illtitti Nieuws-
Mrotmtit- Inümllil
1
k
r
,i"n" t
2
t-
n,
Dinsdag 24 December 1918.
56ste Jaargang No. 52:5:).
l
Dit nummer bestapt uit 2 bladen.
De geest van liet" Kei stfeest.
door E. EÜERS.
Een eenzame wandelaar stapte door de helder
ter lichte straten van de groot*? stad. Het was Kerst-
pis! Hij scheen niet -geheel zeker van den weg te
ijn. en zijn, gelaat vertoonde een verdrietige uitdruk-
ting. Elke deur scheen bij zijn komst gesloten te
worden en, geen der armoedige zwervers, die, evenajs
lij, verlaten door de straten dwaalden, scheen hem
e willen aanspreken. Een openstaande deur, waar
uit een zee van licht viel op een roeden looper, die
wer de kleine steenen lag, trok zijn aandacht.. Het
tras alsof een stem *>em binnenrieo en -^tsen roep
wilde hij volgenElegant gekleede dame" ca heeren
traden de verlichte hal binnen. Hij vejgsje hen, en
fing de trap op; aan de deur vai acn grooten re
ceptie-salon werd hem zijn naam gevraagd.
„■De Geest van het Kerstfeest," zeide hij, en de
naam werd liiid herhaald, opdat allen hem zouden
liooren
Plotseling werd het stil, en, het volgende ©ogen
blik zag hij zich omringd door een zwerm schitte-
tfss&l uoiin atp 'treqosuam eiffnoojA 'apiueipui 'opne.t
kern. spraken en hem vriendelijk welkom heetten.
„Dank u, dank u!" zeide nij; .het is heel lief
,ran u, dat gij mij zoo begroet, en toch "-5ot ik nliet.
|of ik hier wel begrepen zal worden. Als de dames
en heeren het mij veroorloven, zal ik hier eenige
[oogenbldkken; vertoeven en eens rondkijken. Als ik
■iet vind wat ik zoek, dan moet dk verder gaan:
Hij bewoog zich tusschen de stralende, prtehtige
:menigte, en hij zag schoonhei d'" rijkdom en we'1 vaart; I
'en dlicht daarbij vond1 hij gekunstelde schoonheid,
roorgewenden rijkdom; overal ontdekte hij ondeugd
en leugen. Hij luisterde naar hetgeen er gesproken
werd, en alles was ledigheid en nietigheid, ol zelf
tucht en wereldschgezindiieid. Hij wendde zich tot
gastheer en gastvrouw en vroe^ wat hun aanleiding
gaf tot feestvieren, en kreeg ten antwoord, dat het
Kerstmis was. Droevig schudde hij het hoofd.
„Dat past hier niet," zeilde nij, „geen van al die
Mier aanwezigen bekommert zich om het Kerstfeest
I Hij wilde vertrekken, doch de vrouw des huizes
Meld hem tegen en zeide vriendeflijk:
„Ik vind, dat wij, menpohen uit de oote wereld
ran heden, geen rekening meer kunnen houden, mcft
4e vrome legende. Zoek arnje lieden op; daar zult
gij eer eer. Kerstmisviering naar uw smaak vin-
r Hij behoefde niet lang te zoeken! naar het huis
van een arme. Er ston,d er een in, de schaduw van
het groote huis. De geest keek naaf binnen door de
ramen,, want er hipgen geen gx>rdijn,en voor en door
die gebroken ruiten kon hij hooren, wat er in de ka-
mer gesproken werd.
I Een man en een. vr uw, in morsige lompen ge-
kleed, spraken op luiden toon met elknder, of-
I schoon er zeven kin,deren in de verschillende hoe-
I |J kon lagen te slapen. De man was woedend; de vrouw
Ij kermde en klaagde.
I l| „Jij vindt het zoo'n bijzondere goedhe'd, dat ze
ons een kerstmaal gestuurd henben;" zed.de dei
man, „maar ik zeg je, dat bet juist het tegenover
gestelde is. Wat hebben wij aan een pudding en
een stuk ossenvleesch, eens in liet jaar? Dat dient
alleen om het geweten van de rijken gerust te stel
len, zoodat zij ons het geheele jaar gebrek kunnen
laten lijden. Wat hindert het hun, of zij ons een
middagmaal schenken? Zooveel kost hun -Ikenavond geen behoefte meer
de helft van de flesch wijn, die zij urmken. f'"v,°c
het brengt hun geweten, tot rust, en dat
hen het voornaamste doel van hun m=nschLieveind- „En
'Cfl vrouw begon te KiiT<dt|ii. ^Feitafwerkelijkheid hebben wli ««odte-
„Het is toch altijd nog beter, van dfo barmhartig- is het eenig v
beid te leve?, dan gebrek te lijdejn, ai haten wij ook gevoel, en als -
aen arbeid. Wij bewonderen u, ja, wy
gr-cf mij mijn v rijm oor* ijheid, maar UW g?vocI is ge
dwongen en onwaar. Vaartwel, en bedenkt, (lot als
gij den geest wilt schilderen, uw gedachten cn har
ten op he! geestelijke g>ridit moeten ?ijn".
Toen hij weer op straat stond, kwamen zijn eigen
woorden hem weer in de gedachte en hij zeide) .tot
zich zelf
„Waar zou Lk beter oen vrome, op het g.cstelijkp
ge-.ichte gedachte kunnen vinden, dan. in de kerk.''*
<>p dit oog-inblik zag hij e.-n g-x-stclijke naar ad»
toe komen.
„Eerwaarde vader", ziidcluj, „ik hen de geest van
het heiligs Kerstfeestik heb vee! huizeto, IbtlBodif,
inaar kan nergens een toevlucht inden. Neem ïruji
mode, ópdat Ik eindelijk de liefde cu het juiste: Be
grip moge vinden, die ik zoek"
tl ij ging mode naar dc kerk cn woonden den dienst
bij. Na al loco daarvan ichttc hij \erschilfende vragen
tot den gersltjijke.
„Nu'*, azcide de geestelijke, „ik hoop, dat gij tevro-
den zijt over de wijze, waarop wij kerstmis vieren?'.*
I Weer schudde de g?csl het hoofd.
„Gij tracht in het leven te houden, wat in ,de^ni
i tijd tot bijgeloof geworden is; gij hangt te veel aan
do lettor, en bij uw pogingen om alle ceremoniën ten
uitvoer te brengen, vergeet gij, wat er tusschen do
regels staat. Hei doet mij Jeed, maar ook hier kaï
ik «liet blijven.'-
Toen hij den geestelijke ver'iel rolden hcffl de tra
iien over do wangen.
De eerste morgaisdhemc: ing van den eersten Kers:
dag brak aan. Al de huizen waren donker en fh
straten eenzaam en verlaten. Zou hij zich zelf moe'.a
bekennen dat zijn zending mislukt was, en dal nieman,
hem begreep t
Een licht 'ergens in een kamer trok zijn aandach
cn hij bleef staan. Het was op do eerste verdieping
van een heel gewoon huis, zooals men in elke straat
vindt. Het «enige opmerkelijke was, dat voor het ver
lichte raam de statie eener vrouw rusteloos heen en
weer slap_te.
Terwijl hij daar zoo stond te kijken, klonk in de
verte de welbekende melodie van h-«t oude Kerstlied
„Eore zij God in den Hoogo! Vrede op aarde, in men-
sutien welbehagenDo vrouw scheen <le klanken la
hooren; zij kwam aan het raam, sdhoof het op, ondanks
de koude, die naar binnen drosig, en beg >n zachtjes
mee ke ring ah „Vrede op aaide, in menscfoen welbö-
faagsti!
aan geesten, aan
aan*zinledige fantasieën. Dat was het
Het lied was uit en stierf weg in de verte, maar
toch bleef do vrouw voor het raam slaan, en zachtjes,,
als om geheel onder don indruk te komen, hchaakk:
zij de woorden van het oude Kerstand. Daar (vfcd
liaar b!ik op den geest.
„Ik weet wij g<j zijt", riep zij hem toe. „Wilt gij
binnenkomen
in een ongoibük had zij dc huisdeur geopend,
en de gjesl voigfle liaar de trappen op naar do h,is-
kamer.
„Ik heb vi-oeselijke oneer ikheid met mijn man gy
hail' zeide zij. „Hij bakende mij, dat hij mij bed.
gen liad. Toen beval i< hem, heen te gian, e»i zwoerx
nocit weer een wooru t«.g?n hem te zullen spr<jkcD-
En toch had ik hem liefO, ik had hem zoo lief, enifc
lub zooveel geleden! Maar mijn wrok .en mijn stijf
hoofdigheid deden mij moenen, (bit ik hem nimmer zou
kunnen vergeven. Sinds hij mij verliet, heb ik eiken
naulit in deze kamer op en neer grloopen, totdat rk
i i grput van het schreien in een stool v.el en ins.'up
maar dezen nacht is alles plotseling andc<5 gewor
den. Ik hoorde het lied en luisterde naar dc woor
den en begreep den zin: „Vrede op aarde, in m^inschtji
en datis voor °"zt.k^tan 'l.ebt gij dan behoefte," vroeg
„Zoo iets treft m'ia '.art. erken^die mijn tvelbehngrn!'' Hot beg. i[> kwam lót mij a'.s een zonne-
„Ik ral bet tot w t ,5. een Kind,* k ik voelde, dn rnel ik het
tjjdgenooten in verbazing^ had om te ooixleelcn en te straffen,
beroemd man zal ma.Keii.
die mij
IIij~verzocht dcu nroomde, een bos dennentakken gahuH had In teen mantel vun zdfzuoht e>i trglB; T^fat
Dat
de riikep," zuchtte zij.
enhulst in do hand te nemen; de kinderen weitfan Üt bij het pa nt notie .knielde, nadat het ikxl was wrg-
oni de knioiin v.m den geest gesroepeerd, en nu lai óad dt, dal ik dan bulk in etflen oog moent
-r- i VtincioTiti-ir te, schetsen onklekkeai, om ckm splinter mi het oog van mijn broe-
do baradtartte- is - «^1 ierwT4° i T'
bewonderen u, ja,_ ^pstwd' gd hij te konnon, dat hij Oever |m d onst haar do u.e da- wed.: t boorte gokomai was.
maar enït bSSSmPlaSSr SedaU modoi:
,cfj zult wel een ander model vinden, dat jjc'er hij.
Huiverend wendde de geest van het kc rstfeest zich zelfs lief,
af. „Hoe zou ik daar welkom kunnen kijn, bij zoo- hier onder ons mei wteniB beschouwingenI „*aij ---
veel ellende? De wereld wordt geregeerd door een aanbeveling voor onzuiver zijn. Hij is geschikt is da*1 veade hij; „ik voel dat mijn
wereldschgezindhëid, en, voor een geest zooals ik over waarheid laniasu k -welkom heeten im, plaats niet Iiier is."
ben is er geen plaats." een kunstenaar, en, za j Ontsteld zagen de kunstenaar en zijn vrouw hcm
Pefnzend en terneei^eslafgen bleef hij staa,n, en zijn, huis." aanbevelingsbrief af aan.
De geest wtrok „8 Twderdnad „\Vaarom wilt gij hicv met bhjvon.' Zrfi het toch
De kunstenaar
gaven hertTbeste wat zij ^bezaten;^
de deur van den kui^tcnaar, qi sm^ktcn zij d.ingmd. dc kunst"
he boheerechlt, -k -rm^_ begroef werd.^e^^^
vraagde zich af, of hij wel ergens liefde zou vinden
en begrepen zou worden.
„Ik zal gaan, waai- de w
naar een geleerde."' vrouw
Hij ging het huis van een geleerde binnen. I ren
„Ik ben de Geest van het Kerstfeest," zeide hij, hand te
„ik zoek een woning in deze stad." I
1 maakte over het tooueeltje, dat
werden aanteekeniji-
Z om den vreemde de antwoordde hij zacnt.
^anteekenin- schoons, 'en loeh vre
kussen,
gen
bij voor zich
schoons, en toch vree^' ik, dat dn ^k zijn
ooreprong hebben moet ia valsche opwelluigcii. \cr-
,Hebt g.j i-eeds aan uw man geschrevenfi-roeg
„Ik zal het doen, terwijl gij bij mij zijt ,dan kunt
gij mij helpen.'
De geest g.'kiJde haar naar de tafel en le^te zijn
hand op do nare tenvijl zij schreef:
„Lk hieb veigrven, help mij vergoten. Kom bij mij,
omdat het Kerstfeest is, het heilige Kerstfeest!'*
Zij zag tot hem op met zabgi blijdschap fn de
oogn en <jen gelukkigen gliralacii om dei mond.
„Ik wcaisch u beiden een vr ooi ijk Kcrstfee»t'
dat was alitb wat de g?est z.ide. Hdbld.
Feuilleton.
*4r~
wal
TL- Eivërdaal od zijn hoogdravende manier en mot lud^ bel verzet. In haar gedachten stelde zij naast hejt
maar ik heb hem niet kunnen vmdeai. \h. dochter Anny; „ik stel er prijs doffe gezicht van Gaston, d'Aügre het vriendelijke ge-
hierheen brengen, omdat dat u geheel richt naar de wenschen en be- laait met de trouwe oogen van WU1, die oogen die
wil hem dadelijk
De erfenis van Yan ElverdaaJ.
!L5.
Geen voorschot, jongens, dat was mister Perkins
nu heetemaal niet naar dei- zin. Hij schoof zijn pruik
dan ook eenige malen op zijn hoofd heen en weer.
rt ij was er geen vriend van om een proces te be
ginnen zonder voorschot. Het voorschot was om
zeggen de olie die de machinje .loopende
dan
eenige
hem uaueiijB- - -
at veel eenvoudig wordt,
Badsley is een dame zoo vriendelijk en hoopvol tot haar spraken, ook
ingeslikt."
dagen verdwenen,
wordt, maar nu T": J^Tton "n miss Badsley. Miss Badsley is een aame zoo vnenceujK en noopvoi
alsóf de aardo hem had ^rten^van^ ik weni(.h. dat ^1 bleef "zijn mond gesloten.
tl
hgnr iu elk opzicht een voorbeeeld neemt Onder deze omstandigheden had Anny een
moet hieT komen, miBter Broekere. ge n yerdaal jfl mocder mag 'n goede en beste zwaren strijd en er kwamen uren waarin zij de waar-
„,.iaar ue ©enigeen meeet gewichtigere- M tegen, in 't geheel digheid en hoogachting, dne de nieuwe positie van
i9 ÏÏÏÏZaanmeldt, moeten een vmw volk, meteen haar vader ve^schte verwenschte <n de tijd weer
•fSerTïïten zoeken, en dat kost geld." {^krompen gezichtskring, zonder fijne opvoeding. Zij terugverlangde, waarin zij haar hooid en hort kon
Hm zouden wij dan de markiezin dAigre^ niet be p ereJ]ni-m aIs je beklagenswaardige broe- volgen en liefhebben, mocht wat baar beviel en tot
1 hem -ragen, mijnheer de advocaat? prepen> de Aieuwe positie die er door haar hart sprak, en afwijzen kon wat haar tegen-
^DeMarkiezin d'Aigre?" vroeg P«rkins vlug en ingenomen. Zij weten de waardigheid der stond. Het eenvoudJgste. natuurlijkste recht vaneen
ia die dan In Londen?" nLt óp te houden. Dat vervult mij met groote jong meisje was haar op deze wijze ontnomen en ver-
krvendig, Die w©ou,t in een 7^l' n kommer Anny. mijn lieve kind. luister toch mtrigd en zij had liever alle ontberingen verdragen,
houden*~Mfuar ln dez^ zaak big misóchiejn nog meer Aa^drie koningen", in de Upperthames-Stjeet, ™rg e vermeerder niet mijn zorgen en mijn wanneer zij haar vrijheid en onafhankelijkheid maar
wS meendrVanneer dJe heeft ons van haar verteld, naar je vader ver me i eerbiedwaardige weer terug had gekregem. Nog was haar natuur rein
kreeg Perkins een heel mooi zaakje om ie behan- bracht en
delen. Er was alzoo ook zonder voorsendt veel aan- neden rolt
lokkelijks in voor Mr. Perkins in de markiezin op vu. Dl^- en ou een om- wilde d^r^ien^en'h*et was geheel vergeefsch deze niet kon krijgen, dan maar niemand. Niemand
^f^Slnnetie dcor te voeren. Ook ging vele malen in deze wereld zou haar bezittel als hel WiU niet
Scheppers contra Broekers. niwn»*. -- ^.^^Gaston mee en dan was het Anny gladweg was en al was haar vader en miss Badsley de zaak
S P - deze zaak zou gaan tellen, was markies h g}llg. Zij was onder deze nog zoo goed eens, het moest dan maar eerst eens
- Kr tïito Vbteven. «nt z* kmde blgken. wie In de», den eterkst.n wil had.
uitgedyd ®^anaf|chuwel^kers dau pransch te moeten spre- „Waarheen wil je rijden, lieve?" vleide miss Bad».
ter BerKiu» bcu»«. - aan "den brief van Will, da,t beslist ntet door de tegenkanting' nieuwe brandstof gekregen. Zij
en stak dit papter plus het schuld- denk ]ist die beiden hadden op- 1 wilde niemand anders dan Will tot man en als zij
n-b-teftnsr.hen op een om wilde toege en „vwheel veraeefsch deze niet. kon kriitren. dan maar niemand. Niemand
nog wel wat nieuwsgierig wat er tenslotte van, deze
ingewikkelde zaait zou komejn korto-m hij zeide na
een lange pauze: „Goed mist,er Broekers, ik zal de
zaak ter hand nemen, uit Christenplicht. Geloof je
soms dat advocaten geen hart in, hun lijf hebben,
en dat wij ook zonder voorschot uit zuivere liefde
zijn vriend en collega Sinning op zwart zaau daarnaar
hfthon- Het was als een steen, aae aau u»t.
ebracht en die steeds vlugger en vlugger naar be- hoofd laten gaan,
saax, ,w -«den rolt Mieter Perkioa sekreet bet adres van in het Regeniptirk te waudelan. térwm miss Badsley moMe
afgescheiden nog van a^les, was rfinning voor hem markiezin op en stak dit papter plus het schuld- -- merde, wakker geroepen de smeulende vWm h
een loelljke concurrent. Misschien was Perkins ook bewijs van Sam in een aktetasch, en op een om- -
-*"on slag, dat hij er om >*ad cedaan, schreef hij duide— gemaiakt, wa
lijk: Scheppers con -">•»<
oorkonden en akten deze zaan. wt. 6Uf.^
moeilijk te zeggen, maar Perkins wist, dat zulke nie- onverschillig
tig begonnen zaakjes wel meer waren uitgedijd onistandaghe*
tot iets geweldigs. ni&ts afsc-hu..
3 - oude Sam hem had verlaten ken en daarbij het bleekë. 'doode gezicht van mar- w, m
op en kies Gaston voor zich te hebben. Hij was steeds wel «w aar suikerzoete stem.
correct, hij jioogde liet ook wel tegenover; "J5Amy °"verschijJag," antwoordde Anny.
ipeHéjn, maar miss An-dau maax naar PiccadiEy, V
dkt htj kbt niet zoo iUiSl
nadat de
voor een rechtvaardige zaak de partij d^r verdruk- °e advOCaat nadenkend in zijn
ten kiezen. Je belcoft m' wintig procent der vtxrue- wreef ,ifh lanaS den i
ring en daarmee uiit. Te eden?"
bureau
„Natuurlijk Sir, natuuurlijk. ^«b.ter- Scheppers,
„Je kunt je vriend Green, misschien wel -ens hte gediachte D
rifh-lMlM bÏÏr6'^ vtwMkWi' frajobt tb spetot. matvr miatAk-
«lid een blik w
ik zelf eens met, hem
alsof hem
moest helpen.
wat
HOOFDSTUK X.
lieen brengen, opdait
kunnen spreken?"
„Ja, mijnheer de advocaat," antwoordde Sam
verlegen, ,,ik heb hrm reeds eenige dagen gezocht
en gezocht, in Winch ster-Road en in Binsburgstreet, „Neen, dat wil ik met hebben.
zeide mijnbeer van bloed vlugger stro
hepl"iioodieTvönd"zich voor haar uit to sloovcn. „Zoo, aan kan je rijden, waarheen je
nJt leek wel of de markies dacht, dat hij onweer- maaj naar Regenlpajrk is."
sttumbabr was ra bat AMv tenslotte «un be- Worf
keorliikheden wel zou bezwi ken. En dat deed baar
koortljKneaen d t prikkelde baar lat d-ub-
oU J. KEU-
wi-alna-erhor»