t
n
SrepBQ A Laafi- i Traion
Het kind.
Voor Dammers.
AW,
Zaterdag 22 Februari 191
56e Jaargang. No. 5236.
DERDE BLAD.
n.
TT OVER MESTMENGSELS. I.
A's men nagaat hoe betrekkelijk eenvoudig en
ichr. begrijpelijk de grondslagen zijn, waarop onze
noderne bemestingsleer steunt, en als men daarnaast
lat cog vestigt op de menigvuldige gelegenheid, die
ir in den tegen woord igen tijd voor iederen belang-
lebbende bestaat om het a-b-c dier bemesting te lee-
•Qi. kennen, dan mag het wel verwondering wekken,
lat die eenvoudige wetenschap nog niet ieders eigien-
lom is. Meer verbazingwekkend echter is nog wel
iet feit, dat onder die landbouwers, welke inderdaad
ran de hoofdzaken uit de bemestingsleer wel op de
loogte zijn, nog praktijken, stan,d houden, welke met
mn kennis in, volkomen, strijd zijn, ja, waarvan Let
ingerymde meermalen door hen zelf wordt ingezien
ui erkend. Het gewoonlijk ongemotiveerd gebruik
Qj^an samengestelde, kunstmeststoffen is een van, de
iraktijken die we zooeven bedoelden.
Onder de samengestelde meststoffen verstaan we
aengsels bestaande uit enkelvoudige meststoffen in
£*0Jei schillende verhoudingen, het welbekende ammoaii-
iksuper bijv., dat niets anders is dan een mengsel
•an zwavelzuren ammoniak en superphosphaat.
Verder zullen we onder de samengestelde meststof-
en ook behandelen stoffen zooals gua.no en been-
lermeel, aie wel niet door menschelijke bemoeiingen
;emengl zijn, doch waarvan de waarde als mest en
ie prijs toch bepaald worden naiar het gehalte aan
neer dan éen waardevol bestanddeel.
We zullen in de eerste plaats de vraag behan.de-.
en, waarom nog samengestelde meststoffen gebruikt
rorden. Het antwoord hierop kan in, vele gevallen ge-
nfte'.ilk luiden: uit onwetendheid.
Het is nl. voor hen, die met de grondslagen onzer
lemestingsleer niet bekend zijn, vaak niet of zeer
aoeilijk begrijpbaar, dat in meerdere gevallen éen
uu si meststof niet of onvoldoende werkt en dat men,
et er alleen zeker niet op den duur mede uithoudt,
Brwijl de aanwending van twee, drie, soms zelfs vier,
lot groot succes bekroond wordt. Ongetwijfeld is dit
eit gelegen in de draagwijdte, die het woord „mest"
oer de eeuwen heeft gekregen. De natuurlijke mest-
toffen immers, zooals stalmest, slootaarde e. d. zijn
I fl°°r bet meerendeeI stoffen, die, al is het dan ook
U aak in ruiindier doelmatige verhoudingen, alle voe-
'ingKstoffen, waaraan de grond behoefte kan hebben,
evat. Dat iemand, die nooit geweten heeft, dat de
rerking van zijn stalmest berustte op aijn gehalte apn
tikstol, phosphorzuur en kali, zich niet kan indien
en. dat een, stof, welke toch als ..mest" wordt aan-
eboden, vaak voor zich alleen, niet aan de eischen
an, den bodem kon voldoen, ligt dus eigenlijk wel
énigszins voor de hand.
- Voor dergelijke menschen is inderdaad de handel
hun vevschillende mestmengsels aanbiedt ondier
duidelijk klinkende namen als grammest, bakmest,
oggemest, aardappel mest, groen ten meet en wat dies
leer zy, een soort leidsman, die hen dan toch nog
e voordeelen van den kunstmest doet deelachtig
a orden. Beter ware het echter nog, dat de koopers
U kofen deze mestmengsels, maar eens advies vroegen bij
e land- en tuin,bouwleeraxen of bij deskundige vajk-
enooten.
Dc aankoop van aardappeunest e. d. kan derhalve
r 19lf-een gebillijkt worden bij menschen, die in het
'inst geen begrip hebben van kunstmest en zijn
ébruik.
[en te Aat! den an<J«r«11 kant heeft het bestaan en het
ebruik van deze mengsels tot minder gewetnscht ere-
Eigenlijk had zij het onderwijzeressen-examen wil
len doen. Maar toen hij om de zeventienjarige aan
zoek deed, gooide zij de boeken op zij en gaf hem
haar jawoord.
Hij had haar vader kunnen zijn, zoo groot was
het verschil in leeftijd. Als haar vriendinnen haar
daarmee plaagden, 6prak zij trotsch„Juist dat im
poneert mij; voor mijn mau moet ik respect hebben.
Mijn jonge aanbidders kon, ik tot nu toe allen om
den vinger w Indien,"
„Dat zai me een leventje bij jelui worden,, zoo va,n
de schoolbanken in, de huishouding."
„Och kom, j Jr maak mij in 't, geheel niet ongerust;
wien God een ambt geeft, dien geeft hij ook het ver
stand. Met verstand eu gratie laat zicty ook wel de
moeilijke functie va,n een huisvrouw vervullen. Maar
boven,dien hij weet immers, dat ik niett, koken, naaj^n»
breien en spinnen kan." De laatste woorden neuriede
zij vroolijk op de bekende melodie uit de opera Mar-
tha.
Het huwelijk werd voltrokken en een lange, heer
lijke huwelijksreis volgde.
Daarna word het pas gebouwde nestje betrokken.
„Ik verheug mij op het eerste middagmaal, dat
mijn lief klein vrouwtje mij morgen zal koken," sprak
hij vergenoegd.
hu, verheug je er maar niet te vroeg over," ant
woordde zij lachend
„Keu kalfskarbonade, majsch en niet te klein, zou
mij wel lijken, 't is mijn iievelingsgebraad."
Uit voorzorg had haar moeder haar een groot kook
boek meegegeven.
„Kalfskarbonade, niets gemakkelijker dan dat,"
sprak zij triumtoerend, sloeg het kookboek dicht en
verdween in de keuken, om het jonge dienstmeisje
haar instructie» te geven.
„Nog nooit heeft mij een karbonade zoo heerlijk
gesmaakt," zeide hij met stralenden blik.
„Zie je nu wel, mannetje, hoe gemakkelijk het ko
ken is? Zeg mij nu eens, wat je lievelingskostje ie."
„Aardappalem-croquettes, van, die zachte, mooie aard
appele n-croquettes.
„O, die heb ik reeds dikwijls..."
„Gekookt?"
„Neen maar wat lekker gegeten. Da,t zullen we
eens spoedig in orde maken."
Zij ging op zijn knie ziitten, trok hem aan zijn
I baard en hinderde hem in zijn werk, dat volgens
zjjn zeggen, zeer gewichtig was.
j zij pruilde en verliet oe kamer.
In het nevenvertrek zong zij kort
opi.-rettemelodieën, hetgeen hem opnieuw
werk hinderde.
„Zou je niet eens een paar uurtjes gag
opdat Ik mijn werk af kaji maken?"
„Adeen, zonder jou? Neen.
vroolijke i
„Dat vind ik niet," sprak zij, terwijl zij met moei
te cr een naar binnen werkte.
„Je zult er niet meer van eten, zulke eteenen in
je maag zouden je ziek maken."
..Ze smaken me best."
Hij nam den schotel weg.
„Ik zal morgen een keukenmeid huren opdat wij
fatsoenlijk eten krijgen.'
„Ik had mij nog wel zooveel moeite gegeven..-'
„Om alles verkeerd te doen. Je bent een* kind..."
„Doe me nu een pleizicr en zeg niet altijd dat
ik een kind ben". En zij sprong woedend van haar
stoel op. „Ik word spoedig achttien jaar, ik ben je
vrouw cu geen kind meer. versta je!"
Haar toorn, haar beleedigde trots stond haar zoo
moei.
Hij glimlachte. Dat was de echte vrouwentrots, die
boven kwam. „Het zal nog wel jn orde Jtomen".
dacht hij.
Zij verliet do kamer en huilde.
Korten lijd daarna ging hij haar opzoeken om lioar
te troosten.
„Hel gaat toch zoo niet!"
„Neen, neen, zoo gaat het niet langer...' cn dc
tranen stroomden over haar wangen.
Hij kuste ze weg. maar zij weerde hem af.
„Ik wist hpt immers vooruit, jij dacht maar dat
het huishouden zoo maar ging."
Zij zuchtte slechts. Nu begreep zij hoe moeilijk
alles was wut van een flinke huisvrouw gevergd wordt.
„Ik ga nu naar het Leesmuseum en zal dan yoor
een keukenmeid zorgen".
„Ja,.... ga maar.'
„Als ik terug kom, hoop ik een vroolijk gezichtje
te ien en geen tranen I"
Zij snikte nog harder.
„Als jo terug komt, dan, dan...'
Hij kuste haar en ging snel de deur uit.
Zij moest eerst uilhuilen.
Toen hij terug kwam, vond hij een brief op zijn
schrijftafel.
'Een brief van zijn vrouwi Wat moest dat betee-
kenen
Hjj brak hem open en las
„Beste man? ik ga terug naar mijn moeder.
In jouw huis ncht ik toch maar onheil aan.
Je zult me wel niet missen als de keukenmeid
er is. Als ik koken geleerd heb en goen (kind
meer ben. dan kom ik... misschien terug... als
je mij dan nog hebben wilt. Als een ander»
zult gij mij weerom zien.
Je diep bedroefde vrouw.'
Hij schrikte. Zij was weg.
Bleek als een doode zonk hij in een stoel tvooir
rg In zijp zijn. schrijftafel neer.
Och. hoe lief had hij haar toch' ondanks haar te-
wande Lec, kortkomingen. Dat voelde hij thans.
Hoe verlaten, hive stil was zijn huis zonder haar.
Haar lachend, vioolijk gezichtje miste hij, waar hij
„Maar je stoort me in, mijn werk, neem een boek den bük ook wendde. Haar prettig gebabbel. (haar
en lees een. beetje; of wacht eens, hier heb je de schalksche plagerijtjes, haar schertsen was hem een
couranten." behoefte geworden.
Nu weid het werkelijk stil in hert, nevenvertrek,! „Leven zonder jou is mij ondragelijk I" riep hij in
slechts het ritselen van papier liet zich hooren. z'j" vertwijfeling luide uit. Hij zonk in zijn stoel te-
IJverig lezend vond hij haai', de couranten in de ru8- bedekte het gelaat met beide handen en snikte,
meest geniale wanorde op den grond naast haar. I Schuchter kwam zij van achter het bont geschilderde
Hij, die altijd zoo netjes met elk stuk papier om- kamerscherm te vooischijn. liep daarop snel op hem
ging, riep ontzet uit: llttf 1 1~~'~ 1
2. Zwart30 35.
Zie vooa* den zet 25 3. variant B.
3. Wit: 10 15.
£3 i I
De belonken G van dezen zul is niet zoo gcinakkc
lijk aan te geven, zelfs meester Bonnard heeft zich
er in vergist. Deze vond wel de varianten onder A.
en maar bij de sterke verdediging van zwart
3035 kwam hij niet verder. Deze stand <s een studu-
overwaard, de kracht en dc samenwerking der xlritr
wi:to dammen is hkir op zijn sterkst.
Het volgende eenvoudige voorbeeld maakt dit dui
delijk; de zwarte dam kan niet op 9 of 14 gespeelt!
worden, wegens wit 4830 enz.
3. Zwart; 253.
Op 45 26 33—20. enz.
35—40. 25—14.
Op 33—39. 18 39", 39—28,
21—27. 25 43, 27=31 of 32.
Hoe eenvoudig cn mooi is dit alles, zelfs in do
kleine ondervarianten.
4. Wit; 48—26 11
Een prachtzet! Hierop komt het eigenlijk aan! Op
elk onderen zet faalt wil. Deze stoute geniale zet s'.emi
pelt dit eindspel tot een bijzondere uiting van den
ontwerper. Thans heeft zwart twee vrije zetten, zelfs
kan zwart nog schijf 30 offeren, maar wit pil toch
zegevieren, zwart ontkomt hem niet. Bestudeer den
stand eens aandachtig en ge zult eerbied hebben voor
den auteur. Let op de beteekenis van de dam pp
33. deze verhindert zwart 317 te spelen.
4. Zwart325.
Op 35—40 speelt wit 45 7 met hetzelfde gevolg
als in de hoofdvariant, 21—27 kan niet, dan wit
33—7 en wederom belet wit op het goede- oogen-
blik. dat de zwarte schijf dam wordt.
5. Wit: 36 3. Zwart; 3540.
Op 25—43 of 48. dan wit 4534. zwart 4330
wit 325 en zwart is verloren. Deze ondervariant is
zeer eenvoudig, maar toch mooi samengesteld
stand van twee dammen tegen dam en schijf riio
verloren, zijn.
6. Wit45— 7.
De winst is weer van bijzondere waarde waarom
wij de aandacht vragen voor de volgende, 'jeerzamd
winst-varianten
Wil7— 2. 2—30. 33—20. wint.
Zwart: 25—30. 30—34. 34 25.
Op 7—2!
„Kiud, lees je zoo de couranten?"
„Och ja. zij zijn een beetje door elkaar geraakt."
„Niet zoo'n beetje, dunkt me. foei wat slordig."
„Nu, praat maar zoo lang niet, help mij liever ze
weer netjes Ln elkaar vouwen. Ja, zie je,, zoo erg or-
dellijk ben. ik nu juist niet, thuis was daar
alg, dat hierdoor het verkrijgen van betere inzich-
5h wordt belemmerd. Er gaat geen opvoedende krach'
an uit.
Voor ieder ander echter, die, de een meer, de an-
sr wat minder, wel begrip heeft van kunstmestge-
ruik, is de aankoop van mestmengsels als boven ge-
Demd gewoonlijk U ontraden.
Ten eerste is een goede aardappelmest, groenten-
lest, e. d. niet op alle gronden en onder alle om
an digheden gelijk van samenstelling. Het zou wel
levallig zijn als een grasmest van een gehalte va,n
stikstof, 7 kali en 7 phosphorzuur deze voc-
Ingsstoffen juist in de verhouding bevatte, waarin
boer ze dacht toe te dienen.
Nu bestaan er wel verschillende „grasmesten", en
lkele handelaars houden er indeFdaad een keur van
rrgelijke stoffen op na, doch, viagen wij, waarom
aakt men die mengsels dan, niet zelf, als men er
inminste zoo sterk de voorkeur aan geeft de verschil
nae samenstellende stoffen niet afzonderlijk, maai-
»or elkaar uit te strooien.?
Door zelf te mengen komt men vaak nog heel wat
►edkooper uit, zooals onder zal blijken..
[Een veel gebruikte messttof is o. a. ammoniak-
jpori hosphaat. waarvan we de samenstelling reeds
u-meldden. Vooral op kalirijken grond bleek dirt
fengsel sterk in den smaak te vallen en geen won-
h\ kali bevatte de bodem voldoende, aan stikstof
phosphorzuur was vaak behoefte, doch daar zorg-
i de ammoniaksuper wel voor. Velen hielden haven
en dit mengsel voor een afzonderlijken kunstmesrt-
H ei hadden dus niet telkens den last, dat men
n stof te kort of de verkeerde gebruikte. Geheel
tzelfde geldt vuur dergelijke gronden het op som-
ge plaats n zeer populaire gebruik van guano, 't
ilk stikstof en phosphorzuur en een weinig kali
vat.
Toch moet ook hier het gebruik vaak voor
ano zoo goed 'als altijd ontraden worden, niet
teen doordat de verhouding, waarin de voedings-
>ffen voorkomen vaak niet de juist benoodigde ver-
(uding is, doch ook zeer vaak om den prijs.
Klr9 zuller. in dit en het volgende artikel verschtl-
ide voorbeelden geven, welke niet gefingeerd zijn,
|;h berusten op noteeringen van den handel.
Verkrijgbaar is bijv. zwavelzure ammoniak met
Q gehalte van 20% stikstof tegen een prijs van
17.75 p-ïr 100 KG. De prijs van 1 KG. ammoniak
kstof is dus f 17.75 20 89 ets. bijna (eigen-
t 88% et).
Aangeboden wordt verder superphosphaat met
in water oplosbaar phosphorzuur voor f 2.90
100 KG. De prijs van 1 KG. phosphorzuur is al-
14 21 ets. bijna (eigenlijk 20 5/7 ct)
nu, kosten van mengen buiten gerekend,
ammoniak super met een gehalte van 7%
kstof en 9% kali kosten?
Natuurlijk niet meer dan de stikstof en het pfaos-
przuur samen waard zijn. Meerdere waarde hebben
e stoffen dror het mengen loch niet bekomen,
prijs wordt dan voor de stikstof 7 X 89 ots.
f 6 23, voor het phosphorzuur 9 X 21 ets.
f 1. 89, sam-n dus f 8.12 (nauwkeurig berekend
.OS), 't Wordt e hter aangeboden voor bijv. f 8.85,
cki.t voor het klaarmaken een loon wordt berekend
minstens 73 ets. per 100 KG. Daar kan de boer
et hter zeker ook wel voor doen.
jillijkkeidshalve vermelden we echter ook een no-
ring van f 2.20 voor 100 KG. kalisuper, een meng-
van ka niet en superphosphaat met een gehalte
i G% kali en 7% phosphorzuur, terwijl de prijs
H- 14% super st-at op f 2.30 en van ka niet met
kai op f 2.05 per 100 KG. Hier is slechts 6
per 100 KG. voor het mengen berekend.
toe. sloeg haar arm om zijn hals en kuste [hem.
Hij hield haaj- vast en drukte haar tegen zich aan.
„Je bent mijn levenszon, mijn geluk", stamelde hij.
„Ik wou eens weten of ik onmisbaar was", sprak
zij gelukkig: „ik denk er niet aan naar mijn moeder
tc gaan. Koken en al het andere loer ik ook jbier
wel Lij jou. Maar je moet een beeïje geduld met tmij
tijd voor om het te loeren, 't was altijd maar 's mor- hebben ,veel geduld en het komt in orde, beste, lieve
gens vroeg naar de school en. dan, bij thuiskomst hiaa!"
weer studeeren. Mama zorgde er steeds voor dat de
boel in orde bleef." --
„Maar dat moert, jij nu hier doen."
„Ja, natuurlijk, maar daar moet ik toch eerst een
beetje aan gewenden!"
Hij zuchtte.
„Waarom zucht je?" vroeg zij.
,ik zal je eerst beelemaal tot hutisvrouw moert,en
opvoeden."
„Jij, een. geleerde?" lachte zij, alsof je daarvan
meer verstand hebt dan ik
25—43.
Gaat zwart nu op een der ruilen van 27 lort 4$
dan wit 3—21. zwart wit 33—11. En speelt zwhi
op een der velden ran 34 tot 48. dan wit B—3
ea 3320. Steeds winnend.
_2E_
25—41
3—25. 33—42. 7—34. wint.
48-
Merkwaardig is het spel van de witte dam op 33.
die slech's éen zet deed. en toch zoo'n voorname rot
heeft. Men ziet hier weer. dat éen veld verschil van
groote strategische waarde is.
VARIANT A.
1- Zwart25— 3.
2. Wil: 48 25. 3—21.
_Og_
25— 3. 3-
40-
7, wint.
CH
EINDSPEL MET BESCHOUWING
van Mr. BLANKENAAR.
a)
zij
het licht van dien heer Blankenaar nog zal schijnen,
op als de g-oote meesters van het praclLche spel .reeds
lang vergeten zijn....
Zijn werk blijft eeuwig frisch en zal in de damwereüd
als het hoogs'.staand worden aangewezen, wanneer ons
groo- spel tot volte ontwikkeling gekomen zal zijn.
i Nu de beschouwing.
S100 K
f 2.9G
Vat m£
KG.
'm
Reeds eerder plaa'stea wij een eindspel van dezen
groeten meester, overtuigd als wij waren daarmede den
Ilij keek haa.r over zy'n bril heen, aan- Zij zag er Lefhebbers van het damspel een bijzonder genoegen
zoo vroolijk en vergencegd uit, dat hij niet boos kotn ,e doen. Voor velen was dezen „kost" evenwel (Ie-
zijn, ofschoon hij reeds menige teleurstelling in zdjn zwaar. Het hieronder geplaatste is evenwel niet zóó
kort huwelijk had ondervonden. „diep'maar zeldzaam mooi; het bevat veel leerzaams
Zij was waarlijk te jong, ta onervaren voor hert.en- de beschouwing hij de oplossing geplaatst is voor
huwelijksleven. Zij was te kinderachtig en dacht de ontwikkeling van onze lezers zeer nuttig,
slechts aan, grappen. Zij zette hem haar morgein.- He lezers van ons blad. di3 een en ander volgden,
muisje op, dat hy haar cadeau gegeven had, omdat zullen, met bewondering kennis genomen hebben van
hij haar gaarne met dit attribuut der huisvrouw zag den heer Blankenaars vermogen. Zij zullen hebben
en schudde, als hij haar het kleine kanten, mutsje waargenomen, hoe hij ons spel heeft verrijkt met p-.ach-
op tiaar aardig kopje wilde drukken, zoo hevig met '«g® wetenschap, hoe zijn kunst ons bekend maakte
lit?t hoofd dat haar lange blonde haren, haaf om dg schillenende spelgangen in het eindspel. Geen ander
schouders zwierden. kan bij dezen hoogst begaafden eindspel-kunstenaar ver-
„Ik ben immers nog geen, grootmoeder," lachte zij. geleken worden en we mogen gerust voor spellen, dat
„Je bent een klndu"
..Maar toch heb je me lief," antwoordde
zeer beslisten toon.
„En jij jij mij ook?"
..Ach wat, dat zegt men zoo maar niet."
Zij rukte zich van hem los en Liep rond d
tc tafel.
Rrngkingklng!
T ar ei taken, koifieservies, room, kloffie, alles lag in
i grenzenLooze verwarring door elkaar op het nieii-
i we vloerkleed.
Natuurlijk wlas het zijn schuld, waafom wou hij
haar ook grijpen?
„Goed dat het geen inkt is, dat zou nog veel er-
ger zijn." lachte zij reeds weer. ,J>e vlekken, zou
den er nooit u.it gaan!"
Den volgenden, moigen, hertj was hoog tijd voorden.'
pr'vaatdocenrt om zijn college te houden het aca-
dnnische „kwartiertje" was reeds bijna verstreken
troonde zij hem zijn rokpand trekkend, mee naar
da keuken. De koude pudding moest hij. eerst proe
ven, voor hij vertrok.
Hij verzetae zkh.
„Ik heb geen seconde te verliezen."
„Ja, ja, ja moert, even mee komen
Kria krateh riiuch!
Zij had de pa^d van zijn jas zoo goed al® geheel
afgescheurd.
Beiden bleven in stomme ontzetting staan.
„Mijn eenige gekleede j-st"
„Trek je rok ann of je zomerpak. Waarom ver
zette je je ook?"
Nu werd hij inderdaad boos. Met college geven
was het voor diien aag uit
,,'t Is een schandaal, dwaas ding dart J© betnt!"
„Dwaas ding?"
„Ja meer dan dat ik ik kan er heeiemaal
geen uitdrukking voor vinden om te zeggen hoe ik
zulk eer handelwijze vind."
Hij ijide, na een ander» jas aangetrokken te heb
ben de deur uit.
Ebd dwaasheid had hij begaan, een groote dwaas
heid.' Een kind had hij tot vrouw genomen. Het op
voeden vond hij zoo'n sthcone taak, maar hy moest
elke opvoedingsmethode mislukken. Zij was als jonge,
gistende wijn. Maar het moo®t anders worden!
Den vo.g-nden middag stond zijn lievelingskostje
op latei. Aardappelen-croquettes. mcoie gele aardappe-
len-croiuett;s. Zijn oogen schitterden.
Haar eeiete poging, n om de beroemde croquettes
te maken waren geheel mislukt; het was pap ge
weest.
„Zij wilden niet houden," had zij toen teleurge
steld ir.et een benepen s,ommetje gezegd.
„Zit je wel hoe heerlijk ze zijn? Zoo geel als bo
ter; maar ik heb de eieren ook niet gespaard, ik
wou jc nu eens iets heerlijks voorzetten. Tien eie
ren, op e.ke croquelte een ei."
Ze nam een der croqu«=ius op en wierp haar om
hoog. haar handig weer opvangend.
„Nu houden ze gOJd, zie je wel?"
„Zoc hard als steenen, njot te eten."
Zwart. 2 schijven op16, 30 cn een dam op 25.
Wit. 3 dammen op6, 7 en 48.
1. Wit: 7—40.
Deze eerste zet is reeds merkwaard'g. De befeekenis
ligt niet direct voor de hand, eerst later is dit bo.or
te begrijpen. De zet verlü.idert onmiddellijk
<10 29. 29—20, G—39,
25.
8—19, 19 2.
OP 40— 1. 2548. 1—18. 617.
3—261 26— 3 a), ~3— 2G. 26— 8, 8 21.'
112. wint.
16—21.
Want de zwarte dam wordt bij dm volgenden zet
geslagen, door het offeren van de dam op 18. In
deze variant speelt do dam op 6 een bijzondere rol.
Deze doet geen zet, maar door samenwerking Diet
de wT.te dam op 1. verhindert zij zwart's vrije be
weging. Men ziet tevens, dat de zwarte schijf nood
lot ag wordt voor de zwarte dam.
3. Wit: 40— 1.
Een kruisvuur. Los kan de zwarte dam niet staan
wegens wi! 611. enz., en op 2149 antwoordt wit
met 2543 en 611. gaat zwart op 3. dan wit 2518
met dezelfde afwikkeling ais in de hierboven behan
delde ondervariant.
3. Zwart: 21—26.
4. Wit: 6—28.
Belet zwart 263 of 2648.
4- Zwart; 16—21.
5. Wit25—48.
GewonnenZwart kan riet voorkomen dat wit als
vo.gend.en zet 2837 speelt. Eigenaardig, dat de zwarte
schijf de dam het on'snappen belet 1 Deze korte variant
heeft een elegante afwikkeling, het spel van wit is
zeer sterk I
or °P 1—12 wint, want op zwart 21—27 volgt wit
253 en op zwart 2648. wit 12 26.
VARIANT B.
2. Zwart25— 3.
3. Wit48 25.
jKoewel slech s éen zet verschil mei variant A..
wordt de afwikkeling geheel anders, en io',s ingewik
kelder. omdat schijf 16 nu op 21 slaat.
-28. 40—35. 25— 8,
- i—12. 12 3.
<>P Witj33—44. 14-
Zwart38. 83al, 3-
28—14.
a) Op 2127. wit 2530, zwart 8 35, wil 4449
49 35 en wint. want de dam belet schijf 27 naar
dam te gion.
3. Zwart: 21—27.
Op3328, 4049. g:wonaen.
2Ï—26. 3—21~il
al Ö|i> 34?, wit
40—35.
'lo-
-35. met hetzelfde spel.
30—34. 25—14, 14
Deze zet is mede een dor mooiste van dit eindspel
Thans is de samenwerking tusschen de drie dammen
bijzonder krach jg door het combineeren op schijf 27
Men lette op de volgende variant. Wordt de dam oó
21 geplaatst, dan
Wit33—22. 35-^-13. 25 26
27 18. 18 9.
4. Zwart
°P 33—20. 20
2'l—'ól. 32—38. a) 3
heel moei I
3—26.
42. 358, 42
T7
-26.
Zwart kan ook 25-
A. Men ziet, dat 30—
woordt wil 1034.
2. Wi!6—33.
Zwart: 1621.
- 3 spelen, zio hiervoor variant
-35 niet kan, want daarop ant-
Een f-ari? zat. die zwart dwint tot 3035. Indien
zwart 2126 of 27 speelt, dan wi; 3324 en 4034.
Neg diiJelijker komt de beteekenis van dezen zet uit.
als zwart 3034 speelt, wi' 40 23, zwart 2514.
wi! 3320. (wordt 1-g'sch geplaa'st op do lijn, om
de zwa-tc dam op 25 to kunnen brengen, «waar
wil door 263 deze dam vasthoudt).
21—62. 32—38. a) 3—17, l7 3.
n) Op .3—12 of 17 enz., dan wi! 358 2014
wint. Op 2731 wint wit eveneens door 33—20.
I 5. Wit: 35—30.
S gespeeld, behoudt den druk op de s'eTi is
mei 33-22 en 30-13 en slu: levens dTvlTcMvSteg
31 en 37 af. wegens 3342 en 3034,
5. Zwart: 27—31.
W' ?n wi' me' bc' b-kende gevolg.
Op 27—32. dan wi: 33—42 en 30—34.
6. Wi'.3320. gewonnen.
Een bekende stand ui! Blankera-rs eind,pelen. De
wj te dammen zijn nu zeer sterk gjplia'st ei zwart
kan riH meer ontsnappen. 30—1<5 en 20—14 ziin
nol te verhinderen.