oiiieen Nien
F
Mevrouw Utta en de Jager.
«sa:
'nsdag 1 Mei 1912.
56ste Jaa.igang No. 5116.
iiilandsch Nieuws.
.1
^BARSINGERHORN
k van dep Raad op Dinsdag 30 April
#niddags 2 uur. Aanwezig allen.
^de heer J. Spaans Dz., burgemeester, se-
jffkeer P. Bronder.
«opent de vergadering en wijst er op, dat
Jfxlering toevallig op den dag gehouden
i-aarop Prinses Juliana haar derden verjaar-
spr. hoopt en spreekt den wopsch uit, zeer
den geest van, den Raad, dat zij voorspoedig
opgroeien. Tevens, zoo vervolgt voorzitter, vind
c zeer hartelijk van u, dat u allen ter vergade-
.zijt gekomen, daar het de laatste vergadering is,
aoor mij zal worden geleld; ten zeerste dank ik
nijpheer Jonker, voor uwe tegen,woord igh ei dpiet-
instaande het smartelijk verlies dat u heeft geie-
M en uit naam van den geheelen Raad betuig ik
.▼nze innige deelname over het verlies dat u en de
uwen hebt geleden.
De heer Jonker dankt voorzitter voor diens woor
den.
De notulep worden gelezen en onder dankzegging
goedgekeurd.
Ingekomen is een adres van den burgemeester van
Anna Paulowna, waarin wordt medegedeeld op welke
voorwaarden die gemeente zich wil aansluiten bij de
Electrische Centrale, Zooals reeds eerder in een uit
voerig verslag is medegedeeld, wil de gemeente Anna
Paulowna aansluiten, mits de zaak in exploitatie ge-1
romen wordt door rijk en provincie ep de eerste 5 j
jaren 4% rente wordt gegarandeerd en de volgende i
5 jaren 4% rente van de te sluiten obliigaüieleendng.
Voorzitter meent, dat het beste zal zijn om nu een j
aftn^mhtende houding aan te nemen; zouden rijk en
provAof ip«?n rentegarantie willen geven, dan zal door
een staatscommissie eerst zeker worden nagegaan of I
de zaak levensvatbaarheid biedt, en dan zal men i
ook wel met andere voorstellen bij den Raad komen,
waarna de Raad dan een besluit kan nemen. Goed-
gevonden.
Van den heer J. C. Vis, onderwijzer te Kolhorn,
is een schrijven ingekomen, waarin hij dank zegt voor
de gratificatie voor het tijdelijk waarnemen van de
betrekking als Hoofd der School.
Een suppletoir© begrooting, groot f 260.28, van
het Burgerlijk Armbestuur wordt goedgekeurd, ter
wijl het machtiging krijgt tot het doen van af- en
overschrijvingen ten bedrage van, f 874.58.
De volgende verslagen zullen bij de leden, circu-
leeren: 1. verslag over den toestand der gemeente;
2. een beredeneerd verslag over de verbetering van
de huisvesting ën 3. verslag openbaar onderwijs.
In behandeling wordt nu genomen de gasconcessie,
aangevraagd door den heer A. C. Bol e. a. Uit het
advies van B. en W. blijkt, dat het college zich
wel met de aanvrage kan vereenigen, alleen vinden
tij den gevraagden termijn, nl. 30 jaren, te lang en
B. en W. stellen dan ook voor de concessie voor 10
jaar te verleenen, welke termijn steeds met 10 jaar
verlengd kan worden. Op een vergadering, waarbij
concessionpairen tegenwoordig waren, is dit medege
deeld en hebben concessionnairen nu opnieuw een
schrijven gericht tot den Raad, waarin er op gewezen
wordt, dat bet bezwaar van B. en W. zeker buiten
beschouwing zou blijven, indien men overtuigd was,
dat de zaak aan redelijk gestelde eischen voldeed
en er in dien tijd geen betere uitvindingen zouden
plaats hebben.
De heer Jonker zegt, dat het hem spijt, dat hij
niet op de verleden week gehouden vergadering is
geweest; ik had, zegt spr., de zaak 'n geheel andere
richting willen geven. Ik ben cvan meening dat de
gemeente buiten deze zaak moet blijven, laat 't een
gewone particuliere zaak jzijn en ik ben dan ook
tegen een concessie gedurende 10 jaren, ik zou vrij
heid willep geven tot aanlegging, maar ook zonder
meer.
De heer Geertsema zegt, dat hij zich zeer goed
met bet denkbeeld van den heer Jonker kan ver
eenigen en spreker heeft dit ook tot den heer Bol
gezegd, maar die heeren stellen zich op dit stand
punt: wij willen geen ding maken, dat misschien door
een andere zaak weggestootep wordt en ik ben nu
bang, dat er dan niets van de zaak zal komen.
De heer Breebaart meent, dat Wannher door de con
cessionnairen niet op het voorstel van dep heer Jon
ker wordt ingegaan, ze ook wel niet op dat van. B.
en W. zullen ingaan.
Het voorstel Jonker wordt in stemming gebracht
en aangenomen met 4 tegen 1 stem. Vóór stemden de
heeren Spaans, Breebaart, Jonker en Blaauboer, te
gen de heer Geertsema, terwijl "de beide wethouders j
zich buitep stemming hielden.
Tot lid van de commissie tot wering van school
verzuim wordt gekozen do heer K. Dikstaal met 6
stemmen. Op de voordracht door B. en W. opgemaakt
kwam als no. 2 voor de heer L. W. v. d. Meer, die
éen stem kreeg.
Alvorens tot de rondvraag over te gaan neemt voor
zitter het woord en zegt:
„En zoo is dan het tijdstip aangebroken, dat ik
voor het laatst in uwe vergadering het woord voer.
En wanneer ik dat doe, doe ik het met eenigen wee
moed. Ik meen, dat er voor mij voldoende aanleiding
bestaat, deze gemeente metterwoon te verlaten; ware
die aanleiding er niet geweest, dan bad ik, wanneer j
mij daartoe de kracht geschonken ware geworden,
gaarne nog ©en reeks van jaren aan het hoofd dezer
gemeente gebleven. Ieder menseh heeft zijne, illusies
en idealen, welke gewoonlijk niet vervuld worden.
Maar ten opzichte van mijn ambt, durf ik wel ver
klaren, dat zeer veel in vervulling is gegaan,'wal ik
wenschte.
„Toen ik voor 9 jaren mijn ambt aanvaardde, heb
ik onder meer gezegd, dat ik gaarne met u alles wilde
doen, wat kan strekken tot nut der gemeente en de
belangen der inwoners kan bevorderen. Verschillende,
wepschen werden destijds geuit; ik wil wijzen op 't
hebben van meerdere stembureaux; van 't gemak voor
de kiezers zijn wij allen overtuigd; 2e. op het tot
stand komen van een bezoldigde brandweer; hoe or
delijk en met hoeveel lust en ijver door de brand
weer wordt gewerkt, daarvan hebben, wij ons bij de
plaats gehad hebbende branden kunnen overtuigen;
3e. de straatverlichting; al mag die verlichting niet
een ideale zijn, veel genot levert ze toch op; gebou
wen verkeeren ip goeden staat; en zoo zou ik veel
kunnen opnoemen. Daarom kan ik gerust verklaren,
dat de periode, dat ik aan het hoofd dezer gemeen
te heb gestaan, niet onvruchtbaar is geweest. Maar
wanneer ik op een en ander wijs, dan is het met uwe
medewerking, mijne heeren, dat zooveel tot stand
is gekomen en ik dank u ten zeerste voor die mede
werking en het vertrouwen dat door u in mij is
gestald; want meer dan eens heb ik kunnen opmer
ken, hoe groot uw vertrouwen ip mij was.
„Ik hoop, dat u allen met lust en opgewektheid uw
mandaat moogt vervullen, zoolang dat u is toever -
trouwd, en dat bet u en de uwen wel moge gaan,
„Thans een woord tot u, heeren, wethouders. In
onze vergaderingen waren wij belast, behalve met za
ken, die ons door de wetten waren opgedragen, met
de voorbereiding van zaken, die in den Raad behan
deld moesten worden. Een aangename geest heersch-
te steeds ip deze vergaderingen; niet licht zal ik ver
geten., hoe gepoegelijk wij vergaderden, evenmin zult
u dit doen. Toen ik mijn ambt aanvaardde, bestond
het college uit twee andere personen, beiden be
jaard, maar ook destijds kenmerkten die vergaderin
gen zich reeds door hun gezelligen, aard, zooals de
heer Blaauboer, thans nog lid van den Raad, zal
kunnen getuigen, terwijl het andere lid ons reeds
eenige jaren geleden is ontvallen. Ik hoop, dat het
verloop van deze vergaderingen dezelfde moge blijven
en ik dapk u, heeren wethouders, voor de medewer
king van u ondervonden, en bereidwilligheid om mij
bij afwezigheid te vervangen.
„En thans richt ik het woord tot u, secretaris dezei
gemeente. Ik dapk u voor uwen steun en voor de op
merkingen, die soms door u gemaakt werden, maar
bovenal mag de gemeente u danken voor de admini
stratie, die op zoo keurige en correcte wijze door
u gevoerd wordt, en juist zal het voor u aangenaam
zijn dit uit mijn mond te mogen vernemen, waar u
van mij zoo dikwijls hebt kunnen hooren, van boe
Feuilleton.
ROMAN VAN RUDOLF HANS BARTSCH.
19.
„Mevrouw Utta,," zoo ging Hans voort, „deze vrien
den waren voor mij meer dan menschen. Die wilden
niet het voordeel van het leven. Die wilden alleen 't
goede. Daarom zeg ik, waren zij goddelijk. Goed,
verstandig, rein zijn velen van u. Geen» echter juist
zoo hoog als^t te waar, het is niet de eisch
Jiaü ltvens verstandig te zijn, maar mep moeteen
reuzenkracht in zich hebben om goed te doen.
i H" stil, teugen tijd. Mevrouw Utta dacht
„an Weenen; zij luisterde naar het gewirwar der
stemmen rondom baar, aan die mannen die steeds naar
hand wierven en met elkaar om haar streden.
Zii hoorde de aardigheden des heeren Schnabel, de
g'iineliike uitwijdingen van den docent, die als arts
vbfUgduizend gulden verdiende per jaar. Z>j hoorde
v Urugauizeu haAr leven en zag waarheen
ïter h^Tltetete gekomen wak- Heel stil zat zij en
fridderda van Helder, haastig, als achter
eJaTvÏ^U droppels: acht, negen, Wen, elf
Het uur uruaup -ru'.'.u yiiead, dl., nog steeds
aU een late eafiht en snel.
het zacht op de tafel- beid© handen naar
Mevrouw Utta greep druppelden daar zoo
laar hoofd. Zijn trpiteo! Dw drupp©
haastig op de tafel. Hanfit Groote, arme, eenige
Toen sprong zij op. vrouw te kunnen
Hana! Ja, ik ben te bier heb je mij daar-
tij». Jij, hebt je slotverloren la zijn armen
voor in de plaats." En zij druKie
■3a kuste hem op den niona.^
ztin hoogten tusschen
Nu woon,de Hans weder P bolenbrandars-
hreupelhout en kale vla*»», paar meng-
echtpapr, dat hem zoo aauh „.mtooe wee en ro-
hij zich uit zijn ouden trots, i**v«
irantlek, zijn bitter-zoetep levensdrank. Hij keek op
het land neer, dat, hij verloren had, en terwijl bij
i hem in Mei nog de stormen woedden en alles nog piet
i uit den winterslaap was wakker geroepen, schitterde
j beneden reeds het groene veld. Hij zag hoe van dag
tct dag de wijntuinen schooner werden en, zelfs de
verdorde tuinen van Straga, waar bet vorige jaar
geen vrucht gegroeid was, kregen nieuw leven. Het
slot had een zonderling weemoedig lot. Een rijke
Hougaarsche arts, die als vriend van Urban van bet,
heerlijke park en de goddelijke ligging van het slot
veil had hooren vertellen, was door een merkwaar
de e liefde voor het sedert dag en eeuwigheid be
staande slot aangegrepen geworden en had daar een
lierste'l.'Egsoord voor oude mepschen gevestigd. Velen
die overwerkt en afgetobd waren, zouden in deze
oorden hun rust, zoo mogelijk hun gezondheid weer
vinden. Hans was dit veel liever, dan wanneer een
overmoedig zakenmensch daar beneden was ingetrok
ken, zooals hij eerst had gevreesd. Zoo was het hem
go si: d; toon van sterven en ontzeggen klonk ver
der door dapr beneden, ep de harmonie van Straga
bleef zacht en droevig gestemd.
Het gezellige, drukke gedoe van daar beneden, van
heD die in de wijntuinen werkten, dat ontbrak hem
daar boven en miste bij zeer; ook al die bekende ge
luiden, die daar beneden tot hem hadden gesproken
vap veel moois en liefs, bij miste bet daarboven in
zijn oneindige eenzaamheid. Neen, zelfs een schijn
van geluid drong hierboven niet tot hem door. In
sti'le treurigheid zat en woonde hij daar boven en
de boeren die de raadselen zijns gemoeds niet wis
ten te ontwarren, vertelden, allerlei en veel van hem.
Hij was in handen van den dol vei gevallen en
dreef daar boven nu zijn duivelskunsten. Hij was
daarvan nu minstens al half dwaas of krankzinnig
geworden. En met bezorgdheid loerden zij naar bo
ven naar den Gorianz, of niet spoedig een verrader
lijke hagelbui hen treffen kon. „Doet hij het, dan
f,teken wij zijn heksennest ip brand," zwoeren zij be
neden, maar niemand waagde zich in den omtrek van
de berghut. Zij wisten het wel, hoe vlug Hans den
loop van de buks in de hoogte had en dat hij lak
had aan gerecht en rechters, hij was daar boven
koning in zijn eigen bezitting.
Maar bij was nog zoo jong. Slechts een man van
zestig jaar en ouder had het daar boven uitge
houden bij groote zielsverbittering; een jonge man
met drang en scheppingskracht in zich, kon bet leven
üfi.ar niet uithouden.
En toch scheen het, als was dat teven voor Hans
de natuurlijkste» de moest aangewezene levenswijze.
groot belang ik eene goede administratie voor eene
gemeente acht. Trouwens hiermede hebt u mijn taak j
zeer verlicht. Moge gij nog vele jaren uw ambt ais
secretaris en ontvangèr vervullen in gezondheid, met
lust en opgewektheid, en ten zegen zijn voor deze
gemeente.
„Eipdelijk een woord tot ambtenaren en beambten
in deze gemeente, hoewel hier niet aanwezig. Mijn
dank voor de wijze, waarop ge uw taak in het belang
der gemeepte ep hare inwoners vervult. Al moge de
fen beter berekend zijn voor zijn taak dan de ander,
ik ben overtuigd, dat de gemeente Barsingerhorn te
vreden kan zijn over hup werkkracht en werklust.
„Moge het dan de gemeente en hare inwoners wel
gaan, en Barsingerhorn in groei en bloei toenemen."
De heer Sehoorl verkrijgt nu het woord
Geachte Heer Burgemeester,
Ik geloof zeker de tolk der vergadering te zijin, wan
neer ik u zeg. dat het ons leed heeft gedaan dat tu
ontslag heeft gevraagd als Burgemeester dezer gemeente.
U was volgens onze meening de rechte man op de
rechte plaats.
Ik wensch niet in bijzonderheden te treden over het
geen er onder uwe medewerking tot stand is gekomen
daar het getal behandelde zaken dat in den tijd dat
u het voorzitterschap van deze vergadering heeft in
genomen vele is geweest. Uw doel is hij dat alles nooit
anders geweest dan de bevordering van den bloei de
zer gemeente.
Daarvoor Burgemeester wil ik u mede namens mijn
mede-raadsleden en de geheel e burgerij, dank zeggen
en u toewenscihen dat het u en de uwen in uwe nieuwe
woonplaats goed moge gaan.
De secretaris zegt nu in afwijking van de gewoonte,
gaarne iets te willen zeggen waartoe hem de gelegen
heid wordt gegeven, waarna hij het volgende zegt
Geachte Heer Burgemeester,
Hoewel er geen afspraak is gemaakt lussciheni mij
en mijne medeambtenaren dezer gemeente, geloof ik
toch namens hen te kunnen spreken, wanneer ik u
zeg, dat het ons leed heeft gedaan dat u ontslag heeft
gevraagd uit uwe betrekking. Wij hadden u nog gaarne
©range jaren als zoodanig gezien.
Wij zeggen u op dezen laatsten dag van uw Burge
meesterschap hartelijk dank voor hetgeen u voor ons
zijt geweest en voor alles wat u voor ons hebt gedaan.
Wij geven u tevens de verzekering dat wijl ii steeds
in aangename herinnering zullen blijven gedenken en
wensdhen u toe, dat het u en de uwen in uwe nieuwe
woonplaats goed 'moge gaan.
De heer Jonker zegt tot voorzitter, dat de reden
van zijn tegenwoordigheid op deze vergadering is ge
weest, dat dit de laatste vergadering onder uw voor
zitterschap zal zijn, de treurige toestanden bij' mij thuis
hhaddeo mij anders thuis gehouden. En hoewel ik mij
teil zeerste aansluit bij het gesprokene van den heer
Sehoorl, wil ik als Raadslid nog in herinnering bren
gen. hoe wij steeds zoo zeer voldaan waren over de
manier, waarop is vergaderd. Al hadden wij andere
denkbeelden dan u, ze werden gewaardeerdofschoon
u toch intellectueel boven ons staat. Daardoor is wel
gebleken dat eerzucht bij u vreemd is. Ik wensch,
dat het u en de uwen wél zal gaan in uwe nieuwe
woonplaats. x
Voorzitter dankt de heeren voor de aangename woor
den tot hem gesproken. Hierna sluiting.
RAAD VAN HOOGWOUD.
Vergadering van den Raad dar gemeente Hoogwoud,
gehouden op Dinsdag 30 April 1912, voorm.10 uur.
Vooizitter Burgemeester Breebaart. Afwezig de heer
D. v. Diepen Jzn., met kennisgeving van verhindering.
Na opening volgt lezing en goedkeuring der no' uien.
Naar aanleiding van de notulen deelt voorzitter mede,
dat van Ged. Staten goedgekeurd zijn ingekomena.
besluit al- en overschrijvingen; b. kohier Hoofdelijken
Omslagc. besluit tot betaling uit post van onvoor
ziene uitgavend. schrijven van Ged. Staten inzake
de slechte woningen aan 't Zuideind, om nos. D 24
en 25 (dus niet no. 23 onbewoonbaar te verklaren,
met 6 maanden ontruimingstermijn. De 2 bedoelde wo
ningen zijn onbewoonbaar verklaard en prijken reeds
met het opschriftonbewoonbaar verklaarde woning"
e. schrijven van. Z.Exc. den Commissaris der Konin-
Hij kwam slechts beneden, wanneer hij vleesch, wijn
of tabak noodig had. Daar hij dat, trots allen spot
en haat, in het dorp Straga haalde, droeg hij bij
zulke bezoeken steeds het repeteerpi&tool in den
gcrdel, als openlijk teeken, dat hij zich in vijande
lijke omgeving wist Hij zeide het ook ronduit. Het
slot Straga bezocht hij nooit, hoe de eigenaar hem
dat ook vroeg en hem de torenkamer tot bewoning
aanwees. Hem was het alleen daar boven op de ber-
gen wel te moede. Zijn natuur, die zich steeds had
j afgewend vap de dingen van het vroolijke, lichte le-
ven,, nijgde als vanzelf naar afgetrokkenheid en ont-
zegde zich zonder eenigen hinder wat soms anderer
zinnen onmisbare vreugde heette. Hij las veel, speel-
de op zijn kleine piano, die bij met veel moeite naar
boven had laten brengen en jaagde op zijn grond,
met den ouden, bekenden hartstocht. En daarbij ont
zegde hij zich alle verdere genot. Zoo nu en dan
maakte hij zich een goeden maaltijd gereed, maar
meestal kon, wat hij nuttigde, den paarn van maaltijd
niet dragen, eenvoudig als hij zich met brood en ge
roosterd vleesch tevreden stelde.
Dat was hem goed en hij ontbeerde niemendal naar
zijn gevoelen. Zijn klein huis met de 3 vertrekken,
een keuken, een goede zit-, en een slaapkamer, wa
ren met lieve dingen behangen en gevuld, zoodat hem
riets te wenschen overbleef.
Slechts die gedachte aan de mooie mevrouw Utta
bitef hem rusteloos bij, de liefste zijns levens, die
hij maar zelden en in het geheim op Rankenstein
mocht bezoeken. Ip het midden van J anj, toen
zijn verlangen naar haar zoo groot en onweer
staanbaar was geworden, en de dag nader kwam, dat
hij haar zou mogen wederzien, was hem eep kort
briefje van haar, naar boven gebracht. „Blijf boven
en wacht. Kom niet, ik zend je bericht, dat je zal
verrassen."
Wat was dat nu weer? Wilde zij hem opnieuw pla
gen en hinderen, opdat hij, dien zij niet missen wilde,
zijn bergen ontrouw zou worden? Of was de man ge
komen, die haar trouwen wilde? De groote mijn
heer, dien hij haar half hoonend, half in angst zelf
had aangewezen?
Zoo kwelde hem het leed zelfs nog op zijn zoo
orherbergzame hoogten.
Dan kwam de avond, waarop de dag volgde, dat de
zomer begon. Vol wisseling schoof het licht zich in
den namiddag over de bergen. Een storm streek over
deD Gorianz, die water meebracht, dat neerplaste, en
waarvan Hans de zilveren beken naar beneden zag
stroomen, toeD bij hem reeds weer de zon aan den
htmel stond. Maar weder en weder kwamen er wol-
gin, Mr. an Leeuwen ^pm de collecte voor den gewa-
penden dienst le houden. Zal geschieden.
Van den A'g. Ned. Wielrijdersbond te 's-Hage is
ingekomen het bekende verzoek om plaatsnaam-aan
duiding in de gemeente op verschillende punten. Dit
zal weldra op brandspuithuisjes en aanplakborden ge
schieden.
De verslagen der cursussen in herhalingsonderwijs
aan de vier scholen in deze gemeente zijn ingekomen en
worden na lezing voor kennisgeving aangenomen, als
ook het verslag van den door de gemeente aangestelden
schoolarts, den heer Dr. Post.
Voorzitter stelt voor dit alles voor kennisgeving aan
te nemen, om later op het verslag van den schoolarts
nog terug te komen, wat betreft de privaten in dd
Kerkelaanschool, die nog wel eenige bespreking verdie
nen.
Gemeente-verslag en idem volkshuisvesting, zullen cir-
culeeren bij de raadsleden.
De rekening en verantwoording der le Hoorn ge
zetelde Gezondheidscommissie, geeft f 2680.701/2 in ont
vangst en uitgaaf aan en wordt goedgekeurd.
De jongste kas verificatie hij den gemeente-ontvanger,
gaf conform bescheiden aan f 465.14 kasgeld.
Snoeien van boomen en planten van wilgenpooten,
wordt tot den herfst uitgesteld.
Een besluit tot af- en overschrijving ad f 2.60, wordt
goedgekeurd.
Het adres van 't Ned. Onderw. Genoolseh. om sa-
larijverhoogirig van het onderwijzend personeel komt
in behandeling en wordt op voorstel van B. en iW.
rnet 5 tegen 1 stem (v. d. heer Kooij) toestemmend
besloten. Echter onder voorwaarde de lesuren voor
alle 4 scholen gelijk te stellen dan en daaromtrent
nader te overleggen. In ter zal een delinitieve rege
ling ter tafel komen.
Aan den driesprong (einde Boekelwegl zal ïn dank
het aanbod worden aangenomen van den heer J. Bos
om daar een slootje te mogen bezigen tot berging van
allerlei rommel, die nu vlak bij den openbaren weg
aldaar hinderlijk is. Op die aschbelt zal, besluit men,
nu alvast een hek worden gezet om het overwaaien te
gen te gaan. De heer Bos stelt de voorwaarde, ,da^ als
de sloot te eeniger tijd gevuld en geheel gedempt' is,
daarop van gemeentewege een hek geplaatst wordt, op
welke conditie door den Raad wordt ingegaan.
Een adres van den heer P. Has, caféhouder op den
viersprong bij den lindeboom, om een veranda aan da
Oostzijde van zijn perceel te zetten, wordt gesteld in
handen van B. en Wl. om voorloopig Onderzoek in
te stelten en daarna advies uit te brengen.
De heer Koom merkt bij de rondvraag op, dat het
dak van de behuizing van J. Burger herstelling vor
dert. Zal in orde gemaakt worden. Voorts zijn spre
ker klachten ter oore gekomen over het fietsrijden in
,,de Boeket"' op het loopstraatje. Dit achten klagers!
gevaarlijk voor kinderen. En het zou spreker ook zeer:
wenschelijk voorkomen, dat men de groote straat b -
zigde.
Voorzittei' acht het moeilijk, dit euvel te bestrijden.
Daaraan is niet zoo gemakkelijk wat te doen. De heer
Koora maakt geen voorstel van 't besprokene.
De heer Vijti wijst op de gebreken aan de leuning bij
de Niedorper brug.
B. en \V. zullen bij hun eerstkomend bezoek aan de
Langereis zulks opnemen en zoo noodig laten repa
reer en.
Ook de pomp te Aartswoud, die volgens den heer
Vel niet in orde is, zal hersteld worden, terwijl ibij
het onderhanden zijnde grondwerk voor de gemeente,
dat wat lang duurt, op spoed zal worden aangedron
gen. Hierna sluiting.
RURGERBRUG.
In de laatstgehouden vergadering van het Dept. der
Maatschappij lot Nut van 't A'gemeen. is tot aft -
vaardigde naar (dei Alg. Verg. benoemd de heerJ.
P. de Graaff en tot plaatsvervanger de heer v.
Ploeg.
Tot voorzitter van de afdeeling is gekozen de hc r
J. P. de Graaff.
OGDKSliUIS.
Maandagavond vergaderden in het lokaal van den
heer Joch. Kreijger alhier eenige personen, ter bespreking
•cener gasinstallatie voor een gedeelte van het dorp,
kei, die haar last lieten neerkletteren.
Maar tegen den avond werd het beter en Hana
maakte toebereidselen om zijn vreugdevuur te ont
steken, zooals hij alle jaren op dezen avond de
Zij zouden in de gansche omgeving zien, dat daar
boven de eenzame jager zijn gebed tot den hemel
liet oplaaien-
Hij droeg hout bijeen; ver moesit hij naar bened n
gaan, om uit het bosch zijn brandhout te halen. En
terwijl hij steeds zoo droeg en sjouwde, trok c n
stille nevel den Alpenkam langs en van beneden -
gen de boeren den laatsten top, doe, welke zoo een
zaam en verlaten steeds nog roodgoud was gekleurd
door de laatste zonnestralen.
Tegen den avond gloeiden de vuren op de hoogten
rondo/m Wijnsejubel, liefdesgekrijt, hoopgei'oep, spron
gtn van hoogte tot hoogte tot elkaar over; alle ver
tin riepen elkaar toe. Maar geluidloos gloeide ook
vanaf de hoogte van den Gorianz het vuur van den,
onterfden edelman
j Mevrouw Utta beefde den ganschen dag onder de{
herinneringen, die in haar geest opstegen. Nu wan
het weer de geheimnisrijke dag van de hoogte aller
liefde; vol van vermaning voor het opwaarts gaan;
vol vervulling en vol siddering voor het beginnend
sterven.. Zij begreep de zoet-bittere beteekenis van
ceaen dag, en verlangen greep haar aan. Zij werd
als van haar slot weggetrokken. Zij had gezegd, dat
zij een bezoek moest, afleggen,, dat misschien nogal
lang zou kunnen duren. Misschien wel eenige dagen.
Haar zorgzame kamerjuffer moest niet meer vragen,
maar vooral alle, bezoekers tevreden stellen. Waarheen
de brieven zenden? Nergens heen. Waarheen de rea«
ging? Naar de zee. Misschien wel naar Triest, Vene
tië
Zij ging evenwel met het spoor slechts tot Straga.
Dar het bosch in, en daar, daar bloeide haar hart
op. Haar bagage had zij in het station achtergelaten;
die kon zij wel laten halen- En niets droeg zij dan
een lichten, elpenbeangelen, doorzichügen, zijden
mantel, waarin zij zich geheel hullen kon, met groo
te kap. Deze regenbeschermster droeg zij gerold over
een electrische lantaarn, in een pakje. Want zij
wilde ver en lang wandelen, en den weg kende zij.
Bij de eerste regenbui stond zij een poosje onder
de grootte kastanjeboomen. De tweede bood zij dap
per het hoofd in haar zijden mantel en lachte over
het vroolijk geparel der regendroppels. Dan werd het
schemerig en donker in het bosch; maar nu diende
haar als wegwijzer het eenzame, gloeiende punt daar
ginds op de eenzame hoogte.
Wordt vervolgd.