J
Een rumoerige Zendag.
Gren uit Lanfl- es TnirtiM
ie
—De Molen van den Kouden Grond,
id 22
8».
Otj.
ie
Zaterdag 17 Augustus 1912.
56e Jaargang. No. 5166.
DERDE BLAD.
je hem!' en door Rong Vloltes, dal hij liet bete.
maakte, als Jacobus van Baars, waar over n.j te on
vivden was. door dien dit de een te kleur was.
Jacobus vun" Baars, mede lid der .Munieipalilfil ziji.de.
uit dien hooide begecrig'wordende wis te weien,
het met zijn mede-jid Cornelis Jlooijboer gesteld ware,
en zich ten dien einde op weg negevcn hebbende,
zonder Oranje op zijii hoed te hen lx», wied ond.
zuimd wierd, ten, vure gecondemneerd; roepende tus-
schen beiden de een om een bijl, een ander om een
gratff; wordende inzonderheid het laatstgenoemde van
den, bode geëlscht, door hem toe te roepen: toe don
der! een graaf! zoo als ook deze. aan hun dit werk
tuig toereikende, door eenen Klaas Willemse Lange
en Pieter Kok (waar van de eerstgenoemde een hou--
ding aannam, als of bü hem zelfs wi'.de slaanj wierd
gelast, om den wortel van den Vrijheidsboom uit te j gen door eenen Cornelis Kreb, die hem mei in: e
spitten, door eenen Pieter Oly hem aangewezen, anderen outmoeltede, aangesproken, met 'te z.g^. n
tot hoe verre' er de steenen uit moesten, en door l straks moet gij eens tractccrenwaar nu jjko!)
Jan Rus (do oude) hem een bijl aangeboden. f Kol Junior er op liet volgen „hij heeft g-C-i Oranje!"
De Engelse-liman imtusschen, vertrekkende en in vol- nemende daarop de hoed van zijn liuo.ddezelve, na-Ju!
len galop de overige Hussaren nazettende, voer de er een strik Oranje op gedaan \va», weder L-rug
bode met den hem opgei egden taak, onder het tegen r vende. zonder echter voorzeiden butg.r van Baars eeltig
hem uitwerpen van smaat- en schempredenen, als: ander leed te doen.
bode, tril je al? en dergelijken, voort, tot dat eene Terwijl dit een en ander te Graft pissoerde. hadden
eenige Gra fier burgers zich begeven naar Noordeind.
ninai (o oct- i7oo)
UImUI Behandelden wij in onze laatste artikelen de plaats
ENIR gehad hebbende volksbewegingen, gedurende den En-
gelsch-Russischen inval, in eenige Noordhollandsohe
11331 '-dorpen, het artikel hetwelk met deze inleiding aan-
1 -1 .vangt is hiervan het laatste, dat speciaal gewijd is
&(j aan de beschrijving van deze typische plattelandsop-
stootjes. Niet dat ons de stol' daarvoor ontbreekt;
juist liet tegendeel daarvan is 'oorzaak, dat wij de
beschrijving hiervan staken en wel om reden, dat
deze gebeurtenissen op elkander gelijken als twee
f druppels water. Verwisselt men de plaatsnamen en
iTN'öert men andere acteurs ten tooneele, dan kan men
den treure met de beschrijving van een en
ander voortgaan en het nut daarvan zou ver te zoe-
Iken zijn. Zij, die met de toestanden op oitze Noord-
■i. hollandsche dorpen, bekend zijn'en met het karakter
jharer bewoners, verwachten zeker van ons niet de
00.■vermelding van bloedige opstootjes, barrieade-gevech-
iiahjaiten tusschen de dorpelingen onderling en dergelijke
HU8.fi ioiten.
Verzamelt men de strafbare feiten, welke geduren-
an mde die opstootjes zijn voorgevallen, dan speelt de
hoofdrol het zetten van de vlag op den toren, waar-
doof e.en zeker deel van de bevolking van de
mkehi algemeen© verwarring' gebruik gemaakt wordt om bij
de kasteleins wat op te scheppen, om vrij gelag te
van ^rijgen. Onderwijl probeert men dan om van andere
neringdoenden onze tegenwoordige en dus ook
toen reeds noodlijdende stand in de gauwigheid
datgene mee te nemen, wat men grijpen of vangen
kon.
Daarbij kwam nog dat die mensehen door al dat
Ifjajir sabel gekletter en, geco-m mandeel' krijgslustig werden
lUQfll, eD jUS(. kregen 0m ajilerlei oude veeten eens uit de
vechten en in de algemeene consternatie aan dezen,
nibot611 se-nen, waar men iets tegen had een opstopper
te verkoopen en aldus zijn, wraakzuchtig gemoed eens
lucht te geven. De bloote verschijning van, een mili
tair aan het andere eind van het dorp was reeds
"genoeg, om de menschen té ontnuchteren en te doen
n TIJ inzien, dat het 't beste was om zich maar koest te
P Hl houden en dat de groote dag der afrekening voor
L3 Hl hen nog niet gekomen was.
Een volgende maal zullen wij beschrijven hoe ge
durende den oorlog de bevolking van een, paar gxoo-
te steden uit het Noorderkwartier zaeh gedroeg en
„Cr tot welke buitensporigheden zij nu eens her-, dan
weer derwaarts geslingerd oversloeg.
Cornelis Nagtegael, mede onder den hoop en geen
ledig aanschouwer wezen.de, de graaf van hem af
vroeg en hem gelaakte, een paar flessen genever
voor dorpsrekening te halen; terwijl Jan Carel Mun
ter, Jacob Rol Junior, Jan, Schipper, Abrain Hof
dijk, Lutzenberg, en anderen, die insgelijks onder
de menigte waren, ook niet mankeerden, in de uit
voering van dit alles, zoowel als in het daar op vol-
ige Graflcr burgers zich begev-..
met oogmerk, zooals het bleek. ,otn ook daar den
Vrijheidsboom te amo veren. wijl dezelve door Jan
Soliij per. Jan Carel Munter 'en A!bert Rus, bij hunne
aankomst aldaar, om ver gehakt, en. even gelijk die
van Graft, verbrand geworden is. Ais zijnde vervol
gends voorzeide burgers, na van dezen en genen eeni-
gen sterken drank, mitsgadeis eenige boteihammen,
•i nu» ivv-d-.m, imuci iiuuuei eene uuus iic jnngn zien uijzonaer ïieieu zien
oegeu: „in 95 waar jij baas, maar nu zijn wij cn hooren, door bcm onder sloten tegen en slaan op
zoo dat eindelijk door liem vrijheid, om hem (le toonbank, toe te roepen„hier! genever moet er >ve-
maai- op te zetten, gegeven wierd: doch ook dit zen, jou ouwe dit én clat! jouw fijne blixem! gene-
Gelijkheid! Vrijheid! Broederschap!
„Gedetailleerd verbaal, gedaan maken, en, van we-
tot egen, de Administratieve Munjeipaiilteit der Banne Graft
eten;
arlis
fik >.Den burger Z. van Poreest, ajs Bailluw van de
eniNieuburgen, wegens het gepasseerde in opgemelde
Banne, op Zondag den, sesden Oct<ober 1799, het vijf-
ei'de jaar der Bataafscbe Vrijheid, ten, opzichte van
'eenige als toen plaats gehad hebbende volksbewe-
P gingen."
was op Zondag den, sesden, October 1799, des
^morgens tusschen zeven, en agt uren, op het zelfde'
(tijdstip, dat de Muriiie.ipallt.eit, welke tegen zeven
FT a'ureli extra ordinair ter regeling van eene gedane re-
,ciuisitie van arbeiders aan de batterij buiten de Beem-
Isteipoort bij Purmerend was geconvoceerd, ten deele
'reeds waren en overigens op het Raadhuis te Graft
......stonden, te vergaderen, dat een, patrouille Engeleche
'11 Hliussaren, twintig 9. dertig man sterk, voorzien, van
i JOranjeleuze», op het aHerorwerwagtst kwam inrij-
"Djden en recht door passeerde naar Noordeind, except
jde laatste, die vlak voor het Raadhuis bij den Vrij-
'S 0'heidsboom stand hield, en, na bet uiten, van eenige,
'hoewel niet verstaan zijnde woorden, met zijn sabel
speer van den Vrijheidsboom afhieuw; terwijl eene
1 Cornelis Weijman (alias Comelis Hek) en Adrian
Tiel, die met meer ondiere burgers van Graft het-
zelve aanzagen,, den bode Izaac Boon,, welke beneden
lölOIlio. het Raadhuis liep, toeriepen: hier don/der! daar
heb je nu een knijn!
I De speer dus a^géhooiwlén, en de daar bij staande
'burgers door voorgemelden Hussaar sterk aangezien,
en daarmee als het ware het sein ter verdere vol-
tooijing gegeven zijnde, wierd door dezen de boom
zelf, met het daar om staande driekleurig pompje,
als in een oogerublik omver gehaald, aan stukken, ge
il H sIagen, en onder\een gedurig herhaald, Hoezee!
Hl IOranje boven! waar bij het diagen van Oranje ver-
Uil» sierselen en het gebruik van sterken drank niet ver
gend verbranden van het een en ander, ter plaatse 1 verzocht en gebruikt te hebben, weder vertrokken, en
daar de boom gestaan had, het hunne toe te bren- daar mede zoo Ie Noordeind, als te Graft, voorts kort
gen. na dén middag alles afgelopen, alzoo een ieder als
De Municipaliteitsleden, die zich op liet Raadhuis toen tot slille kwam.
bevonden, zoo door alle deze plaats hebbende bewe- I/e Muriicipalitei! van Ooslgrafldijk, van "dé vmen
gingen, ,ajs het absent blijven, van, bijna de helft der teloos. afgeloopen Bans-vergadedng dis morgens retour-
leden vai1 de Vergadering, de onmogelijkheid besef- ncrcnile. Ier bevordering van de rust noodig geacht
fende, om aan het gerequireerde van den burger Lui- hebbende, om. bij zoo verre de vlag van den toren
tenant Generaal Daendels, om namentJijk vijf en. twin- te Graft. als het hoofd dorp der Banne, reeds waai-
tig man ter bearbeiding van de batterij buiten de de ook te Oostgrafldijk de vlag op den toren te dce.i
Beemsterpoort bij Purmerend, ter afwisseling van de stellen, was zulks nauwlijks veriielil, toen vele Inge-
werkelijk van, hier aldaar in diensit zijnde vijftien man, zeienen aldaar zich in een. woest gelier en geschreeuw
oogen,blikIijk te zenden,, te kunnen, voldoen, en mits- lieten ïiooren, daar bij hunne verkleefdheid aan den
dien te dien einde gedane convocatie beschouwende gewezen Stadhouder en de Ivngelschen Verklarende, en
als vruchteloos, besloten derhalve®, de Ra(adzaal te door sommigen van hu1» de burger Klaas Slam in
verlaten en tot hunne woonjngen, weder te lteeren. zijn huis op eene verregaande Wijze wierd geïnsulteerd
Dan nauwlijks afgetreden zijnde, wierd van den als wordende wel eerst door eenco Jan Krom en ver
burger Cornelis Hooyboer, mede Municipaliiteitslid te volgens door Dirk Thefersz. de Boer om genever ver-
Graft, door eenige burgers gevorderd, om de vlag op zocht, doch zoo, dat er met den ee. stgcmelden eene
den toren te doen zetten,; hetzelve, op zijn voorstel bedreiging mede gepaard ging, die zeer ras kwam 'le
om hiermede té wachten, tot dat 'er van, hooger hand volgenen waar bij Jan Bakker en Dirk Stam. en niet
order toe kwam, nader aandringende, met hem toe minder eene Muus de Jongh zich bijzonder licfen zien
te voegen: ..In 95 waar jij baas. maar nu zijn wij -
baas
dan maar u r^.. J
was n,iet genoeg; „gij zult het ordonneerenwas het ver moet 'er wezen!" en wat dies meer zij; daar mede i
geroep der menigte, gedurig aangroeiende: hij hier aanhoudende, tol dat gedachte Klaas Stam, op hel
door als het ware. van wel veertig a vijftig burgers aanraden van zijn zoon Ad.iaan Stam. geraden vond.
omcingeld zijnde, genoojjdwangt wordende, die orders aan dezen een fles genever toe te reikenen zij daar
af te geven, wierd daarop door de gewoone vlagop- 0p vertrokken.
zetters de vlag op den toren geplaatst, en hetzelve Doch nauwlijks van dit bezoek ontslagen zijnde,
door een aanhoudend klok-gelui achtervolgd; terwijj wierd dezelve opnieuw in zijn huis aangevallen door
van tijd tot tijd een gantsoh aantal burgers, aan, eenen Trijntje Hendriks Akcman, die al mede onder
onderscheiden troepen, zich vervolgends begaven naar bedreigingen en het slaan op de toonbank, hem toe-
het huis van evengenoemden Cornelis I-Iooyboer, om wegde: ..die drie gulden, die mijn vader om jou
door denzelven cp genever te worden getracteerd, aan de Schout betaalt heeft, zal jij mij nog c-ireis
zoo als werkelijk door hem gedaan en daar mede terug geven!"
gecontinueerd is, tot aan den middag, ontvangende Hier mede nu de aanvallen op zijn persoon wel
hier bij wel de v eraekering van geen nood te heb- een einde nemende, schoen zulks echter niet genoeg-
ben; doch hetwelk, zoo het schijnt, bij hem zoo ge- /aam 'te 'rijnwant niet lang daar na wierd(ook
ruststellend niet geweest is, dat hetzelve hem van pooging gedaan, om zekere aan hem behoorende sohul-
het tegendeel bij aldien, hij niet braaf getracteerd, ling of hek. naast zijn huis staande, om ver le smijten
eu men het bulderen van het geschut zoo na bij piet heigeen evenwel mislukte, en alleen door den val van
gehad had, heeft kunnen, overtuigen, als vreezen de het dorps affixiebord gevolgd wierd; welk bord bijna
uit het een en ander, en inzonderheid uit het aan oen twistapp;! der menigte geworden zoude zijn, in-
hem gedane gezegde van Jacob Rol de oude; „jij dien Cornelis Weijman, hetzelve weder willende op-
hebbe geen, nood, maar die donder voor de kerk moet hangen, daar in verhinderd wierd door enen Evert
'er strak aan!" schoon niet wetende, wie door hem Weijman. met te zeggen: „donder 't door de glazen!"
daar mede bedoeld wierd, dat 'er wel iets anders l>egrijpende daar en tegen Ijeendert Krom weder, 'dal
gebeurd zoude hebben. hel opgehangen moest jvorden zeggende; „hoor! weetje
De Vrijheidsboom en aauhorigheden van dien, zoo wat geen gekheid, meer! "hel is mooi genoeg! hang
als ii den beginne van dit verbaal aangestipt héb- op het bordjeloo dat deze hier in, als hel ware,
ben,, gecondemneerd zijnde, om, en dat wel op de jde orde scheen te willen herstellen,
plav.i zelve daar hij gestaan had, verbrand te war- Dan geheel anders was diers ged:ag legen den per-
den. reeds in braoid en met zitbanken omzet 'wez&nde, soon van Jacob Blokker, want nauwlijks deze onl-
wïerd eene Willem Milkes, gaande naar de Roomsche dekkende, zoo als dezelve bij de menigte in het dorps
kerk, door eenen Pi,eter Oly gewaarschuwd om terug school zich dacht te vervoegenof hij valt, onder het
to komen, zoo hij niet, om zich bij den Vrijheids- j roepen,daar komt die donder nu aan!" en het In
boom te warmen, gehaald wilde wezen; zooals ook de lucht schermen met zijn mes, op 'dezen jongeling,
dadelijk volgde; doordien eene Jacob Rol Junior, om die op (lil gczigl retireerde, als in woede aan: ge-
de,: hoe-i van 't Raadhuis komende, hem toeriep: vende hem één of bmeer vuistslagen op zijn aangerigl.
„'nier moet Je wezen, en warmen je een^ bij den dat hij op drie plaatsen gekwetst ,aakte; woidende
Vrijheidsboom!" 'er hem voorts naartoe leidende; hier in geadsisteerd door oenen Muus de Jongh, die
wordende hij, alzoo- 'er bij te staan niet voldoende j gedachten jongeling daar te boven ook nog een of meer
was, vorder gepersuadeerd, om 'er bij te gaan zitten, slagen op den rug met ee» holsblok kwam toe te
en van achteren vastgehouden; voegende eene Jacob brengen.
Bakker, die tegen, hem over zat, hem toe: „toe don- j Middelerwijl de huisvrouw van Adriaan Stam, zich
der! je moet je maar warmen,!" °P weg gegeven hebbende en 'gekomen zijnde ter plaatse,
Wa,arna de dorps schoolmeester, Rijnder Smit, die daar men gewoonlijk van Ooslgrafldijk overzet op'de
Star-Meer. om de bedrijven van eenen Willem Gaarn
aan het lagchende gerakende, wierd dezelve daarop
door Jannetje Lut, huisvrouw van Jan Bakker 'die
zulks zag: onder het spijtig uiten van de woorden:
„daar staat 'er nog zoo een!" op het onverwagtsf
aangevallen en een s'ag met de hand in d<jn hals
toegebragt.
De dag op deze wijze gedeeltelijk reeds versleten
zijnde, zoo gebeurde 'er in don namiddag iels, waar
dooi ie gemoederen van bijna allen een geheel andere
gedaante aannamenalzoo één Officier, vergezeld door
eenige soldaten, behoorende tot de Bataafsche armee,
in den namiddag, ongeveer, ten vier of half vijf uren,
len huize van den burger Jacob van Zaanen, als de
Municipaliteit van Ooslgrafldijk uitmakende, intreden
de, .gelastte, de vlag direct te doen strijkenwaar
op dan ook gedachte burger van Zaanen zich cp sliaal
begaf, oin 'daar:»d_ nooiig? mausr!; pp i te l»c-
Jc-r.'vndog g-ene niausdiaj-ji u op d n gemcenei*
weg onldekk ju'I o ik d.> inii/.e.i g sioUn vindende,
n. odzaakio zulks hem vi-:d en v .rd.' 1 g.iaij
als wanneer Ik-hi e:.ie Evert AYeijuvw e: Wi.l.m Adri-
ansz. Bakker w ,-j d i c.„de,
op dc aanzegging, dat d v!ag i .strek nu w i«i]
P e'.i- •itiiii, pï.'i'.ii: to-Ti p: ,,n!et s niet
strijken
afschen ()f i.ier g h. o d en v:.r>l a i waren geworden,
dc deei'lijkste gevolg?.», niet alleen vo den uitroeper,
maar ook .voor de Municipaliieit, ja zelfs voor do
p.hecle piaals en gemeente Iiadd.» kunnen 11:1 zicli
skepen, dog Avelke nog gelukkig zij.i afgewend ;,c-
w rdeii. doordien eindeliik de zoo zee -l'.digde en
mishandelde jruigelbig. Jacob Blokker m. .- genoemd,
op verzoek der Muniapilitcil. de vlag afg nonien beeft.
Zie daar. medeburger 1 het hoofdzakelijke van het
gebeurde ten voorschreven dage in <lezen Banne, immers,
voor zoo verre zulks ter onzer kennis- gebricht <-n
door da hier bij als bijlagen overgelegde altes'alk-rj
van geloofbare g tuigen, die elk hun ged pos-.- dc, als
zelve gehoord, bi g -woond en ondervonden hebben, op-
geven. ten volle lickrachligd. ingevolgd uwe gvdauo
requisilie, en overeenkomstig onze verplichting, na
waarheid, en zoo duidelijk ons mogelijk was. u mede
gedeeld. in dat vertrouwen, dat door u R. O. tegen do
schuldigen zal worden geprocedeerd, zoo a's in goede
Justitie zal 'béliooren.
Waar mede.
Ifeil en Achting!
De Administratieve Municipaliieit
der Banne Graft,
w.g. Pieter van Tiel, vl.
In kennisse van mij. Secretaris,
w.g. C. Blaauw.
Graff, 11 November 1799
.t 5de Jaar der Bat. Vrijheid.
C. P. BREED.
Tlreoh(. Aug. 1912.
Feuilleton.
.insgelijks ten dien éin,de een, bezoek van vier burgers,
als Pietier Kok, Jacob Rol de jonge, Adriaan van
Tiel en Cornelis Weijman, waar van Pieter Kok de
woordvoerder was, aan zijn huis kreeg; op derzelver
begeerte, na dat Comelis Weijman had gedeclareerd,
heni aaders te zullen halen,; en een, ander 'er óp had
laten volgen: „als hij niet komt, zal hij op zijn don
der hebben!" mede bij den branjdende Vrijheidsboom
verscheen, en onder toezegggin g, dat li ij v oor geen
leed bevreesd behoefde te zijn, daar op de kgoed-
keuring ontvangen had, door Cornelis Nagtegaal wierd
geadverteerd, dat zij. na alvorens bij Cornelis Hooy
boer en Jacobus van Baars geweest te zijn, om ook
bij hem om de genever zouden komen; zooals dezelve
dan ook vervolgens dat bezoek, aa® huis krijgende,
onder anderen door Cornèlis Nagtegaal wierd gezegd:
„kijkzo gij geen genever had willen geven, dan waar
BRAND IN HET GRAAN'. I.
De kwestie van de bestrijding van dc verschillende
soorten van brand in onze granen is ün de laats'ei
jaren vergeef ons de woordspeling een brandende
kweslie geworden. Nieuwe onderzoekingen hebben, in
deze materie nieuw licht gebracht, verschijnselen, welke
de practijk reeds lang had opgemerkt, werden daardoor
•bevredigend verklaard, nieuwe bestrijdingsmiddelen voor
bepaalde gevallen, vinden reeds hier e» daar vrij groote
toepassing.
Vanwege de Directie van den Landbouw wordt onder
belanghebbenden cn -stellenden een brochure verspreid,
geschreven door Dr. H. M. Quanjer, hoofd-assistent
-aan hel Instituut voor Phythopathologie te "Wageningen,
getiteld„Ontsmetting van Zaaigranen met heet wa
ter".
Deze broohuYc is op aanvrage gralis Verkrijgbaar
aan de Directie van den landbouw. Toumooiveld fi,
's-Gravenhage. Secretarissen van landbóuwvercenigin-
gen hebben zeer zeker een exemplaar ontvangen.
Deze brochure geeft ons aanleiding d>2 verschillende
brandsoorten met eenige uitvoerbaarheid te behande
len. waardoor naar we hopen de lezing der brochure
meer vruchtbaar zal worden.
De bespreking der graanbrand zullen \>;e beginnen
met dc behandeling van den stuifbrand in haver, als
zijnde o.i. de tegenwoordig meest verspreide en mei rt
bekende graanbrandsoort.
In den tijd. dat de haver in de pluim komt, zie» me n
tusschen de gezonde planten onregelmatig verspreid een
greoter of kleiner aantal andere exemplaren, waarbij
de pakjes, waarin de beide haverkorrels zitten, zwa-t
zijn. Een eenvoudig onderzoek bij .enkele achterblij-
vers leert al spoedig, dat deze ziekelijke afwijking reeds-
aanwezig is. als de pluim nog in de schede zich be
vindt.
Kafjes en korrels blijken geheel vervangen le zi n
door een zwart poeder, dat tegen het rijp rijn v, i
de haver geheel verstoven is. Zooals le begrijpen is
zal een deel van het zwarte stof, hoewel voor 4u-<
bloote oog onzichtbaar, zich bevinden op de gezonde
korrels van het aangetaste veld.
Het ziekteverschijnsel hier Inschrevenis bekend on
der den naam van „stuifbrand der haver", 'I welk ecu
zeer toepasselijke naam is.
_Legt men het fijne zwarte poeder onder de micros
coop. dan ziet men. dat het bestaat uit uiterst klei.-.o
korrel'jes. waaraan zich niets andeis laat onderscheiden
dan ten wand, hier en daar met dorentjes voorzien;
en een inhoud. Deze kleine korreltjes noemt men „spo
ren". Ze zijn ten opzichte van hun rol in de onlwil;-
Jeeling van den brand in zooverre met zaden te verge
lijken. clat uit zulk een spore, onder daarvoor gcëigei: ics
omstandigheden, zich wederom haverbrand kan ontwik
kelen. Wat we h.I. van den haverbrand waarnamen,
waren niets anders dan dc vermenigvuldigingsorgan -i
van een heel "bijzonder ingerichte plant, welke zi
in de haverplant heeft ontwikkeld, zonder dat daan- i
op een andere wijze iets opvallends blijkt. D 3
haverbrand is dus een plant en wel behoort ze tót dc-
groote groep der „zwammen".
Heel duidelijk is de ontwikkeling van ten zwam
na te gaan bij de gewone paddestoelen, welke ricK
III Dq schoolmeester keek lang naar het blad muziek.
110 „Liefde, die woor mij is gestorven," stond er op ge-
5.1*8 schreven ajs titel en verder: „Wolfgang Amadeus
Mozart".
I Eindelijk n,am de; schoolmeester een, potlood, dat
naast de lamp lag en, schreef iets op den witten
«uIlQIrand van het notenpapier.
L-_ Dan zat hij lang stil en keek met gefronst voor
in» hoofd, als eene die zeer zware gedachten, heeft.
1 Op een,maal begon de lamp slechter te branden,
I' als van een waarvan de olie opraakt. Toen krabde
man door wat hij had geschreven en schoof de
muziek van zich af, met een diepen, zucht,
door' Niemaiwi •echter weet, wanneer het licht in, de kou-
lich-j
de, kille kamér geheel is uitgegaan,.
Zoo is nog noo;it een Kerstmis beleefd geworden,
jals toen het in Jacobshof, Breithof en Hohenweiler
bekend werd, dat de schoolmeester zich had doodge-
irn jschoten. Reeds in den, nacht, dien men den heiligen
IIII»!noemt, begon het in, de lucht te razen. Het was geen
wind meer die davert en loeit, neen, het was een
razend rumoer zonder een,' oogwenk rust, waarvan al
[de menschenoo-retn, op de hoogvlakte niets verston-
kj-, den en menig menschenhart toch merkwaaj-dig bang
P„ |Was. De kinderen echter en va» hem weer de jong-
oy.'sten die n,auwelijks nog een woord kon,den stamelen,
die leken het gruwelijke daar buiten het best te
^bespeuren, zij schreeuwden en gilden, zonder dat de
(moeders er de reden van konden vinden. Ook de hon-
'den in hun hokken, het vee in de stallen alle crea
turen waren voi onruot en wees in dezen nacht.
I En op een morgen voor kerktijd ging de vrouw,
°Pdie des schoolmeesters huishouden wat regelde in
lan, de lcamer. Niet om hem te halen, want hij had al
voor den geheelen winter een plaatsvervanger op
het orgel.
„P Slechts wilde zij kijken hoe het met het ontbijt
(stond en met het vuuraanmaken.
j Daar lag de schoolmeester nog in zijn, bed, met
het gelaat naar den wand gekeerd.
De vrouw echter sloop naar de kachel en maakte
het vuur aan, zoodat de ijzeren deuren kraakten.
Toen ruimde zij de tafel op, zocht de papieren
op, die over den grond verspreid lage».
Zij deed alles zoo zacht, als men dat maar e enigs
zins doen kan met nieuwe schoenen, clik met nagels
beslagen. - En, toen, een paar maal de planken luid
piepten onder haar tred, draafée zij verschrikt het
hoofd om en keek naai- den, man, die achter haar
in het bed lag. Maar hij, die daar lag, verroerde zich
niet. Toen dacht de vrouw, dat hij na een boozen,
on,rustigen, nacht, in een diepen morgenslaap gevallen
was.
Eu het was ook zoo.
Voor het heengaan ging de vrouw naar den een
zamen slaper, zij boog zich over hem heen en toen
zag zij in zijn slaap een klein gat. Een beetje zwart
en een beetje bloedig. Zij gaf geen schreeuw. Zij was
een weduwe, die een zuiper tot man en twee woeste
kerels tot zonen gehad had.
I» dit bleeke manshoofd was niets vreemds of
zigs.
Heel stj'1 stond zij aan hert. stille bed. Hare handen,
waaraan het roet van de kachel nog. kleefde, en die
steeds een weineg bibberden, legde zij in elka,ar. heel
boven op haar borst. Het grijze hoofd boog zij, als
wanneer zij door een storm moest.
En zoo heeft zij misschien gebeden. Omdat tooh
steeds daar, waai- menschenhanden niets meer te
doen vinden een weinigje bidden toch maar steeds
bet beste is.
Toen g'ing zij heen. Langzaam het pad langs, dat
voorbij het schoolmeestershuis liep, naar het kleine
roode huisje, waarin Beth woonde. Het kleine, beweeg
lijke lijkenvrouwtje stond klaar om naar de kerk te
gaan. Zij had het zwart zijden huifhoedje met de
keelbanden op het blozende hoofdjé en den kleurigen
doelc kruisgewijze over rug en borst gebonden en
zoo stond zij ,n haar kamertje voor de kachel en
roerde voor) de laatste maal den zuurkool om, opdat
die niet zou aanbranden.
Maar toen, zij het gezicht zag va.11 de vrouw die
daar de kamer binnentrad, toen schoof zij den aarden
pot haastig weer op het vuur en wierp den lepel
op de tank.
Tom werd ïd de kamer van, Beth bekend, wat er
in het. schoolhuis zoo heel zacht en eenzaam z;ch
hud afgespeeld, ais een zaak die alleen God en een
eenzame ricnschenziel aanging- En vanaf dat uur had
ieuer van Jacobshof. Breithof en Hohenweiler den
mond vol en sloegen met zware hamers het geval
zoo plat als een plaat blik. En het was een geha
mer en een geratel en een gedreun onder al die
d.-Lkor. van ol die huizen -en wat er een recht ge
sproken werd en wat een verontwaardiging er werd
gel licht.
De dominé had gehoord wat er gebeurd was toen
zijn nu-.( der hem in de woonkamer het witte befje
aanbond. Want beneden in de sacristie was éen groo
te kachel die rookte als een schoorsteen, zoodat de
dominé er de voorkeur aan gaf thuis zijn ornaat aan
te trekken, zoolang de winterkoude het noodzakelijk
maakte, dat de kachel brandde.
De moeder van den domin,é was een kleine, sierlijke
vrouw, die op haar teenen moest staan om haar
zoon te helpen. Zij droeg op het sneeuwwitte haar
een zwart kanten mutsje en verder een groeten, gou
den bril op den neus. Achter den bril keken haar
oogen scherp en verstandig, alsof zij het gewend
waren het juiste en beste steeds te .kiezen.
En omdat zij de vrouw was geweest va» een av-
men leeraar en acht kinderen had gehad, vroeg we
duwe was geweest en zelf zes kleinen had groot ge
bracht, zoo was het geen wonder, dat deze vrouwen-
oogen zoo schérp en verstandig keken.
In haar zwarte japon, die afstamde van een toga
van haar oudsten zoon, stond zij op haar teenen ach
ter den dominé, toen Beth met de meld binnenkwam
en het gebeurde haastig vertelde.
Er was eerst een groote stilte in het vertrek. De
vrouwen, keken naar den, dominé, alsof deze in de
kwellende, onaangename geschiedende licht en vrede
zou kunnen brengen en ook moest.
Maar hij stond daar met doodsbleek gezicht en
wijdgeopende oogen. Anders had hij de oogen steeds
neergeslagen, als een geboren schilder, die geen weg
zonder doel kent, en overal zij» buit vindt.
Nu echter was een verwarde angst, een hulpeloos
flikkeren in deze oogen.
„O!" riep hij dan, uit, „hij is altijd zulk een fijn
gevoelig meiisch geweest
De oude moeder keek met een zonderlingen blik
naar haar zoon. Half geroerd, teedei ca vrooiijk, zoo
als een moeder een kind aanziet, dat een ernstige
en beteekenisvolle zaak op haar sympathieke wijze be
handelt.
„Hij heeft geweten, dat hij niet meer kon genezen,
en toen heeft hij m, een boos uur er een eind aan
gemaakt." zeide zij zich tot Beth wendend. En na
een klein poosje voegde zij er aan toe: ..Wij zulb-n,
geen stee» op hem werpen."
De dominé gaf zichzelf als 't ware een ruk cn
ging vlak voor het lijkenvrouwtje staan. I-iet was
alsof hij eensklaps door een nieuwe gedachte we d
bezield."
„Misschien is hij niet dood. Beth mipschien he ft.
hij het zelf niet gedaan Hij heeft toch zijn
muziek gehad
Het vrouwtje veegde met haar boezelaar langs ha r
neus.
„Dood is hij en een gat heeft hij in zijn hoofd,
en zijn pistool had hij bij zich in bed. Zijn viool had
hij misschien wel, maar die heeft hem ook niet ge
holpen."
De dominé zonk bedroefd als ineen. „Ik wil naar
hem toe, ik wil hem zien, ik geloof het niet," zei
hij klein en moedeloos.
Toen zijn die vier zwijgend uit de kamer gegaan,
als bestrafte kinderen en over het geplaveide plein
naar hert: schoolhuis.
De wi»d plukte aan het roode haar van, de» é<ï-
j miné en het blies zijn ornaat bol en deed zijn befje
fladderen. Het zwarte kleed van de oude vrouw rit-
I scide en kraakte naast haar zoon. En achter hen
kwamen met fladderende linten aan de mutsen Beth,
die haar groot gezangboek nog steeds in den arm
j droeg en de meid van den deminë. die over haar
feestkleed nog haar werkschort gebonden had. Zij
gingen stom en gebogen en zonder haast dezen kor-
j ten weg en letten er niet op. hoe anderen achter
hen en voor hen. met lange beenen naa® hetzelfde
doel stevenden, als bijen, die in de verte reeds mer
ken dat er honig te vergaderen is.
Maar aan de deur, waarachter de schoolmeester
las, ontwaakte het verantwoordelijkheidsbesef van de
kleine Beth en krachtens haar ambt als Üjkenvrouw-
tj wees zij alle nieuwsgierigen met kracht terug.
De dienstmaagd en Beth. of het was uit angst of
bescheidenheid, dat is niet te zeggen, bleven staxu
bij de kamerdeur en lieten, de dominé en zijn moe
der naai- het bed gaan.
Zij gingen langzaam cr heen en, stonden stil na£„
den man, wien de vrouwen reeds het beetje blo-
en het beetje roet van de slapen hadden gewasschen.
En bij het staan aan dit sterfbed verloren de oogen
van den dominé het onzekere en onrustige, "en da
oogen va» de vrouw het scherpe. Moeder en, zoon