;.r.gn uis'.uilond dankt aan tl - bcmv .verken uil licl vcnedene, die bowaard bleven, 'i erwij] nwn elders, om hel vreemdelingenverkeer le verlevendigen, d it eéné s e.i belangrijk "voordeel "kan aanbrengen, ul hel mo- jr-lv doe: om de oude schoonheid in stand te hou den. .«ou. mocht uw vo-orbecld navolging vinden, Enk- iiuiz.ii weldra beroofd zijn van 'alles, wal het voor viv .mJelingcn aantrekkelijk doel zijn. „Hel Dagelijkseh Bestuur is cr van overtuigd, dat u lii.r..n;i nic: gedacht hebt, en dat liet voldoende zal én, u. ais lid van den gemeenteraad op dit algemeen l.ing te wijzen, om u te (doen inzien, dat uwe han delwijze daarmede strijdt". Dooit ei:n wiek getroffen. Te Voorschoten is gisternamiddag de molenaars- kn.e'.ii van <Iic bezig was eenig vuil van den watermolen op den Binncnpoldcr te verwijderen, door .vu wiek aan hel hoofd getroffen. Zeer ernstig ver- v .i.l werd de man naar het academisch ziekenhuis te LriJen vervoerd. entree voor marken Do gemeenteraad van, Marken heeft een eigepaar- deigenlijk wel een oolijk besluit gopomen: va» eiken vreemdeling, die het eiland bezoekt, zal voort aan een zekere heffing gevergd worden, „voor het ge bruik der wogen". Zou navolging niet te vreezen, zijn, is het besluit wel wettelijk gedekt? vraagt De 'Ned rl. BKROOVING. Voor het gerechtshof te Amsterdam had zich heden in hooger beroep te verantwoorden een 26-jarig vis- scher. die door de Rechtbank te Alkmaar veroordeeld werd lot twee jaren gevangenisstraf. Bekl. wordt, be schuldigd in den nacht van 5 op 6 April zekeren A. Vos, met w:en liij te Hoorn een café had bezocht» aangegrepen, op het hoofd geslagen, bloedend verwont en hem vervolgens van zijn porhemonnaie, inhouden- Gemengd Nieuws EEN HOOGE. Te »New-York is thans de hoogste wolkenkrabber, Woolworth Building voltooid, welke een, hoogte van 780 Eng. voet heel't. De huurders van dit reu zenge bouw betalen jaarlijks ongeveer 60#0.000 gulden, huur. Het huis heeft 50 verdiepingen, elk met 400 vertrek ken, In het gebouw bevinden zich een brandweerpost, twee apotheken, een hydro-therapèutlseh instituut, drie restaurants, twee „bars", drie spreekkamers va^i dokters, een tandheelkundige inrichting, enz. De lorwuiuuiiawi, iiyiuuufcau-1 Uie(5we wolkenkrabber is volgens Fransche plannen de een paar rijksdaalders en, twee guldens, beroofd e]; me(. Pransch kapjtaal gebouwd, te hebben. ZEVENVOUDIGE MOORD. Advocaat-generaal, mr. baron Van der Feltz eisep- porp Monte Valepaio in Portugal is een te drie jaren gevangenisstraf. zevenvoudige moord gepleegd. Een vrouw Is er ver- OVERVLOKD VAN MATER! moord, terwijl zij terugkeerde van de rivier, wpar zij Meu schrijft uit Tlel pan het Handelsblad: linnen had gespoeld, en met haar haar vijf kinderen. Bij een waterstand van, 7.22 M. boven. N.a.p. as zuigeiin^- werd in haar armen vermoord. Men vond de gierpont van de reep genomen, daar de veeiwe- an<jere kinderen dichtbij, allen, met afgesne- n° m de„ h2js Een etal verder J»£jde vader dood. op de- smerissen wete wat er met ons gebéurt!" De agenten belegden krijgsraad, terwijl „het pe- bliek" de belegerden toejuichte en aanmoedigde om het beleg vol te houden. De laatste der vredesvoorwaarden: as ^blijkbaar als onaannemelijk veroordeeld, in de eerste zagen de agen ten wel iets verstandigs, want met gotrokken zwaard en wapenstok stormden zij op de - schaverende mdn- schemnenigte in. toen deze niet geneigd bleek om het bevel tot doorkropen op te volgen. Toen een ladder tegen het reclamebord was ge plaatst gaven twee van de belegerden zich op genade of ongenade over; zij lieten zich zakken en werden krijgsgevangen gemaakt. Nummer drie klauterde tot in den top van oen boom en hield het daar nog on geveer een, half uur uit; toen, zjig hij in, dat een roemloos einde van dit beleg onvermijdelijk wars, hij daalde af in de armen der agenten, die hem nog met groote welwillendheid hadden aangeboden een ladder tegen den boom taufieflien, welk aanbod hij echter als zijner onwaATdtóHjTsióeg. Het heele beleg had tot bfjfta middernacht ge duurd. gen overstroomen. De veerstoomboot onderhoudt met de kleine pont den dienst. De rivier de Maas. welker waterstand geheel den zom.u' door laag was. is In de laatste dagen onge veer 2 Meter gewassen. Alle sluizen langs de rivier zijn. gesloten, waardoor, indien het natte weer aan houdt. voor Noordelijk Brabant en Maas en Waal weder overstrooming dreigt. Door den aanhoudenden regen worden de vooruit zichten, voor onze landbouwers en veetelers met den dag slechter. Van de te veld staande gewassen zal, ook a.1 verandert het weer, wednig terechtkomen. Haver, erwten, boonen, rogge, tarwe, waarvan voor schatten of gemaaid of op stam nog te veld staat, zijn onherroepelijk bedorven. Wij spraken landbou wers. die nog 200 tot 500 vim tarwe buiten had- de.i staan. De aardappels, bepaaldelijk gielen, eigen heimers en zeeuwen, lijden, verschrikkelijk opder het rot; aan vele struiken vimdt men geen enkele gezonde. De opbrengst der suikerbieten zal sterk tegenvallen. Van de tweede snede hooi en, de naweiden komt zeer weinig terecht; de melkopbrengst van het vee ver mindert. De prijzen van het hooi en de zuivel zijn dientengevolge stijgende. Voeg daarbij de groote sterf te van varkens tengevolge van vlekziekte en men kan. begrijpen, dat vooral voor den kleinen boer dit jaar bijzonder slecht is. De duizenden arbeiders op de steenfabrieken langs Waal en Rijn hebben slechts eenige volle weken gewerkt, wat ook voor tal van, winkeliers op de dorpen, een groote tegen/slag is. De geringe oogst van voederkoren zal ook niet nalaten op den veehandel ini dit najaar een, ongunsti- gen invloed uit te oefenen. ONDER EEN LOCOMOTIEF. Gisteravond geraakte de 25-jarige wisselwachter Stutger van Winschotten te Harlingen onder een ran- geerencle locomotief, waardoor zijn beide boenen wer den, verbrijzeld. De ongelukkige overleed hedenoch tend in bet verplegingsgesticht,. Hij was ongehuwd. EEN BELEG. Op eeu hoog reclamebord aan het Sarphatipark .te Amsterdam waren gisteravond drie kleine straat- Arabieren geklauterd; zij zaten er schrijlings open sloegen met wijsgeerige belangstelling van hun ver heven zetel de voorbijgangers in de diepte gade; eenigen dezer vonden het geval onalledaagsch ge noeg om te blijven staan en er hun bespiegelingen aan te wijden, Tusschen hen en het drietal in, den hooge ontspon zich nu een levendige gedachtenwis- seling, welke den, nieuwsgierigen beneden niet de ge- wenschte opheldering van het alleszins merkwaar dige verschijnsel bracht, maar hun onverdeelde be langstelling toch gaande hield, omdat aan de opmer kingen van de straatjongens op het reclamebord Am- sterdainscke straathumor niet vreemd was. Na een kwartier stenden er eenige honderden naar boven te staren, na een half uur stond de heele straat zwart van die manschen. Noch de, op strengen, toon gegeven bevelen van een zestal politie-agepten, noch hun dringende vertoogen hadden de jongens ertoe kunnen bewegen, at te zakken naar den beganen grond. Blijkbaar zagen zij den hopeloozen ernst van hun toestand r.og niet in. want toen zij bemerkten, dat. hun geundformde belegeraars van geen onder handelingen wilden, weten,, begonnen zij hen te boo nen in plaats van te trachten hen mild te stemmen, war in hun omstandigheden zeker van meer beleid blijk had gegeven. Na een uur had een hunner zich bereid verklaard te cap!taleeren; hij stelde de volgende voorwaarden: „Eerst mot alle pebliek weg, en dan mot ik van de zelfde manier omgebracht. Min? heeft verdenking een, boer, een buur van hert, gézin. Men bewaakt zijn huis. De oudste zoon van het vermoorde gezin werkt bij hem en men vreest, dat de moordenaar het ook op hem heeft voorzien. DE VLEESCHNOOD IN DUITSCHLAXD Tol diezelfde conclusie moeten zoo pngevcer de brave ver tegenwoordige' s van St.-Gall en Thurg.m ge komen zijn,- die na afloop der manoeuvres te Will do eer genoten aan den keizer Ie worden voórgiisteld on nu*l wie hij zich geruimen tijd onderhield. Velen vroe gen zich nieuwsgierig af. waarover hij toch wel met hen zoo druk'aan het redèneeren was. „Ik weet Jict", zegt 'Puaux. Met deh een sprak hij over do lc \eld slaande gewassen, met den andere over de Zwitsersche hoiilsnijknnsl.en legde voor dit .alles een belangd el ling aan den dag. die hen in verrukking bracht. Zoo is de keizer opgetreden niet alleen te Will, maar gedu rende zijn geheele verblijf te midden der Zwitsers*'. „Een zeer aardige episode vertélde mij kolonel Ce- resole*', aldus gaat de „Temps'-correspondent voort. Te Génève is reeds sedert geruimen tijd een zekere mejuffrouw Bryard woonachtig, een oude dame, van yijf-en-zeventig jaar. Vijf én twintig, of dertig jaar leden, vertoefde zij geruimen tijd aan het hof lc Ber lijn. waar zij de keizerlijke prinsen cn prinsessen on derwees en keizer Wilhelm als jongen man leerdo kennen. Reeds voordat keizer Wilhelm- naar Zwitserland ver trok. had zij tot de Duilsóhe legatie te Bern hel ver zoek gericht, onv aan den keizer tijdens diens verblijf in Zwi'serland te "mogen worden, voorgesteld, welk ver zoek aan keizer Wilhelm werd overgebracht. Naar hel scheen, "was hij echter het verzoek van de oude dame reeds geheet vergelen, doch in <len trein, tusschen Bazel cn Zurich, richtte hij zich plotseling lot kolonel Ce- rosolo, met de vraag: „Het schijnt, dal mejuffrouw Bryard ook bii u in 'l land woont. Ik herinner mij haar zoor goed. Wil u haar verzoeken. Vrijdag om ivier uur in hel gebouw der legitic te komen?'' hem uitroepen: „Kijk," daar is de brigade II.... (hier noemde hij den juis en naam). Zij stellen daar bij het kreupelhout hun. batterij op.' De keizer onderzocht voortdurend den gezichtseinder, zonder daarbij een kij ker te gebruiken en locli'zag hij alles, om het zoo lc zeggen, nog eerder dan wij. Toen een Zwüsersch officier hem een uitstekende kaart van het manocuvretcrrcin bij Will voorlegde. wendde de keizer zich lot von Moltke en zeide: „Na. du. :t.ranriger Julius, du kostest mar eiu Ma.se Geld und 6olcho eine Karlot liast du mir nic gesel i af feu.!'' De „droevige Julius", ran wiéri de keizer zegt, dat hij hem nooit Jieclt zien lachen, antwoordde echter gecs'.ig: „Dat is zoo, sirc. Maar ge hebt me ook nooit zoon land gegeven als dit.'-' Tot slot verhaalt Puaux nog eenige aardige voorvallen waarbij, dc hondspresident. Porree, in het hijzonder be trokken is. Gedurende den geheelcn tijd, dat keizer Wilhelm in Zwi seriand vertoefde, heeft Forrer zich nimmer hijzonder bij "den keizer op den voorgrond gedrongen. Steeds stelde hij de leden van den Zwitsers enen honds- raad en andere autoriteiten in de gelegenheid den kei zer le naderen door zich zelf als hel ware terug, te trekken. Zoo aan de lunch te Will, waar hij! opstond om keizer Wilhelm gelegenheid te geven zich vrijelijk met Generaal Pau te ondernouden. Hij weet, dat hij. volgens de Zwilsersche constitutie, slechts de primus inter pares is cn dus in den grond der zaak géén aanspraak kan maken cp een bijzondere onderscheiding, iels, wat ook in hot geheel niet in hel karakter ligt van „papa" zooals de Zwitsersche volksmond hem noemt. Toch zal "hij zich wel eenigszins gevleid gevoeld Dat de oude dame Vrijdagmiddag om f uur present hebben, leen op bet manoeuvreveld zijn hoed door ,1V^, namiddags, na afloop der jna ïijke dagen doorgebradit irThef paleis te Potsdam, noeuvres. terug begaf, had president Forrer, die reeds waar zij zooveel guitenstreken uitgehaald hadden. Hij6/ jaar is. een afzonderlijke coupé opgezocht teneinde herinnerde haar er aan, hoe hij: cn zijn broer Conslan- <*en beetje te kunnen slapen. Toen men het Zuricher tin prinses Scphie boven op een kast hadden gezets'.ation naderde, kwam een officier hem wokken, waar- en hoe deze zat te luiilen totdat mademoiselle Brvard op Forrer. gauw zijn oogrn uitwrijvend, zich weer bij haar kwam verlossen. Zoo babbelde hij met haar 'over J den keizer voegde. Haha, mijnheer de, president de dagen van voorheen. En de oude dame genoot, Jeef-1 riep deze uit. „een klein dutje gedaan; dc weer in hel cmnle von I>oo' 7t! ,"*,t - dc weer in het groote tijdperk van haar leven. Zij zag in den geest Potsdam weer; zij "zag San-Remo, dc droeve Juin-dagen van 1888. Wilhelm IT. was niet moer dc keizer', op wien de menigte in de straten, van Bern stond te wachten, was niet meer de lieer- V' -a"?,"„Mi i sdier over. een der grootste volken, der wereld, hij BBB1JJK. 12 SQgtomber. PUb)i-.,vls voor h„r dc lccBr|ing zii bcknoni. dc jon„, man. dien zij terecht gewezen had. Het is een geschiedenis, die slechts zeer weinigen kennen, waar (lil een heldor licht werpt op 's keizers groote minzaamheid. Ik herinner mij nog s'eads de woorden, welke prin ses Walderaar eenmaal tot mij zeide: „Gij kent den keizer niet. maar ik ken hem. ik heN hem bestudeerd. Geloof hem, wanneer hij verzekert, dal een diep gods dienstig gevoelen al zijn daden bestuurt. Dit religieus gevoelen, ook op den voorgrond 1 re dend in 's keizers verklaring van 2-1 Februari 1894: „Indien mijn voorvaderen in s'aal geweest zijn om groote dingen tot stand te brengen, dan is ebt vooral omdat de Hohenzollerns hun plicht weten te doen in de overtuiging," dat God hen gesteld heeft op de plaats, die zij innemen cn dat zij aan hem alleen en aan hun geweten rekenschap verschuldigd zijn" is sedert dien nicl verandcij. Toen hij zich Woensdag met presi dent Forster rlaar het manoeuvre-terrein begaf, zeide hii„Ziet u, mijnheer de president, ik houd niet veel van dominé's en pastoors en van al 'die mensehen. die zooveel preeken Zij maken er te veel hij. Wat mij betreft, ik houd mij aan mijn bijbel, die ik telkens lees en tverlees. Men vindt er oplossingen in voor alle moeilijkheden, alle problemen, /e'.fs poli'ieke." Ook aan de vraag: Waarom wilde dc keizer zoo eaanr* de- Zv.i'sc.hersclie manoeuvres bijwonen, wiidl de ,,Tcinps*'-«ojTe«p"mdenl de noodige aandacht. Zijn in ziens was rijej, niet -enkel de nieuwsgierigheid van den deskundige op militair gebied, die keizer Wil helm mar Zwi'serland dreef, maar er zat meer achter. De DuPsche generale staf aldus Puaux is er van overtuigd, dal. diar de forten in Elzas-Ixvtharingen een aanval van hel Fransche leger van die zijde on- mogejjik ^pvaken. tde Fransche generale staf oen spe- 1u(lié heeft gemaakt van oen eventueelen aan zijn intocht zou houden.. Was er niet steeds een wachten in, haar geweest» een schuw verlangen, dat den steeds vreemder wor dende man omfladderde, als een moede vogel, die een plaatsje zoekt o-m te rusten. Zij richtte zich plotseling op, en het, was haar plotseling warm en benauwd. Zij zag den statigen man voor zich staan in de armelijke kamer in de Watersteeg, toen hij het pas gemaakte horloge op den grond wierp, om het dan roet een vurigen blik op haar. weer op de tafel te leggen, me»t de boodschap, dat hij terugkwam. En de jager stond op den weg. De zon lag op zijn gebruind gezicht en schitterde op den blauwen ge weerloop. De molenaar van den Kouden Grond verwachtte zijn bruid en, het ongeduld had hem den weg op gedreven. Liezel voelde een scherpe smart, als werd van zorgvuldig verbonden wonden het verband eensklaps afgerukt. j f j Jammerend boog zij zich voorover en trok de knieën hoog en weende stil voor zich heen. „Regele, had jij maar gezwegen, in, dien, laatsten nacht. Hadt jij mij maar niet gezegd, wat hij alles al reeds heeft gedaan. Misschien was dan alles nog wel eens goed gewerden tusschen ons. Nu is het uit Nu moet het uit zijp, omdat ik anders mijzelf zou moeten verachten. Niemand kan mi; hierovei* heen helpen. Dat kan een vrouw niet; dra gen. dat niet. Het was alsof de eenzame vrouw hulpeloos en zonder hoofd naar een opening, naar een kleine spleet zocht, die wat lucht en licht zou kunnen binnenlaten door den zwaren muur van haai' harte leed. En daar schoot liaar in de gedachten, de mis maakte moienaarsvrouw De oude molenaarster, die onder het klimop en het bronzen kruis lag. Haar ge laat was eensklaps helder. „Ziet ge, dat is het lot van de vrouwen der Klotaen van den Kouden Grond. 'Ik ken dat wel. Zwaarder en moeilijker nog heb ik daaraan gedragen. Ik ben niet zoo gezond geweest als jij, niet f zoo krachtig, niet zoo taai. Waaneer ceert een interview met den offi'ciëelen vertegenwoor diger vap het Han,de]sdepartement der Zuid-Australi sche regeering, consul-generaal Henoch. Volgens de zen, consul-generaal kan tegen, Kerstfeest liet eerste bevroren schapenvleesch uit Australië te Berlijn aan komen. Den 6en November wordt een scheepslading bevroren vleesch van 100.000 schapen uit Australië verzonden. Zes weken later kan het vleesch te Ber lijn zijn via Hamburg. De consul-generaal zegt, dat aan, alle eischen van paragraaf 12,"der wet op den invoer van bevroren vleesch volda,an'-zijh, dat de scha pen gekeurd en geslacht zijn geheel'op dezelfde wijze als aan de Berlijnsche abattoirs geschiedt. Na dit eerste transport zullen met regelmatige tusschenpoo- zen, van, 14 dagen, telkens nieuwe ladingen te Ham burg aankomen.. De hoofdzaak is, -iïadat aan para graaf 12 geheel voldaan is, de rechten op liet vleesch, die thans 20 pfennig per pond' bedragen, tot 5 pf. terug te brengen. In dat geval kan liet, vleesch tegen billijken prijs aan het volk verkocht worden en is aan, den vleesch nood eeïv ei nde gemaakt. Vol gens Henoch is in de koelruimte te Hamburg, Ber lijn en andere groote Duitsche steden genoeg plaats om het bevroren, vleesch te bewaren. De Tagliche Rundschau beweert, dat men ter be voegde plaatse zeer sceptisch gestemd is omtrent het succes, hetwelk het bevroren vleesch onder de be volking zal hebben, daar deze den smaak van het buitenlandsche vee niet onverdeeld heerlijk vindt. In tegenstelling met den, £n^tnaliseinen consul,-gene raal, zegt het blad, dat 'de beschikbare koelruimte voor bevroren, vleesch niet vol deinde is. 't Opheffen van, de invoerrechten van veévoyder^fczou door de ne- geering onnoodig geacht worden, De Kölnlsche Zeitung bericht, :dat de regeering nog geen en.ked besluit genomen'heeft, zoadat niets definitiefs gezegd kan worden omtrent den uitslag der mindsteriëele besprekingen. ANECDOTEX OVER KEIZER M'liilELM. Rcné Puaux. de speciale corré^pcmdént van de „Temps" te Zurich, zoo deelt de Telegraaf mee.-.die keizer Wilhelm's bewegingen tijdens diens bezoek in Zwitserland van vrijt dichtbij heeft kunnen gadeslaan, is een en al bewondering voor de> wijze^ waarop deze zijn Zwitsersche gastheeren voor zich heeft' weten in te nemen. Met vcrschillende_ anecdoten, oor wier „echtheid' hij inslaat, toont de „Temps'-correspondent aan, hoe keizer Wilhelm door zijn welwillendheid, zijn joviali teit, zijn ongeveinsde belangstelling de harten der Zwit sers stormenderhand heeft vero\evd. „Keizer Wilhelm - zco ^schrijft Puaux herin nerde mij in zijn geheele optreden aan een ambachts heer. die een rijken hoor uit het dorp een bezoek komt brengen, zich aan diens witgeschuurde keuken tafel neerzet, met smaa^jySjL glas melk „zóó van de koe' drinkt, met bewond'eriiig den prachtigen vee- s'apel in. oogenschouw neemt, zich met do zoons on derhoudt over hetgeen hun speciaal belangstelling kan inboezemen, en dit alles doet met 'n eenvoud en min zaamheid, die het geheele-gezin, na zijn vertrek, in koor doen uilroepen„Wat 'il aardige man. In het geheel niet trotscn hé!" .Juist. Majesteit", was het antwoord ran Forrer. „En ik heb geslapen als een p.rins Al plaa'ste Forrer zich niet cp den voorgrond, vrij cn ongedwongen wist hij met den keizer om 'te gaan. En dit wilde keizer Wilhelm juist, want daar door gevoelde hij zich Qiuis temidden van het gast vrije Zwilsersche volk. tïij de moeder waart van een zoon, gij hadt hem bij de hand kunnen nemen en hem kunnen leiden, beter dan ik zwakke vrouw. Van je vader hadt, hem kunnen vertellen, en van, al het moois, wat* men in den Kouden Grond niet kent. Maar jij,.bent te laf. Je hebt je gewikkeld in je koele trots, als in een mantel, als ia een harnas, als niet alles was zóoals gr dat wenschtet. Denkt ge soms, dat men de Klot- zen anders maakt op die manier? „En dan ben je weggeloopen. Denk je soms, dat hij je zal halen,? Een Klotz ep .een, onbereden paard loopen, liever alles onder 'Öeti' Co et, dan dat zij vrij willig éen stap teruggaan. Hef is tegen zijn natuur. Jij doet ook niemendal tegén je natuur. Jij hebt het wilde molenaarsbloed niet kunnen, doen kalmeeren, steeds ben je in je harnas ..gekropen, hebt nooit den •prijs willen betalen, vxxA0^ liefsten, en dierbaarsten wensch." Zoo sprak de Otide molenaarsvrouw, die ouder het klimop en het brogten kruis lag. En de jonge vrouw lag«sfepeloos in den speeuw- helderen nacht te kijken*, luisterde, en verweerde zich en gaf zich, juist zoover als haar krachten, reikten. Haat en verachting voor den brutalen man wilde zij in haar gemoed laten opvlammen. En toen waren haar oogen vochtig geworden door al de vergoten, tra nen wild© de haat niet branden. Inplaats van hel op slaande vlammen gaf het maar een droeven walm, bijtend als harteleed. De kinderen, van, den ouden Neuhaus aten dien winter heel dunne soep. De moeder van dein dominérkfftusp en bad dat Lie zel een paar maal voor haar zoon, ^ou komen zitten voor zijn schilderij, dat bijna klaar was. De kreupele keek haastig vaJP^tjn werk op en wilde iets zeggen. Maar toen hij zijn zuster kalm, ja haast vroolijk haai* topstemro^iig hoorde geven toen sloot hij den reeds geopenden mond weer en dacht, dat men het best deed -mpt Gods water over Gods akker te laten loopen." Zoo groeide onder de handeft van den dominé het doek en in Jacobshof achter de brandende kachels het taaie win teronkruid, dat niet ïneer uit te roeien was en val, h eizij door België of door Zwitserland. De kei zer nu gelooft zeer giame. dat dc Zwitsers vasLhesloten zijn bun neutraliteit te zullen handhaven. Hij heeft zich echter met eigen cogen willen overtuigen, of hun strijdmacht daartoe ook in staal zou zijn. En tot die overtuiging zou -hij Jhaiis gekomen zijn. wat voldoende zijn woord bewijst„Uw (liet Zwitschersehe) leger bespaart mij zes legerco-psen". hetgeen zeggen wil, dat. daar de Zwilschcrsche strijdmacht voldoende weer- s'and kan bieden aan een eventueelen aanval van een Frnnsch leger, keizer Wilhelm zes legerkorpsen meer paar de Belgische of Lotharingscho grens kan voe len. Heeft do keizer zich slechts met defensieve over wegingen op de hoogte van de weerbaarheid van hét Zwitsersche leger willen stellen, dan is zulks geens zins in tegenspraak mei zijn vroegere vredelievende uitlatingen. De soldaat Wilhelm II boezeml mij éven veel be langstelling in ratësëtel staatshoofd Wilhelm II. Gedu rende de manoeuvres heb ik nauwkeurig aoht op hem geslagen en dp Zwitsersche officieren, die zich voorl Het kind en de school. XXV. Moet de school het openluchtspel leiden 'Als rcacüe tegen do eenzijdige intellectueele opvoe ding valt in de laatste 10 jaar gelukkig de aandacht ook op de lichamelike opvoeding. Door orde-oefeningen en gymnastiek werd er wel zo n beetje aan gedaan, maar niet in voldoende mate cn niet op de goede wijze. De verwaarlozing van de lichamelike opvoeding is niet de minste grief tegen hol huidig opvoedingsstelsel, cn voor cm groot 'deel is die verwaarlozing dc oorzaak van de tuchteloosheid en hot hoge percentage van afgc-keurden voor de militaire dienst. De tegenwoordige jeugd heeft niet geleerd zich op gepaste wijze te ver maken in de open lucht, nu verkeerseisen en telefoon hel vliegeren en andere spelen hebben belet. Tegen over de eenzijdigheid, die de school kweekt met zijiji cijfers, is hel openluchtspel een tegenwicht: het be vordert zelfvertrouwen, tucht voor een gemeenschappolik doel, het vermindert dc kleinzerigheid, en geeft op geruimdheid en... frisse wangen en hoofden. Het ïsv, een oj)voedingsmiddel van zeer grote waarde. Daarom moet de school, zowel de lagere als de middelbare, ook om uitwassen te voorkomen, die spelen onder leiding houden. Laat men hel spel aan de kinderen zelf over. dan zullen juistde physick zwakke kin deren. voor wie het spel het noodigst is, niet meespe len. Leiders en terreinen zijn in de eerste plaats nodig. Daarvoor kunnen en wijlen de Bonden voor LiohameJike Opvoeding', die in veel plaatsen bestaan en nuttig werk 'doen, zorgen. De Amsterdamse Bond (A. R. L. O.) geeft hierin een uitstekend voorbeeld. De leiders, liefst onderwijzers en leraren, moeten het spel zelf goed kunnen spelen, anders missen ze ge zag. Als spelen kómen allereerst in aanmerking: 's win ters voetbal en korfbal; 's zomers slagbal ep honkbal. Vooral het laatste, oen uil Amerika in gevoerd spel. is zeer animerend voor jon - as hoven twaalf jaar. en stelt weinig c-isen aan terrein (pl.m. 50 bij 50j M. en materieel (pl.m. f6.Met wat goeden wil (Amsterdam heeft het bewezen) zijn er aan elke school wel een paar uur in de week te vinden, mi's het terrein dicht bij school ligt, en. do gymnns'iek- cn sohrijflessen er gedeeltelijk bi.ji inschie ten: hij onspeelbaar weer, wat maar weinig voorkomt, moet het gym nas li ek 1 okaal beschikbaar zijn. Waar de school hóe langer hoe meer beslag -.legt op de tijd van de leerlingen, heeft ze tegenover (de jeugddie behoefte heeft aan lichamelike oefening en frisse lucht, en tegenover ons volk, dat later flinke, Hurend i„ d<- onmiddellijke onding Aes vonden, verzekerden mij: De keizer was buitengewoon penluch p.1 °P Zl<^1 te nemen, goed op de hoogte van ons leger. Hij wist de namen, T F. TIFMEIJER, ran alle chefs, die aan de manoeuvres deelnamen „Nog" zoo Verleide mij een hunner „hoor ik Leraar H.B.S. Amsterdam. 2de sekr. V.E.O. zich steeds vaster hechtte: Uren lang was de molenaarster in het dominés- huis„ Uit doeken» die de moeder van den dominé 'fta'ar gat, li aaide zij het gewaad voor Maria». Moeder en zoon keken naar haar fliinke, ijverige haiden. verwonderden, zich daarover en verheugden zich, hoe alles goed ging. Voor den, schilder was het nu een gemakkelijke arbeid. Stom en onbeweeglijk, als bestond er voor haar geen vermoeienis, stond de bleeke vrouw, zoo-| lang de korte dag zijn licht gaf. Zij spraken, pauwelijks met elkaar. De gansche ziel van den ma.nj'was bij zijn werk, dat, nu het zdjn volmaking naderde, alle krachten van zijn meester opdronk, als een droge spons. De schildórSöogen, die scherp en klaar keken, wan neer zij op bujrt. uitgingen, zagen verward en onzeker, zoodra zij weïjgerdépen werden van hun arbeid. 1 Liezel was dit stemme, ijverige werken goed. Er kwam iëtó^ als aandacht en leven over haar in, deze groote, stille kamer. Zij had geen alledaagschheden hier binnen willen dragen pn vooral niet een stuk van haar eigen leven. De moedér van den dominé en ook de dominé zelf vroegen haar njerts. Dat deed haar goed en gaf haar rust Zij. zag hoe de oude dame steeds zorgde voor haar zoon. Het was een doorloopend de steenen uit den weg ruiinen, een baan maken voor den man, die in diep nadenken zijn weg ging. Toen kwam over Liezel zoo iets als het heimwee, dat over ..den wandelaar komt, wanneer hij een kerk- tóren zat' die gelijkt op dien van zijn eigen verver- wijderdj dorpje. Met oogen vol traiien dacht zij aan de dagen, toen zij npg voor haar vader en broer zorgde. Höt,T gevoel in haar binnenste om te zorgen» te geven, -on óp te offeren, werd steeds grooter en mach tiger.' Hoe lang reeds had zij dat niet gehad. In den Kouden tf^Ótd was die bron opgedroogd, die haar ziel frisch en levendig had gehouden, van haar kin derdagen af. De molenaar was geen man om voor te zorgen; die niet en zwaar liepen haar de tranen over de wangen. De schilder zag scherp. Hij zag de wijdgeopende oogèn vol smart en verlangen en hulpelooze liefde, die geen doel meer had. Daar kwam een scherpe, bijna gierige straal in zijn blik, waarmede hij alles opving en vastlegde in zijn schilderij. Maar al zag hij het jaimmerleed van des Heilands moeder, het harteleed der vrouw zag hij niet. En dat was goed zoo. Want niemand kan twee on gelijke heeren dienen. Eenmaal kwam Regele in des doodgravers woning. Zij groette den huisheer niet, die met de pijp in den mond in de deur stond en toekeek naar het werk, dat zyn doove vrouw verrichtte. Zy had een, diepe verachting voor den luien zwetser van wien zy wist, dat hij sedert Kerstmis dagelijks in den molen kwam, zich daar het eten en drinken goed liet smaken en den molenaar bü het vossen uitgraven en ander werk hielp. Tegen doove Kaalje gaf zij in het voorbijgaan een kort knikje. Bij Heinrich. en Liesel zat zij dan aan tafel en zag hoe haar rijke meesteres, het plompe uurwerk van een boerenknecht uit elkaar nam en het roestige rader- werp poetste. Het was. alsof zij haar tong had verloren, zoo lang bleef zij zwijgen. Msischien stoorde de kreupele haar wel. dio met een donker, gezicht tegenover haar kat. Maar daar de anderen niet begonnen te praten, moest zij het we'1 doen. Zij vroeg, hoe ver het stond met de scheiding. Tóen hief Liezel het hoofd op. Eon merkwaardige harde, hoogmoedige trek was er om haar mond en haar bleek gelaat kleurde zich met een donker rood. Wordt vervolgd. 1.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1912 | | pagina 6