AJibiêcb Nieuws- Mintiiiit- Lailinllil BÉS Finantiëel Overzicht De Molen van den Kouden Grond. *1 de Woensdag 4 September 1912. 5Cste .laargaiiir N5176. i m gpnpËi ïc s* Dit blad verachljnt viermaal per week: Dingdag-, Woensdag-. Donderdag- en Zaterdagavond. BIJ Inzending tot 's morgens 3 ure worden ADVERTENTIEN in het. eersruitkoraenc nummer ge kaatst INGEZONDEN STUKKEN éen dag vra>®iror Bureau SCHAGEM, Laan D 4. Intere. Teleplioon No. 20 Uitgevers: TRtöPlfiAM Cd» Prijs per Jaar f I.l<*ranoo per poet f 8.80. Afzonderlijke nummers 5 cent ADVERTENTIEN van 1 tot 6 regels f 0.26; Ieders regel meer I Cent Groote letters worden naar plaatsruimte bekkend. Z. Bekendmaking en. iar MILITIE EX LANDWEER. De Burgemeester van Scliagen brengt ter kennis van belanghebbenden dal het bepaalde in het le Lid van artikel 32 der .Militie Instructie 1909 en in het le Lid van GO der Landweer-Instructie I. ten aanzien van de heerschende roodvonk-epidemie te Amsterdam buiten werking worden gesteld, in verband waarmede de Militie- en Landweerplichligen op den vastgestelde» lijd en de vastgestelde plaats moeten opkomen. Schagen, den 3en September 1912. De Burgemeester voornoemd. .1. P. W. VAN DOORN. In een zeer klein, gedeelte der oplaag van ons vorig no. reeds opgenomen. Beginnende bij de eerste rubriek van de prijscou rant der effecten is weer te constateeren, dat over deze afdeeling die der staatsfondsen, weinig bemoe digends is mede te deelen. Het vrij dure geld zal ten gevolge hebben, dat de noteeringen voorshands op dit niveau blijven. Alleen valt eenige verlaging te vermelden in den koers van binnenlandsche Mexica nen, op berichten dat de revolutie in deze republiek, waarover men, n,u weinig hoorde, nog niet uitgewoed heeft Hoe, genoeg'lijk rolt het leven Des genisten landmöns heen. In de Schager Courant wordt dit vers van den dichter Poot aangehaald en geeft dit vers een, an deren dichter stol' om ontboezemingen in versmaat te houden over teleurstellingen die thans het deel zijn van den landbouwer, nu door voortdurende regens de oogst dreigt te mislukken, zoodat deze met zorg de toekomst tegemoet gaat. Ik haal dit versje even aan om de aandacht te vestigen op een ander ge zegde, dat gebezigd kan worden, nu de oogst zoo tegenvajt, namelijk dit: „de een zijn nood, is de an der zijn brood." Daar ook de bietenoogst door de, aanhoudende regens zeer ernstig benadeeld is, waren Cultuurwaarden beter, daar tengevolge van den min der goeden bietenoogst de suikerprijzen eerder „iij- ging tot rijzen zullen hebben dan tot daling. Aan deelen Cultuurmaatschappij der Vorstenlanden be reikten dan ook een koers van 160 pet. en de voor- uitzichten zijn voor deze afdeeling dan ook niet on- bemoedigend. Ik wil thans iets schrijven, over eene afdeeling van fondsen, voorkomende op onze prijscourant, waar over ik tot heden toe weinig meegedeeld heb. Ik I bedoel die <jer mijnbouwmaatschappijen. Waaneer er eene afdeeling is, die teleurstellingen en grove ver- liezen opgeleverd heeft, dan is het wel deze en voor namelijk zijn de maatschappijen, die goud producee- ren, daaraan debet. Vele van die maatschappijen zijn te gronde gegaan en zien hun aan deelen tot op het nulpunt aangeland en van andere maatschappijen, die aanvankelijk goede vooruitzichten hebben, wordt de koers dan zoo opgedreven, dat groote dalingen intre den, wanneer minder gunstige resultaten behaald worden. We kunnen bijv. wijzen op aandeelen Redjang Lebong, Ketaho en SLman, wier noteeringen den Laat- Bten, tijd ontzetten,d zijn teruggegaan, nu het blijkt, dat de mijnen armer aan erts zijn dan opgegeven is. Het; kwam mij daarom niet ondienstig voor te ■wijzen op de groote gevaren, die deze afdeeling op levert. Tot de rubriek petroleum-ondernemingen genaderd is te releveeren dat de verschillende soorten een goed figuur maken. De Indische ondernemingen blijven vast gestemd met het oog op hunne vooruit zichten, en het algemeen gevoelen, dat zij de moeilijk heden met buitenlandsche ondernemingen wel zullen te boven komen. De Rumeensehe soorten, al6 de In ternationaal Rumeensche en de Orion maatschappij houden zich flink, daar vermoedelijk de uit te kee- ïen dividenden wel zuilen meevallen, terwijl de Ame- rikaansche soorten als Oklahoma, Union en Tulsa maatschappijen hunne noteeringen iets zien verbeteren nu de Frapsehe maatschappij, waarin deze onderne mingen zijn ingebracht, nieuwe boringen doet, die succes schijnen te hebben. Van Russische soorten tre den nog altijd op den voorgrojul pref. en gewone aan deelen Schibajeff, die nog steeds tegen hoogere koer sen kooplust ontmoeten. Rubberwaarden mochten zich in een willige stem ming verheugen, Het blijkt meer en meer, dat de rub berproductie, die steeds toenemen.de is, wel voldoende vraag zal vinden voor de vele doeleinden, waarvoor i.ibber than^ gebruikt wordt. De prijs van, rubber blijft i an ook goed gehandhaafd en de maatschappijen ma ken op deze p lijzen aardige zaken. Insgelijks maken scheep vaar taan deelen een, goed figuur; de hooge vrachten, zooals reeds in een vorig overzicht opgemerkt is, zijn aanleiding dat deze maat schappijen, belangrijke winsten moeten maken. Over tabakken vallen weinig variaties te vermel den; de aanstaande herfstinschrijvingen kunnen wat, meeidere levendigheid in deze afdeeling brengen. Van spoorwegwaarden valt opnieuw van eene gun stige stemming te gewagen voor Amerikaansche waar den. De kleine reactie, die in. het laatst der vorige week merkbaar was, is, zooais wel te denken was, al spoedig opgevolgd door eene opgewekte stemming, hoewel ook nu wel eens eene voorbijgaande zwak kere stemming te constateeren viel.Die zwakkere stemming vloeide voort uit berichten betreffende de presidentsverkiezing, namelijk dat de groote Morgan, den tegenwoordigen president zou steunen; uit be richten van revolutie in Mexico en Nicaraguay, zoo dat Amerika troepen, zal zenden, om in laatstgenoem de republiek de orde te doen, herstellen. Bovendien was de animo geringer nu twee vacantie- dagen voor de beurs te New-York aanbreken. Deze factoren van, voorbij gaanden aard kunnen cehter niet verhinderen, dat eene kgoede stemming de overhand behoudt,, daar de ajgemeene toestand in Amerika gun stig beoordeeld 'wordt, op gronden in vorige over zichten. uiteengezet. Het is dan ook wel opmerkelijk, dat een,e daling van beteekenis onmiddellijk gevolgd wordt door eene vaste stemming. Ook industriëele waarden, als Ainalgamated Coppers en Smeltings blijven flink op prijs, daar de hoogere koperprijzen van, groot belang zijn voor deze maat schappijen,, en, wanneer men, nagaat dat deze maat schappijen bij de koperprijzen, die aanzienlijk lager waren dan de tegenwoordige, nog met winst werk ten, en dividen,d uitkeerden,, dan moeten deze maat schappijen op den duur wel in staat zijn, het divi dend te verhoogen, wat de Ainalgamated reeds ge daan heeft door het dividend van 2 pet. tot 4 pet. te verhoogen. Steels hebben zich reeds kupnen verheugen in een koers van 75 pet. De berichten omtrent deze trust luiden bij voortduring gunstig; er wordt bericht, dat de trust bijna met volle capaciteit werkt en de win sten over het yolgende kwartaal worden hoog ges dia t dit winstcijfer zal bok dat der twee vorige staten aan zienlijk moeten overtreffen, wil de trust op den duur het dividend van 1*4 p.ct. per kwartaal willen hand haven. Maar, waar de Vooruitzichten voor Amerika onge twijfeld gunstig zijn. zal dc trust wel goede zaken ma ken en zijn hoogere koersen voor deze aandeelen en mede voor die van andere Ameiikaansche maatschap pijen neg wel te verwachten. 'J. Binnenlandsch Nieuws. schipbreuk Gedurende uren in de tegenwoordigheid van den dood op een zinkend schip, den horizon als in wan hoop onderzoekende in ademlooze verwachting of er zich op het laatste oogeiiblik nog een rookpluim of zeil zal vertoonen en eindelijk met meer dau eenigo minuten nog verwijderd van een wissen dood in de golven \an den Oceaan ziedaar een verschrikkelijke, zielschokkendc toestand voor ecu mcnsch. Dat is de vrecselijke ervaring van kapitein Bosse- laar van Oude Pekela. reeder en gezagvoerder van den Nodcrlandschen schoener „Agda Elenora", niet zijn vrouw en 2 kleine kinderen benevens 5 schepelingen. Zij werden gered van hun zinkend scliip door ,<le tijdige aankomst van een ander vaartuig, nauwelijks eeltige minuten voordal dc schoener omsloeg en in de Oceaan-diepte voor altijd verdween. Hunne redding werd volbracht door het s.s. „Modesla'', hetwelk op het laatste oogenbiik te hulp kwam. De gezagvoerder der ..Modesla'* nam hen aan boord, vervolgde zijn reis en bracht de schipbreukeling.'.» vei lig en gezond in de haven van Ardrossan (Schotland) aan land. Deze zaak wordt binnenkort vcor den Raad van Scheepvaart behandeld. Een vertegenwoordiger van de „People's Journal'' van Glasgow bracht eenige uren door in gezelschap van den Hollandschen gezagvoerder en zijn schepelin gen en uit hun mond tcekende hij een verhaal Van hun reis en redding op, waarvan de „N. Gr. Ct.' de volgende vertaling geeft: De gezagvoerder van de „Agda Elenora' is ecu forsoh en gezet type van een Hollander mei vrije en open gelaatstrekken en eenvoudige manieren. Het kleine schip was zijn eigendom en hij neemt zijn vrouw en kleine kinderen altijd mee op zijn reizen. De „Agda' vertrok van Lianclly (South Wales) met een jading kolen aan boord van 2-15 ton en bestemd voor Oporto J (Portugal). Alles ging goed alhoewel het steeds ruw J en slecht weer was met hoog.' zee. Totmen in de Golf van Biscaye kwam. Men zette, na de Scilly- eilanden gepasseerd te zijn. .direct koers naar Portugal en men was ver van iiet naaste land verwijderd. In den nacht van Maandag trof men zeer slecht weer. Het kleine, van staal geoouwde schip rolde en werkte in verbazend hoog dooreenloopende zeeën, die tegen dc scheepszijden sloegen en hel schip heen en "weer wierpen. Het schip werd soms zoo erg op zijde ge worpen, dat een groot deel van het onder water liggende gedeelte boven kwam. Deze buitengewone werking ver oorzaakte. dat de lading overging. Bij 't innemen der lading was 'het schip gacd vol, doch gedurende de reis zïikle fcte lading ^enigermate in en kwam er oehigei truimie, zoodat dc kolen heen en weer konden rollen. Do meeste lading sloeg over naar bakboordzijde, hetgeen het schip zware slagzijde gif. Zoo goed mogelijk trachtte men de kolen weder over te werken en werden allen, „naar beneden' gezonden voor dit doel. doch om streeks 10 uur gaf de gezagvoerder order,, om het schip over stuurboord te doen liggen, daar men geen resultaat bereikte van het overwerken der lading. De zeeën sloegen sleeds over het schip heen en sommige brekers kwamen in het ruim. Den geheelen nacht) werkten allen onophoudelijk door. zonaar eenig vocd- sel te gebruiken, om de steenkolen over te werken, zonder resultaat evenwel. i De morgen brak aan over de somber grijze, gol den terwijl 'het schip zich nog in zijn gevaarlijke) positie bevond. Met het krieken van den dageraad hadden de gol ven iets van het wilde der voorgaande dagen verloren. Opnieuw zag men uit, of er ook hulp aan den horizon zou opdagen. De gezagvoerder had ontdekt, «Jat liet schip lek was geworden. Hel water vloeide langzaam in het ruim van het schip en de toestand der opva renden 3verd sleeds wanhopiger. Te erger nog, daar de overkomende zeeën de boot hadden weggeslagen. Het eenige hulpmiddel om zich van het gevaarlijke schip te redden, was dus afgesneden. Beneden in de kajuit was de toestand niet minder tragisch. De jonge vrouw van den gezagvoerder zat daar met haar twee kleine kinderen, 'de eene een aardig lilmidharig, blauwoogig klein meisje van tweo jaar de andere een kleine jongen van 8 maandcat. De wanhoop van de moeder gaat dc beschrijving Je boven. Omstreeks half acht des morgens toen hel schip dieper en $eper zonk en. de vooruitzichten van redding -meer en meer verdwenen, bemerkte de ge zagvoerder 'n stoomschip in de verte cn bracht terstond het bericht aan zijn vrouw. Het internationaal nood sein werd geheschen cn de naderende stoomer stuurde onmiddellijk koers naar het zinkende schip. Het was een strijd tusschen leven en dood. Kapt. WcstervLk van hel Noorweegsche stoomschip overzag den toestand onmiddellijk en beval zijn man nen een boot te water te laten. De eerste stuurman met een paar anderen gingen naar het schip. Dc „Agda' was nu diep in het water en een van de 'manna* sprong in de boot. Toen1 werden de twee kinderen mol de moeder in de boot gelaten en de anderen volg den. De boot verwijderde zich snel met de geredden en was nauwelijks op korten afstand of de „Agda Ele- onora'- zonk. Aan boord van het stoomschip werd men met vrien delijkheid ontvangen. Opmerkelijk was het, dat jle ge zagvoerder van het stoomschip en de vrouw van Bos- selaar van een zelfde geboorteplaats zijn. Na vier da gen werd jde bemanning te Ardrossan aan wal gezel, en verder door de zorgen vann den Hollandschen consul naar Holland gezonden. 6T. MAAKTEN Maandagavond .bracht ter gelegenheid der kermis, de tocneelvereen. „O. O.' in het lokaal van den heer Jc. Schennerhom alhier, hel blijspelMijnheer de Se nator, in 3 bedrijven naai- liet DuiLsch van Franz vort Schonlhan cn Gustav Kadelburg, ten gelioore. Wij ge loven geen tegenspraak te zullen ondervinden, als wiji schrijven, dal dit stuk, wat inhoud en voordracht be treft, bijzonder in den smaak viel. hetgeen door het aandachtig luisterend en daarna Juid applaudisseeren- de publiek rijkelijk werd bewezen. Jammer dat door hel slechte weer de opkomst van het publiek maar matig e was. ZIJPE. Op Dinsdag 17 Sepember a.s. zullen ter volledigo oefening de volgende personen voor deze gemeen ie worden ingelijfdJ. Braauboer, G. J. \V. dë Moei, P. van Dok. K. Kossen. J. C. Beek. .St llaarteuHurng. Bij 'het bestuur van de straatverlichting alhier wa ren drie biljetten ingekothen voor het aansteken der lantaarns. Laagste inschrijver was 'de heer J. van Eelen, wien 'het werk is gegund. st. maartensbrug. De pogingentot het oprichten eener luchtgasoen- Irale alhier, zijn nu zoover geslaagd, dat aanstaands Woensdagavond in het lokaal van den heer \V. Swarthof vermoedelijk een burgerlijke maatschap zal worden op gericht. oude niedorp. De heer S. Snel. hoofd der school le Zijdewind, slaagde le Wageningen voor akte Landbouw. HOOGWOUD Naar wij vernemen zal vanwege de afd. Hoogwoud tof bevordering van het Vakonderwijs in Weslfrieslandj wederom een winlercursus worden gegeven in het lijn-, vak- cn hand teekenen, rekenen, taal en boekhouden- VEENHUIZEN. O. NIEDORP. Onlangs meldden wij. dat in onzen poldermolen <fe proef zou genomen worden met een waterwerktuig var* nieuwe vinding, dal in de plaats san den vijzel zou l komen. De proefnemingen hiermede zijn nu in vollen ]gang. Tot dusver bieden de resultaten .helaas groote teleurstellingen aan en blijven zij ver beneden üe ge stelde verwachtingen. Laten wij hopen, dat het den uitvinders moge gelukken, binnen den uitersten ter mijn. 1 Ocl. a.s.. nog zoodanige wijzigingen aan te brengen, dat het nieuwe werktuig inderdaad een verbe ven ng blijkt. Feuilleton. in. een r» ge- ad 27. In, verren omtrek stonden de dennen in een witte zee, waarin als eilanden de drie gehuchten lagen. Uren lang zaten nu de menschen op de hoogvlakte achter hun vensters. Door tabaksrook omgeven keken de mannen doel loos naar het witte gewemel, dat geruischloos in de steegjes danste en hun meesten arbeid toedekte. De vrouwen schoven grootere brokken hout inde kachels, die hun scherpe warmte de kamer instraal- den. Wanneer de sneeuwvlokken de Jacobshofers het werk uit de handen iueanen, komen bij die menschen gedachten, sluipend en stal. Snuffelend en wantrouwend bespeurde menigeen de gebeurtenissen van de laatste dagen. Zij redeneerden er over, dat de schoolmeester zich had doodgeschoten en des dominee hem ondanks dat, met alle eer had hegraven maar dat was nog lang niet alles. Men wast dat het in den Molen geducht had gespookt. De molenaarsvrouwzoo heette het, was samen met Regele door Klotz de deur uitgejaagd En voor niemendal jaagt een Klotz geen mooi en jong wijf weg. Ja, wanneer zij oud geweest was en leelijk i Het leventje, dat daar buiten in de doodgravers woning reeds zoo lang had geduurd, dat vioolspelen, bij elkaar hokken en niets doen. dat had nu op een maal met schrik pen eind genomen. En de oude Regele was daarbij ook in de verdrukking geraakt, omdat zij haar grooten mond niet had kunnen, hou den. De molenaarster, zoo heette het, was buiten bij haar broer en Regele werd door Beth het lij ken vrouw tje geherbergd, die nog zoo wat met haar verwant was en nog wel een plaatsje over had in haai* een zaam huisje. ■Als op een eiland zaten, de Jacobshofers in hun boerenbraafheid en zij keken met koele blikken toe, hoe anderen door de wervelwinden hunner merk waardige zonden werden meegesleept. De molenaar op den Kouden Grond stond hun nog ïiocat zoo na als nu, nu hij den strijd gewonnen had tegen het ongewone, dat zich had willen nestelen op hun hoogvlakte. In de pastorie was een groote kamer onder het dak. Vroeger, toen de oude,, doove dominee nog te Ja,cobshof meer heerschte dan werkte,, toen sliepen in deze kamer een haJf dozijn van de kinderen van deD dominee en het was daar alles in orde geweest. Maar de tegenwoordige luie predikant hing schilde rijen aan de gekalkte muren, opgezet-te vogels hin gen aan den zolder en veel vreemd goed vulde alle hoeken. Daartusschen stond de dominee te schilderen en te denken en wanneer een gemeentelid hem bezoeken kwam, dan haalde de moeder van den domin,ee haar zoon niet uit de studeerkamer, die beneden lag, naast de huisdeur, maar zij riep met haar schelle stem naar boven: „Wolf er is iemand voor je." Velen hadden het boofd geschud, toen zij voor de eerste maal dezen ongebruikelijken naam hadden ge hoord en het scheen hun geen goed teeken te zijn, wanneer iemand, die de herder van welen moest zijn,, Wolf heette. Maar de moeder van den, dominee liet. geen enkele harer bezoekers in twijfel of het was daarboven bij haar zoon alles zooals het behoorde te zijn. Zij had een korte, maar besliste manier, n kring om den dominee te trekken, die alle boerenhanden verre van hem hield. De Jacobshofers beweerden, dat het den duivel bij Beëlzebub aanklagen was, wan neer men de oude vrouw iets over haar zoon zeggen wilde,, en zij liepen de grijze vtouw eerder uit den weg, dan dat zij haar opzochten. Weinig luidjes van de hoogvlakte was het Öan ook vergund geweest, een blik in de kamer van den do minee te werpen. Met een stuk krijt stond op de deur dezer kamer geschreven: „Dient elkander! Een iegelijk met de gave, die hij ontvangen heeft." Het venster ,dat naar het, oosten uitkeek, was met een gordijn behangen,. Door do beidie vensters, aan den, noordkant keek de witte verte en d:e hemel, waaraan een laatste licht straal speelde. Een groot doek was naar het licht gekeerd. Het was nog niet af- De dominee zat ervoor, had het hoofd diep gebogen en de hand voor het gelaat. Achter zijn stoel echter stond de kreupele, de hor logemaker. Zijn scherp gezicht was vaal, zijn donkere, vurdge oogen waren wijd opengerukt- Zoo staarde hij naar het schilderij en haalde nau welijks adem. Er werd er een naar zijn graf gedragen. Wit schemerde het mishandelde lichaam van den doode uit de vale schemering. Drie mannen hadden het lichaam aangepakt. Man nen, zooals zij over de hoogvlakte van Jacobshof gin gen. De doodgraver met zijn knokkig hoofd was on der hen. Een zeer oude, wiens knieën schenen te beven stond ter zijde en keek in het leege graf van rotsblokken., als wilde hij zorgend nog eerst onder zoeken, of alles in orde was voor hem die daar moeilijk werd naderbij gedragen. Een vrouw leunde tegen het graf. Een nog jonge vrouw, die een donkeren sluier om het bleeke hoofd wapperde. Haar gelaat droeg de trekken van Liezel de molenaarsvrouw. Het gelaat had een uitdrukking van. groote, rade- looze smart. De vrouw keek in de verte, waar een bleek, rood schijnsel opschemerde. De doode had onder de bloedige doornenkroon de trekken van den schoolmeester, zooals zij door den dominee op de houten tafel waren gemaakt. Wat terzijde van, den weg, dien de dragers met het lijk gingen, zat een naakte bedelaar. Hij was mis maakt en hief de vuist, waarin hij een fluit om kneld hield, dreigend: omhoog tegen de huizen, die in de verte opschemerden. Zijn daarvan afgewend gelaat was niet te zien. Maar het donkere haar was dadelijk te bespeuren als dat om Heiprich Neuhaus' hoofd hing en de magere, knokige uitgestrekte hand behoorde eveneens aan den kreupele. Naast hem huilde een ellendige hond. Zoo waren zij allen bij elkaar op het schilderij, die onbewust den, dominee hadden geholpen, water uit de Jacobshofer rots te slaan. Hijzelf echter, de schepper, zat daar als een ge broken, vernietigd man. Heinrich Neuhaus staarde en staarde en vermocht het niet éen enkel woord te spreken. Steeds weer beefden, zijn lippen en steeds weer moest hij slikken. Want hij was een diergenen, die het vleugclruischen hoorden, dat om het werk gaat, dat van groote en reine kunst getuigt. Eindelijk stond de dominee op, trad aan een, der vensters en keek naar buiten in de sneeuw. Heinrich Neuhaus streek zich over het voorhoofd, als was het warm. En dan fluisterde hij met groote moeite: „Ja. ja, zoo is het geweest." De dominee draaide zich vlug om, als door een slag geraakt. Het gladde haar hing hem om het hoofd, de oogen keken verward. „Geloof je dat?" vroeg hij kort, bijna angstig. De kreupele knikte een paar maal. Er was als een strijd in hem. En dan zeide hij, zonder den do minee aan te zien,: „Ja. zoo is het geweest, heel ze ker, zoo is het geweest." Hij wilde verder spreken» zijn mond bewoog zich, zijn gelaat was rocd en heet. toen trad de moeder van den dominee binnen en achter haar de dokter met den hoed in de hand en door den wind in de war gewaaid haar. „Zoo," zeide de oude doove zonder een eakelei* groet, „nu ziet u zelf, hoe hij het heeft geschilderd, en of hij het anders had kunnen schilderen, en of daar nu iets godslasterlijks bij is." Zij schoof zenuwachtig en vlug den dokter naar het schilderij en keerde zich tot. haar zoon. Men hoor de hoe diep zij bewogen was. „Hij komt van Schulzen, die beweert ziek te zijn. En die zegt: jij hebt een zondig schilderij geschilderd waarop de doode schoolmeester als Heiland en de weggejaagde molenaars vrouw als Maria is geschil derd." Zij lette in Baar opgewondenheid niet op den kreu pele, die wat achteruitgegaan was en nu met een duisteren blik naar het schilderij keek. Over het gelaat van den dominee ging een uit drukking van schrik. Vragend, bijna hulpeloos keek hij zijn kleine moeder aan, die zeer strijdlustig voor hem stond. Hij wilde iets zeggen, maar daar trad de dokter een stap achteruit en slingerde achteloos en diep in gedachten zijn slappen hoed uit de hand, zoodat hij midden tusschen de verftuben van den dominee viel. Hij streek zich vlug door het lange haar en riep: „Alle duivels!" Dan stond hij stil en van zijp zwijgen ging iets uit» dat alle anderen ook deed zwijgen. Op eenmaal draaide hij het hoofd om en wenkte den dominee naderbij, evenals een onderwijzer een schooljongen bij het bord roept. Zijn gelaat gloeide en de neus had zijn vreemde kleur. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1912 | | pagina 1