Vn Se Van dc gcm. lichtfabrieken was men bezig niet bet maken van een aansluiting. Door onbekende oorzaak heeft zich gas verzameld in dc gr<x>tc gasmeterkast der sociëteit. Hoe daarbij vuur gekomen is was tot nog toe «iet bekend. De gasmeterkast is uitcengesln- en. wen zoo <lo sluiten van het kamertje. Boven in jC biljartzaal werden de biljarts verschovenDe tus- schenmuur van 't kamertje der sociëteit en de kappers- salon vaai L. Comcliseii wer<l vernield. Ook in den kuppjrsalon sprongen alle ruiten en' werd veel ver nield. i I i met dynamiet. Zooals liekond is, word! den laatsten tiid druk gewerkt aan het stoomgemaal ,,l>c Looghwater in de Haar lem inenneer, waarin nieuwe machinerieën worden ge plaatst. De bestaande machinerieën waren van oen verouderd svslecm en daarbij behoort <x>k oen ijzeren ballasl- kist, eenige duizenden kilo s zwaar. Bij het sloopen blijkt, dat deze kolossus niet te han- teeren of te vervoeren is. In verband daarmede is onder goedkeuring van de bevoegde autoriteit aan den aannemer vergun- niiu verleend deze ballas tkist door dynamiet te doen springen. Onder <le aioodige voorzorgsmaatregelen zal zulks dezer dagen onder leiding en toeziehl van een kapitein der genie te Utrecht geschieden. 1K MIJ X W ERKEIÏSSTAKIXGEX. Op hel oogenblik liggen er in de haven te Rotter dam 220 sloom- en G groote zeilschepen. Er is een opcenhooping van schepen, die wachten op het einde van de staking om dan naar Engeland te gum en daar te bunkeren. 1 Mie gemeentediensten te Rotterdam zjjn tot emde Mei voorzien van de benoodigde voorraden steenkolen. De laatste drie dagen zijn nog 18 Rijnsohepen met kolen uit Duitschland gekomen. Aan dc Vondelingcnplaat (Rozenburg) is geen voor raad bunkerkolen meer. De kolen worden met de bun kermachines van de Stcenkolen-Handelsvereenigmg van hier derwaarts gebracht. Daarna heeft het bunkeren aan de plaat plaats. Do voorraad van 30.000 ton1 die de S. H. aan de Maashaven had. is heel vat .geslonken. Toen de sta king in de Engelsche mijnen uitbrak^ lagen er boven de Willemsbrug nog ongeveer 80 met kolen geladen Rijnschependit aantal is thans tot 40 gedaald. - Oude Niedorp. Uit de 14 sollicitanten voor tweede kaasmaker aan de ooöp. kaasfabriek „Goede Verwachting" alhier is benoemd de heer K. Kompas te Wognum. oudeudoms^tejrzekering. Het lid van do Tweede Kamer de heer Duijs heeft, naar Het Volk meldt, de volgende schriftelijke vragen gericht tot minister Tal ma Is de minister van landbouw, nijverheid en handel niet van meening, dat. .mede met het oog op de be handeling van het ontwerp-Invaliditeils- en Onder do msveraekering door de commissie van .voorberei ding eenige spoedige publicatie van hel rapport be treffende de resultaten van de Engelsche slaatspen- sionncering gewenscht is W aaraan is het toe te schrij ven. dat de publicatie van dit rapport zoo zeer wordt vertraagd: Is' de minister bereid te bevorderen, dat zoo spoedig doenlijk de gewensclile publicatie ge schiedt: Tegen wanneer kan deze ongeveer worden tegemoet gezien IX- EX UITVAL VAX HET HANDELSBLAD. Aanspreken. Op de gracht staat een aanspre ker vergeefs te bellenhem wordt niet opengedaan, maar de man houdt krachtig vol. Op het laatst vliegt de deur open en de heer des huizes geeft den aanspreker een gloeiend standje voor zijn onbehoorlijk luid gelui. De ander verwijdert zich statig: - ..Dan zeg ik jou lekker niet wie d r dood is! Gemengd Nieuws. DE AANSLAG OP DEN KONING VAN ITALIc. ROME, 14 Maart. Hedenmorgen toen de koning en de koningin van Italië zich naar hel Pantheon bega ven. om de mis bii te wonen ter gedachtenis aan ka- ninc, Umberto, werd een aanslag op hen grp.eegd. Een individu loste drie revolverschoten. De kexnuig en de koningin werden niet gekwetst, de majoor comman dant van het escorte kurassiers, werd gewond. De dader werd gearresteerd. BERLIJN" 14 Maart. Over den aanslag op den ko ning van Italië worden nog de volgende bijzonderheden gemeldDe Koning reed in een gesloten wagen, me om ringd was door kurassiers, onder bevel van majoor Lang, die ter rechterzijde van liet rijtuig reed. In den tweeden wagen zat de Koningin-Moeder; do stralen waren vrij leeg. Op dc Via Lala, bij de kerk Santa Maria, knalden toen plotseling twee schoten Dc Ko ning, die niet getroffen was, bleef kalm. Hij stelde de Koningin gerust, die verbleekte en zich aan hem \asl klemde. De aanvaller schoot nog éénmaal en trof daarbij majoor Lang. De kogel stuitte op diens he.m at- hij drong vervolgens in zijn hals. doen zonder de'beenderen te raken! Lang viel van zijn paard, kreeg een hersenschudding en liep nog eenige kwetsuren cp. Ki'rassiers en politieagenten cp fietsen grepen on- midde)li;k den dader, niaar het volk had hem reeds te pakken en had hem bijna gelyncht. 'De aansla- werd op het Vatikaan onmiddellijk be kend en heeft daar een pijnlijken indruk gemaakt. Men verzekert daar, dat de Paus den Koning per- s vc-n'i'k zijn verontwaardiging over den aanslag en de vrei". cle over diens redding had willen te kennen ge ven. maart zijn omrpvititg ried hem, dat af. Toch is men op liet Vatikaan zeer verheugd. Het volk liep tezamen voor het paleis. De lui klapten als dollen in dc handen. Men zag er vele priesters, monniken en vreemdelingen onder. Voort durend mgpr menschen stroomden toe en ten slotte was er voor het palcis een onafzienbare menigte. De Koning en dc Koningin kwamen op het balkon en wer den datu sterk toegejuicht. Beulen lachten tot de me nigte cn bogenzij bleven 5 minuten op het balkon. Maar dc menigte kwam niet tot rust. Telkens en telkens moesten dc Koning en de Koningin terugkeeren. Het volk was dol van vreug.de. Vervolgens ging de Koning naar het ziekenhuis, 0111 majoor l-ang te bezoeken. De dokters raadden het hem af, doch verzekerden overigens, dat er geen ge vaar bij zijn toestand was. De dader verklaarde bij liet verhoor, dat hij den aanslag gepleegd had, om de slachtoffers van deti oor log te wreken en dat hij den Koning voor den ongo- lukkigen oorlog verantwoordelijk stelde. Dalba had een fiets bij zich gehad cn stond op de loer achter dc zuilenrij van het Salvati-palcis, op den hoek van het Corso. Bij de uilvoering van den aanslag had hij op het trotloir geslaan en de schoten slechts op eenige schreden afstand van het rijtuig van den Koning ge lost. Een tweede individu, dat eveneens een rijwiel bij zich had, stond op het oogenblik van den aanslag in de onmiddellijke nabijheid. De paarden van het koninklijke rijtuig werden schichtig toen het eerste schot gevallen was. Het tweede schot zou den Koning getroffen hebben, als ma joor Lang «iet voor hem gestaan had. De Koning heeft aan den Afgevaardigde Daniels ver klaard, dat alleen de koningin den aam-al Ier op hem hatl zien schieten1. Hijzelf had een anderen kant uit gezien. De koningin was zeer kalm gebleven. In de Kamer heeft de ministerpresident, terwijl alle afgevaardigden op waren gestaan, het verhaal van den aanslag gedaan. De voorzitter deelde mede, dat hij het koninklijke paar onmiddellijk van de levendige ge voelens van verontwaardiging zoowel bij de Kamer als in het land in kennis .zou stellen en de gelukwenschen zou overbrengen met den gelukkigen afloop. Een har telijke betooging en geroep van „Leve de Koning!" was het antwoord op deze woorden. De Parijsche avondbladen bevatten artikelen, waar uit groote sympathie spreekt voor Italië en den Ko ning. Het Journal des Debals noemt het een verfoei lijken en stompziimigcn aanslag en zegt, dat de ko ning een volmaakt voorbeeld is van koninklijke deug den. ROME, 14 Maart. In den Senaat heeft Giolitti even eens verslag van het bij den aanslag gebeurde gedaan. De voorzitter sprak de ontzetting van den Senaat over het feit uit. Tittoni sluit er zich bij aan. Talrijke kreten van „Leve de Koning!" doen zich hooren. De voorzitter deelt daarop mede, dat de Senaat 'zich in zijn geheel naar den koning zal begeven om Z. M. geluk te wenschen. De burgemeester van Rome heeft zicli eveneens naar het paleis begeven om uit naam van de bevolking zijn gelukwenschen aan koning en koningin aan te bieden. Afgevaardigden en ministers hebben zich in optocht naar liet Quirinaal begeven. De senatoren kwamen) daarna. De voorzitters van Kamer en Senaat hebben de gelukwenèchen overgebracht. De koning en de koningin zijn in 't geheel niet on der den indruk van den aanslag. De koningin, die Dalba op hel rijtuig zag afkomen, wierp zich on middellijk op den kening om hem niet haar lichaam 1c beschermen. Koning cn koningin hebben hun dank betuigd voor de betoogingen. Ongeveer 300 afgevaardigden waren bij de ontvangst aanwezig1. De menigte gaat voort niet beloogen op het plein voor het Quirinaal en juicht de bersaglieri loe, die de wacht voor het paleis betrekken. Een stoet van stu denten en het gemeentelijk muziekkorps worden even eens toegejuicht. Koning en koningin moesten twee maal op het balkon verschijnen, waar zij niet toejui chingen ontvangen werden. Een buitengewone levendige stemming heerschte er bij de ontvangst van Senaat en Kamer. De socialist Cabrino zeide lot den koning: U. M. heeft een schoon voorbeeld van moed gegeven waarop de koning glim lachend antwoordde: „Er was geen sprake van moed toon en', omdat het rijtuig gesloten was.' EEN TUNNEL DOOR I>E PYRENEEëN. De New-Yorker „Tribune" verneemt uit goede bron, dat Spanje in onderhandeling is getreden met de „National City-Bank" over een leening van, 60 mil- lioen dollar voor den aanleg van een spoorweg van Madrid naar de Fransche grens, voor welke een, tun nel door de Pyreneeën zal worden geggravtn. Een Amerikaansche maatschappij zou de werkzaamheden ondernemen. EEN DYNAMIET-ONTPLOFFING. Te Bombay heeft Dinsdag een vreeselijke ontplof fing plaats gehad. In de haven vlogen onderhaJve ton dynamiet, in een drijvende loods opgeslagen, door 'n onbekende oorzaak in de lucht. Negen Lascars, die in een boot zaten en de loods moesten bewaken, ver loren bij de ontploffing het leven. Men heeft niets van de lijken der ongelukkigen kunnen terug vinden. Wat het geval zoo goed als geheel onbegrijpelijk maakt, is, dat de boot er een, was, die doorging voor buitengewoon bestand tegen de werking van ontplof bare stoffen en dat die meeste voorzorgsmaatregelen waren genomen. Zelfs had men een afzonderlijk schip ingericht voor de keuken van de bemanning. DE HAREN VAN NOODLIJDENDE VROUWEN. De St. Petersbu rgscbe en M'oskousche kappers wor den dit jaar, gelijk de St. Petersburgsehe correspon dent van het Berl. Tageblatt mededeelt., door zeer eigenaardige verkoopers bezocht. Het zijn opkoopers van haar, die de noodlijdende gebieden aan de Wolga afreizen, en, zich in de door den mislukten oogst het sterkst getroffen dorpen met den aankoop van, vrou wen- en meisjeshaar bezighouden. De onder den hon gersnood lijdonde boerinnen, verkoopen heur haren, die te voren haar trots waren voor lagen prijs, zoodat de opkoopers in, staat zijn een pond zoogenaamd „hongerhaar" waarvoor zij zelf niet meer dan 2 i 6 gulden hebben betaald voor 20 k 25 gulden, te ver koopen. De haarkunatenaars in de residentie koopen deze haren zeer graag, omdat zij er elders veel meer voor moeten betalen. Zeer stelt men lange blonde vlech ten van de boerenmeisjes op prijs, welke door hun glans en zachtheid zeer veel waarde hebben. Maar niet alleen St. Petersburg en Moskou zijn* afnemers ivoor het „hongerhaar", maar ook Warschau, dat een soort centrum vormt voor den handel in, vrou wenhaar. Uit Warschau gaat dit „hongerhaar" naar Engeland, Frankrijk en Duitschland. Menige schoone, die zich te Londen, Parijs of Berlijn siert met val- schen tooi, vermoedt niet, dat de oorspronkelijke draagster van die kroon, haar trots door pood en honger gedwongen heeft geofferd om ouders en ver- Vanten van ziekte en ellende te redden., j ROSSINI'S GEHEUGEN. I In het jaar 1833 wandelde Rossini eens op de Pa- rij sche Boulevards, en ontmoette daar een landsman, j Fabiani geheelen, die er bijzonder armoedig uitzag. Rossini had den ongelukkige in Napels gekend, toen 1 deze daar een gevierd tenor was. j „Goede vriend" zoo sprak Fabiani hem aan, „ont ferm je over mijik heb geen cent meer en kan onmogelijk naar Ilalïë terug reizen." „Hoeveel heb je noodig, om naar huis te gaan/' „Vijfhonderd francs!'" „Nu, we zullen eens zien!' zeide Rossini. „Kom morgen vroeg bij mij thuis". De voormalige zanger verwijderde zicli verheugd, ter wijl Rossini in gedachten verdiept verder liep naar den winkel van zijn uitgever. „Mijnheer Rossini". zeide deze, „ik heb u wat te vragen. Ik wou oen bundeltje met twaalf romances uitgeven: zou u niet zoo goed willen zijn, die voor mij te componeeren i „Twaalf romances, beste vriend", antwoordde Ros sini. ,,'t is me ook maar geen kleinigheid. Maar ik werk tegenwoordig niet, en heb ook heelcmaal geen zin in werken den laatsten tijd." „Werk r Maar voor u is dat in 'het geheel geen werk. U behoeft enkel maar het eerste hel beste, wat u door het hoofd sj>eelt, op te schrijven en klaar is u „We zullen eens zien, we zullen eens zien", was Rossini's antwoord. „Nog iets", ging de uitgever voort. „Zoodra ik do romances van u heb, betaal ik u onmiddellijk twaalf duizend francs voor het twaalftal." „Twaalfduizend francs t 'Goed. Dat is dus afgespro ken Rossini ging heen en kwam niet ver van den win kel Lablaohe, den beroemden Las tegen. „Goeden dag, maestro", zeide deze, „waar gaat u heen „Dag Lablache, ik ben van plan naar de Italiaan- sche opera te gaan. Ga je mee „Heel graag. Beide vrienden zetten gezamelijk hunne wandeling voort. Toen zij in de kamer van den heer Severini kwamen, die destijds directeur van de Italiaansche opera was. zag Rossini een album op de tafel liggen, waarin hij eens een romance had geschreven. „Maestro", vroeg Lablache, „waarom hebt gij deze romance nooit uitgegeven „Ik heb 25e aan Malibran geschonken; het album behoort haar en ik heb nooit moer aan da', lied ge dacht. Maar je brengt mij daar op een idée. Mijn uitgever verlangt twaalf romances van mij. Wat zou je denken, als iik hem ecsis de romances bracht, die ik zoo af en toe in albums van vrienden heb geschre ven „Prachtig, uitstekend, maar het zal niet te doen zijn. De manuscripten zijn al te veel verstrooid." „Verstrooid hoe bedoel je dat!' vroeg Rossini. „Wel, in Duitschland, Engeland, Italië, in alle dee- len van de wereld zitten vrienden, die romances van u in manuscript hebben." Lachend antwoordde Rossini: „Dat is heelcmaal geen bezwaar. Ik heb de manuscripten, piet noodig. Wat ik geschreven heb, heb ik alles nog wel in het hoofd. Dat zal je eens zien.' Hif nam een blad muziekpapier en begon, in tegen woordigheid van den verbaasden zanger, de twaalf ro mances achter elkander op te schrijven, die onder den titel„Soirées musicales nog thans algemeen be kend zijn. Nog die-nzelfden avend betaalde de overgelukkige uit gever den componist de overeengekomen twaalfduizend francs en den anderen dag .reeds vertelde de zanger Fabiani in de« postwagen naar Marseille, dat een zij ner landslieden hem eene aanzienlijke somi voor zijn reis naar huis had verschaft. Toen een der mede reizigers hem den naam van zijn weldoener vroeg, ant woordde de voormalige tenor heel naief„Dat mag ik niet zeggen: Rossini heeft 't mi] verboden". Een ander staaltje van Rossini's buitengewoon ge heugen is het volgendeOp een muziekavondje wilde men het Trio uit .„Escule di Rorna van Donizetli zin gen, maar zocht tevergeefs naar de partituur. Reeds was men voornemens, dit nummer van het programma te schrappen, toen Rossini to hulp kwam. ,,lk hel) dat Trio al eens een keer gehoord, wacht maai-, een oogenblik." Hij nam een pen en schreef het geheele Trio op. En toen men later het manuscript vergeleek met Donizctti s partituur, bleek, dal beide stukken volkomen, aan el kaar gelijk waren. A EEX KONINKLIJKE ERFGENAAM. Eenigen tijd geleden stierf in het, krankzinnigen gesticht te Brajqueville (Frankrijk) een rijk rente nier. Bij de opening van het testament bleek, dat de man koning: Alfonso van Spanje tot universeel erf genaam had benoemd. Een nicht van den overleden rentenier betwistte de geldigheid van het testament en men was nu zeer benieuwd wat de koning van Spanje zou doen. Dezer dagen nu heeft hij door zijn advocaat voor de rechtbank te St. Gaudens laten ver klaren, dat hij de erfenis (een bedrag van 2% mil- lioen) meende te kunnen aanvaarden, daar de erf later op het oogenblik, dat hij het testament maakte, nog in het volledig bezit van zijn geestvermogens was geweest. PRESIDENT ROOSEVELT. Te Mineola. oen plaatsje dicht bij Sagamore Hill. waar Roosevelt woont, werd dezer dagen een proces begonnen, waartoe het natuurlijk noodig was, dal oen jurv werd aangewezen. Onder de aangewezen 12 jury leden was ook Roosevelt. Maar de advocaat van den klager gaf te kennen, dat hij Roosevelt niet als lid der jurv wenschle; en deze mocht dan ook heengaan. De advocaat van cischer kleedde zijn wraking in een hoffelijken vorm en zeide: „Kolonel Roosevelt, de zaak zal lang duren wij willen u dus niet lastig' vallen." Roosevelt was eerst boos, want hij dacht dat het de advocaat van de aangeklaagde partij, een groote spoorwegmaatschappij, was.,,die lieni wraakte,; en wel naai* de ex-president meende wijt die spoorweg maatschappij zijn rechtschapenheid en onbevooroor deeldheid in twijfel trok. Het was echter de advcx- caal van den eischer .Deze was vroeger eens bij een plaatselijke verkiezing een legencandidaat geweest van iemand, die Roosevelts persoonlijken steun genoot. Het was echter niet uit herinnering daaraan, aat dc ad vocaat Roosevelt wraakte. Hij vreesde n.1., en allicht niet ten onrechte, dat de overige 11 leden der jury zich bij hun beslissing door Roosevelt zouden laten intimideeren en dat dus feitelijk Roosevelt alleen voor alle twaalf de beslissing zou hebben gegeven. EEN VULKAAN ONDER HET PANAMA-KANAaL Wanneer de berichten uit Colon waarheid bevat- j ten zoo schrijft de „Daily Telegraph dan bestaal j er Jeans, dat bet Panama-kanaal, voor welks adnleg de Vereenigde Stalen zicli reeds de uitgaaf van mil- j lioenen getroost hebben, den een of anderen dag door I een sluimerende vulkaan, die onder de bedding van het kanaal ligt, geheel verwoest wordt. Woensdag wer- den de werklieden, die aan dezen nieuwen water- L weg bezig waren, plotseling opgeschrikt door wolken stoom cn blauwe rook die uit tal van diepe putten jj en vooral uit de bekende Culebraput opstegen. De hitte is op verscheidene plaatsen zoo hevig, dal hout er door verkoold wordt en papier schroeit. Geo logen meencn ,dat de verschijnselen veroorzaakt wor den door de oxidatie van vuursteen. HET WEGZINKENDE DORP. (Zie vorig nr.) Het Antwerpsohe „Handelsblad" geeft nog enkele bijzonderheden over de ramp van Warmifontairie, het dorpje, dat in een leigroeve verzinkt. Uit de kerk zijn alle voorwerpen weggehaald; ook de scholen zijn ont ruimd. Men vreest, dat als de verzakking niet tot staan komt. ook het niet ondermijnde gedeelte van de ge meente langzaam in de diepte zaL afglijden. De paniek onderdo bevolking is dan ook groot: velen verlaten met pak en zak het gevaarlijke oord, 0111 elders werk te zoeken. Het is gebleken, dat Maandag, toen de instorting begon, toch .nog een ploeg arbeiders in de groeve was. Zoodra zij het onheil bemerkten gaven zij het bcL- signaal. zoodat zij nog juist bijtijds konden wordcr opgehaald. CHINEESCH NIEUWJAAR. Het Chinees che nieuwjaar is in zeer sombere stem ming in het keizerlijk paleis gevierd zoo zegt een bericht van 27 Februari uit Peking. Joeanlsikai had clen minister van het paleis gelast, ondanks den troons afstand, alles in te richten als in andere jaren, toen naar 't gebruik de prinsen en de ministers den keizer met bet nieuwe jaar kwamen gelukwenschen. Hij zelf ging niet, verhinderde echter niemand, naai- de au diëntie te gaan. Vier ministersvan Marine, Binnen- landsche Zaken, Handel en Koloniën, brachten een bezoek aan het hof, evenals alle Mandsjoe-prinsen. Bij deze recepties schreide do keizerin-weduwe voortdu rend en ook prins Tsjoen, de voormalige regent, en de oude prins Isjing stortten tranen. Het keizertje sprel- de onderwijl met zijn houten speelgoed, zonder zicli bewust te zijn van de groote bet eekenis van dezen dag. De keizerin heeft order gegeven het zomerpaleis, west van Peking, in orde te brongen, waar zij, volgons overeenkomst met de republikeinen, zal gaan wonen. EEN KRANIGE JONGEN. F en middel om een bollend paard lot slaan te bren gen is hel bij de tong te grijpen. Dit is geen aardigheid in den trant van den vogel, dien men moet pakken door het zout den staart te strooien. Voor een Londcnschen politierechter is Maandag gebleken, dat het middel wordt toegepast. Een kranlejongen deed het verhaal hoe hij oen hollend paard voor een vracht wagen, die een tuf had aangereden, tot staan had ge bracht. Hij sprong aohter op dom wagen, klom op den bok en vandaar het .paard op den rug, pakte het bij de ooren. bracht het do hand in den bek en greep het bij dc tong. Hel. beest stond dadelijk stil. Je ver dient een medailje, zei de rechter. kaï 1 e kaï de sto< glai ver geb l hei< tea VA] s m van KLé te ten sla wei ier, D s mot en 1 'zn. tje. zoo iets als een Creoolsche: Helen© Ruard. Haar vader had groote plantages gehad in Florida, had die verkocht en was in Weer.en gaan sterven. De moeder, steeds nog mooi en jong, had 11a twee jaar treuren een majoor getrouwd. Die zat nu op een dei tusschentreden van de hogoe militaire ladder, als land- weercommandant in. Marburg. Hij heette alleen maar Kramitzer, zoodat zijn vrouw zich steeds Ruard-Kra- mltzer noemen liet. Men vertelde ook, dat zijn vader een garen- en bandwinkel had gehad, bovendien had hij rood haar. Maar dat alles hinderde niemendal, want hij was zoo onweerstaanbaar vriendelijk, zoo vroolijk geestig en bescheiden, dat allen van hem hielden.' Niemand kon boos worden op den gezelligen beer, die het niemand liet merken., hoe in zijn, bin nenste een vurig verlangen brandde „naar liooger". Steeds in dienst, steeds allen arbeid ook voor ztjn jongere officieren bezorgend, steeds vlijtig, telde hij heimelijk eiken dag zijn oponthoud in Marburg, en vrouw en dochter telden mee. Zij allen verlangden naar Weenen. Wanneer de mooie Helene aan een der officieren van haar vader beviel, dacht zij er dadelijk aan. dat de jonge man naar een of ander grens regiment zou worden overgeplaatst, en elke neiging bestierf in haar brein. Zij leefden hier maar alsjeblieft niet om er te blijven. In Weenen wachtten andere aanbidders op de kleine bloemenkoningin uit West-Indië. Zij wist. hoe pikant en apart zij er uitzag en verlangde vurig naar die stad van genoegen en vermaak. Alle jaren ging zij met mama, vier- of vijfmaal in liet seizoen daarheen, om oude kennismakingen te onderhouden of nieuwe aan te knoopen en steeds weer maakte zij denzelfden opgang. Daarbij had zij mevr. Riessel leeren kennen en aan deze weenend haar verlangen naar het groote-stadsloven opgebiecht. Me vrouw Utta hield veel van vermaak en was gezellig bovendien. Zij begreep Helene, en hield dadelijk van het mooie, bruine kind. Wanneer zij nu een paar weken naar Rankenstein ging, om in de stilte daar, weduwenboete te doen, dar moest zij dit vroolljke, naar vermaak en genot haken de wezentje bij zich hebben. Helene ging gaarne mee. Papa was op manoeuvres en mama wilde naar eene kleine badplaats. „Wij zullen over Weenen babbelen," zelden de vriendinnen tot elkaar. „Alle morgeus op het terras, alle dagen in het bosch, en alle avonden bij de tuin- lamp over het verre, lokkende Weenen." Nu zaten zij werkelijk op het terras. Aan de lin den waren reeds lichte knoppen. De Meimaand liep ten einde en droomde zich. in eigen schoonheid verdiept, ten dood e. De beide vróu wen zaten onder het reusachtige roode scherm. „Nu is het in Venetië en in Weenen heel stil. De dienstmeisjes dekken de tafels af. De gondeliers sla pen in de schaduw der zilverpopulieren, de laatste kastanjebloesems vallen op de leege tuinstoelen. In bet water schommelen de bootjes, de golfjes klotsen daartegen," zeide mevrouw Utta. „Op het zand wemeld het van de kleine, ronde, bonte muzikanten van gister," vervolgde Helene met haar heldere stem. „Maar heel weinige fijnproevers houden van die wonderbare stilte. Een der heeren heeft zijn dame meegenomen, in een licht wagentje. Zij zit wondervol, met gratie op haar zitplaats. Ik zie haar, gracieus, van den fijn^ten smaak. Fijn, niet waar?" „En daar ginds zie ik den eenzamen Duitschen ge zantschapssecretaris. Hij heeft al reeds tweemaal te vergeefs onzen kant uitgekeken. Ongelooflijk, maar waar," droomde Utta verder. „Hij is zulk een aar dig jongen- Rookt heerlijke sigaren, draagt een ku,«.baren panamahoed, omgeslagen broekspijpen, en o-er de gele schoenen luister, hoe heerlijk! witzijden slobkousen." „Maar een snorbaardverschrikkelijk!" lachte Helene. „Mijn hemel wat een man! Daar soest hij voor zich heen hij denkt er nu reeds bepaald over na, hoe het komt. dat hij pas in Augustus verlof heeft." „De Spaansche danseressen staan in haar deur en lachen hem toe en buigen elegant haar lenige ruggen." „Aeb,!" zuchtte Utta en stond op en liep naar den kant van het terras. „Voor wien heb jij je zoo aangekleed, Utta?" vroeg Helene. „Dat helblauwe, gebloemde kleed ziet er ver rukkelijk antiek uit en daarbij dien hoed met de linten onder de kin!" Mevrouw Utta keek in de verte droomend en stil. „Die hoed sluit om je heeJe gezichtje. Ik zou wel eens willen weten, of je ©en kleur gekregen hebt. Aan wien denk je? Kijk mij eens aan." Maar Utta draaide haar een rustig lachend vrouwen gelaat toe, dat er door den hoed met de banden, nog ronder en kinderlijker uitzag dan andere. .Mijn hemel, wat ben je mooi," zeide Helene. „En dio verschrikkelijke gedachte van je, ora je op het land steeds zoo eenvoudig te kleeden.. Je ziet er steeds uit om te stelen." „En voor wien dat alles?" zeide mevrouw Riessel in gedachten. Dan keek zij haar vriendin aan, „En jij ziet er uit als een Creoolsche tropen droom. Donker mat, bruin als elfenbeen, overschaduwde oogen, won derbare vormen, en fijne, kleine handen en voeten. Wie zal jou eens komen halen?" „Naar Weenen!" Helene lachte en trad op haar vriendin toe tot aan den rand van liet ternis. De loeide jonge vrouwen spraken niel meer, maar luisterden, lang cn diep ademend. Haar binnenste was vol. zij wisten nauwelijks waarvan. Van een zonnig, eenzaam fluisteren van allerlei verrukkelijke go- dachten. Weer na een poos zeide mevrouw Utta lachend: „Wij beiden, koningsdochters van het verlangen. Ver van datgene wat wij begeeren, van wat wij lief heb ben, in de groen-berankte eenzaamheid. En zelf zoo vol begeeren. Zoo in de verte kijkend Weer zwegen beiden, totdat de vrouw voortging: „Wij staan hier en zeggen elkaar en onszelf complimen ten. Zeggen elkaar dat wij mooi zijn. Lene, Lene, bij alle lieve heiligen. Ik dacht toch, dat anderen ons dat moesten zeggen.' „Wie?" Helene lachte en krulde de lippen. Hier] Of in Marburg. Wie: Mijnheer de postdirecteur, de dokterDie man is hoog en trolsch op zijn carrière. Gelooft zich gerechtigd tot ach_ achAllen ge- looven zich gerechtigd om ja ten huwelijk te vra gen; die menschen zonder voldoende zelfkennis. En dan de gemeentesecretalisO, Heer. die is ridder van van 1 En dan die .goede landweerluilesnant! Of schoon er twee van hen Weenen als garnizoen hebben gekregen. Die hebben zich ook zeer onderscheiden van dc anderen. Waren veel in hel theater, bij hol bloemen corso. Maar ach, wat een zelfinbeelding, wat een zelf op S vi met meri tipp boer plan ruif tuinl schei loop kartt vat, oorts eenig beddt spiegt kache matte verde aan ge vergoding'. O, die provincdaaltjes. die .provinciaaltjes. Zulk een deftigheid in de ocsie of andere kleine stad, stelt zich ver boven de rest, houdt ach angstval lig apart en cp een afstand. En iin Weenen daar drin gen en krioelen de excellenties met en door do door luchtigheden. Uit Marburg is alleen een keibier naaï de Weenen gegaan en dat was de eenige die mij steeds 6taJ]j met het noodige respect heeft behandeld. De man heef] mij tenminste nooit ten huwelijk gevraagd.' Mevrouw Riessel schaterde van het lachen. „Ge lijk heb je Lene. Gelijk. Maar het is toch J uk, dc anderen den bons te geven, ze in donker t latei rondscharrelen. Mijn hemel, hocvelen hebben niet a zeker geloofd, ons Ie hebben." „Gewenscht te hebben, en piet te vangen!" En beiden lachten. „Het |s toch mooi hier'zeide Utta nadenkend „Eigenaardig mooi. Heerlijk stil. Hypnotiseerend da ruischen van den stroom;'dat zachte"zingen en fluisk reu. En dan steeds dat ratelen van den watermolenpB voori 'steeds dat ratelen steeds en steeds.' „De heele werekl hier is één groote, eeuwig'; rust' fluisterde Helene Ruard. „Vooruit, Creoolsche juffer, sitrek je daar in diejhagen, ligstoel uit, jij meesteres in het nietsdoen.'" En, de beide vrouwen doken weer in de kussenfcd, van B Om en bladerden in romans, lachten elkaar toe. E "boven haar geurden, de eerste rozen. Op een goeden dag kwam er bezoek in deze jongt Geldt ake en KOUV rp, ter S Kalf op kaj Kuikalv 1 groen,© stilte. Het was de regeeringsa,mbtenaar, die het oppertoc zicht had over de geheele omgeving, die nu reec voor de vierde maal zijn opwachting maakte, zondt "dat 't den dames blijkbaar veel interesseerde. Zij li OUWj ten hem heel kalmpjes komen, ofschoon zij wel wi ten, hoezeer hij op macht, huwelijksgift en schoo:Als: ka heijd loerde. Hij telde niet veel in het oog der be08 ^een de vrouwen. Niet omdat het een, Sloveen was. Daa Qóer, ki over bekommerden zich de beide luchtige Weene ^ermout innuu heelemaal niet. Wat scheelde haar de politie! re> me" Zij wisten het zelf heel goed, dat er maar weinig ve 1 ketel tegenwoordigers meer waren van oude geslachtonp,oe&ejl. ren, Am Wordt vervolgd. spat 1 j grr i i Ka>rtuig,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1912 | | pagina 6