Voor Dammers. Si 'M m Zaterdag 25 Mei 1912. 56e Jaargang. No. 5119. DERDE BLAD. CCCLI. PIN' KSTEKFE EST. „„„a te doen is overleg niet noo<lig "hS" do welftog, dlc liet goodc slecht f lade l)e goden hebben menig goed man noodi„ In lm „hen SLt o,. 't wijde veld der aarde. I-,lades: Toen ving mijn leven aan, boen dt ujdof Orestes: Zeg liever waarheid: men begon mUnleed Pflades: k Hond niet van een. die t>« X» H„o b. den mond van 't volk bij roem mag vvh,- oresua: Ik schat hem 't hoogst, wiens^geen De aanwezigheid Va^vvie ÏM^' e. Woorden uit: Iplügclteia in Tauris. Dit is 'a feest van geruststelling. Het tel* -j.» opnieuw te gaan vertellen aan "enec^^ zri°'tSvennelSré?eanmin als het Kerstverhaal, evett- min als het verhaal van den Goetoa Vmdag «tj* Paaschverhaal; maar 't ls niet MOd®^ w^ die verhalen en wëte:n wat djg weer Tertellen, er aan te banken heeft- Ala huis,.lilke;: kring. •uii ln de caïeeï'"3*tn en voor hen. die geen flan êïflS ïerhaien in hnn jeugd in gelegenheid hadden zulke deed, lilant- b»m. die altijd bloeit en bloesemt ,^tim vrucht draagt. Dit weten allen, die deze ver- hlen kennen en hTls eigen geestelijke rijkdom die aanzet ook anderen geesteiljk-rijk te make ■t zooals ge,weet, in de opperzaal te Jeru- 7ai™ waar de discipelen en vrienden van Jezus op PtakïSSeSt het Joodseho Pinksterfeest samen gekomen -waren, en wa^r het wonder plaat# had val het „hartelijk uit den hemel Sfhoorde ge- lid" en van „die tongen als van vuur", die zaten or een iegelijk van hen, en die van allen gezien wer- dp'n Daar was het ook, dat zij allen „vervuld wer den' van den Heiligen Geest" en dat „zij te spreken met andere talen, zooals de Geest hun t» snreken gaf". Daar had de ontzetting, de onlree- ring plaata, hoe eenvoudige Gallileeeche mannen zoo -nreken konden en zoo spreken durfden, terwijl au deren schamper opmerkten, dat se zeker dronken wa- ren vol zoeten wijns". Maar Petrus, bij die be- «ehu'dlglng, slond op, greep den spreker op zdn woord, sprak van profetieën, die sedaanw trent 'n „Christus", die eenmaal komen zou, en w elke nrofetieën nu in Jezus vervuld waren. En zijn noord zëo aangrijpend, dat op dtenzelfden dag drle dui- zer.d zielen werden toegedaan tot hen. die Jezus erkenden, de „Christus" te zijn. En do geschiedenis des Christendoms, zooals dit zieh aan de wereld heeft willen vertoonen en open baren, nam dien dag "n aanvang, 't ls bunnen gespan in hutten en paleizen, heeft slaven en aanzienlijken brandstapels doen hestijgen, is door Keizers verguisd en verheerlijkt, om ten slotte ais etiket geplakt te worden op eiken koffer, elke lading, elk geschrift, dat de wereld werd ingezonden en waarvan men i«r zekerd wilde zijn, dat 't zou worden geaecepieerd aanvaard. En op die wijze is het buitengewone ge- woon geworden, het wonderlijke alhjjlaagsch. W at op 'n berg in eenzaamheid, ver in 'n woestijn in een zaamheid, van den hemel was neergevallen in een reine menschenziel. gelouterd en beproefd, gekneed en gedegen,... wat in 'n Olijvenhof, in worsteling, tusschen Cod en Menseh. nog tranen stortte en al leen aan 'n kruis tot overwinning kon komen, nat heeft adel en plebs aangenomen en aanvaard, zooals 'n annonce van 'n uitverkoop gelezen worde ..Dëa. zijn nu de boste haarden en de beste lessenaars te koop. Wie bij ons niet koopt, doet zictwelven scha- de." Zoo gewoon a,ls iets. Of wij kingen, zullen? Of wij beschuldigen zullen Of wij ons op g-'n.n maken, om 't Christendom af l^dit" dan nog noodig? Is 't noodig 'n menscR die zichzelf verhing, te hangen? Moet men n laste raar gaan belasteren? Lastert hij zichzelf niet ge- De bloem der smart, der innige en waarachtige bvertuiging, die alleen maar bloeien kan op 'n bodem, die door God en Zijn Ervaring is omgeploegd en be werkt, en daar dan stralen mag als 'n mystieke roos van zaligheid en stille blijdschap, is in handen gekomen van beursspeculanten en sjacheraars, ver- kocht en verkwanseld, en ten laatste zóo profaan geworden, dat alle heiligheid er vreemd aan werd en zij zoomin meer doet denken aan „eendrachtig samenzijn als aan „vlammen van vuur" of 'n „ver vuld worden, van den Heiligen Geest"; Het Christendom van onze dagen en zoo is hei- gisteren niet geworden met zijn heiligenbeelden en reliquieën, met zijn menschenvergoding en zijn poli tieke voormannen, met zijn beunhazerij naar vete baantjes en zijn voorgeschreven bidden en, zingen, met heel zijn ritueel en niet-rituëel gedoe van in den pas te blijven met kwakzalvers en doctoren :s 'n profane en afschuwelijke parodie op datgene wat eens werd uitgezegd op de heuvelen van, Gallilea ei werd afgespeeld op Golgotha; is 'n afschuwelijke pa rodie op de ontroering die ontstond op dat Pink sterfeest te Jeruzalem, waar Petrus onvoorbereid bet woord nam en juist door zijn spontaniteit zoovelen tot ontzetting bracht- a Waar is de eenvoud van 't Christendom 0ebieven„ Zijn zelfvergeten? Zijn drang tot redden en helpen. Zijn doen als Jezus deed? Zijn vergiffenis? Zijn zoe ken om te behouden? Ja, geld! en eerebaantjes! en deftigen omgang en al datgene waar Jezus nooit aan gedacht heeft Maar mensehenzielen te zoeken en te behouden voor God en Zijn Waarachtigheid, daar aan dacht het niet De waarachtigheid, die hetbiedt, is 'n bundel uit 't hoofd geleerde regels en citaten die 't hoofd van 'n, mensch verwarren, zijn ziel koud laten zooals zij 't hart nooit brengen Jot eenig be weeg ten goede of tot eenige daad van menschen- liefde. En, ontmoet men ze, ontmoet men onder die „christen"-naamdragers, hier of daar, langs den weg, or» de markt, op 'n tribune of kansel, er een, die... die niet meedoet, met den grooten hoop...... O, geen, dwaas! geen topzwaar geworden, socialist, geen zal vende dominé! geen geestelijke lorredraaier! maar 'n eenvoudig en verstandig man- die weet, dat hij mag eten het b.ood, dat hij verdient, die weet, dat hij mag zeggen de waarheden, die bloeiden en rU_P- ten in zijn eigen, hart, die 'n kind is van zijn tij en dankbaar de geestelijke rijkdommen wist te aan vaarden, die 't voorgeslacht hem bood, die zijn ge hoor vergeet en niet aan den indruk denkt, die zijn persoon mag maken... ontmoet men er een, geleeia of ongeleerd, stil of luidruchtig, die deed wat zijn hand vOn,d om te doen, dragend, deelend, bijpassend, vergoelijkend, dan... loopen alle „christenen" te hoop, om naar dien „gele" te kijken, en zich op de knieën tr- slaan van vermakelijkheid, en zij nemen ter gele gener tijd hun kans waar er ook van te profiteeren. Ik zeg u: zóo doen „christenenen die het niet doen staan buiten hun „christelijke" waardeering. Voor hen is het Evangelie slechts In, zooverre een „Blijde Boodschap", als 't winst van geld, gestolen of geleend, aanbrengt; en als zij dan niet meer be hoeven te stelen of te veel in de gaten zouden loo pen, dac zijn er onder die durven zeggen, „dat 't de Hec-r was, dio hen in de ruimte deed zijn." Hard hè? Ja, maar ik spreek uit ondervin ding. En men dankt 't alleen, aan 'n, eerlijk hart en 'n goed onderscheidend verstand, dat men Jezus en Zijn kostelijk Evangelie niet verantwoordelijk stelt voor de gemeenheden van die vagebonden, die zich naar Zijn naam durfden noemen,, „God dragend op de tong den Booze in, hun hart." De plebejers u,aar den geest, zoomin gedoopt met Heiligen Geest als met vuur of water, dje niet-onder- wezenen, beroepenerzich op, daarbij dan den kend, dat ze tot mij en de mijn,en, tot de onzen behooren en dat wij het met, hen eens zijn. Maar ik kan met mijn meest ingespannen nadenken niet uitmaken,, welke van die twee soorten het meest ver achtelijk is; want de een.e is Diet tot deugd kunnen opstijgen, en de andere deed niets anders dan weg zinken in iets, wat hij voor deugd hield, maar eigen lijk de onafscheidelijke metgezel is van Jan Rap en zijn maat. En natuurlijk zijn die beiden ook vijanden. Wat zei ik?! Dat dit feest 'n „feest van geruststel ling" was?! Waarom dan, al die woorden van,... Voor zichtig! 't Was geen boosheid, geen haat, geen bit terheid, zelfs geen uitsnikkend verdriet van telkens weer bedrogenuit te komen! Wie in de klasse lang op dezelfde plaats zit, weet wel. dat het onder de ramen tocht, ma,ar de meester zette hem er neer, en van lieverlede went hij er wel aan. Alleen als 't zoo eens ter sprake komt, zegt hij, dat. 't niet pret tig is. Meer njet. Als hij koud is en bibbert kan h toch niet zeggen, dat hij zich zoo lekker warm ge voelt?! 'n Mensch mag zwijgen, maar als hij spreekt, dient hij toch waarheid te spreken? Ik blijf er bij: ,,'n Feest van geruststelling." Weet ge nog hoe 't gegaan was?c Hoe Jezus aan Petrus gekomen is?... "t Doet er met toe! Ze had den elkaar gevonden, zooals vrienden elkaar vinden mogen: langs 'n weg, in 'n vergadering, aan 'n maal tijd of, als 't niet anders kan, zooals Jezus Zachëus ontmoette, in 'n boom. Waarom niet? En ze waren vrienden geworden, welwillende, goed-bedoelende vrier den, om beurft>n luisterend en vertellend, vragend en onderwijzend met dezelfde woorden; Jezus in meer dan éen opzicht de Meester, Petrus de leerling; man nen van gelijke geboorte, de een 'n zoon van een timmerman, de ander 'n visscher. „Volg mij en ik zal u visschers van menschen maken", had Jezus gezegd, en de gelijken van bedoeling, schoon niet van aanjeg, omdat het initiatief, het persoonlijk ini tiatief van Jezus was, waren Hem gevolgd, Petrus en nog eenige anderen, waarschijnlijk twaalf met elkander. En zij hadden Hem lief gekregen en, Hem leeren bewonderen en hoogachten, om Zijn alles, omdat Hij was zooals Hij was, Johannes, Petrus, Ja- cobus, allen. En Petrus was 'n euthousia.-. vriend die zijn vriend zou prijzen boven de hoornen uit en als 't moest zijn leven voor hem geven. Toen de Meester sprak van dood en sterven, kon hij niet anders zeggen dan: „Dit zal nooit gebeuren." Toen Jezus vroeg: „Maar gij, wie zegt gij, dan dat ik ben?" toen jubelde het zegevierend van zijn lippen: „Gij zijt de Zoon des levenden Gods, gij zijt de Christus.." En Jezus wist, dat hem dit niet „,door vleesch en bloed was geopenbaard": Op die beken tenis kon, 'n „gemeente" worden gebouwd. „Zie, uw naam is niet meer Siraon, maar petrus, „Steenrots", en op dezen steenrots kan voortgebouwd worden." Ja, Petrus was 'n enthousiast man en 'n goed vrient zóo toegewijd, dat 'n enkel evangelist zijn naam zelfs noemt in de worsteling die plaats had bij Jezus' ge vangenneming, waarbij de dienstknecht van den Hoo- gepriester 'n oor verloor. Maar 'n paar uren later loochende diezelfde pe trus tegenover 'n diensmaagd Jezus zelfs te kennen Man, spreek toch niet tegen; je spraak verraadt je; je bent ook *n Gallileër evenals hij- En Petrus: „Ik mag vervloekt wezen als 't zoo is. Ik ken dien man, zelfs niet, en ik weet niet wat je zegt." Nu, goed! Maar En 't proces ging voort en de gerechtelijke moord w erd voltrokken, en er wordt nergens gesproken van eenig discipel, ook niet van Petrus, dat hij zijn vriend en meester bijbleef op den weg van smaad en droe fenis, of dat hij hem volgde tot aan den voet van 't schavot. En toen Jezus' lijk zoovele uren later was afgeno men en hier of daar zeker wel was neergeworpen 't lijk van een ter dood veroordeelde pleegt meu niet kieskeurig of eerbiedig te behandelen toen was 't uit- De kijkgrage menigte kon, naar huis ga; dit was alweer voorbij. En Pe)trus was zeker wel weer gaan visschen. Wat wou de man anders gedaan heb ben? Och, er worden zoovele droomen gedroomd en zoovele luchtkasteelen gebouwd, dat men, om een enkele, die men toevallig zelf droomt of bouwt, n,u juist niet Maar de Pinksterdag brak aan! En bet was in de opperzaal te Jeruzalem, waar alleji eendrachtig bij een waren, ongeveer honderd en twintig personen ook vrouwen, onder wie Jezus' moeder en ook zijn broers. En daar stond Petrus op; dezelfde Petrus, die geloochend had Jezus te kennen. En hij barstte het uit, zooals 'n mensch, die gelogen heeft en toch de waarheid Mef heeft het uitbarst en nu in bekeu- tenis, en verheerlijking, van den verloochende vergoe ding zoekt voor 't kwaad, dat hij deed Hij barstte het uit, zooals 'n mensch,-door innerlijke waarheids zin daartoe gebracht, het uitbarst en in anderewoor den zegt: „Ik heb verraden onschuldig bloed.' Ik heb mijn, liefsten vrten,d verloochend! Mijn vriend, die nooit anders bedoelde dan mijn geluk! En nu ga ik boete doen, en ik ga wagen al wat ik bezit, lijf en leven, om zijn, lof .te verkondigen en alle men schen te maken, tot wat hij wilde, dat zij worden zou-, den, broeders en zusters, kinderen van God!" En bij zulk 'n bekentenis gaat 't om de ziel van 'n menscli, die dreigde verloren te gaan; gaat 't om -de waarheid, die tekort gedaan en, belaagd was, gaat 't om dat etherische, dat in ganscb de schepping leeft en „God" heet. En de Oostersclie verteller spreekt van 'n „haasteüjk geluid uit den hemel" en i van .•.vuur", dat zich op menschen zet, en van den „Heiligen Geest", die woorden doet zeggen, die men i niet zou hebben, verwacht. Dan klinken vreemde talen, talen van ootmoed en zelfbeschuldiging, woorden van innige waarachtigheid en innige liefde, die door allen worden verstaan. De Christenen hebben dit feest het Pinksterfeest genoemd, en misschien zijn er wel, die denken, dat er geen ander feest is van dien naam, dan, juist dit éene. Maar i k weet beter; zooals er fnet mij wel meer zijn, die beter weten, al kennen wij elkander niet. Pinksterfeest? Feest van erkenning? Feest van ge tuigenis der waarheid? Feest van „O God, wees mij zondaar genadig!" „Ik heb kwaad gedaan!" 'Straf mij en doe het Recht recht!" Zoo ging het toch!? Heusch, dit is 'n feest van geruststelling! Wacht maar! En versta 't goed, dat 't heel iets anders is. 1 alleen te staan op 'n berg of in 'n Olijvenhof, mis schien wel met 'n verscheurd hart en tranen in, de oogen, dan schuw weg te sluipen omdat men -loog, of brutaal den kus te kussen, die engelen doet ver stijven van schrik^ Er is maar éen ding, dat daar tegenover staat en misschien voorkomt, dat 't heelal bij zulk 'n kus of bij zulk een wegsluipen, niet ineen stort, en dat is 'n onbewuste bewustheid van Recht en Waarheid, die 'n mensch met en in zich draagt, on welke bewust heid sluimeren kan, maar op haar Pinksterfeest tot klare ontwaking komt en getuigt. H. d. H. Eert Uitstapje. I. Nu de schoonc dagen weer naderen, die uitlokken tot het doen van een reisje huilen de grenzen tan cigpn dorp of provincie, meende ik goed te doen bij tijds de aandacht eens te vestigen op twee plaatsen, die een bezoek overwaard zijn, ik bedoel nel \*>- slelijk bad Bentheim en de Koninklijke zomerresMentij Apeldoorn, liet vopgc jaar had ik het genoegen beide plaatsen voor korten tijd te kunnen bezoeken. Kn zie hier als vrucht een beknopt relaas .van dit aardig j en gezellige uitstapje. Een morgen-snel trein van Amsterdam naar Berlijn en Hamburg bracht ons langs Amersfoort, Devente. Almeloo en Hcngoloo naar bet Duitsche Benthdtn. Zoo'n sjxiorwegritje langs mooie bosschen en over wijde heidevelden, tusschen golvende heuvelen door en met aardige kijkjes op lief gelegen dorpen cn .stadjes is lang niet ongezellig, vooral niet wanneer men een plaatsje in den restauratiewagen heeft weten te ver overen. Gezeten voor de zeer ,,glas"heldere spiegel ruiten van dezen wagen, vanuit welke het uitzicht door bijna geen enkel stijltje of schotje wordt belemmerd en grnietend van wat goed toebereide spijs cn frisschen drank, acht men Bentheim. al is het eenige uren van Amsterdam verwijderd, nog bijna te vroeg bereikt. Een groot voordeel van op den trein den inwendigen mensch versterken is voor een klein uitstapje hel winnen van u-at tijd voor het beter opnemen en beter bezien van de te bezoeken streek, een groot voordeel en zeer loonend als die streek zoo mooi en liefelijk is als bad en stad Bentheim. Onze weinige bagage gaven we mei den hotel wogen mee. terwijl we zeil rechts van het station een belom- merd voetpad insloegen om wandelend naar hel een kwartiertje van het station gelegen stadje Bentheim te 1 gaan. Wc hielden links aan de open zijde van hel voel-1 pad voortdurend het gezicht op het hoog gebouwde en zeer schilderachtig gelegen Bentheimer slot. een der oudste burchten van geheel Duitschland en gelijk dat met zoovele oude sloten het geval is de oorsprong van de omgelegen plaats. Geschiedkundig staat vast, dat de burcht Bentheim reeds in het jaar 1100 liestond en tijdens de oorlogen tegen Hendrik V gedeeltelijk in de asch werd gelegd. De overlevering maakt den burcht de voorgan ger van den thans bestaande natuurlijk veel ouder die zegt. dat de Romeinsche veldheer Drosus Ger- manicus reeds het slot bouwde. Maar naar alle waar- schijnlijkheid -zal dit wel evenmin waar zijn als dat volgens de sage do duivel den ouden burcht in l één nacht zou hebben gebouwd voor den eersten beer van Bentheim. die een sterkte op den Bentheimer lierg wensehle te slichten. Met allerlei moeilijkheden had die eerste heer te kampen toen hij met den bouw jvilde I beginnen. De duivel zag dat en beloofde in één nacht liet begeerde te zullen bouwen als hem dan zou wor den gegeven het levende wezen, dat het eerst zijn stem j van den torentrans zon doen hooren. De duivel re- kende er vast op dat dit levende wezen een jnensch zou zijn. die een kreet van bewondering zou sla- i ken bij het zien van den schoonen omtrek van het nieuwe slot vanaf den torentrans. De heer Van Bentheim' ging op dien voorslag in en de duivel ging aan het bouwen. Tegen het opkomen van de zon was heer Satan klaar en legde zich een oogenblik te rusten op -eien grooten steen, die nog nabij den burcht te zien is. De heer van Bentheim haalde nu stilletjes een tamme raaf van zijne woonstee beneden aan den berg en zette die op den torentrans. Toen de zon opkwam begon de raaf geweldig te krassen, de duivel ontwaakte, zag het dier en sprong vol woede op. Door dien plotse- liigen sprong verloor Satan zijn rechteroor, dat tijdens z:in slaapje op de rots was vastgekleefd en nu' daar op achterbleef. Op den steen ziet men nu nog den vorm van een groot oor en noemt men te Bentheim den steen naar de boven meegedeelde sage: de dui velsrots. Meermalen werd Benlheims burcht belegerd en in 1795 scheelde het meer heel weinig of de Eransche generaal Van Damme had het oude slot jn de lucht laten springen. Onder den hoofdtoren daarna altijd kruiltoren geheeten jverd een groote hoeveelheid^ buskruit gebracht en brandende lonten er bij gelegd, j Gelukkig gingen de lonten uit en wisten de pastoor van Bentheim en de vrouw van den Syndicus generaal j Van Damme tc verbidden geen nieuwe 'lonten meer aan I te leggen en hel slot te sparen. Het grootste sieraad van het stadje Bentheim werd alzoo gelukkig behouden. Onder den kruittoren bevindt zich de oude gevan genis. waarin eens twee ridders werden opgesloten, die him vrijheid wisten te herwinnen .door in den berg een put te bouwen van groote diepte ter voor ziening in het watergebrek, waaraan de oude burcht tevoren meermalen leed. Jaren lang reeds zuchtten deze twee ridders in hun donkere gevangenis met weinig hoop ooit het volle daglicht weer te zullen aanschouwen. Eens op een morgen kwam hun gevangenbewaarder met het be richt. dat het drinkwater verbruikt was en hij hun dus voorloopig niet van het noodige water zou kunnen voorzien. Toen boden de ridders aan een put in den berg te houwen, die altijd water zou bevatten, op voorwaarde dat de graaf van Bentheim hen na volbrachten ar beid de vrijheid zou hergeven. De graaf beloofde dit en de ridders vingen hun zwaren arbeid aan. Xa jaren werd in dc diepte van den berg de gezochte water ader gevonden en hadden de ridders daarmee hun vrij heid heroverd. Op last van den graaf werden hun de ijzeren boeien afgenomen en vielen de beide mannen vol vreugde in elkanders armen onder den uitroep: vrij! vrijDe overmaat van vreugde deed hen echter beid n nederzinken en sterven. Tot 1894 werd dc put geregeld gebruikt, maar werd toen overbodig, omdat het slot aan de gemeentelijke waterleiding werd aangesloten. In het midden der vo rige eeuw werd bij het reinigen van de put een nr.n- schenscelet opgehaald in voile wapenrusting. Va:n welk drama zou de drager van dit ijzeren kleed wel een der hoofdpersonen geweest zijn?! Dit raadsel zal wel nooit opgeVast worden. Natuurlijk ontbreekt op het oude kasteel de folter kamer niet en evenmin een oud kanon met opschrift. Elk oud kasteel schijnt zoo iets te bezitten. Om een zeer ouden steenen kruis met Christusfiguur op den binnenhof van het kasteel de zoogenaamde „Herrgott von Bentheim' ligt een partij kogels, af komstig van de beschieting in 1795 en eenige groote steenen. afkomstig van nog oudere belegeringen, toen men in plaa'.s van kanonnen, slingermachines ge- Ja, 't oude slot van Bentheim is wel merkwaardig en ligt er zoo schilderachtig, dat het ons geenszins be- 1 vreemde te lezen, dat twee onzer beste oud-HolIand- sche schilders Niklaas P. Berghem en Jacob van Ruisdael het met hun kleurrijk penseel hebben ver eeuwigd. De schilderij van RjiLsdael met berg en kasteel en mooi hout is oen waar meesterwerk. Ik vermoed dat hol oude kasteel zelf hij verkoop niet zooveel zou op brengen als deze zijn beeltenis. Hoe dichter wij het kasteel naderden langs liet voet pad, dat er recht op uitliep, hoe beter we de onder<- dcelcn konden onderscheiden 'en opmerkten, dat ver schillende bouwstijlen hun invloed bij bouw en ver bouw hadden doen gelden. Hamergcklop drong tot ons door van de werklieden, die juist bezig waren herstel lingen aan den hoofdtoren ie verrichten. Vanaf dien toren heeft men een verrukkelijk vergezicht op de om- geving van bosch en weiden, van golvende heuvels en welige akkers, van dorpen en gehuchten met htm spitse kerktorens en roodc huizen-daken. Een oud vervallen muurtje om een eveneens verval len parkje met moestuin aan den voet van den berg waarop hel kasteel is gebouwd, deed ons inzien, dat het "slot niet de eigenlijke residentie is van den eigenaar den vorst van Bentheim en. Steinfurt. Deze 1'esideert op het slo! te Burgsteinfurt, e?n vriendelijk stadje aan de Ai. cellij uren van Bentheim verwijderd. Te»;'-*no#cr het slot namen we onzen intrek in het hotel Believuc, een hu!s vol merkwaardige oude din gen on roet aan de achterzijde ©en veranda, die een ruim en schoon vergezicht aanbiedt over Bentheim» omgeving. Er waren niet veel gasten !n het hotel cn die er waren, waren pensiongasten uit Holland. Dat was nog zoo onaardig niet. M. VISSER. Wordt vervolgd. EEN VALSTRIK. Zwart i 9 r 9 9 9 9 e 9 9 lil 8! M m w i/# m fflÊa w? m $g as' imi Wit. Stand zwart. 19 schijven op: 1, 2, 3, 5 tot 11, 13, 14, 16 tot 19. 23, 24 en 26. Stand wit. 19 schijven op: 27, 28. 30, 32, 33. 35 tot 43, 45 tot 49. De laatste zet van wit is 3127, waardoor zwart verlokt werd tot een afruil van 3 tegen 3 schijnen» die voor wit zeer nadeelig zou zijn; want, oppervlak kig beschouwd, kan wit zich niet dan met groot na deel ontdoen van de schijf, die op 4 4 komt, en straka dam zou worden. Het spel liep als volgt: Wit: 3127. Zwart: 2631. 2429. 17—21. 11 44. niet! Maar wit volgde met: 37 26. 33 24. 26 17. Nu kan 433 Wit: 2722. Zwart: 18 32 21. 16 En. nu 4339. 44 Wit: 33 18. 13 24 15! Wit is nu 2 schfiven voor in een stand, die voor hem geheel gewonnen is. EEN MOOIE SCHIJF WINST. Zwart 27. 33. 22. 9, 13 tot 32 tot 36, Wit Stand zwart, 15 schijven op: 3, 6. 8, 16, 18 tot 20. 22 tot 25. Stand wit. 15 schijven op: 26, 27, 29, 38 tot' 40, 43 tot 45 en 48. Zwarts laatste zet is 1722 en nu kondigde wit een schijfwinst aan. Wit: 4842. Zwart: 22 31. 36 27. Zwart kan niet 611, want dan volgt 3228 812 kan ook niet wegens 2722 enz. Wit: Zwart: 2430. 35 24. 19 30. 3328. (Heel mooi vooraf berekend!) Op 1419 of op 13—19 volgt 29—24. Wit: Zwart: 20 29. 2721. 16 27. 32 21. 23 32. 34 12. 8 17. 21 12 en de zwarte schijf op 32 is ver- Oplossers Problemen No. 88 en 89. Bij de goede oplossers van de Problemen X*o. 88 en 89 vermelden wij nog: Jb. B. te Hoogwoud. C. L. Kolhorn, D. B., Berkhout; K. H„ Schagen van uo. 88. E C L HES' loren. Iedereen behoorde te weten <lat pijn in den rug cn de lendenen, rhewnatifi:, urinekwalen, graveel, sleen en waterzucht uitvloeisels zijn van nier- cn blaasziekten. Zijt gij u ervan bewust, dal al deze kwalen wijzen op nierziekte Zijt gij u ervan bewust, dat waterzucht, die zich gewoonlijk' hel eerst vertoont door waterge zwellen onder de oogen en in de enkels, graveel, steen, rheumatick, heupjicht, enz. allen voortvloeien uit nierziekten Dat, tenzij gij uw nieren geneest, gij deze verschrikkelijke kwalen" niet genezen kunt? Weinig menschen kennen de oorzaak van hun ziek te en zij zijn reeds tevreden als zij bevrijdworden san hun hoofdpijn, rugp;jn, vermoeidheid, urinekwo- len. zenuwachtigheid, gebrek aan eetlust, hartkloppin gen, pijn* in de lendenen of andere kwalen. Doch de pijnen koeren terug en worden erger. 'Ernstigs ziek ten. die maar al te vaak tot e:ui noodlottig einde leiden, volgen, doordat de eerste waarschuwingen, die de natuur u gaf. verwaarloosd werden. Dc nieren zijn de filters van het bloed. Wanneer zij gezond cn s'.erk zdjn. dragen zij zo-g voor de zui verheid van hel bloed. Zijn zz ziek of verzwakt, dan kunnen zij hun werk niet behoorlijk doen, uw bloed wordt onzuiver en de schadelijke stoffen hoopen zich op in tnv lichaam. Dan komen verschijnselen als de vorenstaande, daarop volgen ernstige kwalen en bij verdere veronachtzaming noodlottige ziekten. Fosler's Rugpijn Nieren Pillen genezen blijvend waterzucht, rheumaliqk, graveel, steen, urinekwalcTi en blaasziekte. doordat zij dc nieren genezen. Zij werken rechtstreeks op de nieren cn blaas, "versterken de zwakke en genezen dc zieke nieren. Zoodoend*» genezen zij ziekten, die oogenschijnlijk zooveel van elkaar verschillen, doch die inderdaad denzelfden oor sprong hebben. Een gulden regel: ..Houdt uw nieren gezond cm zij houden u gezond." Fosler's Rugpijn Nieren Pillen zullen dit voor u doen zooals zij het voor zoovelen gedaan hebben. Ix-t erop. dal de hanclteekening van James Foster op de doos voorkomt, dit behoedt u voor namaak. De echte Foster's Rugpijn Nieren Pillen zjjn to Schagai verkrijgbaar bij den heer J. Roïgnns. Toe-, zending geschiedt franco na ontvangst van postwis-* fel a f 1.75 voor één. of f 10.voor zes jlcozen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1912 | | pagina 9