AJibiêcb Nieuws-
Mintiiiit- Lailinllil
BÉS
Finantiëel Overzicht
De Molen van den Kouden Grond.
*1
de
Woensdag 4 September 1912.
5Cste .laargaiiir N5176.
i m gpnpËi
ïc s*
Dit blad verachljnt viermaal per week: Dingdag-, Woensdag-.
Donderdag- en Zaterdagavond. BIJ Inzending tot 's morgens
3 ure worden ADVERTENTIEN in het. eersruitkoraenc nummer ge
kaatst INGEZONDEN STUKKEN éen dag vra>®iror
Bureau SCHAGEM, Laan D 4.
Intere. Teleplioon No. 20
Uitgevers: TRtöPlfiAM Cd»
Prijs per Jaar f I.l<*ranoo per poet f 8.80.
Afzonderlijke nummers 5 cent
ADVERTENTIEN van 1 tot 6 regels f 0.26; Ieders regel meer I Cent
Groote letters worden naar plaatsruimte bekkend.
Z.
Bekendmaking en.
iar
MILITIE EX LANDWEER.
De Burgemeester van Scliagen brengt ter kennis van
belanghebbenden dal het bepaalde in het le Lid van
artikel 32 der .Militie Instructie 1909 en in het le
Lid van GO der Landweer-Instructie I. ten aanzien
van de heerschende roodvonk-epidemie te Amsterdam
buiten werking worden gesteld, in verband waarmede
de Militie- en Landweerplichligen op den vastgestelde»
lijd en de vastgestelde plaats moeten opkomen.
Schagen, den 3en September 1912.
De Burgemeester voornoemd.
.1. P. W. VAN DOORN.
In een zeer klein, gedeelte der oplaag van ons
vorig no. reeds opgenomen.
Beginnende bij de eerste rubriek van de prijscou
rant der effecten is weer te constateeren, dat over
deze afdeeling die der staatsfondsen, weinig bemoe
digends is mede te deelen. Het vrij dure geld zal ten
gevolge hebben, dat de noteeringen voorshands op
dit niveau blijven. Alleen valt eenige verlaging te
vermelden in den koers van binnenlandsche Mexica
nen, op berichten dat de revolutie in deze republiek,
waarover men, n,u weinig hoorde, nog niet uitgewoed
heeft
Hoe, genoeg'lijk rolt het leven
Des genisten landmöns heen.
In de Schager Courant wordt dit vers van den
dichter Poot aangehaald en geeft dit vers een, an
deren dichter stol' om ontboezemingen in versmaat
te houden over teleurstellingen die thans het deel
zijn van den landbouwer, nu door voortdurende regens
de oogst dreigt te mislukken, zoodat deze met zorg
de toekomst tegemoet gaat. Ik haal dit versje even
aan om de aandacht te vestigen op een ander ge
zegde, dat gebezigd kan worden, nu de oogst zoo
tegenvajt, namelijk dit: „de een zijn nood, is de an
der zijn brood." Daar ook de bietenoogst door de,
aanhoudende regens zeer ernstig benadeeld is, waren
Cultuurwaarden beter, daar tengevolge van den min
der goeden bietenoogst de suikerprijzen eerder „iij-
ging tot rijzen zullen hebben dan tot daling. Aan
deelen Cultuurmaatschappij der Vorstenlanden be
reikten dan ook een koers van 160 pet. en de voor-
uitzichten zijn voor deze afdeeling dan ook niet on-
bemoedigend.
Ik wil thans iets schrijven, over eene afdeeling
van fondsen, voorkomende op onze prijscourant, waar
over ik tot heden toe weinig meegedeeld heb. Ik
I bedoel die <jer mijnbouwmaatschappijen. Waaneer er
eene afdeeling is, die teleurstellingen en grove ver-
liezen opgeleverd heeft, dan is het wel deze en voor
namelijk zijn de maatschappijen, die goud producee-
ren, daaraan debet. Vele van die maatschappijen zijn
te gronde gegaan en zien hun aan deelen tot op het
nulpunt aangeland en van andere maatschappijen, die
aanvankelijk goede vooruitzichten hebben, wordt de
koers dan zoo opgedreven, dat groote dalingen intre
den, wanneer minder gunstige resultaten behaald
worden. We kunnen bijv. wijzen op aandeelen Redjang
Lebong, Ketaho en SLman, wier noteeringen den Laat-
Bten, tijd ontzetten,d zijn teruggegaan, nu het blijkt,
dat de mijnen armer aan erts zijn dan opgegeven
is. Het; kwam mij daarom niet ondienstig voor te
■wijzen op de groote gevaren, die deze afdeeling op
levert.
Tot de rubriek petroleum-ondernemingen genaderd
is te releveeren dat de verschillende soorten
een goed figuur maken. De Indische ondernemingen
blijven vast gestemd met het oog op hunne vooruit
zichten, en het algemeen gevoelen, dat zij de moeilijk
heden met buitenlandsche ondernemingen wel zullen
te boven komen. De Rumeensehe soorten, al6 de In
ternationaal Rumeensche en de Orion maatschappij
houden zich flink, daar vermoedelijk de uit te kee-
ïen dividenden wel zuilen meevallen, terwijl de Ame-
rikaansche soorten als Oklahoma, Union en Tulsa
maatschappijen hunne noteeringen iets zien verbeteren
nu de Frapsehe maatschappij, waarin deze onderne
mingen zijn ingebracht, nieuwe boringen doet, die
succes schijnen te hebben. Van Russische soorten tre
den nog altijd op den voorgrojul pref. en gewone aan
deelen Schibajeff, die nog steeds tegen hoogere koer
sen kooplust ontmoeten.
Rubberwaarden mochten zich in een willige stem
ming verheugen, Het blijkt meer en meer, dat de rub
berproductie, die steeds toenemen.de is, wel voldoende
vraag zal vinden voor de vele doeleinden, waarvoor
i.ibber than^ gebruikt wordt. De prijs van, rubber blijft
i an ook goed gehandhaafd en de maatschappijen ma
ken op deze p lijzen aardige zaken.
Insgelijks maken scheep vaar taan deelen een, goed
figuur; de hooge vrachten, zooals reeds in een vorig
overzicht opgemerkt is, zijn aanleiding dat deze maat
schappijen, belangrijke winsten moeten maken.
Over tabakken vallen weinig variaties te vermel
den; de aanstaande herfstinschrijvingen kunnen wat,
meeidere levendigheid in deze afdeeling brengen.
Van spoorwegwaarden valt opnieuw van eene gun
stige stemming te gewagen voor Amerikaansche waar
den. De kleine reactie, die in. het laatst der vorige
week merkbaar was, is, zooais wel te denken was,
al spoedig opgevolgd door eene opgewekte stemming,
hoewel ook nu wel eens eene voorbijgaande zwak
kere stemming te constateeren viel.Die zwakkere
stemming vloeide voort uit berichten betreffende de
presidentsverkiezing, namelijk dat de groote Morgan,
den tegenwoordigen president zou steunen; uit be
richten van revolutie in Mexico en Nicaraguay, zoo
dat Amerika troepen, zal zenden, om in laatstgenoem
de republiek de orde te doen, herstellen.
Bovendien was de animo geringer nu twee vacantie-
dagen voor de beurs te New-York aanbreken. Deze
factoren van, voorbij gaanden aard kunnen cehter niet
verhinderen, dat eene kgoede stemming de overhand
behoudt,, daar de ajgemeene toestand in Amerika gun
stig beoordeeld 'wordt, op gronden in vorige over
zichten. uiteengezet. Het is dan ook wel opmerkelijk,
dat een,e daling van beteekenis onmiddellijk gevolgd
wordt door eene vaste stemming.
Ook industriëele waarden, als Ainalgamated Coppers
en Smeltings blijven flink op prijs, daar de hoogere
koperprijzen van, groot belang zijn voor deze maat
schappijen,, en, wanneer men, nagaat dat deze maat
schappijen bij de koperprijzen, die aanzienlijk lager
waren dan de tegenwoordige, nog met winst werk
ten, en dividen,d uitkeerden,, dan moeten deze maat
schappijen op den duur wel in staat zijn, het divi
dend te verhoogen, wat de Ainalgamated reeds ge
daan heeft door het dividend van 2 pet. tot 4 pet.
te verhoogen.
Steels hebben zich reeds kupnen verheugen in een
koers van 75 pet. De berichten omtrent deze trust
luiden bij voortduring gunstig; er wordt bericht, dat
de trust bijna met volle capaciteit werkt en de win
sten over het yolgende kwartaal worden hoog ges dia t
dit winstcijfer zal bok dat der twee vorige staten aan
zienlijk moeten overtreffen, wil de trust op den duur
het dividend van 1*4 p.ct. per kwartaal willen hand
haven.
Maar, waar de Vooruitzichten voor Amerika onge
twijfeld gunstig zijn. zal dc trust wel goede zaken ma
ken en zijn hoogere koersen voor deze aandeelen en
mede voor die van andere Ameiikaansche maatschap
pijen neg wel te verwachten. 'J.
Binnenlandsch Nieuws.
schipbreuk
Gedurende uren in de tegenwoordigheid van den
dood op een zinkend schip, den horizon als in wan
hoop onderzoekende in ademlooze verwachting of er
zich op het laatste oogeiiblik nog een rookpluim of
zeil zal vertoonen en eindelijk met meer dau eenigo
minuten nog verwijderd van een wissen dood in de
golven \an den Oceaan ziedaar een verschrikkelijke,
zielschokkendc toestand voor ecu mcnsch.
Dat is de vrecselijke ervaring van kapitein Bosse-
laar van Oude Pekela. reeder en gezagvoerder van den
Nodcrlandschen schoener „Agda Elenora", niet zijn
vrouw en 2 kleine kinderen benevens 5 schepelingen.
Zij werden gered van hun zinkend scliip door ,<le
tijdige aankomst van een ander vaartuig, nauwelijks
eeltige minuten voordal dc schoener omsloeg en in
de Oceaan-diepte voor altijd verdween. Hunne redding
werd volbracht door het s.s. „Modesla'', hetwelk op
het laatste oogenbiik te hulp kwam.
De gezagvoerder der ..Modesla'* nam hen aan boord,
vervolgde zijn reis en bracht de schipbreukeling.'.» vei
lig en gezond in de haven van Ardrossan (Schotland)
aan land.
Deze zaak wordt binnenkort vcor den Raad van
Scheepvaart behandeld.
Een vertegenwoordiger van de „People's Journal''
van Glasgow bracht eenige uren door in gezelschap
van den Hollandschen gezagvoerder en zijn schepelin
gen en uit hun mond tcekende hij een verhaal Van
hun reis en redding op, waarvan de „N. Gr. Ct.' de
volgende vertaling geeft:
De gezagvoerder van de „Agda Elenora' is ecu
forsoh en gezet type van een Hollander mei vrije en
open gelaatstrekken en eenvoudige manieren. Het kleine
schip was zijn eigendom en hij neemt zijn vrouw en
kleine kinderen altijd mee op zijn reizen. De „Agda'
vertrok van Lianclly (South Wales) met een jading
kolen aan boord van 2-15 ton en bestemd voor Oporto
J (Portugal). Alles ging goed alhoewel het steeds ruw
J en slecht weer was met hoog.' zee. Totmen in de
Golf van Biscaye kwam. Men zette, na de Scilly-
eilanden gepasseerd te zijn. .direct koers naar Portugal
en men was ver van iiet naaste land verwijderd. In
den nacht van Maandag trof men zeer slecht weer.
Het kleine, van staal geoouwde schip rolde en werkte
in verbazend hoog dooreenloopende zeeën, die tegen
dc scheepszijden sloegen en hel schip heen en "weer
wierpen. Het schip werd soms zoo erg op zijde ge
worpen, dat een groot deel van het onder water liggende
gedeelte boven kwam. Deze buitengewone werking ver
oorzaakte. dat de lading overging. Bij 't innemen der
lading was 'het schip gacd vol, doch gedurende de reis
zïikle fcte lading ^enigermate in en kwam er oehigei truimie,
zoodat dc kolen heen en weer konden rollen. Do
meeste lading sloeg over naar bakboordzijde, hetgeen
het schip zware slagzijde gif. Zoo goed mogelijk trachtte
men de kolen weder over te werken en werden allen,
„naar beneden' gezonden voor dit doel. doch om
streeks 10 uur gaf de gezagvoerder order,, om het
schip over stuurboord te doen liggen, daar men geen
resultaat bereikte van het overwerken der lading. De
zeeën sloegen sleeds over het schip heen en sommige
brekers kwamen in het ruim. Den geheelen nacht)
werkten allen onophoudelijk door. zonaar eenig vocd-
sel te gebruiken, om de steenkolen over te werken,
zonder resultaat evenwel.
i De morgen brak aan over de somber grijze, gol
den terwijl 'het schip zich nog in zijn gevaarlijke)
positie bevond.
Met het krieken van den dageraad hadden de gol
ven iets van het wilde der voorgaande dagen verloren.
Opnieuw zag men uit, of er ook hulp aan den horizon
zou opdagen. De gezagvoerder had ontdekt, «Jat liet
schip lek was geworden. Hel water vloeide langzaam
in het ruim van het schip en de toestand der opva
renden 3verd sleeds wanhopiger. Te erger nog, daar
de overkomende zeeën de boot hadden weggeslagen.
Het eenige hulpmiddel om zich van het gevaarlijke
schip te redden, was dus afgesneden.
Beneden in de kajuit was de toestand niet minder
tragisch. De jonge vrouw van den gezagvoerder zat
daar met haar twee kleine kinderen, 'de eene een
aardig lilmidharig, blauwoogig klein meisje van tweo
jaar de andere een kleine jongen van 8 maandcat.
De wanhoop van de moeder gaat dc beschrijving Je
boven. Omstreeks half acht des morgens toen hel
schip dieper en $eper zonk en. de vooruitzichten van
redding -meer en meer verdwenen, bemerkte de ge
zagvoerder 'n stoomschip in de verte cn bracht terstond
het bericht aan zijn vrouw. Het internationaal nood
sein werd geheschen cn de naderende stoomer stuurde
onmiddellijk koers naar het zinkende schip. Het was
een strijd tusschen leven en dood.
Kapt. WcstervLk van hel Noorweegsche stoomschip
overzag den toestand onmiddellijk en beval zijn man
nen een boot te water te laten. De eerste stuurman
met een paar anderen gingen naar het schip. Dc „Agda'
was nu diep in het water en een van de 'manna*
sprong in de boot. Toen1 werden de twee kinderen
mol de moeder in de boot gelaten en de anderen volg
den. De boot verwijderde zich snel met de geredden
en was nauwelijks op korten afstand of de „Agda Ele-
onora'- zonk.
Aan boord van het stoomschip werd men met vrien
delijkheid ontvangen. Opmerkelijk was het, dat jle ge
zagvoerder van het stoomschip en de vrouw van Bos-
selaar van een zelfde geboorteplaats zijn. Na vier da
gen werd jde bemanning te Ardrossan aan wal gezel, en
verder door de zorgen vann den Hollandschen consul
naar Holland gezonden.
6T. MAAKTEN
Maandagavond .bracht ter gelegenheid der kermis,
de tocneelvereen. „O. O.' in het lokaal van den heer
Jc. Schennerhom alhier, hel blijspelMijnheer de Se
nator, in 3 bedrijven naai- liet DuiLsch van Franz vort
Schonlhan cn Gustav Kadelburg, ten gelioore. Wij ge
loven geen tegenspraak te zullen ondervinden, als wiji
schrijven, dal dit stuk, wat inhoud en voordracht be
treft, bijzonder in den smaak viel. hetgeen door het
aandachtig luisterend en daarna Juid applaudisseeren-
de publiek rijkelijk werd bewezen. Jammer dat door hel
slechte weer de opkomst van het publiek maar matig e
was.
ZIJPE.
Op Dinsdag 17 Sepember a.s. zullen ter volledigo
oefening de volgende personen voor deze gemeen ie
worden ingelijfdJ. Braauboer, G. J. \V. dë Moei,
P. van Dok. K. Kossen. J. C. Beek.
.St llaarteuHurng.
Bij 'het bestuur van de straatverlichting alhier wa
ren drie biljetten ingekothen voor het aansteken der
lantaarns. Laagste inschrijver was 'de heer J. van Eelen,
wien 'het werk is gegund.
st. maartensbrug.
De pogingentot het oprichten eener luchtgasoen-
Irale alhier, zijn nu zoover geslaagd, dat aanstaands
Woensdagavond in het lokaal van den heer \V. Swarthof
vermoedelijk een burgerlijke maatschap zal worden op
gericht.
oude niedorp.
De heer S. Snel. hoofd der school le Zijdewind,
slaagde le Wageningen voor akte Landbouw.
HOOGWOUD
Naar wij vernemen zal vanwege de afd. Hoogwoud tof
bevordering van het Vakonderwijs in Weslfrieslandj
wederom een winlercursus worden gegeven in het lijn-,
vak- cn hand teekenen, rekenen, taal en boekhouden-
VEENHUIZEN. O. NIEDORP.
Onlangs meldden wij. dat in onzen poldermolen <fe
proef zou genomen worden met een waterwerktuig var*
nieuwe vinding, dal in de plaats san den vijzel zou
l komen. De proefnemingen hiermede zijn nu in vollen
]gang. Tot dusver bieden de resultaten .helaas groote
teleurstellingen aan en blijven zij ver beneden üe ge
stelde verwachtingen. Laten wij hopen, dat het den
uitvinders moge gelukken, binnen den uitersten ter
mijn. 1 Ocl. a.s.. nog zoodanige wijzigingen aan te
brengen, dat het nieuwe werktuig inderdaad een verbe
ven ng blijkt.
Feuilleton.
in.
een
r»
ge-
ad
27.
In, verren omtrek stonden de dennen in een witte
zee, waarin als eilanden de drie gehuchten lagen.
Uren lang zaten nu de menschen op de hoogvlakte
achter hun vensters.
Door tabaksrook omgeven keken de mannen doel
loos naar het witte gewemel, dat geruischloos in de
steegjes danste en hun meesten arbeid toedekte.
De vrouwen schoven grootere brokken hout inde
kachels, die hun scherpe warmte de kamer instraal-
den.
Wanneer de sneeuwvlokken de Jacobshofers het
werk uit de handen iueanen, komen bij die menschen
gedachten, sluipend en stal.
Snuffelend en wantrouwend bespeurde menigeen de
gebeurtenissen van de laatste dagen.
Zij redeneerden er over, dat de schoolmeester zich
had doodgeschoten en des dominee hem ondanks dat,
met alle eer had hegraven maar dat was nog lang
niet alles. Men wast dat het in den Molen geducht
had gespookt. De molenaarsvrouwzoo heette het,
was samen met Regele door Klotz de deur uitgejaagd
En voor niemendal jaagt een Klotz geen mooi en
jong wijf weg. Ja, wanneer zij oud geweest was en
leelijk
i Het leventje, dat daar buiten in de doodgravers
woning reeds zoo lang had geduurd, dat vioolspelen,
bij elkaar hokken en niets doen. dat had nu op een
maal met schrik pen eind genomen. En de oude
Regele was daarbij ook in de verdrukking geraakt,
omdat zij haar grooten mond niet had kunnen, hou
den.
De molenaarster, zoo heette het, was buiten bij
haar broer en Regele werd door Beth het lij ken vrouw
tje geherbergd, die nog zoo wat met haar verwant
was en nog wel een plaatsje over had in haai* een
zaam huisje.
■Als op een eiland zaten, de Jacobshofers in hun
boerenbraafheid en zij keken met koele blikken
toe, hoe anderen door de wervelwinden hunner merk
waardige zonden werden meegesleept.
De molenaar op den Kouden Grond stond hun nog
ïiocat zoo na als nu, nu hij den strijd gewonnen had
tegen het ongewone, dat zich had willen nestelen op
hun hoogvlakte.
In de pastorie was een groote kamer onder het
dak. Vroeger, toen de oude,, doove dominee nog te
Ja,cobshof meer heerschte dan werkte,, toen sliepen
in deze kamer een haJf dozijn van de kinderen van
deD dominee en het was daar alles in orde geweest.
Maar de tegenwoordige luie predikant hing schilde
rijen aan de gekalkte muren, opgezet-te vogels hin
gen aan den zolder en veel vreemd goed vulde alle
hoeken.
Daartusschen stond de dominee te schilderen en te
denken en wanneer een gemeentelid hem bezoeken
kwam, dan haalde de moeder van den domin,ee haar
zoon niet uit de studeerkamer, die beneden lag, naast
de huisdeur, maar zij riep met haar schelle stem
naar boven: „Wolf er is iemand voor je."
Velen hadden het boofd geschud, toen zij voor de
eerste maal dezen ongebruikelijken naam hadden ge
hoord en het scheen hun geen goed teeken te zijn,
wanneer iemand, die de herder van welen moest zijn,,
Wolf heette. Maar de moeder van den, dominee liet.
geen enkele harer bezoekers in twijfel of het was
daarboven bij haar zoon alles zooals het behoorde te
zijn. Zij had een korte, maar besliste manier, n kring
om den dominee te trekken, die alle boerenhanden
verre van hem hield. De Jacobshofers beweerden, dat
het den duivel bij Beëlzebub aanklagen was, wan
neer men de oude vrouw iets over haar zoon zeggen
wilde,, en zij liepen de grijze vtouw eerder uit den
weg, dan dat zij haar opzochten.
Weinig luidjes van de hoogvlakte was het Öan ook
vergund geweest, een blik in de kamer van den do
minee te werpen. Met een stuk krijt stond op de deur
dezer kamer geschreven: „Dient elkander! Een
iegelijk met de gave, die hij ontvangen heeft."
Het venster ,dat naar het, oosten uitkeek, was met
een gordijn behangen,.
Door do beidie vensters, aan den, noordkant keek
de witte verte en d:e hemel, waaraan een laatste licht
straal speelde.
Een groot doek was naar het licht gekeerd. Het
was nog niet af- De dominee zat ervoor, had het
hoofd diep gebogen en de hand voor het gelaat.
Achter zijn stoel echter stond de kreupele, de hor
logemaker.
Zijn scherp gezicht was vaal, zijn donkere, vurdge
oogen waren wijd opengerukt-
Zoo staarde hij naar het schilderij en haalde nau
welijks adem.
Er werd er een naar zijn graf gedragen.
Wit schemerde het mishandelde lichaam van den
doode uit de vale schemering.
Drie mannen hadden het lichaam aangepakt. Man
nen, zooals zij over de hoogvlakte van Jacobshof gin
gen. De doodgraver met zijn knokkig hoofd was on
der hen. Een zeer oude, wiens knieën schenen te
beven stond ter zijde en keek in het leege graf van
rotsblokken., als wilde hij zorgend nog eerst onder
zoeken, of alles in orde was voor hem die daar
moeilijk werd naderbij gedragen.
Een vrouw leunde tegen het graf. Een nog jonge
vrouw, die een donkeren sluier om het bleeke hoofd
wapperde. Haar gelaat droeg de trekken van Liezel de
molenaarsvrouw.
Het gelaat had een uitdrukking van. groote, rade-
looze smart.
De vrouw keek in de verte, waar een bleek, rood
schijnsel opschemerde.
De doode had onder de bloedige doornenkroon de
trekken van den schoolmeester, zooals zij door den
dominee op de houten tafel waren gemaakt.
Wat terzijde van, den weg, dien de dragers met het
lijk gingen, zat een naakte bedelaar. Hij was mis
maakt en hief de vuist, waarin hij een fluit om
kneld hield, dreigend: omhoog tegen de huizen, die
in de verte opschemerden.
Zijn daarvan afgewend gelaat was niet te zien.
Maar het donkere haar was dadelijk te bespeuren als
dat om Heiprich Neuhaus' hoofd hing en de magere,
knokige uitgestrekte hand behoorde eveneens aan den
kreupele. Naast hem huilde een ellendige hond.
Zoo waren zij allen bij elkaar op het schilderij,
die onbewust den, dominee hadden geholpen, water uit
de Jacobshofer rots te slaan.
Hijzelf echter, de schepper, zat daar als een ge
broken, vernietigd man.
Heinrich Neuhaus staarde en staarde en vermocht
het niet éen enkel woord te spreken.
Steeds weer beefden, zijn lippen en steeds weer
moest hij slikken. Want hij was een diergenen, die
het vleugclruischen hoorden, dat om het werk gaat,
dat van groote en reine kunst getuigt.
Eindelijk stond de dominee op, trad aan een, der
vensters en keek naar buiten in de sneeuw.
Heinrich Neuhaus streek zich over het voorhoofd,
als was het warm.
En dan fluisterde hij met groote moeite: „Ja. ja,
zoo is het geweest."
De dominee draaide zich vlug om, als door een
slag geraakt. Het gladde haar hing hem om het
hoofd, de oogen keken verward.
„Geloof je dat?" vroeg hij kort, bijna angstig.
De kreupele knikte een paar maal. Er was als
een strijd in hem. En dan zeide hij, zonder den do
minee aan te zien,: „Ja. zoo is het geweest, heel ze
ker, zoo is het geweest." Hij wilde verder spreken»
zijn mond bewoog zich, zijn gelaat was rocd en heet.
toen trad de moeder van den dominee binnen en
achter haar de dokter met den hoed in de hand en
door den wind in de war gewaaid haar.
„Zoo," zeide de oude doove zonder een eakelei*
groet, „nu ziet u zelf, hoe hij het heeft geschilderd,
en of hij het anders had kunnen schilderen, en of
daar nu iets godslasterlijks bij is."
Zij schoof zenuwachtig en vlug den dokter naar
het schilderij en keerde zich tot. haar zoon. Men hoor
de hoe diep zij bewogen was.
„Hij komt van Schulzen, die beweert ziek te zijn.
En die zegt: jij hebt een zondig schilderij geschilderd
waarop de doode schoolmeester als Heiland en de
weggejaagde molenaars vrouw als Maria is geschil
derd."
Zij lette in Baar opgewondenheid niet op den kreu
pele, die wat achteruitgegaan was en nu met een
duisteren blik naar het schilderij keek.
Over het gelaat van den dominee ging een uit
drukking van schrik. Vragend, bijna hulpeloos keek
hij zijn kleine moeder aan, die zeer strijdlustig voor
hem stond.
Hij wilde iets zeggen, maar daar trad de dokter
een stap achteruit en slingerde achteloos en diep in
gedachten zijn slappen hoed uit de hand, zoodat hij
midden tusschen de verftuben van den dominee viel.
Hij streek zich vlug door het lange haar en riep:
„Alle duivels!"
Dan stond hij stil en van zijp zwijgen ging iets uit»
dat alle anderen ook deed zwijgen.
Op eenmaal draaide hij het hoofd om en wenkte
den dominee naderbij, evenals een onderwijzer een
schooljongen bij het bord roept. Zijn gelaat gloeide
en de neus had zijn vreemde kleur.
Wordt vervolgd.