s^a-srsss k snreuw Mevrouw Utta en de Jager. Zaterdag 9 Maart 1912. 5(ie .laargang. No. 5085. TWEEDE BLAD. bedrijf der lodders van vroege aardappelen. Als het !>cdrijl het toelaat, is vruchl^visseliiig bij aardappelen todi gcwvnscht, vooral met hel oog op de reeds genoemde gewassen, die wisselbouw beslist eis dien. DE' KOGGE is ook zeer verdraagzaam mei zich zelf. Bekend is, hoe in vele zandstreken (b.v. Drente: jaar op jaar roggè op dezelfde akkers verbouwd wordt, i Dit is een geluk voor de hoog zandgronden, waar rogge het flioofdgewns is en zal blijven, omdat dit graan het minst gevaar heeft van verdrogen of be vriezen. Voorheen wisselde men rogge veel met bock- weit, thans meer met aardappelen, mangel wortelen, en koolrapen, eesi enkele keer met haver of serra della i KOOLSOORTEN kunnen het op zeer kalkrijke gronden lang uithouden zonder wisselbouwDe uit gebreide koolbcuw in Geestmerambadit moge tot be- wijs strekken. In het onrustbarend optreden van ver scheidene ziekten in kool, als „iLranihartcn'' vallcrs' „rotaeken". „maadjerigheid' enz. ligt toch een duidc geest, zal foutjen, aan het licht brengen, begaan apn beide zijden, waarvan het kind het slachtoffer had kunnen worden, waren ze niet bij tijds ingezien. Dau worden, ze besproken, vertrouwelijk, doch ia al- gemeenen zin. Ik heb het dikwijls gevoeld, hoe de gedachte alleen, dat we zoo aJlen bijeen waren ge komen, om te denken en te spreken over het jonge leven, dat ons zoo na aan 't hart ligt, een gevoel van -intimiteit doet geboren worden, van onderlinge behoefte tot samenwerken streven in éen richting, dat het kind en ons zelf ten goede moet komen Vele lagere scholen hebben deze ouderavonden In gevoerd. Waarom volgen zoo weinig middelb. scholen dit goede voorbeeld? Ook de onderlinge samenwer king der leeraren zou er door gebaat -..orden. Want als een eenheid moet de school het kind in zich opnemen; moet zij staan tegenover de ouders, willen deZj niet de verbijsterende gewaarwording ondervin den, dat de éene leerkracht afbreekt, wat de andere opbouwt, dat er van geen zelfde streven geen sehöolgeest kan sprake zijn. lijke vingerwijzing om ook bij de koolteelt naar in- i Samenwerken is mooi, maar niet altijd makkelijk CCCXV. DE VERDRAAGZAAMHEID DER GEWAS SEN IN DE VRUCHTOPVOLGING. Er zijn, een aantal landbouwgewassen, die zeer on verdraagzaam zijn met zichzelf, m.a,w. die niet ge- «ten Villen, nln zU op hetzelfde veld te dikwijls of voering van <kn wbmUmu» te streven Heeds heelt Ook niet hier. met te korte tusschenpooren geteeld worden. Br zijn ntcil in die richting de bakens verzet en koerst men El moet zijn dikwijls een terzijde stellen van echter ook planten die zeer verdraagzaam zijn met naar nieuwe cultures. De teelt van vroeg; aardappelen, eigen inzicht, van eigen ik daarom een juist zichzelf en zonder schade jarenlang op hetzelfde land die zeer loonend is en niet te veel .ffbeklskmclllcn begrip van eigen kennen en kunnen daarom een met goed gevolg verbouwd kunnen worden Verder eisolit. zal aan Ixmgcdijk en Omstreken wel uilbrei- wederzijds begrepen, waardeeren een onbeperkt zlin er gewassen die niet voortwillen na bepaalde tblLG vinden. Ttlinboonen met tnssdientoelt van atlgur- vettrouwen der verschillende "krachten, alle begrij- voorvruchten terwijl ze na andere voorgangsters bij- k<"n nl slabooncn zal men er eveneens meer gaan ptnd dat er slechts éen belang is éen zorg: het - uitoefenenverder betoven rabarber en schorseneeren heil van het kind. zon.der goed groeien. Dit eigenaardig gedrag der landbouwgewassen, heeft geleld tot, de invoering van „wisselbouw" of „vrucht- wisseling". De wisselbouw is altijd goed, «likwijls noodzakelijk. Ziehier een korte formule voor een zeer belang rijke aangelegenheid van den akkerbouw. Na bovenstaande uiteenzetting over de noodzakelük- keid van wisselbouw in bet algemeen, willen we de gewassen afzonderlijk uit dit oogpunt beschouwen. DE TARWE is met zichzelf weinig verdraagzaam. Tarwe na tarwe is altijd verkeerd en in vele gevallen is tarwe na haver of gerst ook niet goed, al komt het in sommige streken voor. Bij rijkelijke bemesting met t phosphorzuur (thomasslakkenmeel of superpliosphaat en waar noodig met kaïniet, aangevuld met stikstof (ehilisalpeter of zwavelzuren ammoniak), naar gelang ie bemestingstoestand van den grond is, zijn aard appelen en bieten uitstekende voorvruchten voor tarwe. Karwij, vlas, erwten en boonen zijn meestal wat voor de toekomst. Oudtijds hield inen den wisselbouw in de eerste plaats in eere om met den most rond te komen/ Thans moet men het hoofdzakelijk doen om de ziekten uil do gewassen te weeren. Een goede vrachtwisseling is een, stevige mgge- graat voor een landbouwbedrijf! D. E. LANDMAN. Het kind en de school. A. v. d. W. Ingezonden. Mijnheer de Redacteur. Ingevolge het bericht betreffende de benoeming van een anderen kaasmaker aan de Kaasfabriek „Wilhel- raina" te Berkhout, voorkomende in uw blad ,,De Sehager Courant", wordt u vriendelijk opname ver docht van het onderstaande, aangezien tengevolge van die beknopte mededeeling allerlei onjuistheden verspreid worden, waardoor de eer en de goede n^a.m van den tegenwoordigen kaasmaker, den heer P. Boon tjes, ten onrechte zouden kunnen worden benadeeld. Het Bestuur van bovengenoemde kaasfabriek beeft m een door den directeur, secretaris en penning meester onderteekende verklaring zijne tevredenheid betuigd over de kwaliteit der gemaakte kaas, en over VII. SAMENWERKING. Van de school wordt tegenwoordig méér gevraagd dan vroeger. De school mag niet langer alleen „1 e e- r e n", ze moet ook „v o r m e n". Hieruit volgt, dat de ouders zich meer en meer muwu, w - rekenschap gaan pven van wat er op school ge- den der en de toew"hdïng"van" den ka^mak^r" Ver'- eok beste voorgangsters van tarwe, ajs het „tarwe- beurt. School en huis gioeien als van zelf naar el- wijl op diens gedrag en eerlijkheid niet het gering- kaaj toe- ste valt aan te merken, en ten slotte: dat de be- De zedelijke vorming ligt vooral in de hand van noeming van een anderen kaasmaker is geschied inge- het gezin. De gehoorzaamheid, aangewend, van het volge een mededeeling, dat de heer Boontjes pogin- eerste oogenblik, waarin het verstandelijk bewustzijn - - - - - zich openbaart, bloeit op uit den vertrouwelijken om gang tusschen moeder en kind, en effent den weg van 't kind, als bet de rustige, huiselijke omgeving voor een groot deel van, den dag, zal moeten ver wisselen tegen de school, waar hij staat voor een aaltje" (d. i. de larve van de smalle graan vlieg) ten minste niet te duchten is. Ondergeploegde klaver of wikken zijn zeer goed, maar niet zonder gevaar voor uitwinteren der tarwe. In tien jaar mag tarwe hoogstens viermaal hetzelfde land'verbouwd worden. Belangrijk onder de granen is ook de HAVER. Dit gewas slaagt het zekerst na aardappelen, boonen, erwten, klaver én luzerne en het slechtst na haver, ei iv wil, iviuvci cn ïuéciiiu tui iicu oict-umt- na. uttvci eerst es terwe; vooral la streken waar men met vreemde lotgenooten, r D&ar zal li At levende, vormende onderwliK gen zou hebben aangewend, een andere betrekking of een boerenbedrijf te verkrijgen. Bij voorbaat beleefd dankzeggende voor de verleen de p'aatsruimte, hoogachtend. Uw dw. H., Maart 1912. E. D&ar zal het levende, vormende onderwijs zijn geest en verstand ontwikkelen. Zijn, gedachten bepalen, zich niet langer bij het kleine wereldje, waarin eigen ikje troont ais vorst. En we voelen het een groo- beschadiging der graden door de „fritvlieg" te kam pen heeft. ïn, vele streken kan men bieten en haver niet op elkander laten volgen door de beschadiging van het bieten- of haveraaltje. Dit zeer schadelijke wormpje tast ook op den duur de spinazie aan, die na verwant is aan de bieten. We leven thans in een tijd, waarin de verbouw van suikerbieten en spinaziezaad zeer loonend zijn en er in vele boerderijen eene steeds groot,ere plaats voor «leze gewassen wordt ingeruimd. Men denlte aan, het Tweede Kamer. ten steun kan het kind ontvangen in de vorming ,J d zijner eigen persoonlijkheid van die school, waar orde,- tucht en ijver den kindergeest moeten binnenleiden in 't leven van arbeid, waar de omgang met kinderen, van eigen leeftijd, maar van velerlei soort en aan leg hem gereed maakt voor het leven in de groote maatschappij. De onderwijzer meet kennis nemen van het indi- vpr/iokte" reeds voel kwaad doet •Wu" w" 1,11 inv,oe<1 hébben op zijn klasse. Wie kan Veel kunstmest ls in staat deze nematoden-ztekte d«rover be,er 1»" ie natuurlijke op- te beperken, maar haar op den, duur weren kan al- leen een rationeele wisselbouw gepaard met een En i"? w ordeelkundige* kunstmestbemesting. Uitbreiding van ^^..c n lat®n het- Eind „w 11 Jet los. Hij werkt mee leeft mee het leven der Den Haag, 7 Maart. Het Bouwwetje is achter den rug. Men had zeel- heftig wordend) ge kibbel kunnen besparen. Want, nogmaals gezegd, de uitslag stond immers muui-vast. Het bleef Rechts te gen Links gaan. En, de strijd voor het amendement- Ter Laa,u c.s. was een wanhopige, van meet af aan. Moeilijk kan worden, betwist, dat de kracht van ar gumentatie thans aan de zijde der vijanden van het amendement school. Wat natuurlijk allerminst be duidt, dat de over- en aanneming van het amende ment-Van der Molen goed te praten valt. „Gelijkheid vsn openbaai- en bijzonder onderwijs voor de Rijks kas", die de heer Ter Laan. als strekking van zijn men,dement aangaf, is natuurlijk in strijd met de wet zijde der andersdenkenden dergelijke voorbeelden van hartstochtelijke grofheid gceu, daar kan T niemand verbazen, dat wie wind zaait, storm zal oogsten. De tonnen voor schoolbouv. zijn veilig binnen. Dezen „duurte-toeslag" zal de Senaat nh-t licht weigeren. U zult inlj veroorloven slechts een enkel woord te wijden aan de zeer-saaie dfscussibn over de re geling der rechtspositie van, de erfgooiers. de ai- oude, ein.delooze, ingewikkelde kwestie, waarbij «ie heer baron De Wijckerslooth de Weerdestein, de über-agrariér des Parlement*, mot 'u bundeltje amen dementen is verschenen. De Kamer heeft hem in gelijk gesteld ten aanzien der vraag, of er een be paalde termijn moet gesteld voor het kunnen bewij zen van gerechtigd-zijn als meentenaar. Men had het genoegen hier kennis te maken met den Regeerings- commissaris, mr. Gratama. die In z'n uiterlijk optre den soms aan mr. Borgesius doet denken. De verga dering bleek, met baron De Wijckersloothvan oordeel •daU geen termijn moet gesteld. Zij verwierp echter 'n ander araendement van dezen afgevaardigde, waar bij bindend zou worden (in plaats van. in zekeren zir, facultatief) het toelaten van weduwen en wee zen. die rechten, hebben geërfd. De stemmingen over deze amendementen Waren natuurlijk absoluut-gemengd. Het duvelken van partij strijd, trouwens lichtelijk-moegcvoohten, ging watslui meren, uitrusten Weldra zal"t weer ontwaken. Wacht maar, gauwer dan men wel denkt!... Mr. ANTONIO. Binnenlandsch Nieuws. DIRKSHORX. „Arbeid en Waardeering van arbeid' was het on derwerp der lezing, jWoertsdagpvontl door den heer Sinninghe Damsté iu liet Kerkgebouw der Ncd. Her»-. Gem. gehouden. Dit rijke onderwerp, beliandeld dooi- dezen spre ker. heeft de talrijke aanwezigen geruimen tijd weten te boeien. ie aardappelteelt eri de vlascultuur en behoud van ,®lt"T ,Ttt, r e - Niemand ter wereld kan dit den heer Van Wijnber- te teelt van karwii. erwten es boonen. naast in- k!?sse m d0.°' bet kl ,d" tb komt me1" «W een betwisten. Dat ..,1e Ioaka" dwinat o,„ „li aan krimjdng Vder SSAM T fö *ptreden va,n de aaltjesziekte in, bieten, kunnen afwenden. n en sninazie En is er iöts' wafc- onbegrepen, verwondering baart, j dan zal de oiulerwijzier, blijde met dat medeleven in w Tn veiA oio— ZÜD werk, gaarne verklaren en toelichten, waardee- gen betwisten. Dat „de logica" dwingt om niet aan het openbaar onderwijs te onthouden wat men het bijzonder onderwijs schenkt, ook dit kan men ge voegelijk met)' den heer De Meester vinden. Maar der gelijke overweging schenkt nog niet het recht om te iycödcii, ivci.li ixiv;ix öieuxi'1,0 ecitp Ïir ujo z.t» jctieir gciuiiuc 4: •rwten telen. Hare plaats Is uitstekend als dekvrnelit jïS^ii^ r6"' S™ T 'e,ïrll"Sa "'C van karwii. er vorder ondervTrrtht. traSrben twee El"a- "btwlkkelt. Zljtl Objectieve bl.k vap beroepspaedaSOOgr kan waarschuwen, of geruststellen, waar ouderlijke lief ERWTEN eisohen strengen wisselbouw. In vele ge- i - "j"I~ 7- genjite ove westen kan men slechte eens in de ses jaretj gezonde lnttems Snelev.™. JKrt, Sr teèSS ,.„h doe» alsof. wettelijke beletselen bestaan. En eveafzeer kan men alles gevoelen voor 's heeren De Meester's bezwaar, dat het toch waarlijk niet aan gaat om met 's lan,ds middelen om te springen; klak keloos, incidenteel, zonder d-at men dé' consequenties kan overzien* gelijk de heeren, Ter Laan c.s. wenseh- t* 1 te doen; gelijk de heeren Van der Molen, c.s. gisteren in nog veel bedenkelijker, ernstiger, grover mate doorvoerden. Over het algemeen was het „aspect" der Kamer gedurende de behandeling van, dit „wetteke" bijzon der onbehagelijk. Ket amendement-Ter Laan hoe goed bedoeld dan ook was inderdaad onaannemelijk voor ieder, die Imet 's lands wetten en 's lands geldmiddelen niet van karwij, en zonder ondervrucht, tusschen tw «en. KLAVER eischt e-veneens een jarenlange nateelt vai andere gewassen. Minstens zes jaar moet men wachter voordat klaver op hetzelfde veld mag terugkeeren. Zelfs hij rijkelijke bemesting met phosphorzuur (zoo noodig aangevuM met kali) is „klavermoeheid" te duchten, als men te spoedig met klaver op hetzelfde land terugkeert. UIEN zijn even gevoelig als erwten en klaver en VLAS is het op vele grondenn og erger. Voor erwten, klaver, uien en vlas is wisselbouw •en gebiedende eisch. Bij BIETEN kan 'n herhaalde teelt bij uitzondering aan te, bevelen zijn nl. als hooge suikerprijzen groot gewita. in h©t vooruitzicht stellen. Toch blijft het spe- oulatief. Behandeling van Eet hietenzaad met koper vitriool en een ruime bemesting met chili zullen de kans op slagen vertfoogen. De rationeele vruchtopvol ging eischt eenmaal bieten in vier jaren, op goede bietengronden eenmaal in drie jaren. Men dient dit in verband te brengen met hetgeen hierboven over de betrekking van bieten, spinazie en haver ten op zichte der aaltjesziekte is in het midden gebracht. DE AARDAPPEL is eeax plant, die. zoo noodig. jarenlang onafgebroken op hetzelfde land geteeld kan worden, als men slechts zorgt voor een doelmatige be mesting. Tot staving dezer bewering herinneren we aan hel Feuilleton. ROMAN VAN RUDOLF HANS BARTSCH. Mevrouw Utta en Hans hadden geen oogenblik rust De vier vereerders, die tot dusverre zich niet anders hadden onderscheiden dan in de kleuren van hun dansen, werden steeds opdringend er. D.e mooie Edï verscheen zoo ongeveer elke minuut, eindelijk kwa men ook een paar jonge slagers, een zeepzieder en een schoolmeester. Met den laatste in zijn zeer krap pe jas, die de smalle schouders naar elkaar toe scheen te rijgén, had Utta medelijden, en zij danste met hem, en werd daardoor nog meer het algemeen «igendom. Vooral Ramseide was onweerstaanbaar. Hij ontrukte, haar aan den zeepzieder, aan de slagers en den wagenmaker met brutaal geweld, want dezen waret school kameraden van hem en hij wist dus wel hoever hij gaan kon. Te zeggen wist Edi haar weinig, maar zijn „sch'oone vrouw" klonk zoo veelzeggend, dat nie mand hém een dans had durven weigeren. De manie ren die men anders in „De groote Beer" van hem tegenover meisjes gewend was, durfde hij nu nog «iet te baat nemen, want de vreemdelinge was wel mooi en aardig, maar zij zag er toch. ook buitenge woon trotsch uit. Éindelijk noodigde hij haar uit voor 'n promenade en vertelde haar van zijn ambt, maakte de fijne opmerking, dat de broodwinning van Utta's man. bepaald wel heel winstgevend moest .ijn geweest en zeide Vervolgens, toen, Utta lachend zweeg, dat er nok liefde bestond op het eerste gezicht, wat een vreeselijk iets is en een afschuwelijke geschiede nis voor dengene die ze treft," eindigde hij met een zucht als een blaasbalg. Mevrouw Utta beging in haar lust om dergelijke vertrouwelijkheden nog meer aan te moedigen de on voorzichtigheid om te zeggen: „u bevalt mij ook heel goed, mijnheer Ramsedde." Zij wist niet, dat zij aan haar aanbidder, die van zichzelf vervuld was als een Faust vervuld is van Gretchen, een volslagen liefdesverklaring had ge daan. Toen zb weder in de nabijheid van Haan? kwamen ide faalt of te bezorgd is. Zoo, zal de samenwerking tusschen school en huis gevoeld worden als een niet meer te ontberen fac tor in de opvoeding va,n het kind ze zal groeien op natuurlijke wijze tot een hechten hand, waarlangs het kind veilig voortgaat op den weg der ontwikke ling. Wij, ouders en onderwijzers bespelen tezamen een fijn instrument: de ziel van het kind. Er moet harmonie zijn in ons spel! Het feit. dat ouders verlangen kennis te nemen van de wijze, waarop hun ltind onderwezen wordt, zijn evenwel èn voor de leerkrachten èn voor de leer lingen ontegenzeggelijk bezwaren verbonden. Zelden zijn deze lessen natuurlijk. Veel voel ik voor ouderavonden. Dan komen wij, ouders niet om te spreken over ons kind. maar over het kind in de school. En, klaagt de onderwijzer dik wijls te recht over gemis aan waardeering van de zijde der ouders, hier is dan de gelegenheid waarbij hij vaders en moeders een dieper inzicht, kan doen krijgen i n zijn werk, dat niet alleen voor hem lcap feijn een beroep, maai- een roeping. Hun kinderen zijn ook voor hem de voorwerpen zijner dagelijksche zorg en toewijding. Het aan de orde stellen van onderwerpen, die school en huis raken, als Huiswerk t Was bij voorbaat veroordeeld. En 't ware zoowel meer verstandig als meer waardig geweest, 't achter wege te laten. Booze, bittere woorden heeft dit her leven van den schoolstrijd gewekt. De heer Van Wijn- hergen, fanatiek-militante figuur, achtte 't oirbaar om van-ochtend o.a. te zeggen, dat elke verwijdering tus schen hem en de soc.-democraten aangenaam is, wijl 'daardoor z.i. zijne; reputatie stijgt „in het oog van de lieden, op wier oordeel hij prijs-stelt". De heer Hugenholtz, op dat oogenblik nog van de groep-Troelstra in de zaal present, schaterlachte op den schamperen toon, dezen afgevaardigde eigen Maar ditmaal was zijn geprikkelde toorn alleszins begrijpelijk. Van soc.-democratische zijde wordt zeker. in de Kamer, nu en dan gezondigd tegen hoffelijkheid lucnt-bcnool- en gemat,ig(je kieschheid van toon. Waar men van de en een weinig wilde rusten, verzocht hij dadelijk weer om een dans. Zij wees hem glimlachend aT: „Ach. u moet ook eens een oogenblikje kunnen wachten." „Wees lief," zeide hij lachend, boog voorover, trok haar in zijn armen en poogde haar op te tillen. Hans greep echter op den rug van mevrouw ITtta in de vingers van den mooien Edi, brak die uibel kaar als bloemkoolstronken en gaf den wild opvliegenden in dringer een stoot, die bepaald goed was aangekomen, want de begrafenisridder schoot eenige schreden ach- teruit en viel midden in een kluwen dansers, brak j daarin een bres en viel languit op den grond met de beenen omhoog. Himmelmayer, die in de oogenblikkelijk ontstane stilte, terwijl de muzikanten hun instrumenten in veiligheid trachtten te brengen, tusschen Hans en zijn geel van woede zienden tegenstander was ge- sproDgen, had de twee mannen, bepaald niet kunnen scheiden,- Mevrouw Utta, had, o schande, op dat oogen blik, slechts het opgewekte gevoel: „Hè. wat heeft die kerel een fameuze kracht, die woudbaron!Van haar zijde was weinig te hopen in dit oogenblik. Maar daar waren de teruggeschovenen, allen tegelijk: de wagenmaker, de slager, de zeepfabrikant, de school meester, zij allen plaatsten zich voor mevrouw Utta. Eduard Ramseide had hen allen tegen zich, zelfs de vrouwen, die door zijn laatsten aanval op de vreem de vrouw, als razend geworden waren. „Kalm aan. Eduard. Je hebt precies gekregen wat je toekomt," Ei waren ook jongelui, aan wie Hans veel te trotsch, stil en deftig voorgekomen was en, die met Edu ard Ramseide meevoelden. Maar er waren toch eenige minuten verloopen, en die gaven gelegenheid tot han delen, Himmelmayer trok den hem bekenden school meester naast zich en verschanste zich voor Utta en Hans en drong hen vlug de zaal uit. „In het rijtuig, snel in het rijtuig!" riep hij. Buiit,en voor de herberg sliep tot, geluk, de koet sier op den hok van zijn rijtuig. Hij was heel ver wonderd toen Himmelmayer hem de paardedeken toe wierp, die op zijn rossinant had gelegen, en de halve zaal met menschen luid en opgewonden naar buiten stormde en mevrouw Utta bleek en, haastig instapte. [Hans stond nog steeds iu de deur en verzette zich tegen Ramseide, die woedend op hem indrong. Spreker ving zijn rede :un met de aanlialing Voa enkele gedichten en zeewijzen, den arbeid prijzend e niet als een noodzakelijk kwaad, doch als een zegen. Waar legen Adam werd gezegd: „In 't zweet uws aanschijns zult gij uw brood eten!' daar denkt spreker aan geen straf. Zonder arbeid, zonder be zigheid, leeft de mensch niet. Van de geboorte af me ten de spieren worden geoefend, gebruikt, of ze zul len verslappan. Doem den jongen mensch tot volsla gen werkeloosheid, tot absolute rust en zie, wat li- va 11 groeiteen slap, ziekelijk wezen. Waar van arbeid gesproken wordt, denkt pien aller eerst aan lidmmdijken arbeid. Smeden, timmerlieden^ landbouwers, fabrieksarbeiders, mijnwerkers, dat zijn menschen, die arbeiden. „Daarmee zijn <le pcnnelik- kers op welk gebied ook. niet te vergelijken" zegt men wel. Doch, wanneer in eene inrichting van wol- Ken aard ook, de schrijvers, rekenaars, teekènaars, enz. eens den arbeid neerlegden', hoe kort zou het dan d ren of ook de handarbeiders werden tot werkeloos heid gedrongen. De machinist op zijne machine voelt zidi een p r- soon van gewicht, en terecht. Van zijn oplettendncid hangt veel af. Maar als niet een ernstig, diep denker de machine had uitgedacht, dan liep misschien de machinist, dubbel gebogen, in de lijn van oen vracht schip. Ziehier enkele voorbeelden uit de vele, dooi den spreker aangehaald Arbeid adelt. Ja, maar adel arbeidt nictv beschouwt arbeid 0111 den broode vaak als een schande. Tegen over een adcllijko weduwe, met eenige dochters met bekrompen middelen achtergebleven, en zich schamen de om door arbeid hare omstandigheden te verbeter,.li- stelde spreker de noeste, vlijt en volharding van d.ii bekenden industrieel Schollen. Naast.... doch waar te eindigen als ik alles wü.ie opsommen, wal de spreker ten beste gaf. Laat ,ij besluiten met de mededeeling dat lol het einde rte de toehoorders werden geboeid. Ter afwisseling gaf de heer Byposf een p.tar sehoc :o nummers cp hel orgel. Mijncheeren Damsté en Bijpost: deze perzik smaakt naar meer. - St. Maarten. Alhier zullen pogingen in het werk worden ge steld om een boerenleenbank op te richten. Donder dag 14 Maart zal voor dat doel een spreker uit rt> recht, bij den heer Schermerhorn optreden. OUDE NIEDORP. Van de lichting 1912 moet de loteling j. Koemees- ter no. 5 opkomen, tusschen 16 en 31 Mei en J. Kee no. 2 en J. C. Beemsterboer no. 4 tusschen 16 en 30 September. Laatstgenoemde is aangewezen voor de veldartillerie. OUDE NIEDORP. Voor kostelooze vaccinatie zal gelegenheid ge^e- ven worden te Zijdewind in, de school op 13 Maart, en te Oude Niedorp op het Raadhuis op 1 r, Ma:-rt a.s., telken^ des namiddags 4 uur OPLICHTING. Te Hengelo (O.) vervoegde zich onlangs bü dom goud- en zilversmid J. B. H. Roebers, zekere .1. A. de V., voorgevende woonachtig te zijn te Goor. met verzoek op zicht te mogen ontvangen eenige gouden horlogekettingen. Niettegenstaande der verzoek den heer Roebers wel een, winig verdacht voorkwam, wist de V. 11a een kort gesprek het vértrouwen van don heer R. te winnen, en werd aan zijn verlangen vol daan om een zestal gouden kettingen op zicht mede naar huis te nemen, onder stellige belofte dat de „Hans!" liep de nu angstig geworden vrouw „Hans! Maar het scheen, dat de baron wilde vechten als een. kater. ..Hans! lieve Hans!" 'Het was vreemd. Bij het zien van den ongenum- merden wagen met de gummfiwieleü en den koetsier met hoogen hoed, werd de opgewonden menigte schuw en aarzelde. „Hans!" „Genadige heer!' - riep de koetsier. Ramseide stond als door den bliksem getroffen en deed niemendal meer. Toen werd Hans bang, dat men hen wel eens kon herkennen en hij riep Himmel mayer toe: „Verraad ons niet," sprong in het rijtuig bij mevrouw Utta sloeg het portier dicht, de paar den trokken aan, en de opgewondenheid was voorbij. Utta en, Hans hadden niet eens bemerkt, dat Him melmayer achtergebleven was, alleen aan de menigte j overgeleverd, die nu vol nieuwsgierigheid en opge wondenheid opbruischte: „Wie zijn dat? Wat moesten die hier?" Het was Himmelmayer in 't geheel, niet onaange- naam, om het middelpunt van het gezelschap gewor den te zijn, daar hij nu naar hartelust sprookjes kon opdisschen. Hij vertelde dus, wijl hij wist dat Utta zich had uitgegeven voor de weduwe Rössel, van haar overle den man den kolenhandelaar en van haar neef, den boschwachter, die zoo jaloersch was en dien zij daar om njet trouwen wilde, ook omdat hij te jong was. „Hoe oud?" riep de grimmige Ramseide. „Even twintig." Ramseide, die reeds over de dertig was, streek zich trots behaaglijk over den snorbaard. Zoo was uit het danspartijtje een verteluurtje geboren geworden. Himmelmayer wist ieders zwakke zijde te vinden, gaf allen jongen mannen hoop. beloofde dj mooie vrouw nog eens terug te zullen brengen, maar dan zonder dien jajoerschen neef, noteerde vol ernst den, naam der vereeniging en begaf zich dan met zijn meisje, een dochter van een kamerverhuur ster, in den tuin om haar eenig onderricht in het kussen te geven. Mevrouw Utta en Hans reden naar het kasteel. Mevrouw Utta haalde snel'-en diep adem. beideu zwegen en zoo nu en dan lachte de vrouw nerveus- Eindelijk werd het lachen vrijer, vrooiyker. ten slo.f© dol en eindeloos. Hans zweeg gekrenkt „Mijn hemel, mijn hemel, alles doet mij pijn," zeide mevrouw Utta en lachte steeds nog. snikte een paar maal midden in het lachen en Hans geloofde, dau zij nog steeds lachte, toen zij aj reeds lang in eei\ erbarmelijk weenen was uitgebarsten. Hij wist het eerst, toen hem snel na elkander bU een zwaai van het rijtuig, drie, vier tranen cp de band gevallen waren. Nu schrikte hij. Maar hij dacht: overdreven vrouw! Zij is bepaald niet nor maal! Dan greep het hem toch meer aan. „Mevrouw Utta* smeekte hij. Nu weende zij nog meer en hem kwam dit wëènen onuitsprekelijk lief en. zoet voor. Hij poogde dep arm om haar heen te slaan, maai- zij weerde hem kort weg af en weende door. Toen, zat hij hulpeloos. „Wal is er toch? Heb ik u beleedigd?" Zij zeide niemendal, maar zij was buiten zichzelf hoe onbruikbaar en onhandig deze baron was. Juist als man. Blameeren zou hij haar bepaald, hoe wel- opgevoeder het; gezelschap was hoe meer. Met ijver zucht haar kwellen bovendien. En dan. wanneer hij rustig was en zij ook, haar van zich stooten, zooala hij straks Ramseide bad gedaan. Alles zag zij helder en duidelijk; zijn heele wezen en de totale onmoge lijkheid om eenig welgevallen in hem te hebben. Daarom weende zij zoo hartstochtelijk, liet hem niet nader tot haar komen, weerde zijn haar zoo lieve stem af, steeg resoluut uit het rijtuig, toen zij thuis was, zeide kortweg: „goeden nacht" en in 't geheef niet „tot weerziens"... en den volgenden dag ging zij naar Weenen. In de courant stond enkele dagen later de volgende advertentie: ,„,De Groote Beer. De verrukkelijke we duwe van het Grieshoevebal wordt door haar meest getrouwen bewonderaar gesmeekt om eenig teeken vaq leven. Antwoord onder het motto: treurridder erv steenkool aan de expeditie der Tagespost."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1912 | | pagina 5