MARX.
De Molen van den Konden Grond.
fi
ül
Zaterdag 20 Juli 1912.
5(ie Jaargang. No. 5151.
TWEEDE BLAD.
van inkomt,!" Maar het middagslaapje lukte «ietvan af dc sofa
Ridder Tromboni kon een oogenblik niet sproken zag hij door hel venster zijne arisUKB^tisehc pijiv
van verontwaardiging. Toen viel hij uit: booinen geveld, lior 1 l""*
„Wat?..Een, gezin voort te heli>en; 'n luien Engelsolue hamers.
ikwujongen werken, te loeren, en, dan beschuldigd te Blik kwam waarschuwen dat liet lijd wis \oo: J
worden, van uitmergeling!" dagelijkscho jacht, waarbij de ridder in zijn eigen parg
Boos stond hij op en ging zijne zuster roepen, op musschen schoot: war.cn die er nic.. dan niik.e
die in de keuken bezig was uan het klaar maken bij op vleermuizen .Maar dien avond mngrn de mus-
van 's broeders lievelingsgerecht. Zij kwam dadelijk schcn ,dank zij Marx, naar bed, zonder gedecimcvii
eene vrouw, zooals er nog enkelen gevonden worden, te zijn.
bestemd om mannen gelukkig te maken door kraak- De zuster kwam binnen, statig en afgemeten
zindelijkheid en zuinig overleg; zij had in een twln- ..Die nam is terug geweest zei zij kortaf
tlgjarig huwelijk, daarna In een tienjarig samenwo- ..Wie.'' Die Marx? riep hij. psprinjjend. ,,Wat iu-.
uen met zijn broeder daaromtrent aan hare bestem- hij gezegd r Wat heb je geantwoord'?
ining voldaan. ..Ik.' k Heb gezegd dut hij voor mijn part twee
i Na het vreeselijk verhaal van Tromboni nam zij werkplaatsen mocht bouwen. Ik zal hem werk ge-
Marx van 't hoofd tot de voeten op, en zei kortaf: vcn-
I „Wel, als die man niet tevreden is, laat hem dan' >,En hij:
den jongen meenemen,; wij krijgen wel een ander.", ..Maar begrijp je dan niet dat hij probeerde of je
Hi.st Koffr^,ip En 2Ü ging weer in huis. bet wou alkoopen Jk heb hem eenvoudig het hek
dicht begroeide Je hoon mevrouw zegt?" gewezen. "Verder niets: geen woord
Heer Marx scheen echter niet van plan dien wenk "!';n. zei ^hij:.' hoe hield hij zich
pensioen, dat op Augustus te 's-Gravenhage zat ge-
boudeu worden, werd medegedeeld, dat tot nu toe 76
hoornen geveld, hoorde hij het metalen geluid v.m <E- bonden en vereeii,igingeii (waaronder enkele politieke
a a 1 O n .j tiil vil II
,,Dat is afgedaan; maar nu, mijnheer de graaf,
moet Ik nog het belangrijkste zeggen." En daarna,
op onderdanigen toon: ,,Ik heb u een gunst te
vragen."
„Lont eens hooren... als hel kan heel gaarne."
Jleel gaarne, wou eigenlijk zeggenalles be
halve gaarne. Maar Tromboni herinnerde zich dal
Uit het Italiaansch van
ALFREDO PANZINI.
Mijnheer Tromboni zat onder de
veranda van zijne witte villa in zijne lectuur ver
diept. Een klein, keurig net heertje; alles aan hem
was wit-kleeding, met das incluis uitgenomen het l
gezicht dat roodachtig glom en, de schoenen, die echt
Nubisch zwart gepoetst waren- Blik, een weldoorvoed,
zwart, maar niet gepoetst hondje, blafte uitdagend.
De goed verzorgde, dunne, witte vingers van Trom
boni werden in het spelen met een wit, vouwbeen ge
stoord door eene stem aan het hek.
Een leelijke, somber kijkende man, blootshoofds,
zonder echoenen of kousen, stond tegen de blinkend ilo°®Seplaatsl persoon 1.1 c.„ plccliüoe spêeth tfci
de graaf z SWWT '.M, C" TocS hShtdc
..Wel twee, desnoods, maar ik ben geen graaf, i 'j i >1111.1,1
rr>1-, j,- had li 11 den man wel beduid, dat hij niet ri k
orde lfad,! niet van adel was. ee™ ndder" f" •""JP"' Ti,*" "S W'™
„Ach, voor mij zijn. a,le heeren «raven,. de SS
R n zijn deel van „de voogdij over de rechten van het
proletariaat" op zich le nemen. En dus
„Laat eens hooren waar het om. gaat.'"
„Ik ga niet terug naar Zwitserland...'"
„Ui Is lek end'", d. w. z. allerakeligst: want op dat
het: „Proletariërs, 0zou ridder Tromboni met genoegen aan
altijd geknield hebt; staat \jarx een Spoorbiljet tot Chiasso gegeven hebben.
fitaaafn 66 reUZ61^ m V® ",k b¥ hicr' en ho°P <tal u ^,l armsn P'°,e-
tariër wilt voorthelpen door hel dak van een klein
„U heeft, begon de proletariër op knorrigen toon. op liwen ,£inmuur te ]a!eil ruslendaardoor
9 „een jongen ip uw dienst spaart u mij hel bouwen van één der vier muren
„Dat is zoo. Maar wie bent u? Tooh met een van up JWrijpt 11?"
de Fasquivellt's, mijne bureirt Die ken, ik allemaal; fmmboi!i begreep; maar een armoeiig hulie tegen
maar u niet. Met welk recht mengt u zich in zaken Mn 2i|ncr )xxlicr, slc!ljR j, acsll5lisc|le [ijSen
tueschen mg en die mensclien? ,an zijn viHatje
De Pasquivelll s waren een arm gezin dat woonde Waarom, en wat wil je daar bouwen?" vroeg hij
JJL in jeen opder groen verborgen hutje, op een erf, verschrikt
is i STS4 aaa ieu TIiSSn tu.ln„Ta". riddïr T°m- ..Itene wcrkplaols. heer graaf. Ik ben smid, en wil
boni. 3>oor een der jonge Pasquivelli s 111 zijnen dnenst daar aan 't werk gaan. Van den ochtend tol den voor mijn part; ik heb er niets
j» te nemep, waar het luie jonöemensch onderwijs kreeg avomi mocl j^. op mjjn aanbeeld slaan; ik heb een ,,En ik zal den heelen dag op het aanbeeld slaan
'\de earste beginselen van tuinneUieid meende hij staIcn aanbeeld, dat beter cn haixler zingt dan dc zei Mare boos.
het gezin, eene weldaad t© bewijzen. Dien middag klokken van mijnheer den pastoor: en vier Engel- al sloeg je den heelen nacht er bij door; 't
Iftf 'iOU hy la'erk.fnt zich vergist te hebben. SC]1C hiamers. die slaan er op los dat het een lust is.';
lö; ii, Z+ VOOr1* r.eeixS Z(f ma.n" .••°mdat „Nooit! dat zat nooit gebeuren: mijn muur is van
f to Zwitserland, waar ik in eene mjj niijn eigendom!" viel dc ridder woedend uit.
a rie wer - „Geen quacstïe van steun op mijn muur. Van werk-
A'oor piaats|"
laan, onverschillig rondkijkend in die goed georden,de,
glimmepde, geverfde, geverniste, gebloemde deuiglieid
,,lk ben arm, en, heb geen tijd om netjes te zijn."
Het argument was ad hominem, en ridder Trom
boni gaf hem, zonder antwoord, eene tabouret. Maai
de man, misschien denkend aap het:
gij zijt klein, omdajt ge
partijen) en 38 bondsafdeelingen zich ais lid vun
het congres hebben doen inschrijven.
Het woord zai gevoerd worden door inr. Gwen
F.vans, lid van de Eighty Club t<? .Londen, over de
werking en de beteekenis van. de Old Ag es Pension
Act 3 908; door den heer Teenstra over de vraag:
Wie krijgen in het out werp-Talma geen staats pen.'
sloen?; door den lieer Hans Anderseu, burgemeeKter
van Rangers (Denemarken) over: Subveiitiotis a
la vielllesse en Dancmark; door Kiika (uiej. v. d.
Vlies) over: Staatspensioen en Christelijke liefde;
door dr. Gustav Bang. -uit Kopenhagen, en oen bonds-
spreker. In %de avondvergadering zaj mr. Troelstra
het woord voeren.
OVERREDEN.
Door een goederentrein op de lijn Wa- •ningeti—
Ede werd gisternamiddag op 5 minuten afstand van
eerslgenoemd station de 85-jarig_- weduwe E. geb. S.
aangereden, met het treurig gevolg, da! beide becncn
wenden verbrijzeld.
Met slachtoffer, dat hardhoórig is, woonde in een
huisje aan de tramlijn, dat zij hij het naderen van
de tram juist verlaten had. Hel was onmogelijk de
machine op zoo korten afstdhd tot staan te brengen,
waardoor een aanrijding met hel vrouwtje, dat de
rails wilde oversteken, onvermijdelijk was. Het trein
personeel /Jat geen schuld heeft, 'trachtte nog door
schreeuwen de aandacht van de wed'. E. te trekken,
doch door hare doofheid bleef dit doelloos.
IX* politie, die spoedig met een brancard ter plaatse
„Hij mompelde iets, en is daarop heengegaan."
„CkkI, Goal Wat heb je gedaan! Je liadl hem 1c
vriend moeten houden; je hadt met goedheid, met
vriendelijkheid, moeten probeeren tot een vergelijk té
komenden weg naar zijn hart zoeken, dat was de
ware manier. Die Marx..... hij is in staat een oorlog
uit Ie lokken. Denk eens aanMarx, die naam:
Karl Marx. die vrecselijke socialist....''
„Wel neen. Marot Eenvoudig Marei"
„Wal Mare?"
„Ja. Mare! Ik heb dadelijk naar hem geïnformeerd.
Zoo noemden ze hem in Zwitserland, daar konden ze j was. vervoerde de* getroffene naar de inrichUiK» Zié-
nict terecht met zijn Italiaanschen naam, cn nu kenzorg". waar zij enkele uren later overleed*
spreekl hij dien weer op zijn manier uil. met een s DE HUNNESCHAM8 BIJ HET IDDELEIOIEER.
„Zoo! Mooi zoo!*' zei Tromboni, die het schrik- Xu"deConurnvin^cn^door^Ir*
Marx 2-18 vtrdaiJ"en- "Maar diractenr vaThct fu?ksm„Seura 'von Oudheden iTEh
„Etat mi wd *00 zij": maar in elk geval hij hc"gc°n'™aa<?o^'L^Su d^H^ScE^ondS, i!"
S rmedheü.Soi Vanh
<lnt hij den heelen dag in de herberg zit. Heb je niel cn inct'eenige to|»g^fiSche kAnrltS^SonSS^^ï>'a
aan zijn gezicht gezien dal hij een dronkaard is?' ^iin .1
Ridder Tromboni voelde zich herleven. hebbende or^de ononvinowi _.n -1^, i_,'1
„Manr je hebt dal zaakje lOUIekcnd behandeld; Zoo l£!L.i^Pn?!5!.a
had ik het ook willen aanleggen: eerst informaties
nemen naar dat individu. En dan ook, is dat nu eene
plaats voor eene smidse? Als het nog aan den groo-
ten weg lag; maar hier!"
Den dag daarop meldde de ijverige smid zich aa.n
bijl Tromboni's villa.
„Ah zooT' zei de heer des huizes spottend, maar
lieeL zeker van zijne zaak. „U komt voor die werk
plaats, niet waar? Wel, bouw er twee, ja honderd
zijn jouw armen, niet de mijne.'
„Ik ben eerst naai* u toe gekomen, uit beleefdheid!;
omdat ik weet dat u, heeren, fijn verwende ooren
hebt."
„Maar ik hoor heelemaal niet scherp".
„En mevrouw de gravin?'"
„Mevrouw is nog doover dan ik, beste vriend. En
zei de man,
ik pas terug beu uit, Zwitserland, waar ik in
fabriek werkte."
„Uitstekend!" De naam van dat land
Oen ridder oene herinnering aan de meest ideale. - 0al fa lc jk VIWar een gunsl. U weigert
rnenschwaardige zaken: orde. reinheid, eerbied voor mji ,|ie. Dun honden wij oiS aan de wei. De 'vel
I tv eU a oera>Q,ums voor de vensters. /c„;{)p metera afstand* van uw eigendom mag ik daarbij, als het ons niet meevalt, gaan wij erge 11^
„ik ben de oom, zoo goed als de vader van uwen bouwen. Ik ben smid van mijn ambacht; ik leef niet .anders wonen; dat is geen bezwaar.'"
Dealende, die een wees is. Ze noemen mij ook Marx; van m,jjn- renten. Denkt u heusch dat de wereld al- „Heel goedl Morgen begin ik te bouwen. Maar <lic
vraag u maar naar Marx; iedereen kent mij." )een bestaat voor u. voor de heeren r En dan nog pijnbopmen moet u laten vellen.'"
1 „Marx. vroeg ridder Tromboni, met wijd open, iets!' „Natuurlijk, als je in je recht bent; eerst moet jij
Tr^g.®nde °°SeA- Die naam was voor den ridder een „Nog iels?'" vroeg dc villa-bezitter, stom verbaasd, een expert benoemen; ik zal ook mijn advocaat, mijn
schrikbeeld: Karl Marx, de verwekker van, Marxis- 'k Bedoel niels kwaads, lieer graaf, maar uwe ingenieur als expert nemen; wij laten opmelitigcn
ten,tsocialisten, internationalisten, sabotage, werksta- pjjnboomen benemen mij 's winters de zon; 'szomers doen; en wordt u in het gelijk gesteld, dan ga ik er
kingen, allemaal dingen die eene totale verandering wordt het water van mijn pul bedorven door de af- over procedeeren. Is het zoo goed, heer Mare? Maar
m het aanzien der wereld moesten brengen.. Daa* vallende naalden.' 1- 1 »-
„Nu, val zou dat?'
hoewel doodsbang voor dien Karl Marx, vond hij
toch veiliger met dat gevaarlijke personage op vriend- I11WV.
1 'seh appel ij ken voet te verkeeren, en had zich in het bakken. Dat is ook volgens de we!. Meet u
ts? fuMjM mms isföïrS»* As» 1
I mocl joo vriendelijk zijn dio dennen om 1e Zou u niel van mij: dal lapje grond Willen koo- „„„„j,,,, cll „?elke n(t lKra, wa?cn oJSoSw i'
„«leken. Dat is ook volgens de wet. Moet u maar na; u pen, om Tiet zoo maar eens te noemen; dan kon u do ,}jj enkele van di- h.ii/-n -/iin «rV"v -n ,i
eldj abstracte een soort socialisme of marxisme aa,nge- zien dut die boomeji. in plaats van 3 meiers, 2 me- hoornen houden." itjji_„i. °'!1
de Oud-Saksische burcht, benevens het afgietsel van
een lijk. in gehurkt zittende houding, in een van
dc onderzochte graven gevonden en een model von
een der koepelgraven.
De waterstand van het Uddclermeer is blijkens da
gevonden veenbeddingen vroeger ruim 1.70 M. hoo-
ger geweest dan thans .-Do gracht, die vroeger voel
dieper was dan tegenwoordig, was toen lot mans
hoogte gevuld met water.
De uilgangspoort van dc burcht was door met lich
ter zand gevulde paalgaten duidelijk aangegeven. Ken
aarden dam. nog aanwezig, voerde in de poort over
de gracht. De vroegere constructie van den wulmnur
werd door üwarsleuven erdoorheen onderzocht. Hij
bestond uit een plaggenbouw als kern. waarop een
dubbele palissadenrij stond. Deze palissaden rij was door
dwarsbalken verankerd.
Builen de Hunneschans ziet men lage aarden wal
letjes erop aansluiten en zich in rechte richting uit
strekken. Voor deze walletjes bleek over de gëhcé'ê
uitgestrektheid een palissade te hebben gestaan, waar
voor de met donkere aarde gevulde greppel zich dui
delijk in de lichte aarde afteckende.
In de Schans werden twee soorten Saksische wonin
gen gevonden. Tevens werden er ronde aschhaarden
gevonden, waarin de resten der houtskolen nog duide
lijk zichtbaar waren. Bij elke aschhaard bevond zich een
paalgat, waaruit de conclusie mag getrokken worden,
da! over die stookplaatsen heen teptvormige hutten
hebben gestaan, klaarblijkelijk in den vorin van li
in de kast opgestelde huturntje. Verder gaven <L*
schaft. „Het socialisme vervult eene rol in. de ge- ter 75 van mijn erf af staan. Maar wij zullen bet „Dal is een "idéé als een ander", zei Tromboni uit
UÜS schiedenis," had hjj in zijn© courant gelezen, en, eikaar daarover niet moeilijk maken; we zijn alle- tle hoogte, „maar u moei dat met mijn advocaat be-
ie8: di.eri zin' herhaalde hij op gexaghebbenden toon tegen maal goede christenen en willen goede vrienden blij- spreken; ik bemoei mij niet met zulke kleinigheden..
zijne met hem wonende zuster -r— die voor werksta- ven. maar... alles moet volgens de wet.' O. .goed dal ik er aan denk; hier is het maandloon
I kingen even, bang wa,s als voor stof op hare meubelen, Eu Marx ging been: ridder Tromboni was te veel van je neefje; je kunt het jonge miensch. nu flink,
en spuwen op den, vloer - en tegen zijne vrienden, uit het veld geslagen om hem terug le roepen. goed gevoed en dik naar huis meenemen.'
die eigenaars waren van, uitgestrekte landerijen en Op dat oogenblik kwam zijne zuster zeggen dat de „Als u er nu eens twintig lire van maakte!"
ien ?roote vllla'.s: .-Bah, het socialisme vervult eene rol Socp op tafel was; die heerlijke, krachtige soq>. „Ja, hoor eens. dat zijn ook zaken, waar je met
in de geschiedenis"; maar in zijn hart zei hij: waarvan haar broeder zooveel hield. Maar dien mid- mijn zuster over moet spreken. Maar ik heb
„Ik voor mij leef zoo secuur als in een ijzeren dag smaakte ze den ridder evenmin als het kostelijk tijd meer, je ziet. ik ben druk bezig",
kooi; ik bezit niet meer dan, 9000 vierkante meters, gerecht van zelf gescholen, keurig met wijn toebe- In- den No'ordw©cihnAl"'"ïxw7 .T"-'
en mijne villa is precies groot genoeg voor eigen ge- reide musschen. Zijne rust was weg! Ach ja, dat Mare ging heen. ernstig kijkend op het mooi glim- huttendornie gevonden Da t*- li«»n i^-n a^i f' 1
is de ironie van het lot: de menscln die vast beslo- mende brielje van tien lire. dal uit Trombom's gc- vt)nnS ku1lef in (Tn
Op zekeren dag n.1. had hij geprobeerd de opper- ten is altijd in vrede te leven, vindt oorlog bij eiken parfumeerde portefeuille was gekomen. hutten hadden tfps'mn rif. l- ntan^^L-iEn i.u
vlakte der aarde te verdoelen onder de gezinnen kleinen tegenslag, terwijl hij, die bij oorlog is groot- Ridder Tromboni keek hem van ter zijde aan. en jui. in hutten ie v©rhliïvi-n r»n Ar- i
die daarop woonden, eu had toen ontdekt, dat hij. gebracht, luchtig over de kleine t^enspoSlen heen- zei J)ij zich zeiven: i duiddHk te ^doEe
als het ooit tot deelen kwam. zijn© 9000 vierkante glijdt. „Ja? waarde vriend, er is misschien een tijd ge hnlkül^ waaVbo^ Jrlnl? ZLS? te?
meters zou moeten ontvangen, niet weggeven. be zuster keek hem medelijdend aan: ach!, hij was wcest. dal de heeren nog slaperig onnoozel waren, 0 v v
Dat was zeer geruststellend. z?o goed. hij had zoo'n gevoelig hart; en nu die maar als jelui wakker wSnit worden wij ook wak- begaven ^nf^ie 1 Sin
akelige, ondankbare mensclien! kcr !En dan... met v^ praatjes een paar warden, aanwezIff wareu van heie typi6che aardeWerk. o«k
korUf cn duidUljk- in Drenthe gevonden, dat kenmerkend is voor
Daarin lagen overblijfselen van lijken,'En gehurkte ho -
-ding, vuel de kneéin opgetrokken. Op de tentoonge
stelde foto's zijn duidelijk die lijken te 2ien, terwnl
van een dier lijken, zooals gezegd, een afgietsel in
gips genomen is. dat mede wordt geëxposeerd.
Binnen en buiten de schans werden resten van een
praohistorischen rondbouw gevonden, waarin de met
donkere aarde gevulde palissadengrcppel duidelijk >ioh'-
nu mv-n baar was' '^ezo rondbouw Ls uit dezelfde cultuur ais
nu gw. de koepelgraven buiten de schans, gelijk blijft uit
het voorkomen van hetzelfde soort aardewerk daarin.
irec
hes
ïaai
s h
ceg(
Intusschen moest hij voor 't oogenblik de zaken
bespreken met, dien man die Marx heette.
Deze ging voort:
„Niet zoodra ben, ik hier terug of ik hoor, dat
mijn neef bij u in, dienst is. Heel verkeerd! De moe
der had mij moeten raadplegen; dan had ik neen
gezegd, wamt men mag een jongen als Cecco niet uit
mergelen, voor lONlire 's maan dB; daarvoor moet hij
de stoepen, uitkrabben, 'tot zijn ruggegraait bijna ge
broken is, aanhoudend heen en weer loopen, als het
water van de zee, schoenen poetsen, en, meer van
die karweitjes, Weet u wel dat in Zwitserland zoo'n,
dienst betaald wordt met tem minste 50 frames
maands, ongerekend nog het verval, waar hier niet
Feuilleton.
„Daar zie je nu de gevolgen van je socialisme, beleefd vriendelijk.
't Zal er nog op uüloopen. dat wij zelf onze barden waardig!"
moéten wasschen. Men moest al die oproermakers naai- --1-1
dc galeien sturen, 't Is een schande!"
„Ja, 'l is een schande!'" En li ij: maakte een ge
baat- of hij al die lastige dingen en menschen wan
zich af wilde duwen tegelijk met zijn kopje thee. „Er
is geen dank meer in de wereld, 't Is hier buiten,
geen leven meer; zij zijn de meesters, en gooien 'jé
de wetten naar het hoofd; 't is een schandeTrom
boni had zijne zuster het ergste niet verteld; toch
voelde hij zich verlicht door dat uitstorten van zijne
gal.
En ridder Tromboni hervatte zijne lectuur, uiterst
voldaan over zichzelven.
N. R. Cl.
lowi
14.
In de Wat,ersteeg is het uithangbord weg, dat den
naam van Albrecht Neuhaus droeg. Misschien is er
anders nog wel iets daar van den ouden man ovèr,
een spoor, zooals de goeden, geruischloos graven,
waar zij ook zijn- Men, weet dat niet.
Voor Heinrich, den kreupele, had de molenaar wil
len zorgen. De dokter raadde aan, hem naar een
goede muziekschool te zenden, omdat hij nu toch een- j
maal dien muziekduivel in, het lichaam had. Johamnes
Klotz stemde toe, want deze muziekschool was ver j
■weg van, den Kou den Gr ond, zeer ver.' Maai* Hein-
rich hief het bleeke hoofd op en wist reeds, wat j
hij wilde. Naar Jacobshof zou hij gaan en daar een
goedkoop© kamer huren. Horloges maken, zooveel er
maar te maken waren en vérder zijn fluit blazen, zoo
lang God de Heer hem dat zou vergunnen.
De molenaar* lacht© geërgerd. „En leven moet je
dan zeker van de lucht, die daarboven zoo bijzon
der sterk is."
De dokter streek zich door het lange haar en
zeide- „Van eten en drinken zal hij leven, evenals
de andere menschen. Waarom zou dat voor den zwa
ger van den rijken Klotz iets bijzonders zijn? Ik
heb er respect voor, dat hij op eigen voeten wil
staan."
Dan legde hij den kreupele de hand op het hoofd:
„Zalig de man, die de beproevirtg kan doorstaan. Ik
bieb geloofd Heinrich. dat je -alles aan den kant zou;
gooien om de muziek met een juichkreet in de armen
te loopen. Ik zeg je, dat je goed doet, met bij je
uurwerken te blijven. Houdt meu haar er onder, de
muziek, dan blijft zij zoet ep een hartstroost als een
geliefde; trekt men haar echter omboog en laat men
zich door haar regeeren, dan is zij als een heks en
brengt een mensch tot schande. En Eisenreich vindt
Ije daar boven weer en zijn viool. Heinrich, Hein
rich, ik geloof haast, je trekt op hot geluk uit pis
oe.n ridder op zijn strijdros."
De kleipe, vochtige oogen van den dokter schit
terden en zijn neus werd nog rood er dan anders, ter
wijl hij zoo ijverig met den kreupele redeneerde.
..Die Eisenreich is dat de nieuwe schoolmees
ter?" vroeg de molenpor.
De dokter knikte. „Schoolmeester of hoe je hem
noemen wilt. Hij is een van diegenen, die een men-
scliengestalte hebben, maar die eigenlijk slechts lie
deren, zijidie uit het hart opstijgen en een hymne
worden voor God en menschen."
„Ken je dien schoolmeester?" zoo wendde de mo
lenaar zich.tot den kreupele.
„Hij heeft menigen avond mot mij vioolgespeeld."
„Dan kept Liezel hem bepaald ook wel?" vroeg de
ander verder ep lachte.
„Die is er dap steeds bij tegopwoordig geweest,"
antwoordde de kreupele.
Toer. is er een korrel in de vore gevallen, die
wijd. ep begëerig open was sedert lang.
Heel aan het eind van het dorp Hohenweiler en
vlak bij het kerkhof had de doodgraver Jacob Sauer
zijn, huisje. Zijp geslacht was ais vastgeroest ip Ja
cobshof en ook zijn betrekking, zoover als men-
schenheugenis maar ging. De laatste doodgraver was
evenwel kinderloos. En daarbij was zijn vrouw, Kaa
tje, zoo hardhoorend, dat zij bij den sterksten don
derslag: „binnen" riep en naar de deur keek alsof
er geklopt werd.
De doodgraver verdroeg zijn vrouw en zijn kinder
loosheid als eep verstandig man een regenhui ver
draagt. Hij slapt den kraag omhoog en denkt: voor
uit maar! Zijp pijp legde hij maar heel zelden uit
dep mond.
De pijp was zwaar en lomp en had hem de opder-
lip diep naar beneden getrokken. Een sterke neus
sprong onder eep hoekig voorhoofd te voorschijn ep
dei oogep Jagep in diepe holten. Baardeloos, het ge
zicht met grijze stoppels bezet, en de kale muts zat
hem scheef op het miskleurige haar. Het was ecu
sterke kc-ie1 die doodgraver; hij was langzaam, bijna
traag in zijp bewegingen. Misschien wel omdat zij,
voor wie hij een plaats had te bereiden, hem nooit
tot spoed aanspoorden.
Dep rijkelijk vrjjep tijd, dien zijn ambt hem liet.
Vujlde hij als vrij man naar eigen believen. Was de
Binnenlandse!) Nieuws.
CONGRES VOOR STAATSPENSIOEN.
In de laatst gehouden vergadering van de oommis
sie uit den Bond voor Staatspepsionpeering ter voor
bereiding van het internationale congres voor staats-
winter droog, dan trok hij met de houthakkers het
bosch iu, was het nat dan hielp hij den een of an
deren boer. Ip den zomer gaf zijp eigep akker hem
werk genoeg en wanneer dat niet het geval was,
dan wist hij op een andere manier zijn tijd nog loo-
uend te maken.
Kaatje was anders als haar man. zij was driftig en
kloek. Die wilde allen aj-beid dadelijk regelen en af
hebben. Zij had volgens haar idee nooit genoeg te
doen en wanneer zij nog midden in het oogsten was,
dacht zij reeds weer om het zaaien. Zonder zijn
Kaatje was de doodgraver bepaaïd wel niet aap het
nieuwe huisje gekomen, dat meer kamers had dan
men behoefde, zoodat men er een aan Rail, den ne
gentigjarigen boschwachter verhuurde en een andere
aan dep zwager van dep molenaar van den Kouden
Grond.
Ov'er verschillende akkers heen,zag men van uit
dit kamertje op het verre woud en op het voetpad
naar den molen, dat als een slang onder de dennen
kroop. Een weide met oude, door den wind scheef
gewaaide boomen, lag zijwaarts van het huis en
langs een kleinen hol' liep de Ilohepweiler weg, die
tegelijk de laatste weg was van eiken Jacobshofer.
De knechts van den Kouden Grond brachten het
beetje huisraad raar de hoogte en de molenaarster
bracht voor kaar broeder de vroolijke kamer in
orde. Zij deed het met die rustelooze bezigheid,
waarmede men een mensch schadeloos wil stellen
voor een toegevoegd oprecht. Jn den Kouden Grond
was zoo menig ledig vertrek, waarin men dezen een
zamen mensch had. kunnen herbergen. Maar Liezel
had niet den moed voor haar broeder te sprekep en
te vragen. Zij had niet den moed ook tegenover haar
eigen ziel, omdat zij nog wilde verbergen, wat hel
derder ep duidelijker uit het nieuwe leven opdoem
de: dat het huwelijk met den molenaar niet een
geluksbron was, waaruit ook nog andere menschen
konden meedrinken.
En nu kwam die zomer, waarin alle rozen opbloei
den in den levenstuin van Heinrich Neuhaus. Geen
avond verzonk met stil gloeien achter de dennen, of
Heinrich had samen mot den schoolmeester in de
kamer van den doodgraver muziek gemaakt.
Door de open vensters tegen het kerkhof en over
de oudste bewoners van ons land, die ook in Drenthe
de Hiinnebedden bouwden. De kommen in die prae-
historische hutten waren bekleed' met hout. waarv u
di- sporen duidelijk te vinden waren, zoodat zoo'n
hut geheel en al te reconstrueeren was.
Buiten de schans werd nog gevonden een pre
historische hrandplaats en sporen van een schutting.
Aan de buitenzijde van de schans werden ook nog
heuveltjes onderzocht, waarvan sommige slechts ble
ken te bestaan uit opgestoven zand en andere ineen
gestorte koepelgraven bleken te zijn. waarin zich in
het verre woud klonken hun wijzen. En een koort.s-
achtig zoeken en- voorwaarts dringen was er dikwijls
in die twee, evenals bij de goudzoekers, die op <-:*n
rijken ader gestooten zijn, en wie het begeerde gc.d
van dieper tot dieper lokt. Daar vergalen zij de •-
reld en het beetje schocimeestcrs- eu uuriuu kers-
werk. Hun zielen kregen vleugels, die nüe kinder-.-u
'Gods naar het vaderland dragen.
Op zulke avonden-stond de oude Rail, de negen
tigjarige in de andere kamer aan he*- venster e:i
knikte met het sneeuwwitte hoofd. Vóór hen had
niemand deze liederen gezongen dap het botte), wan
neer de wind door de takken ging. Maar toch was
het den oude alsof het spel der beide muzikanten
aap hem bekend was.
Hjj [had ook het teeken in de ziel, dat vrouw mu-
sica kept en waarop zij binnentreedt, i'it den tan-
deloozen mond van dep oude kwam even een spitse
tong. Die ging daar heen en weer als de angel van
een bij, wanneer zij honing zuigt. En de vochtige
oogjes onder de witte leden werden grooter en
wendden zich af van de aarde, die beneden de voe
ten vap den negentigjarigen lag, naar den verren en
lichten hemel, die slechts van de eeuwige jeugd weet.
En weder eenmaal, toen het westen in vlammen
stond, schreed van JacobshoT uit een man, die* schil
de rsgereedschap droeg. In den boomgaard van den
doodgraver zette hij zich neer en de oude Rail stond
zoo, dat de avondglans om zijn armzalig licha«m
lag, als een gouden mantel. En doove Kaatje zag het
vanaf dvu hof en schudde thoofd en ging brommend
in huis en zij sprak er haar verbazing over uit, dat
de dominé zulk een kerel schilderde.
In de kamer stemde de kreupele zijn fluit en do
schoolmeester zijn viool. De dominé in den boom
gaard drukte zijn kleuren op het palet. Zoo hebben
zij alle drie hun vleugels uitgeslagen en geprobeerd,
eer zij omhoog vlogen. Boven alle bergen hebben
zij elkaar aangetroffen en een gelukzalige vlucht
met elkaar gedaan. Geen heeft den ander lang ge
vraagd, wat men elkaar op aarde steeds vraagt:
„vanwaar kom je, en waar ga je heen?" Met schit
terende oogen en verlangende zielen gingen zij hoo-'
ger en hooger.
Do twee muzikanten speelden van een verscheurd
blad, dat aan den schoolmeester toebehoorde. „Lief-