Grepan uil LiJ- en Tuinbouw
De zusters Liesegang.
Zaterdag 13 Januari 1912.
öCe Jaargang. No. 5053.
vernietigen; die moet men laten slikketi pnder een erwten cn dan kost dat middel per mud pit, te
zwaar gewas .wintergraan of een welig voeder- of groen- zaaien erwten de enorme som van 60 cent. M buk. hl en
JjemestingSgewas (wikken, klaver). geven de gebruikers dan ajs zoovfeie anderen, mij een
Bij denewerking van de zwaardere gronden moet in attest waarin zij naar waarheid kunnen getuigen:
de allereerste plaats, zooidra het gewas aan hoop „best en goedkoop i n .het gebruik",
hok slaat den stoppel vlak worden omgeploegd. Als dit Laten zij er ook aan denken, dat oen verbruiker
direct ge/xmrt, is ook in droge jaren den grond nog het al jaren met succes tegen tar web rand
nicl te hard. Blijft de stopp.u onbewerkt liggen, dan gebruikt, zooals de attestenreek;» aangeeft,
droogt hij spoedig sterk uit'en wordt in een droge Mijn dank voor de opname.
DERDE BLAD.
CCVn. DE PLOEG NAAST DEN KUNSTMESTZAK
IN EERE.
„Einst war der Pflug das Wahrzcigon des Land-
Vv. REYFFERT.
Gen.-Agent Corvusine.
Amsterdam, 11 Januari 1912.
Andere kranten, die het verslag over Corvusine op
namen, worden verzocht dit op te nemen.
Door eeu gulden op het
schavot gebracht.
Ken moordgeschiedenis te Assendelft in 1795.
Naar historische gegevens bewerkt.
Da's waar ook Frits, de vorige maal heb ik
periode lotaal oniiandelbaar.
Der Pflug soll am Ernte wagen h&n-
gen! zegt een bekend Duitsch spreekwoord. Ik zou
er de volgende zeer vrije vertaling van willen ©even:
De meeree harige ploeg moet aan den zelfbinder han
gen-' of anders de ploeger moet de zichters op
de hielen zitten!
Bij 't gebruik der moderne viertandeultivators kan
men bij gelijke bespanning en tijd meer stoppelveld
losmaken da,n met den meerscharigen ploeg, maar 't
werk is niet zoo degelijk. Dit tusschen haakjes!
De omgeploegde stoppel moet dra geëgd worden
----o soms na. vooraf gerold te zijn opdat het on- ,v.%v «w
wirts, dan scltien er jalirzehntelang vom Düngersack kruidzaad rustig kan ontkiemen. Als dat voldoende beloofd do geschiedenis te zullen vertellen van den
verdrüngt zu sein. Wctnn der Pflug wieder neban dern heeft plaats gehad, kan de grond andermaal bewerkt beruchten moordenaar Bruin Brinkman, die in de
Düngersack zu Ehren kame, so ware dies sicher kein worden. Indien het land niet met een wintervrucht jaren dat wij in De Wijk gewoond hebben, daar zijn
Schaden fiir den Romerlrag des Ackerbaues. (Professor bezaaid wordt, moet. het zoo laat mogelijk diep ge- schurkenstreken volvoerde en door een toeval, door
™r' YPj1 i" B:resllauploegd worden, liefst met smalle voren, en aldus „ruw' j een gulden namelijk, op het schavot gebracht werd
„Eertijds was de ploeg net ondeiseheiduigsleeken; blijven liggen. om aldaar voor zijn misdaden te booten. Je moet dan
van den landbouwer, daarna scheen hij tientallen van Van de voorjaarswerkzaamheden wil ik hier slechts weten Frits, dat de ouders van dien jongen le Vel-
jaren door den kunstmest verdrongen te zijn. Wanneer melden, dat ploegen in het voorjaar als een noodzake- zen woonachtig, al heel vroeg zijn gestorven, zoodat
de ploeg weder naast den kunslmestzak tol cere kwam, ijj.it kwaad beschouwd moet worden- Cultivator, egge Bruin Hen laste kwam van het publieke armbestuur
zou zulks zeker geen (nadeel voor de zuivere op- en rol zijn dan i'Q de weer. „Die Walze ist die Mut-|dat hem nu eens hij dezen, dan weer bij genen land-
brengst van den akkerbouw zijn." ter des Unkrauts" de rol is de moeder van het man uitbesteedde. Het gevolg hiervan was dat onze
Lezende jn een der leerzame werken van den be- onkruid), is een spreekwoord, dat wei eenige waar-Drum hoegenaamd geen opvoeding kreeg, hoewel niet
von_Rümkertrof mij bovenstaand heid inhoudt, als men de rol onnoodig in het voor- ontkend piag worden, dat zoo hij hier óf ergens aan I vergeten, 'gaat hij er heen en berooft hem van zijn
jaar gebruikt. 'den slag kon komen in 't boerenwerk, hij voor twee gouden hemdsknoopen. O menschelijke gier!
Bij lichte gronden loopt men steeds groot kon werken. Er zat evenwel weinig in dien jongen en ,a> Frits, ge kunt u voorstellen hoe verder den ge-
gevaar door te veel bewerking, de structuur van den i vooral, zooals later dan ook gebleken is, was aan boelen nacht die stumpers van kinderen gehuild heb-
grond te bewerken. Dit soort gronden moet men zoo- de ontwikkeling van zijn ondeugden de vrije ruimte ben, waar niemand op hun roepstem hen Ier hulpe.
veel mogelijk begroeid houden. Dit kan geschieden gelaten maar, zoo ik zeg, op rijperen leeftijd werkte snelde. Eerst 's anderen daags om 9 uur vond hen
om brood cu ka-'D
d-
In <1;
idó 'vai
verle
den
uilic. De goede
eren, gril inet
den dijk geko
i zwager neer.
wijs, dat zijn baómp,"aan <13 buit
dijk liggen en verzoekt hem om as-isl
man, zonder ceiiigen argwaan le ko r,
lxcm tAeo èn buiten langs de kluft ove:
men. vat Bruin zjn bijl cn vel! zij
Hierop teruggaand, g-i: hij mar blnn
zijn zuster <.p haar navra'ig waar Gerrit h* ef. dat
deze builen iets legen den ni ;r deed, waarna zij
hem vroeg, of hij ook een stuk brood ine! een kop
koffie lustte. Op zijn bevestigend antwoord M-_henkt
zij hem zijn koffie in en voor zij goed begrijp! wat
hier gebeurd, vdt hij ook haar terneer. O, broedermoor
denaar I O, zustermoordenaar! Nu is de baan vrij. Fluks
naar de bedstede gaande, ziet hij «daarin lol zijn
ontsteltenis zijn nichtje Maartje slapen; maar wat nood!
kan hij haar niet slapende opbeuren en ergens neerleg
gen? Zoo gedacht zoo gedaan, maar o wee! het kind
wordt wakker en herkent hem; wat zal hij beginnen
met die 8-jarige"' IXxxl! en zonder zich vender le be
zinnen, slaat hij haar neer.
IIoo luttel was zijn vondst: zes-en-1 win lig gulden,
benevens eenige sieradenmeer vondt hij niet en zich
gramstorig voortspoedende, tuk op meer, komt hij in
de keuken en ziet daar zijas zwagers twee jongste
kinderen, van welke de oudste was zittende in een
kooitje in de badstede cn het andere en jongste in do
kakstoel bij de glaven.' Zijn bijl opnemende om ook
hen te doodeti', bezint hij zich „uithoofde hunner on
wetendheid en onnoozele kindsheid' en het jongste,
hetwelk hem kraaiende begroet nog zoenende, verlaat
hij vlug het huis. Builen tegen den dijk aan lag zijns
zwagers lijk en zich herinnerende nog .iets te hebben
door overwegenden roggebouw en de teelt van serra-
della, klaver en dergelijke groenmest- of voederge-
als aardappelen, koolrapen, mapgel-
citaat, zoowel om zijn belangrijken inhoud als om
den schoonen vorm, waarin de gedachte gegoten was.
Wie vertrouwd is met de landbouwpraktijkzal den
Breslauer geloerde gaarne gelijk geven en uit eigen
ervaring kunnen getuigen, dat de oordeelkundige grond
bewerking ook heden nog den grondslag .u; van
de bodemproductie.
Het groote belang eener rationeele grondbewerking
noopt me er heden eenige algemeene beschouwingen Wortelen of haver zullen volgen. Men ploege en
over te geven. op zandgrond zoo min mogelijk. Tijdens den groei der
Voorop gesteld zij, dat zware en lichte grond eene gewassen dient men, op alle grondsoorten h elf bovenste
verschillende bewerking cischen om bij beide lo-t hetzelfde 'grondla,agje door wieden met de hand, of machinaal,
doel te geraken, d. i. den grond de „kruimelsIruatuu®' zoo lang mogelijk los te houden. Slaat de grond door
.te geven, verbonden met 'de gewcnsehle „akkergaar- zwaren regen dicht, dan zoodra mogelijk losmaken,
heid' (Ackergahre). i Onder het losse, droge, bovenlaag je blijft de grond
De zware grond is een vrek, die door zijn sterk ab- beter vochtig en de lucht kan heter in den grond
sorplievermogen de kracht om liet plantenvoedsel dringen, als er geen dichte korat bovenop zit.
onoplosbaar in water te maken en het aldus vast 'te Zooveel over de uitvoering der grondbewerking, en
tot slot nog de volgende aanhaling van Prof. Von
Rümker;
„Wat wij door rationeele grondbewerking van
„oude kracht" in omloop brengen, maakt dit sluime
rend kapitaal rentegevend. Dit is verstandig, want
wij stoppen ons spaargeld toch tegenwoordig ook niet
meer renteloos in den kous! Wij beleggen het rente-
gevend in of buiten het bedrijf. De rationeele grond
bewerking is ook heden nog de grondslag van de
bodemproduotie, daaromden ploeg naast den
kunst mestzak in eere hersteld!
D. E. LANDMAN.
houden), zijn colloïd-rijkdom lijmachtige bestand-
deelen van' groot gewicht) jsn zijne water-capaciteit
waterhoudende kracht), alsmede door de langzame
ontleding van zijn kunstmestvoorraadde schatten. Welke
hij in zijn schoot geborgen heeft, krachtig vasthoudt.
Door veelvuldige bewerking moeten wij den gierig
aard zijne schatten ontwringen ten bate van onze ge
wassen.
De lichte grond daartegenover is een verkwister, die
de hem ter bewaring gegeven voorraden water, plan
tenvoedsel en humus, veel 'te spoedig kwijt raakt, om
dat hij een gering absorptievermogen, een kleine wa
tercapaciteit en nagenoeg geen colloïden bezit en de
humus door ruime luchtloetreding ras verteert.
Als wij den lichten grond weinig bewerken, gaan
we die verkwisting der bodemschatten heel "wat tegen.
De voordcelcn der 'goed uitgevoerde bewerking zijn
dus vooral te behandelen op de zwaardere gronden.
Hierop zal een doelmatige grondbewerking zooveel plan
tenvoedsel los maken en voor de plantenwortels be
schikbaar stellen, dat de bemesting nog slechts het
ontbrekende heeft aan te vullen om toch hooge opbreng
sten ie bekomen. Rationeele grondbewerking en be
mesting moeten elkanders werk aanvullen.
De kosten eener bearbeiding blijven gelijk, of ze heden
of een week later geschiedt, doch het uitvoeren op het
juiste t ij d s t i p, om het grootste effect ervan ie
behalen, kan een beduidende besparing geven op de
bemestingskosten. Voor de nadeelen van ..roofbouw'
behoeven we ons niet te beangstigen, als we slechts
controle houden op de mestbehoeften onzer akkers.
Het is een feit, dat doelmatig bewerkte akkers dik
wijls zonder bemesting prachtige oogsten leveren; maar
het is ook oen waarheid, dat een rijkelijke bemesting
op verkeerd behandelden grond toch niet den ver
wachten grooten oogst geeft.
Het hoofddoel der grondbewerking is
de „akkergaarheidj".
Het is die toestand van den grond, waarin de toe
gankelijkheid voor zuurstof, koolzuur en water het voil-
komenste en de bacteriënwerkzaamhcid bij aanwezig
heid van voldoende omzetbare lnimusstoffen het leven- i
digste is.
Als de grond „gaar" is. heeft hij de kruimelstnictuur,
-te vergelijken met het aanzien van een goed witte- j
ingezonden.
CORVUSINE.
Mijnheer de Redacteur,
ln uw geëerd blad van 6 Januari, dat mij eerst he
den, ter hand komt, vind ik het verslag van eene voor
dracht gehouden door Dr. H. M. Quanjer uit Wage-
uingeu.
Genoemd verslag maakt melding dat na de pauze
door den geaehten spreker, waarschijnlijk op een ge
stelde vraag, werd behandeld Corvusine.
Volgens uwe mededeeling werd gezegd dat het een
goed middel is, doch veel te duur en
zooveel geld er voor te nemen achtte spre
ker BEDROG. Men kan even goed teer aanwenden,
wat veel goedkooper is.
Wat bet laatste aangaat, dit:
faangezien teer, teer is, en corvusine, corvu
sine en beide hunne eigenaardige werking, hebben,
is vergelijking in deze beide materieën buitengeslo
ten en dientengevolge iedere prijsvergelijking, ondanks
dat corvus'
len, ook eene
Mijnheer de Redacteur, u zoowel als ieder ander
weet, dat geleerde hoeren dq loffelijke gewoonde heb
ben te zeggen: dit of da,, artikel behelsi, die en die
grondstoffen, zonder dikwijls zelf nauwkeurig de sa
menstelling te weten (zooals in het onderhavige ge
val), dus het mag maar zoo en zooveel kosten.
Vindt u dat niet erg... praktisch?
De menschen worden ingelicht door middel van tal
de ruwe klant voor twee cn ieder had hem daarom
graag; cn zoo gebeurde 't, dat ik hem op een Maan
dag, het was den 23slen Maart van het jaar 1795,
aan 't werk zag op 't land van Jan Lijnslager onder
Wijk aan Duin; ik had juist een bezoek daar ln de
buurt afgelegd en keerde naar de Beverwijk terug,
blijde, .goede zaken te hebben gemaakt. Bruin Brink
man evenwel scheen minder goed gemutst te zijn, ten
minste wel vier, vijf maal hield hij op met werken
en rustte op zijn schop en eindelijk wierp hij deze vér
weg, 't land in, terwijl hij zélve aan den kant van
een greppel ging zitten, 't Zal toen zoowat om en om
twee uur zijn geweest en toen ik al een heel eind
verder was en omkeek, zat Bruin er nog in diep gepeins,
de handen onder 't hoofd en louter op 't gezicht van
dien armen ouden kluizenaar kreeg ik .medelijden met
hem. Hoe weinig bevroedde ik, dat hij bezig was
zoo een groot schelmstuk voor te bereiden, als waar-
Piet Kleijbroek, Louw Kleijbroek's oudsten zoon.
Wat Bruin Brinkman betreft, al mocht men heul
ook verdenken, i>ewijzen kon men hem niets en zoo
ging hij vrijelijk uit.
Nu Frits, zal ik u vertellen hoe in den loop der
jaren, 4 jaar later, toch zijn misdaad aan het daglicht
kwam. Een zekere Jan van Tunean, „Den Oude' bij
genaamd, was aan Bruin Brinkman schuldig een gul
den voor liet omspitten van een stuk aardappelland op
do Boterakkers en alhoewel Bruintje hem er al vele
malen om gevraagd had, Van Tunen schoof riet af.
Op zekeren nacht pu wakker wordende ten huize van
zijn slaapbaas Gerrit Duijnhaven, schiet hem zulks te
binnen en wil hij wraak nemen en wetende dat zijn
schuldenaar, die zijn vijand is geworden, in het zaad-
hok van zijn slaapbaas zaad heeft opgeslagen, zoo wordt
de booze geest vaardig in hem en besluit hij helzelfde
zaad in brand te steken. Alzoo doende en ziende dat
ik bij menscheniieugenis nooit gehoord óf vernomen hierdoor benevens liet zaad van zijn vijand, liet gelieele
en waarover verre nageslachten nog schande zou- buis van zijn slaapbaas zal verbranden, zoo denkt
den spreken. Maar volgen wij hem den avond van dien ]lij plots aan de drie onschuldige zielen, die in het
eigen dag in onze gedachten. buis gemoedelijk slapen en zijn slaapbroek grijpende,
Het is half zeven uur des namiddags van den 23en dooft hij het vuur.
Maart 1795; uit een onaanzienlijk huisje in de Dlt gedaan hebbende valt hij op de knieën en
Peperstraat treedt een man te voorschijn in de scha- 'bidt God of Deze hem genadiglijk zijn misdaad wil
mele klecrai van een daglooner, zijn ruige muls diep 1 vergeven,. Wat nu te doen? Ten einde raad wekt hij
in de oogen trekkende, sluit hij omzichtig do deur zÜ'n slaapbaas en maakt hem wijs, dat zekere dieven
achter zicix dicht, met moeite iets verbergende hetwelk i binnen gekomen zijnde en den boel in brand willende
hij onder zijn wambuis heeft verstoken. Wij kennen steken, hij door hen wakker is geworden, waarna, zij»
hem; 't is Bruin Brinkman! Langs de buizen voor- °P bet zien van hem. Bruin Brinkman, die ze met
zichtig voortgaande en zich zooveel mogelijk verbcr- de schoP achtervolgde, op de vlucht zijn gegaan,
gende, zien wij hem gaan langs de Breestraat door anderen daags, zijn ongeluk als 't ware zelve
de Blokstraaf, den Pruimendijk over tot aan de Hem, opzoekende, wijst hij aan een ieder, die 't zien wil,
en verder het pad langs, hetwelk uitloopt op den de vel"hrande plekken aan 't beschot en snoeft er
rerder het pad langs, hetwelk uitloopt pp deii
Assendel verdijk. Hier komt hij wat tot rust, en blijk
baar iemand wachtende, toeft hij hier een korte poos
om weldra weer zijns weegs te gaan. Waarheen? Ik
zal het je zeggen, Frits! in mijn lijd woonde aan
op, en neemt het besluit de woning te verlaten. Het
werd hem te gevaarlijk: „een mensch zou op zijn bed
verbranden," vertelde hij en zoo verhuisde hij. De
Hoofd-Offieier en Baljuw dezer stede, wien een en
den Assendelveröiik bij de schadini lunchen dezen dijk t a!ui«r ter, gnomen, rook lont en hoe ons
en den St. Aagiendijk een braai man, Gerrit Janie Bruintje loog, het lukte hem met er zich uit te red-
Nunninks geheeten, zeildockivever van beroep. Deze I Van de voorloopige bekentenis kwam men
Xunninks w-as getfouwd met een zuster vai Bruin <le andere. Waarom hj dan den brand dien hu
Brinkman, welke trouw hem 3 kinderen had geschon- 'j ,e 'e tlcbtM*n gesticht en wederom had ge-
ken. Wel vare van onbemiddeld te zijn had bats Nun- had aangestoken? Ook hierbij hielp goen
•links den naam van er warmpjes in te zitten tn £,r T"0"
dat scheen ook zoo. Had hij nógiiet den vorigen dag h" het n,le.t zou h_?bben semmt. of hu de
aan aün mm Rrnin n„ dm,,? „oorooo hwrn. brMld «O» hebben, laten voortgaan, zoo werd hem ge-
tehuis bezorgd. Niets wordt in rekening gebracht
De man die het op eene plaats te koop heeft, moet
niets hebben voor zijne moeite. Hij, noch zijne vrouw
en kinderen behoeven levensonderhoud. Alles zuivere
hoor! de geleerde heeren zeg-
lt- 'VI ti1—» IJ !\V-11 liivt liet dilllblv.it ld II trilt tfttcu 'V11 tv I
brood, dus een korrelige aard met vele gïootere en Myertenüeu en circulaires, het wordt hen franco
kleinere holten erin. Hij is dan donker van kleur. teh,"s hoM'r"' N,»f"
juist vochtig genoeg en veerkrachtig onder den voet,
als men er over gaal. Zóó kan men den grond niet
mengen uit allerlei bestanddeelen. De gaarheid ontstaat nhi 1 o
door de werking van bovengenoemde almospherilim PhilantropJiie! Noen,
en bacteriën tijdens de rustpoozen na de grondbewer
kingen. Door deze kunnen wij de werking der natuur
krachten slechts ondersteunen en versterken.
Goed cn herhaald ploegen met smalle voren is ge-
wenscht. Verder moet de bovenlaag open en los ge
houden worden door eggen, vooral mag men geen
korsten la len bestaan.
De gaarheid' ontslaat in de rustpoozen, daarom mag
aan zijn zwager Bruin op diens navraag hiertoe ver-
rpeTeu^ vete andmT'ï^'ndï;;": kUmrd'uH vitSs voor FratSoh» soldaten geld onder I hJrite huiSS
keDreoaroerde teersoore bevat" de bedstede te hebben verborgen? Ja, dat had hij "n staapDaas. Benovens diens huis en zijne nmsge-
seprepaice.de tee.seort, beval. rana£ tod fmin nootep van Jan van, Tune w» seweent Gewisse^.
rustig oogenblik meer gehad. Dal geld dat zou en h S wl*t.3,e? wle" men r
moest luj hcbbüii, 'l gin| hoe 'l gm8%og dienzdfdm ZK'b ,had- ïaarou dad »"ke booïe voornemens
Zondoo maakte hit iValinne,' El mei rilt. bad za*e vaa «n gutóen? Ja. „nij had zulks
willen doen, vermits zijn hoofd, ook om vorig ge
pleegde gruwelen, als geheel op hol was en hij op 't
Jaatste zelfs niet meer wist, wat hij deed en ook zich-
zelven niet meer vertrouwde". Hierop, op dit hem
ontvallen gezegde door moetende gaan, verviel hij van
het eene bezwarende feit in het andere, totdat hij.
het, als er een paar centen aan verdiend wordt,
da^ is het te duurdus bedrog.
Welnu, mijn systeem is: „goede waar is zelden te
duur en bij goede waar is geen bedrog".
Dat de kosten erg hoog zijn bij gebruik van Cor
vusine wil ik gaarne erkennen. Oordeel zelf: „een
bunder suikerbielten kost 70 75 cent, en éen bun-
Aer voederbieten 50 cent. Ontzettend!"
Laten de heeren die de voordracht omtrent) de erw-
Srw"? o[ eens „epken, C or-
als men bij kweekuilroeung wel eens verkeerdelijk ziel
doen. Dit is ook de ware methode niet omi kweek te
Zondag maakte hij zijn plannen; hy sp.nk met zijin
zwager af dezen Maandagavond eenige appelboompjes
te zullen leveren, die hij, Bruin Brinkman, hier en
daar had slaan. Zijn zwager zou hem halverwege te
gemoet komen.
Maai" wie Bruin Brinkman tegenkwam, niet zijn zvva-
ger en zoo is hij gekomen tot d.ens huis. Schellq vrees voor „soherper «amen", alles bekende,
vrouwemtemmsn weerklinken bmnenshinser is be- Het was d6„ le„ Februari vaa het jaar
SÜvih ÏTii BJmkmai ®*at .me' >Yf,er-' hJJ 1™Cr' 6« d« Bataafsehe Vrijheid, dat Bruin Brink-
omzichtig bij de voordeur, jawel, het is de vrouw
van Louw kleijbroek, zijns zwagers buurman. Zou
zijn plan in duigen vallen? Hoort hij niet in 't achter
huis het weeftouw van den wever? Heeft men hem
vergeten en met hem zijn appelboompjes? Helaas, aan
alles komt een einde, zoo oók aan het bezoek van
een praatgrage buurvrouw en vrouw Kleijbroek ver
trekt zooals zij gekomen is over het plankje achter
bij het erf.
Thans is zijn tijd gekomen. Behoedzaam klopt hij aan
de voordeur. Zijn zuster opent, en herkent hem; zij
gaat hem voor naar binnen. Hier zijn zwager niet
v u s i n e een best beschermingsmiddel is ook voor ziende zitten en zulks zijn zuster zeggende, verwijst
zij hem naar het achterhuis, terwijl zij zelve naar de
Feuilleton.
menschen dan hier maar rondloopen en elkaar stoeds
weer zien? Dan sist het tezamen ajs vuur en walter,
totdat zij ziek en ellendig wordt en misschien tot
in haar ziel bedorven."
„God behoede ons daarvoor. Neen, onmogelijk..."
„Wij kunnen het jongemeuseh onmogelijk maken,
als wij dat. kranten tuig aan, zijn opperste chefs zen
den. Jij hebt hem uit genade, uit barmhartigheid meer,
hierheen gehaald. Dat is nu je dank. Hij heeft ovei-
Smakelijk eten! Bespreek het maar
man op het schavot, opgeslagen voor het Gemeente
huis te Beverwijk, veroordeeld om van onderen op
te worden geradbraakt, zijn straf onderging; de
scherprechter, zulks gedaan hebbende, sloeg hem. ver
volgens de borstkas in en hieuw hem 't hoofd van
"t lichaam, hetwelk op een staak naast het schavot
♦werd gezet. Te eener zijde van het schavot was op
gehangen een bijl en ter andere zijde een smeulende
turf. Zoodanig Frits, was het uiteinde van Bruin
Brinkman. Het was de eerste, maar ook de laatste 4
keer dat ik de voltrekking van een doodstraf bij
woonde.
Naar de offieiëele stukken bewerkt
door C. P. BREED.
aanstelt. Daarvan is hier surake, Lieseganjr, zoo staat denk het den zdjveren lndrut
de zaak. Soplue denkt als ik. En ik moet zeggen—„Maar lieve kind, ligt er
dat daar in die couranten, had ik beslist niet i gehouwen niet
verwacht."
Naast aan, in de woonkamer, zat de vrouw
van den Justitieraad en hoorde zoo nu en dan een
woord uit de kamer der mannen. De naalden gin
gen vlugger cn haar gelaat was ernstig en onbewo- joeltijd. Het' leven
S^n. lieve kind ÏJ
En eindelijk trad de oude Liësegan© weer in den
blauwen avoud naar buiten, boven .Fu de lucht fon
kelden, de sterren.
HOOFDSTUK 14
„De kerel is zoo brutaal om een gezamenlijk por-
tret te geven van onze stad, ha-ha! Jij kunt je tulSüngen
eigen conterfeitsel Uitzoeken, Zoecke. Wel wat boos- eens met Sophie. ik heb er niet langer lust voor."
aardig. Men heeft het mij de vorige week alreeds toe- hl,„Heer in den hemel, heb ik ooit van mijn leven,
gezonden." Wat is het hier beneden voor een wereld. Wat voor
,,'t Is ongehoord. Is de vent dan des duivels? Hij een g^óoe.Men wil hier in zekeren zin de men-
maakt toespelingen op gesprekken, met mij, citeert schen de Pinken onder de voeten wegtrekken.. Dat Dela was gedurende de volgende weken rusteloos
die zelfs woordelijk Dat mensch! Is hij dan blind'' 13 jaja." De rookwolken schoten wild om- als was haar gansehe wezen aan, een grooten angst
Moest hij niet zichzelf zeggen dat. zooiets in onze hoo£ eu de brilleglazen leken wel vonken te schie- ten prooi. Moeder zag dat met zorg. Maar Detö bleef
handen zou kunnen komen? Wil H. onderteekent, hij. ten- -Maar dat hier dat hier....'" Hij sloeg weer gesloten, gqen woord verried wat er in haar omging.
Er is geen twijfel aaan. Is de vent gek? Wat wil met do vlaldce hand op de couranten. „Hoon en spot Haar bewegingen waren vlug, haar blik vermeed die
hij' Moet dat soms politiek verbeelden? Hij maakt ia blinden ijver!" Zijn gelaat werd hoogrood gekleurd, óer anderen en, zoodra het maar eenigszins ging, trok
bespottelijk......! Zelfs Sophie haalt hij erbij de *'Da* is te sterk, Dat maakt de zaak anders da.t zij zich in haar kamer terug. Zij sprak met een I
moederlijke eeredames der stad, die met hare brei- ^eeft een mensch zijn vrijheid van beweging weer. Eu hooge, zeer veranderde stem. zoo, als was elk woord
kous gewapend, met slappe koffie, een geestrijk vocht natuurlijk, Dela Dela zal wel verstandig zijn. Zij spottend bedoeld. Zonder haar te kennen zou men be»
uit de stedelijke leesbibliotheek, de sociale nooden der moot verstandig worden. Voor haar is het beste nog voor eeu uiting van vroolijkneid hebben kunnen aan-
maatschappij willen begietenIs de kerel buiten 8*>ed genoeg. Neen, neen, mijn beste, wij gaan merken-
zinnen? Daarbij deed het mij leeëvolkomen met elkaar aceoord. Ik zeg het je even- Kwam er bezoek. Dela verscheen het laatst en
„Moet ik dan soms ja en 'amen zeggen, Zoecke? wcl nu m dlt «ogenblik weer tot jou en je schoon- d^e<i dat wegblijven met zeker opzet. De mensehen
zuster tante Lindemaan: laat mij tijd, Liesegang' waren haar gladweg onverschillig geworden. Maar
Begrijp mij. Niets met geweld in zulke dingen. Hij later was zij het niet zelden die de andere dames
is een mensch ik meen, geen slecht mensch, of tec blijven uitnoodigde.
een met lage zinnen, eerder juist het tegendeel Want voor deze vreemde menschen moest Dela zich
zulk een critisch be-
een gevaar, vooral voor een jong
meisje, in he£ algemeen, voor alle jonge menschenv"
vroeg mevrouw Haberbrocks en !e&do het hoofd we- --
moedig op zijde. „Ik meen, dat men zija illusies en
idealen zelfs moet kunnen bewaren in dc-n hoogsten
ichzelf toch reeds zoo nuch-
Dat kan je toch niet van mij verlangen, mijn
Ik heb toen met Greii de zaak laten loopen, ofschoon
ik met beide banden had moeten toegrijpen, met bei
de handen. Nu zou ik dezen hazewindhond nog vrij
haan moeten geven? Neen, Zoecke, nooit, zelfs niet mou moet het steeds nog gelooven, hoe zwaar «- het een zekeren dwang opleggen en dat voelde zij, on-
wanneer ik
met mij staat
rijk man was. Maar je weet hoe het soms ook valt. En er is voor hem veel aan ge-
al weet je nog niet precies alles tegen, het gaat voor hem om Dela Liesegang. Wij
Haberbrock heeft den boel leelijk in de papieren
laten 'loopen en als tante Lin,demann mij niet helpt,
'dan zij God mij genadig."
De oude liep met stijve, lajige schreden, op en
neer. De Justitieraad dampte nog geduchter en,wierp
zijn courant op de tafel.
„Liesegang, ben je niet al te wreed?"
„Papperlepap? De jongen moet weg, Zoecke. Wij
komen hier met overgevoeligheid niet verder, 't Zou
•nog mooier worden. Wij hebben alreeds meer dan g<
danks haar tegenstribbelen eèrsl, als heilzaam
goed. Zij sprak tot die menschen als tot vreemde.
mogen piet wreed zijn. Ik zal de zaak afwikkelen, dat onverschillige schepsels.
beloof ik je. Ik zie in, evenals jij, dat hot. moet. Ik Dela was nog nooit zoo scherp en ter snede ge
denk over eenigeu tijd over korten tijd. Laat mij wieest a,ls nu. Zij trof vele malen, den spijker op dei-
het maar klaar spelen," kop en oplaag niemand met hpar scherp woord. Zij
„Tijd is er weinig voor poöddg. Mep behoeft dien scheep weer geheel verfriseht, en kplm dan.
ouden schobbejak Rühlemann maar te zeggen, dat „Neen maar, wat bén jij scherp," zeide Liesbeth
Wilïy de stad verlaten moet. Tijd is hier vergif. Zoo Haberbrock en lachte hartelijk, en mevrouw Haber- haar liefde luid kunnen uitroepen °en verlangde~7n
spoedig mogelijk moet hier gehandeld worden 't broek zette een paar melapchoiifke oogen en lachte haar eenzaamheid vurig naar hem.
beste is, het morgen reeds te doen. Kort en flink, eveneens. „Het is alsof het jc alleen genoegen geeft. Vader had haar streng de eenzame wandelingen ver
Ik zou 't hem heel duidelijk aau het verstand bren- slechts het meest dwaze eu erge aan ons te zien." boden. Ook taute Zoecke mocht zij niet bezoeken. Zij
noeg met onszelf te doen. Hij kan ergens anders &'-»• Maar die zaak heb jij nu in handen „Welnu Liesbeth, voor het grootste deel is dat mot moest zich voegep en zij was te trotsch oin deze wa
rneer dan genoeg werk vinden. Moeten die twee jonge »Ik moet hem elders zoo aanbevelen, dat men hem ons ook zoo, tenminste 'consequent geredeneerd. Maar gen te ga^o.. En degene, om wien zij dit alles duldde.
Toen had Dela plotseling kunnen lachen en al haar
zenuwen trilden. Hoe belachelijk en vol phrasen was
deze rijke, dikke dame, die zoo moederlijk bezorgd
voor haar zat en thuis als een dolle kon op Lui ven,
als haar man haar den ger ing sten wenach ontzegde.
Ep Liesbeth met het gele vlashaar keek trouwhartig
mot blauwe oogen naar Dela. als wilde zij zeggen:
„lieve schat, je bent niet zoo sarcastisch als jij jo
aiu wel voordoet. Ik weet heel goed waarom jij zoo
spreekt!"
Dela moet zichzelf wat meer meeste
moedei' Liesegang. Zij verraadt zich
dat zij spreekt, mot elke beweging z«
luisterde onverschillig naar de aanduidingen,
moeder haar gaf cn waarin ecu zekere bot
een schuwe hartelijkheid om denv oorrang 6
Er was dikwijls een prikkelende strijdlust
Het ontbrak er nog maar aan, dat men haar in het
gezicht uaar deze delicate zaak roe g o. menigmaal
leek het haar, alsof zij louter door maskers om
ringd was, waarachter Uo bleeke nieuwsgierigheid, ja
hot naakte leedvermaak loerde..In zulke uren be
greep zij Will Hedwig zoo volkomen, dan, was zij
hom nader 'd«ca oplt, zij had bet wel kunnen uit
schreeuwen. had dreigend de handen kunnen schud
den: „Hij heeft gelijk, geüjk.' Laai mij niet rust el
lendige zwakkelingen! Hij heeft geüjk, jelui uit den
weg te gaan dubbel, tienmaal gelijk, jelui e li-en-
digen. die van zijn jeugd af aan, in zijn heerlijke kin
derziel hebt gegrepen hem hebt gebeukt." Zij had
ven, dacu c
2 Ik woord
in Dela,