1' lilt, I Voor Dammers. Kie Briern Schagen. doen verstommen. Z6o ook deze ontzettende schip- breuk, dio in liet majcen van slachtoffers alle an- dere .schipbreuken, die in de laatste 37 jaren heb- I ben plaats gehad, in ontzetting overtreft. De voor naamste daarvan, waren: het vergaan van de „Schil ler", 7 Mei 1875, met 371 slachtoffers; het Engel- scho stoomschip „Allee", 3 Sept- 1878, met 600 'slachtoffers; de „Cimbria", 14 Januari 1883, met 454 slachtoffers; de „Elbe" van de Nord-Deutsche Lloyd met 375 personen enz. enz-, elk jaar of om i d6 twee Jaar 'n zware schipbreuk met verlies van honderden menschenlevcns. In 1907 twee binnen drie j weken: do „Berlin", die op onze kusten verging met I 17 U slachtoffers en de „Jéna", waarbij 118 men- I schen om het leven kwamen; het laa/tst de „Liberté", j die 400 slachtoffers eischte en nu de „Titanic", die i er 1635 vroeg. Dit zijn maar enkele n,amen en cijfers uit de lange lijst van rampen; en de stoutste verbeelding blijft I ver bene.den, de waarheid in haar voorstelling van den 1 jammer, die dezei rampen vergezelde en, na zich Men heeft dikwijls gezegd, dat problemen nieit insle?Pte" j Uand staan met gespeelde partijen. Deze beweripg! deae. laatste ramp overtreft alle andere; deze Zaterdag 27 April 1912. 56e Jaargang. No. 5114. TWEEDE BLAD. UIT DE PARTIJ. onjuist en het tegendeel is waar. Men krijgt in ramp doet denken aan de „Armada", die „onover- T|et gewone spel soms ontledingen te zien. die ten wlnneHJk heette en de namen van Franeis Drake eu tlle problematisch knnnen genoemd worden. OL'2en "ariUMriDgeu te voorschijn. Wij hebben gemeend, de amateurs een genoegen te fJ0 verschrikkelijk erg voor Spanje, dat de koning pen, met op practlsche wijze aan te toonen, de sier- verbod uitvaardigde, dat niemand rouw mocht dru- Hke combinaties, wellïe in het gewone spel verkre- oul Éen dor genen die bij den ondergang dei L worden, waardoor wij dan gelijktijdig aanschou- bpaansclie vloot, om t leven was sekomeu. Wan er lelijk maken, bet scboone wat ons soms wordt gebo- wan geen lam ]4e in bee Spanje, die g«n vriend ol y bloedverwant bij dezen slag verloren had; en om aan 't gevoel vaa rouw en droefenis te voldoen had heel Spanje zich in rouwgewaad moeten steken. „God blies, en de Armade vloog i Naar alle vier de windstreken." Eu zooals toen geheel Spanje boette voor den waan en den gril van 'ii oorlogzuchtig gouvernement „dat zich beroemde bij het aangespen van hert har- i nas, en nj.et dacht, dat er pas van roemen sprake kon zijn, wanneer men het harnas van, zich ïegde" zoo is nu bijna, de geheele wereld, zoo hebben nu bijna allQ landen en, alle natiën, zonen en docht,ereu te betreuren bij het vergaan van dit schip, dat ook i in volle pracht, en, majesteit was uitgevaren, alsof het J ter bruiloft ging- Dit was nu een der „unsinkable j ships", een der „onzinltbare" schepen, waartegen de 1 zeeën zich te pletter mochten loopeu, zonder het Ooit te kunnen deren. Hier had nu meuschelijk ver nuft en menschelijke arbeid 'n wedstrijd aangebonden I met de elementen: Macht tegenover Macht, Majes- I teit tegenover Majesteit! En 'n onbewogen veld van ijs, 'n daar liggend, 'n daar neergeworpen, stil door de* Natuur voortgebracht eiland van, gestold water, nat niet met opgeheven wapens aan komt rennen, dat niet weet van pantserplaten en kanonnen, dat niet bazuint en geen leest viert of zich verhoovaar- digt op zijn onoverwinlijkheid, wacht zwijgend, wacht zond. j vertoon, op de roekeloozen, op de zich te veel verbeeldenden, om zich op haar ce laten ver pletteren, en in éen uur, in éen oogenblik tijds te Wit. 38. 42 Stand wit, 13 schijven op: 27, 31 tot tr 45, 47, 48 en 49. lStand zwart, 13 schijven op: 3, 6, 7, 10, 12 tot 16, I, 21 en 23 en 35. I Bovenstaande is uit een partij gespeeld door den- - fcer W. Vlju tb Hoogwoud. Nadat zijn tegenspeler ^B»Üzen .da^ de meimcb, en, al zijn verstand 1—11 speelde, kondigde hij het verlies van de parHj ff' A"~~ A" Ai~ v" |jna oogenblikkelijk aan. als j^Wit opende deze fijne en diepe combinatie Wit: krach-, nog minder is dan de Aarde, die hij de zijne noemt, ,,'n druppel in den emmer ,'n stofje aan den e venaai1." Zwart: 6- —11. 3228! 23 32 gedwongen. 3328. 32 23. 38—33. 21 32. 3430. 35 24. 3329. 23 34 of 24 33. 43—38. 32 43. - ei L, szan Wit schijven op: 2. 8, 14. 17 en 18, 'an^, Stand zwart, 5 2 dammen op 9 en 4 5. Stand wit, 6 schijven op: I'S",24, 25, 26 ,31 en 37, een dam op 48. Deze partij werd gespeeld door den heer B. te Rot terdam. Nadat de tegenspeler met zijn dam van 45 |P 23 was gegaan, om nog een schijf te winnen,.werd lem het verlies van de partij direct aangekondigd |n aanschouwelijk gemaakt door het volgende: Wit: Zwart: 4523. 2420. 23 46. 1510. 14 5. 20—14. 9 20. 25 14. 46 10. 26—21. 17 37. 4S 15. 812 de beste. 15—29. 12—17. 2923! Oplossers Aan Probleem No 85. I Bij de goede oplossers van Probleem No. 85 ver- eeikelden wij nog: K. H. te Schagen, D. B. te Berk- mtahout en L. K. te Noordscharwoude. :n. HET VERGAAN DER „TITANIC". L,Geroep van den vlootvoogd, gejammer van vrouwen, J)e dreigende golven bespringen 't verdek, Wan bakboord, aan stuurboord, en spuiten door 't lek. ve vijand is boven ,de vijand is onder, Alom is de vijand!... Vergeefs gaat de pomp! ^et schip helt °P zij» een ontredderde romp! Nog even een stip Voorts njets meer dan,de Afgrond! Gezonken is 't schip! Dc zee heeft haar offers bedolven!" 1vDe Plan cc ten". Ten Kate. „Zelfs Hiob heeft njet al uw grim ervaren, Toorn-machtig God, die voor geen gruwel schroomt, Die mensch en dier en huizen en ge boomt Met eenen veeg van 't aard gelaat kan vagen Als Lenteblaren." „Van God en Menschen". F. v. Eeden. „Nearer ,my God, to Thee!" S. F. F. Adams. Beginnende aan dezen brief, is ieders mond en pijn alle couranten nog vol van den schrik, veroor- izaakt door het vergaan der „Titanic", waarbij vol- jgens officiëele opgaven 1635 menschen, het leven ver- 'loren. Het is niet mijn plan over dit vTeeselijke ongeval 'n langen brief te gaan schrijven. Er zijn dingen, zóo ontzettend, voorvallen en gebeurtenissen, zóo verras send en aandoen lijk in hun gebeuren, dat zij 'n mensch Wie durft zijn mond nog open,en en te praten van wat hij kan en van wat hij vermag en van wat hij durft, als zóo de Natuur spreekt? Wat moet er geantwoord worden op al de stemmen van klacht en aanklacht, die opgaan uit de verbij sterde massa, die achterbleef? Zullen we onzen boog nog meer spannen en nog grooter schepen bouwen, om ten slotte de kans weer te wagen? Wat zal men doen met het schip, dat nu te Kiel op stapel is gezet en alweer acht duizend ton grooter zai zijn dan, de „Ti- tanic" was? En wat zal er gedacht worden als het van stapel loopt, de champagne over boeg en voor plecht vloeit en de bevelende bede wordt geuit „wel te varen"? Is het waar, dat bij het zinken der „Titanic" de achterblijvenden het vrome lied aanhieven van „Nea rer, my God ,to Thee"?: „Dichter bij U, o God, dich ter bij U"? Is dat waar? Of' heeft men dit verhaal erzounen, ter illustratie, om nog over iets anders te kunnen spreken dan over jammer en gillen en wor- stelen en handen-wringen? Nog over iets anders dan Avanhoop? Zwoegend hebben we de vele, de ontelbaar vele artikelen gelezen, die van het eerste oogenblik af de Avereld zijn ingezonden over dit ontzettende drama, en de mededeeling van dit aangeheven lied bracht ontspanning. Het schudde ons wakker uit de doffe verstarring der verslagenheid, waarin wij ge komen waren; we konden weer opstaan, een klacht uiten, schreien, woorden van ontroering zeggen. Maar 'bevatte de mededeeling Avaarheid? Als dit zoo is, dan zijn die zangen ernstig als kruiswoorden, en gel den zij meer \'oor ons, die achterbleven, dan voor de verslagenen zelf, wier strijd gestreden en wier tol betaald is. Dan is daar in een voor de meesven on zer onbekende verte 'n banier geheven van groote gelatenheid, die ons tot 'n spiegel mag zijn in de ure der beproeving en van den ondergang, die ons allen, op telkens weer andere wijze, wacht. Dan. is daar 'n voorbeeld gegeven van kloek en moedig te aanvaarden te ondergaan de consequentjèn van a.1 wat 'n mensch durft ondernamen en bestaan; een kunst, die de mee6te menschen, hoe beproefd en ge louterd ook, nog loeren moeten. Versta, wat ik u bidden inag, dit „Nearer, my God. to Thee" dan niet in d.en piatleu zin van dichter bij God of bij den hemel te komen, naarmate ons lenen meer zijn einde nadert. Dichter bij God le komen, wil zejggen Hemt beter te verstaan, Hem te begrijpen, één mei Hem te worden meer en meer, 'zóó, dat elke vreugde en elke droefenis, alle blijdschap en alle Jeed onze ziel verheldert en ons verstand verlicht, om ten slotte zelfs in onzen persoonlijken ondergang eens- willend met hem te zijn. Alle dingen werken ons dan mode ten goede en hetzij vreugde of leed ons treft, het brengt ons alles „nearer to Himj' Gaarne voldoe ik aan den ie kennen gegeven wenscb, dit lied in zijn geheel ia een mijner brieven op le ne men. Gaarne ook zal ik de vertaling er bij schrijven, opdal mij geen verwijt van geheimzinnigheid heffe, lfct luidt aldus I. Nearer, my God lo Thee, nearer to Thee: E'en though it be a cross (hat raiseth me, Slill all my songs shall be, Nearer, my God, to Thee, nearer to Thee. II. Though like the wanderer, the sun gone down. Darkness comes over me, my rest a stone, Yel in my dreams l d -be Nearer, my 'God to Thee, nearer to Thee.i III. There let the way appear» steps unlo heaven All that Thou sendest me in mercy givcn Angels lo beckon me Nearer, my God. to Thee. nearer to' Thee. IV. Then, wilh my waking thoughts bright with tliy praise, Out of my stony griefs Bethel I'll raise So by my, woes to be Nearer, my 'God, to Thee, nearer to Thee. V. Or if on joyful wings cleaving the sky, Sun, moon and stars forgot, upwards I fly, Slill all my songs shall be, Nearer, my God, to Thee, nearer to Thee. S&rah Fuller Flower Adams. 1805184S. De v r ij e vertaling ervan luidt: I. Dichter bij U, mijn God, dichter bij U: Zelfs al zou het 'n kruis wezen, dat voor mij verrijst, toch zullen aj mijn zangen (verklaren) dat; ik dichter tot, U kom. II. Ofschoon, evenals \-oor den zwerveling, de zon (voor mij) was ondergegaan, de duisternis over mi) kwam, en mij niets dan 'n steen restte, toch was ik in mijn droomen, dichter bij U. III. Daarin vertoonde mij de weg 'n ladder naar den hemel; al wat Gij mij zondt, waren bewijzen van Uwe genade; en engelen wenkten mij dichter bij U. IV. Met mijn altijd wakende gedachten, schitterend van uw lof. opgestaan uit mijn harde (stony) droe fenissen. zal ik uk hen U 'n Bethel bouwen, om zoo. door mijn rampspoeden, dichter bij U te zijn. V. Of Indien ik op blijde vleugelen, klievende de lucht, zon, maan en sterren achter mij latende, op waarts mag stijgen, altijd zullen mijn zangen dichter bij U wezen, o mijn God! Beleefd vraag ik hen, die de Engelsche taal mach tig zijn, excuus voor deze a'ertaling, die verre van onberispelijk is. Om de volle schoonheid van dit Ued te kunnen genieten, moet het in 't oorspronkelijk gelezen, worden. N.B. Het te Kiel op stapel staande schip, waarvan in bovenstaanden „Brief" sprake is, zal den naam dragen a-an „Imperator". De lengte van het schip is 268 Meter, dat is 3 maal de hoogte van den Wes- tertoren, plus 16 Meter. De breedte is 29% M., de hoogte 19% M., de ruimteinhoud bedraagt 50.000 ton. Er kunnen mee vervoerd worden 800 passagiers le klasse. 000 2e klasse, 975 3e klasse, terwijl tus- sehendeks 1800 reizigers geborgen kunnen worden en het personeel uit elf honderd man zal bestaan Het personen-aantal, dat aan, boord- kan zijn en daar gevoed en geherbergd zal kunnen worden, bedraagt dus 5275 man. Deze opgaven zijn officiéél en werden mij verstrekt door de Hamburg-Amerika-lijn, wier schip het is. H. d. II. Het kind en de school. XIV. Individualiteit. „En kende alom in dorp en duin Al kinderoogen diep en klaar".... P. C. BOUTENS. Het is een loffelijk streven, (waaraan ik van gan- scher harte meedoe), het gebruik van ATecmde woor den zooveel mogelijk te voorkomenmaar voor 't geen ik me thans voorneem te schrijven, weet ik inder daad geen beter opschrift te kiezen dan 't bovenstaan de: „Individualiteit''. Er zijn geen twee levende Avezens, geen twéé bla- i deren op denzelfden boom, geen twee levenlooze a-oor- werpen zelfs, die volkomen op elkander gelijken. En hoe hooger de levende wezens bewerktuigd zijn, hoe grooter hun aanleg en hoe fijner hun .gevoelsleven,, des le meer verschil is er waar te nemen. Met het woord individualiteit nu vallen wij samen de soin van alle eigenaardigheden van aanleg, tempe rament en karakter, waardoor de eene mensch zicli onderscheidt van andere van denzelfden leeftijd en het zelfde geslacht. De opvoeder moet niet alleen dp gemeenschappelijké eigenschappen en kenmerken kennen, die de kinderén in 't algemeen bezitlen, maar ook dient hij er op be dacht te zijn. dal elk kind een persoonlijkheid is en eigenschappen vertoont, die het individueel van de andere onderscheiden, m. a. w. de opvoeding moet reke ning houden met de individualiteit van 't kind. Niemand, die beter de individueele eigen schappen van oen kind kent, dan de moeder, niemand, die beter het diepe blauw van het kinderoog' kan peilen dan zij. niemand, die zoo juist van pas het juiste woord weet te Spreken, den zuiversten loon weet te treffen als zij Het besef, dat niet alleen in 't huisgezin maar ook in de school rekening moet gehouden worden met de individualiteit van het kind, is reeds in verschillende» kringen van dc maatschappij doorgedrongen en de op voeding wordt dientengevolge langzamerhand op be tere banen gebracht. Het allergrootste voordeel van «een individueele be handeling is dit, dat het vertrouwen van het kind in oudcis en onderwijzers er in groote mate door wordt versterkt en 't is juist dat vertrouwen, dat voor hel welslagen van de opvoeding van zoo groote beteekenis is! Ilct zij ons gezegd: zonder de medewerking van liet kind is hel opvoedingswerk onmogelijk en die me dewerking is niet denkbaar, zonder dat liet kind ver trouwen stelt in den opvoeder. Maar niet alleen een individueele behandeling zelve, reeds de studie van den bijzonderen aard van liet kind is voor het opvoedingswerk van beteekenis, door dat deze in hooge mate leerzaam is en het werk der opvoeding er door op een hooger peil komt te staan. Ook de betrekking lusschen school en huisgezin wordt inniger en degelijker, wanneer beide aan de kennis van den bijzonderen aard van het kind hun aandacht wijden. Voor de school is het namelijk van groote waar- do, dat de ouders omtrent hun kind betrouwbare inlichtingen kunnen, geven en, het stemt de ouders dankbaar, a,ls zij ervaren, dat de onderwijzer zich moeite geeft, hun kind naar zijn aard te leeren ken nen eu behandelen. Zoo vormen ouders en onderwijzers elkaar tot betere opvoeders, doordat zij meer weten, beter begrijpen en voorzichtiger han delen. Almachtig is de opvoeding geenszins, dat is ge noegzaam bekend, maar er zijn gevallen, waarin de lakl van den opvoeder veel doel en als deze het be- selt. dat inderdaad het eene kind slechts met één, een ander met vijf eu het derde met tien „talenten' do.»r de wereld moet, dan zal hij cr mee tevreden zijn, als het kind naar de mate van zijn krachten cn gaven aan zijn eigen vorming medewerkt, om to worden (Aval het doel van de opvoeding moet zijn 1J stuurman op het yaartuig zijns geestes,' en vooral een stuurman, die stuurt in de richting van het ideaal, in de richting van het heilige en waarachtige! Dc opvoeder, die rekening houdt met de individuali teit van den leerling, daal; tot dezen af, gaat naast hem staan, legt hem de hand op den schouder, leest in zijn oogeu en... ondervindt mede den zegenende!* invloed van zijn eigen opvoedingswerkzijn schreden gaan bergopwaarts Den Haag. G. VAN DORSTEN. water uit de g-eppris en sloolen zou immers anders moeilijk naar de molentochten hebben k inmn vloeien. De polder Burgu.rn, die gee tsk'.ri bemaling heeft, loost zijii water ia den Schager polder doo. r a duiker in den ouden West Fiieschcn zeedijk, «licht hij liet nunt waar dc Haalderweg zich met dien dijk verecnigt. Een kleine brug ïi'^t over dien duiker. Een der oudste perkamenten in hel archief der gemccn'.e Schagen prcékl van die waterloozing, liet datceit al van in Fcbr. 1!'-'.. Door een eigen kanaal langs den cst-l ii-schen dijk loopt het Burghorner water ver«le tot bij den p* rit van den Lag^iijkerweg. waaronder een duiker ligt. die het als de valdeur gzopend is verder door laai naar de Neskaag en de KeinsuierwH, waar hel zich verecnigt mot ander polderwatcr en thans tegelijk daarmee door middel van de nieuwe machine opge malen wordt in den lxiczem van dc Schagerkow,»c. Burghorn moet natuurlijk voor die bemaling aan den poUkrr Schagen betalen, ik meen v.in f 275 p.-r jaar. In deti loop der tijden hebben dc paldcrs Schagen en Burghom zoo nu en dan wcl.ivns gekibbeld over dio bemaling en over het inlaten van v.atcr uil den polder Schagen cn den polder Burghorn. Want «lit laatste kan ook. Als Burghorn watergebrek heeft, kan het door middel van een pomp met een schuif in den ouden West-Frieschen dijk uit de Schagrrwiel water inlaten, evenals de polder Sdiagen bij groote droogte vcrscli water kan krijgen uil Raak man Isboezcm, die net op zijn beurt weer ontvangt -uit den zeer groot en ScJier- merboezem. Deze ingewikkelde geschiedenis in een klein bestek uileen zetten is niet gemakkelijk. De lezer begrijpt nu echter direct wel, dat dc boezems niet al leen zijn voor waterloozing, maar ook voor vvaterbe- vvaring. opdat in tijden van droogte weer teruggege ven kan worden wat uit de polders opgemalen werd. Dc polder Burghorn heelt een pril van 1.48 M. be neden A. P., de Neskaag een deel van den polder Schagen een peil van 1.80 M. beneden A. P. Af vloeiing van het water uit Burghorn naar dc ma chine aan de Nes is dus mogelijk, het zakt wel 02 c.M. 'Voor hen. die niet mochten weten wat de let ters A. P. beduiden, voeg ik hier even in. dat dit «ie beginletters zijn van de woorden Amsterdamsch Peil. Dit peiL is eigenlijk een polderpcil van Amsterdam, maar verschilt in zijn nulpunt zoo weinig met de ware gemiddelde zeehoogte, dat men het als zoodanig maar door het geheele land heeft aangenomen cn er dc hoogte van het land cn het water naar bepaalt. De polder Schagen, die met uitzondering van di n polder Burghorn, de gemeente Schagen omvat, be staat uit twee hoofddeelenden polder Ncskaag en den Ilooglandschen polder. De scheiding loopt nage noeg langs den Lageaijkerwcg, den Nesdijk, en de Nes tot de Snevert links van dc brug, die over den boe zem is gelegd. Dc nieuwe machine bemaalt do Nes kaag en Burghom en Deemt ook nog water mee uit den Hoogen polder, die door eenige duikers aan den Lagedijkerweg en rechts daarvan water in de Ncs kaag kan laten vloeien. Het water, dat onder de brug van den Lagedijkerweg loopt, sluit nabu' den ,West- Frioschendijk tegen de kade van het Burghorner-ka- naal bovengenoemd. Een «luiker op die hoogte maakt het mogelijk water in de Ncskaag te laten stroomen. Behalve do hoofddeelen, bestaat dc polder Schagen nog uit onderscheidene kleinere poldertje.s inet dam men en duikertjes afgezet, al naar het land hooger of lager is gelegen. Enkele molentjes van nairficulieiv.i zorgen hier soms voor vokjoeodc afwatering naar de hoofdkanalen. Wat oen aardig netwerk toch van grcpp.-ls, sloo- len. molentochten, dijken en dammen vormt één zoo a polder. Wat een reuzennelwerk van al deze zaken vormt heel Holland van den Helder tot Rotterdam I Be wonderenswaardig samenstel van land en water door den kloeken Hollander in tal van eeuwen oevorin i En dat alles wordt droog of op verschillend pril ge houden door honderden draaiende molens. Joor l van ronkende stoommachines, door een ontelbaar a: - tal duikers en pompen, door vele tientallen uilwaV- rende sluizen. Merkwaardig land toch ons lage land aan de zee Maar kceren we lot onzen Schagerpokler terug. Twee molens, één aan dc korte en één aaii -Ie* lange Snevert, brengen het water uit dcu Hoogen-p..'.- dcr. die een peil heeft van 1.-10 Mc beneden A. op den boezem van de Schagerkogge. Die boeze mei een peil \an 0.93 M. beneden A. P„ neemt o ,k nog van andere polders water op en brengt dit van Schagen langs Barsingerhorn naar Kolhorn. Daar staan weer molens strijkmolens cn een stoomgemaal, die hel overtollige water door een sluis in den W- Frieschendijk op den boezem van Waard cn Gro.-t malen. Deze boezem mag tot 0.70 M. boven A. P. worden opgemalen. Nu is het einde bijna bereikt. Een sluis aan het einde van den boezem bij de Zuiderzee opent haar deuren voor de aangevoerde watermassa en deze stroomt de wijde zee in om vandaar uil weer haar kringloop le beginnen. De polder Schagen staal door middel van een -6 is in verbinding met Rnakmaatsboezem, hel Schagcrsl i.- je. zoodat het mogelijk is. vanuit Schagen Amsterdi i te water te bereiken. Ook heeft de Schagerpokler e.a sluis aan de Snevert om op den eigen boezem te ku - nen komen herinner U maar liet Kolhorner boo je cn vanuit dezen kan men te Kolhorn weer door een sluis op den boezem van de Ni ode perkcr- gj ri varen. Oudtijds was er ook nog een sluisje naar Valk koog. Een perkament van 1006. behooii-nde lot het archief der gemeente Schagen, bevat de bepalingen om trent het onderhoud van dit waterwerk. Was er nu ook maar een sluis eu e :n vaarwnt.j- door den Wesl-Fricschendijk naar liet Groot Noorri- Hollandsch Kanaal. Dat ware le wenschen j .Mijne lezers zullen begrijpen «lat hel drooghoud.Ti cn beveiligen van den polder Schagen h. 1 wal g d zal kosten. Nu, dat is dan ook z:k>. Aan allerlei laskn ten behoeve van den polder wordt p.-r jaar opgebracht plan. schrik niet f 15000. I aarvan D een gedeelte \oor de Hondsbosschc* •- wering, een ander gedeelte vóór wat men kortweg nee ut de niwalorendc Sluizen, weer een ander gedeéllé vc r het onderhoud van den Wèsl-Fricschendijk. ti;n _j iels voor de Strijkmolens, verder een deel voor de eigen molens en de rest voor liet onderhoud van ka den. dammen, jjaden, rijwegen, .:jz. i Van al tieze dingen zou nog veel te vertellen zijn, maar dit zou voor een courantenartikel te ve vo ren. Alleen wat de Strijkmolens betreft, wil ik n; even een document aanhalen, berustende in het ger-ardiief, gedateerd 30 Jan! 1742 Scha- en behelzende hef ii. Dc uitvinding der windwatermolens met draaiende kap was van onberekenbaar belang voor ons natie polderland die uilvinding redde het uit den nood waarin hel allengs begon te \-erkecren. Met deze mo lens immers kon het polderwater hooger opgebracht worden dan met de handwerktuigen en werd net mo gelijk naast polderslooten, zoogenaamde boezems te ma ken. Boezems zijn om zoo te zeggen hooger liggende reservoirs voor het te vele polderwater, liet kan daar voorloopig in worden geborgen om bij gunstig tij in zee te worden geloosd. Lag eertijds de polder Scha gen zoo ongeveer gelijk met gemiddelden zeevloed, dé eeuwen verlaagden «lat peil tol pl.m. 1 Meter beneden den gemiddelden zeestand. Vele oude dijken werden als waterkeeringpn over bodig. vele nieuwe moesten worden aangelegd. Het aanzien des lands werd als omgekeerd. Ook de afvoer van het overtollige water werd in «len loop der tijden geheel gewijzigd cn dit langs heel andere wegen geleid dan vóór het in gebruik stellen der mo lens cn het maken der nieuwe polders. Hel loont ze ker de moeite eens na te ^ïan, hoe dit alles in den polder Schagen wel geschiedt. De 4 molens - werden natuurlijk gebouwd in het laagste gedeelte van de te bemalen oppervlakte het octrooi van vrijdom voor de Schagerkogge van enkela lasten voor «1e jaren 1742, '43 en J1 to: liet aflossen der kapitalen, opgenomen .voor hel bouwen der strijk molens. met de gevolgen van dien. Ook to o wist men zeker al aardig van polderlasten. Als deze twee stukjes bij sommigen den lust moch ten hebben opgewekt te zoeken naar meer wetenschap in deze en velen met mij tot het besef hebben gebracht' in welk merkwaardig en bewonderenswaardig milieu wij wonen, acht ik mijne moeite aan heS schrijven van deze artikelen besteed, meer dan beloond. M. VISSER. j 'N VORSTELIJK ANTWOORD. Grootvorst Constantijn van Rusland bracht, ijjdens de glansrijke dagen Aan het tweede Keizerrijk, een bezoek aan Napoleon. Op een barer schitterendste bals vroeg Keizerin Eugénie hem op den man af welke vrouw hij onder de aanwezige dames de schoonste vond.' Uwe Majesteit a-eronlschuldige mij, antwoordde hij. ik ben n barbaar, 'n kozak. Ik ken maar één mooie vtouw. en dat is de mijne. En zij is bovendien «le wijste die ik ooit ontmoet heb. NETJES GEZEGD. Wat 'n maiyiifieken jas heb je «laar aan. Wat kost je die? Dat zou ik je heusch' niet kunnen zeggen, want toen ik hem kocht, was er toevallig niemand in den winkel.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1912 | | pagina 5