Vn
Se
Van dc gcm. lichtfabrieken was men bezig niet bet
maken van een aansluiting. Door onbekende oorzaak
heeft zich gas verzameld in dc gr<x>tc gasmeterkast
der sociëteit. Hoe daarbij vuur gekomen is was tot
nog toe «iet bekend. De gasmeterkast is uitcengesln-
en. wen zoo <lo sluiten van het kamertje. Boven in
jC biljartzaal werden de biljarts verschovenDe tus-
schenmuur van 't kamertje der sociëteit en de kappers-
salon vaai L. Comcliseii wer<l vernield. Ook in den
kuppjrsalon sprongen alle ruiten en' werd veel ver
nield. i I i
met dynamiet.
Zooals liekond is, word! den laatsten tiid druk gewerkt
aan het stoomgemaal ,,l>c Looghwater in de Haar
lem inenneer, waarin nieuwe machinerieën worden ge
plaatst.
De bestaande machinerieën waren van oen verouderd
svslecm en daarbij behoort <x>k oen ijzeren ballasl-
kist, eenige duizenden kilo s zwaar.
Bij het sloopen blijkt, dat deze kolossus niet te han-
teeren of te vervoeren is.
In verband daarmede is onder goedkeuring van
de bevoegde autoriteit aan den aannemer vergun-
niiu verleend deze ballas tkist door dynamiet te doen
springen.
Onder <le aioodige voorzorgsmaatregelen zal zulks
dezer dagen onder leiding en toeziehl van een kapitein
der genie te Utrecht geschieden.
1K MIJ X W ERKEIÏSSTAKIXGEX.
Op hel oogenblik liggen er in de haven te Rotter
dam 220 sloom- en G groote zeilschepen. Er is een
opcenhooping van schepen, die wachten op het einde
van de staking om dan naar Engeland te gum en
daar te bunkeren. 1
Mie gemeentediensten te Rotterdam zjjn tot emde
Mei voorzien van de benoodigde voorraden steenkolen.
De laatste drie dagen zijn nog 18 Rijnsohepen met
kolen uit Duitschland gekomen.
Aan dc Vondelingcnplaat (Rozenburg) is geen voor
raad bunkerkolen meer. De kolen worden met de bun
kermachines van de Stcenkolen-Handelsvereenigmg van
hier derwaarts gebracht. Daarna heeft het bunkeren
aan de plaat plaats.
Do voorraad van 30.000 ton1 die de S. H. aan de
Maashaven had. is heel vat .geslonken. Toen de sta
king in de Engelsche mijnen uitbrak^ lagen er boven
de Willemsbrug nog ongeveer 80 met kolen geladen
Rijnschependit aantal is thans tot 40 gedaald.
- Oude Niedorp.
Uit de 14 sollicitanten voor tweede kaasmaker aan
de ooöp. kaasfabriek „Goede Verwachting" alhier is
benoemd de heer K. Kompas te Wognum.
oudeudoms^tejrzekering.
Het lid van do Tweede Kamer de heer Duijs heeft,
naar Het Volk meldt, de volgende schriftelijke vragen
gericht tot minister Tal ma
Is de minister van landbouw, nijverheid en handel
niet van meening, dat. .mede met het oog op de be
handeling van het ontwerp-Invaliditeils- en Onder
do msveraekering door de commissie van .voorberei
ding eenige spoedige publicatie van hel rapport be
treffende de resultaten van de Engelsche slaatspen-
sionncering gewenscht is W aaraan is het toe te schrij
ven. dat de publicatie van dit rapport zoo zeer wordt
vertraagd: Is' de minister bereid te bevorderen, dat
zoo spoedig doenlijk de gewensclile publicatie ge
schiedt: Tegen wanneer kan deze ongeveer worden
tegemoet gezien
IX- EX UITVAL VAX HET HANDELSBLAD.
Aanspreken. Op de gracht staat een aanspre
ker vergeefs te bellenhem wordt niet opengedaan,
maar de man houdt krachtig vol.
Op het laatst vliegt de deur open en de heer des
huizes geeft den aanspreker een gloeiend standje voor
zijn onbehoorlijk luid gelui.
De ander verwijdert zich statig:
- ..Dan zeg ik jou lekker niet wie d r dood is!
Gemengd Nieuws.
DE AANSLAG OP DEN KONING VAN ITALIc.
ROME, 14 Maart. Hedenmorgen toen de koning en
de koningin van Italië zich naar hel Pantheon bega
ven. om de mis bii te wonen ter gedachtenis aan ka-
ninc, Umberto, werd een aanslag op hen grp.eegd. Een
individu loste drie revolverschoten. De kexnuig en de
koningin werden niet gekwetst, de majoor comman
dant van het escorte kurassiers, werd gewond. De dader
werd gearresteerd.
BERLIJN" 14 Maart. Over den aanslag op den ko
ning van Italië worden nog de volgende bijzonderheden
gemeldDe Koning reed in een gesloten wagen, me om
ringd was door kurassiers, onder bevel van majoor
Lang, die ter rechterzijde van liet rijtuig reed. In den
tweeden wagen zat de Koningin-Moeder; do stralen
waren vrij leeg. Op dc Via Lala, bij de kerk Santa
Maria, knalden toen plotseling twee schoten Dc Ko
ning, die niet getroffen was, bleef kalm. Hij stelde
de Koningin gerust, die verbleekte en zich aan hem
\asl klemde. De aanvaller schoot nog éénmaal en trof
daarbij majoor Lang. De kogel stuitte op diens he.m
at- hij drong vervolgens in zijn hals. doen zonder
de'beenderen te raken! Lang viel van zijn paard, kreeg
een hersenschudding en liep nog eenige kwetsuren cp.
Ki'rassiers en politieagenten cp fietsen grepen on-
midde)li;k den dader, niaar het volk had hem reeds
te pakken en had hem bijna gelyncht.
'De aansla- werd op het Vatikaan onmiddellijk be
kend en heeft daar een pijnlijken indruk gemaakt.
Men verzekert daar, dat de Paus den Koning per-
s vc-n'i'k zijn verontwaardiging over den aanslag en de
vrei". cle over diens redding had willen te kennen ge
ven. maart zijn omrpvititg ried hem, dat af. Toch is men op
liet Vatikaan zeer verheugd.
Het volk liep tezamen voor het paleis. De lui
klapten als dollen in dc handen. Men zag er vele
priesters, monniken en vreemdelingen onder. Voort
durend mgpr menschen stroomden toe en ten slotte
was er voor het palcis een onafzienbare menigte. De
Koning en dc Koningin kwamen op het balkon en wer
den datu sterk toegejuicht. Beulen lachten tot de me
nigte cn bogenzij bleven 5 minuten op het balkon.
Maar dc menigte kwam niet tot rust. Telkens en telkens
moesten dc Koning en de Koningin terugkeeren. Het
volk was dol van vreug.de.
Vervolgens ging de Koning naar het ziekenhuis, 0111
majoor l-ang te bezoeken. De dokters raadden het
hem af, doch verzekerden overigens, dat er geen ge
vaar bij zijn toestand was.
De dader verklaarde bij liet verhoor, dat hij den
aanslag gepleegd had, om de slachtoffers van deti oor
log te wreken en dat hij den Koning voor den ongo-
lukkigen oorlog verantwoordelijk stelde. Dalba had een
fiets bij zich gehad cn stond op de loer achter dc
zuilenrij van het Salvati-palcis, op den hoek van het
Corso. Bij de uilvoering van den aanslag had hij op
het trotloir geslaan en de schoten slechts op eenige
schreden afstand van het rijtuig van den Koning ge
lost. Een tweede individu, dat eveneens een rijwiel
bij zich had, stond op het oogenblik van den aanslag
in de onmiddellijke nabijheid.
De paarden van het koninklijke rijtuig werden
schichtig toen het eerste schot gevallen was. Het
tweede schot zou den Koning getroffen hebben, als ma
joor Lang «iet voor hem gestaan had.
De Koning heeft aan den Afgevaardigde Daniels ver
klaard, dat alleen de koningin den aam-al Ier op hem
hatl zien schieten1. Hijzelf had een anderen kant uit
gezien. De koningin was zeer kalm gebleven.
In de Kamer heeft de ministerpresident, terwijl alle
afgevaardigden op waren gestaan, het verhaal van den
aanslag gedaan. De voorzitter deelde mede, dat hij
het koninklijke paar onmiddellijk van de levendige ge
voelens van verontwaardiging zoowel bij de Kamer als
in het land in kennis .zou stellen en de gelukwenschen
zou overbrengen met den gelukkigen afloop. Een har
telijke betooging en geroep van „Leve de Koning!"
was het antwoord op deze woorden.
De Parijsche avondbladen bevatten artikelen, waar
uit groote sympathie spreekt voor Italië en den Ko
ning. Het Journal des Debals noemt het een verfoei
lijken en stompziimigcn aanslag en zegt, dat de ko
ning een volmaakt voorbeeld is van koninklijke deug
den.
ROME, 14 Maart. In den Senaat heeft Giolitti even
eens verslag van het bij den aanslag gebeurde gedaan.
De voorzitter sprak de ontzetting van den Senaat over
het feit uit. Tittoni sluit er zich bij aan. Talrijke
kreten van „Leve de Koning!" doen zich hooren.
De voorzitter deelt daarop mede, dat de Senaat
'zich in zijn geheel naar den koning zal begeven
om Z. M. geluk te wenschen.
De burgemeester van Rome heeft zicli eveneens naar
het paleis begeven om uit naam van de bevolking zijn
gelukwenschen aan koning en koningin aan te bieden.
Afgevaardigden en ministers hebben zich in optocht
naar liet Quirinaal begeven. De senatoren kwamen)
daarna. De voorzitters van Kamer en Senaat hebben
de gelukwenèchen overgebracht.
De koning en de koningin zijn in 't geheel niet on
der den indruk van den aanslag. De koningin, die
Dalba op hel rijtuig zag afkomen, wierp zich on
middellijk op den kening om hem niet haar lichaam
1c beschermen.
Koning cn koningin hebben hun dank betuigd voor
de betoogingen. Ongeveer 300 afgevaardigden waren
bij de ontvangst aanwezig1.
De menigte gaat voort niet beloogen op het plein
voor het Quirinaal en juicht de bersaglieri loe, die de
wacht voor het paleis betrekken. Een stoet van stu
denten en het gemeentelijk muziekkorps worden even
eens toegejuicht. Koning en koningin moesten twee
maal op het balkon verschijnen, waar zij niet toejui
chingen ontvangen werden.
Een buitengewone levendige stemming heerschte er
bij de ontvangst van Senaat en Kamer. De socialist
Cabrino zeide lot den koning: U. M. heeft een schoon
voorbeeld van moed gegeven waarop de koning glim
lachend antwoordde: „Er was geen sprake van moed
toon en', omdat het rijtuig gesloten was.'
EEN TUNNEL DOOR I>E PYRENEEëN.
De New-Yorker „Tribune" verneemt uit goede bron,
dat Spanje in onderhandeling is getreden met de
„National City-Bank" over een leening van, 60 mil-
lioen dollar voor den aanleg van een spoorweg van
Madrid naar de Fransche grens, voor welke een, tun
nel door de Pyreneeën zal worden geggravtn. Een
Amerikaansche maatschappij zou de werkzaamheden
ondernemen.
EEN DYNAMIET-ONTPLOFFING.
Te Bombay heeft Dinsdag een vreeselijke ontplof
fing plaats gehad. In de haven vlogen onderhaJve ton
dynamiet, in een drijvende loods opgeslagen, door 'n
onbekende oorzaak in de lucht. Negen Lascars, die
in een boot zaten en de loods moesten bewaken, ver
loren bij de ontploffing het leven. Men heeft niets
van de lijken der ongelukkigen kunnen terug vinden.
Wat het geval zoo goed als geheel onbegrijpelijk
maakt, is, dat de boot er een, was, die doorging voor
buitengewoon bestand tegen de werking van ontplof
bare stoffen en dat die meeste voorzorgsmaatregelen
waren genomen. Zelfs had men een afzonderlijk schip
ingericht voor de keuken van de bemanning.
DE HAREN VAN NOODLIJDENDE VROUWEN.
De St. Petersbu rgscbe en M'oskousche kappers wor
den dit jaar, gelijk de St. Petersburgsehe correspon
dent van het Berl. Tageblatt mededeelt., door zeer
eigenaardige verkoopers bezocht. Het zijn opkoopers
van haar, die de noodlijdende gebieden aan de Wolga
afreizen, en, zich in de door den mislukten oogst het
sterkst getroffen dorpen met den aankoop van, vrou
wen- en meisjeshaar bezighouden. De onder den hon
gersnood lijdonde boerinnen, verkoopen heur haren, die
te voren haar trots waren voor lagen prijs, zoodat
de opkoopers in, staat zijn een pond zoogenaamd
„hongerhaar" waarvoor zij zelf niet meer dan 2 i 6
gulden hebben betaald voor 20 k 25 gulden, te ver
koopen.
De haarkunatenaars in de residentie koopen deze
haren zeer graag, omdat zij er elders veel meer voor
moeten betalen. Zeer stelt men lange blonde vlech
ten van de boerenmeisjes op prijs, welke door hun
glans en zachtheid zeer veel waarde hebben. Maar
niet alleen St. Petersburg en Moskou zijn* afnemers
ivoor het „hongerhaar", maar ook Warschau, dat
een soort centrum vormt voor den handel in, vrou
wenhaar. Uit Warschau gaat dit „hongerhaar" naar
Engeland, Frankrijk en Duitschland. Menige schoone,
die zich te Londen, Parijs of Berlijn siert met val-
schen tooi, vermoedt niet, dat de oorspronkelijke
draagster van die kroon, haar trots door pood en
honger gedwongen heeft geofferd om ouders en ver-
Vanten van ziekte en ellende te redden.,
j ROSSINI'S GEHEUGEN.
I In het jaar 1833 wandelde Rossini eens op de Pa-
rij sche Boulevards, en ontmoette daar een landsman,
j Fabiani geheelen, die er bijzonder armoedig uitzag.
Rossini had den ongelukkige in Napels gekend, toen
1 deze daar een gevierd tenor was.
j „Goede vriend" zoo sprak Fabiani hem aan, „ont
ferm je over mijik heb geen cent meer en kan
onmogelijk naar Ilalïë terug reizen."
„Hoeveel heb je noodig, om naar huis te gaan/'
„Vijfhonderd francs!'"
„Nu, we zullen eens zien!' zeide Rossini. „Kom
morgen vroeg bij mij thuis".
De voormalige zanger verwijderde zicli verheugd, ter
wijl Rossini in gedachten verdiept verder liep naar
den winkel van zijn uitgever.
„Mijnheer Rossini". zeide deze, „ik heb u wat te
vragen. Ik wou oen bundeltje met twaalf romances
uitgeven: zou u niet zoo goed willen zijn, die voor
mij te componeeren i
„Twaalf romances, beste vriend", antwoordde Ros
sini. ,,'t is me ook maar geen kleinigheid. Maar ik
werk tegenwoordig niet, en heb ook heelcmaal geen
zin in werken den laatsten tijd."
„Werk r Maar voor u is dat in 'het geheel geen werk.
U behoeft enkel maar het eerste hel beste, wat u
door het hoofd sj>eelt, op te schrijven en klaar is
u
„We zullen eens zien, we zullen eens zien", was
Rossini's antwoord.
„Nog iets", ging de uitgever voort. „Zoodra ik do
romances van u heb, betaal ik u onmiddellijk twaalf
duizend francs voor het twaalftal."
„Twaalfduizend francs t 'Goed. Dat is dus afgespro
ken
Rossini ging heen en kwam niet ver van den win
kel Lablaohe, den beroemden Las tegen.
„Goeden dag, maestro", zeide deze, „waar gaat u
heen
„Dag Lablache, ik ben van plan naar de Italiaan-
sche opera te gaan. Ga je mee
„Heel graag.
Beide vrienden zetten gezamelijk hunne wandeling
voort. Toen zij in de kamer van den heer Severini
kwamen, die destijds directeur van de Italiaansche opera
was. zag Rossini een album op de tafel liggen, waarin
hij eens een romance had geschreven.
„Maestro", vroeg Lablache, „waarom hebt gij deze
romance nooit uitgegeven
„Ik heb 25e aan Malibran geschonken; het album
behoort haar en ik heb nooit moer aan da', lied ge
dacht. Maar je brengt mij daar op een idée. Mijn
uitgever verlangt twaalf romances van mij. Wat zou
je denken, als iik hem ecsis de romances bracht, die
ik zoo af en toe in albums van vrienden heb geschre
ven
„Prachtig, uitstekend, maar het zal niet te doen
zijn. De manuscripten zijn al te veel verstrooid."
„Verstrooid hoe bedoel je dat!' vroeg Rossini.
„Wel, in Duitschland, Engeland, Italië, in alle dee-
len van de wereld zitten vrienden, die romances van u
in manuscript hebben."
Lachend antwoordde Rossini: „Dat is heelcmaal
geen bezwaar. Ik heb de manuscripten, piet noodig.
Wat ik geschreven heb, heb ik alles nog wel in het
hoofd. Dat zal je eens zien.'
Hif nam een blad muziekpapier en begon, in tegen
woordigheid van den verbaasden zanger, de twaalf ro
mances achter elkander op te schrijven, die onder den
titel„Soirées musicales nog thans algemeen be
kend zijn.
Nog die-nzelfden avend betaalde de overgelukkige uit
gever den componist de overeengekomen twaalfduizend
francs en den anderen dag .reeds vertelde de zanger
Fabiani in de« postwagen naar Marseille, dat een zij
ner landslieden hem eene aanzienlijke somi voor zijn
reis naar huis had verschaft. Toen een der mede
reizigers hem den naam van zijn weldoener vroeg, ant
woordde de voormalige tenor heel naief„Dat mag
ik niet zeggen: Rossini heeft 't mi] verboden".
Een ander staaltje van Rossini's buitengewoon ge
heugen is het volgendeOp een muziekavondje wilde
men het Trio uit .„Escule di Rorna van Donizetli zin
gen, maar zocht tevergeefs naar de partituur. Reeds
was men voornemens, dit nummer van het programma
te schrappen, toen Rossini to hulp kwam.
,,lk hel) dat Trio al eens een keer gehoord, wacht
maai-, een oogenblik."
Hij nam een pen en schreef het geheele Trio op. En
toen men later het manuscript vergeleek met Donizctti s
partituur, bleek, dal beide stukken volkomen, aan el
kaar gelijk waren. A
EEX KONINKLIJKE ERFGENAAM.
Eenigen tijd geleden stierf in het, krankzinnigen
gesticht te Brajqueville (Frankrijk) een rijk rente
nier. Bij de opening van het testament bleek, dat de
man koning: Alfonso van Spanje tot universeel erf
genaam had benoemd. Een nicht van den overleden
rentenier betwistte de geldigheid van het testament
en men was nu zeer benieuwd wat de koning van
Spanje zou doen. Dezer dagen nu heeft hij door zijn
advocaat voor de rechtbank te St. Gaudens laten ver
klaren, dat hij de erfenis (een bedrag van 2% mil-
lioen) meende te kunnen aanvaarden, daar de erf
later op het oogenblik, dat hij het testament maakte,
nog in het volledig bezit van zijn geestvermogens was
geweest.
PRESIDENT ROOSEVELT.
Te Mineola. oen plaatsje dicht bij Sagamore Hill.
waar Roosevelt woont, werd dezer dagen een proces
begonnen, waartoe het natuurlijk noodig was, dal oen
jurv werd aangewezen. Onder de aangewezen 12 jury
leden was ook Roosevelt. Maar de advocaat van den
klager gaf te kennen, dat hij Roosevelt niet als lid der
jurv wenschle; en deze mocht dan ook heengaan.
De advocaat van cischer kleedde zijn wraking in een
hoffelijken vorm en zeide: „Kolonel Roosevelt, de zaak
zal lang duren wij willen u dus niet lastig' vallen."
Roosevelt was eerst boos, want hij dacht dat het
de advocaat van de aangeklaagde partij, een groote
spoorwegmaatschappij, was.,,die lieni wraakte,; en wel
naai* de ex-president meende wijt die spoorweg
maatschappij zijn rechtschapenheid en onbevooroor
deeldheid in twijfel trok. Het was echter de advcx-
caal van den eischer .Deze was vroeger eens bij een
plaatselijke verkiezing een legencandidaat geweest van
iemand, die Roosevelts persoonlijken steun genoot. Het
was echter niet uit herinnering daaraan, aat dc ad
vocaat Roosevelt wraakte. Hij vreesde n.1., en allicht
niet ten onrechte, dat de overige 11 leden der jury
zich bij hun beslissing door Roosevelt zouden laten
intimideeren en dat dus feitelijk Roosevelt alleen voor
alle twaalf de beslissing zou hebben gegeven.
EEN VULKAAN ONDER HET PANAMA-KANAaL
Wanneer de berichten uit Colon waarheid bevat- j
ten zoo schrijft de „Daily Telegraph dan bestaal j
er Jeans, dat bet Panama-kanaal, voor welks adnleg
de Vereenigde Stalen zicli reeds de uitgaaf van mil- j
lioenen getroost hebben, den een of anderen dag door I
een sluimerende vulkaan, die onder de bedding van
het kanaal ligt, geheel verwoest wordt. Woensdag wer-
den de werklieden, die aan dezen nieuwen water- L
weg bezig waren, plotseling opgeschrikt door wolken
stoom cn blauwe rook die uit tal van diepe putten jj
en vooral uit de bekende Culebraput opstegen.
De hitte is op verscheidene plaatsen zoo hevig, dal
hout er door verkoold wordt en papier schroeit. Geo
logen meencn ,dat de verschijnselen veroorzaakt wor
den door de oxidatie van vuursteen.
HET WEGZINKENDE DORP. (Zie vorig nr.)
Het Antwerpsohe „Handelsblad" geeft nog enkele
bijzonderheden over de ramp van Warmifontairie, het
dorpje, dat in een leigroeve verzinkt. Uit de kerk zijn
alle voorwerpen weggehaald; ook de scholen zijn ont
ruimd.
Men vreest, dat als de verzakking niet tot staan
komt. ook het niet ondermijnde gedeelte van de ge
meente langzaam in de diepte zaL afglijden.
De paniek onderdo bevolking is dan ook groot: velen
verlaten met pak en zak het gevaarlijke oord, 0111
elders werk te zoeken.
Het is gebleken, dat Maandag, toen de instorting
begon, toch .nog een ploeg arbeiders in de groeve was.
Zoodra zij het onheil bemerkten gaven zij het bcL-
signaal. zoodat zij nog juist bijtijds konden wordcr
opgehaald.
CHINEESCH NIEUWJAAR.
Het Chinees che nieuwjaar is in zeer sombere stem
ming in het keizerlijk paleis gevierd zoo zegt een
bericht van 27 Februari uit Peking. Joeanlsikai had
clen minister van het paleis gelast, ondanks den troons
afstand, alles in te richten als in andere jaren, toen
naar 't gebruik de prinsen en de ministers den keizer
met bet nieuwe jaar kwamen gelukwenschen. Hij zelf
ging niet, verhinderde echter niemand, naai- de au
diëntie te gaan. Vier ministersvan Marine, Binnen-
landsche Zaken, Handel en Koloniën, brachten een
bezoek aan het hof, evenals alle Mandsjoe-prinsen. Bij
deze recepties schreide do keizerin-weduwe voortdu
rend en ook prins Tsjoen, de voormalige regent, en
de oude prins Isjing stortten tranen. Het keizertje sprel-
de onderwijl met zijn houten speelgoed, zonder zicli
bewust te zijn van de groote bet eekenis van dezen dag.
De keizerin heeft order gegeven het zomerpaleis,
west van Peking, in orde te brongen, waar zij, volgons
overeenkomst met de republikeinen, zal gaan wonen.
EEN KRANIGE JONGEN.
F en middel om een bollend paard lot slaan te bren
gen is hel bij de tong te grijpen. Dit is geen aardigheid
in den trant van den vogel, dien men moet pakken
door het zout den staart te strooien. Voor een
Londcnschen politierechter is Maandag gebleken, dat
het middel wordt toegepast. Een kranlejongen deed
het verhaal hoe hij oen hollend paard voor een vracht
wagen, die een tuf had aangereden, tot staan had ge
bracht. Hij sprong aohter op dom wagen, klom op den
bok en vandaar het .paard op den rug, pakte het
bij de ooren. bracht het do hand in den bek en greep
het bij dc tong. Hel. beest stond dadelijk stil. Je ver
dient een medailje, zei de rechter.
kaï
1 e
kaï
de
sto<
glai
ver
geb
l
hei<
tea
VA]
s m
van
KLé
te
ten
sla
wei
ier,
D
s mot
en 1
'zn.
tje. zoo iets als een Creoolsche: Helen© Ruard. Haar
vader had groote plantages gehad in Florida, had
die verkocht en was in Weer.en gaan sterven. De
moeder, steeds nog mooi en jong, had 11a twee jaar
treuren een majoor getrouwd. Die zat nu op een dei
tusschentreden van de hogoe militaire ladder, als land-
weercommandant in. Marburg. Hij heette alleen maar
Kramitzer, zoodat zijn vrouw zich steeds Ruard-Kra-
mltzer noemen liet. Men vertelde ook, dat zijn vader
een garen- en bandwinkel had gehad, bovendien had
hij rood haar. Maar dat alles hinderde niemendal,
want hij was zoo onweerstaanbaar vriendelijk, zoo
vroolijk geestig en bescheiden, dat allen van hem
hielden.' Niemand kon boos worden op den gezelligen
beer, die het niemand liet merken., hoe in zijn, bin
nenste een vurig verlangen brandde „naar liooger".
Steeds in dienst, steeds allen arbeid ook voor ztjn
jongere officieren bezorgend, steeds vlijtig, telde hij
heimelijk eiken dag zijn oponthoud in Marburg, en
vrouw en dochter telden mee. Zij allen verlangden
naar Weenen.
Wanneer de mooie Helene aan een der officieren
van haar vader beviel, dacht zij er dadelijk aan. dat
de jonge man naar een of ander grens regiment zou
worden overgeplaatst, en elke neiging bestierf in haar
brein. Zij leefden hier maar alsjeblieft niet om
er te blijven. In Weenen wachtten andere aanbidders
op de kleine bloemenkoningin uit West-Indië. Zij
wist. hoe pikant en apart zij er uitzag en verlangde
vurig naar die stad van genoegen en vermaak.
Alle jaren ging zij met mama, vier- of vijfmaal in
liet seizoen daarheen, om oude kennismakingen te
onderhouden of nieuwe aan te knoopen en steeds
weer maakte zij denzelfden opgang. Daarbij had zij
mevr. Riessel leeren kennen en aan deze weenend haar
verlangen naar het groote-stadsloven opgebiecht. Me
vrouw Utta hield veel van vermaak en was gezellig
bovendien. Zij begreep Helene, en hield dadelijk van
het mooie, bruine kind.
Wanneer zij nu een paar weken naar Rankenstein
ging, om in de stilte daar, weduwenboete te doen, dar
moest zij dit vroolljke, naar vermaak en genot haken
de wezentje bij zich hebben. Helene ging gaarne mee.
Papa was op manoeuvres en mama wilde naar eene
kleine badplaats.
„Wij zullen over Weenen babbelen," zelden de
vriendinnen tot elkaar. „Alle morgeus op het terras,
alle dagen in het bosch, en alle avonden bij de tuin-
lamp over het verre, lokkende Weenen."
Nu zaten zij werkelijk op het terras. Aan de lin
den waren reeds lichte knoppen.
De Meimaand liep ten einde en droomde zich. in
eigen schoonheid verdiept, ten dood e. De beide vróu
wen zaten onder het reusachtige roode scherm.
„Nu is het in Venetië en in Weenen heel stil. De
dienstmeisjes dekken de tafels af. De gondeliers sla
pen in de schaduw der zilverpopulieren, de laatste
kastanjebloesems vallen op de leege tuinstoelen. In
bet water schommelen de bootjes, de golfjes klotsen
daartegen," zeide mevrouw Utta.
„Op het zand wemeld het van de kleine, ronde,
bonte muzikanten van gister," vervolgde Helene met
haar heldere stem. „Maar heel weinige fijnproevers
houden van die wonderbare stilte. Een der heeren
heeft zijn dame meegenomen, in een licht wagentje.
Zij zit wondervol, met gratie op haar zitplaats. Ik
zie haar, gracieus, van den fijn^ten smaak. Fijn, niet
waar?"
„En daar ginds zie ik den eenzamen Duitschen ge
zantschapssecretaris. Hij heeft al reeds tweemaal te
vergeefs onzen kant uitgekeken. Ongelooflijk, maar
waar," droomde Utta verder. „Hij is zulk een aar
dig jongen- Rookt heerlijke sigaren, draagt een
ku,«.baren panamahoed, omgeslagen broekspijpen, en
o-er de gele schoenen luister, hoe heerlijk!
witzijden slobkousen."
„Maar een snorbaardverschrikkelijk!" lachte
Helene.
„Mijn hemel wat een man! Daar soest hij voor
zich heen hij denkt er nu reeds bepaald over na,
hoe het komt. dat hij pas in Augustus verlof
heeft."
„De Spaansche danseressen staan in haar deur en
lachen hem toe en buigen elegant haar lenige
ruggen."
„Aeb,!" zuchtte Utta en stond op en liep naar den
kant van het terras.
„Voor wien heb jij je zoo aangekleed, Utta?" vroeg
Helene. „Dat helblauwe, gebloemde kleed ziet er ver
rukkelijk antiek uit en daarbij dien hoed met de
linten onder de kin!"
Mevrouw Utta keek in de verte droomend en
stil.
„Die hoed sluit om je heeJe gezichtje. Ik zou wel
eens willen weten, of je ©en kleur gekregen hebt.
Aan wien denk je? Kijk mij eens aan."
Maar Utta draaide haar een rustig lachend vrouwen
gelaat toe, dat er door den hoed met de banden,
nog ronder en kinderlijker uitzag dan andere.
.Mijn hemel, wat ben je mooi," zeide Helene. „En
dio verschrikkelijke gedachte van je, ora je op het
land steeds zoo eenvoudig te kleeden.. Je ziet er
steeds uit om te stelen."
„En voor wien dat alles?" zeide mevrouw Riessel
in gedachten. Dan keek zij haar vriendin aan, „En jij
ziet er uit als een Creoolsche tropen droom. Donker
mat, bruin als elfenbeen, overschaduwde oogen, won
derbare vormen, en fijne, kleine handen en voeten.
Wie zal jou eens komen halen?"
„Naar Weenen!" Helene lachte en trad op haar
vriendin toe tot aan den rand van liet ternis.
De loeide jonge vrouwen spraken niel meer, maar
luisterden, lang cn diep ademend. Haar binnenste was
vol. zij wisten nauwelijks waarvan. Van een zonnig,
eenzaam fluisteren van allerlei verrukkelijke go-
dachten.
Weer na een poos zeide mevrouw Utta lachend:
„Wij beiden, koningsdochters van het verlangen. Ver
van datgene wat wij begeeren, van wat wij lief heb
ben, in de groen-berankte eenzaamheid. En zelf zoo
vol begeeren. Zoo in de verte kijkend
Weer zwegen beiden, totdat de vrouw voortging:
„Wij staan hier en zeggen elkaar en onszelf complimen
ten. Zeggen elkaar dat wij mooi zijn. Lene, Lene, bij
alle lieve heiligen. Ik dacht toch, dat anderen ons dat
moesten zeggen.'
„Wie?" Helene lachte en krulde de lippen. Hier]
Of in Marburg. Wie: Mijnheer de postdirecteur, de
dokterDie man is hoog en trolsch op zijn carrière.
Gelooft zich gerechtigd tot ach_ achAllen ge-
looven zich gerechtigd om ja ten huwelijk te vra
gen; die menschen zonder voldoende zelfkennis. En
dan de gemeentesecretalisO, Heer. die is ridder van
van 1 En dan die .goede landweerluilesnant! Of
schoon er twee van hen Weenen als garnizoen hebben
gekregen. Die hebben zich ook zeer onderscheiden van
dc anderen. Waren veel in hel theater, bij hol bloemen
corso. Maar ach, wat een zelfinbeelding, wat een zelf
op
S vi
met
meri
tipp
boer
plan
ruif
tuinl
schei
loop
kartt
vat,
oorts
eenig
beddt
spiegt
kache
matte
verde
aan ge
vergoding'. O, die provincdaaltjes. die .provinciaaltjes.
Zulk een deftigheid in de ocsie of andere kleine stad,
stelt zich ver boven de rest, houdt ach angstval
lig apart en cp een afstand. En iin Weenen daar drin
gen en krioelen de excellenties met en door do door
luchtigheden. Uit Marburg is alleen een keibier naaï de
Weenen gegaan en dat was de eenige die mij steeds 6taJ]j
met het noodige respect heeft behandeld. De man heef]
mij tenminste nooit ten huwelijk gevraagd.'
Mevrouw Riessel schaterde van het lachen. „Ge
lijk heb je Lene. Gelijk. Maar het is toch J uk, dc
anderen den bons te geven, ze in donker t latei
rondscharrelen. Mijn hemel, hocvelen hebben niet a
zeker geloofd, ons Ie hebben."
„Gewenscht te hebben, en piet te vangen!"
En beiden lachten.
„Het |s toch mooi hier'zeide Utta nadenkend
„Eigenaardig mooi. Heerlijk stil. Hypnotiseerend da
ruischen van den stroom;'dat zachte"zingen en fluisk
reu. En dan steeds dat ratelen van den watermolenpB voori
'steeds dat ratelen steeds en steeds.'
„De heele werekl hier is één groote, eeuwig'; rust'
fluisterde Helene Ruard.
„Vooruit, Creoolsche juffer, sitrek je daar in diejhagen,
ligstoel uit, jij meesteres in het nietsdoen.'"
En, de beide vrouwen doken weer in de kussenfcd, van
B
Om
en bladerden in romans, lachten elkaar toe. E
"boven haar geurden, de eerste rozen.
Op een goeden dag kwam er bezoek in deze jongt Geldt
ake en
KOUV
rp, ter
S Kalf
op kaj
Kuikalv
1
groen,© stilte.
Het was de regeeringsa,mbtenaar, die het oppertoc
zicht had over de geheele omgeving, die nu reec
voor de vierde maal zijn opwachting maakte, zondt
"dat 't den dames blijkbaar veel interesseerde. Zij li OUWj
ten hem heel kalmpjes komen, ofschoon zij wel wi
ten, hoezeer hij op macht, huwelijksgift en schoo:Als: ka
heijd loerde. Hij telde niet veel in het oog der be08 ^een
de vrouwen. Niet omdat het een, Sloveen was. Daa Qóer, ki
over bekommerden zich de beide luchtige Weene ^ermout
innuu heelemaal niet. Wat scheelde haar de politie! re> me"
Zij wisten het zelf heel goed, dat er maar weinig ve 1 ketel
tegenwoordigers meer waren van oude geslachtonp,oe&ejl.
ren, Am
Wordt vervolgd. spat
1 j grr i i Ka>rtuig,