Alicieti ilmis-
Mittiniii- Uitmuit
aai
ur
LZ
san,
IU1!
■at.
volgen»
llini
besteet
R-
Woensdag 27 Maart 1912.
SCHEER
56ste Jaargang No. 5095.
CDU
ENORM VERSCHIL
in Smaak, Kracht, Geur en Kleur
met alle andere gofdkoope merken.
Bevoegde beoordeelaars vinden hierin
terug den smaak en geur, die goed gefa
briceerde cacao moet bezitten. Jt
Staatspensionneering.
v;alljr,ntsoogr
Alhier werden, jl. Zaterdag- 23 en Zondag 24 Maart,
n het lokaal van den heer J. van, den Berg, propa-
jandavergaderingen gehouden, door de afdeeling van
len Bond voor Staatspensionneering. Beide avonden
iras de zaal geheel "bezet, en was de vergadering be-
tocht door meer dan honderd belangstellenden. Beide
t\ ii'Vergaderingen, werden geopend door den voorzitter dei
Afdeeling, den heer Langhorst, die na een hartelijk
van welkom het doel dezer vergadering uit-
Na de opening zong het zangclubje onder
'—eiding van den, heer Langhorst een drietal Staats
ie <*v. jensioenversjes. Deize tweestemmig gezongen liedjes
^[«Ijverden in volle aandacht aangehoord. Het warm ap-
'*>laus, dat volgde, was het bewijs dat hij de verga-
1 lering niet alleen de zang, maar ook de woorden der
ClGllersjes insloegen. Daarna werd door de leden der
Rederij kerskamer alhier opgevoerd het propaganda-
iooneelstuk ,,Te Laat". Het stuk werd zeer goed ge
speeld, de rollen waren goed verdeeld. Vooral liet
VCtweede bedrijf maakte indruk op de vergadering. Na
'I yi3lk l3edr'jf werd flink geapplaudisseerd. Daarna zong
het zangclubje weer een drietal tweestemmige liedjes.
Dok deze zang viel zeer in den smaak. De heer
ïlt ÉLanghorst kan tevreden zijn over het resultaat van
het eerste optreden van zijn zangclubje. Zooiets heeft
XCJ£fcallantsoog nog nimmer gehad.
ij De avond werd besloten met eene lezing. De voor-
- t?//lfeitter behandelde het onderwerp: „Wij' vragen staa,ts-
pensioen". Hij sprak over den toestand oud en arm,
c? tover bedeeling door diaconie of armbestuur, over ver
zorging door eigen kinderen, over het armhuis, over
»Vcé?Jeergevoel bij den arbeider, te weinig ontvangen loon
gedurende het werkzame arbeidersleven, over het
recht van de ouden van dagen, dat hun tot heden
door Staatj en Christen ontzegd wordt, om te vragen
Staatspensioen zonder daarvoor premie te moeten be
talen.
De lezing werd driemaal onderbroken door zang.
|De heer S. Kooger en mej. A. van den Berg zongen
■tweemaal een toepasselijk propagandaversje. terwijl
■mej. Van den Berg en Maartje Prins een derde liedje
|zongen. Tegen twaalf uur zong het twintigtal zan
gers en zangeressen nog eens een opwekkingsliedje.
Met de vraag aan de vergadering of ieder, die nog
geen lid der afdeeling was, met den Bond voor Staats
pensionneering mee wilde strijden, besloot de lieer
Langhorst zijne lezing. Hierna werd de vergadering
gesloten. Ieder heeft genoten en, de vergaderingen
hebben haar doel bereikt, er is propaganda gemaakt
voor de zaak der staatspensionneering. De afdeeling
telt omstreeks 200 gewone en complex-leden.
Hinnenlandsch Nieuws.
POLDER WAARD EN GROET.
In zijne vergadering van 26 Maart gunde de pol
der "Waard en Groet de levering van 400 kub. meter
grint aan de Rotterdamsche Grintmaatschappij tegen
2.08 gld. de kub. M.
Voor Heemraad werd het volgende drietal opge
maakt, de heeren 1. J. v. d. Stok te Nieuwe Nïedorp,
2. A. J. T. Geertsema te Kolhorn, 3. P. Latensteijn
te Zaandam.
Tot secretaris werd herkozen de heer J. Breebaart
Dz. te Hoogwoud, terwijl dezelfde tot penningmeester
werd gekozen.
VOOR DE BLOEMBOLLENCULTUUR.
Men deelt ons mede, dat de boerenplaats van den
heer D. Rezelman aan den Middenvliet te Anna Pau-
lowna, groot ongeveer 40 HA., voor de bloembolleneul
tuur is aangekocht.
CALLANTSOOG.
Donderdag 28 Maart a.s. zal alhier des morgens te
gen 9 uur eene oefening gehouden wordenk met de
Reddingboot der Noord- en Zuidhollandsche Redding
maatschappij. De oefening zal worden bijgewoond door
den heer De Booij van Amsterdam, secretaris van het
hoofdbestuur.
CALLAXTSOOG.
Door den heer P. Vos Jbz. alhier is aa,n het be
stuur der Noord- en Zuidhollandsche Reddingmaat
schappij liet verzoek gericht, liet terrein, gelegen
tusschen zijn, huis en de gebouwtjes der Maatschappij
en aan de Reddingmaatschappij behoorende, te mogen
koopen. Naar we vernemen, ligt het in de bedoeling
op dat terrein een flink lokaal te bouwen, vooral
met het oog op het vele bezoek in. de zomermaanden.
Dat zou de eerste schrede zijn, om Callaptsoog als
zeeplaatsje wat vooruit te brengen.
DE CARNAVALS-INBREKER.
Betreffende den Bosscher inbreker Schoenmakers,
geeft de ,,'s-ll. CL" de volgende bijzonderheden:
Tijdens de Carnavalsdagen heeft een als zwarte do
mino verkleede persoon door inklimming inbraak ge-
pl egd ten huize van den president van het Ge-
ï-evhtshof te 's-Hertogenbosch, jhr. mr. L. van Meeu
wen. Er werd een bedrag van f 300 a f 400 gestolen,
terwijl de inbreker een vijl had achtergelaten. Het
vermoeden, bestond, aangezien er feiten waren, die er
op wezen dat de inbreker met het huis bekend was,
dat de dader een vroegere huisknecht was, zekere
Schoenmakers. De gemeente-politie nam de zaak ter
hand, doch hare onderzoekingen mochten tot geen ar
restatie leiden.
De inspecteur van politie, de heer II. P. Rulkens,
reisde naar Antwerpen en, heeft daar de verblijfplaats
van Schoenmakers, boven een kroegje, ontdekt.
Niet echter alleen van de ipbraak tijdens de Car
navalsdagen. werd S. verdacht, doch ook van, andere,
die' zoowel te 's-Hertogenbosch als elders plaats heb
ben, gehad. S schijnt een bijzondere voorliefde te heb
ben gehad om zijn slag te slaan bij families, waar
hij vroeger als huisknecht had gediend en waar hij
dus de inrichting der woningen goed kende. Zoo werd
in Januari van dit jaar door inklimming van uit een
straatje achter het huis inbraak gepleegd in het
huis van mevrouw De Berg-h in de Peperstraat, waar
een som van f 100 h f 150 werd gestolen en het
vermoeden viel aanstonds weer op S., die niet erg
gunstig stond aangeschreven, omdat in den loop der
jaren, dat hij bij genoemde mevrouw gediend heeft,
dikwijls kleinere en grootere bedragen waren vermist,
tot een gezamenlijke som van tusschen de twee en
drie duizend gulden. In Februari had een inbraak
plaats "bij den hoer Van Nes van Meerkerk te 's-Gra-
venhage, vroeger hoofdingenieur-inspecteur van den,
Rijkswaterstaat te 's-Hertogenbosch, en werd daar
een, som van omtrent f 200 ontvreemd. Het vermoe
den, dat ook deze inbraak op rekening van S. was
te stellen, lag voor de hand, aangezien S. ook bij
deze familie in dienst is geweesL
Thans de nieuwe inbraak welke tot de arrestatie
heeft geleid.
Een 14-tal dagen geleden werd uit de keuken ver-
het huis van jhr. mr. L. van Meeuwen een klein
bedrag gemist. Van de drie rijksdaalders,, die in
een laad je lagen waren er twee ingelaten.
De dief, die bij alle genoemde en ook bij andere
families als zoodanig te boek stond en wiens bezoek
steeds werd verwacht, had namelijk de gewoonte, al
tijd" maar een gedeelte weg te nemen. Het blijkt nu.
dat S. in de laatste dagen niet alleen in de stad,
maar zelfs in het huis van jhr. mr. L. van,-Meeu
wen is geweest. Er zijn namelijk daarvoor verschillen
de sporen gevonden aan de zware kelderroosters. ter
wijl uit dien kelder eetwaren worden vermist, zoodat
S. waarschijnlijk in dien kelder is geweest.
Zaterdagavond tusschen 9 uur en half tien bevond
zich de familie Van Meeuwen, in de huiskamer en ge
bruikte de thee. Plotseling hoorde men iets verdachts
en stond jhr, mr. L. van Meeuwen aanstonds op om
een onderzoek in te stellen. Hij doorzocht de gang,
de kamers en den tuin, doch ontdekte niets. Vóór
echter terug te keeren opende hij ook de deur van
de plaats, waa^ zoowel keizer als bedelaar te voet
gaan en daar stond een man in hemdsmouwen, die
onmiddellijk de beide handen voor het gelaat sloeg.
Jhr. mr. v. Meeuwen wilde hem vastgrijpen, doch de
man wist weg te komen en vluchtte de trap op naar
de strijkkamer, schoof daar een raam op met het
doel van daaruit op een plat dak te springen en
zoo den tuin te bereiken. Dezen, weg kende hij blijk
baar nog van vroeger. Hij had evenwel buiten den
waard gerekend, want de heer jhr. mr. v. Meeuwen
had, na het vertrek van zijn huisknecht, voor die en
andere ramen ijzeren hekken laten aanbrengen. Jhr. mr
v. M.. die den, inbreker naar boven was gevolgd,
wist hem daar vast te grijpen en sloeg een para-
pluie op hem aan stukken.
De inbreker vluchtte weder naar beneden, de keu
ken in, waar de meid en eenige huisgenooten hem
trachtten tegen te houden, doch hij rukte zich op
nieuw los en rende de gang in, welker deur hij van
hurten sloot, zoodat men hem niet verder achtervolgei
kon. In de eetkamer werd hij nog handgemeen met
eene andere dienstbode, die tegen den grond zou zijn
geworpen, greep zijn jas en hoed, die daar lagen,
sloot de deur van bulten en vertrok.
Onmiddellijk werd de politie gewaarschuwd, die,
I vernemende, dat het weder Schoenmakers was, die iu
j het huis was geweest, onmiddellijk haar onderzoek
begon.
De commissaris van politie zond in alle richtin
gen zijn inspecteurs en de agenten te voet en per
rijwiel uit, om den dader te achtervolgen. Nabij den
i Vughterweg werd S- door een agent gezien. Hij tracht-
i te door het water wadende onder de 60-elscho brug
te ontkomen. De agent moest de achtervolging prijs
j geven, omdat het donker was, wat met het oog op
het water veel gevaar opleverde, terwijl hij ook
geen vuurwapen bij zich droeg.
De commissaris en de inspecteur Rulkens verrich
ten intusschen in de stad bij verschillende personen,
die als bekenden van S. te boek stonden, huiszoekin-
gen, welke echter geen resultaat opleverden,
i Den volgenden morgen werden deze onderzoeking»-1 n
voortgezet, niet alleen in 's-Hertogenbosch, doch ook
elders, zooals te Breda, Daar hadden huiszoekingen
plaats ,die evenmin tot de ontdekking van den dad'-r
leidden.
Met behulp van de Rotterdamsche recherche heeft
men den verdachte daar omstreeks 4 uur Zondag
namiddag eindelijk gearresteerd, en des avonds naar
's-Hertogenbosch overgebracht.
Het blad verneemt voorts, dat in den nacht van
Vrijdag op Zaterdag, een poging tot inbraak is ge
pleegd bij mejuffrouw Wouters, St. Jozefstraat te
's-Hertogenbosch. Een daar naast wonende officier,
die den man had zien, gaan, zou een revolverschot
gelost hebben, waardoor hij op de vlucht ging. Zou
het ook hier S. zijn geweest?
KRANKZINNIG!
Zondagavond bevond zich in den D-trein van Ber
lijn naar Vlisstngen een reiziger 2e klasse, met een
koarlje naar Londen, die het onderweg den reizigers
lastig maakte door in de coupés 1c komen en ie
vragen om sigaren, sigaretten, boeken enz. Aan tvn
der conducteurs vroeg hij hem 20 .Mark te leenc.i
met de belofte, dat hij hem er uit Londen 40 voer
terug zou zenden. De conducteur was zoo wijs niet
op dien handel in te gaan. Bij aankomst yan dea
trein te Gooh, beklaagden zich eisnjge reizigers" ,dat de
man bun lastig viel. en bovendien onbehoorlijk cc-
kleedi' dioor den trein liep. Bij. onderzoek bleek deza
dan ook in négligé in zijn coupé te zitten. Op het ver
langen van 't spoorwegpersoneel trok hij zijn pant -
lon weer aan. doch verliet tevens den trein. Jn da
stationsrestauratie bestelde hij een souper. Na dit ver
orberd te hebben zeide hij doodleukbetalen dcc
ik niet, ik heb geen geld' waarop hijzich verwil
derde. de pet van een dienstman ie zich in de re
stauratie bevond, opzettende. Deze werd hem af eer:
men. waarna de man verdween.
Naderhand is hij door de politie in bewaring •-
nomen, waarbij bleek, dat bij werkelijk geen geld bez!:.
en dat de man totaal ontoerekenbaar is, weshalve hij
naar een krankzinnigengesticht overgebracht zal wor
den.
MELKPRIJZEN.
De melkfabriek Ilollandiu te Purinercnd heeft vo >r
hare leveranties aan Hel Zand van 1 April 1912 tot
1 April 1913 d e mcJkcontracten als volgt afgesloten
April 1912 per Liter 5 25, Mei 6.25, Juni G, Juli
5,75. Augustus 6. „September 6,50, October, Novem
ber en December 7,2o. Januari en Februari 1913, S
cent, Maart 6,50. Gecontracteerd is voor ongeveer 600
koeien, tegen 500 in 19111912.
INTREE PREDIKANT.
I)s. Van der Veen zal zijne entréc bij de Doops
gezinde (Gemeente te Barsingerhorn prediken op 21
April, des namiddags 2 uur.
OUDE NIFDORP.
Voor de levering der schoolbehoeften alhier is voor
het jaar 1912 ingeschreven door de firma Trapman
en Go. te Schagen voor f 193door de N.-V. Boek
en Handelsdrukkerij v. h. Herm. Cos ter te Alk
maar voor f 196.40; door A. Groot Nz. te Voord-
scharwoude voor f 201.91V* en door J. \V. van Ra-
veil te De Rijp voor f 225.
De leverantie is door B. en Vopgedragen aan
de laagste inschrijvers firma Trapman en Co. te Scha
gen voor f 193.
r« d
jm-
Feuilleton.
isseMevrouw Utta en de Jager.
ROMAN VAN RÜDOLF HANS RARTSCH.
ike v
lesch
nan,
egen
W
n,
ehag
J
ekei
j
waal
9.
Mevrouw Utta, was veel te fijn van zenuwen en te
scherp van opmerkingsgave, om piet te zien, dat
hij hij elke beweging, haai- armen, moest aanraken,
en daarbij beefde en sidderde. Zij keek hem openen
ernstig met, de bruine oogen aan en las in zijne
oogen de bede hem niet te kwellen. Zij voegde zich
daarnaar en trok zich zooveel mogelijk terug. Hans
werd rustiger. Ook nam de bereiding van den maal
tijd hem te veel in beslag; opmerkzaam keek hij
naar de bruine lever en daar de doordringende hya-
cinthengeur zich scherp in het kleine vertrek deed
gelden, verwarde 'dat hem opnieuw, en was het maar
goed, dat het gebraad zijn geur begon te versprei
den. Het bracht hem op andere gedachten en me
vrouw Utta, die reeds weer onbekommerd geworden
was, schoof hem de rest van den keukenarbeid toe,
zocht zelf horden en wat verder noodig was en dekte
vroolijk zingend de tafel. De Weenerin zong een wals,
die; een zeer groote sensatie in het leven van Hans
had veroorzaakt; dezelfde waarbij hij Ramseide tegen
den grond had gegooid.
„Mervrauw Utta?" verzocht hij.
„Wel?"
„,Houd daarmee op."
„Zing ik dan zoo valseh?"
„Neen, neen, zingen moogt ge. Maar niet dit. Het
is die wals uit „De Groote Beer".
„Werkelijk," lachte zij. Dan dacht zij na en zeide
op heel anderen toon nogmaals: „werlkelijk.
Toen ging zij aan tafel zitten, die zij zeer sierlijk
bad gedekt, overzag alles, ging dan, naar buiten en
bracht wat boschkruid mee, om de tafel te versieren
en zong opnieuw. Ditmaal was het haar gastheer ter
eere: „In bosch en op de heide".
En den goeden, dankbaren Hans kwamen, de tra
nen in de oogen: want zij zong het lied geheel door,
alle versjes tot aan het slot. waaruit de gevolgtrek
king was te maken, dat zij het niet lang geleden en
expres had geleerd. En wat gaf hem dat veel te den
ken.
Hij kwam zacht naderbij, boog een, kqie, terwijl
zij de beide armen stil liet neerhangen en kuste met
groote ontroering en innigheid haar de hand. Slechts
eenmaal, maar toch zoo, dat de mooie vrouw eene
blijde siddering door de leden liep.
Maar zij liet hem niet merken, dat deze hulde zoo
electriseerend was en haar wel deed. „Ik ken nog'n
ajider jachtlied," zeide zij, „maar dat zingen wij na
tafel. Ga zitten, baron, Ha,ns."
Zij wees hem zijn plaats aan den haard, droeg
het eten op, met groote zorg en lieftalligheid.
Zij aten als man, en vrouw, dronken een glas wijn
op de gezondheid der oude dames van Straga en
ook klonken zij op hun eigen welzijn. De helle dag
lichtte door het venster op mevrouw Utta's kinder
lijk zorgeloos gelaat, waaruit onder het donkere haai
en, het blanke voorhoofd, de bruine oogen schitter
den, aan wier schittering en glans hij week na week
had gedacht en die hem n,u zoo nabij en, vertrouwd
waren.
Nadat) de tafel was opgeheven, namen, zij -zich voor
een tocht over de bergen te. doen; steeds over den
rug der Uskoken naar den Gorïanz, den eenzaam
sten en hoogsten berg, waarop het wild en woest
was. Mevrouw Utta trok vóór de boschhut haar lange
'"handschoenen weer aan, terwijl Hang de deur sloot.
Dan; stapten zij beiden door het bosch. Toen zij hoo-
ger kwamen werden de boomen minder en minder,
hielden eindelijk geheel op en maakten, plaats, voor
lagere boschages.
„Hier komen de herten samen." zeide Hans.
„O, vertel mij van deze jacht," verzocht mevrouw
Riessel, en Hans. die dikwijls genoeg deze woeste
streken had bezocht, vertelde opgeruimd en plas
tisch van, zijn jachtavonturen. Hij sprak van zijn
droomleven en stille nachten, waarin het geroep van
het wild eensklaps opklonk.
„Hoe?" vroeg mevrouw Utta vol verwachting.
Toen zette Hans de hapden, aan den mond en riep:
„ou, ou, ou, ouaah!"
„Dat moet verschrikkelijk zijn,!" riep zij.
„Vooral op Johannisdag om vier uur," zeide hij,
hartelijk lachend. „Wat de boeren zich al niet voor
stellen, wanneer in den helderen zonneschijn een
hert roept. Dan komt er bepaald weer een nieuwe
sage over Kralz Matiaz."
„Kralz Ma,tiaz?"
„Ja, koning Matthias, de koning van hun A-erlangen,
hun Barbarossa. Zij noemen 'n geheimzinnig hert zoo,
dat steeds met de feestdagen in deze bergen spookt
en in November weer over de Save verdwijnt. Een
vreemde, eenzame sinjeur, die nooit bij andere soort-
genooten gezien wordt. Omdat hij zich niet met vrouw
volk afgeeft, houden de jagers hem voor zeer won
derlijk en vreemd. Geen kogel kan hem bereiken."
En Hans verzonk in gedachten. Het beest! Er
waren jaren, geweest, dat bij gezworen bad hem te
zullen dooden; maar de eed was minder sterk ge
weest dan de geheimzinnigheid van Kralz Matiaz.
Nu greep hem de hartstocht naar de overwinning
over dit geheime leven weder aan. Dien schreeuwers
uit het Saveland wilde hij hun, hoonend geloof aan
het bestaan van dezen betooverden vorst ontnemen.
Het was hem als schoot hij met dit hert ook hun
Rijkshoop dood, hun hoop, om zich af te scheiden
van de Duïtsche kracht en «en Sloweensch rijk te
grondvesten.
„Vertel mij eens even. waar denkt gij aan?" vroeg
mevrouw Utta zacht. Zij was er bezorgd voor. dat
Hans weer zou worden aangegrepen door zijn on-
weerstaanbaren lust tot jagen en dat was haar zeer
onaangenaam geweest. Nu liepen zij samen over de
hoogten. Zij waren schoon, eenzaam en rein.
De wijde verte was geruststellend. Dat men zijn
leven aan deze natuur kon vastsnoeren, aan deze
wereld, waar het zoo koel, en onverbiddelijk armzalig
werd, neen, dat begreep zij toch niet van hem.
„Ruw is het hier wel," mompelde zij half vrees
achtig, half eerbiedig.
Hans schrok op. Daar liep hij met de mooiste vrouw
Mie er misschien, in Oostenrijk was, in de goudèn een
zaamheid over de bergen, en daar droomde hij reeds
weer van herten en jacht. Ongehoord kwam hem dat
zelf voor. En daar hun pad nu rotsachtig werdi en
grooto spleten vertoonde, greep hij haar bij de hand,
en geleidde haar. Op een weinig mosaehtïgen bo
dem gingen zij voorwaarts. met ineengestrengelde
I handen, als schoolkinderen en toen de rotsen trótsch
en, kil werden, werd zij angstig en greep hem vast.
Eindelijk bleef zij staan. „Hoe ver is het nog
naar den versten top?"
„Een uur misschien... niet veel meer," troostte hij;
„Zeg het mij maar dadelijk, 't is twee uur."
„Dat op zijn hoogst."
„En hoe moet ik terug?"
„U blijft vannacht daar boven."
„Hans, baron Hans," zeide zij ontsteld.
„Wij hebben daarginds een kleine hut," zeide hü-
„Het is een wild, ruw rijk, wel over de zeshonderd
hectaren grond, maar alles even ruw en waardeloos.
Bovenop rotsen, dan wat plantengroei, verder wat
kreupelhout, en alleen lager een rijk bosch, waar
grootmoeder veel hout van heeft verkocht. Wanneer
ons slot verloren gaat. is dit waardelooze bezit allee,
wat den armen edelman en jager nog overblijft. Me
vrouw Utta moet toch zien, hoe weelderig Hans voq
Keidenreïeh wonen zal, als hij het dierbaarste heeft
verloren. Vaderland, thuis, een ademtocht daarvan
waart zelfs pog in deze wildernis, al ligt het ook
aan de grens van de Duitsche sfeer."
.„Hans spreek niet zoo treurig," zeide mevrouw
Utta- „Je ziet overal spoken. Deze kale bergen moe
ten zulke gedachten wel wakker roepen. Het ziet er
hier uit, alsof de heksen elk «ogenblik voor ons uit
den grond, zullen oprijzen. Laat ons omkeeren. Hans.
Denk ook eens aan mij. Al zoudt gij mij in dat een
zame blokhuis ook nog zoo trouw behoeden, mijn
naam zou na deze ontmoeting toch verloren zijn. Mijq
leven is anders voor een ieder te zien, beste Hans,
en dus ik smeek je, laat ons om keeren."
Zij smeekte hartelijk én met nadruk. Haar Jonge
vriend stond treurig voor haar en keek in die rich
ting, waar het steeds bergachtiger werd, en het scheen
alsof de wereld uit niets anders dan bergen bestond,
wier toppen zich in de ijle lucht verloren.
„Zoo blijven, dus deze oorden alleen voor mij over."
zeide hij stil. „Ik had den wenech uw glans, uw lieve
i warmte daarheen te brengen en de herinnering daar-
aan was voldoende geweest voor heel mijn leven. Nu
blijft alles mosgrauw zooals het was. Het is goec.
mevrouw Utta, wij keeren om."
Lang liep zij stil naast hem en menigmaal keek
zij om naar Me hooge toppen, die nu achter hun
rug waren.
Wordt vervolgd.