig afgesloten
door. eene draaiende ijzeren rol. waarboven een rol
met tanden als roerwerk loopt. Met een „handel" kan
de uitstrooiopcnLng enger of wijder gesteld worden. Wis-
selraderen zijn hier overbodig. Deze machine is door
het Proefstation voor machines te Leipzig grondig onder
zocht en als zeer bruikbaar aanbevolen. Bij eene be
proeving van kunstmeststrooiers door de Vcreenigingl
tot Ontwikkeling van dien Landbouw in Hollands Noor
den-kwartier, in 1902 te Alkmaar gehouden, werd aan den
kunstmeststrooier „Voss" den eersten prijs toegekend.
Deze machines kunnen naar «elang dergrootte 2, 3
of 4 Meter breed zaaien. Voor het.transport door hekken
en overwegen kan zij op smal spoor gezet worden.
Een vertegenwoordiger van het tweede type is de
„Westfalia" van 'Kuxmann en Co. te Bielefeld. Bij
deze machine heeft do achterwand een opening, waar
langs een soort ketting zonder einde sleept. Met behulp
van wisselraderen kan men de uit te strooien hoeveel
heid veranderen. J>it is een nadeel tegenover de „Voss";
een ander, voor velen nog grooter bezwaar, is het
vastroesten van den strooiketting, als deze niet telkens
zorgvuldig wordt schoongemaakt.
Bij d,e „werpmachines" geschiedt het uitstrooien dik
wijls door eené groate rol, bezet met metalen pennen,
welke snel boven door den kunstmest slaan cn dezen
uit den bak slingeren. Onder het rijden gaat de bodem
van den bak gelijkmatig naar boven. De snelheid de
zer stijging is door wisselrader te veranderen.
Afgezien van dit en oenige andere nadoelen, o.a.- het i
hoog uitgooien van den kunstmest, wat het lastig stui
ven verergert, is dit soort werp machines nog zoo kwaad
niet. Dit geldt vooral den kunstmeststrooier van Schlör.
Er zijn ook kunstmeststrooiers van bovengenoemd! type,
die werken door eene snel ronddraaiende schijf. Voor
het uitstrooien van kalk worden ze wel gebruikt. Het
zelfde principe, n.I. het'uitstrooien door een draaiende
rol inet pennen, treft men dan bij'des ta lfm es ts tr o-oi-
ers; ook hier is'kl'o bodem beweegbaar n.I. van vóór
naar achter, waar dó rol werkt. Zij vereischen veel
trekkracht.
Rijenzaaiende kunstmeststrooiers dienen in de eerste
•plaats om de dure salpeter-meststoffen, chili- cn Norge-
salpelcr, juist p de jonge planten in de rijen te zaaien
cn niet in de ledige tusschenafstanden der rijen, waar
ze niet zoo nuttig kunnen werken. Vooral hij de bieten-
culluuir, welke in veile streken zeer belangrijk is cn
een gestadige uitbreiding ondergaat, zijn deze machines
wenschelijk. Juist de bieten krijgen dc zwaarste kunst-
mestbemestingen en daarbij is aitijd veel chili- of Norge-
salpeter. Rijenbemesling der bieten wordt gegeven als
ze jong'zijn, b.v. vóór ze de eerste maal g.wvied worden
of vóór j tweede wieden na het op éen zetten. De
ri jen kunstmeststrooiers worden door éen persoon geduwd,
of door een paard getrokken. Zij bemesten 4 tol 10
rijen in een gang.
Niet alleen heeft men thans zaai machines en chili-
strooiers gecombineerd, maar ook schoffelmachine en
chilistrcoier heeft men reeds in één werktuig vereenigd.
Voor bemesting1 der jonge karwij in Juli zullen deze
machines wellicht ook doel «na tig werken; ook hij de
teelt van aardhpprien geeft ditwerktuig goede uit-
komsten.
Het bovenstaande zal genoeg zijn om den lezers
Ie doen zien, 'dat de kunstmeststrooiei-s meer en meer
in gebruik komen en tevens orril in het lioht te. stellen,
dat de fabrieken steeds zoekende blijven omi machines,
die er geschikt voor zijn, te co-ntbineere/n, wat tijd be
spaart en daarom voordeeliger is. Bij de zaaimachines
noemden we de gecombineerde machine voor het zaaien
van erwten en karwij terzelfdertijd. Deze voldoet in
de practijk zeer goed.
Zeer gewichtig is het regelmatig uitsproeien der
ie', wat door de nog veel gebruikte ierkarren met
spreiborden niet voldoende plaats heeft en nog min
der door de kraanvormige ierspreiders.
Gegalvaniseerd Ijzeren vaten worden ook in het bui
tenland meer en meer gebruikt voor het transport
der ier Als sproeier gebruikt men het best buizen
met gaatjes. Sommige fabrikanten leveren ook reeds
iersproeiers voor rijenhemeeting, b.v. van suikerbie
ten. In het buitenland gebruikt men in plaat» van
ier ook wel oplossingen van chilisalpeter voor over
bemesting.
Bij een ierkelder en een ierwagen behoort nog een
doelmatige ierpomp. Goed en veel gebruikt zij» de
Hardersche ierpompen-
In Duitechland gebruikt men voor dit doel ook de
z.g. Membraanpompen, welke werken door
middel van eene caoutchoucschijf. Dergelijke pompen
worden bij bouwwerken veel gebruikt om dc iun,dee-
ringen droog te houden. De metselaars noemen ze wel
„kattekoppen". Pompen, die alle verontreinigingen dei
ier ongehinderd mede bovenbrengen zijn lo. de ket-
tiugpompen en 2o. de Hannibai-pompeii. De eerste be
staat uit een buis, waarin een aantal juist passende
schijven, verbonden door een ketting zonder einde,
bij het pompen geregeld omhoog getrokken worden
eu aldus de vloeistof meenemen. Zij hebben het na
deel, dat ze niet veel bovenbrengen in evenredig
heid met den gedanen arbeid. Als de schijven, wat
afgesleiten zijn. wordt dit nog erger.
D- Ilannibalpompen werken door middel van kogel-
ventielen. Fabrikant is P. C. Winterhoff te Düssel-
dorf.
Het is in het landbouwbedrijf van bet grootste be-
larg. dat de werktuigen zorgvuldig onderhouden wor
den. Zij werken dan steeds goed en men kan er jaren
lang mede arbeiden. Kunstmest en ier werken, sterk
op de materialen der machines in. liet is daarom
bijzonder noodig de kunstmeststrooiers, de pompen
en wagens voor de uitsproeiing van ier „goed in dc
verf" te houden,ze op tijd te smeren en telkens na
bet gebruik onmiddellijk schoon te maken.
D. E. LANDMAN.
INBREKERS GEARRESTEERD.
Donderdagmorgen heeft de Rotterdumsche politic een
uitstekenden slag geslagen.
Eenige dagen geleden Was bij dc firma '1'. van Veen
ingebroken,waarbij een groot aantal kleodingstukkcn
werd gestolen.
L'it. het onderzoek door dc politie ingjsteid, bleek,
dat bet grootste gedeelte der goederen verkocht was
aan een bank van leening te Den ilaag, terwijl kleinere
partijtjes in pandjeshuizen le Botterdam waren beleend.
In verband hiermede heeft de politie de hand
op een drietal Amsterdamsehe en een Rotterdamse!:
inbreker.
De politic denkt een' bende inbrekers op het spa
te zijn.
J»K VEEMARKT TE LEEUW ARDEN.
De uitbreiding «lezer markt heelt thans zoo goed
ais geheel h.aar beslag gekregen. Het getal staanplaatsen
voor grootvee Ls met ongeveer I00U vermeerderd.
Twee drink fonteinen ztdlen het vee ten allen tijde
van verscli walcr oorzien. De staanplaatsen voor het
vee zijn belangrijk verbeterd, liet hoofdgebouw op de
Markt heeft er een vleugel bij gekregen voor de telé-
graaf.
De afdooling voor land kalveren is ten einde, besmet
ting te voorkomen van tweeling-jukken mof voldoende
tusschennnmten voorzien; de staanplaatsen zijn alle met
tegels bevloerd, welke verbetering zich tol tevreden
heid van den' handel over de geheel e breedte van hét
marktterrein nistrekt.
Nuchtere kalveren wordeh nooit meer, gebonden in
hokken geplaatst. Verder werkt men nog aan- een in
richting voor dadelijke afzondering van besmet vee.
Zoo kan gerust gezegd worden, dat deze markt thans
geheel aan de eischen des tijds beantwoordt.
LANGS DE STRAAT. HARPAGUS' LOON.
Leo schrijft in de Telegraaf:
Zooals erwtjes netjes gerangschikt liggen in het
frissche bedje eener sappige peul, zoo hangen, onbe
weeglijk en onbewogen, acht straatjongens over de
leuning van de Van Wou-brug.
Ze staren met aandacht naar een voorwerp in het
zwartig, dikkig, traag-bobbelend water.
Het is een hoed. Een groenig, onnoozel, vet, slap
deukhoedje, kinderachtig schommelend op de olie
achtige golfjes.
D eigenaar, een lange, schrale heer met ongescho
ren wangen en ver-uitwaaierende natpiekendo haren,
kijkt er naar met st,ervende oogen en de handen in
zijn zakken; Bitter-moedeloos plooien zijn diep-voren-
de neusrimpels naar de hoeken van z'n mond.
Ineens de schelle stem van een der leuning-beleu-
nende straatjongens:
„Uithalen voor 'n duppie, meheer?"
Achter de vage oogen des mageren heers schichti-
gen pecuniaire angstvalligheden.
'n Dubbeltje, jongen? 'n Dubbeltje is veel geld,
heel veel geld. 't Is maar 'n oud hoedje, 'n heel
oud hoedje - 't is niet veel meer waard, 't hoedje
och
„Maar nou staat u met uw bloote hoof in de kou
mijn ook 'n biet mot u zelf weten as u de
vliegende tering op je borst mot krijgen dan niet
gane jullie mee, jonges?"
„Wacht Wacht es even, jongetje och
ja ja, dan moest jé mijn hoed er toch maar
e ja, toch maar uithalen voor 'n dubbeltje."
Halfweg deze tirade is de jongen weggevlogen, heeft
een vaarboom van een schuit geleend, komt terug,
pikt aan den haak het druipend, triest, bemodderd
hoedje op, klopt het droog op z'n knie.
Dan kijkt-iee den mageren heer aan, in wiens leege
oogen iets rondwaart, dat z'n pienter straatvlegels-
wantrouwen gaande maakt. Hij houdt 't hoedje stevig
in z'n knuisten achter z'n rug:
„En nou me duppie, meheer."
„Je je dubbeltje? O ja ja geef me maar
eerst mijn hoed, jongetje ik zou kou vatten
hihihi.
„Nee meheer zoo benne me niet getrouwd. Mit
mijn mot je vroeger opstaan. Eerst me duppie
De heer wordt nijdig: „Kom jongen een dub-
'seltje voor het ophalen van zoo'n hqed is schan
de moet ik politie halen?"
Maar nu brandt er ineens in de groote, koolzwarte
oogen van den jongen een laaiend vuur" van minach
ting en spot.
„Pelisie? Wou jij om de pelisie gaan? Mot je mijn
hebbe! Krijg jij maar vliegende tering hoor
g meheer!"
Dal i
Miüis
dispoo:
invloe
bitxi
moest
bewonderenswaardig,
c: Keg.ut is do»r nir.
genoemd, dóch t is
ligde voor Aids erdam
cE, iiret onbillijk is.
r,\vr dc eiscieii v.tn
natuurlijk n lijk bel
bleek, .'lij -.e,!' v
rden
verlicht
of dc
t de
..-lijk iu
Biunenlandsch Nieuws.
SI. Jluaririisurug.
De vereeniging Nut en Genoegen te St. Maartens
brug hield Woensdagavond in het lokaal van den
keei W. Swarthof haar eerste bijeenkomst in dezen
winter -s-oor leden en geïntroduceerden. De groote zaal
was tot achter toe gevuld met belangstellenden.
Nadat de voorzitter, de heer W. Blaauw, allen har
telijk welkom heette en de secretaris, de heerj. Ra
ven, de notulen der vorige vergadering had voorgele
zen, welke onder dankzegging onveranderd werden
goedgekeurd, werd een aanvang gemaakt met de ver
schillende werkzaamheden.
Achtereenvolgens traden op de heer H. Bakker met
eene lezing getiteld „Brieven"; de zang vereeniging
Harmonie met een tweetal zangstukjes „De Zee" on
„Aan de Maan"; de heer W. Blaauw met een voor
dracht „Nellus om 't Jawoord"; de jongejuffr. M.
Swarthof met een tweetal zangstukjes „Het Vogel
nestje" en „De Nacht", begeleid op de piano door den
jongeh. G. Swarthof; de heer J. Meijer met een voor
dracht „Hoe tante Bet de. courant leest"; de heer
P. Klerk met „Iloe moeder Knol 't Volkslied zong";
mej. J. Appel met „Ik hoor 't en ik zie 't. maar ik
begrijp 't niet"; de heer L. de Beurs met een 7-tal
nummers op de gramofoon; de dames M. Sohrïeken
en M. Koger en de heeren C. Spierdijk Cz. en G. Veu-
ger Gz. met een tableau vivant .„Sajomo's recht
spraak"; de rederijkerskamer Ondernéming met .Naar
de Noordpool",; de heer W. Swarthof met een viertal
nummers op de gramofoon van den heer H. Raven te
Schagen en tenslotte de zangvereeniging Harmonie
met „De Nederiandsche vlag", „Minnegroet" en „Des
winters als 't regheut".
Uit het daverend applaus, dat ieder stukje ten deel
viel, mogen wij zeker wel afleiden, dat het voorge-
dragene in den smaak van het publiek viel. Te on
geveer éen uur sloot de voorzitter de vergadering
met een woord van dank aan allen, die hadden mede-
gewQrkt tot het welslagen van dezen avond.
ZIJPE.
I>e heer J. 15reiner le Sohagarbrug' door den Raad
benoemd tót lid der Plaatselijke Schoolcommissie, heeft
verklaard «tic benoeming aan te nemen.
TOCH AANGEHOUDEN.
Eenige dagen geleden werd, gelijk wij destijds meld
den ingebroken bij mej. Sloep, Mamixkade 88, je
Amslerdjfiii1 en er werd toen voor een waarde van
ongeveer -vierhonderd gulden aan gouden en zilveren
voorwerpen ontvreemd. Als verdacht dezen diefstal te.
hebben gepleegd!, word een neef van de benadeelde j goed voor je
gearresteerd, doch na verhoord te zijn, wegens gebrek Stopt z'n pet in z'n zak, trekt 't modderhoedje
aan bewijs weder op vrije voeten gelaten. i diep over z'n ooren, beent een rijtuig achterna, wipt
De recherche schijnt evenwel termen tc hebben gé- op de veeren en is weg
vonden om den man opnieuw aan tc houden en gister-
avond werd de neef op het Nassauplein door «jen paai
de pcnsionneering-kwcs'.ie. Tegenover Uen onbesuisd on
gezonden aandrang, de wik ie cn n#t gecnerh-i '.ac
toren rekening houdende aciic naar loonsveriiooging,
schelste dc minister al wat er in den loop der j;sron
gedaan is voor „lotsverbetering" van tiet personeel. Toe
kende bij dc groo'.e moeilijkheden, aan eenecosdediénsL
regeling voor den spoorwegdienst verbonden. Rustlij
den buiten de standplaats zijn als dictisllij.Lru ie beschou
wen. Verkorting van den <ficxistlij<l voor liet exploilatie-
personeel van 13 tot 12 uur, zou direat aanstelling van
meer personeel noodig maken... Eén „technisch .staal
tje", dat de heeren critici allicht ontsnapt, nu cn dan...
Inderdaag mag worden erkend, dat de toon des mi
nisters ditmaal minder agressief-afwijzómlwanner, was
dan bij vorige gelegenheden.
Een bewijs daarvan is toch ook wel, dat wat do
dienstveorwaarden betreft, jdezc voor vijf jaar werden
goedgekeurd, onder voorwaarde, «bit binnen twee jaar
de pensioenregeling tot stand moest komen. De nieuwe,
pensioenregelingen legden zulke geldelijke lasten cp dó
maatschappijen, dat er voor den minister geen termen
wiaren om zijn goedkeuring te onthouden aan de «loor
dc maatschappijen voorgestelde regelingen van loonen
en dienstvoorwaarden. NVas de pensioenregeling van de
baan, men slon«l voel sterker wat betreft verbete
ring van loonen cn dienstvoorwaarden. Sinds 1903 werd
loonsverhooging toegekend tot een bedrag van ruim
een millioen. De totale verb
erbetering beioopt «jen millioex»
t jaar, becijferde minister E. Regout. En bij de
IJ. S. M., er was hier sprake van de S. S.
beliep het" cijfer nog meer.
Zeer duidelijk was de verklaring dat 'dc ad ie voor
loonsverhooging door de Regeering ten sterkste
wordt afgekeurd. Zegt men, de loonregeling
deugt niet, «lan is 't <x>k onzin, op dien grondslag
loonsverhooging te eischen. De laagte loonen moeten
voorgaan. De wegwerkers hebben 's ministers sympathie.
Mij dónkt, dergelijke taal getuigt niet van weer
zin tegen „billijke eischen".
Gelijk vroeger, pleitte de minister voor gezonde vak
organisatie, terwijl «Ie Nederl. Vereeniging den klasse-
strijd, d. i. ontevredenheid, kweekt, c.q. sabotage aan
moedigt. De heer Troelstra zou v<x>r elk oneerlijk ontslag
eene interpellatie aanvragen. Waar is mr. Troelstra's
eerste interpellatie op dit stuk!...
Wij meenen te mogen getuigen «lat de rede Aan
minister Regout een diepen indruk heeft .achtergelaten.-
en dat de heer Troelslra die impressie niet heeft kun
nen wegnemen. Meer 'zal ik er niet van zeggen- voor
het oogenblik.
Over de regeling van Averkzaamheden hebben tv;<?
nog een halfuurtje gezellig a^oortgeboomd. alsof er geen
tijd te A'erspillcan Avas.
Dc heer Ter 'Laan a-ond t minder gewenscht om
de officiers-traktementen "bij Hoofdstuk VIII te behan
delen. Vermoedelijk zag hij geen kans om dóar nu nou
eens 'n uur of wat mee te „vullen" vóór Kerstmi-,
't Baatte intusschen piet.
Het presidentiale voorstel ging erdoor met 5615.
Oók werd goedgekeurd, met links tegen, het
voorstel om Oorlog voor Marine te behandelen. Of
daardoor Exc. Jan Kanon's kansen zullen stijgen?
Wo meenen 't te mogen betwijfelen.
Intusschen, de praatlustigheid der Kamer, ook
in de replieken eindeloos-wijdloopig, neemt eer toe
dan af.
De kansen dat wij met Kerstmis gereed zullen zijn.
gaan er niet gunstiger uitzien.
Zóo staan momenteel de zaken op het Binnenhof.
Mr. ANTONIO.
Van dit en \*an dat.
Van tiet Uaagsche Binnenhof.
Tweede Kamer.
Den Haag, 14 Dec. 1911.
w,Wij hebben het gewone jaarlijksche spoorweg-debat
Raampoort. Uit het onderzoek der politie bleek, dal bij Waterstaat doorleefd. D.w.z. de worsteling E. Re
de AveggcAvorpen ringen het eigendom «Varen fan mej. gout-Troclstrawat altijd een interessant schouwspel
Sloep. vormt. De heeren zijn zoo ongeveer tegen elkaar op-
In verband niet deze arrestatie avk gisteravond gcAvasseai, maar ik heb zoo'n idéo, dat de meeste
nog twee andere mannen aangehouden wagons nuedo- kracht toch schuilt aan de groene tafel,
plichtjghckt', doelt er waren geen termen oni' ben in Nieuws is er eigenlijk niet gebracht. De Iwee par-
aarest 'to houden en werden beiden dan ook op vrije - tijen staan nog' altijd tegenover elkander... Met gekruiste
armen, dreigende blikken en zA\-ellende spieren. De vraag
is nu, wanneer die groote worsteling zal komen!
Niemand ter wereld zal dixrven ontkennen, dat mr.
E. Regout, minister van Waterstaat, ingenieur, een man
van groote en schitterende gaven is. Hij spreekt van
10.40 ure op den kep af!) tot vijf minuten voor
half twee. .Van een stuk. Altijd even sterk, forsch, hard.
luid. Altijd op denzelfden toon. in dezelfde strijdvaardige
en strijdlustige houding. Altijd even/ „bij even on-
versaag-1. Zonder noilie-pfipieren. Over de groote
qiiaesü'-s zoo goed als over allerlei bruggen, lijntjes e.d.
rechercheurs van het hoofdl»»ireau gearresteerd.
Deze aanlioudSng ging met krachtig a-erzet gepaard
en bij de worsteling schijnt de man "kans gezien le
hebben Iavcó gouden ringen weg te werpen, die later
door de recherc.he op straat werden teruggevonden.
De aangehoudene woixl overgebracht naar het bureau
A'oeten gesteld. Dc neef blijft in arrest
ALSCHE AANGIFTE.
De vorige week werd bij de politie aangifte gedaan,
dal in de' woning van een timmerman, in de Belle-
voysstiraat te Rpttei-dam, was ingebroken en een be
drag van f trtt) 'ontvreemd. De man is tegen inbraak
verzekerd. Thaiis is legen "de vrouw van dezen tim
merman prcH\es-verhaaI ópgcmaakl wegens het doen van
een A-alsche 'aangifle. Zij heeft bekend de inbraak ge
fingeerd le hebben, het geld was in bel huishouden
verbruikt.
Feuilleton.
ROMAN VAN KOHLENEGG.
20.
„Och, zoover zal het niet komen, dat wij verdriet
vap Hed\i'ig zullen, hebben," meende tante Sophie.
„Dat weet ik n,og niet nu hij zoowat nergens
komt en geen vrienden heeft."
De breinaalden klapperden geweldig.
„Wilt ge hem soms uitnoodigen?"
„Neen neen Sophie, dat nu juist niet."
Tante Sophie lachte Aveer haar stil, veelbeteeke-
nend lachje. „Ziet ge, zoo zijn jelui nu eenmaal. Nie
mand mag hem. Hij heeft ook geen geld, nauwelijks
een paar stuivers voor het café en die verdient hij
in extra uren op 't bureau en anders door lesgeven,
De oude Rühlemann geeft geen stuiver uit, die doet
niets, die vrek. Hij heeft allang een groot berouw ovei
zijn eerst toegezegde kleine geldelijke hulp. Dat maakt
het jonge menscli nog terughoudender. Of moet hij
zich" soms het hart branden aan het een of ander
lief meisje? Een man als hij is, kan dat zoo gemak
kelijk passeeren, omdat hij alles ook reeds door
zijn eenzaamheid zoo ernstig opneemt. Maar Hed-
Avig is geen partij, nog minder dan dat; dat weten
de dames, de jonge en ook de moeders, en zij bekom
meren zich dus niet om hem."
„Meen je Sophie?" Mevrouw Liesegang schoof een
paar maal op haar stoel heen en weer en sloot voor
een oogenblik de oogen,. -Ja ja Maar zij zijn
misschien tenslotte niet allen zoo verstandigDela
bijvoorbeeld!" Zij lachte! „Ziet ge, a,ls ik mij voor
stel, dat DelaZij doet wel geen rare dingen
tenminste in 't algemeen niet... Maar als zij eens
iets in haar hoofd krijgt, dan kijkt zij naar rechts
noch links."
De vrouw van den Justitieraad had een steek
laten vajlen en nam dien op. Dan klepperden de naal
den weer. Dan keek zij over haar bril been. die naar
de punt van haar neus was geschoven, haar
vriendin rustig en scherp aan.
„Hoor eens. Mathilde denk je het een of an
der?"
Moeder Liésèg-ang werd rood tot onder haar hoed
en haar mooie keelbanden geraakten in beweging. „O.
ia geen geval in geen geval ik zeide maar iets
Verdenking heb ik niet. Neen, neen, dat piet. Maar
ik... ik zou toch wel eens iets willen vragen. Daar
wij er nu toch' óver beginnen te spreken, zoo ter
loops, weet je. Dela is mij in alles een beetje
vreemd, zie je raadselachtig... in een heel «ai-
deren samenhang natuurlijk. En zij is dikwijls hier
bij jelui dat merkwaardige arbeidersthuis heeft
zij in haar hoofd. Nu ja ja... Maar bij baar zin
voor al wat bizonder is, dien ken je toch Sophie, en
haar eigenzinnigheid, is bij Dela toch eigenlijk alles
mogelijk. En in elk geval heb ik als moeder den
plicht, op alles, ook al is het nog zoo onwaarschijn
lijk, te letten. Het is heel goed. dat Avij daarover
eens samen praten. Ik wilde dat reeds vroeger doen,
maar er kwam steeds iets tusschen. of het voegde
zoo niet. Zeg. Sophie, heb jij een beetje den indruk
gekregen... kan zooiets in de verste verte mogelijk
zijn? Je begrijpt mij wel. Juist een meisje als Dela
met haar sterk oA-erdreven fantasi^. is voor zekere
romantische invloeden steeds toegankelijk, kan dat
tenminste zijn... Je Aveet wel wat ik wil zeggen. Hij
heeft haar een paar maal naar huis gebracht, toen
Dela hier vandaan kwam. Nu, zooiets kan meer voor
komen, ofschoon het beter is, dat zooiets vermeden
wordt niet waar? Je bent zoo stil. Het was toch
verschrikkelijk tenslotte Je moet mij eerlijk
zeggen Avat je meent."
„Ja, ik weet niemendal, Mathilde. Hoe kan en
zal ik over zooiets praten? Dat zij hem bevalt, is best
mugelijk. Wlffn bevalt zij niet? Maar ik geloof niet,
dat hij zelfs de minste toenadering waagt. Hij weet
maar al te goed. Avie en wat hij is."
Moeder haalde verlicht adem. „Meent ge? Meent
ge Averkelijk? O, ik heb dat zoo r^eds gedacht, het
was ook haast niet anders aan te nemen. God zij
dank! Maar gij zegt „maar al te goed" „hij
weet maar al te goed" wie hij is. Dat houdt toch
zekere mogelijkheden in, Sophie. Stel je Ottomar
een1! voor,als zooiets mo^ht gebéuren. Het is im
mers ondenkbaar
„Ja bepaald."
„En je meent, dat hij haar graag mag?"
Dl vrouw van den Justitieraad zweeg en kneep de
lippen stijf op elkaar.
De breinaalden, gingen nog vlugger.
„Hm... dat kan ik hem toch moeilijk zoo op den
man af vragen, mijn kind. En uit zichzelf zal hij daar
over toch niet praten. Ook tot Dela niet."
„Denk je?"
„Ja. Maar hoe kom jij daar toch zoo op. Mathil
de? Hoe?" Tante Sophie nam haai* bril af en legde
di< n voor haar op een tafeltje neer.
Ik wil het je zeggen. Sophie, maar natuurlijk in
het geheim. Je moogt er tegenover haar niets van
laten merken. Dat is 't beste. Zij heeft Grell den bons
gegeven. Zonder eenig bedenken. Wat zeg je daar
vanGrell! Tante Lindemann is buften, zichzelf.
Maar Dela 'bekommert er zJch niet om. Ook haar
vader heeft ernstig en gestreng met haar gesproken.
Zij wil en zij kan niet. Grell. Sophie!"
Dc, raadsvrouwe speelde met haar bril op 't ta
feltje.
„Ik dacht het wel. Ik heb dat al eenigen tijd zien
aankomen... Zeker, dat zij hem zoo zonder vorm van
prcces zou wegsturenZij heeft het me overigens
zelf verteld. Maar ik had er niet over willen praten,
.ook niet met jou, MaithilcLe."
Moeder werd stil en keek verstoord en star vanaf
haór zetel het venster uit. Hm Dela had het al
verteld... Had haar hart hier uitgestort, waarschijn-
KRIKGEL WORDEN.
Wat AAint men met kriegel worden? Als men er
aan toegeeft, wordt het hoe langer hoe erger, evenals
toorn of liefde, of begeerte, of Avelke mcnschclijke aan
doening ook. Het bederft ons humeur, wekt «>naan
gename gevoelens jegens iedereen en vérwart dén géést.
Hel doet den geheelen persoon aan en maakt iemand
ongeschikt rijn werk te doen en er rustig m«ïe voort
te gaan. Er rijn menschen avmjh het krk^jel worden
zoo in het bloed zit, dat er niets gebeuren kan,
rij zijn het. Zoodra rij maar even gestoord worden
in het een of ander Avat rij doen, zijn ze t al. Waar
om UxJi? Als vandaag iets niet \vi 1 gelukken, web; i
dan is er toch morgen weer 'n dag, om t nog eens
te beproeven. Al die kleine verstorinkjes zijn met el
kander liet kriegel worden niet waard, evenmin als
onze omgeving zulke flauwe en onberedeneerde be
zigheid j es verdient. Met dal kriegel worden kiveüci
cn benadeel en Avij onszelven cn die rondom ons rijn,
zoowel lichamelijk als geestelijk, want 'n gemoedsge
steldheid last ten slotte het lichaam aan.
„Uil het Engckch.'
HOLLAXDSCHE SPREEKWOORDEN AAN DE
SCHEEPVAART ONTLEEND.
Waar men voor scheep kom», moet men a-oor varen.
Daar komen even groote schepen aan als er afvaren.
Het tij wacht op niemand.
Bij den wal lang» vaart men zekerst. Niet altijd'.
Blijft uit zijn kielwater, of je raakt in zijn zog.
Alle grond is geen ankergrond.
lijk openhartiger dan thuis... natuurlijk. Sophie kou
haar veel onpartijdiger aanhoor n. evenals Agatha
Wolffer waarschijnlijk...! Die koudon veel vrijer, als
-ij zich niet verstandig stil hielden of in stilte haai*
zijde kozen. Dela gelijk gevendat was toch altijd
zoo Hm...!
„Wilt gij wat op haar letten. Sophie?... op Dela?"
„Gaarn,e. Maar wij moeten daarbij wèl bedenken,
Mathilde. als er werkelijk wat gaande Ls... ik geloof
het nog niet. kèn het zelfs niet gelooven. dat teveel
attentie ook kan schaden en van spel en, nieuAvagie-
righeid soms ernst maken.. Zij zien elkaar nauwelijks
meer. Hij houdt zich sinds eenigen tijd ik weet
niet waarom angstvallig terug, ik had 't hem
toegestaan, dat hij, als de meisjes er'«varen, af en
toe met ons thee dronk en een boterhammetje at.
Wai heeft de man anders voor een leven? Ik wënsch-
te hem wat uit zijn afzondering te Iokkfto, die het
rrgste gevaar voor hem is. ook voor zijn geest en
zijn mond. Maar wanneer gij meent en het wilt, kan
da voor de toekomst achterwege blijven. Het ge
schiedt boirendien al reeds.*'
...Ta. dat was mij heel aangenaam. Sophie."
..Mooi, mooi... arme kerel. Niemand mag hein
niemand gunt hem een beetje zonneschijn."
..O. dat doe ik wel Sophie! Jij hebt goed en ge-
- makkelijk praten. En bo«*endien is hij van alles zelf
I de schuld."
„Hij ziet bergen, waar heuvels zijn en heuvels,
waar bergen zijn. Niets is voor den man eenvoudig
én gewoon. Maar 't is goed ik zal oppassen..."
Zoo was het gesprek afgeloopeu, waarop moeder
I.iesegang later met gemengde gevoelens terugzag. Zij
wist nauwelijks iets meer dan vroeger. En Sophie had
gelijk: voorzichtigheid met Dela was gewenscht.
maT te veel voorzichtigheid moest vermeden worden,
want tenslotte dacht zij misschien zelf niet aan den
man en maakte men haar met al die bezorgdheid
maar attent op hem. Tante Zoecke echter was, nadat
haar vriendin, vertrokken was, weer naar haar hoekje
teruggekeerd en was nog een poosje in de scheme-