f u
V
lai
Voor Dammers.
-«
i-'
rage
Zaterdag 2 Maart
56e Jaargang. No.
1912.
5080.
DERDE BLAD.
EI.VDSTELLIXG,
ingezonden door den Leer P. J. Waiboer te Anna
of openbaar geschrift om zich te rechtvaardigen kantoor te worden benoemd; 'n gewoon commies nie
wa,arln zich 'n groep mtfMchen in ca^r* ambtenaar* die heeft op 45-jarigen leeftijd zjjn maximum bereik;.
beklaagt over te lage bezoldiging. en de emolumenten dreigt men hem Jif de toekomst
Zij, die de couranten in hun geheel lezen wat te ontnemen.
heel werk is voor menschen, die nog iets anders iu dit opzicht is ons Ministerie, zooal niet christe-
te doen hebben weten, dat dit liedje over de heele ijjfe, dan ^ch Evangelisch; immers ..Wie heen dien
wereld op dezelfde wijze gezongen wordt. In Enge- zal gegeven worden, en van hem. die niet heeft, zal
c~nirr.lV nrAriesaJs genomen worden, ook nog datgene wat hij heeft."
kinderc
ontwikte e-
het /-ou
land precies als in Frankrijk, in Frankrijk precies ai:
in Duitsehland. in DuKsohland precies als overal el
ders, en overal elders precies als bij ons. Maar de
heele wereld administreeren kunnen wij niet, en 't
is aj, 'n heel werk ten na,asten,bij op de hoogte te
blijven va,n wat er in on,s eigen land voorvalt.
Maar enkele dingen ontgaan niemand, Van de
tegenwoordige duurte b.v. weet iedereen. Van de Lus-
j caluris di.fi sommige
Minister zich op de Schrift be-
Zoo kan zelfs
roepen.
Wil de Sehager-Courantlezer die 'n goeie maand
geleden naast mij zat in den trein van Amsterdam
naar Den Haag, en die mijn groeten zou doen aan
tegenwoordige uuume u.». - zijn, vriend Sm... zoo goed zijn, mij zijn adres te
schentijdsche verhooging van salaris, die sommige zen,den? Als het mogelijk was, zou ik hem graag
patroons gaven ter oorzake van die duurte nog eens ontmoeten, om het toen, afgebroken gesprek
heeft ieder wel eens iets gelezen, en dat het reus- t.e hernieuwen en voort te zetten,
achtig getal der minimum-bezoldigden in Staats
dienst bij de Regeering aajiklopte om 'n duur te-toe-- Nu ga ik weer verder met mijn brief, van welks
sflag in Godsnaam dan maar 'n „duurte-toeslag", onderwerp bet zonde is, dat het door geen bekwamer
als er dan toch niets komen kon. van tractements- pen dan de mijne wordt behandeld,
verhooging, waar al zoo dikwijls om gevraagd was Waartoe verwacht men, dat al die willekeurigheden
mag bekend geacht worden in, ajle kringen en aan leiden zullen? Als de geschiedenis zich herhaalt
ieder mensch, die met de massa meeleeft. en dat doet zij! dan zou 't wel eens mogelijk
De Tweede Kamer bewerkte die aanvraag om 'n wezen, dat op dit schrikbewind, dat nu op modern»-
„duurte-toeslag" tot 'n wetsontwerp, om aan alle ge- wijze guillotineert, radbraakt en foltert, 'n revolutie
huwde rijksambtenaren die niet meer dan f 1000 volgde, waai- die van 1790 niets bij was. Iloog en
jaar verdienen f 20 toe te kennen. Minister laas: mag weten.
v.'oroto K"n.mfir f«n deze
Stand zwart, 2 schijven op: 25 en 26 en dam op 19.
Staand, wit, 6 schijven op: 28, 35, 36, 47, 4S en 49.
Oplossing:
Witf:» 36—31.
Indien, zwart nu eerst slaat met schijf 26 naar 37,
dan wit 48-^43, zwart 1932, wit 3530, zwart
2534, wit 4339 en wint.
De oplossing zou eenvoudig zijn indien zwart ge
dwongen was 26 37 te spelen. Zwart kan echter ook
slaan met de da,m; het afspel is dan als volgt:
Wit: 3631. Zwart: 19 46.
1943. 26 37.
47—41. 37—42.
H<LSWk"bracht" het 'in de Kerste Kamer en deze
verwierp het ontwerp met 27 tegen la stemmen.
(Zie enkele Berste-Kamermotieven dienaangaande in
mijn vorigen brief.)
Deze verwerping heeft de meer dan 20.000 gehuw-
laag mag weten, dat de volken nu dichter bij elkan
der staan en. meer voeling en overleg hebben met
elkaar, dan toen. Madame De Thébes is uitgelachen,
toen zij twee maanden geleden, over Duitsehland spre
kende, van de Hohenzollerns en van den Duitschen
Keizer sprekende, zei, „dat zijn dagen geteld waren".
Wat gaat er nu sedert weken in menig hoofd om.
noemen 'n wat gaat er nu seaert wenen, in uw
!MaSTi®T; «rèld'd0C inzenden, waarin ,11 km 'J aan Duitsehland, zijn verkiezingen en zijn Kei-
zer denkt? In welke uniform zal de Keizer straks op
zijn balcon verschijnen? En op welk balcon? Laat men
wel weten, dat de ma,ssa niet considereert, niet wikt
en weegt, 'u Volk heeft lief en vergoodt of haat en
verncht. Volksgunst is evenzeer te wantrouwen
gunst van vorsten. De volken mogen het een, maar j beschouwing aangaande de verhouding, waarin de
.lUcUIllCax. uu
„teleurstelling, schrik en verontwaardiging" uitspre
ken over het gevallen besluit.
Is dit wonder? 't Zou '11 wonder zijn, als ze 't
niet gedaan hadden. De Eerste Kamer, die gekozen
is uit do hoogstaangeslagenen des lands, overwoog,
dat „er geen duurte is". Alsof ze ooit 'n keuken
boekje in, handen namen! Alsof 't hen 'n 00 gen blik uo uoi flauv,0
ontroert, of de melk acht of elf centen de Liter kost. Als vorsten totaal machteloos staan tegenover
de aardappelen tien of vijftien centen de kop of 'i kun roeping, om zooveel zij vermogen voor het wei-
kilo-! De toeslag was 'n ..lapmiddel" wijsgeerde de
heer Ferf. Ja zeker, 'u „lapmiddel", maar waarvan
de kolen van dezen winter betaald hadden kunnen
worden, de oudste jongen 'n pakje en moeder een
nieuwen rok had kunnen krijgen. Er zijn gevallen,
waarin de tering de nering overtreft, noodzake
lijk en, onafwijsbaar overtreft. Sojnmige huis
moeders kunnen wonderen doen met haar geld
dit heb ik thuis gezien maar om in dezen tijd,
van, twaalf, veertien gulden drie, vier jongens knaj)
Het kind moet. worden opgevoed voor do^vrtf-
h e i d. Bij vrijheid past geen dwang!
Tot het goede dwingen?! Och kom' Al wat
met dwang gebeurt, kan nooit iets goeds brengen.
Men moet het kind de Overtuiging zien bij le bren
gen, dat al wat wij van hem verlangen, het goede
is. Als het dat niet zelf inziet, geeft het toch niets.
Ieder kind is een schepsel op zich zelf. Het Is
een misdaad, een schepsel, dat volgens zijn natuur
wil opgroeien in do vrijheid, te wringen in hot keurs
lijf onzer conventie.
De mensch is van to edelen, oorsprong en. staat te
hoog om pasklaar te worden gemaakt in oen vorm,
die ouders of onderwijzers voor een ideaalvorm ge
lieven, te houden.
We leven in de eeuw van het Kind (het Kind met
een hoofdletter). De ouders en onderwijzers (zonder
hoofdletter) moeten, er zich wel voor wachten, zich
aan het Kind le vergrijpen, door het aan te vatten
met straffe hand! Lief d rijk" moet het gemoed zijn
der opvoeders en hun hand moet bovenal zacht
zijn. Én wie verzekert hun. die zich durven belaften
met de opvoeding van het Kind, dat de weg, dien
z ij aanwijzen, de beste is?
Is het niet zeer goed mogelijk, dat de weg, dien
het Kind bij intuïtie voor den besten houdt, het
ook werkelijk is?
Laat groeien, laat bloeien het Kind, gij o] voeder,
laat het zich ontwikkelen, zooals het zelf wil, maai
houd je handen thuis!
Hoogstens past u de rol van welwillend raadsman,
van belangstellend toeschouwer. Voor do rest zal do
natuur zich wel zelf helpen, zoo goed, als ze dat
doet met al hare schepselen."
Het zijn deze beschouwingen, het is dit standpunt,
waardoor de taaie der onderwijzers zoo zwaar, in
vele gevallen t e zwaar wordt.
Een gansche ommekeer heeft plaats gehad ln, do
-*1
opvoeder staat tot het kind.
Een beschouwing, die ln het nauwste verband staat
met de veranderde denkbeelden over de inrichting
der maatschappij.
Ons geestdriftig streven naar vrijheid beeft geleid
d'
P8 to.chT ligt de oplossing
de vorsten het andere ter hafte n.emen.
Als vorsten, totaal machteloos staa
hun roeping, om zooveel zij vermogen vc
zijn van hun onderdanen te waken en ze te bescher
men tegen willekeur, waar dienen, ze dan, voor? Is-
het misschien voldoende, om een reeds bevoorrecht 1 ">t miskenning van elk gezag.
groepje nog meer te bevoorrechten, en van de rest tucht noodig is voor het behoud van ons ge-
te halen wat er nog van te halen is? Men zou hetz'Ik- dat tucht onmisbaar is in onze samenleving, dat
somwijlen zeggen, ofschoon Jozef II, de zoon van a^ onze persoonlijke verhoudingen een absurditeit wor-
Frans I en Maria Theresia, die in 1765 den Duit- den, zonder tucht, ja dat zonder tucht geen be-
schen keizerstroon beklom, er anders over dftcht. schaving denkbaar is, het schijnt te worden ver-
Weet ge wat hij in Bohemen deed een der Oosten- S®ten,
„«ir «üi-rifin „i-,m v.i-, irijksche kroonlanden toen, daar de oogst mislukte gebrek aan tucht tehuis brengt mede, dat vele
.f LTlLT»lf n« m«l meer ■olnrw e" de bitterste armoede heerschte? Hij reisde er leerlingen zoo moeilijk tot orde, tot gehoorzaamheid
"r, '1, ?en kMtwtanS behoorlijk relt heen, om toe te slen ot het koren en andere tot geregelde Inspanning rijn to brengen. Waar re
dan Japon te loopen en den kosti»r b 11 levettsbehoe(teI,, dle hij er zelf heen gezonden had, ">"1® aonder consequente opvoeding zijn opgegroeid:
IwLiüL. i,reJ\« er élke week een toeslag wel. zoo spoedig mogelijk aan _de armen werden uitge-
•9
48 37 en, wint. VWi m
De afwikkeling is slechts enkele zetten diep en huismoeder, a.1 kreeg ze er elke weelc een toeslag wei zoo spoedig mogenjK aan ue armen weruen u%ii-
:h ligt de oplossing niet zoo voor 't grijpen. Dit 'van f 2 bij. Dat zou zelfs de Romeinsche Cornelir, deeld; wat hij bevolen had. En toen hij in 'n stadje de overtuiging, dat niets gaat'boven 7a VrHhr.M V'i
- 3uist het mooie in de eindstanden van den heer niet (kunnen, als ze nu leefde. En daarom zouden die kwam, waar dit niet 't geval was. „omdat de burge- d6 ouders de richting aangaf of liever u, J
Waiboer. Meermalen plaatsten wij reeds met gepoe- J f 20 'n redding geweest zijn in duizenden gezinnen meester juist gasten had en geen tijd, om zich met i loosheid; waar het laat-maar-waaien-stfilsel
gen composities van, genoemden, heer. (Waar gesproken wordt van 'n, „lapmiddel", daar moet boeren en arme menschen te bemoeien", toen werd. werdwaar steeds verklaard werd dat het later Ij
I 'n breuke zijn, en dan zijn ter verhelping „lapmid- die burgemeester op staanden voet ontslagen. Hij be-I terecht zou komen en dat dfi kinderen w
UIT DE DAMCLUB TE ZD.-SCHARWOUDE. yielen," altijd af te keuren. In zooverre had de heer zocht in Hongarije de gevangenissen, en 'L is voor- i wel zouden inzien, wat goed voor hen was a
Onderstaande^stand kwam voor in een partij waar- Ferf gelijk. Maar waarom dan niet tot salarisver- gekomen, dat de Keizer, na grondig onderzoek van jia het geen wonder, dat vele onderwlizéra Blw ('r
T a ™g| z-wart hooeine besloten?-! Of moet de breuke b 1 ij v e n du- overtreding en straf, 'n gevangene de vrijheid liet staat z«n. om met de aan eigen luimen en nukken
vijftig stokslagen, behalve onderworpen naturen op te schieten. Dit is de voor.
naamst« oorzaak dfir turhtelooshfiid nniop lrlndfiron -
Sttijbi. met wit en J. de G. met zwart "e^kïkte «V niét en zijn opzichter
speelde.
ZwarL
ren?
rond te komen, kr
er met Schiller „Donder en Doriaop
'g~:zij haar toeslag; en ik durf dat deze nog in de voetijzers werd geklonken, waarin
- - dat hij zelf eerst den ander gesloten had.
't er bij de Koningin niet zoo spande, als in een Frederig de Groote, dreigde 'n hoofdofficier, die
van de bedoelde minimum-gezinnen. buiten zijn boekje ging, met zijn stok, en begreep
'n Ander van die rijke menschen meende, dat die niet, waarom in den oorlog, als ieders leven
f 20 de ambtenaren zou demoraliseeren. De
man was toen zeker in den dut of hij verstaat het
vwoordi „demoralisèeren'" niet. Is er iets, dat nog
Wit
Stand, zwart, 3 schijven op: 3,
p 29.
Stand, wit 6 schijven op: 27, 36, 38, 39, 42 en 4
De partij werd nu als volgt door wit beslist:
2721.
4237.
36 27.
2722.
46—41.
3934.
3430.
41—37.
3024.
Zwart: 17
29
31.
meer demoraliseert dan armoede? Laat hij de werken
van Erckmann-Chatrian eens lezen, b.v. „de Fransche
Revolutie door 'n boer verteld", dan zal hij te weten,
komen,, waar armoede toe leidt, 'n Kop aardappelen,
'n pond brood kan 'n moord voorkomen,. Armoede ver
laagt! 'n mensch, 't meest in zijn zedelijk bewustzijn,
net zoo goed als overdaad, onberekenbare rijkdom
rente, die niet op te teren, is. 'n, mensch verlaagt en
deimoraliseert. Ze zijn niet allen zoo wijs als Pier
pont Morgan of Carnegie. 't Kwetst 'n fatsoenlijk
burger' in zijn gevoelen, als hij b.v. van 'n postamb
tenaar, die hem zijn brieven, brengt of zijn financiëele
belangen per post^ behandelt en verzorgt, moet gaan
denken, dat deze zijn nooddruft niet heeft en in
kommer ron,d loopt over 'n zieke vrouw, die hij 't
allernpodigste niet geven kan, of over 'n toekom-
15, 17 en een dam va,derschap, dat minder zijn blijdschap dan zijn
zorgen zaj vermeerderen. We staan toch niet allen
tegenover elkander als winkelier en klant?! „Een
pond suiker, asjeblieft!" „Hier is je suiker." „En
bier is je geld." „Goeiendag!" „Goeiendag!" Afge-
iloopen. Is 't zoo erg, als we eens deelnemen en be-
n zijden, draad hing, voor sommigen part gekookt
moest worden. Hij kende al zijn soldaten bij naapi
en toenaam en sprak ze, als hij voor den troep stond,
aan als „Mein Jungens". Zijn rechtsgevoel en zijn, ge
voel van gelijkheid met alle menschen was spreek
woordelijk. Het woord: „Als er geen rechters in Ber
lijn waren,", dat die molenaar tot hem zei, toen hij
diens molen, begeerde, kent iedereen; en heel ziju
figuur is 'n verkwikkelijke verschijning tusschen, het
toen, levende geslacht der koningen.
Maar de kwestie is op 't oogenblik de weigering 1
van den „duurte-toeslag" en, van al die andere wei
naamste oorzaak der tuchteloosheid onzer kinderen:
de weeke, ziekelijke, papperige o.p v o e-
dlng, die ze thuis „genieten".
Een tweede oorzaak, die in nauw verband staat met
de vorige is:
Het gemis van gezag der on,derwij-
z e r s.
Ze hebben geen macht over de kinderen. Hoevela
onderwijzers, die er nu geheel on,der raken en ellen
dig schipbreuk lijden, zouden heel goed bruikbaar
zijn, als ze slechts macht hadden over hunne leer
lingen,. Ma,ar „No touchez pas d. la Reine", heette
het vroeger. Nu heet het: „Raak niet aan het Kind".
De afgoderij, gedreven met het kind, is oorzaak,
dat zoo menig godje een duiveltje wordt, dat het
leven zijner ouders en zijner onderwijzers bederft
Van de ouders ook! Hoe duur betalen velen ni.-c
812.
2631.
15—20.
3136.
2025.
laagstellen li "éfka'ars' wel en wee? Als ik u niet raa*, I te vinden, evenajs er senen eeuwen irn w»
raakt gij ook mij niet. Maar düax is 't niet om be- '-bnstebjke regeering nog eemge schaduw is te ont
gonnen!'t Is er niet om te doen, op hoe verren at- d^ken van^het e^n tojneMchenlteMevan
stand we elkaar voorbij kunnen loopen, maar
rte-toesiag* en, van ai uits amieie wo-
geringen, die getuigen, dat het Christelijke Neder- froderij, die ze aanzagen voor liefde. Later -
land er 'n Christendom op nahoudt met een, wonder- zien ze wel in, hoe dom ze handelen,
lijken zelfkant,... wat ik al jaren weet; 'n Christen,-] _®n. 1S ,.et ]aat-
dom op zijn kop, in welks „Onze Vader" voorkomt: 1 18 m,Jn hand" - Jawel, als dan da
„Geef ons overdaad en laat anderen maar verhoüge- n»ö w^rd*' dan helpt het niet meer. Als dan
ren; geef ons de macht en, de heerlijkheid tot in, eeu- ®"ge,s w^rden aangehaald, dan is meestal het
wigheid en, laat toch nooit toe, dat dat arme tuig i enae paard niet meer tot_ staan te brengen
zich vrijmaakt, van de banden, die wij 't hebben aan
gelegd." Dit is een Christendom van taksten en
apekool, waarin de gelijkenis van den barmhartjgen
Samaritaan al evenmin op zijn plaats is, als een
schaap tusschen 'n troep wolven. Eer er 'n kwartier
verstreken is, is er van 't heele schaap niets meer
te vinden, evenals er sedert eeuwen bij geen enkele
J. SCHUITEMAKER.
110^ Idien door Christus geprezen Samaritaan. De menschen
te laten
SLAGZF.TTEN IN DE OPENING.
1. Wit: 3127.
Zwart: 2024.
2. 36—31.
1520.
3. 4136.
10—15.
4. 34—30.
2025.
5. 31—26.
25 34.
6. 40 20.
15 24.
7. 4540.
18—23.
8. 4034.
12—18.
9. 5045.
712?
Wit wint met 27-
22 (zwart 17
efu doen mógen. Want t,e mogen helpen is gezegend
te worden.
„Demoraliseeren"?! Groote God! Is de moraliteit
nog ergens meer in verval dan in de hoogste kringen,
waar 't geld voor 't grijpen is? Ik noem geen per
soonlijke zonden, geen liefdegevalletjes en verboden
amourettes, maar vraag alleen of er eenïge andere
stand is aan te wijzen, waar zóo weinig medegevoel is
vooï al wat lijdt, als juist daar. Of is waarachtig
leven iets anders dan leven op groote schaal? Ik
bedoel niet met zijn portemonnaie, maar met zijn
hart. Is de Eerste Kamer óok Christelijk?! Ja? Nu
dan raad ik haar leden ten zeerste aan het hand-
32 21, 3530, 4440, 38 16, of 22, (zwart boek der Christenen, wat wij het „Evangelie" noe-
18 27), 32 21, 3329 en 38 16. men, eens wat beter te gaan bestudeeren. Daarin
Deze slag ligt niet diep, wanneer zwart begint met wordt helpen en redden en b ij s p r
ast" we elkaar mogen en kunnen „aderen en wat -Vroeger had I
we voor elkanders geluk en blijdschap doen kunnen J^f^awured j iets voor den sergeant-majoor mee te brengen.
Van dit en van dat.
OP IEMAND.
Een weet-niet zijl ghy, vriend, en ghy en weel et niet.
Een dubbel onverstand beeft over u gebied
Jeremias de Decker.
MOED.
Sergeant-Majoor: Noem mij eens 'n geval, waai'in
soldaat ook in, vredestijd zijn moed kan toonen.
Soldaat: Als hij van verlof terug komt, zonder
schijf 18 te slaan. Maar met schijf 17 ligt de le
oplossing niet zoo voor de ha,nd en, wordt daarom
dikwijls door den speler met wit niot toegepast, al
hoewel deze in beide gevallen winst oplevert.
Speelt wit ais lOen zet 4440 en zwart 1722?
dan nog komt deze slag voor met 3328 (zwart
22 44), 27—22, 32 21, 43 39 en 38 16.
desnoods met olie en wijn, niet
mg
„demoraliseerend"
XIXXXODO
DE VERWORPEN TOESLAG-WETJES.
een diefje wordt
„Een groote dief oogst roem,
gehangen."
Jean de la Fontnine.
Jawel, maai"
Wat in *l| vat 'S- verzuurt nje.t.
Holl. Spreekwoord. j
„Laat geboet is ook vergolden.
Lang geborgd niet kwijtgescholden."
Lovendaal.
Als de rechtvaardigen groot worden, verblijdt zich
liet volk; maar waai' de goddel00ze heerscht, zucht
het.
Hfdst. NXIX 2. Spreukenboek.
Men heeft deze eeuw, schoon ze nog geen dozijn
jaren oud is, al heel wat namen gegeven. Men heeft
haar genoemd: „De eeuw vam de Vrouw", „De eeuw
▼au het Kind", „De eeuw der Luchtscheepvaart", eu
eindelijk zal men haar kunnen noemen: „De dure
Eeuw", „Do eeuw der Klachten en der Manifesten"'.
Want men n,eemt geen kran,t in handen, of er staan
klachten in over de duurte van alles, en er gaat geen
dag voorbij, of men kan kennis bekomen van een,
of ander manjfest dat is 'n openlijke verklaring
genoemd, maar wel het gedrag van den voorbij-loo-
penden priester en Leviet als zoodanig gebrandmerkt,
net zoo goed als dat van den onrechtvaardigen rech
ter.
Kent ge den toestand van de Ambtenaars bij de
Belasting? Hun inkomen is zoowat ajs dat van al hun
collega's: te weinig om van, te leven en te veel om
van te sterven. In de groote steden, waar de huren
der huizen hooger zijn, Amsterdam, Rotterdam, Den
Haag, teren ze op de emolumenten, die somwijlen
f 250 h f 300 bedragen. Maar hun toestand is toch
zóo, dat zij noodgedwongen telkens om verhooging
moesten vragen. „Heel goed," heeft eindelijk de Minis
ter gezegd, „we zullen het salaris van eiken belas-
ting-ajnbtenaar verhoogen met f 60, maar dan ver
vallen de emolumenten aan den Staat" Zoodat de
door den Minister bedachte verandering hun toestand
wel verergert, maar niet verbetert, en de emolu
menten van de thans in dienst zijnde ambtenaren - -
als deze gestorven zijn of verplaatst worden want
dit is ook nog mogelijk aan den Staat vervallen.
Op die maneer helpt nu 'n Minister wiens porte-
feuille hem twaalf duizend gulden 's jaars
opbrengt de ambtenaars uit den brand. Is dat nu
I niet 'u voorbeeld van christelijkheid en naastenliefde?
Ons Ministerie is immers „christelijk"?!
Hier wordt nu precies gedaan, als wat Robespierre
deed, toen hij de macht in handen had. „Men biedt,"
zoo zeide hij, .Jiet volk vrijheid en voorspoed aan.
waarom het telkens heeft gevraagd, geschenken, die
het noch door arbeid, noch door ontwikkeling heeft
verdiend; en als er nu onder dit volk ontevredenen
waren, dan moeten dezen gestraft worden, zooals zij
dit verdienden/'
Gij weet waarin die straf bestond; ze werden ont
hoofd. Onthoofding is hier a,l lang afgeschaft, maar
onder Minister Ellis werden de ontevredenen of zij,
die 'n overtreding begingen, kort en goed aa,n, den
dijk gezet. „Goed" in bedenkelijken zin.
'n Ontvanger bij de Belasting kan bevorderd wor
den tot zijn dood toe, door telkens tot 'ft hooger
men ze gewurgd.
De vraag mag gedaan worden, of we er op vooruit
gegaan zijn-
Waar het toe leidt?! Waar het toe leidt, dat ont
houden van 'n rechtmatig loon?! Luister eens! In
„De Avondpost" van 2 8 Januari las ik en het
heeft zeker ook wel in andere kranten gestaan
het volgende:
„...De 27-jarige klerk van het registratiekau-
toor'te Amsterdam heeft een volledige bekente- Atlantische stoomboot:
nis omtrent de verduistering afgelegd. De oor- Jan- breng twee biefstuk.
zaak was zijn geringe inkomen, dat niet toerei- 1 zoon glijdt uit en valt in zee. De vod» r r
kend was voor hem zelf en zijn zieke vrouw en den kellner terug en zegt: Een biefstuk s
kind. De man was ruim uegen jaar in, betrek- doende,
itig.11 HIJ EN ZIJ.
Commentaar is hier zeker wel overbodig. waren 200 innig, zoo innig verliefd.
41s tegenhanger diene het volgende: Verliefd wel tot over hun ooren;
„Generaal Kleigeis had a,an Tsaar Alexander I om Maai' had hij haar, en zij hem gegriefd;
'11 onderhoud verzocht. Toen hij was toegelaten be
klaagde hij zich, dat hij met zijn tractement niet
kon toekomen. De Tsaar vroeg, hoe dit mogelijk was,
daar de anderen er toch blijkbaar wèl mee toekwa
men, want die klaagden nooit. Aarzelend antwoordde
de generaal toen, dat die anderen niet altijd op eer
lijke wijze aan hoogere inkomsten kwamen. Verbluft
keek de Tsaar den generaal aan, en zei: „Hoor eens,
generaal, meer tractement geven kan ik niet; als ge
dus niet uitkomtdoe dan als de rest."
Of Kleigeis dien keizerlijken raad opgevolgd beeft
en toen ook dief geworden is, weet ik niet. Maar
gedachten zijn tolvrij; en dat Kleigeis later ooit nog
geklaagd zou hebben, ben ik niet te weten kunnen
komen.
Misschien had hij er na dien raad ook geen reden
meer toe. Sommige menschen zijn vlug van aanne
men en begrijpen, en 'n goeie raad is als 'n goed
woord: hij vindt allicht 'n goeie plaats.
IN ORDE.
Vrouw: Och man, geef jij de meid eens even 'n
standje; daar heeft me dat creatuur de kachei weer
laten uitgaan. Ik heb er geen. tijd voor en bovendien:
ik moet naar de vereeniging: Ter opvoeding onzer
dienstboden
FLEGMA.
Engelschman, met zjjn zoon aan boord van
DaJi schijnt bij verliefdheid te hooren.
't Was gewonelijk niets, maar 'u nieó» is sor-s veel
In de oogen van een, die verliefd is;
En daardoor ontstond er een woord van krakeel.
Zooals iemand zegt, die gegriefd is.
Zij pakte cadeautjes en brieven te zaain.
Bond alles secuur in een doosje.
Schreef een hartigen brief, ai vermeed zij zijn naam.
Ging zitten en schreide een poo6je.
Hij pakte het uit en zag alles terug
Wat hij eenmaal aan haar bad gezonden,
Doorsnuffelde alles heel schielijk en vlug.
Maar had wat hij zocht niet gevonden.
H. d. H.
Het kind en de school.
VI.
ONZE TUCHTELOOZE JEUGD.
Er wordt veel geklaagd over de tuchteloosheid
onzer kinderen. Ze kennen geen tucht meer. Het
woord tucht staat in een slechten reuk.
Bij het woord tucht wordt gedacht aan tuchthuis,
tuchtroede, tuchtschool.
Dat tucht in verband staat met orde en regel
de grondslagen voor welvaart; met zelfbeheersching,
zelfverloochening, inspanning van alle krachten, ener
gie de noodzakelijke vereischten voor een gelukkig
leven men schijnt er niet aan te denken.
Toen zette hij zich neer en schreef haastig een brief:
„Ik heb al, wat gij zond mij, ontvangen;
„Maar de kussen,, die 'k gaf u. zoo innig en, lief,
„Zondl SÜ niet,... en ik wacht met verlangen."
Zij ?/)nd hem een briefje per keerende post:
„Ik wil met mijn antwoord niet dralen;
„Als gij zooveel waarde aan die kussen dan hecht,
„Dan moet ge ze zelf komen halen."
H. d. H.
„Ik wreek geen kwaad, maar dwing tot goed;
Straf is mijn hand, maar liefdrijk mijn gemoed."
„Och wat, dwingen, dwingen!
EEN NACHTELIJKE LIJFWACHT IN SPANJE.
Eiken nacht te twaalf ure komen de Monteros,
die over den slapenden Koning van Spanje waken,
uit geheime paneelen in de wanden van 't paleis t
voorschijn en gaan op hun post staan. Elk der vor
stelijke personen heeft minstens een van die man
nen, om hem of haar te bewaken.
De mannen zijn in een maliënkolder gekleed en
hebben vilten schoenen aan. Geregeld loopt er een
a,fdeeling in de corridors heen en weer tot 's mor
gens half acht. Ais de vorstelijke familie ontwaakt,
verdwijnen de bewakers even stil en geheimzinnig
Niemand moet ge- al» zU gekomen zijn.