t n SrepBQ A Laafi- i Traion Het kind. Voor Dammers. AW, Zaterdag 22 Februari 191 56e Jaargang. No. 5236. DERDE BLAD. n. TT OVER MESTMENGSELS. I. A's men nagaat hoe betrekkelijk eenvoudig en ichr. begrijpelijk de grondslagen zijn, waarop onze noderne bemestingsleer steunt, en als men daarnaast lat cog vestigt op de menigvuldige gelegenheid, die ir in den tegen woord igen tijd voor iederen belang- lebbende bestaat om het a-b-c dier bemesting te lee- •Qi. kennen, dan mag het wel verwondering wekken, lat die eenvoudige wetenschap nog niet ieders eigien- lom is. Meer verbazingwekkend echter is nog wel iet feit, dat onder die landbouwers, welke inderdaad ran de hoofdzaken uit de bemestingsleer wel op de loogte zijn, nog praktijken, stan,d houden, welke met mn kennis in, volkomen, strijd zijn, ja, waarvan Let ingerymde meermalen door hen zelf wordt ingezien ui erkend. Het gewoonlijk ongemotiveerd gebruik Qj^an samengestelde, kunstmeststoffen is een van, de iraktijken die we zooeven bedoelden. Onder de samengestelde meststoffen verstaan we aengsels bestaande uit enkelvoudige meststoffen in £*0Jei schillende verhoudingen, het welbekende ammoaii- iksuper bijv., dat niets anders is dan een mengsel •an zwavelzuren ammoniak en superphosphaat. Verder zullen we onder de samengestelde meststof- en ook behandelen stoffen zooals gua.no en been- lermeel, aie wel niet door menschelijke bemoeiingen ;emengl zijn, doch waarvan de waarde als mest en ie prijs toch bepaald worden naiar het gehalte aan neer dan éen waardevol bestanddeel. We zullen in de eerste plaats de vraag behan.de-. en, waarom nog samengestelde meststoffen gebruikt rorden. Het antwoord hierop kan in, vele gevallen ge- nfte'.ilk luiden: uit onwetendheid. Het is nl. voor hen, die met de grondslagen onzer lemestingsleer niet bekend zijn, vaak niet of zeer aoeilijk begrijpbaar, dat in meerdere gevallen éen uu si meststof niet of onvoldoende werkt en dat men, et er alleen zeker niet op den duur mede uithoudt, Brwijl de aanwending van twee, drie, soms zelfs vier, lot groot succes bekroond wordt. Ongetwijfeld is dit eit gelegen in de draagwijdte, die het woord „mest" oer de eeuwen heeft gekregen. De natuurlijke mest- toffen immers, zooals stalmest, slootaarde e. d. zijn I fl°°r bet meerendeeI stoffen, die, al is het dan ook U aak in ruiindier doelmatige verhoudingen, alle voe- 'ingKstoffen, waaraan de grond behoefte kan hebben, evat. Dat iemand, die nooit geweten heeft, dat de rerking van zijn stalmest berustte op aijn gehalte apn tikstol, phosphorzuur en kali, zich niet kan indien en. dat een, stof, welke toch als ..mest" wordt aan- eboden, vaak voor zich alleen, niet aan de eischen an, den bodem kon voldoen, ligt dus eigenlijk wel énigszins voor de hand. - Voor dergelijke menschen is inderdaad de handel hun vevschillende mestmengsels aanbiedt ondier duidelijk klinkende namen als grammest, bakmest, oggemest, aardappel mest, groen ten meet en wat dies leer zy, een soort leidsman, die hen dan toch nog e voordeelen van den kunstmest doet deelachtig a orden. Beter ware het echter nog, dat de koopers U kofen deze mestmengsels, maar eens advies vroegen bij e land- en tuin,bouwleeraxen of bij deskundige vajk- enooten. Dc aankoop van aardappeunest e. d. kan derhalve r 19lf-een gebillijkt worden bij menschen, die in het 'inst geen begrip hebben van kunstmest en zijn ébruik. [en te Aat! den an<J«r«11 kant heeft het bestaan en het ebruik van deze mengsels tot minder gewetnscht ere- Eigenlijk had zij het onderwijzeressen-examen wil len doen. Maar toen hij om de zeventienjarige aan zoek deed, gooide zij de boeken op zij en gaf hem haar jawoord. Hij had haar vader kunnen zijn, zoo groot was het verschil in leeftijd. Als haar vriendinnen haar daarmee plaagden, 6prak zij trotsch„Juist dat im poneert mij; voor mijn mau moet ik respect hebben. Mijn jonge aanbidders kon, ik tot nu toe allen om den vinger w Indien," „Dat zai me een leventje bij jelui worden,, zoo va,n de schoolbanken in, de huishouding." „Och kom, j Jr maak mij in 't, geheel niet ongerust; wien God een ambt geeft, dien geeft hij ook het ver stand. Met verstand eu gratie laat zicty ook wel de moeilijke functie va,n een huisvrouw vervullen. Maar boven,dien hij weet immers, dat ik niett, koken, naaj^n» breien en spinnen kan." De laatste woorden neuriede zij vroolijk op de bekende melodie uit de opera Mar- tha. Het huwelijk werd voltrokken en een lange, heer lijke huwelijksreis volgde. Daarna word het pas gebouwde nestje betrokken. „Ik verheug mij op het eerste middagmaal, dat mijn lief klein vrouwtje mij morgen zal koken," sprak hij vergenoegd. hu, verheug je er maar niet te vroeg over," ant woordde zij lachend „Keu kalfskarbonade, majsch en niet te klein, zou mij wel lijken, 't is mijn iievelingsgebraad." Uit voorzorg had haar moeder haar een groot kook boek meegegeven. „Kalfskarbonade, niets gemakkelijker dan dat," sprak zij triumtoerend, sloeg het kookboek dicht en verdween in de keuken, om het jonge dienstmeisje haar instructie» te geven. „Nog nooit heeft mij een karbonade zoo heerlijk gesmaakt," zeide hij met stralenden blik. „Zie je nu wel, mannetje, hoe gemakkelijk het ko ken is? Zeg mij nu eens, wat je lievelingskostje ie." „Aardappalem-croquettes, van, die zachte, mooie aard appele n-croquettes. „O, die heb ik reeds dikwijls..." „Gekookt?" „Neen maar wat lekker gegeten. Da,t zullen we eens spoedig in orde maken." Zij ging op zijn knie ziitten, trok hem aan zijn I baard en hinderde hem in zijn werk, dat volgens zjjn zeggen, zeer gewichtig was. j zij pruilde en verliet oe kamer. In het nevenvertrek zong zij kort opi.-rettemelodieën, hetgeen hem opnieuw werk hinderde. „Zou je niet eens een paar uurtjes gag opdat Ik mijn werk af kaji maken?" „Adeen, zonder jou? Neen. vroolijke i „Dat vind ik niet," sprak zij, terwijl zij met moei te cr een naar binnen werkte. „Je zult er niet meer van eten, zulke eteenen in je maag zouden je ziek maken." ..Ze smaken me best." Hij nam den schotel weg. „Ik zal morgen een keukenmeid huren opdat wij fatsoenlijk eten krijgen.' „Ik had mij nog wel zooveel moeite gegeven..-' „Om alles verkeerd te doen. Je bent een* kind..." „Doe me nu een pleizicr en zeg niet altijd dat ik een kind ben". En zij sprong woedend van haar stoel op. „Ik word spoedig achttien jaar, ik ben je vrouw cu geen kind meer. versta je!" Haar toorn, haar beleedigde trots stond haar zoo moei. Hij glimlachte. Dat was de echte vrouwentrots, die boven kwam. „Het zal nog wel jn orde Jtomen". dacht hij. Zij verliet do kamer en huilde. Korten lijd daarna ging hij haar opzoeken om lioar te troosten. „Hel gaat toch zoo niet!" „Neen, neen, zoo gaat het niet langer...' cn dc tranen stroomden over haar wangen. Hij kuste ze weg. maar zij weerde hem af. „Ik wist hpt immers vooruit, jij dacht maar dat het huishouden zoo maar ging." Zij zuchtte slechts. Nu begreep zij hoe moeilijk alles was wut van een flinke huisvrouw gevergd wordt. „Ik ga nu naar het Leesmuseum en zal dan yoor een keukenmeid zorgen". „Ja,.... ga maar.' „Als ik terug kom, hoop ik een vroolijk gezichtje te ien en geen tranen I" Zij snikte nog harder. „Als jo terug komt, dan, dan...' Hij kuste haar en ging snel de deur uit. Zij moest eerst uilhuilen. Toen hij terug kwam, vond hij een brief op zijn schrijftafel. 'Een brief van zijn vrouwi Wat moest dat betee- kenen Hjj brak hem open en las „Beste man? ik ga terug naar mijn moeder. In jouw huis ncht ik toch maar onheil aan. Je zult me wel niet missen als de keukenmeid er is. Als ik koken geleerd heb en goen (kind meer ben. dan kom ik... misschien terug... als je mij dan nog hebben wilt. Als een ander» zult gij mij weerom zien. Je diep bedroefde vrouw.' Hij schrikte. Zij was weg. Bleek als een doode zonk hij in een stoel tvooir rg In zijp zijn. schrijftafel neer. Och. hoe lief had hij haar toch' ondanks haar te- wande Lec, kortkomingen. Dat voelde hij thans. Hoe verlaten, hive stil was zijn huis zonder haar. Haar lachend, vioolijk gezichtje miste hij, waar hij „Maar je stoort me in, mijn werk, neem een boek den bük ook wendde. Haar prettig gebabbel. (haar en lees een. beetje; of wacht eens, hier heb je de schalksche plagerijtjes, haar schertsen was hem een couranten." behoefte geworden. Nu weid het werkelijk stil in hert, nevenvertrek,! „Leven zonder jou is mij ondragelijk I" riep hij in slechts het ritselen van papier liet zich hooren. z'j" vertwijfeling luide uit. Hij zonk in zijn stoel te- IJverig lezend vond hij haai', de couranten in de ru8- bedekte het gelaat met beide handen en snikte, meest geniale wanorde op den grond naast haar. I Schuchter kwam zij van achter het bont geschilderde Hij, die altijd zoo netjes met elk stuk papier om- kamerscherm te vooischijn. liep daarop snel op hem ging, riep ontzet uit: llttf 1 1~~'~ 1 2. Zwart30 35. Zie vooa* den zet 25 3. variant B. 3. Wit: 10 15. £3 i I De belonken G van dezen zul is niet zoo gcinakkc lijk aan te geven, zelfs meester Bonnard heeft zich er in vergist. Deze vond wel de varianten onder A. en maar bij de sterke verdediging van zwart 3035 kwam hij niet verder. Deze stand <s een studu- overwaard, de kracht en dc samenwerking der xlritr wi:to dammen is hkir op zijn sterkst. Het volgende eenvoudige voorbeeld maakt dit dui delijk; de zwarte dam kan niet op 9 of 14 gespeelt! worden, wegens wit 4830 enz. 3. Zwart; 253. Op 45 26 33—20. enz. 35—40. 25—14. Op 33—39. 18 39", 39—28, 21—27. 25 43, 27=31 of 32. Hoe eenvoudig cn mooi is dit alles, zelfs in do kleine ondervarianten. 4. Wit; 48—26 11 Een prachtzet! Hierop komt het eigenlijk aan! Op elk onderen zet faalt wil. Deze stoute geniale zet s'.emi pelt dit eindspel tot een bijzondere uiting van den ontwerper. Thans heeft zwart twee vrije zetten, zelfs kan zwart nog schijf 30 offeren, maar wit pil toch zegevieren, zwart ontkomt hem niet. Bestudeer den stand eens aandachtig en ge zult eerbied hebben voor den auteur. Let op de beteekenis van de dam pp 33. deze verhindert zwart 317 te spelen. 4. Zwart325. Op 35—40 speelt wit 45 7 met hetzelfde gevolg als in de hoofdvariant, 21—27 kan niet, dan wit 33—7 en wederom belet wit op het goede- oogen- blik. dat de zwarte schijf dam wordt. 5. Wit: 36 3. Zwart; 3540. Op 25—43 of 48. dan wit 4534. zwart 4330 wit 325 en zwart is verloren. Deze ondervariant is zeer eenvoudig, maar toch mooi samengesteld stand van twee dammen tegen dam en schijf riio verloren, zijn. 6. Wit45— 7. De winst is weer van bijzondere waarde waarom wij de aandacht vragen voor de volgende, 'jeerzamd winst-varianten Wil7— 2. 2—30. 33—20. wint. Zwart: 25—30. 30—34. 34 25. Op 7—2! „Kiud, lees je zoo de couranten?" „Och ja. zij zijn een beetje door elkaar geraakt." „Niet zoo'n beetje, dunkt me. foei wat slordig." „Nu, praat maar zoo lang niet, help mij liever ze weer netjes Ln elkaar vouwen. Ja, zie je,, zoo erg or- dellijk ben. ik nu juist niet, thuis was daar alg, dat hierdoor het verkrijgen van betere inzich- 5h wordt belemmerd. Er gaat geen opvoedende krach' an uit. Voor ieder ander echter, die, de een meer, de an- sr wat minder, wel begrip heeft van kunstmestge- ruik, is de aankoop van mestmengsels als boven ge- Demd gewoonlijk U ontraden. Ten eerste is een goede aardappelmest, groenten- lest, e. d. niet op alle gronden en onder alle om an digheden gelijk van samenstelling. Het zou wel levallig zijn als een grasmest van een gehalte va,n stikstof, 7 kali en 7 phosphorzuur deze voc- Ingsstoffen juist in de verhouding bevatte, waarin boer ze dacht toe te dienen. Nu bestaan er wel verschillende „grasmesten", en lkele handelaars houden er indeFdaad een keur van rrgelijke stoffen op na, doch, viagen wij, waarom aakt men die mengsels dan, niet zelf, als men er inminste zoo sterk de voorkeur aan geeft de verschil nae samenstellende stoffen niet afzonderlijk, maai- »or elkaar uit te strooien.? Door zelf te mengen komt men vaak nog heel wat ►edkooper uit, zooals onder zal blijken.. [Een veel gebruikte messttof is o. a. ammoniak- jpori hosphaat. waarvan we de samenstelling reeds u-meldden. Vooral op kalirijken grond bleek dirt fengsel sterk in den smaak te vallen en geen won- h\ kali bevatte de bodem voldoende, aan stikstof phosphorzuur was vaak behoefte, doch daar zorg- i de ammoniaksuper wel voor. Velen hielden haven en dit mengsel voor een afzonderlijken kunstmesrt- H ei hadden dus niet telkens den last, dat men n stof te kort of de verkeerde gebruikte. Geheel tzelfde geldt vuur dergelijke gronden het op som- ge plaats n zeer populaire gebruik van guano, 't ilk stikstof en phosphorzuur en een weinig kali vat. Toch moet ook hier het gebruik vaak voor ano zoo goed 'als altijd ontraden worden, niet teen doordat de verhouding, waarin de voedings- >ffen voorkomen vaak niet de juist benoodigde ver- (uding is, doch ook zeer vaak om den prijs. Klr9 zuller. in dit en het volgende artikel verschtl- ide voorbeelden geven, welke niet gefingeerd zijn, |;h berusten op noteeringen van den handel. Verkrijgbaar is bijv. zwavelzure ammoniak met Q gehalte van 20% stikstof tegen een prijs van 17.75 p-ïr 100 KG. De prijs van 1 KG. ammoniak kstof is dus f 17.75 20 89 ets. bijna (eigen- t 88% et). Aangeboden wordt verder superphosphaat met in water oplosbaar phosphorzuur voor f 2.90 100 KG. De prijs van 1 KG. phosphorzuur is al- 14 21 ets. bijna (eigenlijk 20 5/7 ct) nu, kosten van mengen buiten gerekend, ammoniak super met een gehalte van 7% kstof en 9% kali kosten? Natuurlijk niet meer dan de stikstof en het pfaos- przuur samen waard zijn. Meerdere waarde hebben e stoffen dror het mengen loch niet bekomen, prijs wordt dan voor de stikstof 7 X 89 ots. f 6 23, voor het phosphorzuur 9 X 21 ets. f 1. 89, sam-n dus f 8.12 (nauwkeurig berekend .OS), 't Wordt e hter aangeboden voor bijv. f 8.85, cki.t voor het klaarmaken een loon wordt berekend minstens 73 ets. per 100 KG. Daar kan de boer et hter zeker ook wel voor doen. jillijkkeidshalve vermelden we echter ook een no- ring van f 2.20 voor 100 KG. kalisuper, een meng- van ka niet en superphosphaat met een gehalte i G% kali en 7% phosphorzuur, terwijl de prijs H- 14% super st-at op f 2.30 en van ka niet met kai op f 2.05 per 100 KG. Hier is slechts 6 per 100 KG. voor het mengen berekend. toe. sloeg haar arm om zijn hals en kuste [hem. Hij hield haaj- vast en drukte haar tegen zich aan. „Je bent mijn levenszon, mijn geluk", stamelde hij. „Ik wou eens weten of ik onmisbaar was", sprak zij gelukkig: „ik denk er niet aan naar mijn moeder tc gaan. Koken en al het andere loer ik ook jbier wel Lij jou. Maar je moet een beeïje geduld met tmij tijd voor om het te loeren, 't was altijd maar 's mor- hebben ,veel geduld en het komt in orde, beste, lieve gens vroeg naar de school en. dan, bij thuiskomst hiaa!" weer studeeren. Mama zorgde er steeds voor dat de boel in orde bleef." -- „Maar dat moert, jij nu hier doen." „Ja, natuurlijk, maar daar moet ik toch eerst een beetje aan gewenden!" Hij zuchtte. „Waarom zucht je?" vroeg zij. ,ik zal je eerst beelemaal tot hutisvrouw moert,en opvoeden." „Jij, een. geleerde?" lachte zij, alsof je daarvan meer verstand hebt dan ik 25—43. Gaat zwart nu op een der ruilen van 27 lort 4$ dan wit 3—21. zwart wit 33—11. En speelt zwhi op een der velden ran 34 tot 48. dan wit B—3 ea 3320. Steeds winnend. _2E_ 25—41 3—25. 33—42. 7—34. wint. 48- Merkwaardig is het spel van de witte dam op 33. die slech's éen zet deed. en toch zoo'n voorname rot heeft. Men ziet hier weer. dat éen veld verschil van groote strategische waarde is. VARIANT A. 1- Zwart25— 3. 2. Wil: 48 25. 3—21. _Og_ 25— 3. 3- 40- 7, wint. CH EINDSPEL MET BESCHOUWING van Mr. BLANKENAAR. a) zij het licht van dien heer Blankenaar nog zal schijnen, op als de g-oote meesters van het praclLche spel .reeds lang vergeten zijn.... Zijn werk blijft eeuwig frisch en zal in de damwereüd als het hoogs'.staand worden aangewezen, wanneer ons groo- spel tot volte ontwikkeling gekomen zal zijn. i Nu de beschouwing. S100 K f 2.9G Vat m£ KG. 'm Reeds eerder plaa'stea wij een eindspel van dezen groeten meester, overtuigd als wij waren daarmede den Ilij keek haa.r over zy'n bril heen, aan- Zij zag er Lefhebbers van het damspel een bijzonder genoegen zoo vroolijk en vergencegd uit, dat hij niet boos kotn ,e doen. Voor velen was dezen „kost" evenwel (Ie- zijn, ofschoon hij reeds menige teleurstelling in zdjn zwaar. Het hieronder geplaatste is evenwel niet zóó kort huwelijk had ondervonden. „diep'maar zeldzaam mooi; het bevat veel leerzaams Zij was waarlijk te jong, ta onervaren voor hert.en- de beschouwing hij de oplossing geplaatst is voor huwelijksleven. Zij was te kinderachtig en dacht de ontwikkeling van onze lezers zeer nuttig, slechts aan, grappen. Zij zette hem haar morgein.- He lezers van ons blad. di3 een en ander volgden, muisje op, dat hy haar cadeau gegeven had, omdat zullen, met bewondering kennis genomen hebben van hij haar gaarne met dit attribuut der huisvrouw zag den heer Blankenaars vermogen. Zij zullen hebben en schudde, als hij haar het kleine kanten, mutsje waargenomen, hoe hij ons spel heeft verrijkt met p-.ach- op tiaar aardig kopje wilde drukken, zoo hevig met '«g® wetenschap, hoe zijn kunst ons bekend maakte lit?t hoofd dat haar lange blonde haren, haaf om dg schillenende spelgangen in het eindspel. Geen ander schouders zwierden. kan bij dezen hoogst begaafden eindspel-kunstenaar ver- „Ik ben immers nog geen, grootmoeder," lachte zij. geleken worden en we mogen gerust voor spellen, dat „Je bent een klndu" ..Maar toch heb je me lief," antwoordde zeer beslisten toon. „En jij jij mij ook?" ..Ach wat, dat zegt men zoo maar niet." Zij rukte zich van hem los en Liep rond d tc tafel. Rrngkingklng! T ar ei taken, koifieservies, room, kloffie, alles lag in i grenzenLooze verwarring door elkaar op het nieii- i we vloerkleed. Natuurlijk wlas het zijn schuld, waafom wou hij haar ook grijpen? „Goed dat het geen inkt is, dat zou nog veel er- ger zijn." lachte zij reeds weer. ,J>e vlekken, zou den er nooit u.it gaan!" Den volgenden, moigen, hertj was hoog tijd voorden.' pr'vaatdocenrt om zijn college te houden het aca- dnnische „kwartiertje" was reeds bijna verstreken troonde zij hem zijn rokpand trekkend, mee naar da keuken. De koude pudding moest hij. eerst proe ven, voor hij vertrok. Hij verzetae zkh. „Ik heb geen seconde te verliezen." „Ja, ja, ja moert, even mee komen Kria krateh riiuch! Zij had de pa^d van zijn jas zoo goed al® geheel afgescheurd. Beiden bleven in stomme ontzetting staan. „Mijn eenige gekleede j-st" „Trek je rok ann of je zomerpak. Waarom ver zette je je ook?" Nu werd hij inderdaad boos. Met college geven was het voor diien aag uit ,,'t Is een schandaal, dwaas ding dart J© betnt!" „Dwaas ding?" „Ja meer dan dat ik ik kan er heeiemaal geen uitdrukking voor vinden om te zeggen hoe ik zulk eer handelwijze vind." Hij ijide, na een ander» jas aangetrokken te heb ben de deur uit. Ebd dwaasheid had hij begaan, een groote dwaas heid.' Een kind had hij tot vrouw genomen. Het op voeden vond hij zoo'n sthcone taak, maar hy moest elke opvoedingsmethode mislukken. Zij was als jonge, gistende wijn. Maar het moo®t anders worden! Den vo.g-nden middag stond zijn lievelingskostje op latei. Aardappelen-croquettes. mcoie gele aardappe- len-croiuett;s. Zijn oogen schitterden. Haar eeiete poging, n om de beroemde croquettes te maken waren geheel mislukt; het was pap ge weest. „Zij wilden niet houden," had zij toen teleurge steld ir.et een benepen s,ommetje gezegd. „Zit je wel hoe heerlijk ze zijn? Zoo geel als bo ter; maar ik heb de eieren ook niet gespaard, ik wou jc nu eens iets heerlijks voorzetten. Tien eie ren, op e.ke croquelte een ei." Ze nam een der croqu«=ius op en wierp haar om hoog. haar handig weer opvangend. „Nu houden ze gOJd, zie je wel?" „Zoc hard als steenen, njot te eten." Zwart. 2 schijven op16, 30 cn een dam op 25. Wit. 3 dammen op6, 7 en 48. 1. Wit: 7—40. Deze eerste zet is reeds merkwaard'g. De befeekenis ligt niet direct voor de hand, eerst later is dit bo.or te begrijpen. De zet verlü.idert onmiddellijk <10 29. 29—20, G—39, 25. 8—19, 19 2. OP 40— 1. 2548. 1—18. 617. 3—261 26— 3 a), ~3— 2G. 26— 8, 8 21.' 112. wint. 16—21. Want de zwarte dam wordt bij dm volgenden zet geslagen, door het offeren van de dam op 18. In deze variant speelt do dam op 6 een bijzondere rol. Deze doet geen zet, maar door samenwerking Diet de wT.te dam op 1. verhindert zij zwart's vrije be weging. Men ziet tevens, dat de zwarte schijf nood lot ag wordt voor de zwarte dam. 3. Wit: 40— 1. Een kruisvuur. Los kan de zwarte dam niet staan wegens wi! 611. enz., en op 2149 antwoordt wit met 2543 en 611. gaat zwart op 3. dan wit 2518 met dezelfde afwikkeling ais in de hierboven behan delde ondervariant. 3. Zwart: 21—26. 4. Wit: 6—28. Belet zwart 263 of 2648. 4- Zwart; 16—21. 5. Wit25—48. GewonnenZwart kan riet voorkomen dat wit als vo.gend.en zet 2837 speelt. Eigenaardig, dat de zwarte schijf de dam het on'snappen belet 1 Deze korte variant heeft een elegante afwikkeling, het spel van wit is zeer sterk I or °P 1—12 wint, want op zwart 21—27 volgt wit 253 en op zwart 2648. wit 12 26. VARIANT B. 2. Zwart25— 3. 3. Wit48 25. jKoewel slech s éen zet verschil mei variant A.. wordt de afwikkeling geheel anders, en io',s ingewik kelder. omdat schijf 16 nu op 21 slaat. -28. 40—35. 25— 8, - i—12. 12 3. <>P Witj33—44. 14- Zwart38. 83al, 3- 28—14. a) Op 2127. wit 2530, zwart 8 35, wil 4449 49 35 en wint. want de dam belet schijf 27 naar dam te gion. 3. Zwart: 21—27. Op3328, 4049. g:wonaen. 2Ï—26. 3—21~il al Ö|i> 34?, wit 40—35. 'lo- -35. met hetzelfde spel. 30—34. 25—14, 14 Deze zet is mede een dor mooiste van dit eindspel Thans is de samenwerking tusschen de drie dammen bijzonder krach jg door het combineeren op schijf 27 Men lette op de volgende variant. Wordt de dam oó 21 geplaatst, dan Wit33—22. 35-^-13. 25 26 27 18. 18 9. 4. Zwart °P 33—20. 20 2'l—'ól. 32—38. a) 3 heel moei I 3—26. 42. 358, 42 T7 -26. Zwart kan ook 25- A. Men ziet, dat 30— woordt wil 1034. 2. Wi!6—33. Zwart: 1621. - 3 spelen, zio hiervoor variant -35 niet kan, want daarop ant- Een f-ari? zat. die zwart dwint tot 3035. Indien zwart 2126 of 27 speelt, dan wi; 3324 en 4034. Neg diiJelijker komt de beteekenis van dezen zet uit. als zwart 3034 speelt, wi' 40 23, zwart 2514. wi! 3320. (wordt 1-g'sch geplaa'st op do lijn, om de zwa-tc dam op 25 to kunnen brengen, «waar wil door 263 deze dam vasthoudt). 21—62. 32—38. a) 3—17, l7 3. n) Op .3—12 of 17 enz., dan wi! 358 2014 wint. Op 2731 wint wit eveneens door 33—20. I 5. Wit: 35—30. S gespeeld, behoudt den druk op de s'eTi is mei 33-22 en 30-13 en slu: levens dTvlTcMvSteg 31 en 37 af. wegens 3342 en 3034, 5. Zwart: 27—31. W' ?n wi' me' bc' b-kende gevolg. Op 27—32. dan wi: 33—42 en 30—34. 6. Wi'.3320. gewonnen. Een bekende stand ui! Blankera-rs eind,pelen. De wj te dammen zijn nu zeer sterk gjplia'st ei zwart kan riH meer ontsnappen. 30—1<5 en 20—14 ziin nol te verhinderen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1913 | | pagina 9