i m m m m m m W rt R, NG Voor Dammers. irai int EK ht, BI m P J HP H jjg Ui 0# SI m m B in# Hfi _w 1 mt Lanii- bd Tn sprake zijn van een voorwaarts rukken der troepen-, „Waar na dan, al zoo wij allen zeer bekommerd \va- macht op Amsterdam en Haarlem aan: de slag- bij J ren voor de allerakeligste gevolgen voor deze Polder. Castricum had dit duidelijk aangetoond en waar het wegens het doorsteeken van onze Zee-Dijk. en terwijl jaargetijde te ver was gevorderd, om nog met hoop 1 de Burger Hendrik de Carpentler. wonende in de op succes te kunnen, optreden, bleef niets anders over j Zijpe (zoo ons was onderricht geworden; in de ge- dan de terugtocht en wel voorloopig naar de Zijpe, legenheld was, omme met den Hertog van York voor- Zaterdag 11 Mei 1912. 5(5e Jaargang. No. 5112. TWEEDE BLAD. HET SPELEN OP SLAGZETTEN IN DE PARTIJ. De volgende stand is uit een partij, gespeeld te Wormerveer door den heer G. Beets met wilt. Let op de wijze, waarop wit den zet uitlokt, met uitstekend begrip van de stelling na den slag:. Zwart Dat men juist de Zijpe uitkoos als nieuwe stelling bad zijn gegronde reden, en wel, omdat hel hier be trof een terugtocht te dekken en een verdedigende positie in te nemen. Voor dit doel leende zich de Zijpe uitstekend. Als ware hij een natuurlijk bolwerk, strekte zich van, Oost naar West, langs de Zuidzijde xan dezen polder de eeuwenoude West-Friesche Zee dijk uit, welke met zijn tallooze bochten en kron kelingen en met zijn veis poelen aan den voet van den dijk, onneembaar was. Op de meest bedreigde punten waren verschansin gen opgeworpen en kanonnen geplant, ten einde de toegangen te dekken, en wilden de vereenigde Fransch- Bataafsche legers deze positie aantasten en verove- ïioemd te spreeken. zoo ie iemand van het Dijks-Be- stuur alhier met die bewuste order gegaan naar de Carpentier voornoemd, ten einde (ware het mogelijk; door zijne medewerking tot de verheeiing van onze Zee-Dijk door den Hertog voornoemd gequalificeerd te mogen worden; dan alzoo op dien tijd daarinne niet v-ierd geslaagd, is order aan de Carpentier gelaten, ou als 't ware voor ons zulks bij den Hertog te verkrijgen. Edog daar is voor ons niets van gewor den; maar naderhand, op sterke aanzoektnge» van het Dijks-Bestuur, door een ander Commandant,, ge naamd Prins Williams, mondeling permissie bekomen zijnde, 1b zulks in allerijl verheeld geworden. „ban direct op den ontfangst van Uwl. Extract lDg 3S1 enig gn rtij m n iIf 8 SU HÉ m «s til fM WAi mn f. nm ren, zoo zouden stroomen bloeds vergoten en tallooze j voorsz. is door ons daar van kenni6 gegeven aan menschenlevens opgeofferd moeten worden. Bovendien j hec Dijks-Bestuur alhier, met verzoek, dat die be- bad de vijand het in zijn macht, door het bezit der i wuste order spoedig aan ons ter hand gesteld mogt zeedijken een groot gedeelte van Noord-Holland on-worden, ten einde aan Uwl. verzonden te mogen wor- der water te kunnen zetten. j den; welk Bestuur dan ook daar op iemand van hunl. Hoewel dan ook vaststond, dat de geheele expeditie hebben gecommitteerd, omme te gaan naar den Bur- regen Holland was mislukt, zoo kon toch niet worden £6r de Carpentier, teneinde gemelde order van hem ontkend, dat de vijand nog zeer sterk stond en een terug te verzoeken. positie innam die. dank zij bizondere omstandigheden J „En is sluitelijk door die Gecommitteerden aan ons als 't ware onneembaar was. Toch moesten de troe- geiapporteerd, van de Carpentier tot andwoord beko pen der verbondenen het land verlaten, en wel tot men te hebben, dat die gemelde order door hem. na- elken prijs en met den meest mogelijken spoed. Ge- dat de Vijand dit Land had ontruimd, was verbrand steld dat Engeland zich bleef nestelen aan den Hel- g-,worden. der eu dit belangrijk strategisch punt bleef bezetten „Waardoor wij dan ook in de onmogelijkheid zijn en ging versterken. Anderzijds evenwel, hoe sterk gestold geworden, omme hetzelve aan UI. Commissie ook verschanst, was het wensehelijk voor de En- te zenden; maau* wel willende deelareeren, zooals gelseh-Russische legers deze stolling zoo spoedig doen- -wij deelareeren bij deze, dat die bewuste order was lijk te ontruimen on dat met verlies van liefst zoo gesteldter Ordonnantie Zijne Doorlugtige Hoogheid, weinig mogelijk troepen. Er waren er toch reeds zoo (en was geteekend) Hendrik van Straalen Jz. vele duizenden in dezen roemloozen veldtocht ge- „Verblijve, hier mede, na loewensehing van heil en allen, zoodat er weinig animo bestond weer in het aanbieding van Broederschap" Wit. Stand zwart, 11 schijven op: 2, 3, 4, 8, 9, 11, 15, 18, 19, 21 en 24. Stand wit, 11 schijven op: 28, 30, 31, 35, 36, 37, 3S, 42 43, 44, 48. Men speelde als volgt: 1. Wit: Zwart: 24 29. Zwart speelt dit om 4439 van w'it te verhinderen. Deze speelt echter onvervaard: 2. Wit: 4439. Wit heeft de bedoeling van zwart zeer goed door zien, en legt nu door 4 439 zwart een ingewikkelde valstrik. 2. Wit: Zwart: 2933. Zwart loopt er in. 3. Wit: 3S 29. Zwart: 1823. 4. 29 IS. 1924. 5. 30 19. S13. b. 19 8. 44. 33. afruil een schijf. IS, Slaat zwart 3 41. dan koet 7. Wit: 4339. Zwart: 44 8. 4238. 33 42. 9. 31—26. In deze drie zetten ligt de val, door wit bedacht toen hij 4439 speelde. 9. Wit: Zwart: 42 31. 10. 36 7 gewonnen. Een bijzonder mooi stukje partij. Als men nu de stelling vergelijkt met die van het diagram, dan krijgt men een goed idee van het groote doorzicht, dat voor zulke berekeningen noodig is. Er zijn van beide zijden 7 schijven van, het bord gegaan. De af wikkeling is in zijn geheel 9 zetten, diep. Men moet dus een sterke speler zijn, als men een dergelijken zet vooraf kan berekenen. NOG EEN MOOIE SLAG ZET. Onderstaande stand is uit een partij, gespeeld te Wormerveer door den heer M. V. met wit» Zwart. t, L T g. w, m strijdperk te treden en waar 't bovendien toch vast- stond dat de expeditie geen voortgang zou hebben, waartoe dan nog meer menschenlevens op te offeren.' i Door de bevelhebbers der verbonden, troepen was bereids met klem van redenen den koning van En geland aangevraagd den veldtocht te mogen beëi-.di- igeif en, de troepen te doen capit^jeeren, maar wach- 'ende het antwoord op dit verzoek was het niet doen lijk hier lijdelijk het verder verloop der dingen af te wachten. De Bataafsche en Fransche legers, met den dag versterkt door over Den Bosch en Utrecht aanrukkende versclie troepen, zouden zeker niet wer keloos in hunne stellingen blijven liggen, maar wel dra overgaan tot den aanval, teneinde den vijand uit zijne positie te verdrijven en tot overgave te dwin gen.. Aangezien 't hiertoe gelukkig niet is gekomen, is het niet onaardig deze laatste stellingen, zoowel van vriend als van, vijand te beschouwen» Nemen wij hier toe den 12en October. Op dien datum hielden de Rus- sisch-Engelsche legers een zeer nauw te zamen ge trokken stelling in de Zijpe bezet, met het hoofd kwartier te Schagerbrug. terwijl de Franscli-Bataaf - sche arinee zoo nabij mogelijk de vijandelijke ver schansingen zich neergeslagen had. De linkervleugel stond voorwaarts van Petten, het cemrum te War- menhuizen en Dirkshorn en de rechtervleugel hoven Winkel. Zonder evenwel de nadere instructies van zjjn gou vernement* af te wachten en bevreesd voor een moge lijken aanval onzerzijds was de Engelsche opperbevel hebber, de liertog Van York reeds met den opper bevelhebber der Bataafsche troepen, onzen generaal Brune in onderhandeling getreden over de mogelijk heid eener te sluiten capitulatie. Die onderhandelingen moesten met veel beleid ge- i schieden en al was de Hertog van York vrijwel ge- slagen, hij liet nfet na, om tactische redenen, in zijn brieven een uiterst hoogeu toon aan te slaan, ten einde zoo gunstig mogelijke voorwaarden te bedingen en vrij te komen van de bijna onmogelijk na te komen verplichtingen, die onzerzijds gesteld werden. Hoewel verklarende, niet, dan in het uiterste geval hiertoe te zullen overgaan, dreigde York, in 't bezit zijnde van de binnen- en zeedijken, deze dijken te doen doorsteken en geheel Noord-Holland onder water te zetten, teneinde den aftocht zijner troepen te kun nen dekken, het Marsdiep te doen stoppen en de werken aan den Helder te vernielen. Werden deze De Municipaliteit voorn. Wm. QUAX, President Ter Ordonnantie van dezelve, M. VETHMAN, Secretaris. Wieringer waard, Zeven, en twintig Dec. 1799, 't vijfde Jaax der Bataafsche Vrijheid. De coupures gedicht zijnde, was alle gevaar voor de Wieringerwaard geweken. Behalve het kantonne- ment in den beginne van een 1800 man, van de 5e halve brigade Bataafsche troepen onder Generaal- Majoor von Guericke en later de inkwartiering van Ecgelsche soldaten heeft de .gemeente geen andere nadeeien van belang bij de invasie ondervonden. Ver meldenswaard zijn alleen de troebelen, als men ze zoo noemen mag, bij den aavang van den veldtocht, toen onze troepen den terugtocht hadden aanvaard eu de Engelschen Oudesluis hadden bezet en enkele inwoners vam Wieringerwaard ongeregeldheden gingen bedrijven. Ter gelegener tijd zullen wij in een ar tikeltje eenige dier operette-revoluties in dit blad beschrijven. De kapitulatie inmiddels gesloten zijnde op voor ons riet onvoordeelige voorwaarden scheepten de vijande lijke troepen zich in en op den 29en November, dus binnen den gestelden tijd had de Engelsch-Russische rmee den Bataafschen grond verlaten. C. P. BREED Utrecht, 8 Mei 1912. HET MOND- EN KLAUWZEER IX NEDERLAND 1911. De Directie van den Landbouw heeft als No. 1 van hare Verslagen en Mededeelingen over 1911 een flink boekdeel uitgegeven over bovenstaand onder werp. De Directeur-Generaal van den Landbouw heeft het volgende voorbericht in het werk geschreven, dat het karakter van het boek zeer juist aangeeft: „Ofschoon bij het uitbreken van het mond- en klauwzeer hier te lande in 1911 van Regeeringswege met alle kracht is opgetreden om de ziekte te onder drukken, heeft men niet kunnen voorkomen, dat zij zich over het geheele land uitbreidde en aan onze van besmette plaatsen zonder eenige nawijsbare oor zaak. Hoewel men de smetstof nog niet kent. weet men thans, dat ze m oplossing door aarden filters heentrekt. Door uiulrogcn en ten gevolge van de in werking van booge temperaturen wrlleet de smetstof haar besmettend vermogen. Bij 100 gr. C. geschiedt dit onmiddellijk, bij 79 gr. C. in 10 minuten. In mest kan «Ie smetstof gcmimni üj«l gi-vaai-iyk blijven. Alle* wat en ieder, die met «•«-«« ♦•tal. uiuir inoiul- eu klauwzeer heenidit, in tutr.rnklng komt, kan vandaar smetstof met zich medevoeren. De verbreiding kan bijv. geschieden: lo. door dieren, die met smetstof zijn bezoe deld en worden gemarkt of naar andere stallen ver voerd: runderen, varkens, schapen, geiten, paarden, honden, katten, kippen, eenden, ganzen enz. üok rat ten en muizen kunnen de smetstof van het eeno erf naar het andere brengen. 2o. door personen, die met den besmetten stal in aanraking zijn geweest, dus in de eerste plaats de bewoners van de boerderij en voorts zij, die den stal bezoeken; zij kunnen met kleederen en schoeisel de smetstof naar andere stallen brengen. De moge lijkheid is niet uitgesloten, dat smetstof van hunne kieederen op die van derden overgaat en aklus de ziekte in een anderen veestapel wordt gebracht. Kin deren, die in den stal geweest zijn. kunnen op deze wijze door tusschenkomst van de school oorzaak zijn» dat de ziekte elders optreedt. 3o. door producten afkomstig van de zieko en besmette dieren. De melk vervoerd naar zuivelfa brieken, besmet de andere melk. waarmede ze wordt verwerkt en de bijproducten van het bedrijf: onder- melk, karnemelk of wei, teruggevoerd naar de boer derijen, om voor voedsel van varkens of kalveren, te dienen, brengen deze de ziekte. Maar niet alleen de melk, ook de kannen, dë personen, die de melk ver- voeren, kunnen, de smetstof naar elders overdragen. I Eveneens brengt besmette mest do ziekte van 'teene erf naar het andere, hetzij rechtstreeks, hetzij door j middel van honden, vogels enz 4o. door voederartikelen, hooi, stxoo, vee- 1 koeken en meel en, vooral ook de verpakkings middelen. Loopt het vee in de weide, dan wordt ook deze besmet; het water in de slooten of de beek, die langs een wedde loopt, wordt door het drinken beemet en voert de smetstof verder. De slijmerige speekseldra den uit den mond vanu het zieke dier kunnen door den wind naar naburige weiden worden gevoerd. Vo gels, die graag in de onmiddellijke nabijheid van het grazende vee vertoeven, nemen smetstof mede en brengen deze elders. Ook door insecten (vliegen) kan dit; gebeuren. Een ieder zal begrijpen, dat de maatregelen tegen liet mond- en klauwzeer ziel» moeten richten tegen de verspreiding der smetstof. Dit kan geschieden als de Regeering en de veehou ders elkander zooveel mogelijk steun en medewerking verleenen. Dankbaar moet worden erkend, dat vele veehou ders hunne verplichtingen ten opzichte van het aan geven der ziekte met nauwgezetheid hebben vervuld, maar daartegenover staan ook tal van gevallen, waar een niet te miskennen nalatigheid in het spel was. Doelmatig uitgevoerde stal inspecties kunnen de tij dige aangiften sterk bevorderen. De belangstelling der veehouders in tijdige aangifte moet worden ver hoogd. In het algemeen moet men doordrongen wor den van het kwaad, dat men stichten kan door na latigheid in deze. Er moet een tijd komen, dat een verzuim in de;:e algemeen wordt afgekeurd en'de nalatige wordt ge straft met de verachting van zijn medeburgers. Dien kant moet het uit. Niet een leger van ambtenaren, dat dag in dag uit stallen bezoekt, maar een klein corps, dat waardeering vindt in de oogen der vee houders is in staat deze inspecties nuttig te dof.n werken. Het afmaken van vee heeft in 1911 bij de bestrij ding van het mond- en klauwzeer een groote rol ge speeld. In totaal werden 2568 stuks rundvee. 1839 varkens, 526 schapen en 45 geiten geslacht. In het volgende opstel iets over de in de toekom-t te. volgen gedragslijn. D. E. LANDMAN. bedreigingen den 1 oen geuit, ten einde pressie uitveehouders zeer veel schadë en last berokkende, te oefenen ging men er toe over om reeds op den Het is bekend, dat de bestrijdingsmaatregelen van daaraan volgenden dag in den noorddijk van den pol- j verschillende zijden ernstige kritiek hebben uitgelokt, der Wieringerwaard groote gaten te delven ter j Aan den anderen kan,t werd door de ambtenaren, van diepte van het «iagelijksch peil. I Veeartsenjjkundig Staatstoezicht geklaagd over Zouden de ijverige en spaarzame bewoners van de- I onvoldoende medewerking van de zijde der veehou- zen polder zich thans in den jare 1912 hieraan niet ders. Hoe men ook over de gegrondheid van de veel laten gelegen liggen, men vergete niet. dat toen w ederzijdsche klachten moge denken, dit za] onge wij ter tijd de noorddijk een zeedijk was en er maar feld wel door ieder worden erken,d, dat de ondervin- wein.ig toe noodig zou zijn deze vruchtbare landou- ding in het afgeloopen jaar opgedaan, zeer leerzaam wen in oen wijden waterplas te doen verkeeren. j is geweest en verdient te worden vastgelegd. Met het Groote ontsteltenis dan ook onder de ingezetenen, oog daarop werd door den heer Dr. H. Reminelts, Tot wien zich te wenden,? Tot den Engelschen bevel- Inspecteur van den Veeartsenjjkundiigeh dienst, een hebber, op wie'ns last zulks geschiedde? Nutteloos! j uitvoerig rapport samengesteld betreffen.de 't verloop Tot wien zou men zich dan beter hebben kunnen der ziekte, de bij hare bestrijding opgedane ervaring wenden dan tot H. van Straalen Jzn., tot den gedu- on de daaruit voor 't vervolg af te leiden gedrags- rende dezen inval alom bekenden en almachtigen H. lijn. Dit rapport verschijnt hierbij als No. 1 der Tweede Kamer. Me bt 01 wit. Stand zwajt, 13 schijven op: 5, 6, 7, 10, 11, 12, 14, 16, 17, 19, 21, 24 en 30. Stand wit 13 schijven op: 27, 28, 32, 33, 35, 36, 37, 38, 42, 43, 44, 48 en 49. De laatste zet van zwart is 3025; met de bedoe ling den volgenden daanzet te doen door 1923. wit 28 19, zwart 24 13, wit 35 24, zwart 1319. wit 24 13, zwart 1218, wit 13 22, zwart 17 50. Zwart zag echter niet dat 'wit nu een aardigen slag kon maken. Men ziet alweer: wie een kuil graaft voor een an der enz. 1. Wit: 2822. Zwart: 17 50. 2. 4339. 50 31. 3. 37 8. 7—12. Dit is natuurlijk niet de beste zet; hoewel wit op eiken anderen zet naar daim gaat en winstkans be houdt. 4. Wit: 8:17. Zwart: 11:22. 5 3228. 22 33. 6. 38:9. 10—14. 7. 35 8. 14 3. Een mooi berekende slag om een schijf te winnen, bovendien is de stelling nu 5 tegen 4 en voor wit gewonnen. Wit heeft zeer juist gezien, dat hij na 712 nog een slagzet maakt en dat zelfs 1014 geen redding brengt. Om zulke slag zetten te doen, moet inec een zeer goed inzicht in de partij hebben. van Straalen, zaakwaarnemer, gemachtigde en ver trouwde van den Prins van Oranje. Zou hij, die alom in naam des Prinsen 's lands penningen lichtte en in bewaring nam, in dezen hoogen nood geen redding kunnen brengen. Eén pennestreek van hem. den al machtige in burgerlijke en administratieve zaken ge durende de invasie, zou voldoende zijn, meende men. de coupures te doen dichten, en zoo gebeurde het, dat Van Straalen, hiertoe aangezocht door Van Vla- deracken in hoedanigheid als dijkgraaf der uitwate- rende sluizen, dezen een specialen order te dien einde deed geworden. Voor goed verstand van zaken en om te laten zien hoe iemand een zeer belangrijke order, die hem ten allen tijde had kunnen dekkenverbrandde, is 't niet onaardig hierbij een officiéél stuk uit die dagen in te lasschen en wel een schrijven naar aanleiding van de vervolging van genoemden heer Van Straalen door de Bataafsche Republiek in het laatst van het zelfde jaar. Dit stuk luidde als volgt: Vrijheid, Gelijkheid, Broederschap. „Het Gemeentebestuur van de Polder de. Wieringer- Waard" aan Verslagen en Mededeelingen 1912 in het licht. Zooals uit de inhoudsopgave blijkt, bevat het, be halve een inleiding, zes hoofdstukken. Het eerste hoofdstuk handelt over het verloop van het mond en klauwzeer tot 1 Mei, het tweede over het verloop na 1 Mei. In hoofdstuk drie wordt de ziekte zelf be sproken, haar oorsprong, aard en wezen. Het vierde hoofdstuk geeft een overzicht van de maatregelen welke hier te lande in 1911 zijn aangewend. In hoofd stuk vijf wordt een beeld gegeven van het voorkomen van het mond- en klauwzeer in het buitenland en van hetgeen in onderschelden landen ter bestrijding van deze ziekte is gedaan. Ten slótte wordt in hoofdstuk zes aangegeven, wel ke maatregelen in de toekomst, mede op grond van de in 1911 opgedane ervaringen, tegen, deze ziekte moeten worden aangewend." Dit belangrijke werk moet in de kringen der vee houders gelezen en besproken worden. Wij willen er hier en daar eenige gewichtige mededeelingen uit overnemen,. De schade dooi- liet mond- en klauwzeer in, 1911 in Nederland geleden wordt geraamd op 35 millioen gulden. Volgens de opgaven der districtsveeartsen stierven „De Commissie tot de Binoeelaedscïe Correspon- j,k??len- 312 schapen ea gel- «entte, uit het Departementaal Bestour van Texel." "^0 varkena De schade geleden door ver- „Mede Burgers! mmderdejmdkopbrengst, uitgaven voor extravoer „Het Extract uit het Register der Resolutien van j Uwl. Vergadering, genomen in dato elf December laatstleden, bij ons ontfangen, inhoudende een last waardevermindering der dieren as nog veel grooter. j In 55 bedrijven te zamen met 755 melkkoeien, was de geleden schade naar raming f 25 per koe. aan dit Bestuur, omme bij Uwl. Commissie ten spoe- I Wieringerwaard in 1799. Was de uitslag van den slag bij Bergen beslissend geweest voor het al of niet voortbestaan van het staatkundig stelsel der Bataafsche Republiek, geen geringer boteekenis mag worden gehecht aan die bij Castricum De volkomen nederlaag door de Engelsch- Russische armee te dier plaatse geleden noopte de bevelhebbers om onverwijld te retlreeren en de vorige stelling in de Zijpë te betrekken. Meer en meer bleek de onmogelijkheid, ook al had de vijandelijke armee kunnen standhouden bij Cas tricum, om deze groote troepenmacht bij voortduring van levensmiddelen te voorzien. Men moet niet ver geten. dat de landstreek zelve, dat gedeelte van Noord-Holland hetwelk wij thans verstaan onder Hol lands Noorderkwartier, geheel was kaal geplukt en uitgevreten. Alle voedsel, zoowel voor mensck als dier moest van den Helder worden aangevoerd, vanwaar men toevoer kreeg uit Engeland, cn gezien de too- .-tand der wegen en het intredende herfstweer, werd dit meer en meer onuitvoërbaar Evenmin kon er Aan "pogingen tot beteugeling van de ziekte heeft het dit'jaar niet ontbroken Krachtiger dan ooit te d.gste m te zenden den la*door H van Straalen ,.oren hare ÏOOrtóchrWi velde getnoï- Jz aan ons gegeven, tijdens dat de Vijand dit Land ken> gouds heen <le Regeering voor de bestrij- bad geoccupeerd. ding besteed en eene volharding in de toepassing der „Zoo dient tot naricht aan Uwl. op hetzelve, al maatregelen is in sommige streken van ons land ten dat die gemelde last van H. van Straalen Jz. was t0OQ gespreidi z00als nooit voren Als men echter gesteld aan de Dyks Regenten \an de Zijpe en Ve- ket resuitaati ziet van al dat.streven, dan mag men ringer-Waard en dat, het Dijks-Bestuur van de Wie- zich afvrag€n> of de nu opgedane ervaring heeft ge- nnger-Waard darect op den ontvangst van dezelve]eerd> dat eJke strijd tegen de z5ekte n?0et wor(fen aanstalte heeft gemaakt, omme hot pvt. door de^ Vij- opgegeven, dan wel, of door volmaking der bestrij- and in onze Zee-Dijk gemaakt, te laten verbeelen cingsmiddelen voor de toekomst een beter resultaat dan de werklieden aldaar ten dien einde gekomen ttf verwachten zoude zijn zijnde en reeds met die werkzaamheden begonnen E6n factori voor het bestrijden van l.et mond- en werende wierden dezelve terstond door officieren en kmUwzocr noodig is «-venwel «ut jaar niet voldoende gewapende mansr'-*-ppen des qands leegers gelegen tot gekonien, dat is ,5e im-drwcrkin- der veo aan de Oude Sluis m de Zqpe, daarinne verhinderd, tonders cn gelast omme daarmede niet verder voort te gaan; Het ^ond_ en kla„„-z(M,r behoorr tol dle ziette„ waarop aan den Commandant der manschappen des maryan, niettegenstaande de besmettelijkheid hoven V tjandelijken leegers de bewuste order ofte last wierd alle# twUfe, vcrheren is, de smetstof tot nu toe nog vertoond, en daarop tot andwoord van dezelve beso- Elet voldoende hekend is. In verband met do groote men, dat, alzoo die order niet was gegeven op last besmettelijkheid der ziekte neigde men vroeger over van den Hertog Van York, als Generaal on Chef der tot de meêning, dat de smetstof vluchtig zou zijn. Ecgelsche en Russische Armee, hij Commandant da- Deze opvatting zou tevens een verklaring geven voor zelve niet erkende. bet soms raadselachtig optreden op groeten afstand Den Haag, 9 Mei. Het pleit Is volstreden. De Bakkerswet komt er door, want van alle amendementen waren er slechu* een paar, die inderdaad de economie van het ont werp aanrandden en heel een nieuw samenstel van allerlei bepalingen noodig maakten, en die paar amen dementen kelderden met glorie. Ter glorie van de Coalitie en haar dierbaren Mi nister. Want we houden ons overtuigd, dat van de. ï-'chtsche tegenstemmers, ten aanzien van het amen- denvent Henkemans of De Visser, nog zeker de helft staan, aan de zijde der voorstemmers, en dat feitelijk geen hunner een bedrijfsbeperk-ing als hier wordt voorgesteld, zou durven steunen,, als het niet ging om het leven van den minister, wiens te verwezen lijken en misschien nog te komen ontwerpen in 1913 de hoofdbedrijven zullen zijn, om de heeren van ;nu weer in te huren. Nieuws valt er alweer weinig te melden van «Ie zitting. Het was, gelijk door verschillende ^prekers werd opgemerkt, een wartroep. Een warboel zonder einde! Was het gisteren de voorzitter, die niet wist wat hij wilde, heden was het de Kamer zelf die amen deerde, verdedigde, introk, wijzigde, subamendeerde» tot weer niemand wist wat nu eigenlijk het onder werp van beraadslaging was. We kregen algemeene beschouwingen des heeren Elhorst, die vierkant was tegen allerlei amendemen ten en die zeer graag nachtarbeid zou willen zic-n afgeschaft. „Zijn er hier bakkers in de zaal? <!e helft van de publieke en een derde van de gereser veerde tribunes had al een been over de leuning, om naar ben,eden te springen,„laten ze dan komen getuigen," zei de heer Elhorst. Maar aangezien de politie van al die dingen niets hebben moet, mocht noch de heer Roeters van Lennep, npch zijn adjudant mr. Blaupot aan de honderd heeren beneden gaan duidelijk maken, dat zij, en niet de heeren-zelf, de wijsheid in pacht hebben. Hetgeen zéér jammer ïs. Er werd verder zwaarwichtig gedebatteerd over den alleen-werkenden bakker, die volgens vele heeren wel 's nachts zou mogen bakken, doch geen vinger aan bet deeg zou mogen 'slaan volgens anderen, in die verboden uren. Intussehen, het verzet dier heeren kon niet baten. Men wilde liever een slechte wet lepi c-en minister, dan geen wet en geen minister. De Kamer had bloed geproefd, en is als alle an dere hyena's, in zulk een geval ontoerekenbaar. Het begon er dan ook even nijpend uit te zien. totdat de heer Talma met een forschen armzwaai alle amen dementen onaannemelijk verklaarde. Dat was de win ner. Alle gevaarlijke menschen werden gehoorzaam en rieden wat de minister vroeg. De amendementen dui kelden met vrij sprekende cijfers. Al zouden ook de voorstemmers liever een ander resultaat hebben ge zien, dan de wet nu brengt. Daar is bijvoorbeeld de kwestie van het drieploe- genstelsel, van het verbieden van nachtwerk aan vol wassen menschen, die dit in eigen bedrijf wenschen te doen, en nog zoo veel meer. Doch wat baat het? Zoo de Minister het toch alleszins redelijk amen- dement-Henkemans en tevens het daarmede verband houdend voorstel-De Visser had geaccepteerd, dan ha«t de heer Talma inderdaad gehandeld gelijk de heer Borgesius van hem wenschte. „als een staatsman, die weet te geven ën te nemen". Maax dat is nu eenmaal iets, waarvan deze be windsman weinig moet hebben. Hij had zijn Bakkerswet al een paar maai terug gekregen eu wist nu, dat men hem niet kon laten

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1912 | | pagina 5