MARX. De Molen van den Konden Grond. fi ül Zaterdag 20 Juli 1912. 5(ie Jaargang. No. 5151. TWEEDE BLAD. van inkomt,!" Maar het middagslaapje lukte «ietvan af dc sofa Ridder Tromboni kon een oogenblik niet sproken zag hij door hel venster zijne arisUKB^tisehc pijiv van verontwaardiging. Toen viel hij uit: booinen geveld, lior 1 l""* „Wat?..Een, gezin voort te heli>en; 'n luien Engelsolue hamers. ikwujongen werken, te loeren, en, dan beschuldigd te Blik kwam waarschuwen dat liet lijd wis \oo: J worden, van uitmergeling!" dagelijkscho jacht, waarbij de ridder in zijn eigen parg Boos stond hij op en ging zijne zuster roepen, op musschen schoot: war.cn die er nic.. dan niik.e die in de keuken bezig was uan het klaar maken bij op vleermuizen .Maar dien avond mngrn de mus- van 's broeders lievelingsgerecht. Zij kwam dadelijk schcn ,dank zij Marx, naar bed, zonder gedecimcvii eene vrouw, zooals er nog enkelen gevonden worden, te zijn. bestemd om mannen gelukkig te maken door kraak- De zuster kwam binnen, statig en afgemeten zindelijkheid en zuinig overleg; zij had in een twln- ..Die nam is terug geweest zei zij kortaf tlgjarig huwelijk, daarna In een tienjarig samenwo- ..Wie.'' Die Marx? riep hij. psprinjjend. ,,Wat iu-. uen met zijn broeder daaromtrent aan hare bestem- hij gezegd r Wat heb je geantwoord'? ining voldaan. ..Ik.' k Heb gezegd dut hij voor mijn part twee i Na het vreeselijk verhaal van Tromboni nam zij werkplaatsen mocht bouwen. Ik zal hem werk ge- Marx van 't hoofd tot de voeten op, en zei kortaf: vcn- I „Wel, als die man niet tevreden is, laat hem dan' >,En hij: den jongen meenemen,; wij krijgen wel een ander.", ..Maar begrijp je dan niet dat hij probeerde of je Hi.st Koffr^,ip En 2Ü ging weer in huis. bet wou alkoopen Jk heb hem eenvoudig het hek dicht begroeide Je hoon mevrouw zegt?" gewezen. "Verder niets: geen woord Heer Marx scheen echter niet van plan dien wenk "!';n. zei ^hij:.' hoe hield hij zich pensioen, dat op Augustus te 's-Gravenhage zat ge- boudeu worden, werd medegedeeld, dat tot nu toe 76 hoornen geveld, hoorde hij het metalen geluid v.m <E- bonden en vereeii,igingeii (waaronder enkele politieke a a 1 O n .j tiil vil II ,,Dat is afgedaan; maar nu, mijnheer de graaf, moet Ik nog het belangrijkste zeggen." En daarna, op onderdanigen toon: ,,Ik heb u een gunst te vragen." „Lont eens hooren... als hel kan heel gaarne." Jleel gaarne, wou eigenlijk zeggenalles be halve gaarne. Maar Tromboni herinnerde zich dal Uit het Italiaansch van ALFREDO PANZINI. Mijnheer Tromboni zat onder de veranda van zijne witte villa in zijne lectuur ver diept. Een klein, keurig net heertje; alles aan hem was wit-kleeding, met das incluis uitgenomen het l gezicht dat roodachtig glom en, de schoenen, die echt Nubisch zwart gepoetst waren- Blik, een weldoorvoed, zwart, maar niet gepoetst hondje, blafte uitdagend. De goed verzorgde, dunne, witte vingers van Trom boni werden in het spelen met een wit, vouwbeen ge stoord door eene stem aan het hek. Een leelijke, somber kijkende man, blootshoofds, zonder echoenen of kousen, stond tegen de blinkend ilo°®Seplaatsl persoon 1.1 c.„ plccliüoe spêeth tfci de graaf z SWWT '.M, C" TocS hShtdc ..Wel twee, desnoods, maar ik ben geen graaf, i 'j i >1111.1,1 rr>1-, j,- had li 11 den man wel beduid, dat hij niet ri k orde lfad,! niet van adel was. ee™ ndder" f" •""JP"' Ti,*" "S W'™ „Ach, voor mij zijn. a,le heeren «raven,. de SS R n zijn deel van „de voogdij over de rechten van het proletariaat" op zich le nemen. En dus „Laat eens hooren waar het om. gaat.'" „Ik ga niet terug naar Zwitserland...'" „Ui Is lek end'", d. w. z. allerakeligst: want op dat het: „Proletariërs, 0zou ridder Tromboni met genoegen aan altijd geknield hebt; staat \jarx een Spoorbiljet tot Chiasso gegeven hebben. fitaaafn 66 reUZ61^ m V® ",k b¥ hicr' en ho°P <tal u ^,l armsn P'°,e- tariër wilt voorthelpen door hel dak van een klein „U heeft, begon de proletariër op knorrigen toon. op liwen ,£inmuur te ]a!eil ruslendaardoor 9 „een jongen ip uw dienst spaart u mij hel bouwen van één der vier muren „Dat is zoo. Maar wie bent u? Tooh met een van up JWrijpt 11?" de Fasquivellt's, mijne bureirt Die ken, ik allemaal; fmmboi!i begreep; maar een armoeiig hulie tegen maar u niet. Met welk recht mengt u zich in zaken Mn 2i|ncr )xxlicr, slc!ljR j, acsll5lisc|le [ijSen tueschen mg en die mensclien? ,an zijn viHatje De Pasquivelll s waren een arm gezin dat woonde Waarom, en wat wil je daar bouwen?" vroeg hij JJL in jeen opder groen verborgen hutje, op een erf, verschrikt is i STS4 aaa ieu TIiSSn tu.ln„Ta". riddïr T°m- ..Itene wcrkplaols. heer graaf. Ik ben smid, en wil boni. 3>oor een der jonge Pasquivelli s 111 zijnen dnenst daar aan 't werk gaan. Van den ochtend tol den voor mijn part; ik heb er niets j» te nemep, waar het luie jonöemensch onderwijs kreeg avomi mocl j^. op mjjn aanbeeld slaan; ik heb een ,,En ik zal den heelen dag op het aanbeeld slaan '\de earste beginselen van tuinneUieid meende hij staIcn aanbeeld, dat beter cn haixler zingt dan dc zei Mare boos. het gezin, eene weldaad t© bewijzen. Dien middag klokken van mijnheer den pastoor: en vier Engel- al sloeg je den heelen nacht er bij door; 't Iftf 'iOU hy la'erk.fnt zich vergist te hebben. SC]1C hiamers. die slaan er op los dat het een lust is.'; lö; ii, Z+ VOOr1* r.eeixS Z(f ma.n" .••°mdat „Nooit! dat zat nooit gebeuren: mijn muur is van f to Zwitserland, waar ik in eene mjj niijn eigendom!" viel dc ridder woedend uit. a rie wer - „Geen quacstïe van steun op mijn muur. Van werk- A'oor piaats|" laan, onverschillig rondkijkend in die goed georden,de, glimmepde, geverfde, geverniste, gebloemde deuiglieid ,,lk ben arm, en, heb geen tijd om netjes te zijn." Het argument was ad hominem, en ridder Trom boni gaf hem, zonder antwoord, eene tabouret. Maai de man, misschien denkend aap het: gij zijt klein, omdajt ge partijen) en 38 bondsafdeelingen zich ais lid vun het congres hebben doen inschrijven. Het woord zai gevoerd worden door inr. Gwen F.vans, lid van de Eighty Club t<? .Londen, over de werking en de beteekenis van. de Old Ag es Pension Act 3 908; door den heer Teenstra over de vraag: Wie krijgen in het out werp-Talma geen staats pen.' sloen?; door den lieer Hans Anderseu, burgemeeKter van Rangers (Denemarken) over: Subveiitiotis a la vielllesse en Dancmark; door Kiika (uiej. v. d. Vlies) over: Staatspensioen en Christelijke liefde; door dr. Gustav Bang. -uit Kopenhagen, en oen bonds- spreker. In %de avondvergadering zaj mr. Troelstra het woord voeren. OVERREDEN. Door een goederentrein op de lijn Wa- •ningeti— Ede werd gisternamiddag op 5 minuten afstand van eerslgenoemd station de 85-jarig_- weduwe E. geb. S. aangereden, met het treurig gevolg, da! beide becncn wenden verbrijzeld. Met slachtoffer, dat hardhoórig is, woonde in een huisje aan de tramlijn, dat zij hij het naderen van de tram juist verlaten had. Hel was onmogelijk de machine op zoo korten afstdhd tot staan te brengen, waardoor een aanrijding met hel vrouwtje, dat de rails wilde oversteken, onvermijdelijk was. Het trein personeel /Jat geen schuld heeft, 'trachtte nog door schreeuwen de aandacht van de wed'. E. te trekken, doch door hare doofheid bleef dit doelloos. IX* politie, die spoedig met een brancard ter plaatse „Hij mompelde iets, en is daarop heengegaan." „CkkI, Goal Wat heb je gedaan! Je liadl hem 1c vriend moeten houden; je hadt met goedheid, met vriendelijkheid, moeten probeeren tot een vergelijk té komenden weg naar zijn hart zoeken, dat was de ware manier. Die Marx..... hij is in staat een oorlog uit Ie lokken. Denk eens aanMarx, die naam: Karl Marx. die vrecselijke socialist....'' „Wel neen. Marot Eenvoudig Marei" „Wal Mare?" „Ja. Mare! Ik heb dadelijk naar hem geïnformeerd. Zoo noemden ze hem in Zwitserland, daar konden ze j was. vervoerde de* getroffene naar de inrichUiK» Zié- nict terecht met zijn Italiaanschen naam, cn nu kenzorg". waar zij enkele uren later overleed* spreekl hij dien weer op zijn manier uil. met een s DE HUNNESCHAM8 BIJ HET IDDELEIOIEER. „Zoo! Mooi zoo!*' zei Tromboni, die het schrik- Xu"deConurnvin^cn^door^Ir* Marx 2-18 vtrdaiJ"en- "Maar diractenr vaThct fu?ksm„Seura 'von Oudheden iTEh „Etat mi wd *00 zij": maar in elk geval hij hc"gc°n'™aa<?o^'L^Su d^H^ScE^ondS, i!" S rmedheü.Soi Vanh <lnt hij den heelen dag in de herberg zit. Heb je niel cn inct'eenige to|»g^fiSche kAnrltS^SonSS^^ï>'a aan zijn gezicht gezien dal hij een dronkaard is?' ^iin .1 Ridder Tromboni voelde zich herleven. hebbende or^de ononvinowi _.n -1^, i_,'1 „Manr je hebt dal zaakje lOUIekcnd behandeld; Zoo l£!L.i^Pn?!5!.a had ik het ook willen aanleggen: eerst informaties nemen naar dat individu. En dan ook, is dat nu eene plaats voor eene smidse? Als het nog aan den groo- ten weg lag; maar hier!" Den dag daarop meldde de ijverige smid zich aa.n bijl Tromboni's villa. „Ah zooT' zei de heer des huizes spottend, maar lieeL zeker van zijne zaak. „U komt voor die werk plaats, niet waar? Wel, bouw er twee, ja honderd zijn jouw armen, niet de mijne.' „Ik ben eerst naai* u toe gekomen, uit beleefdheid!; omdat ik weet dat u, heeren, fijn verwende ooren hebt." „Maar ik hoor heelemaal niet scherp". „En mevrouw de gravin?'" „Mevrouw is nog doover dan ik, beste vriend. En zei de man, ik pas terug beu uit, Zwitserland, waar ik in fabriek werkte." „Uitstekend!" De naam van dat land Oen ridder oene herinnering aan de meest ideale. - 0al fa lc jk VIWar een gunsl. U weigert rnenschwaardige zaken: orde. reinheid, eerbied voor mji ,|ie. Dun honden wij oiS aan de wei. De 'vel I tv eU a oera>Q,ums voor de vensters. /c„;{)p metera afstand* van uw eigendom mag ik daarbij, als het ons niet meevalt, gaan wij erge 11^ „ik ben de oom, zoo goed als de vader van uwen bouwen. Ik ben smid van mijn ambacht; ik leef niet .anders wonen; dat is geen bezwaar.'" Dealende, die een wees is. Ze noemen mij ook Marx; van m,jjn- renten. Denkt u heusch dat de wereld al- „Heel goedl Morgen begin ik te bouwen. Maar <lic vraag u maar naar Marx; iedereen kent mij." )een bestaat voor u. voor de heeren r En dan nog pijnbopmen moet u laten vellen.'" 1 „Marx. vroeg ridder Tromboni, met wijd open, iets!' „Natuurlijk, als je in je recht bent; eerst moet jij Tr^g.®nde °°SeA- Die naam was voor den ridder een „Nog iels?'" vroeg dc villa-bezitter, stom verbaasd, een expert benoemen; ik zal ook mijn advocaat, mijn schrikbeeld: Karl Marx, de verwekker van, Marxis- 'k Bedoel niels kwaads, lieer graaf, maar uwe ingenieur als expert nemen; wij laten opmelitigcn ten,tsocialisten, internationalisten, sabotage, werksta- pjjnboomen benemen mij 's winters de zon; 'szomers doen; en wordt u in het gelijk gesteld, dan ga ik er kingen, allemaal dingen die eene totale verandering wordt het water van mijn pul bedorven door de af- over procedeeren. Is het zoo goed, heer Mare? Maar m het aanzien der wereld moesten brengen.. Daa* vallende naalden.' 1- 1 »- „Nu, val zou dat?' hoewel doodsbang voor dien Karl Marx, vond hij toch veiliger met dat gevaarlijke personage op vriend- I11WV. 1 'seh appel ij ken voet te verkeeren, en had zich in het bakken. Dat is ook volgens de we!. Meet u ts? fuMjM mms isföïrS»* As» 1 I mocl joo vriendelijk zijn dio dennen om 1e Zou u niel van mij: dal lapje grond Willen koo- „„„„j,,,, cll „?elke n(t lKra, wa?cn oJSoSw i' „«leken. Dat is ook volgens de wet. Moet u maar na; u pen, om Tiet zoo maar eens te noemen; dan kon u do ,}jj enkele van di- h.ii/-n -/iin «rV"v -n ,i eldj abstracte een soort socialisme of marxisme aa,nge- zien dut die boomeji. in plaats van 3 meiers, 2 me- hoornen houden." itjji_„i. °'!1 de Oud-Saksische burcht, benevens het afgietsel van een lijk. in gehurkt zittende houding, in een van dc onderzochte graven gevonden en een model von een der koepelgraven. De waterstand van het Uddclermeer is blijkens da gevonden veenbeddingen vroeger ruim 1.70 M. hoo- ger geweest dan thans .-Do gracht, die vroeger voel dieper was dan tegenwoordig, was toen lot mans hoogte gevuld met water. De uilgangspoort van dc burcht was door met lich ter zand gevulde paalgaten duidelijk aangegeven. Ken aarden dam. nog aanwezig, voerde in de poort over de gracht. De vroegere constructie van den wulmnur werd door üwarsleuven erdoorheen onderzocht. Hij bestond uit een plaggenbouw als kern. waarop een dubbele palissadenrij stond. Deze palissaden rij was door dwarsbalken verankerd. Builen de Hunneschans ziet men lage aarden wal letjes erop aansluiten en zich in rechte richting uit strekken. Voor deze walletjes bleek over de gëhcé'ê uitgestrektheid een palissade te hebben gestaan, waar voor de met donkere aarde gevulde greppel zich dui delijk in de lichte aarde afteckende. In de Schans werden twee soorten Saksische wonin gen gevonden. Tevens werden er ronde aschhaarden gevonden, waarin de resten der houtskolen nog duide lijk zichtbaar waren. Bij elke aschhaard bevond zich een paalgat, waaruit de conclusie mag getrokken worden, da! over die stookplaatsen heen teptvormige hutten hebben gestaan, klaarblijkelijk in den vorin van li in de kast opgestelde huturntje. Verder gaven <L* schaft. „Het socialisme vervult eene rol in. de ge- ter 75 van mijn erf af staan. Maar wij zullen bet „Dal is een "idéé als een ander", zei Tromboni uit UÜS schiedenis," had hjj in zijn© courant gelezen, en, eikaar daarover niet moeilijk maken; we zijn alle- tle hoogte, „maar u moei dat met mijn advocaat be- ie8: di.eri zin' herhaalde hij op gexaghebbenden toon tegen maal goede christenen en willen goede vrienden blij- spreken; ik bemoei mij niet met zulke kleinigheden.. zijne met hem wonende zuster -r— die voor werksta- ven. maar... alles moet volgens de wet.' O. .goed dal ik er aan denk; hier is het maandloon I kingen even, bang wa,s als voor stof op hare meubelen, Eu Marx ging been: ridder Tromboni was te veel van je neefje; je kunt het jonge miensch. nu flink, en spuwen op den, vloer - en tegen zijne vrienden, uit het veld geslagen om hem terug le roepen. goed gevoed en dik naar huis meenemen.' die eigenaars waren van, uitgestrekte landerijen en Op dat oogenblik kwam zijne zuster zeggen dat de „Als u er nu eens twintig lire van maakte!" ien ?roote vllla'.s: .-Bah, het socialisme vervult eene rol Socp op tafel was; die heerlijke, krachtige soq>. „Ja, hoor eens. dat zijn ook zaken, waar je met in de geschiedenis"; maar in zijn hart zei hij: waarvan haar broeder zooveel hield. Maar dien mid- mijn zuster over moet spreken. Maar ik heb „Ik voor mij leef zoo secuur als in een ijzeren dag smaakte ze den ridder evenmin als het kostelijk tijd meer, je ziet. ik ben druk bezig", kooi; ik bezit niet meer dan, 9000 vierkante meters, gerecht van zelf gescholen, keurig met wijn toebe- In- den No'ordw©cihnAl"'"ïxw7 .T"-' en mijne villa is precies groot genoeg voor eigen ge- reide musschen. Zijne rust was weg! Ach ja, dat Mare ging heen. ernstig kijkend op het mooi glim- huttendornie gevonden Da t*- li«»n i^-n a^i f' 1 is de ironie van het lot: de menscln die vast beslo- mende brielje van tien lire. dal uit Trombom's gc- vt)nnS ku1lef in (Tn Op zekeren dag n.1. had hij geprobeerd de opper- ten is altijd in vrede te leven, vindt oorlog bij eiken parfumeerde portefeuille was gekomen. hutten hadden tfps'mn rif. l- ntan^^L-iEn i.u vlakte der aarde te verdoelen onder de gezinnen kleinen tegenslag, terwijl hij, die bij oorlog is groot- Ridder Tromboni keek hem van ter zijde aan. en jui. in hutten ie v©rhliïvi-n r»n Ar- i die daarop woonden, eu had toen ontdekt, dat hij. gebracht, luchtig over de kleine t^enspoSlen heen- zei J)ij zich zeiven: i duiddHk te ^doEe als het ooit tot deelen kwam. zijn© 9000 vierkante glijdt. „Ja? waarde vriend, er is misschien een tijd ge hnlkül^ waaVbo^ Jrlnl? ZLS? te? meters zou moeten ontvangen, niet weggeven. be zuster keek hem medelijdend aan: ach!, hij was wcest. dal de heeren nog slaperig onnoozel waren, 0 v v Dat was zeer geruststellend. z?o goed. hij had zoo'n gevoelig hart; en nu die maar als jelui wakker wSnit worden wij ook wak- begaven ^nf^ie 1 Sin akelige, ondankbare mensclien! kcr !En dan... met v^ praatjes een paar warden, aanwezIff wareu van heie typi6che aardeWerk. o«k korUf cn duidUljk- in Drenthe gevonden, dat kenmerkend is voor Daarin lagen overblijfselen van lijken,'En gehurkte ho - -ding, vuel de kneéin opgetrokken. Op de tentoonge stelde foto's zijn duidelijk die lijken te 2ien, terwnl van een dier lijken, zooals gezegd, een afgietsel in gips genomen is. dat mede wordt geëxposeerd. Binnen en buiten de schans werden resten van een praohistorischen rondbouw gevonden, waarin de met donkere aarde gevulde palissadengrcppel duidelijk >ioh'- nu mv-n baar was' '^ezo rondbouw Ls uit dezelfde cultuur ais nu gw. de koepelgraven buiten de schans, gelijk blijft uit het voorkomen van hetzelfde soort aardewerk daarin. irec hes ïaai s h ceg( Intusschen moest hij voor 't oogenblik de zaken bespreken met, dien man die Marx heette. Deze ging voort: „Niet zoodra ben, ik hier terug of ik hoor, dat mijn neef bij u in, dienst is. Heel verkeerd! De moe der had mij moeten raadplegen; dan had ik neen gezegd, wamt men mag een jongen als Cecco niet uit mergelen, voor lONlire 's maan dB; daarvoor moet hij de stoepen, uitkrabben, 'tot zijn ruggegraait bijna ge broken is, aanhoudend heen en weer loopen, als het water van de zee, schoenen poetsen, en, meer van die karweitjes, Weet u wel dat in Zwitserland zoo'n, dienst betaald wordt met tem minste 50 frames maands, ongerekend nog het verval, waar hier niet Feuilleton. „Daar zie je nu de gevolgen van je socialisme, beleefd vriendelijk. 't Zal er nog op uüloopen. dat wij zelf onze barden waardig!" moéten wasschen. Men moest al die oproermakers naai- --1-1 dc galeien sturen, 't Is een schande!" „Ja, 'l is een schande!'" En li ij: maakte een ge baat- of hij al die lastige dingen en menschen wan zich af wilde duwen tegelijk met zijn kopje thee. „Er is geen dank meer in de wereld, 't Is hier buiten, geen leven meer; zij zijn de meesters, en gooien 'jé de wetten naar het hoofd; 't is een schandeTrom boni had zijne zuster het ergste niet verteld; toch voelde hij zich verlicht door dat uitstorten van zijne gal. En ridder Tromboni hervatte zijne lectuur, uiterst voldaan over zichzelven. N. R. Cl. lowi 14. In de Wat,ersteeg is het uithangbord weg, dat den naam van Albrecht Neuhaus droeg. Misschien is er anders nog wel iets daar van den ouden man ovèr, een spoor, zooals de goeden, geruischloos graven, waar zij ook zijn- Men, weet dat niet. Voor Heinrich, den kreupele, had de molenaar wil len zorgen. De dokter raadde aan, hem naar een goede muziekschool te zenden, omdat hij nu toch een- j maal dien muziekduivel in, het lichaam had. Johamnes Klotz stemde toe, want deze muziekschool was ver j ■weg van, den Kou den Gr ond, zeer ver.' Maai* Hein- rich hief het bleeke hoofd op en wist reeds, wat j hij wilde. Naar Jacobshof zou hij gaan en daar een goedkoop© kamer huren. Horloges maken, zooveel er maar te maken waren en vérder zijn fluit blazen, zoo lang God de Heer hem dat zou vergunnen. De molenaar* lacht© geërgerd. „En leven moet je dan zeker van de lucht, die daarboven zoo bijzon der sterk is." De dokter streek zich door het lange haar en zeide- „Van eten en drinken zal hij leven, evenals de andere menschen. Waarom zou dat voor den zwa ger van den rijken Klotz iets bijzonders zijn? Ik heb er respect voor, dat hij op eigen voeten wil staan." Dan legde hij den kreupele de hand op het hoofd: „Zalig de man, die de beproevirtg kan doorstaan. Ik bieb geloofd Heinrich. dat je -alles aan den kant zou; gooien om de muziek met een juichkreet in de armen te loopen. Ik zeg je, dat je goed doet, met bij je uurwerken te blijven. Houdt meu haar er onder, de muziek, dan blijft zij zoet ep een hartstroost als een geliefde; trekt men haar echter omboog en laat men zich door haar regeeren, dan is zij als een heks en brengt een mensch tot schande. En Eisenreich vindt Ije daar boven weer en zijn viool. Heinrich, Hein rich, ik geloof haast, je trekt op hot geluk uit pis oe.n ridder op zijn strijdros." De kleipe, vochtige oogen van den dokter schit terden en zijn neus werd nog rood er dan anders, ter wijl hij zoo ijverig met den kreupele redeneerde. ..Die Eisenreich is dat de nieuwe schoolmees ter?" vroeg de molenpor. De dokter knikte. „Schoolmeester of hoe je hem noemen wilt. Hij is een van diegenen, die een men- scliengestalte hebben, maar die eigenlijk slechts lie deren, zijidie uit het hart opstijgen en een hymne worden voor God en menschen." „Ken je dien schoolmeester?" zoo wendde de mo lenaar zich.tot den kreupele. „Hij heeft menigen avond mot mij vioolgespeeld." „Dan kept Liezel hem bepaald ook wel?" vroeg de ander verder ep lachte. „Die is er dap steeds bij tegopwoordig geweest," antwoordde de kreupele. Toer. is er een korrel in de vore gevallen, die wijd. ep begëerig open was sedert lang. Heel aan het eind van het dorp Hohenweiler en vlak bij het kerkhof had de doodgraver Jacob Sauer zijn, huisje. Zijp geslacht was ais vastgeroest ip Ja cobshof en ook zijn betrekking, zoover als men- schenheugenis maar ging. De laatste doodgraver was evenwel kinderloos. En daarbij was zijn vrouw, Kaa tje, zoo hardhoorend, dat zij bij den sterksten don derslag: „binnen" riep en naar de deur keek alsof er geklopt werd. De doodgraver verdroeg zijn vrouw en zijn kinder loosheid als eep verstandig man een regenhui ver draagt. Hij slapt den kraag omhoog en denkt: voor uit maar! Zijp pijp legde hij maar heel zelden uit dep mond. De pijp was zwaar en lomp en had hem de opder- lip diep naar beneden getrokken. Een sterke neus sprong onder eep hoekig voorhoofd te voorschijn ep dei oogep Jagep in diepe holten. Baardeloos, het ge zicht met grijze stoppels bezet, en de kale muts zat hem scheef op het miskleurige haar. Het was ecu sterke kc-ie1 die doodgraver; hij was langzaam, bijna traag in zijp bewegingen. Misschien wel omdat zij, voor wie hij een plaats had te bereiden, hem nooit tot spoed aanspoorden. Dep rijkelijk vrjjep tijd, dien zijn ambt hem liet. Vujlde hij als vrij man naar eigen believen. Was de Binnenlandse!) Nieuws. CONGRES VOOR STAATSPENSIOEN. In de laatst gehouden vergadering van de oommis sie uit den Bond voor Staatspepsionpeering ter voor bereiding van het internationale congres voor staats- winter droog, dan trok hij met de houthakkers het bosch iu, was het nat dan hielp hij den een of an deren boer. Ip den zomer gaf zijp eigep akker hem werk genoeg en wanneer dat niet het geval was, dan wist hij op een andere manier zijn tijd nog loo- uend te maken. Kaatje was anders als haar man. zij was driftig en kloek. Die wilde allen aj-beid dadelijk regelen en af hebben. Zij had volgens haar idee nooit genoeg te doen en wanneer zij nog midden in het oogsten was, dacht zij reeds weer om het zaaien. Zonder zijn Kaatje was de doodgraver bepaaïd wel niet aap het nieuwe huisje gekomen, dat meer kamers had dan men behoefde, zoodat men er een aan Rail, den ne gentigjarigen boschwachter verhuurde en een andere aan dep zwager van dep molenaar van den Kouden Grond. Ov'er verschillende akkers heen,zag men van uit dit kamertje op het verre woud en op het voetpad naar den molen, dat als een slang onder de dennen kroop. Een weide met oude, door den wind scheef gewaaide boomen, lag zijwaarts van het huis en langs een kleinen hol' liep de Ilohepweiler weg, die tegelijk de laatste weg was van eiken Jacobshofer. De knechts van den Kouden Grond brachten het beetje huisraad raar de hoogte en de molenaarster bracht voor kaar broeder de vroolijke kamer in orde. Zij deed het met die rustelooze bezigheid, waarmede men een mensch schadeloos wil stellen voor een toegevoegd oprecht. Jn den Kouden Grond was zoo menig ledig vertrek, waarin men dezen een zamen mensch had. kunnen herbergen. Maar Liezel had niet den moed voor haar broeder te sprekep en te vragen. Zij had niet den moed ook tegenover haar eigen ziel, omdat zij nog wilde verbergen, wat hel derder ep duidelijker uit het nieuwe leven opdoem de: dat het huwelijk met den molenaar niet een geluksbron was, waaruit ook nog andere menschen konden meedrinken. En nu kwam die zomer, waarin alle rozen opbloei den in den levenstuin van Heinrich Neuhaus. Geen avond verzonk met stil gloeien achter de dennen, of Heinrich had samen mot den schoolmeester in de kamer van den doodgraver muziek gemaakt. Door de open vensters tegen het kerkhof en over de oudste bewoners van ons land, die ook in Drenthe de Hiinnebedden bouwden. De kommen in die prae- historische hutten waren bekleed' met hout. waarv u di- sporen duidelijk te vinden waren, zoodat zoo'n hut geheel en al te reconstrueeren was. Buiten de schans werd nog gevonden een pre historische hrandplaats en sporen van een schutting. Aan de buitenzijde van de schans werden ook nog heuveltjes onderzocht, waarvan sommige slechts ble ken te bestaan uit opgestoven zand en andere ineen gestorte koepelgraven bleken te zijn. waarin zich in het verre woud klonken hun wijzen. En een koort.s- achtig zoeken en- voorwaarts dringen was er dikwijls in die twee, evenals bij de goudzoekers, die op <-:*n rijken ader gestooten zijn, en wie het begeerde gc.d van dieper tot dieper lokt. Daar vergalen zij de •- reld en het beetje schocimeestcrs- eu uuriuu kers- werk. Hun zielen kregen vleugels, die nüe kinder-.-u 'Gods naar het vaderland dragen. Op zulke avonden-stond de oude Rail, de negen tigjarige in de andere kamer aan he*- venster e:i knikte met het sneeuwwitte hoofd. Vóór hen had niemand deze liederen gezongen dap het botte), wan neer de wind door de takken ging. Maar toch was het den oude alsof het spel der beide muzikanten aap hem bekend was. Hjj [had ook het teeken in de ziel, dat vrouw mu- sica kept en waarop zij binnentreedt, i'it den tan- deloozen mond van dep oude kwam even een spitse tong. Die ging daar heen en weer als de angel van een bij, wanneer zij honing zuigt. En de vochtige oogjes onder de witte leden werden grooter en wendden zich af van de aarde, die beneden de voe ten vap den negentigjarigen lag, naar den verren en lichten hemel, die slechts van de eeuwige jeugd weet. En weder eenmaal, toen het westen in vlammen stond, schreed van JacobshoT uit een man, die* schil de rsgereedschap droeg. In den boomgaard van den doodgraver zette hij zich neer en de oude Rail stond zoo, dat de avondglans om zijn armzalig licha«m lag, als een gouden mantel. En doove Kaatje zag het vanaf dvu hof en schudde thoofd en ging brommend in huis en zij sprak er haar verbazing over uit, dat de dominé zulk een kerel schilderde. In de kamer stemde de kreupele zijn fluit en do schoolmeester zijn viool. De dominé in den boom gaard drukte zijn kleuren op het palet. Zoo hebben zij alle drie hun vleugels uitgeslagen en geprobeerd, eer zij omhoog vlogen. Boven alle bergen hebben zij elkaar aangetroffen en een gelukzalige vlucht met elkaar gedaan. Geen heeft den ander lang ge vraagd, wat men elkaar op aarde steeds vraagt: „vanwaar kom je, en waar ga je heen?" Met schit terende oogen en verlangende zielen gingen zij hoo-' ger en hooger. Do twee muzikanten speelden van een verscheurd blad, dat aan den schoolmeester toebehoorde. „Lief-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1912 | | pagina 5