Hiep rat Laad- ra Tunbonw. Be Molen van den Konden Ërond. Gevecht bij de Keeten,. Zaterdag 15 Juni 1912. 56e Jaargang. No. 5131. TWEEDE BLAD. 3e tendaiaki»geiii Inrichtingen, welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken. Burgemeester en Wethouders der gemeente Schagen brengen ter openbare kennis, dat het verzoek van Ario van Zoomen, slager te Wieringerwaard, oin op het per- coel, .kadastraal bekend i'n Sectie C. No. 1017, een slachterij te mogen oprichten, door hen is toegestaan. Schagen, den 11 Juni' 1912. burgemeester en Wethouders voornoemd,. De Burgemeester, J. P. W. VAN DOORN. De Secretaris. ROGGEVEEN. Burgemeester en Wethouders der gemeente Schagen brengen ter openbare kenni's. dat het va-zoek van Ger- brand Goèvert, paardenslager te Schagen, om_ op het perceel", kadastraal bekend iln Sectie E, n'o. 589, een slachterij te mogen oprichten, .door hen is toegestaan. Schagen, den 11 Juni' 1912. Burgemeester en Wethouders voornoemd. De Burgemeester. J. P. W. VAN DOORN. De Secretaris, ROGGEVEEN. STEKKEN VAN KAMER- EN ANDERE PLANTEN. Voor de liefhebbers van bloemen en planton beslaat fer zeker "geen grooter aantrekkelijkheid dan het zeil vermenigvuldigen en kweeken van enkele gewassen, .welke zich hiervoor, met hel oog op ds geringe hulp middelen, waarvan de meeste plantenminnaars voor zien zijn, het best lecnen. Verschillende van de mooiste blad- ai bloemplanten zijn daar zeer geschikt voor. Lenige toewijding, wat ervaring' en een zekere male van kennis van bedrevenheid jn enkele handgrepen, die tot het doel moeten voeren, ziedaar, waarover "de lïef- hcbberijbloemist in de eerste plaats "dient te beschik ken. En de gemakkelijkste manier om onze planten te vermenigvuldigen, is het stekken. Wel zijn er vele van onze meest geliefde kamer planten, waai-van het stekken alleen gelukt aan den bloemist, die in zijn verwarmde 'tabletten aan den groei kan-krijgen, wat de niel-vakman ten ©enenmale zou mislukken, doch daar naast staan vele andere planton, waarvan het stekken heel gemakkelijk gaat. Ook van deze zullen allicht enkele, misschien veler mislukken, doch de leek troost© er zich mee, dat den vakman de teleurstellingen evenmin onbekend zijn. Bovendienal- -docode.. leert men. Bij hét stekken van kamerplanten wordt van de oude plant, de z.g.n. moederplant, een meestal bebla- derd deel in den grond gezet, 't welk onder bepaalde omstandigheden wortelt en ten slotte ©en nieuwe plant lévert. "Het is evenwel lang niet onverschillig, hoe men etn en ander behandelt. In de eerste plaats neme men jonge, sappige scheu ten I>ere .snijdt"men met een scherp mes af. Flct jonge takje wordt nu zoodanig ingekort, /lat er zich van bovenaf gezien nog aan bevinden: hét "hartje, waaruil zich weer nieuwe bladeren ontwikkelen en waaruit ds jonge plant straks omhoog zal groeien, één of twee bladeren, die zullen blijven (bij planten, waarvan de bladeren legengver elkander staan, bijv. bij1 de „Fochsia' i éesi of ttvee p a a r bladeren) en een öf ttwee !die w eggesne- dem worden, wijl ze anders onder den grond zouden zijn gekomen. Men zet het scherpe mes In juist tegeii- over den voet van het blad. dus aan den anderen kant van den stengel, dan waar het blad staat en snijdt de stek glad af, zoodat 'de snede aan den anderen i kant juist onder den voet van de bladsteel, eindigt. Het onderste blad, eventueel het daarboven slaande eveneens, wordt weggenomen, zoodanig, dat alleen een klein stompje van de bladsteel blijft zitten. Bij het ma ken van een stek van planten als Fodhsia! Aucuba e. d.. waar de bladeten tegenover elkander staan, snijdt men juist onder den knoop de stek gladaf, waarna het hierbij staande stel bladieren en eventueel ook het vól gende paar op bekende wijze wordt ingekort. Bij sommige planten, die heel gemakkelijk van stek aan den groei gaan. zal het veronachtzamen van deze voorschriften wel niet ten. gevolge* hebben, dat er niets van het stekje ter, abt komt. doch de beste resultaten krijgt men toch van stekken, die op de aangegeven wijze zijn gereed gemaakt om in 'den grond te worden gezet. 'Eenige toelichting is daarom Waarschijnlijk heel nut tig- Waarom bedient men zich bij het snijden van stek ken van een scherp mes r 'Omdat men hiermede een wond maakt, die 't spoedigst geneest. Met stompe mes sen kneust men de twee scheutjes. Een van de eerste - I Feuilleton. ROMAN VAN AUGUSTE SUPPER. 5. Woest was 't daar toegegaan. Den molenaar be stierven nog de woorden in den mond, als hij als oud man, het verhaal deed. Slechts stuksgewijze, zoo als men schapen scheert,, had hij zijn, verhaal kunnen doen. Maar nog had geen der hoorders do ellende in haar vollen omvang begrepen. Ja, de oude Klotz had eens aan den kant van den weg gelegen in de sneeuw, en de Fransehen waren langs hem getrokken, naast hem neergeva'len, om nooit meer op te staan. Met zeven lanssteken, die een Kozak hem had bezorgd, lag hij daar- en dacht aan datgene, waar een elk aan denkt, wanneer hij buiten in den vreemde den dood voor zich ziet/Daar hoorde hij op eenmaal een bosch ru-ischen, precies zooals het thuis in Breithof ruisch-te. Het waterrad hoorde hij en de zagen hoorde hij door het hout gaan,. En dan zag hij een, groot e kamer met een tafel, waarop brood iag. Een reuzenbrood, zoo groot als een wagenwiel, goed met meel bestoven en goed doorbakken, zooajs alleen zijn moeder dat kon, Het brood lag verkeerd op de tafel, met het meel n,aar boven, dat moest bepaald vader gedaan hebben, die deed dat altijd zoo. Moeder zeide steeds, dat be- teekent twist in huis en zij draaide het brood om. En zoo brak door moeders overleg de strijd nooit uit, hoe dikwijls vader het ook daarop aanlegde. Naast het brood lag het kerkboek, waarin moeder 's avonds placht te lezen. Het was niet erg licht in de lcamer. Slechts zoo wanneer buiten de volle maan. op de sneeuw schijnen, zou. En de hond blafte schei buv'it.n op den hfrf. Dan kwam vader in de kamer. Hij droeg een dik grijs buis en had het geweer op schouder. Zijn tred klonk hard en knersend op het kamerzand, toen hij naar de tafel stapte. Op het gesloten kerkboek legde hij de hand en de riem van het geweer gleed van zijn schouder. Dan schoof hij het boek hard weg eu zeide luid: „Wanneer er een God in den hemel is, dan, zal hij Johannes thuis sturen.". voorwaarden nu voor het aanworlclen van ,een stek is, dat de wond overgroeien moet, d.w.z. zich bedek ken met een kurkachüg laagje wondweelsel, z.g.11. „cal- -lus' en dit geschiedt'bet spoedigst bij gladde wonden. Ter bevordering van. oallus- en wortelvorming snijdt incn af juist onder een blad, wijl op die plaats eenigö voorraad van voedsel ligt welke de jonge stek onmid dellijk kan benutten. Verder worden de bladen, die bij het iii den grond planten onder de aarde zouden, komen, verwijdert, omdat zé daar zouden gaan lollen en allicht het jonge stengeltje zouden aansteken. De behoorlijk klaar gesneden stek laat men nu een kwartier of langer, bij Pelargonium bijv. gerust ten etmaal, teneinde de wond gelegenheidte geven zich eeni'gszins te sluiten, vat alweer inrotten voorkom!. Daarna zet men ze ondiep, maar stevig in een potje met lichte, zandige aarde, of eenige bij elkaar langs den rand van een grooten pol (niet in het midden, want daar is door mindere luchttoevoer de beworleling meer onzeker). Op deze laatste wijze brengt, men in Augustus geplante stekken van Pelargonium, de ondier den naam van Geranium of .Zonale' algemeen bekende kamer- en perkpiant, den winter over. De stekken zet men op een lichte, warme plaals, doch niet in hel directe zonlicht, terwijl men den grond matig vochtig houd:. Bij sommigen is hel heel nuttig in den eersten tijd een glas over hel stekje Ie zetten om de verdamping wat te temperen. Men moet dan evenwel de druppels, die aan oen binnen kant van het glas hangen, geregeld wegvegen. Met de volgende planten heelt de beginner bijna altijd succes: Aucuba, Mcdcra (klimop, als kamerplant met bónte bladereu e. d.). Coleus, Fuchsia, Chrysan themum (vroeg voorjaar stekken van de worlelscheu- tcn van de oude planten van het vorige jaar). Tra- «lescontia (bekende hangplanl). Pelorgonium, verschil-, lende Slengelbegonia's. Miconia (bekend als kamer- klimop. veel als ihaegplant benut). Vele stekken, o.a. van Oleander, Fuchsia, verschil lende Sten gel begonia's, kan men zeer gemakkelijk laten wortelen in een fleschje met water, 't welk men in het zonlicht plaatst. Dergelijke gewortelde stekken pol men voorzichtig op. waarna ze gewoonlijk dadelijk aan den groei- gaan. Ook rozen kan men door stekken vermenigvuldigen en wel hel best'die mei zacht hout. In den zomer kan men van een uitgebloeide scheut lekken snij den van 10 e.M. lang ongeveer, waarop 3 bladeren! liet onderste wordt, zooals bekend is, geheel wegge nomen, de beide anderen worden half afgesneden. Men steekt ze nu langs den rand van een gewonen bloem pot met lichte, zandige grond, welke men uit het zon netje 'ifiocQi op een warme plaats neerzet. Het vol gend voorjaar kan ieder stekje verder afzonderlijk op gekweekt worden. Ook voorjaars laten zich rozen gemakkelijk stek ken. Daartoe verzamelt men niet le laat najaars een aantal twijgen van de zonzijde der planten, die men tot een lengte van 1520 c.M. van boven ën be neden schuin afsnijdt. De stekels doet men zoo noodig voorzichtig weg. Deze stekken bewaart men op een vorstvrije plaats in de aarde. Vroeg .voorjaar zet men de do stekken op een warme plaats in den grond, zóó, dat alleen het bovenste oog er uitsteekt. Bij droogte moet in den zomer worden gegoten. Het volgende jaar kan men uit deze stekken aardige struikjes kweeken. D. E. LANDMAN. 27 AUGUSTUS 1799. Gelijk de indeeling der gebeurtenissen gedurende eén Landoorlog steeds geschiedt door deze voor allen te classificeeren in, schermutselingen, gevechten., be legeringen, veldslagen, enz., zoo is dit natuurlijk even eens het geval met den Engelsch-Russischere inval. Het is evenwel niet dan .weifelend, dat we het opschrift boven dit stukje plaatsen: Gevecht bij de Keeten; juister uitgedrukt zou het zijn, de nu volgende ge beurtenis te beschrijven onder het hoofd: Slag bij de Keeten. Mij dunkt, een gevecht, waarbij onzerzijds .1 400 mau, onder wie 57 officieren en aan 's vijands zjde 7 00 man buiten gevecht werden gesteld, aan ge sneuvelden, gewonden en vermisten, heeft meer vau 1 een veldslag dan van een gevecht; een goede 2000 man waren dien dag buiten gevecht gesteld. In officiéél e stukken, en rapporten en in particuliere gedenkschriften wordt evenwel steeds gesproken van een" gevecht, zoodat wij ons daaraan zullen houden. Zooals voor den laveren loop der expeditie de 1 slag bij Castricum beslissend is geweest voor de En- gelschen en Russen, zoo was het gevecht bij de Kee ten beslissend voor ons. Niet alleen, dat men des avonds na een t gevecht van 14 uur en na een verlies van 1400 man er niet in geslaagd was den vijand uit de duinen te verdwijnen eu toe inschepen te nood zaken, maar men kon zelfs de ingenomen verdedigende positie bij de Keeten njet behouden en, was genood zaakt tegen, het invallen van den nacht op Schager- bïug terug te trekken en een stelling in de Zijpe te bezetten. Eén lichtpunt was er evenwel: de troepen hadden zich flink gedragen. In den beginne scheen er eenige aarzeling te besfaan: de Bataaische jagers, vlak na ae landing belast den vijand uit het duin te verdrij ven, liet zich, verschrikt op 't zien van zoo groote overmacht, schandelijk op de vlucht drijven, maar verrichtten, als 't ware om dit verzuim te herstellen, iii den loop van dén dag warè heldenfeiten. Behalve de verspreide posten in het duin, welke tot taak hadden gedurende de landing den vijand zoo veel mogelijk afbreuk te doen, waren het le en 2é bataljon jagers op de hoogte bij de Telegraaf geplaatst, terwijl het 2e bataljon der 5e hajve brigade opeeni- geu afstand in het duin geplaatst was, teneinde den terugtocht der jagers te kunnen dekken. De twee andere bataljons van de 5e halve brigade ouden kolo nel Crass hielden P°sk °1» den reelt ter vleugel van den vijand, rechts tegen de Groote Keet en links tegen de zee, hier door hooge duinen begrensd. Wat de stelling aan de andere zijde, aan 's vij ands linkervleugel betreft, het volgende:- teneinde de» vijand hier te kunnen aantasten had generaal-majoor Van Guericke order ontvangen, om het le bat. d;-.' 7e halve brigade In het duin voorwaarts van het kamp van Huisduinen, te plaatsen, met den rechter vleugel aan de zee en zich links in ile vlakte uit strekkende. Achfer dat bataljon waren écheionsge - wijze ongeveer in dezelfde richting geplaatst 5 com pagnieën van het 3e bat. der 7e halve brigade. De overigen maakten de wacht uit der batterijen de Re volutie en do Unie aan den. Helder. Het 2e bat. was mididen, In diezelfde richting naai- de vlakte '(.het Buifenveld), links van het derde geplaatst, met een schuins front naar de zee; het had twee escadrons van het le reg. cavalerie en vier veldstukken, bij zich, welke de openingen en wegen, verdedigden, langs welke de vijand uit het duin en in de richting van den Helder zou kunnen doordringen. Bovendien had de gen.-majoor Van Zuyien van 1 Nijevelt den last bekomen, om de twee bataljons van de le halv'e brigade, welke te Haarlem in reserve gebleven waren, te ontbieden, en gedurende den nacht tc doen doorma,rcheeren, en voorts om met zijn ge heel© brigade de stranden en bét aanstaande oorlogs terrein te naderen, waaruit blijkt, dat de voltooiing onzer stelling aan 's vijands linkerzijde (richting den Helder) onmiddellijk, doch aan 's vijands rechter- 'zijde (richting Collantsoog) niet dadelijk en op één maal, maar achtereenvolgens, naarmate de troepen aankwamen, heeft kunnen plaats vinden. Dusdanig was derhalve de stand der beide partijen gedurende de landing en was het in de onmiddel lijke nabijheid van het landingspunt door het terrein onmogelijk een slag van beteekenis te leveren, dit veranderde, toen de vijand meer e.. meer opdrong en men op de ruime vlakte kwam. De Bataafsche jagers, bij de landing op de vlucht geslagen en onmiddellijk daarna weer in het vuur gebracht, waren wederom achteruit op de hoofdgroep gedrongen, die hierdoor in wanorde geraakte, weinig tegenstand bood en, ondanks de aanhoudende pogin gen van hare bevelhebbers en andere officieren, na den dapperen luitenant-kolonel Luck door den dood te hebben verloren-, zich Jn de grootste wanorde schan delijk uit de duinen liet verdrijven. Dit was het eerste ernstig treffen met den vijand, waardoor wij alreeds onmiddellijk tot terugtrekken genoodzaakt werden. Het was er verre vandaan, dat het 2e bat. van de 5e halve brigade, bij de Groote Keet in positie lig gend en bestemd om den terugtocht der jagers te dekken, dit voorbeeld volgde; integendeel, de man schappen vielen met gevelde bajonet op den vijand aan en, openden een hevig gevecht; maar tegen zoo groote overmacht ten laatste niet bestand en na groote verliezen, o.w. dat van baar bevelhebber, den luitenant-kolonel Herbig, geleden, te hebben, werden zij tot wijken genoodzaakt, hetwelk echter in,goed,e orde geschiedde. -Dit was onze tweede nederlaag dien dag. De generoal-majoor Van Guericke, ziende wat er in het middelpunt gebeurde, en vreezende, dat de vijand tegelijkertijd met de vluchtende hoop mocht uitkomen, begaf zich zonder ontvangen bevel met de twee escadrons cavalerie en het 2e bat. van de 7e halve brigade in de vlakte tegenover de telegraaf en verzamelde in zijn marsch het 2e bat. der 5e halve brigade. In ons vorig artikel maakten wij gewag dat reeds in den, vroegen morgenstond 2900 mau onder Pulteney en Coote aan wal waren gezet. Natuurlijk was men voortgegaan de verdere divisies te ontschepen en generaal Abercrombie, geland zijnde en vernomen heb bende wat er reeds was voorgevallen en den staat van zaken overwegende nam onmiddellijk bet besluit Den Helder aan te vallen. Eveneens begreep Dae.n,dels dat het nu tijd gewor den was zijn, plan ten uitvoer te brengen, nl. om den vijand, zoowei in de rechter- als in de linkerflank aan te tasten, een, waarlijk moeilijk geworden onder neming, aangezien de vijand reeds geheel meester was van het strand en de duinen en reeds aanmerkelijk voorwaarts was opgerukt tot bij de Groote Keeten. j Desniettegenstaande waagde hij de kans; de twee bataljons jagers, die hij nabij de Groote Keeten weder in slagorde verzameld bad, plaatste hij op de flank, in de hooge duinen aan het begin vau den Zand dijk. Hier veroorloofde de weinige ruimte niet, om I meer dan twee bataljons in front te plaatsen en deze waren het le en 3e van de 5e halve brigade, waar mede de kolonel Crass, ondersteund door cavalerie, en ,twee stukken dier rijdende artillerie onder bevel van kapitein d'Anguerand, den aanval beginnen moest terwijl achter deze eerste linie nog een tweede en derde volgde, samengesteld uit de' bataljons der bri gade van den generaal-majoor Van Zuyien van Nije velt, naarmate die aankwamen en elkander opvolg den. Met uitstekend beleid en, in de beste orde werd de bevolen aanval door kolonel Crass uitgevoerd; zijn j beide bataljons gaven een voorbeeld van de dapperste standvastigheid en wonnen aanvankelijk op den vijand meer dan een half uur gronds, maar langzamerhand werd voor b-fen het slagveld ongunstiger; zij moes ten voor de open duinvalleien verschijnen, die door t zijn cavalerie ■de paarden tot l zonkeneen welke iiici de .siukken kon henou- ecn ontzettende ertiami tien g&- Johjjnn.es Klotz met de zeven lanssteken hoorde dat heel duidelijk en, toen hij zich klagend omdraai de en zich er over verwonderde, dat zijn vader God in den mond nam, wat hij nooit deed? zag hij drie Kozakken aankomen, en die lui.,zetten oogen als duivels. De kerels vloekten op zijn Russisch en stie ten d an gewonden Johannes met hun geweerkolven, En terwijl hij zich verweren wilde met het laatste over schot van zijn kracht, om zich niet als een hond door die beulen te laten ombrengen, toen schreeuw de een hunner heesch als een raaf: „Wat heeft je vader gezegd, Napoleonshónjd?" Op zijn Russisch schreeuwde hij dat natuurlijk..En i wanneer Johannes Klotz, naar gebruik zijner familie, niet op de stadsschool was geweest, dan was het n,u ir't met hem geweest. Maar hij had nu Russisch ge- i leerd en. hij verstond de duivels nu heel goed en hij schreeuwde hen in het Russisch toe: ..Als er een God in den hemel is, dan zal hij mij thuis sturen.'' En toen zij dat, hoorden pakten .zij hem heel wild aan, grepen hem bij zijn armen en sc-iouders, en duwden hem voort en dreven kern ajs' een schaap voor zich uit den straatweg langs, waar de dooden bij tientallen waren neergevallen. Steeds verder joe gen zij hem door het ijskoude land, waar het bloed op den, grond vastvroor, zoodat het wel leek alsof de dood zich met rood© klauwen aan de aarde vast greep. Dagen en nachten lang joegen de ellendelin gen hem voort en dan lieten zij hem op zekeren dag als een bloa aan den weg neervallen. Tóen gebeurde er lang niets meer. Maar op eens was er een grauwe schemering en daaruit leek wel een vrouw op te doemen met grijze, 'slordige haren. Later brand.de er eerC vuur en zwarte schapenvellen lagen op en onder Johannes Klotz. Dot ging lang zoo voort. Dan was er weer eens iets, dan weer niemendal. En op een goeden dag bemerkte Johannes, dat, hij luizen had. Toen is het tot zijn hersens doorgedrongen, dat hij nog moest leien, want luizen zijn niet op een doode. En wan neer zij er zijn, heeft hij er toch beslist geen erg in. Schaamte en afgrijzen zijn er toen over hem geko men. Want hij was altijd een heldere, flinke vent ge weest. Na eerst op zijn voeten te zijn gesprongen, heeft hij zich geschud als een natte poedel. Dan had hij eens om zich heen gekeken. Iln een keet was hij. Schapenvellen lagen op een brits, dicht bij een haard. En een vrouw met witte haren zeide hem, dat hij op Duitschen bodem was. Hij vroeg de vrouw waar de Kozakken waren, die hem voor zich hadden uitgejaagd. Maar de oude lachte en ..wist van geen Kozakken af. Alleen was hij komen aanzwaaien. als iemand, die dronken waas. Maar zij bad wel ge zien, dat dit niet het gevolg was van drank, maar van bloedverlies, koude eu ellende. Toen had zij heni ónderdak gegeven en eén bed. Steeds had hij in koorts gelegen en telkens weer geroepen: „Als er een God is. zal hij mij naar buis sturen." Op een. wonder lijke manier had hij da;t steeds weer geroepen. Klotz verklaarde haar. dat dit zeker Russisch was geweest. Maar zij schudde het hoofd en lac-hte. In, Jacobshof, Breithof en Hohenweiler gold 't voor waarheid, dat de stadsschool en het Russisch Johan nes Klotz uit de klauwen van den dood hadden go- red. Nu echter zeiden zij, waren het andere tjjden. Nu had men geen Russisch meer te leeren en de school van Jacobshof was zelfs voor de molenaars van den Kouden Grond goed genoeg, vooral nu men een jongen schoolmeester had, die verderop wilde en de kinderen dingen leerde, die een professor n.iet behoefde te weten, laat staan dus van een boer of een houtknecht. En verder moest men, wanneer men in, nood verkeerde. God om hulp aanroepen, en zich niet op zijn schoolkennis verlaten, aldus redeneerden de Jacobshofers. Ook de tegenwoordige Johannes Klotz was bij het leger geweest, evenals zijn grootvader. Maar geen Napoleon had hem meegesleept naar Rusland. In vreedzame tijden droeg hij zijn kleurig pakje en liet hij zijn sabel rinkelen, wanneer hij met verlof kwam. Van lanssteken en, bloedvergieten was geen. sprake geweest. Ja niet eens van een soldatenheimwee bad de ulaan, last gehad, want een volle geldbuidel helpt een meusch over veel verdrietigheden heen. en maakt het verblijf in den vreemde veel aangenamer. Toen de tijd om was, kwam Jobannes thuis, nam den molen en den houthandel over, en dat ging hem gemakkelijk, omdat de vier of vijf doode zus ters, die nauwelijks op de wereld waren geweest, geen aanspraken deden gelden. Scherp greep de jon ge man in en al heel spoedig gold hij in den gan- schen omtrek voor een driedubbelen Klotz, dien de haver stak als nog geen enkele. Maar dat ontkende niemand, dat hij zijn mannetje stond als de beste, het groot getal vuurmonden der neerbooten i/ suckeu werden cu w dige slacuting teweeg gebracht we De onderneming, oie dc koten©: beproefde, mislukte geheel, aoögC7 aan tien buik toe in hel mulle gelijk lol was vier ai'iijlcr.e ijcsc.kj grootste moei'je nauwelijks hu. UCil. Kolonel Crass, van alle kanten vlo overmacht aangegrepen moest iangzt wonnen grond weder prijs gaven e.i aanhoudend temde. na een schrikten'end verlies, witter in zeer goede orde. de wijk nemen. Onze derde nederlaag dam dag. Le iuit.-gcn. Daemiels liet achtereenvolgens dezen aanval ondersteunen door het le bat. van de derde, het 3c van het lc en hei 3© van do 0e halve brigade, welke, het éen na het ander, tegen den vijand oprukle. Ondanks de grootste standvastigheid en de boven allen lol verheven dapperheid, na nu eens grond gewonnen tal dan. weer verloren te hebben, wa.cn zij evenwel verplicht het voorbeeld der 5e halve brigade le vol gen en zfah langzaam op de Groole ivee.cn terug lc trekken, /ij waren, gezien hunne verliezen, bizon der door het scheepsvuur teweeg gebracht, bijna tot nul herleid: was hun gelal door fiw groote aantal ge sneuvelden en nog veel meer gekwetsten reeds geducht verminderd, het aehlerwaarlscii brengen dezer iaatslen was. op het aantal der overlevenden van zeer veel invloed; bij deze werkzaamheid sneuvelden" nog me nigeen. /ion we dus Ier linker vleugel des Bataafschen legers lot "Viermaal toe eiken aanval door de vijandelijk© le gers afgeslagen, wat gebeurde er inmiddels aan den rechtervleugel, d.t. naar de zijde van den Helder i We 'hebben gezien, dat de luit.-gen. van Guericke zonder bevel, met een gedeelte zijner troepen de s!•_'•!- ling van Huisduinen verlaten had eu zich in het Koe gras. tegenover de telegraaf, na het 2e bat. van de 5e halve brigade aan zich getrokken te hebben, ge plaatst had. Dit veld, liet Koegras, thans geheel droog gelegd, was toentertijd bij vloed voor een groot gedeelte ondergeloojKan en van kreken en slootcn doorsneden. Bovendien was die vlakte nog van den Zanddijk cu de duiften door een groole. broede sloot, langs dien dijk gegraven en slechts op weinig .plaatsen onderbroken,- afgescheiden, en in dezen stand moesten nu aan Vau Guericke de bevelen van den opperbevelhebber loc- komen. Groote omwegen werden daartoe verei'scht en wegens het daardoor nog .grooter verlies aan tijd, kwamen d:e bevelen aan den gcncraal-maj. te spade toe. Hij kon, zeil achter kreken en slootcn verward en in zijn bc- I wegingen belemmerd, aan het centrum der beweging, nabij de telegraaf, geen ondersteuning door zoodanige afleiding, aan den kolonel Crass toebrengen om in «.lat gewichtig oogesiblik zijn behaalde voordeelen tegen de vijandelijke overmacht te kunnen behouden en ver der door te zeilen. Vandaar diens nederlaag; zoo wa ren alle omstandigheden als gevechtsterrein, troepen sterkte. enz. t^en het Bataafsche leger en in het voor deel van'den vijand. Geen wonder dal die dag ons groole verliezen bracht. Het doel van Daendels om den vijand gelijktijdig in het front, de rug en de flanken aan te grijpen, was alzoo verijdeld, een doel, dal deze bevroeden moest en ook werkelijk voorzien heeft; trouwens de geheel.' 4e brigade der Enrfsischen. met een gedeelte der ie en 2e stonden met Tiet front naar Huisduinen gekeerd., in de vereischte stelling, om elke onderneming vau Van Guericke, dien zij in macht verre overtroffen,, met gerustheid te kunnen afwachten. Daendels, inmiddels overtuigd, dat alle verder aan te wenden pogingen om den vijand uit liet duin en van de stranden te verdrijven, vruchteloos zouden zijn en geen ander gevolg konden hebben dan de algeheel vernietiging zijner krijgsmacht, besloot na die reek* bloedige gevechten, die van den dageraad af tot s n middags 6 uur (volgens Eng. bescheiden tot 1 um gduurd hadden, zijn oorspronkelijke stelling aan ü- roote Keeten voor het overige gedeelte van den ch.g le hernemen en werd daarin door den vijand, wiv.i het aan kavallerie tot vervolging ontbrak, niet vt hinderd. In dezelfde stelling 1rok zich. vervolgens o .k de geu.-mai. Van Guericke met zijn beide bataljons, vanuit hel Koegras terug, zoodat-er van de Balaaisdier legermacht niets meer buiten bleef dan het lc en 5© bat. van de 7e -halve brigade onder bevel van kolonel Gilguin aan Den Helder en Huisduinen Jiggend. Daendels. overwegende dat deze tegen de telkens' toenemende overmacht van den vijand niet zou ku.uun stand houden, overwegende dat ook de batterijen aan den Helder niet geschikt waren om garnizoen le ont vangen en zij' bovendien, volgens het oordeel van den vlootvoogd cm de scheepskapiteins zelfs niet in staat zouden zijn om den vijand liet opzeilen naar de rce-.io te Beletten, zich bewust zijnde, dat, indien dc vijand slechts in de vlakte van het Koegras uil de duinen mocht afdalen, de terugtocht aan deze bataljons zou zijn afgesneden en zij: gewis verloren zouden zijn, be val den kolonel Gilguin de 86 stukken op de bat; rijen de Revolutie en de Unie te doen vernagelen, Ie ammunitie onbruikbaar te maken en met zijn tir-- pen op den andenen vleugel van de armee, dus bij <U> Groote KeeVen, zoo spoedig mogelijk de wijk te n.r men. Deze haastte zich het ontvangen bevel ten uitve le brengen, doch was genoodzaakt, wilde hij niet in 's vijands handen vallen, met zijn manschappen ecu rente le nemen achter het Buiten veld. om. Gedurcndo dien versehrikkeïijken tóch lel ijken tocht was het volk genoodzaakt tot aan den buik door'lu i water en iiti slijk te gaan. waarbij niet weinigen het leven lieten ó:i in t Koegras versmoorden. Ook een paar veldstuk je* en dat bracht, vastberadenheid en energie zijn karak tertrekken waren. Molen, houthandel en bosehbonw* bloeiden onder zijn sterk en krachtig beheer en «r was een welslagen in at zijn ondernemingen. De oude molenaar, een grijze, maar nog flinke ma::, trek met zijn kleine, misvormde vrouw nu?..- w i pa .r bovenkamers, las couranten, poetste zijn gewver c;v was vau den morgen lot den avond in he.i bosch. tenminste ais "het maar eventjes weer daarvoor \v.t.. De misvormde molcnaarsvrouw had haai- stille oogen overal, ook out nog op haar ouden dag. Het waren' zorgenvolle, beschermende en ook het ivreneu-gawen- de oogen. Zij sprak weinig en niet luid. Maar steeds duidelijk en beslist, zoodat tiaar woordea als wegwij zers waren. Zij deelde niet de nieeniug van haar man: dat het soldaat-zijn den mensch rijp en klaar voor het levai maakt. Dikwijls, wanneer haar stille oogen haar zoon gade sloegen. die op hooge laarzen en in een grijsgroen buis als heer-en moester over den hof liep. kwam er een groole verwondering over haar, dat deze gestalte voor de tweede maal op de aarde rondging. Zoo was voor jaren Ihaar man geweest, zoo groot, zoo breed, zoo bel van oog en van zoo tro'.sdhe mannelijkheid. Een angst, een onbehagen steeg er in haar op. In het teven van haar man was zij binnengetreden. Zij. dte toen een jong, mooi meisje ivas. Al was 't ook eerst een slappe teugel, dien zij- in handen kreeg, zoo lukte het toch om de wilde vrijheid wal te beperken, die dezen Klotzen 'van den Koudcti Grond zoo lief hadden. Haar liadden dikwijls de handen gebloed. Maar wie zou de kracht, wie den moed. wie hel uithoudingsvermogen hebben, en het onwrikbaar vertrouwen en geloof, die nu noodig waren, opnieuw, voor «lezen zoon Wanneer de oude vrouw tegen haar man een zor gend woord zeide. dan lachte deze. „Laat hem begaan, hij is een Klotz. Die springen in tuig als jonge heng sten. Wanneer er een berg koml, doet 'hij wel lang zamer.' De oude vrouw liet de woonkamer schoonmaken en opknappen, alsof er morgen met den dag een jonge molenaarsvrouw zou intrekken. Zij zag een onweer broeien en wilde bliksemafleiders plaatsen. Op de hoogte, bij de steengroeven, waarover aller lei booze vertellingen 'de ronde deden, liet de jonge molenaar jong hout planten. Vrouwen en meisjes van Breithof en Hohenweiler hielpen daarbij in dagloon.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1912 | | pagina 5