s^a-srsss k snreuw
Mevrouw Utta en de Jager.
Zaterdag 9 Maart 1912.
5(ie .laargang. No. 5085.
TWEEDE BLAD.
bedrijf der lodders van vroege aardappelen.
Als het !>cdrijl het toelaat, is vruchl^visseliiig bij
aardappelen todi gcwvnscht, vooral met hel oog op
de reeds genoemde gewassen, die wisselbouw beslist
eis dien.
DE' KOGGE is ook zeer verdraagzaam mei zich
zelf. Bekend is, hoe in vele zandstreken (b.v. Drente:
jaar op jaar roggè op dezelfde akkers verbouwd wordt,
i Dit is een geluk voor de hoog zandgronden, waar
rogge het flioofdgewns is en zal blijven, omdat dit
graan het minst gevaar heeft van verdrogen of be
vriezen. Voorheen wisselde men rogge veel met bock-
weit, thans meer met aardappelen, mangel wortelen,
en koolrapen, eesi enkele keer met haver of serra
della
i KOOLSOORTEN kunnen het op zeer kalkrijke
gronden lang uithouden zonder wisselbouwDe uit
gebreide koolbcuw in Geestmerambadit moge tot be-
wijs strekken. In het onrustbarend optreden van ver
scheidene ziekten in kool, als „iLranihartcn'' vallcrs'
„rotaeken". „maadjerigheid' enz. ligt toch een duidc
geest, zal foutjen, aan het licht brengen, begaan
apn beide zijden, waarvan het kind het slachtoffer
had kunnen worden, waren ze niet bij tijds ingezien.
Dau worden, ze besproken, vertrouwelijk, doch ia al-
gemeenen zin. Ik heb het dikwijls gevoeld, hoe de
gedachte alleen, dat we zoo aJlen bijeen waren ge
komen, om te denken en te spreken over het jonge
leven, dat ons zoo na aan 't hart ligt, een gevoel
van -intimiteit doet geboren worden, van onderlinge
behoefte tot samenwerken streven in éen richting,
dat het kind en ons zelf ten goede moet komen
Vele lagere scholen hebben deze ouderavonden In
gevoerd. Waarom volgen zoo weinig middelb. scholen
dit goede voorbeeld? Ook de onderlinge samenwer
king der leeraren zou er door gebaat -..orden. Want
als een eenheid moet de school het kind in zich
opnemen; moet zij staan tegenover de ouders, willen
deZj niet de verbijsterende gewaarwording ondervin
den, dat de éene leerkracht afbreekt, wat de andere
opbouwt, dat er van geen zelfde streven geen
sehöolgeest kan sprake zijn.
lijke vingerwijzing om ook bij de koolteelt naar in- i Samenwerken is mooi, maar niet altijd makkelijk
CCCXV. DE VERDRAAGZAAMHEID DER GEWAS
SEN IN DE VRUCHTOPVOLGING.
Er zijn, een aantal landbouwgewassen, die zeer on
verdraagzaam zijn met zichzelf, m.a,w. die niet ge-
«ten Villen, nln zU op hetzelfde veld te dikwijls of voering van <kn wbmUmu» te streven Heeds heelt Ook niet hier.
met te korte tusschenpooren geteeld worden. Br zijn ntcil in die richting de bakens verzet en koerst men El moet zijn dikwijls een terzijde stellen van
echter ook planten die zeer verdraagzaam zijn met naar nieuwe cultures. De teelt van vroeg; aardappelen, eigen inzicht, van eigen ik daarom een juist
zichzelf en zonder schade jarenlang op hetzelfde land die zeer loonend is en niet te veel .ffbeklskmclllcn begrip van eigen kennen en kunnen daarom een
met goed gevolg verbouwd kunnen worden Verder eisolit. zal aan Ixmgcdijk en Omstreken wel uilbrei- wederzijds begrepen, waardeeren een onbeperkt
zlin er gewassen die niet voortwillen na bepaalde tblLG vinden. Ttlinboonen met tnssdientoelt van atlgur- vettrouwen der verschillende "krachten, alle begrij-
voorvruchten terwijl ze na andere voorgangsters bij- k<"n nl slabooncn zal men er eveneens meer gaan ptnd dat er slechts éen belang is éen zorg: het
- uitoefenenverder betoven rabarber en schorseneeren heil van het kind.
zon.der goed groeien.
Dit eigenaardig gedrag der landbouwgewassen, heeft
geleld tot, de invoering van „wisselbouw" of „vrucht-
wisseling".
De wisselbouw is altijd goed, «likwijls noodzakelijk.
Ziehier een korte formule voor een zeer belang
rijke aangelegenheid van den akkerbouw.
Na bovenstaande uiteenzetting over de noodzakelük-
keid van wisselbouw in bet algemeen, willen we de
gewassen afzonderlijk uit dit oogpunt beschouwen.
DE TARWE is met zichzelf weinig verdraagzaam.
Tarwe na tarwe is altijd verkeerd en in vele gevallen
is tarwe na haver of gerst ook niet goed, al komt het
in sommige streken voor. Bij rijkelijke bemesting met t
phosphorzuur (thomasslakkenmeel of superpliosphaat
en waar noodig met kaïniet, aangevuld met stikstof
(ehilisalpeter of zwavelzuren ammoniak), naar gelang
ie bemestingstoestand van den grond is, zijn aard
appelen en bieten uitstekende voorvruchten voor
tarwe. Karwij, vlas, erwten en boonen zijn meestal
wat voor de toekomst.
Oudtijds hield inen den wisselbouw in de eerste
plaats in eere om met den most rond te komen/
Thans moet men het hoofdzakelijk doen om de ziekten
uil do gewassen te weeren.
Een goede vrachtwisseling is een, stevige mgge-
graat voor een landbouwbedrijf!
D. E. LANDMAN.
Het kind en de school.
A. v. d. W.
Ingezonden.
Mijnheer de Redacteur.
Ingevolge het bericht betreffende de benoeming van
een anderen kaasmaker aan de Kaasfabriek „Wilhel-
raina" te Berkhout, voorkomende in uw blad ,,De
Sehager Courant", wordt u vriendelijk opname ver
docht van het onderstaande, aangezien tengevolge van
die beknopte mededeeling allerlei onjuistheden
verspreid worden, waardoor de eer en de goede n^a.m
van den tegenwoordigen kaasmaker, den heer P. Boon
tjes, ten onrechte zouden kunnen worden benadeeld.
Het Bestuur van bovengenoemde kaasfabriek beeft
m een door den directeur, secretaris en penning
meester onderteekende verklaring zijne tevredenheid
betuigd over de kwaliteit der gemaakte kaas, en over
VII.
SAMENWERKING.
Van de school wordt tegenwoordig méér gevraagd
dan vroeger. De school mag niet langer alleen „1 e e-
r e n", ze moet ook „v o r m e n".
Hieruit volgt, dat de ouders zich meer en meer
muwu, w - rekenschap gaan pven van wat er op school ge- den der en de toew"hdïng"van" den ka^mak^r" Ver'-
eok beste voorgangsters van tarwe, ajs het „tarwe- beurt. School en huis gioeien als van zelf naar el- wijl op diens gedrag en eerlijkheid niet het gering-
kaaj toe- ste valt aan te merken, en ten slotte: dat de be-
De zedelijke vorming ligt vooral in de hand van noeming van een anderen kaasmaker is geschied inge-
het gezin. De gehoorzaamheid, aangewend, van het volge een mededeeling, dat de heer Boontjes pogin-
eerste oogenblik, waarin het verstandelijk bewustzijn - - - - -
zich openbaart, bloeit op uit den vertrouwelijken om
gang tusschen moeder en kind, en effent den weg
van 't kind, als bet de rustige, huiselijke omgeving
voor een groot deel van, den dag, zal moeten ver
wisselen tegen de school, waar hij staat voor een
aaltje" (d. i. de larve van de smalle graan vlieg) ten
minste niet te duchten is. Ondergeploegde klaver of
wikken zijn zeer goed, maar niet zonder gevaar voor
uitwinteren der tarwe.
In tien jaar mag tarwe hoogstens viermaal
hetzelfde land'verbouwd worden.
Belangrijk onder de granen is ook de HAVER. Dit
gewas slaagt het zekerst na aardappelen, boonen,
erwten, klaver én luzerne en het slechtst na haver,
ei iv wil, iviuvci cn ïuéciiiu tui iicu oict-umt- na. uttvci
eerst es terwe; vooral la streken waar men met vreemde lotgenooten,
r D&ar zal li At levende, vormende onderwliK
gen zou hebben aangewend, een andere betrekking of
een boerenbedrijf te verkrijgen.
Bij voorbaat beleefd dankzeggende voor de verleen
de p'aatsruimte, hoogachtend.
Uw dw.
H., Maart 1912. E.
D&ar zal het levende, vormende onderwijs zijn geest
en verstand ontwikkelen. Zijn, gedachten bepalen, zich
niet langer bij het kleine wereldje, waarin eigen ikje
troont ais vorst. En we voelen het een groo-
beschadiging der graden door de „fritvlieg" te kam
pen heeft.
ïn, vele streken kan men bieten en haver niet op
elkander laten volgen door de beschadiging van het
bieten- of haveraaltje. Dit zeer schadelijke wormpje
tast ook op den duur de spinazie aan, die na verwant
is aan de bieten.
We leven thans in een tijd, waarin de verbouw
van suikerbieten en spinaziezaad zeer loonend zijn en
er in vele boerderijen eene steeds groot,ere plaats voor
«leze gewassen wordt ingeruimd. Men denlte aan, het
Tweede Kamer.
ten steun kan het kind ontvangen in de vorming ,J d
zijner eigen persoonlijkheid van die school, waar orde,-
tucht en ijver den kindergeest moeten binnenleiden
in 't leven van arbeid, waar de omgang met kinderen,
van eigen leeftijd, maar van velerlei soort en aan
leg hem gereed maakt voor het leven in de groote
maatschappij.
De onderwijzer meet kennis nemen van het indi-
vpr/iokte" reeds voel kwaad doet •Wu" w" 1,11 inv,oe<1 hébben op zijn klasse. Wie kan
Veel kunstmest ls in staat deze nematoden-ztekte d«rover be,er 1»" ie natuurlijke op-
te beperken, maar haar op den, duur weren kan al-
leen een rationeele wisselbouw gepaard met een En i"? w
ordeelkundige* kunstmestbemesting. Uitbreiding van ^^..c n lat®n het- Eind
„w 11 Jet los. Hij werkt mee leeft mee het leven der
Den Haag, 7 Maart.
Het Bouwwetje is achter den rug. Men had zeel-
heftig wordend) ge
kibbel kunnen besparen. Want, nogmaals gezegd, de
uitslag stond immers muui-vast. Het bleef Rechts te
gen Links gaan. En, de strijd voor het amendement-
Ter Laa,u c.s. was een wanhopige, van meet af aan.
Moeilijk kan worden, betwist, dat de kracht van ar
gumentatie thans aan de zijde der vijanden van het
amendement school. Wat natuurlijk allerminst be
duidt, dat de over- en aanneming van het amende
ment-Van der Molen goed te praten valt. „Gelijkheid
vsn openbaai- en bijzonder onderwijs voor de Rijks
kas", die de heer Ter Laan. als strekking van zijn
men,dement aangaf, is natuurlijk in strijd met de wet
zijde der andersdenkenden dergelijke voorbeelden van
hartstochtelijke grofheid gceu, daar kan T niemand
verbazen, dat wie wind zaait, storm zal oogsten.
De tonnen voor schoolbouv. zijn veilig binnen.
Dezen „duurte-toeslag" zal de Senaat nh-t licht
weigeren.
U zult inlj veroorloven slechts een enkel woord
te wijden aan de zeer-saaie dfscussibn over de re
geling der rechtspositie van, de erfgooiers. de ai-
oude, ein.delooze, ingewikkelde kwestie, waarbij «ie
heer baron De Wijckerslooth de Weerdestein, de
über-agrariér des Parlement*, mot 'u bundeltje amen
dementen is verschenen. De Kamer heeft hem in
gelijk gesteld ten aanzien der vraag, of er een be
paalde termijn moet gesteld voor het kunnen bewij
zen van gerechtigd-zijn als meentenaar. Men had het
genoegen hier kennis te maken met den Regeerings-
commissaris, mr. Gratama. die In z'n uiterlijk optre
den soms aan mr. Borgesius doet denken. De verga
dering bleek, met baron De Wijckersloothvan oordeel
•daU geen termijn moet gesteld. Zij verwierp echter
'n ander araendement van dezen afgevaardigde, waar
bij bindend zou worden (in plaats van. in zekeren
zir, facultatief) het toelaten van weduwen en wee
zen. die rechten, hebben geërfd.
De stemmingen over deze amendementen Waren
natuurlijk absoluut-gemengd. Het duvelken van partij
strijd, trouwens lichtelijk-moegcvoohten, ging watslui
meren, uitrusten
Weldra zal"t weer ontwaken.
Wacht maar, gauwer dan men wel denkt!...
Mr. ANTONIO.
Binnenlandsch Nieuws.
DIRKSHORX.
„Arbeid en Waardeering van arbeid' was het on
derwerp der lezing, jWoertsdagpvontl door den heer
Sinninghe Damsté iu liet Kerkgebouw der Ncd. Her»-.
Gem. gehouden.
Dit rijke onderwerp, beliandeld dooi- dezen spre
ker. heeft de talrijke aanwezigen geruimen tijd weten
te boeien.
ie aardappelteelt eri de vlascultuur en behoud van ,®lt"T ,Ttt, r e - Niemand ter wereld kan dit den heer Van Wijnber-
te teelt van karwii. erwten es boonen. naast in- k!?sse m d0.°' bet kl ,d" tb komt me1" «W een betwisten. Dat ..,1e Ioaka" dwinat o,„ „li aan
krimjdng Vder SSAM T fö
*ptreden va,n de aaltjesziekte in, bieten,
kunnen afwenden.
n en sninazie En is er iöts' wafc- onbegrepen, verwondering baart,
j dan zal de oiulerwijzier, blijde met dat medeleven in
w Tn veiA oio— ZÜD werk, gaarne verklaren en toelichten, waardee-
gen betwisten. Dat „de logica" dwingt om niet aan
het openbaar onderwijs te onthouden wat men het
bijzonder onderwijs schenkt, ook dit kan men ge
voegelijk met)' den heer De Meester vinden. Maar der
gelijke overweging schenkt nog niet het recht om te
iycödcii, ivci.li ixiv;ix öieuxi'1,0 ecitp Ïir ujo z.t» jctieir gciuiiuc 4:
•rwten telen. Hare plaats Is uitstekend als dekvrnelit jïS^ii^ r6"' S™ T 'e,ïrll"Sa "'C
van karwii. er vorder ondervTrrtht. traSrben twee El"a- "btwlkkelt. Zljtl Objectieve bl.k vap beroepspaedaSOOgr
kan waarschuwen, of geruststellen, waar ouderlijke lief
ERWTEN eisohen strengen wisselbouw. In vele ge- i - "j"I~ 7- genjite ove
westen kan men slechte eens in de ses jaretj gezonde lnttems Snelev.™. JKrt, Sr teèSS ,.„h doe» alsof. wettelijke beletselen bestaan. En
eveafzeer kan men alles gevoelen voor 's heeren De
Meester's bezwaar, dat het toch waarlijk niet aan
gaat om met 's lan,ds middelen om te springen; klak
keloos, incidenteel, zonder d-at men dé' consequenties
kan overzien* gelijk de heeren, Ter Laan c.s. wenseh-
t* 1 te doen; gelijk de heeren Van der Molen, c.s.
gisteren in nog veel bedenkelijker, ernstiger, grover
mate doorvoerden.
Over het algemeen was het „aspect" der Kamer
gedurende de behandeling van, dit „wetteke" bijzon
der onbehagelijk.
Ket amendement-Ter Laan hoe goed bedoeld dan
ook was inderdaad onaannemelijk voor ieder, die
Imet 's lands wetten en 's lands geldmiddelen niet
van karwij, en zonder ondervrucht, tusschen tw
«en.
KLAVER eischt e-veneens een jarenlange nateelt vai
andere gewassen. Minstens zes jaar moet men wachter
voordat klaver op hetzelfde veld mag terugkeeren.
Zelfs hij rijkelijke bemesting met phosphorzuur (zoo
noodig aangevuM met kali) is „klavermoeheid" te
duchten, als men te spoedig met klaver op hetzelfde
land terugkeert.
UIEN zijn even gevoelig als erwten en klaver en
VLAS is het op vele grondenn og erger.
Voor erwten, klaver, uien en vlas is wisselbouw
•en gebiedende eisch.
Bij BIETEN kan 'n herhaalde teelt bij uitzondering
aan te, bevelen zijn nl. als hooge suikerprijzen groot
gewita. in h©t vooruitzicht stellen. Toch blijft het spe-
oulatief. Behandeling van Eet hietenzaad met koper
vitriool en een ruime bemesting met chili zullen de
kans op slagen vertfoogen. De rationeele vruchtopvol
ging eischt eenmaal bieten in vier jaren, op goede
bietengronden eenmaal in drie jaren. Men dient dit
in verband te brengen met hetgeen hierboven over de
betrekking van bieten, spinazie en haver ten op
zichte der aaltjesziekte is in het midden gebracht.
DE AARDAPPEL is eeax plant, die. zoo noodig.
jarenlang onafgebroken op hetzelfde land geteeld kan
worden, als men slechts zorgt voor een doelmatige be
mesting.
Tot staving dezer bewering herinneren we aan hel
Feuilleton.
ROMAN VAN RUDOLF HANS BARTSCH.
Mevrouw Utta en Hans hadden geen oogenblik rust
De vier vereerders, die tot dusverre zich niet anders
hadden onderscheiden dan in de kleuren van hun
dansen, werden steeds opdringend er. D.e mooie Edï
verscheen zoo ongeveer elke minuut, eindelijk kwa
men ook een paar jonge slagers, een zeepzieder en
een schoolmeester. Met den laatste in zijn zeer krap
pe jas, die de smalle schouders naar elkaar toe scheen
te rijgén, had Utta medelijden, en zij danste
met hem, en werd daardoor nog meer het algemeen
«igendom. Vooral Ramseide was onweerstaanbaar. Hij
ontrukte, haar aan den zeepzieder, aan de slagers en
den wagenmaker met brutaal geweld, want dezen waret
school kameraden van hem en hij wist dus wel hoever
hij gaan kon. Te zeggen wist Edi haar weinig, maar
zijn „sch'oone vrouw" klonk zoo veelzeggend, dat nie
mand hém een dans had durven weigeren. De manie
ren die men anders in „De groote Beer" van hem
tegenover meisjes gewend was, durfde hij nu nog
«iet te baat nemen, want de vreemdelinge was wel
mooi en aardig, maar zij zag er toch. ook buitenge
woon trotsch uit. Éindelijk noodigde hij haar uit voor
'n promenade en vertelde haar van zijn ambt, maakte
de fijne opmerking, dat de broodwinning van Utta's
man. bepaald wel heel winstgevend moest .ijn geweest
en zeide Vervolgens, toen, Utta lachend zweeg, dat er
nok liefde bestond op het eerste gezicht, wat
een vreeselijk iets is en een afschuwelijke geschiede
nis voor dengene die ze treft," eindigde hij met een
zucht als een blaasbalg.
Mevrouw Utta beging in haar lust om dergelijke
vertrouwelijkheden nog meer aan te moedigen de on
voorzichtigheid om te zeggen: „u bevalt mij ook heel
goed, mijnheer Ramsedde."
Zij wist niet, dat zij aan haar aanbidder, die van
zichzelf vervuld was als een Faust vervuld is van
Gretchen, een volslagen liefdesverklaring had ge
daan.
Toen zb weder in de nabijheid van Haan? kwamen
ide faalt of te bezorgd is.
Zoo, zal de samenwerking tusschen school en huis
gevoeld worden als een niet meer te ontberen fac
tor in de opvoeding va,n het kind ze zal groeien
op natuurlijke wijze tot een hechten hand, waarlangs
het kind veilig voortgaat op den weg der ontwikke
ling. Wij, ouders en onderwijzers bespelen tezamen
een fijn instrument: de ziel van het kind.
Er moet harmonie zijn in ons spel!
Het feit. dat ouders verlangen kennis te nemen
van de wijze, waarop hun ltind onderwezen wordt,
zijn evenwel èn voor de leerkrachten èn voor de leer
lingen ontegenzeggelijk bezwaren verbonden. Zelden
zijn deze lessen natuurlijk.
Veel voel ik voor ouderavonden. Dan komen wij,
ouders niet om te spreken over ons kind. maar over
het kind in de school. En, klaagt de onderwijzer dik
wijls te recht over gemis aan waardeering van de
zijde der ouders, hier is dan de gelegenheid waarbij
hij vaders en moeders een dieper inzicht, kan doen
krijgen i n zijn werk, dat niet alleen voor hem lcap
feijn een beroep, maai- een roeping.
Hun kinderen zijn ook voor hem de voorwerpen
zijner dagelijksche zorg en toewijding. Het aan de
orde stellen van onderwerpen, die school en huis
raken, als Huiswerk
t Was bij voorbaat veroordeeld. En 't ware zoowel
meer verstandig als meer waardig geweest, 't achter
wege te laten. Booze, bittere woorden heeft dit her
leven van den schoolstrijd gewekt. De heer Van Wijn-
hergen, fanatiek-militante figuur, achtte 't oirbaar om
van-ochtend o.a. te zeggen, dat elke verwijdering tus
schen hem en de soc.-democraten aangenaam is, wijl
'daardoor z.i. zijne; reputatie stijgt „in het oog van
de lieden, op wier oordeel hij prijs-stelt".
De heer Hugenholtz, op dat oogenblik nog van de
groep-Troelstra in de zaal present, schaterlachte op
den schamperen toon, dezen afgevaardigde eigen
Maar ditmaal was zijn geprikkelde toorn alleszins
begrijpelijk. Van soc.-democratische zijde wordt zeker.
in de Kamer, nu en dan gezondigd tegen hoffelijkheid
lucnt-bcnool- en gemat,ig(je kieschheid van toon. Waar men van de
en een weinig wilde rusten, verzocht hij dadelijk weer
om een dans. Zij wees hem glimlachend aT: „Ach. u
moet ook eens een oogenblikje kunnen wachten."
„Wees lief," zeide hij lachend, boog voorover, trok
haar in zijn armen en poogde haar op te tillen. Hans
greep echter op den rug van mevrouw ITtta in de
vingers van den mooien Edi, brak die uibel kaar als
bloemkoolstronken en gaf den wild opvliegenden in
dringer een stoot, die bepaald goed was aangekomen,
want de begrafenisridder schoot eenige schreden ach-
teruit en viel midden in een kluwen dansers, brak j
daarin een bres en viel languit op den grond met
de beenen omhoog.
Himmelmayer, die in de oogenblikkelijk ontstane
stilte, terwijl de muzikanten hun instrumenten in
veiligheid trachtten te brengen, tusschen Hans en
zijn geel van woede zienden tegenstander was ge-
sproDgen, had de twee mannen, bepaald niet kunnen
scheiden,- Mevrouw Utta, had, o schande, op dat oogen
blik, slechts het opgewekte gevoel: „Hè. wat heeft
die kerel een fameuze kracht, die woudbaron!Van
haar zijde was weinig te hopen in dit oogenblik. Maar
daar waren de teruggeschovenen, allen tegelijk: de
wagenmaker, de slager, de zeepfabrikant, de school
meester, zij allen plaatsten zich voor mevrouw Utta.
Eduard Ramseide had hen allen tegen zich, zelfs de
vrouwen, die door zijn laatsten aanval op de vreem
de vrouw, als razend geworden waren.
„Kalm aan. Eduard. Je hebt precies gekregen wat
je toekomt,"
Ei waren ook jongelui, aan wie Hans veel te trotsch,
stil en deftig voorgekomen was en, die met Edu
ard Ramseide meevoelden. Maar er waren toch eenige
minuten verloopen, en die gaven gelegenheid tot han
delen, Himmelmayer trok den hem bekenden school
meester naast zich en verschanste zich voor Utta
en Hans en drong hen vlug de zaal uit. „In het
rijtuig, snel in het rijtuig!" riep hij.
Buiit,en voor de herberg sliep tot, geluk, de koet
sier op den hok van zijn rijtuig. Hij was heel ver
wonderd toen Himmelmayer hem de paardedeken toe
wierp, die op zijn rossinant had gelegen, en de halve
zaal met menschen luid en opgewonden naar buiten
stormde en mevrouw Utta bleek en, haastig instapte.
[Hans stond nog steeds iu de deur en verzette zich
tegen Ramseide, die woedend op hem indrong.
Spreker ving zijn rede :un met de aanlialing Voa
enkele gedichten en zeewijzen, den arbeid prijzend e
niet als een noodzakelijk kwaad, doch als een zegen.
Waar legen Adam werd gezegd: „In 't zweet uws
aanschijns zult gij uw brood eten!' daar denkt
spreker aan geen straf. Zonder arbeid, zonder be
zigheid, leeft de mensch niet. Van de geboorte af me
ten de spieren worden geoefend, gebruikt, of ze zul
len verslappan. Doem den jongen mensch tot volsla
gen werkeloosheid, tot absolute rust en zie, wat li-
va 11 groeiteen slap, ziekelijk wezen.
Waar van arbeid gesproken wordt, denkt pien aller
eerst aan lidmmdijken arbeid. Smeden, timmerlieden^
landbouwers, fabrieksarbeiders, mijnwerkers, dat zijn
menschen, die arbeiden. „Daarmee zijn <le pcnnelik-
kers op welk gebied ook. niet te vergelijken" zegt
men wel. Doch, wanneer in eene inrichting van wol-
Ken aard ook, de schrijvers, rekenaars, teekènaars, enz.
eens den arbeid neerlegden', hoe kort zou het dan d
ren of ook de handarbeiders werden tot werkeloos
heid gedrongen.
De machinist op zijne machine voelt zidi een p r-
soon van gewicht, en terecht. Van zijn oplettendncid
hangt veel af. Maar als niet een ernstig, diep
denker de machine had uitgedacht, dan liep misschien
de machinist, dubbel gebogen, in de lijn van oen vracht
schip. Ziehier enkele voorbeelden uit de vele, dooi
den spreker aangehaald
Arbeid adelt. Ja, maar adel arbeidt nictv beschouwt
arbeid 0111 den broode vaak als een schande. Tegen
over een adcllijko weduwe, met eenige dochters met
bekrompen middelen achtergebleven, en zich schamen
de om door arbeid hare omstandigheden te verbeter,.li-
stelde spreker de noeste, vlijt en volharding van d.ii
bekenden industrieel Schollen.
Naast.... doch waar te eindigen als ik alles wü.ie
opsommen, wal de spreker ten beste gaf. Laat ,ij
besluiten met de mededeeling dat lol het einde rte
de toehoorders werden geboeid.
Ter afwisseling gaf de heer Byposf een p.tar sehoc :o
nummers cp hel orgel.
Mijncheeren Damsté en Bijpost: deze perzik smaakt
naar meer.
- St. Maarten.
Alhier zullen pogingen in het werk worden ge
steld om een boerenleenbank op te richten. Donder
dag 14 Maart zal voor dat doel een spreker uit rt>
recht, bij den heer Schermerhorn optreden.
OUDE NIEDORP.
Van de lichting 1912 moet de loteling j. Koemees-
ter no. 5 opkomen, tusschen 16 en 31 Mei en J.
Kee no. 2 en J. C. Beemsterboer no. 4 tusschen 16
en 30 September. Laatstgenoemde is aangewezen voor
de veldartillerie.
OUDE NIEDORP.
Voor kostelooze vaccinatie zal gelegenheid ge^e-
ven worden te Zijdewind in, de school op 13 Maart,
en te Oude Niedorp op het Raadhuis op 1 r, Ma:-rt
a.s., telken^ des namiddags 4 uur
OPLICHTING.
Te Hengelo (O.) vervoegde zich onlangs bü dom
goud- en zilversmid J. B. H. Roebers, zekere .1. A.
de V., voorgevende woonachtig te zijn te Goor. met
verzoek op zicht te mogen ontvangen eenige gouden
horlogekettingen. Niettegenstaande der verzoek den
heer Roebers wel een, winig verdacht voorkwam, wist
de V. 11a een kort gesprek het vértrouwen van don
heer R. te winnen, en werd aan zijn verlangen vol
daan om een zestal gouden kettingen op zicht mede
naar huis te nemen, onder stellige belofte dat de
„Hans!" liep de nu angstig geworden vrouw
„Hans!
Maar het scheen, dat de baron wilde vechten als
een. kater.
..Hans! lieve Hans!"
'Het was vreemd. Bij het zien van den ongenum-
merden wagen met de gummfiwieleü en den koetsier
met hoogen hoed, werd de opgewonden menigte schuw
en aarzelde.
„Hans!"
„Genadige heer!' - riep de koetsier.
Ramseide stond als door den bliksem getroffen en
deed niemendal meer. Toen werd Hans bang, dat
men hen wel eens kon herkennen en hij riep Himmel
mayer toe: „Verraad ons niet," sprong in het rijtuig
bij mevrouw Utta sloeg het portier dicht, de paar
den trokken aan, en de opgewondenheid was voorbij.
Utta en, Hans hadden niet eens bemerkt, dat Him
melmayer achtergebleven was, alleen aan de menigte j
overgeleverd, die nu vol nieuwsgierigheid en opge
wondenheid opbruischte: „Wie zijn dat? Wat moesten
die hier?"
Het was Himmelmayer in 't geheel, niet onaange-
naam, om het middelpunt van het gezelschap gewor
den te zijn, daar hij nu naar hartelust sprookjes kon
opdisschen.
Hij vertelde dus, wijl hij wist dat Utta zich had
uitgegeven voor de weduwe Rössel, van haar overle
den man den kolenhandelaar en van haar neef, den
boschwachter, die zoo jaloersch was en dien zij daar
om njet trouwen wilde, ook omdat hij te jong was.
„Hoe oud?" riep de grimmige Ramseide.
„Even twintig."
Ramseide, die reeds over de dertig was, streek zich
trots behaaglijk over den snorbaard.
Zoo was uit het danspartijtje een verteluurtje
geboren geworden. Himmelmayer wist ieders zwakke
zijde te vinden, gaf allen jongen mannen hoop. beloofde
dj mooie vrouw nog eens terug te zullen brengen,
maar dan zonder dien jajoerschen neef, noteerde vol
ernst den, naam der vereeniging en begaf zich dan
met zijn meisje, een dochter van een kamerverhuur
ster, in den tuin om haar eenig onderricht in het
kussen te geven.
Mevrouw Utta en Hans reden naar het kasteel.
Mevrouw Utta haalde snel'-en diep adem. beideu
zwegen en zoo nu en dan lachte de vrouw nerveus-
Eindelijk werd het lachen vrijer, vrooiyker. ten slo.f©
dol en eindeloos.
Hans zweeg gekrenkt
„Mijn hemel, mijn hemel, alles doet mij pijn," zeide
mevrouw Utta en lachte steeds nog. snikte een paar
maal midden in het lachen en Hans geloofde, dau
zij nog steeds lachte, toen zij aj reeds lang in eei\
erbarmelijk weenen was uitgebarsten.
Hij wist het eerst, toen hem snel na elkander
bU een zwaai van het rijtuig, drie, vier tranen cp
de band gevallen waren. Nu schrikte hij. Maar hij
dacht: overdreven vrouw! Zij is bepaald niet nor
maal!
Dan greep het hem toch meer aan. „Mevrouw Utta*
smeekte hij.
Nu weende zij nog meer en hem kwam dit wëènen
onuitsprekelijk lief en. zoet voor. Hij poogde dep arm
om haar heen te slaan, maai- zij weerde hem kort
weg af en weende door.
Toen, zat hij hulpeloos. „Wal is er toch? Heb ik
u beleedigd?"
Zij zeide niemendal, maar zij was buiten zichzelf
hoe onbruikbaar en onhandig deze baron was. Juist
als man. Blameeren zou hij haar bepaald, hoe wel-
opgevoeder het; gezelschap was hoe meer. Met ijver
zucht haar kwellen bovendien. En dan. wanneer hij
rustig was en zij ook, haar van zich stooten, zooala
hij straks Ramseide bad gedaan. Alles zag zij helder
en duidelijk; zijn heele wezen en de totale onmoge
lijkheid om eenig welgevallen in hem te hebben.
Daarom weende zij zoo hartstochtelijk, liet hem niet
nader tot haar komen, weerde zijn haar zoo lieve
stem af, steeg resoluut uit het rijtuig, toen zij thuis
was, zeide kortweg: „goeden nacht" en in 't geheef
niet „tot weerziens"... en den volgenden dag ging zij
naar Weenen.
In de courant stond enkele dagen later de volgende
advertentie: ,„,De Groote Beer. De verrukkelijke we
duwe van het Grieshoevebal wordt door haar meest
getrouwen bewonderaar gesmeekt om eenig teeken vaq
leven. Antwoord onder het motto: treurridder erv
steenkool aan de expeditie der Tagespost."