hltitti Ninis- Uitmuit- iiiiiiiiiiii CI p ff -L* De Molen van den Kouden Grond. 3£ 10. isi. Donderdag 10 October 1912. 56ste Jaargang N<«. 5197. g 11 rKJ p ip 1 Ariondissements Rechtbank te Alkmaar- Zitting vap| Dinsdag 8 October 1912. schapendiefstal. De eerste beklaagde van heden, is -een, gedetineerde, i Hij heet Jaap Heanemau, is 20 jaar oud -en woonacli- ♦j#tig te Bergen. In den avond of nacht van 9 op 10 T September jl. is mijnheer een, beetje op roof uitge- |J weest. Reeds sinds eenigen tijd was hij feitelijk zwer ft ven.de, mbcht niet meer thuis komen en overnachtte veelal in een hooischuur bij zijn zwager of soms bij anderen in den hooiberg, op 't erf of waar dan ook. Zoo iemand is in, den nacht weerbaarder dan menig ander en nog lang voor het dag werd toog de nacht- I uil op weg. Hij belandde voor een stuk weiland in I de gemeente Bergen, niet ver van de Alkmaajsche grenzen en was in een wip over de scheidingssloot en in de wei, toebehoorer.de aan, of in huur bij de Alkmaarsche Rijtu-ïgmaatschappij, die daarop schapen CESK had loopen. Eén daarvan wist Jaap te bemachtigen il en van de wei af te voeren. Hij liep zonder verwijl k j na op Purmeren.d aan, om daar het beest van de Khfl .hand te doen, wat hem voor f 25 bij een, Amster- U damsch koopman gelukte. Dat geld heeft hij voor w een zeer groot gedeelte ten eigen, bat© aangewend. Bij zijne aanhouding von,d de politie nog f 1'3.54 pp i hem; daarbij was ,eenig eigen, geld en het restant.je I! van de opbrengst van het schaap. Dit beestje, ge- j merkt met een, blauwe stip op het kruis, was door Hendrik Schaper van Bergen te Pui-merend in Jaap's j bezit gezien. w Olof Obdam, koetsier te Alkmaar, toen, nog in dienst bij de Alkmaarsche, Rijtuigm-aaischappijhad de schapen kort voor den; nachtelijken diefstal nog geteld en er na weer, en er toen begrijpelijkerwijze éen gemist. Beklaagde had opgegeven, naar Punner- end te zijn gegaan om daar appelen te koopen, maai de O. v. J. wist wel beter dat hij aan 't appelen stroopen was geweest in eens anders tuin, daar ge- Ijf ruimen tijd aan 't schudden was geweest om er eindelijk vrij wat van mede te nemen. Kort voor hij werd opgepakt heeft hij glasruiten ingegooid en ver- "j) der danig huis gehouden, 't Feit acht de heer Of- ficier, requisitoir nemende, bewezen. Het is een na- i tionaal delict, diefstal van vee uit de wei. Zooiets I dient gecorrigeerd te worden. Beklaagde is op weg, absoluut maatschappelijk ten gronde te gaan. Ware dit strafzaakje tegen hem niet in de wereld geko men, dan zouden er maatregelen zijn genomen, om hem op te pakken en Bergen daardoor van zijn per soonlijkheid te verlossen. Geëischt wordt 9 maanden gevangenisstraf, de Mr. v. d. Hoeven, verdediger, vraagt in een lijvig TJR. pleidooi geringere straf voor zijn, cliënt. DE HOOIVORK STEKERIJ NOGMAALS. De 41-jarige Jetze Grootes u-it, de Zijpe, die o,p 17 September jl. terecht, stond alhier wegens zijn deze rubriek destijds verslag leverden, en die bij vonnis van 24 September wegens poging tot zware mishandeling door de Alkmaarsche rechtbank tot 6 maanden gevangenisstraf werd; veroordeeld, is tegen j,A dat vonnis in verzet gekomen, daar bij ter zitting -".destijds even te laat was om tijdig het beklaagden bankje „in te nemen". Jetze wilde graag dat zijn zus Trijntje als getuige a décharge heden zou wor den gehoord. Hij had zulks aan den Officier monde ling zoowel als schriftelijk herhaaldelijk verzocht. Eeh ter tevergeefs. De Officier had de rechtbank geadvi seerd, om haar verhoor te weigeren en de President verklaarde te weigeren haan te hooren, daar zij veel te veel partij in deze zaak is. De strafzaak werd nu nog eens dn haar geheel na geplozen, zooals wij die reeds vin eenige weken ge leden kennen. Wederom traden behalve i Jetze dö Bree nog als getuigen a charge op C. v. -. Vlies en Jan Bakker, die met De Bree in gezelschap waren, I toen diie werd aangevallen. Ook de rijksveldwachter Strooker werd nu weer als getuige gehoord-. Beklaagde had, wellicht tegen, sommiger verwach ting in, viijiet erg veel tegen te pruttelen. Hij verklaar de, desgevraagd, och, ik kan, met De Breo toch niets r beginnen. Als hij z'n twee vingers opsteekt, gelooven i de heeren hem- toch en. geeft mijn redemeeren niets. Van, der Vlies lijdt aan hoogmoedswaanzin, volgens Grootes. 't Was eigenlijk een dronkenmanszoodje, rd. 0 m \es en (»•- •n '9- d. ri n. zei de beklaagde, die toch zoo langzamerhand „los kwam", verder wijzende op het feit, dat hij den geheelen, nacht behoorlijk in zijn bed had gelegen, en bovendien niet in staat was den hooivork te hantee- ren, zooals hier was omschreven. Al kon hij mest- slechten met den, vork, wat zonder de armen, omhoog gaat, dan zit hem zijn linkerschouder, die lam ie, nog in, -don weg -om iemand met den hooivork te site ken. Dat kan hij met zijn invalide ledematen niet doen! Jammer voor hem alleen, dat de getuigen, hem te beslist herken,d hebben, om nog eenigen. twijfel over te laten. Toen rijksveldwachter Srtooker om de pet kwam, door De Bree verloren en door Trijntje Groo tes gevonden en mee naar huis genomen, wou Groo tes die niet afgeven. En, waarom? Wel De Bree kon zijns inziens eerst eens komen verklaren, dat het werkelijk zijn pet was. Zeke» om weer met den hooi vork te worden begroet, meende de Praesus, die ex- beklaagde op wees, dat di'f niet afgeven van de ver loren- pet aan de rijksveldwa.cht op zichzelf reeds strafbaar is. De 6-, v. J. meende, dat deze beklaagde inderdaad redenen gen,oeg heeft om het Openbaar Ministerie dankbaar te zijn. Niet alleen omdat nu ten zijnen genoegen ten tweeden male de getabbaarde heeren hier zijn, vergaderd ter behandeling van zijn zaakje, ook niet uitfluitend om de vriendelijkheid, dat men hem niet, px-eventief heeft gezet in het Huis van Bewaring, waai- er toch van "t begin ?.f aan voldoen de-bewijs was en het ontegenzeggelijk -een zeer ern stig feiit ismaar wel en hoofdzakelijk omdat het O. M. adviseerde Trijntje Gr-oo-tes niet décharge te hooren. Want ware dat gebeui'd, het muisje zou be paald een langien staart hebben gekregen en Trij ntje zou dit gebouw heden, niet hebben verlaten, doch hoogstwaarschijnlijk zijn, aangehouden onder verden king van meineed. Bij vonnis van. 24 September is wel en wettig recht gedaan, Wat spreker al eens heel kx-as van Grootes vindt is, dat hij brutaal ger noeg is geweest om te insi'nuëeren, dat De Bree een sluipmoordenaar is. Dat is Z.E.G. toch wat Al te erg. Beklaagde is een obstinaat man, die een jaar geleden De Bx-ee al eens een mestvork achterna smeet. De O. v. J.. requireerde bekrachtiging van het vonnis (6 maanden gevangenisstraf), doch wijzi ging van de qualïfieatie, die spreker wou zien om gezet in poging tot daadslag. LIEFHEBBER VAN JONGE EENDJES. Dirk Nannes, een hoogst eenvoudig 52-jarig land bouwertje van Aartswoud (gem. Hoogwoud), moest terechtstaan, wegens diefstal van een stuk of wat jonge eendjes. Diderich maakt© volstrekt niet den indruk, da|t er veel kwaads in hem zat en zijn hou ding zou je zelfs tot medelijden kunnen stemmen. Maar hij lijkt nogal te hebben gedraaid met zijn verklaringen aan justitie exx politie, z<oals heden te berde kwam. Wat aan zijn zaakje voorzeker geen goed dieed. 't Feit vond plaats op 18 Augustus. Heeft beklatagde aanvankelijk voorgegeven eieren te heb ben gekregen van zijn broer Kees Naxines, latei' zei Dirk eendeneieren van Piet Mienis cadeau te hebben ontvangen. Hoe het zij. Dirk had; eenden, twee oudjes en elf jongen. Zijn dorpsgenoot Jan Ham, had even eens eendien, waaronder vier jongen. Die had Jan hij de moedereend in een nogal open. gevlochten mand of korf gedaan, waardoor de jonge eendjes de vrijheid weer herkregen. Ham vertelde in goed ver trouwen va;n zijn eendjes tegen Dirk, die met hi*oer Kees hem ontmoette aan de Zuiderpade, waar de beestjes van beiden, gewoonlijk zwommen. Dirk, die aanzegging had gekregen van een of meer naburige landbouwers, dat zijxt eenden last veroorzaakten, ging ze ophalen, doeii er een stuk of wat tekort komen de, nam hij de vier stuks van Jan Ham zoo en pas sant ook maar mee, omdat hij zijn getal anders niet had. Niet om ze te behouden, o neen, dat was het. plan niet, maai- hij dacht eigenlijk dat het zijn eigene waren. Meerdere eendjes, die daax* ter plaatse zwom men en iai tegenstelling met de bewuste 4 stuks gemerkt wax-en, werden door Nannes met rust ge laten. Hij kon 't feitelijk niet best uit elkaar hou den met die eenden op dat moment en de eenden' die hij te veel had, wilde hij weer laten loopan (zwemmen,). Met kwade bedoeling had hij het niet gedaan. Tot zoover Dirk vandaag. Na optreden van, den getuiige-deskundige, Piet van Leeuwen, die gauw gehoord was, x-estte nog het re quisitoir. De O. v. J. haalde daarbij aan een brief van eenige Hoogwouder ingezetenen,, die aan een ver gissing gelooven en, Dirk als eerlijk man beschrijven, over wien zij een zacht oordeel vragen. Noeiitaixs kan spreker daar op de gronden, die hij nader uiteen zet niet op ingaan, 't Is een strafwaardig feit exi een, groot misbruik van, vex-trouwen,. waaraf" Dirk zich schuldig maakte, volgens spreker, die ten slotte een maand gevangenisstraf eischte. Dirk biijft zijn onschuld volhouden. MISHANDELING. Willem Au,thonius Venrooij, een brutaal uitziend ma,nufa,cturiertje uit Grootebroek, te 's Bosch geboortig mocht nu binnen komen om toe te lichten de door hem te Hoorn tijdens de kermis op Zondag 18 Au gustus gepleegde mishandeling, liij amuseerde zich toen met hoepels werpen in een daarvoor opgeslagen tentje, waarin, Jansje van Dam, ega van Jan Feller, als de juffrouw fungeerde. Na zes worpen te heb ben gedaan meende Venrooij een wekkerklok te heb ben gewonnen. Jansje oordeelde van niet. Ruzie.' Hij geeft haar een slag in 't gezicht. De sjouwerman Jan Reuvers, een ferme vent. ziet het standje, waar aan hij zich terecht ergert en beduidt oixzen koop man, dat hij er zich mee zal gaan bemoeien als 't niet duivekaters gauw uit is. Ons klein Grootebroekertje kijkt eens tegen, den reus op, kiest eiei-en voor zijn geld en houdt op met slaan. Hij wordt echter ver- baliseex-d en belandt vandaag in Justitia, waar hij beweerde, niet haar te hebben geslagen, maar door Jans geslagen te zijn, en, toen uit zelfverweer den arm tegen haar te hebben uitgestoken, fn de vol gende strafzaak zou beklaagde vier getuigen hebben, die zijn beweren konden staven. De O. v. J. ontnam ons echter alle uitzicht op die belangwekkende volgende zaak. Vooreerst had Venrooij heel vrijmoedig vier getuigen a décharge i;n deze zaak in 't geding willen brengen: Willem Stap, Pieter Tiet en nog twee „vrienden". De heer Offi cier meende chter, die luidjes niet te moeten hooren. Ook zou Z.E.G. njet vrijwillig vervolging instellen tegen Jansje van Dam, door wie Venrooij .mishan deld" was. Behalve wegens mishandeling had Venrooij nog klachie gedaan, weggens berooving, tengevolge waar van hij een gouden medaillon miste. Dit kwam slechts hierop neer, dat in de hitte des gevechts met Jansje de horlogeketting van haar tegenstander in stukken geraakte en daarvan een gouden schuifje verloren, ging, dat via Jans ter Alkmaarsche Griffie verzeil de. Diefstal was harerzijds dus absoluut niet in het spel. 't Was bij het vechten geschied zonder meer. En toen Venrooij aangifte van eeix en ander bij de politie had gedaan eit moest teekenen, had hij daar in maar heel weineg zin. Wat geen vertrouwen wekt. Beklaagde mocht schelden van „oplichterij" en „af zetten" hij was en bleef in zijn onrecht. Het bewijs geleverd achtende, eischte de O. v. J. tegen, Venrooij f 15 boete of 15 dagen brommen,. VERZET. Reiaderl Peerebooni uit Alkmaar was absent uitgeweken om evenlueele straf t'e ontgaan.. Hij schold in den nacht van 19 op 20 Augustus j.1. den rijks- veldwachter A. J. v. d. Mark van Petten te Wjartnen- huizen op de kermis uit. Deze die mei een paar collega's sui-veiUeerde en tenslotte Rei'nlje naar een ontnuente- ringgapartenxent wou brengen, kreeg daarbij met hevig j verzet van Reins kant te doen. Dat bezorgde Peere boom natuurlijk, een verbaaltje. De .0. v. J. eischte 1 I 20 boete of 20 dagen hechtenis. VAN DEN HALSBAND. Piet van Essen, een 3S-ja:ig landbouwer, geboren te Den Helder en te Schoor! woonachtig. Piet iliad onlangs een allex-aardigsle ontmoeting. Niet afkeerig van j aanvallige snoezige hondjes zijnde hij heelt zelf ais bewijs daarvan een allerl-.efst „mormel sprong i met een zijner zomer was idelfhg en op een der laatste J Aiigustus-dagen een klein hondje dartel en speeisch manier als Piel hier wcnschl op to leprteii, da:i ga jc er toch doodgewoon mee na i de poli'ie, co daar mee uit. Maar 't zal wel zoo zijn als Jaap Polle, het Jwi st ol en renteniertje dat zijn (honden halsband moest mis sen, zei, n.I. dat de halsband niet zoo ruim was dat 'I. beest dien zoo maar af kon. schudden of wringen. Dat moestwel hict eenige hulp zijn geschied. En do O. v. J. nam als bewezen aan. dut Piet'die „hulp" wel verleend zou hebben. Wegens diefstal werd tegen Van Esseïi f 15 boete of 12 dagen hechtenis geëischt. Piet betuigt nog eens, geen plan tot diefstal of lol het behouden van Jiet halsbandje te hebben gehad. EEN RARE GESCHIEDENIS. Kees Buis. een Egmond-Zeeër visscher is a>s bcklaag- <le absent. Wondt de politie, wanneer zij een arrestant heeft op te brengen, nis zij daarbij -wordt bemoeilijkt, doorgaans bestookt door vriendjes van den getra im porteerden zatlap of herrieschopper, hier gebeurde dat door diens vijand. En dit was Kees Buis. Die Jxad een appeltje met Tennis Glas, diepzeevisscher te Eg- mond. te schillen. Tcim was ook erg in den wind, stoeg ruiten kapot, was herricschoppen'g. enz. ciè Wit en Gerrit Buis, politiemannen, pikten Teun aan om hem op te brengen, .waartegen hij zich verzette. Kees Buis Gerritzoon. komt nu aanhollen en mishan delt Teun door schoppen en slaan. De agenten worden hierdoor ten zeerste gehinderd in hunne toch al moei lijke laak en vermanen Buis af Ie laten van Tëun. Maar 't geeft niet. Tot zelfs in liet arrestan ten lokaal vervolgt Buis den ander, die behoorlijk zijn portie kréég. Glas bloedde als een os. Dc O. v, J. vond Kees Buis' optreden een lage daad, om iemand, die, al heeft hij het er naar* toe gemaakt. in handlcax der poli'ie zich bevindt, nog zoo toe te takelen. Eis dl 2 weken gevangenisstraf. EEN VERVOLG VAN HET VORIGE. De achtste en laatste beklaagde is Teunis Glas van daareven, die op zee vertoeft en dus zooeven als tuige ontbrak en nu als beklaagde schitterde door af wezigheid. Werd zooeven van zijn verboor als getuige afgezien zonder 'dat dit ..gevolgen' zal hebben ,nu moest hij toch een beurt hebben. We hoorden dat de glasruiten bij 'den Egmondschen winkelier Kuilman het door zijne hand moesten ontgelden, dat hij dronken was en dooi de poli'ie opgebracht werd, zidi verzette, schopte, trap te en wat al niet!.... O. v. J. meende, dat zooiets streng moet worden gestraft. Volgende week zijn er weer soortgelijke rel letjes uil Zuidscharwoude te lxerechtcn. 't Gaat toch niet aan, zóó te doen. Wegens wederspannigheid we. J togen Teun 2 weken gevangenisshaf geëischt. A.s. Dinsdag uitspraken. 400ste Staatsloterij. 5de KLASSE, 15de TREKKING. HOOGE PRIJZEN. f 50000: 6439. f 1000: 3087, 12564. f 400: 3511, 16035. f 100: 1572, 2390. 2720, 4321, 6510, 7482, 12645 14939, 18039, 18560, 18976, 19256. 19509 20785, 20965. ug'ustu.s-dagen tegen hem op. Hij haalde hel heest aan en* fekfrt i daarbij zeer toevallig' eensklaps den halsband in .do j hand, terwijl het diertje verlicht al keffend® i en kwispelstaartend: verder holde. Dat was wat! Wat i moest hij nu met dien halsband?.... Gevonden!!.... Iiij dood dien zijn eigen hond om en toen deze van «de j rinkelende beiletjes „bang' werd", deed de slimmeri die er af. Zoo zegt Piet, dal hel gegaan is. j Maar het wil er bij de E.A. 'heeren niet bestl; ml I Wat drommel, als je aan zoon halsband komt op een 39 Prijzen van f 70. 2555 5390 7873 11175 13865 15975 18533 78 606 483 8065 193 14020 993 564 182 696 527 117 277 22 16257 635 194 760 537 121 294 115 305 664 297 990 693 569 408 196 346 738 334 3261 804 586 420 345 347 830 396 275 852 714 479 421 404 19238 464 324 859 760 504 547 459 300 530 481 897 785 626 548 478 311 5 66 604 909 996 648 562 512 336 681 610 6063 9161 884 806 530 •105 S22 624 74 173 96 6 848 900 485 8S6 671 172 259 992 878 904 530 925 672 207 280 12008 960 959 680 1125 852 456 500 46 971 17013 16 740 133 949 557 530 436 15084 781 279 972 646 591 515 132 190 794 289 4049 845 601 519 2S4 326 874 317 134 964 696 650 377 469 941 Feuilleton. 36. Toen, de moeder van den. dom in met moede schre den. in de kamer trad, hoorde zij een haastigen, lui den stap achter zich. Helnrïch Neuhaus de kreupele stormde de trap op. Zij draaide zich om en lichtte hem met haa,r lampje in het gelaat. Het was door groeten angst als verwrongen, en het klamme zweet stond hem op het voorhoofd. „Hij moet weg," riep hij uit, „hij moet weg." De oude dame trad nog nader op dezen, opgewonden jongen man toe en streek hem over het klamme haa,r. Zij werd aangegrepen, door medelijden met de zen jongen,, een moederlijk medelijden, dat zelfs de zorg om het schilderij terug droeg. „Het schilderij zal wel op tijd wegkomen," ze 1de zij bedaard, „o mijn, zoon zal het niet laten ver branden." Maar de kreupele sloeg plotseling aJs zinneloos naar de streelende vrouwenhand. „Raak mijn hoofd niet aan, raak mijn hoofd niet aam Zie je dan niet, dat zij mijn hoofd hajf verpletterd hebben met stie nen?" Hij trad voor het schilderij. „Het brandt Ernst, het brandt. Waarom hebben, zij jou omgebracht? Wij hebben immers niets van, hen gewild, jij en ik. Wij hebben slechts muziek willen, maken Hij snikte wild en luid en greep naa^r het schilderij en de oude vrouw moest toespringen, wilde hij het niet laten vallen, Haai* ziel was plotseling van een diep afgrijzen, vervuld. Zij zag wat er geschied was met dezen sidderenden mensch en het brandend Jacobshof. Maar al deed haar dat, elke spraak verliezen zij begreep toch ook, dat zij voor het reine werk van haar zoon geen beter beschermer zou kunnen vinden, dan dezen mensch met 't verwoest© verstan,d. Stil legde zij het schilderij op de baar en delete het als e®D moeder een verkouden bibberend kind. j De- kreupele hielp den kostbaren schat inpakken- Ook hij sprak geen enkel woord daarbij. z.ijn geba ren waren vol zorgvuldigheid, vol roerende angstval ligheid. Ten slotte txtaden zij hun last met touwen vast en droegen het weg. Juist toen zij gaan wilden, kwapi de dominé bloots hoofds de steeg in. „Moedier," riep hij luid, ,„nu moeten we het weg brengen." Hij zeide slechts „het", daar er geen tweeae ding op de wereld was, waarvoor men te zorgen had. Toen hij zag, dat de oude vrouw reeds weer hem vóór was geweest, en ook hier weer voor zijn groot st© schat had gezorgd, toen was het hem zoo wel te moede." „U moeder jij zeide hij en lette xnet op den kreupele. Zij wenkt© met het hoofd naar dezen.. „Hij en ik. Hij wü ook den Heiland n,iet laten ver branden." De dominé nam de kleine vtouw den last uit de handen. „Die zal- door Heinrich niet vergeten worden/ zeide hij za,cht. „Lajat mij toch," bad zij, „bet is in 't geneel met zwaar." En wat is er zwaar op dez© wereld als een moeder het voor haar zoon draagt- Maar de dominé schoof haar weg en zij /gong naar de andere zijde, naar Heinrich, en met z'n drieën droegen zij den schat weg. Beneden i'n, de gang verdrongen zich velen, die tot helpen gekomen waren. En toen het schilderij tusschen hen door werd gedra gen, strekt© zich geen, hand tot helpen uit. Schuw keken, allen het na, als een verstootene, die door den grooten toorn Gods wordt vervolgd, zoodat slechts een onheil kan voortkomen uit de aanraking van zulk een. Door de achterdeur en door den tuin droegen zij hun last. Daar in een lage haag van jonge meidoorns, die de dominé zelf had laten planten, toen het oude hek door de Jacobshofer straatjongens geheel was ver nield De oude dame wilde geen hek meer hebben, een haag achtte zij beter. Daar zou niemand meer kunnen doorkijken, als zij sterk genoeg gegroeid was. Niet ver van, deze baag zetten zij het schilderij neer, zij legden het vlak op de harde aarde. Van. het vuur was hier njets te bespeuren. Een smal pad liep langs d© heg en verder kaal land. Het moest op dit pad wel veilig zijn, anders had Michel, wien het op het Kei-kepiein te gevaarlijk werd, zijn eigen en zijns meesters paard, niet aan een boom op dit wegje vatsgebonden. De tuin was maaj- schemerig verlicht. Wanneer echter in de- verte een, nieuwe vlammenzee oplaaide, dan breidde zich een schex-p scl ijnsel schrikaanjagend over het leege land. Dan stampten en schraapten de paarden, achter de haag, en men hoorde de dieren angstig snuiven. Als een groot©, donkere plek lag het ingepakte schilderij op de bevroren sneeuw. Zwaar ademexxd stonden de drie dragei-s ernaast, en keken, ex- op neer. „Kom," zeide de dominé, zich met geweld losruk kend van de hem bestormende gedachten, „ik ga heen, er is n©g veel t© doen." De kreupele schudde het hoofd en, legde, de hand op zijn hoofd. „Ik heb vrijaf, ik blijf bij hem," zei hij kox-t en, hurkte langzaam n,aast het, schilderij neer. Toen nam de oude dame de hand van haar zoon en trok hem mede. „Laat hem maar," zeide zij, „hij is ziek, maar hij zal goed op het schilderij passen." Zoo bleef Heinrich Neuhaus alleen bij het doek, dat hem was toevertrouwd. Hij zat daar neergehurkt in de barre koude, blootshoofds en alleen met 'n-langen, werkkiej aan. Zijn lichaam werd geschud door de he vige siddering. Maar hij scheen, het niet te bemer ken. Zjjn oogen waren, steeds gericht waar de brand het felst woedde. Wanneer de paarden van den molenaar achter de haag stampten en schraapten, hief hij het hoofd op, als viel hem iets te binnen. Eenmaal wilde hij opstaan, maar zijn verdoofde voe ten wilden hem niet. gehoorzamen. Toen riep hij luid tegen de haag: „Michel, wat zegt keizer Karei ervan?" Was het het loeien en branden in het hoofd van den armen zieke, dat hem niet deed bevriezen in deze felle koude? Eenmaal keek Heinrich Neuhaus naar den sterren hemel. Toen kwam er in zijn flikkerenden blik eeni ge vastheid en een treurende herinnering. Zijn v..- der hoorde hij spreken, den, kinderlijken, rustigen man, die zijn leven had geleefd ais een slaapwa:- delaar. Daar boven aan den hemel stond weer de Gouden Wagen, woax-van Albrecht Neuhaus zijn luis terende kinderen, had verteld, dat deze steeds voor de deur ston,d van hen, die te meed® r. aren, om over de aarde te gaan. Wat hinderde" het, of - de kamer zoo armoedig en vol gereedschap was. wanneer voor de deur alle nachten de Gouden. Wagen stond, gereed voor de reis naar de eeuwige zaligheid? Het zieke hoofd van den kreupele brandde; heim wee en eenzaamheid pijnigde hem het hart; als kon hij geen weerstand meer bieden aan een ïn.nerlijkeu drang, zoo greep hij bevend onder zijn kiel en zoclxt de fluit. De kleppen schitterden in het vale schijnsel van den gloed en boven het omwikkelde bertd van zijn dooden, vriend blies in, dezen n.acht Heinjrtch Neu haus zijn laatste lied: „Liefde, die voor mij is ge storven". Het klonk niet vredig en middenin werd het met; een gillenden kreet afgebroken en de speelman zonk voorover, niet bij machte om zich te bedwingen. De molenaar van, den Kouden Grond stond in dien nacht met een beroet gezicht en vuile handen in de voorste rijen dergenen die den strijd tegen het woe dende vuur voerden. Hij deed het tot niemands genoegen, maar ook tot niemands leed. Waar een sterke man als hij, een paar dreigende stierenhorens ziet daar dringen ar men en handen hem om toe te grijpen en de worste ling te aanvaarden. Toen het gemeentehuis afbrandde, vlak bij het huisje van Beth, toen is de molenaar de eerste ge weest, die het vlammende dak heeft ingeslagen. Hij had geholpen, om alles wat brandbaar was, los t© rukken en tusschen de brandende muren te gooien, als in een gulzigen muil, dien men vrijgevig vult, op dat het ondier zich maar tevreden aal stellen. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1912 | | pagina 1