mm Lil' m k4 m m m m AniQtppflaTOtiP HrifiVfHl s Voor Dammers. 1 Zaterdag 13 April 11)12. 5de Jaargang. No. 5106. TWEEDE BLAD. ile r zien. hjun deel daarvan te onthouden, wat lol nu loc geschiedt. .Men heeft gclraehl deze grootc maatschappelijke leu gen goed te maken door te trachten 'n ouderdom s- pensioen in te voeren. Waarvan* de gelden door pa troons en arbeiders uit wekelijksche bijdragen, zoo- geiuiamde premiën bij elkander was gebracht. .Maar terecht heeft de Bond van Staatspcnsionneering daar tegen in gebracht, dat „zeer vele patroons moeite ge noeg hebben, om hun hoofd boven water te houden. Zij kunnen gewoonweg geen premie voor hun werk lieden bdaleiu 'En wat de arbeiders zelf betreft Moe ten zij, die nauwelijks genoeg verdienen, om rond te komen, daar nog iets van afstaan voor 'n premier Zulke denkbeelden kunnen alleen opkomen in de hoof den van krankzinnigen van hen. die geen begrip heb- fllllMm llflIllMlIIH Dl 10! DU. ».M« 1911 gehouden, is dit door meerdere si,reken fI I I lf i I' I 1 I.' Uil lli.l llflKl (tioel/.lrl 't Ie /lioiroiMii I.-... (Vervolg). Ik behoef aan wat ik duidelijk in het licht gesteld., 't Is dieverij ter gelegener Seveu nel niet» toe te <i»° biJ alkoitdiging van zult 'n wat, door do r-irintr ^r fommentaihen en Hegeering gesanctioneerd zou worden. Minister Tal ma ;EI_ «tegen ter verdundeluktaS f commentoren heoft <la„ *o|t m,el 2ij„ scbema.s m ontwrpcn „iet Pn geen voorbeelden. Ieder, die couranten leest, weet, Usi'fhfrtoreifS «hSeir^uKXrgevolleTtoi Het Stalspeusloin, door olie ouden van dagen te -in £et ver e'SUn.12 meuïSfU "oo'r uilen bofaald «orta. ko- r n rote- elke schok die haar aan de eene of andere ™en Utl dez-elfde sdiatkisl waaruit de Koningin haar ï^feijde wordt toegebracht, deelt zich mede aan eiken dwzc.nd f'|llden jaarlijks meer onl- heelntoom en doortrilt haar geheel. De menschheid is vangl. dan hare gewone bezoldiging, waaruit Prins Hen- re worden als 'n, lichaam, dat al zijft leden van, noode d,'lkr>zVn apa.n^e,5n waaruit de opvo.-dingskosteii voor heeft. „Al zou de voet zeggen: Dewijl ik de hand de Prinses worden. Dal Staatspensioen moet jiiot ben zoo ben ik van het lichaam niet, is hij betaald wotden uit dezelfde schatkist, waaruit 1111 tille d aar om n iet van, het lichaam? all-e ^ezen ministers hel Indien het oor zeide: Dewijl ik het oog niet ben. Z1J'1 velen hun vier duizend gulden pensioen zoó ben, ik van het lichaam niet, is het daarom niet ontvangenmoet betaald worden uit dezelfde schal- van het lichaam? klsl- ^arlll( nu de VccJ tc dure rekeningen van go Zie er zijn vele leden, doch er is maar éen weren en ftanooincn worden gekwiteerd, met zoo grootc S'chaam gemakkelijkheid, alsof het geld ges'olen was. Misschien En het OOK kan niet zeggen tot de land: Ik heb wel. .omdat het tceh voor doeleinden gebruikt wordt, n niet van noode; en het Hoofd kan niet tot de die m misdadigheid voor dieverij niet onder doen. voeten zeggen: Ik heb u niet van noode En dat Slaatspensioen moet met bij elkaar gebraclll „God heeft het lichaam alzoo samengevoegd, opdat worden door n bepaalde klasse, maar door olie bur- tr geen tweedracht in zij. maar opdat alle le- gors. onverschillig of z,j arm of rijk zijn. <loor mid den v O O r e 1 k a n d e r gelijke zorg zouden dragen, del van bclaslingen En de mogelijkheid ervan is ge- Want indien éen lid lijdt, zoo lijden alle leden, bleken in Denemarken en in Engeland. Slaalspension- W dUL 1 11U ItS IX II II 11U HJUh, OW jyov... I - - 4 cn indien éen lid verheerlijkt wordt, zoo verblijden neonng zou Nederland jaarlijks Wen ongeveer acht B zich al de leden mede." (I Cor. XII.) (ZlC ,baekJc "Vefplichlo 5o Zoo spreekt Paulus in zijn. eersten Corintherbrtef Verzekenng of Staalspensionneermg door C. Nobel. over het menschelijk lichaam. Is het met het lichaam, Hijkslandbouwleeraar te Schagen. l ilgavc: Trapman en l"t- dat „Maatschappij" heet, niet evenzoo? En is dit Cote Schagenj woord niet onwedersprekelijk? W^r 8eld alweer vandaan moet komen weet Maar zie nu eens rond in de Maatschappij en let ik nie|. In mijn systeem maar ik spreek zeer op hoe die ohristelijke lessen van logica, waarheid huishoudelijk zou hei passen, om het cp andere, en gezond verstand worden betracht.. We zullen voor minder noodzakelijkheden of overtolligheden uit tc zui- »1], beden het arbeiders-vraagstuk laten rusten, dat moei- nigen. Als ik of n kennis van mij in ellende zou lijk te behandelen vraagstuk van loon en arbeid. We verkecren, dan zou ik geen sigaren rookcu. niet naar zullen, ons voor heden niet verdiepen in kwesties van de comedie gaan. geen voetzoekers aansteken, geen minimum loon en veelte langen arbeidsduur; ook niet vuurwerk maken, en nog veel minder 'n groot schip praten over duurte of toeslagwetjes. De vraag, die laten bouwen, waarvan xk ging vertellen dat 't 'n ons heden samenbrengt, is de vraag der Staatspen- „oorlogschip was, maar waaraan eigenlijk niemand siopneering, en, of deze in ons land zal worden inge- Kis heeft en dat alleen als parade middel dienst' voerd, En dan is mijn antwoord op die vraag: Of doet. die Staatspensionneering hier zal worden ingevoerd, lk zeg 'nog eensWaar dit geld weer vandaan zou weet ik niet, maar dat haar invoering noodzakelijk moeien komen, weet ik niet. Maar kómen zal het er. Dn gebiedend is, dat weet ik met groote zekerheid,. En nu wil ik eindigen mel_ 'n regel uit het fcost- tf Staatspensionneering alleen kan het onreoht en de bare boekje van den heer Nobel II leugen, die t,egen een heel leven is bestaan ten, de-ede „Mochten de rijken niet bereid zijn uit eigen he- V goed maken. Die leugen en dat onrecht heeft niet. weging aan de tpt-stand-koming van Staatspensioen mc- I] hierin bestaan, dat het éene deel der menschheid heeft ile te werken cn de noodigc bclaslingen daarvoor in moeten werken met het hoofd en het andere met de te voeren, vdan zullen de arbeiders moeten zor- handen. Werken is werken; maar hierin, dat zoovele gen itiat er volksvertegenwoordigers in de Kamers ko- arbeiders van, de wieg tot hun ouderdom niets an,- men, wier Christelijke naastenliefde ver genoeg gaat. üers gekend hebben da,n ontbering en t e .groote om hun minderbedeelde medemensehen een recht op zorg ,wat 'n schreeuwend onrecht is. Dit was een het allcrnpodzakelijksle levensonderhoud toe tc kennen.' ir.eten met twee maten, zóo afschuwelijk willekeurig, H. d. H. kat de eerbied, die elk weldenkend mensch voor den arbeider gevoelde, overging in medelijden. Bij dat medelijden is gekomen zelfverwijt, omdat h ij. a'lle leden zijnde van één lichaam, onszei ven schul- g lig weten pan bet harde Lot van zoovele onzer broe- leren. „Voor ons werd hun rug zoo gebogen, voor Sans werden kun rechte ledematen en hun handen zoo - misvormd; zij waren de lotelingen, op wie het lot vielvoor ons hebben zij gestreden cn voor ons zijn '.ij geschonden geworden. De kiem tot ontwikkeling IS meerdere volkomenheid een kiem- door Go<l allen menschen ingeschapen is in hen "mismaakt :ix ontsierd geworden door de modder van den ar- beid. en hun ziel lieefl evenmin de vrijheid mogen kennen als hun lichaam.' Men heeft hen geen anderen tijd gelaten dan om "te werken voor het volstrekt on misbare. voor het dagelijkseh brood; en toen bij na vraag bleek, dat er zoovelen onder hen waren, die niet de minste weet hadden van „het brood des levens", ieeft men hen dit kwalijk genomen. Is er gnooter leugen en misverstand denkbaar, dan «elf schuldig te wezen en anderen aan te klagen èn !c straffen? En dit heeft de maatschappij gedaan en dit doet zij neg, waar zij den arbeidersstand alle gele- 'ich weibliche" de zinnelijke prikkel die de spreek- -rdelijkc lafheid dezer roof.iade:s van hel tio'toir omzetten in zulk een blind do'.driftigen moed. En niet zelden gebeurt het dat deze of gene Ix-g. -fJe schoone. de een of andere roinanückc „casQuc d or' lol twistappH van bloedige jaloezie wordt, tot llclena van <le Trojanen oorlogen die twee vijandige benden met de grootste ongeneerdheid op de open boulevard uitvechten. Wie dezen Parijsehen apache van het nieuwste merk in zijn eigenlijk milieu en in gezelschap van zijn dame wil lecren kennen, vage zicli 's nacnts in een v.1,1 <lio danslokalen welke men in alle volkswijken aan treft. 1 usschen arbeiders en soldaten, dienstmeisjes en modisteljes dansen daar die gevaarlijke paartjesz ij niet meer in haar prilste jeugd, met een bont schort, zonder hoed. maar met kunstig op torenenden haar dos cn een bloem daarin h ij nog nauwelijks uil de kinderschoenen, met kringen cn strepen in hel vale gelaat, met een Engelsch buis en opgebonden broeks- pijp.-n. den stijven hoed laks in den nek. De vroeger zoo typische blauwe kiel cn de liooge ballonpet be- hooren sinds lang tot de geschiedenis, wel ziet men in de lokalen van minder allooi nog steeds de opgesla gen kraag, den bonten halsdoek en de traditioneel© schermpeteen uniform die een vindingrijk impres ario onlangs op het looneol gebracht heeft. Deze „Bals Musette" zijn in hel huidige Parijs liet typische apa chen-milieu. Daarheen verleggen zij die geen vast te huis hebben, hun zoogenaamd familieleven. Mier vindt de vroeg rijpe de dame van zijn hart. Hier is hij galant pn ruw. verliefd en jaloersch. hier rekent hij met haar af en Laat zijn heersdiersluimen den vrijen teugel, zoo dat in werkelijkheid soms de stukken er af vliegen en „knoopsgaten' gestoken worden, waaruit het roodb loven vliedt. Want builen, voor de deur. waar het trottoir begint, behoort do dame hem niet meer. maar aan den voorbijganger cn aan de zedenpolitie In deze lokalen voelen de automobiel-apachen, de Garniers en Carotiy's zich thuis evengoed als de vele vroegeren 'Terreur de Belleville' „Rempart du Sebasto en Lia beuf de „Tueur des flics' of hoe zij verder hee- tcn mogen. Vraagt men den heer Lépinc. waarom zijn politie machteloos blijkt, dan. zegt Prévot, bedelt de heer prefect van politie, handenwringend om geld en steeds weer om geld voor zijn wakkere sergenis. die veel te gering in aantal en om een hondeloon dagelijks hun leven wagen, die bovendien tot voor kort hun wapens zoo Tjoed als niet mochten gebruiken vanwege de humaniteit. Het apacliendom is niet alleen een eriminalislisch vraagstuk, maar in de eerste plaats als sociaal probleem samengegroeid met hel geheele organisme der wereld stad. versterking der politie, verbetering van de be scherming van leerlingen, zuivering van de gemecnle- lijko garnizoenen van alle voorbestraften, zullen mede werken. om verbetering te brengen, maar konden zij het kwaad geheel uitroeien dan was Parijs Parijs niet moer. Het lol De poo Vcrlooc A's las Schroei OOK nioiyin 't harte Aan om een hoek, m d. id a eiland» oud andu Twee scliep.n <p strand in tl Maak. dat je er bij komt! En a's g.'Clee'nsecndrf Zoo openen zich ooren en oog-n c.i tnó i o En... maakt het canaille één, twee. drie. rechtsomkeert 1 I I En sneller nog. dan ze er in zijn gekomen. Zoo stormen zij ijlings de veste uoer uit. En laten Walhalla, .lupijn iik-i zijn vromen. Voor 't strand, met zijn zooveel begeerlijke.- buit. En nauw was de laatste naar buiten getogen. Of dra wierp de p >orter de deur weer op slot, Verheugd, dat hij door zoo onschuldig.* logen. Dat volkje zoo mooi bij den neus bad, gehad. En waagt het nu nog een vermetele bende Te cisehen. dat men ze Walhalla ontsluit. Sinds men het gevaar van nabij eenmaal kende. Draagt Jupiter steeds zijnen staf voor zich uit. STCDIE-KrNDSPEli door den heer P. J. Waiboer to Anna Paulowna. Zwart Apachen van Parijs. René Prévöt g^eft in „Marz" een levendige schets van het gebroedsel dat in, de laatste jaren meer dan vroeger van, zich doet spreken: de apachen van Pa rijs. In den vestinggordel van Parijs, in het Bois de Boulogne en de dichtheid van het bosch van Vin- oennes; tusschen, de buitenboulevards en de eenzam'e vestingwerken; daar waar de lompenzoekers hun schil derachtige behuizingen hebben gevestigd, in de dichtstbewoopde volkswijken van Beleville. La Villette Montrouge, ten zuiden van de Place de Ilaliens: en dan diep in het hart van de oude stad, in. de nauwe bochtige eeuwenoude sloppen der cité, ten oosten wan den Boul Sebasto en rondom de groote markthal, kortom overal waar het individu overdag in de weme lende menigte en des nachts in het halfdonker van slecht verlichte doolhoven zich onzichtbaar kan, maken daar huist van oudsher, zich mengend on der de proletarische legioenen, het ongetelde heir der naamloozen, der arbeidsschuwen en der misluk- STRAXDROOVERS. Naar een oud Volkssprookje. t Was uit met hun rijk. Hoe de zeeën ook brandden, En hoe er Jupiter zijn drietand ook sloeg. Daar kwam sedert lang reeds geen schip meer te stranden, voor l blinkende kustlicht wendde ieder den boeg. Daar stonden ze nu. met de handen in d' haren. Der;wanhoop ten prooi; gansch. vermagerd cn grijs. Want schenen ze soms nog van ver iels 't ontwaren, Het kustlicht ontnam ze steeds lederen prijs. Met zuchten was echter den kost niet gewonnen Toch vroegen hun magen gebiedend om spijs, Eén 'hunner had daarom een middel verzonnen, Men moest .dacht hij. maar naar Walhalla op reis. Dat scheen zo te lijken. Een ieder snold' 'henen. En pakte zijn plunje gezwind bij elkaar, En ure der afreis was nog niet verschenen, - Of alles was voor de WalhalTareis klaar. Met mokers en bijlen gewapend, zoo trokken Zij opwaarts cn maakten een vreeslijk gerucht. Wat of z aan de poort van Walhalla verschrokken, Men dacht aan den bende, ter helle ontvlucht. De poorter, als scheen hij het ergste te vreezen. Schoof dan ook de poort van Walhalla op slót. En wie er den man op 't gelaat had gelezen. Voorspelde Walhalla het bitterste lot. 46 p m éi' pi t 11 1 "/"y gjg lil n I SI w Hf f§ m 1 i jlÉI "v,': 13 en 25 en 2 Wit Stand zwart, 3 schijven op: dammen op 10 en 49. Stand wit, 4 schijven op: 22, 27, 30 en 38 en 2 dammen op 34 en 36. 1. Wit: 2218. Zwart: 49 16. A. Op 49 21 van zwart volgt: 3627 en 3445 van wit 2. Wit: 36 31. Zwart: 13 22. 3. 3115. 162. '4* M 1524. 216 gedwongen. 5. 242. 1649 gedwongen. 6. 216 en wint 1. Wit: 2218. Zwart: 13 31. -2. 36 15. 49 16. 3. 15 33. 16—2. .4, 3324 en wint Als to voren. UIT DE SIMULTAAN-8EAXCE TE ZIID-SCHARWOUDE. In de rubriek van, 30 Maart plaatsten wij oen 3-tal slagzetten, door den heer De Haas in de simultaau- séance te Zuid-Scharwoude uitgevoerd. Hieronder vol gen nog een paar standen, waarin de eindspel-kor.,nis van genoemden heer aan den dag komt. P. Kostelijk Sr. Zwart t Schijnt, dat ze daar binnen in slaap zijn gevallen. Sprak t hoofd van de bende. Ik klep creis aan. Hé daar! klonk een stemme van over de wallen, Wie ben je? Wat wou je? Waar kom je vandaan* ten, der geteekendën en der gezoehten, der lieden genheid onthoudt om het leven te genieten, en dien die al gezeten hebben, interdits de séjour# zooals de stand dan bovendien neg straft met een ouderdom van politieterm luidt, wien het verboden is, in. de hoofd- moeite en honger. stad Ie vertoeven, die echter altijd weder binnensbui- u'1-1 ^V11- w_as het antwoord, een troep emigranten, Ziedaar de grens, die we heden bereiken moesten pen, omdat hun lichttschuwheid hier zich het best Strandjutters en raden je open te doen. sn die Nare overschrijden mogen: Oud eji arm. thuis vindt. Daar waar de goede oude Sue ons reeds hm! dacht de poorter, gevaarlijke klanten. Kuint ge ,u iets ergars voorstellen Kimt ge u er in het eerste hoofdstuk zijner mysteriën van Parijs ik ze kwijt met een beetje fatsoen. zelfs wel 'm voorstelling van maken Zijn er hier. in gezelschap van een echten prins met romantischen n In u\ve omgeving, toestanden als Ln de achterbuur- aanleg te gast noodt, daarheen moeten wij ook heden £n luider: Ik zal wel eenseventjes hooren: tcjn van Amsterdam en van andere groote steden Drie nog onze schreden wenden, om de nakomelingschap Don tellens geduld slechts, 'k Ben seffens weerom, jaren gel-eden werd in een der straten, die uitkomen der chourineurs, der messeDstekers en ontsnapte ge— krabd hij zich radeloos achter de ooren. op de Vijzelgracht, 'in echtpaar van in de zeventig vangen,en, de bleeke, ontaarde jongelingen, met de hn greep van benauwdheid naar slokken én trom. dood gevonden, omgekomen van honger en oïltbe- moede, slimme roofoogen te zien. die bij kaart- en ring. Negen jaren lang heb ik persoonlijk voor 'n dominospel den klaren dag doodslaan en. aan kleve- Dudan sigarenmak'er loopen bedelen, om hem en zijn rige tafels drinkend, den beschermenden, nacht ver- vrouw in het levCn te houden. Zijn kinderen, zei men, beiden. Daar in. den onui'twarbaren kluwen van onmensch- waardige spelonken, die rondom het oude klooster van Saint Merry liggen, treffen wij de griezelige slop pen aan, waaruit men, niet ontkomt. Dwars door het steenen polypenlichaam dat u met honderd armen schijnt te omklemmen, loopt de steeds volle, drukke Rue Beaubourg, weerklinkende van het gekrijsch der groentevrouwen, van dronken dagdieven of krakee- lende buren, en in 't middaguur, van de vreugdige uitgelatenheid der midi netjes, die bescheiden en hon gerig elkaar verdringen rondom de pruttelende jnn der aardappel roost,sters. Een-andere Parijsche wijk, in 'hel hart der stad, waar van oudsher ellende en misdaad heersohen is het quartier des Halles, met zijn oude renaissance gevels en zijn wemelend nachtleven. Hier, in den buik der wereldstad begint de dag reeds spoedig na mid dernacht. Daar scholen paria's sam-cn, van elite soort cn daar vind1 men de beruchtste kroegen en de donker ste schuilhoeken der misdaad, waarin echter de po litie sinds kort ijverig aan het afbreken en weg: ui- men is. warqu welgesteld, maar deden niets om de armoede der ouders wieg te inemen. Toen ik eindelijk 'n ad vocaat i,n den arm nam om hen daartoe tc dwingen, werden die kinderen1 veroordeeld lot hel geven van twee kwartjes per week, waar de klad in. kwam en die ;na 'n paar maanden niet meer werdén uitbetaald. Eendelijk heeft de dood zich over dezen ongelukkige ontfermd. Twee jaren geleden is hij op 84-jarigen leef tijd gestorven. D'e laa!;s!e twee gulden heb ik aan' zijn weduwe afgedragen, en waar deze gebleven is. weel ik ina'et. I Zoo kaïn ik u nog w,el -honderd' vertellingen doen, kille van even droevigen aard1. Deink ni'et, dat er niet veel, zeer veel gegeven wordtde particuliere .lief dadigheid is ze'er groot. Maar 't is en blijft altijd „lief dadigheid". 't wordt inooit 'n „recht", m als er in Je huizen dier voldoende groolon 'n sterfgeval plaals ieeft, 'lijden daar som? onder dien en meer arme gc- rinncn. Bovendien is liefdadigheid grillig en wispél- iurig en neemt morgen, 't woord terug, dat zij gisteren Kif. IlaUgt bovendien ook af van persoonlijken wel- Tta'nd en eigen goeden icloen, waar altijd de ouden en irmen dupe van worden. En afhankelijk te zijn van vimdjeren is al spijt 't mij, dit van sommige kin ieren tfe kunnen zeggen nog 't verschrikkelijkst van alles. Het oudé rijmpje van Baas Jansen is waarheid: „Eer brengt éen arme moeder haar twalef kind'ren groot, Dan dat die twalef kind'ren haar redden uit dén nood.' Dit heb ik gezien in het geval van dien ouden sigarenmaker. E"en zijner kinderen had uil de Staats loterij den grootten prijs gewonnen op 'n heel lot, Ik zag. toen ik met hem ging spreken over den toe stand van zijn vader, in zijn huis twee piano's. Maar rijn vnden heteft zijn dagen geëindigd in de grootste Kil bering. De eigenlijke typische apache is volgens Prévot dooi en dóór een product van de hedendaagsche beschaving: en zeer verschillend van hel misdadigers!ypc, dat Kugénc Sue beschrijft in „Ghourineur' en Victor Hugo in „Les Misérables." Reeds door zijn jeugd. Hij is" vecl- vuldiger beneden de 16 dan boven dé 30. Hij kent feen ouders en geen gezinsleven, hij is alcoholistisch elast; puberteitsromantiek en aangeboren luiheid d l ij ven hem. mode. uit de Werkplaats de straat op. waar de ontelbare verleidingen der groote stad hem "van alle kanten toelachen. Hij wordt niet aanstonds een beroepsmisdadiger, maar begint het vak als amateur, als sportsman van de misdaad. Hij bepaalt zich tot de onberaden, dikwijls ook doellooze handgrepen een moord op den eersten den besten nacJitelijken voor- „tj. bijganger inbegrepen die hem een roep van ridder- w En aan zulke toestanden moet 'n eind© komen, lijkheid moeten geven bij zijn dame. En een instincl- ft Hangt ieder boven het hcofd. Geen onzer, hoe wel- matige voorliefde voor zulk een improvisatie, voor het gesicld ook. weet wat de toekomst hem ontnemen zal. gebaar van nonchalante stelselloosheid, een overblijf- missehicn wel alles. Maar 't geld blijft, het geld gaat sel van de pralende rooverromantiek behoudt de tv- nie't verloren, al gaat het in andere handen over. Hel pische apache ook dan wanneer hij, na straffeloos kapitaal is onvernietigbaar, en waar het heden mijn doorgemaakte® leertijd, «ot eigenlijk beroepsmisdadiger sn morgen u w bezit kan wezen, is het eigenlijk niet promoveert, tot specialiteit in den roofmoo.d, de zak- ïnders dan 'n algemeen bezit. kenroilerij of de inbraak. Hij kenmerkt zich door bra- Daarom is het -onwettig en onrechtvaardig ouden, vade. door vermetele uittarting van de polilie cn de De poorter, inmiddels in 't wachthuis geslepen, Jïc niet meer in staat zijn in hun onderhoud ie voor- openbare meening. En bijna altijd staat daar achter hel Waar hij met zijn oog voor het sleutelgat lag, Hé broertje! wat maak je een vrceselijk leven, Sprak nu .een collega, die toe kwam gesneld. Jc_ doet er zoowaar heel Walhalla van beven Waartoe dat alarm? En vanwaar zoo ontsteld? Waartoe en vanwaar!, kwam de eors'.e vol toeven, Ken jij nog dal volkje van 't Tcsselsthe strand Dat zal wel. Zij lieten mij niets dan het leven. Nu. die zijn zoo even hier boven geland. Met dat ze zoo samen aiog stonden te praten, Eli wikten en wogen hun credit cn sdhuld, En of men z ér in of wel niet in zou jJa'cn - Verloren ze buiten al mooi hun geduld. Eén hunner, dezelfde, die 't plan had verzonnen, Wellicht nog ©en naneef van 't Geuzengebroed, Die wist, hoe dat volkje den Briel had gewonnen Gaf daarop den raad om maar kortweg en goed, Zich zeiven den weg tol Walhalla tc lianen. Met rukte hij er stout met zijn moker op los. 't Rammeien begon en hel regende spanen, Of 't sloopen aan 'l wrak van een driemaster was. Wit J. de Haas. Stand zwart 1 schijf op: 36 en dam op 33 Stand wit, 2 schijven op: 15 en 25 en 2 dammen p: 19 en 45. Wit speelde in bovenstaanden stand: Wit: 1924. Zwart: 33 20. 15 24.. 3641. 4523. 4147 gedwongen. 2520. 4736 gedwongen. 2341. 36 47. 20—15 en wint. In de partij waarin de heer P. de Geus met zwart en de heer J. de Haas met wit speelde, kwam l»«»t tot den volgenden stamt: Zwart 3 schijven op:. 6. 26 en 40 en een dam cp j 50. Wit 4 schijven op: 28, 33. 38 en 4 2 on 2 dam- men) op 3 en 16. 1 Wit. aan zet, speelde nu: Wit: 2822. Zwart. 50 17. 1611. 11—50. 5017. 17—50. 3832. 4237. 26 17. 1721 gedwongen. 2127. 4045. 27—31. 3136. Heel Wal'ha weerkaatste de dond'rende slagen. En alles vlood sld'rend naar vader Jupijn, Die ook gansch ontsteld, naft den poorter liet vragen. V ai toch dat geweld aan den ingang kon zijn. Wij worden belegerd door aardsche barbaren. Sprak deze terwijl he.m hel angstzweet uitbrak. En hij. die weleer had gespot met gevaren, Zich nu als een kind bij Jupiter verstak. Dat zal 'k ze; of 'k ben geen Jupijn. wel onlccrein, Sprak Wal'ha's gebieder. Geen angst of gekrijtl Op mannen, ten s'rijde! 'Dat wij ons verweren! Dan Hemel! daar was hij zijn bliksemstaf kwijt. En harder en sneller weerklonk het gedonder Van 't woeste gepeupel. Eén slag nog, een bons Daar weken de grendels, en negende wonder Daar klonk het: Victorie! Walhalla is ons! Walhalla is oios! t*n met s!ormden zij binnen als hong'rige. wolven, belust op hun bui!. Wilde ieder maar daadiijk met stroopen beginnen En zocht er de prooi, die hem aansiond. vast uit. S ZELFBEDROG. I .„.Ik matig mij geen oordeel aan over u. Ik oor dcel 111 l geheel niet. Gij zijl '11 man en geen kind meer. Wat gij gedaan hebt, moet gij zelf welen, gij en God. gij eu uw bart. Gij moet iw hart ondervragen met ootmoed en ernst, wetende, dat er Een is.die dit ook doet. Ons kunt gij bedriegen, maar Hem niet evenmin ais uw hart. En als gij 't toch doet. dun' pleegt gij zelfbedrog. TF.RBl'RCII. ONDER VRIENDINNEN. Weel jij precies, hoe oud juffrouw Versloot is Ik denk, dat ze zoowat van mijn leeftijd iszou je ook niet denken Misschien wel, want toen ik zoo'11 heuveltje van 'n jaar of drie, vier was, heb ik vaak op haar schoot gezeten. Ze was toen verkoofd met 'n oom van me. die hu al jaren gepensionneerd is. WAARHEID. De eerste deugd is Waarheid. Heb dan moed Waar te wezen. Zijt gij \yaar, Dan zijt gij groot en goed. BEETS. HET AMSTERDAMSCHE WAPEN. De geusen kruisen ons met geweld. 't Hof van Bourgonje kruist ons om geld, De raad kruist de burgers en de boeren. Mogen wij niet wel drie kruisen in 't wapen voe ren? ROEMER VISSCHER.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1912 | | pagina 5