f Conraot, tropen i Lid- ss Thdo&v. ScliBtsei lit Ie BiclM De zusters Liesegang. **OOp I koolsoorten vooral als men het blad van bieten en kan gemist worden. Jc weet toch... kooien 'Xs veevoeder bezigt. de gezicht, strak... Een haast-onmerkbaar sarcastisch i l>at is oen lange toelietiung geweest, maar ik hoop Zc zweeg. De arme gekimd Het bieeke, wocden- I7.n. t.-. l «ifK, n.» Imn .li I...L-U» <lti »;i I liesl tie- Zaterdag 6 Januari 1912. 56e Jaargang. No. 5049. TWEEDE BLAD. CCVL EEN CAUSERIE OVER STALMEST. De stalmest js en blijft voor <le meeste boerderijen van den grond en hoogc loonen, zuinig te zijn, wil hij j hooidmcst. Hij is dai suids eeuwen geweest en zal zelf het eene jaar door het andere gerekend, een bé- ïet wei blijven, ai wordi er nuasl hein ui toenemende hoorlijke verdienste hebben. mate kunsunot gebruikt, btalmesi is een gemaakciija Wie vee heeft, krijgt mest en hel is zaak, dien zoo- iun te wenden mesisoort, omdat inj alle sloiien beval, veel mogelijk en toch zoo goedkoop mogelijk te bewa- weike de planten noodig hennen om te groeien. Dn ren. Wie stroo heelt, kan dit ieder jaar legen behoorlijke zijn er drie. stikstof, loslodzuur en kali. Wei prijzen verkoopen. In den mest is het wellicht maar >men zc met altijd m de goede v^nliouding Voor, een vierde van den koopprijs waard. Hieruit volgt, jaar dan kan hei te kort gemakkelijk i>or kunstmest dat men zoo min mogelijk stroo in de stallen gebrui- angevuid woiden. JUUOd K.G. stalmest z - ;amddeld ken moet. Juist genoeg om dc dieren een goede lig- jevutteiii lóu iv.U. stikstof, loü K.G. kaü rs, K.G. ging te bezorgen en ook niet meer! osiorzuur. Wanneer deze hoeveelheid op 1 j land De urine der dieren heeft de grootste mestwaarde bemesting wordt aangewend, is pet nest ygeujk, en daarvan mag niets verloren gaan. Deze kostbare .t de inesL niel genoeg opneembaar planten.oedsei stof moet zooveel mogelijk en zoo snel mogelijk in jvat, want een oogn per 11.A. van ÖUUOo voederbieten een ierkclder of groot, gesloten ieivat verzameld wor- .ïaall \t hel land Lid K.G. stikstof, JOU K.G. kali den. en tilt K.G. fosiorzuur. De stikslol uit stalmesi is zoo- De stalmest moet regelmatig uitgespreid worden op wat hall opneembaar in hel eerste jaar. De bieten een mestvaalt, liefst met waterdichten bodem, b.v. een kunnen er wellicht 7080 K.G. .uit opnemen, wat belonvloer. Hij moet voldoende - vastgetrapt worden, ecfitèi' «iet genoeg is, want er is lal) Iv.u. is als dit noodig is en voldoende vochtig zijn. Als de Je grond uil zickzeil nog tamelijk voorzien van stikstof, mest te los en Ie droog is. gaat bij schimmelen, lam kan iiij liet ontbrekende uil dien aanwezigen voor- waardoor de waarde vermindert, aad aanvullen, anders zal er ecuige balen cliili als Heeft men een soort schuur boveil een mestvaalt uilpmcst bij gestrooid moeten worden. Klei en zavel- gebouwd en laat men daarop jong vee locpen, dan 'ronden kunnen zelf door de voortdurende ontleding van krijgt men een zoogenaamden potstal. Daarin krijgt uivoivveerde gesleonledeeltjes aile benoodigdén kali Ié- men heel goeden mest, maar het is zoo'n broeinest veren, zoodal deze niet aangevuld behoeft te worden, van veeziekten en Wron van melkveront- vóórdat blijkt, dal de grond niel genoeg kali meer kan reiniging, dal velen den potstal beslist afkeuren- sarcastisch l-»Ul t) IA.II lOUgV 10VUVUU.IQ OX- - O'OOdfCn- er een paar dinngen door duidelijk gemaakt te hebben, trekje om de lippen, tiekje, dat nij, Djrks, best be- welke velen nog nipt goed weten. Als ze hel nu maar speurde. lezen! „Ga-je gang maar!' zei ze op die ijzigen loon, Stalmest werkt dus gunstig om twee redenenlo. om- waarmede zij wist hem, merveuse zwakkeling, te im- dat hij voedsel in den grond brengt en 2o. omdat hij teeren, vooral Daan zal 't je wel vertellen En ze den toestand van den grond verbetert. nclitte haar koude, ,d reigonde oogen op hem... Halt-bang, Tocli is het in vele gevallen niet aan te bevelen dat-ie zou uilbarsten. .berekenend wal ze, in dat gr va., stalmest aan te koopen, omdat hij m den regel te wel doen zou... Wetend, en genietend van da duur betaald moet worden. Laat ons stellen, dat goede, matig veiTotte stalmest f 4,50 per 1000 K.G. waard is, dan zijn we zeker niel te laag. Als de samenstelling slecht is, kan hij echter wol met 1 2.50 per 100 K.G. naar waarde betaald zijn. Vooral in groentenverbouwende streken betaalt men er dikwijls veel lioogere prijzen voor. Wij betwijfelen echter sterk, of dat verstandig is. Al heeft de groenteteler nu en dan een rijk jaar, hij is toali genoodzaakt door hoogc pacht- of kóópprijzen ten, hoe ze hom hinderde. Oom Daan zou, als-ic kwam te vallen, een drie a vier mille nalaten. Meneer Dirks liad geïnformeerd.... Hij gedoofde niet, dat T meer dan 'n kleine duizend, zou wezen... Maar oomc Daan was hel groote dreige ment gebleven. Die kwam altijd pp .Donderdagavond, zoo tegen 'n uur of acht, negen... En dan moest meneer Dirks alles verduren. Lessen aanhooren, hoe hij z'n lief, biaaf, alles-opofferend, hem heelemaal niet noodig hebbend, uit liefde alles naar hem sacrifiëerend vrouwtje had te behandelen.... En dat daar nog zooveel aan te-kort kwam. Dal hij te veel rookte, te veel biertjes dronk. En nog meer... Meneer 'Dirks had de houten steeltjes van een paar tabakspijpen al stuk-ge knauwd ;van [nijdigheid over, ooine Daan z'n preekerijen Maar hij had zich weten in te houden. Nu kwam zij, Klaar, weer met oomo aanzetten. Ilij- frommelde een stuk papter tussehen z'n vingers tot een balletje... Dacht: Jongen, Dirks, houd je fatsoen! Denk om de klanten!.... Hij ging verder. Maakte hel ijzeren geldkistje open. iteikle haar twee riksen over. 't Was feitelijk on mogelijk. Hij moest er den wissel van Van Klaveren voor uitstellen, 'n SchandaalEen knak voor Zijn krediet. Maar redeneer nu eens tegen een dol wijf, dat niets wil begrijpen... De twee zitvoi-scliijven rolden naast hem neer. wel!" siste Klaar, „as-je mij daarmee Lu dwang vertoonend op dien misère-dag: ,,'t is m« toch finaal door het hoofd gegaan, hè?Wat la nou zestien gulden?Gistermiddag z-k ik nog tegen ArieWaar is die beroerde kwajongen n,u- toch?Dien z'n schuld i» 'tAfijn Maar meneer Van de Water reikte hem het papier over, na geantwoord te hebben, dat-Je „met hom-zelf* had gesproken „Och, beste meneer, we kennen dat. hè?..." ..Wat kennen,!? Wèt: hè. nu!?..." Meneer Dirks had net-zoo-lief.. Had hij gedurfd... Maar hc*t vuur sprong uit z'n langgetergde, nu al van vroegdag af getarte oogen. „Wat kénnen!? „Nou, maak-Je zoo dik niet, vader! Zeg liever: ik hèb de centen niet. Dat's alvast eerlijker en royaler. Met al die kouwe-drukte!" „Heb-Je niet!?" brulde meneer Dirks. nu door-alle»- heen, „dan zou ik moeten wezen zoo'n mispunt, zoo'n hongerlijder als-jij... Die voor 's Rijks centen des avonds in de Kroon biertjes en grogjes zit te zuipen met zijn familieHèb-Je niet!Deuren wer den opengerukt. Er was getrippeltrappel in 'thuis... juffrouw Dirks kwam er bij, en ook Arie, de gramstorig—wraakgierige bediende van de zes cen ten voorschot „Hij heeft ze best!" gilde Klaar, nog woest over haar vijf pop, „hij laat liever zijn gezin honger lijdon en mij voor schandaal loopen. Zöo'n vent is-ie!" „Groot-gelijk!" beaamde deurwaarder, meneer Van de Water. Toen rinkelde er iets in 't kamertje achter meneer Dirk? z'n winkel. 1 Want de eigenaar had deurwaarder beetgegrepen, met ijzeren vuist, reus van kracht door zenuwover spanning Juffrouw Dirks gilde. Buren, belangstellenden kwa men toeloopen 't Was, op vooravond van langdurig foest, een heele herrie „Dank-je wel!" siste Klaar, „os-je mij denkt af te schepen!... Ik zal^ 't wel aan oome Daan Ib ^eb liem veroordeelen, arm, veelgeterg- vracen, hoor! Dag, licverl!de manneke. Wijfje, meenend dat haar bedreiging met e.l- Hij was krijt-hleek. Want 't scheelde 'n haartje, oom effect sorteerde, dribbelde heen... iegelijk werd of ze jia(jcjen hem tot gevangenisstraf veroordeeld. -vtikt aan de glazen deur, die winkel van huis- j <je getabberde heeren. Nu kwam-Ie er nog met geldboete, zij 't tamelijk kamertje scheidde." De bediende met een kwitantie. ,,Acht-en-zestig gulden, veertig... Den 3den!" brom de arme meneer Dirks in wiens slapen 't hamerde. En nu sloot hij de oogen. Was 't hem, of hij zich bevond temidden van een 00 reiniging, leveren. In dezen behoeftigen toestand verkeeren v616 met volle overtuiging schaar ik me aan hunne zijde! zandgronden. Gelukkig is kalimest niet duur. Kaïniet, De potstallen moeten de wereld uit! chloorkalium en patentkali worden het meest gekocht. Als de stalmest op hot land gebracht wordt, moet wilde golven-branding... Knelde hij de knoppen der Volgons het gehalte van den stalmest is er fosiorzuur hij onmiddellijk en zorgvuldig uitgespreid worden en leuningen van zijn armstoel in zijn brandende handen., genoeg, maar ze is in een slecht oplosbaren toestand, op bouwland verdient het aanbeveling den uilgespreddcn Tik... tik... Voet men of vermoedt men, dal de grond arm aan mest dadelijk dun onder Ie ploegen. Dat is het meest De magere, blceke jongen met de onverschillige, ■>sforzuur is, dan geeft men bij den stebnest iiog afdoende middel om verlies door vervluchtiging van mets-begrijpende, flelsclie oogen, K)5U0 K.G. superphosfaat. ammoniak, dus stikstofvorlies op afdoende ma- .,-M. J~" Het is in het algemeen goed zoo te bemesten, dat nier te voorkomen. Bewaart allen mest zuinig en op Hij, ■- grond ruim voorzien is van lostorzdur en kali. Deze de beste manier, dat is hier werkelijk ook de goed- wat es dien 'kosten niet veel en worden in den grond goed koopste. Een ierkelder kan er niet bij gemist worden! lasting... Ook al goed!.... inj ta t- T a|s sohooier te laten brandmerken. Haalde D. E. LANDMAN. itgeJioudea en blijven ook in regenrijke tijden voor spoeling bewaard. De stikstof is duur, zakt gemakkelijk mot 'l water •g en gaat daardoor verloren. Daar moet men om- zientig mee te werk gaan. Stalmest is dus maar betrekkelijk een volledige mest. Dikwijls bevat hij genoeg van de eene voedingsstof i imaar te weinig van een ot beide andere. Bij zware be- 1 mesling kan men teveel stikstof geven, waarvan dan een deel ongebruikt verloren gaat, wat zeer schadelijk ZÜ gezegd, de glazen deur van den winkel nijdig ach- 1 is. omdat stikstofhoudende meststoffen zeer duur zijn. ter zk'li dichtklappend... Vooral op lichtere gronden verkrijgt men daarom Hij liad geknikt, 't Kon wel wezen. Maar hoe kón MENEER DIRKS. HET DWANGBEVEL. Meneer had den 3eïï de kvvilansje besteld..'' Dirks, rukte een laadje open. Grabbelde in al was aan zilvergeld.. Drie tientjes voor de be- Hij verdraaide, vertikte 't aten brandmerken. Haalde z'n oude. portemonnaie voor den dag. Een 'riks. drie gulden, wat klein geld... Nóg een muntje... Alles- en-alles... Hij zou van-avond... Eerste van drie feest dagen, niet naar z'n kaartclubje gaanBest drie dagen krom-liggen... Op zes centen-na was 't geld zware, af. Hij stortte tranen van dankbaarheid, in een ge voel van verlichting. Thuis wachtte Klaar' hem met stijf-opeengenepen lippen en gekruiste armen... Hij moest 't nog eens probeerenHaar vijf pop-extra te weigerenals zij die noodig had! MAITRE CORBEAU. gewoonlijk dc beste resultaten door aan een liehle be- i nou mesling mot stalmest nog een lichte bemesting met nebzoo-goed als hij-zelf. kunstmest toe te voegen. Men spreekt dan van bemes ting met half stalmest en liaj 1 f kunstmest. Bovenstaande uiteenzetting is meteen goed om dui- U'. ie maken, du hij, die eenige jaren lajig aJleen chili bemest, «hm grond armer maakt aan fósfor- üüur en kali. Zot* iemand pleegt roofbouw. Wie alleen Imet' suj>er of. slakkemmeel bemest, haalt d)a stikstof en de kali uit den grond en pleegt eveneens roof bouw. Wie met beide stoffen bemest, verarmt den grond alleen aan kali. Vele kleigronden zijn daarvan voor tientallen van jaren voorzien en het is voordcelig om dien oveivloed aan te spreken. Zoolang men met fosfor- zuur en stikstof goede opbrengsten krijgt, moet men geen geld aan kalimest uitgeven. Als het noodig is, kan men daarin immers dadelijk voorzien. Bij1 ruim T," c „Pas die ceuten er maar bij!" gelastte veelgeplaag- J ocnavms hebbtrn ze garis met appsdmoes!' had de mepeer Dirks. De jongen bleef staan. Had op een douceurtje ge rekend. vóór de feestdagen. Zocht in zijn dood-oude portemonnaie naar ietsDrie centen. Eindelijk was 't er. Stortte meneer Dirks het groote bedrag in, de wach tende, magere, teleurgestelde, koude handen van den stamelde 'n mensch aanhouden, wetend, beseffend toch, Binnenlandsch Nieuws. Zc was teruggekomen. Had hem 't was een schandaal, want de meid jongen van den notaris kwam juist boodschappen halen, een oude rok voorgehouden. „Bot Schavers heeft een satijnen rokhad1 zij hem toegesist, en jij laat je .bloedeigen vijf voor schande loopen. Daar moet een eindJ an kommc. Hoor-je dal?.... 't Kaai me niet schelen, wie 't verslaat. Waar zijn z'n duizend gulden gebleven!?... Meneer Dirks had zich weten goed te houden, ie beheerschen. Hij had de zakjes en pakjes voor den (notaris weten gereed te maken met een kwasi-zoet-lievig gezicht. De meid had hem verteld van de mnzeltjcs, waar de jongste nolarisspruit aan leed.... Hoe het wurm 's machls aan koorts had geleden. Haar, Micn, zelfs 'niet herkend. Meneer Dirks luisterde naar het voldoende bemesting met super, en daarbij chili, behoeft men geen vrees te koesteren voor uilputting vari den verhaal, onderwijl krentjes verkruimelend. Denkend, grond. Zoodra de landbouwer, die op de hoogte der j zM mij. met d'r kuren en fratsen, toch niet de 'jcdendaagsche bemestingsleer is, licmerkl, dal er kali- I klanten welen weg te krijgen. Luisterde naar het cin- jeihoefte is, zal hij dla»rin uit welbegrepen eigenbelang i dclooze verhaal vani do boeredeem, die niet begreep, dadelijk cn ruimschoots voorzien. wat er in meneer Dirks gezin omging... Toch kan uitsluitend gébruik van kunstmest zeer 't Mas eene marteling, maar hij had overwonnen, liclite gronden op den duur benadeelen en wel als er Binnen, in z'n kantoortje, was de vrouw terugge- te weinig plantenrest, te weinig humus in den grond komen. blijft. Dit bestanddeel geeft den grond uitstekende eigen- I ..Wit-je dat tientje jiou gaven. ja of neen?'' schappen als voldoende losheid, groote waterhoudende 't Was of eene bovenmenschelijke kracht hem be- kracht, krachtige bactcri&nwerkzaamheid', enz. Door den heerachle. Hij dwong haar te gaan ziüen. Meneer Dirks grond met stalmest te bemesten maakt men hem rij- S'n£ cijferen... Overstelpte haar met cijfers... Die dui ker aan humus. Nochtans is dit alleen van merkbaren j g ilden van hun huwelijk... Alsof hij niet, hog invloed, als men dikwijls en herhaaldelijk er mede be- half jaar na hun trouwen, had borg-gestaan voor - - - i ikma ,-,n b,nn.r- mest Niet zelden wordt de hu misvormende kracht s-an 1 vcertien-hon<terd-en-vijfb^gi.Wen ten bate van haar den slalraesl-^veraohat; 30.000 K.G. «talmat bevat nog bmw .'nm Waar geen ccn -ran terecht m» gekomen... geen 6000 K». humus, een hoeveelheid, welke rogge, >'e luj. lol tel hntste halve centje loc had moeten haver of larwc reeds in sloppols en wortels op hel land betalen... I \W» haast om dmve'sch fe worden I achterlaat. Bij het ondcrploegen van een snede klaver Bn telkens kwam ze weer op die duizend gulden I mag men zelfs op de dubbele hoeveelheid humus reke- terug. Inen Weihig humus leveren aardappelen, uien. bleien, ..Ik zeg je toch. Klaar, da! er geen dubbeltje meer dusik krijg van u dus de knaap, in-nijdig door de teleurstelling Maar vluchtte voor de brandend-woedende oogen van patroon En in dien gemoedstoestand had meneer Dirks zich eindelijk, achter de toonbank teruggetrokken in z'n gewone hoekje, a,chter het lessenaartje. Hij dacht aan de feestdagen, die volgden't kookte, 't grim de, 't woelde bij hemHij dacht aan zijn kaart- purtijtje. En nu kwam een spitsige kop, vlak naast hem, te voorschijn,. „Dus je geeft 't niet! siste Klaar hem toe „Best, meneer, wacht jij maar!" De bediende zag hij best, glunderde van pret Die had z'n zes centen nog niet eens Had 'n riks voorschot willen vragen Werd, met druk-schutterig gedoe, de winkeldeur geopend. Kwam binnen, met hatelijk grijnslachje om de lip pen, hem toeknikkend met de ijskoude, tergende oogen,Meneer Dirks was in een wip bij hem-.. Alles beefde,, trilde, sidderde in hem Als zij er eens de lucht van kregen In een wip, ook, waren zij samen in, het kamertje. Hij. Dirks en meneer Van de Water, de deurwaar der van de belastingen. „Ga-zittten! Ga-zitten!" zei meneer '.Dirks-, die den ander eerst Woensdag, op zijn vroegst, verwacht had. „Nee, excuseer, geen tijd!" zei Van de Watei, en zijn gezicht scheen uit te drukken: Verbeeld-je nou [maar niet, dat ik frère-et-aoni' wil zijn met iemand, wie,ti ik voor zoo'n kleinigheid 'n dwanghiljet moet komen brengen... „Gupst-nog-toe!" zei Dirks, 't alleruiterste van zelf- MIERINGEN. Als bijzonderheid dient zeker wel vermelding, dat bij den heer G. K. alhier de erwten al fllnlc boven den grond staan en dat op 1 Jan. jl. op het dak van de woning van den heer C. W. alhier een nest met jonge spreeuwen ontdekt is. WIERIN'GEN. Gedurende het jaar 1911 werden aan het hulppost kan,toor te Wieringen door de Rijkspostspaarbank 956 inlagen en terugbetalingen behandeld, tot een geza menlijk bedrag van f 39007.70. POLITIE. Ter secretarie der gemeente An,na Paulowna zijn inlichtingen te bekomen betreffende een onbeheerd gevonden heerenrijwiel. MOND- EN KLAUWZEER. Vrij zeker door besmetting van uit de provincie Groningen aangevoerd vee, is in Friesland weer mond en klauwzeer uitgebroken. De ziekte is in drie stal len geconstateerd in Barradeel en Tietjerksteradee NAAR INDIë. Voor een paar weken ging een 18-jarig'meisje uit Heerenveen elders logeeren. Zij keerde, tot groote on gerustheid harer ouders, niet terug. Bij onderzoek is thans gebleken, dat zij met haar verloofd^ stilletje* op reis gegaan is naar Indië, niet een der stoomboo- t^n van den Rotterdamschen Lloyd. Namens de ouders is telegrafisch haar terugkeer gelast. VERBRAND. Door het te dicht bij de gloeiende kachel komen geraakten de kleertjes van het zevenjarig dochtertje van den werkman Hers, wonende in de Heerenstraat te Gouda, in, brand. Met hevige brandwonden werd het kind in hot Van Iterson-Ziekenhuis opgenomen, alwaar het spoe dig overleed. VERREGAANDE BALDADIGHEID. In den nacht van 1 op 2 Januari hebben onverlaten deerlijk huisgehouden te Oude Avereesi, gem. Balk brug (Ov.). Bij verschillende landbouwers werden hekken uitgelicht en in de slooten geworpen. Vee stallen losgemaakt, waardoor dit vee op verschillen de plaatsen moest worden, opgezoch t en aan de school werden ruiten en de pomp vernield. Ook de pastorie der N.-H. Kerk aldaar werd niet vrijgelaten, de hek ken der afrastering werden uitgetild, en over de tram lijn geworpen, benevens andere voorwerpen op de lijn gezet, welke door den machinist werden opgemerkt en verwijderd. Terugkomend werden die voorwerpen wederom op de lijn gelegd, wat evenwel wederom door den machinist werd gezien en waardoor geluk- Feuilleton. ROMAN VAN KOHLENBGG. a üola -was druk op den zolder bezig en neuriede J vroolijk een liedje. Zij Jiep vlug heen en weer van mand tot de lijn, bukte en strekte zich. Zij met haai' gedachten bezig ven blijkbaar zeer opge dekt. Het rook naar frisch, vochlig himeoi. I Wij hadden al dat goed ook weL naar den Ueekcr kunnen zenden'dachL de moeder nog, Jrwijl zij zieh op dat oogcnblik de vraag van tante xindcmaim herinnerde. Ja, deze had eigenlijk gelijk gehad. Toen riep zij van achter het vochtige linnncn, dat door den vind heen en weer ging: „Dela!" „Ja, wat is er? O moeder, is u hel, Wat is u vlug naar boven gekomen, u is er rood \an.' ,,.la, ik..ben het. Ik moot eens met je praten kind lief.' Zij kwam haastig nader en haar gelaat stond Azoo ernstig, dat Dela wel moest begrijpen, dat het ie:s Veel «iirnsugs was. En toen haai- moeder den mond fcpsnde voor hot eerste woord, toen wist Dela dadelijk ïvaaroYet' het zou zijn, en wat haar wachtte De voor den kwamen aarzelend, ja, een beetje zinneloos er dan weer haastig. Zij moest eerst wat over i..-sluite!oosheid heenkomen, hoar boosheid meester wor den en tegelijk niet to veel afkoelen, op dat zij in feet oog van zichzelf en van Dela recht had om ver- Intvaa.-digd te zijn, en toch niet hard en liefdeloos verd, IJ Dela stond eerst met een onbeweeglijk gelaat daar, nvaarin een vreemde-, wilde trek was ingegroefd. Even als van een mensch, wiens levensinhoud men aantast, He men in het varm-kloppendc hart grijpt. Het kwam :oo onverwacht als als een ruwheid;, cn in is eiY1' binnenste was toch ook de laalste dagen te veel mziu-'nninn»> angst en opgewondenheid geweest, j Ir.u- locder ging dicht voor haar staan en sprak haar •jnch £ij had eindelijk den rechten toon gevonden, zoo- i c de vloed har-r rede vrijer werd. Maar Dela wilde niet hooren. Zij wist maar al te ed, wat al deze woorden van, verwijt, die verma- •"le mildheid en. behoedzame aanvallen hadden te beteekenen. Dat dat, wat zich daarachter verborg, i van dag tot dag, van week tot week scherper, star- j der en onverbiddelijker worden ?ou. En misschien wilder dan elk gevoel was haar schaamte. Dat moeder tot haar kwam en tot haar zeide in het. gezicht: je hebt, iets met een man,! want de woorden liefde en verloofd die vermeed moe der met opzet, eerder had zij in de esrste opgewon denheid gesproken van zich afgeven en dat de blik ken van haar moeder wezen op stille bijeenkomsten, op kussen, op omhelzingen, op lieve woordjes, dat was haar onverdraaglijk. Dat luide woord, dat was leelijk, vergrofde, vernederde alles. Men keek als in een gebarsten spiegel. Men stond daar met han gende armen als een meid, die tot haar liefste was geslopen en gesnapt werd. Dela bekeek zichzelf met de spottende oogen van anderen. Hoe hoog was het daar ginds als men zweeg en 't hart gloeide en de stemmen der vogels een mensch als lichtstralen om- sprankelden en hoe gewoon was alles, als men met een koel hart als toeschouwer daarston,d. Dat gevoel verdoofde al het andere in haar en deed haar op dat oogenblik haar eigen gevoel van toegenegenheid niet meer begrijpen. Slechts heel on der in haai* hart bleef de druk, het branden, als 'n noodlotswil, waarvoor men stechts kon sidderen een alles verterende golf van wee, de angst, als zag zij in een tot ernst verstend mannengelaat Zoo stonden de beide vrouwen, tegenover elkaar op den ruimen zolder, vanwaar men ver over de stad kon h eenzien. Aan den, blauwen hemel trokken wolken voorbij: klokken tonen kwamen plechtig tot haar over. De witte wasch woei en geurde. Dela stond tegen het latten werk geleund en staarde naar buiten. Zij zag kleine menschen op de markt en zag een klein, huisje tegen het woud schemeren.Of hij nog naar buiten zou zijn gegaan en op haar wachtte, het gelaat in het koele gras woelend, de vingers troosteloos in de aarde gravend. Haar hart was stil en droevig. En op eenmaal, als gleed een sluier van haar af, als viel een plompe last van haar wezen, het was haar onverschillig wat al de anderen van haar zei den. Spraken zij ook niet over hem, dien zij in het geheel niet kenden? Zij was hem alles. Hoe open en eerlijk was h'ij voor haar geweest. Als was zijn innerlijk van allen dwang bevrijd. Hoe waren zijn oogen vrooljjker geworden, zoodat zij de wereld mooier en vrijer zagen. Hij had met een verstand ge leefd, dat steeds had gedacht leelijke en onaange name dingen het gevolg van den haat en de bit terheid van een jong en naar liefde hakend leven; nu bloeide hij op in de warmte van een alles over- heerschend gevoel van liefde. Zij was hem alles. Behoefde het meer? Haar hart hing met al zijn innigheid aan hem. Dela antwoordde niet meer. Zij liet zich aan haar gedachten over, als stond haar moeder niet meer naast haar. Zij zag honderden vensters in de zon gloeien. Toen geschiedde het, dat moeder den draad van haai gedachten weer kwijt raakte. Voor een oogenblik. Zij voelde wat er achter dat strakke meisjesgezicht voor gedachten wijlden. Steeds komt een punt, dat voor de vrouw, de moeder te zwaar wordt, waar zij liever zou willen helpen, steunen, de handen toesteken sneelen eu geruststellen. Maar het nuchtere verstand hield het masker van strengheid stevig vast. „Kom nu mee aaar beneden, Dela. Mieke kan, met Guste de wasch wel alleen klaar maken. Ik moet het papa zeggen, wanneer hij uit de fabriek thuis komt. Mijn beenen sidderen mij onder het lichaam, kirdlief. Denk er om, het is een ding voer het leven, voor het heele, lange leven. Jij leeft alleen maar in het vuur van heden. Ik heb zoo weinig vertrouwen In liet geheel niet. Tante Lindeman» is buiten zich zelf. Je weet, zij vergelijkt allen met dien anderen. Er is in 't geheel geen. zekerheid. Oom Zoecke, die in den beginne voor den referendaris sprak, is reeds lang verdrietig en is hem van harte moe. Ik kan je geen hoop geven, mag dat niet, mijn kind, zelfs wanneer ik het wilde. Wij ouders moeten ook hard en vast kunnen zijn, al doet het ons ook nog zooveel pijn. Je zult er ons eenmaal dankbaar voor zijn, Dela. Dela! kom, Mieke moet naar boven. Wij kunnen het nu niet langer met elkaar bespreken. Wij moeten 't papa zeggen. En hij heeft juist nu zooveel zorgen in de fabriek, dat schijnt mij tenminste toe, al zegt de man, geen enkel woord. Hij zal van al die on zekerheden voor de toekomst, niet willen hooren. Nu niet en nooit. Geloof mij, wij meenen het goed, o zoo goed met je, Dela." Zij trad weer op haar dochter toe. Zij sloeg de armen om haar heen. „Dela!" „Ja moeder en u wilt niet voor mij voor ons spreken met vader?" Dela keek haar moeder zoo kalm en helder aan, dat deze de oogen inoest afwenden. ..Neen! ik kan niet kind, ik mag niet." „Waarom niet?" „Je weet het. Je zult het jezelf wel kunnen zeg gen." Dela schudde 't hoofd. „Er verloopen nog jaren." „Juist daarom. Weet ge wel, wat zij brengen? Zij maken je moede o, zoo moede en bestelen jvj van alles." „U moet mij' helpen, moeder. Ik ben niet tichi- zinnig. U kent mij. Het kwam niet ove - mij bi j nachL' „Jij ben! steeds je e!gan weg gegaan. Het ongewone hcefl je steeds aangelokt.'' „Is 'Tal een gebrek, wanneer m-n aan zichzelf be hoort en aan zichzelf trouw blijfl?" „Er liggen meer gevaren daarin, als je wel dankt mijn kind Slechts wie de wereld kent, mag zichzelf trouw zijn." „Dat wel dat kan ik niet gelooven. Ik zie zoo helder tol in -zijn hart. Geen hoekje in hem L mij verboTgen. Hij.heeft een hand noodig. een ge! Ben jelui dan zoo gruwelijk wreed"7 zoo onbarmhartig? Kunl gij dan in koelen bloede een mensch verdoivu lalen gian? Ik wil dot niet! Mijn hart is bij hem Zij sloot de oogen, zij zeide het doodsbleek en de tranen liepen; >iiaar over het gelaat. Gij moet mij helpen moeder. Ge moet mij bijstaan. Wat is eer» moeder die haar kind pp een oogenblik als dit in den steek laai? Vergeef mij wal ik zeg. Moeder. ïfc kan niet anders. Ik heb hem lief Zij verborg in een uitbarsting van wanhoophaar gelaat aan de borst harer moeder. „Wees kalm Dela. Wees kalm. Wij willen nu naar beneden gaan. Neem je. in acht voor Gusle. Ook Mieke weet nog niemendal.' En de vrouw streelde met 'haastige hand het donkere haar van heur dochter. Er was- een verbittering, een toom. .bijna een haat in haar binnenste tegen "den man, <ïie zulk een macht over haar hartstochtelijke- dochter had. En een groote toorn ook tegen den huize Zeeo.ke. waar alles zich had ontsponnen, ook al hadden de iustiüeraad en tante Sophie daaraan direct geen schuld. Wat er on dteii avond in de woning van Licscgang mn de Niederlorsfausse werd gesproken, heef! niemand in de slad ooit ervaren. Dc gordijnen waren dicht gty

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1912 | | pagina 5