Donderdag 17 April 1913.
mn
11(11111 11(11!
57ste Jaargang No. 5348.
COURANT.
llltfllllil- LiÉIIllIll
Dit nummer bestaat! uit 2 bladen.
EERSTE BLAD.
Brieien it Engeland.
Londen,, 12 April 1913.
Dezen morgen werd een voorname plaats in do
ochtendbladen ingenomen door het bericht, dat een
der leden van het Lagerhuis, Sir Stuart Samuel,
zijn zetel in het Parlement zal moeten opgeven, en
dus binnenkort in "Whitechapel een nieuwe verkiezing
zal moeten plaats grijpen..
Om welke reden, zult ge denken, kan een lid der
Kamer genoodzaakt worden, zijn zetel op te geven, in
dien hij dit zelf niet verkiest? Voor ik hierop ant
woord, wil ik eerst iets anders in het midden bren
gen, en wel, dat een Parlementslid in Engeland zijn
zetel nooit uit eigen verkiezing op k a n geven, zoo
als bij ons. Een oude wet, zooals er hier verscheidene
zijn (ge hebt misschien gelezen, dat een bekende suf
fragette verleden week gearresteerd is, wegens over
treding eener wet van dertien honderd en zooveel)
verbiedt, dait leden der Kajmer als zoodanig ontslag
nemen.
Dit is, natuurlijk, in sommige gevallen zeer lastig.
Omstandigheden kunnen iemand dwingen, zich te ont
trekken aan het politieke teven. Dit werd een paar
honderd jaar geleden reeds zeer goed ingeven door
de Regeering.. De wet intrekken, het meest natuur
lijke middel, werd echter niet gebruikt. Vastgesteld
werd, dat een lid ontslag kon nemen, wanneer hij
een betrekking aannam van de Kroon. Er waren even
wel slechts weinige betrekkingen, die daarvoor in
aanmerking kwamen, acht meen ik, en op het oogen-
blik zijn er nog maar een paar van over.
Een daarvan, de meest bekende, omdat ze steeds
voor dit doel gebruikt wordt, is het Stewardschap
van de Chiltern Hundred6. De Chiltern Hundreds is
een gedeelte van de provincie Busckinghamshire, dat
in vroegere eeuwen dikwijls onveilig werd gemaakt
door roovers. Daarom werd over dit district door
den Koning een Steward aangesteld, een. baljuw zou
den wij zeggen, die in opdracht had die rooveriji zoo
veel mogelijk tegen te gaan. Tegenwoordig is dn© be
trekking natuurlijk al zeer gemakkelijk; ze bestaat
dan ook alleen nog maar in naam. Een lid, dat dus
om een of andere reden zijn kamerzetel wenscht op
te geven, vraagt om de betrekking van. Steward der
Chiltern Hundreds. Dégene, die die betrekking op dat
oogenblik bekleedt, is zoo goed ze oogenblikkelijk
te laten varen, het Parlementslid wordt benoemd, en
kan, zijn kamerzetel kwijt raken. Dt laatste, die om
deze betrekking heeft verzocht, was Mr. Lansbury
een bekend idd der Arbeiderspartij, die zich toen di
rect weer verkiesbaar stelde voor zijn district en
niet herkozen werd. 't Zou me te lang ophouden,
om nu over de redenen van die ze schijnbaar zeer
zonderlinge handelwijze uit te weiden.
Om thans op Sir Stuart Samuel terug te komen,
die geen ontslag wenscht te nemen, maar kort en
goed ontslagen wordt. Wat heeft die wel op zijn ge
weten? Wel, het kon zijn, dat Sir Stuart failliet was
gegaan een ja,ar geleden, en zijn schuldeischers niet
binnen een jaar heeft voldaan, want dlit is een weel
de, aan heeren Parlementsleden, niet veroorloofd.
Maar dit is nfet het geval. Sir Stuart heeft absoluut
niets op zijn geweten, behalve dat hij een Wet
heeft overtreden van het jaar 1782.
Ieder burger is verplicht die wet te kennen, en Par
lementsleden in de eerste plaats, maar wanneer je
moet beginnen met de wetten van bet jaar 1300 of
vroeger, wordt dat wel een beetje taai. Wetten zijn
toch gewoonlijk niet zoo'n aangename lectuur.
Sir Stuart Samuel is lid van de firma Messrs. Sa
muel Montau and Co. Deze firma nu heeft de Engel-
sche regeering een grooten dienst bewezen. Ze heeft
namelijk een contract gesloten om in het geheim voor
de Indische Regeering zilver op te koopen, aange
zien bekend was, dat pogingen werden aangewend door
speculanten, om den prijs van bet zilver op te jagen.
Deze speculanten wisten, dait de Indische Regeering
sppedag veel zilver noodig zou hebben om aan te
munten, en probeerden daarom zich meester te ma-
kon van de zilvermarkt. De firma Mssrs. Samuel
Montagu and Co. was hen voor, en bespaarde de Indi
sche Regeering twee millioen vier honderd duizend
gulden-
Maar nu komt de wet van 1782, diie op zich
ze'f volstrekt geen slechte wet is. Ze verbiedt leden
van het Parlement winstgevende contracten te slui
ten met de Regeering, met een, massa bijkomende
bepalingen natuurlijk, die hier minder ter zake zijn.
Zoo iets kan niet anders dan goed ziju voor een, land,
want hoe lacht zou een of ander lid der ICam^r an
ders in de verleiding komen, om, ter wille van een
voordeelig contractje, anders te stemmen, dan hij
eigenlijk van plan was geweest. Voor wat, hoort wat.
In dit geval was van tets dergelijks geen sprake. Sir
Stuart was volkomen te goeder trouw en de hooge
commissie, die de zaak heeft onderzocht, bestaande
uit Graaf die en Lord diie, heeft dit ook duidelijk te
kennen gegeven- Maar het feit blijft er.
Er moet dus een nieuwe verkiezing komen in
"Whitechapel, dat wel altijd een Liberaal district is
geweest, maar zonder buitengewoon groote meerder
heid. Het aantal stemmen, dat gewoon.'ijk wordt uit
gebracht, is 4 duizend, en hoewel de laatste Liberale
meerderheid 540 bedroeg, was ze in 1895 manr 32.
De Conservatieven lachen natuurlijk in hun vuistje, ie
kunt nooit weten. Sir Stuart zelf is de Liberale ean-
didaat, want hij wordt wel ontslagen, manr is her
kiesbaar.
Thans komt evenwel nog iets zeer eigenaardigs
achteraan, van minder aangenamen aard voor Sir
Stuart, tenzij de Regeering tusschenbeide komt. wat
ze waars(hi]nlijk wel zal doen. Voor elke stem die
Sir Stuart in de Kamer heeft uitgebracht sinds zijn
firma dit contract met de Regeer in.; a.»a*'-sig, is hij
<aJn boete van zes duizend, gulden schu'dg En tan-
gezien de arme man nogal druk gestemd beeft, zit
op het oogenblik een boete voor hem op van
vUf honderd veertig duizend gulden,. Maar, zooals Ik
2pt, oen of andere maatregel zal wel- worden getroffen
zoodat hij hierdoor niet wordt getroffen.
Sir Stuart zelf was natuurlijk allesbehalve over de
zaak te spreken. Nu zeggen ze altijd, klaagde hij, dat
te handelsmannen in de Kamer moeten zitten. Maar
3k vrees, dat, wanneer die dergelijke kansen loopeu,
terwijl ze volkomen te goeder trouw handelen, hun
^ntal eerder zal af- dan toenemen..
Daarvoor is ook wel iets te zeggen, maar voortaan
zal de wet van 1782 wel een goede bekende zijn bij
handeldrijvende leden der Kamer.
Bij het ziekbed van den Paus.
Nu de aandacht van de geheele wereld gevestigd is
op den Paus, is het wel interessant iets mede te
deelen uit een verhaal dat het Giornale d'Itatia een
paar jaar geleden gaf van de d-agverdeeling van Paus
I Pius X. Om halfzes i;n den ochtend wordt reveille ge-
l blazen in de kazernen van Prati.
I Precies om zes uur treedt 's Pausen kamerdienaar
>Di Castro het slaapvertrek binnen. Pius X wilde, toen
hij tiara verwierf, zijn eigen trouwen kamerdienaar,
I een Venetiaan, bij zich houden maar deze kreeg, na
1 nauwelijks twee maanden, zulk eeia heimwee, dat het
onmogelijk was hem in Rome te doen blijven. Zoo
kwam Di Castro, tijdens Leo XIII een der huisknechts
in den dienst va,n den Pa,us én hij wist door zijn een
voudig en bescheiden optreden dienis volle, vertrouwen
te wannen. Hij' slaapt in een kamertje vla,k naast (hot
slaapvertrek van den Paus. lederen morgen wekt hij
dezen, helpt hem bij het kleeden, en bedient de mis
die de Paus dadelijk na het opstaan opdraagt in een
kapelletje, dat grenst aan de slaapkamer. Bij deze mis
is niemand anders tegenwoordig. Verkrijgt van tijd
tot tijd iemand de bijzondere gunst, de pauselijke
mis te hooren, dan is Pius X gedwongen die op te
dragen in de particuliere kapel op de tweede verdie
ping. Deze kapel bereikt hij langs een kleine wentel
trap, de eenige toegang. Ook deze kapel is zeer klein
en de personen, die verlof gekregen hebben, de mis
bij te wonen, moeten in het groote voorvertrek blij
ven.
Dadelijk na Bet opdragen van de mis, gebruikt de
Paus een kop koffie met molk. Dan vindt hij in zijn
studeervertrek een van zijn particuliere secretarissen,
monseigneur Pescini of Bresson, Van acht tot half tien i
leest de Paus zijn correspondentie en laat zich kort
inlichten omtrent de belangrijkste gebeurtenissen in
Italië en het buitenland. Couranten leest hij niet, be
halve de Djifesa van Venetië, waarvan zijn vriend
Saecardo directeur is. Liever laat hij zich de gebeur
tenissen van den dag mondeling meedeelen en geeft
daarop zijn commentaren door allerlei uitroepen in
zuiver Venetiaanschen tongval.
Om balftien begint het moeilijkste werk van den
dag, dat bestaat in bet afwikkelen der kerkelijke en
diplomatieke aangelegenheden en de audiënties. De
Paus begeeft zich, langs de wenteltrap, naar de twee
de verdieping, waar hem, in de bibliotheek, Merry
del Val, de jonge staatssecretaris wacht, die vooraf
van de zijde der kardinalen zooveel tegenkantingen
heeft te verduren.
De staatssecretaris doet echter niets om de omge
ving zachter te stemmen en te verzoenen. De drie
eminenties, die den Paus omgeven, zijn Merry del Val,
Di Lai, en Vives; de eerste bestuurt, de tweede or
ganiseert, de derde geeft raad. Alle an,dere hebben
zich in hun tenten terug getrokken, zooals onjder
de bekendste Agliardi, Serafine, Vann.uttelli en
Rampolla. Zij hebben zich of afgezonderd of zoeken
rust.
Maar afgestompt zijn de wapens tegen Merry del
Val niet en men tracht hem te treffen tot in kleine
intieme zaken. Men maakt zich vroolijk over de les
sen die hij dagelijksch den Paus geeft, in het Fransch;
men bespreekt zijn hartstocht voor flaubert-schieten
op electriiscbe lampjes. Natuurlijk ontbreekt het niet
aan lieden, die zulke praatjes dien staatssecretaris
overbrengen, zoodat dleze toestand vap wantrouwen en
wederzijdsche speldenprikken, steeds scherper wordt
en men, aldoor den ezel slaande, er toe komt den
baas te raken. Pius X ziet in onbeperkte goed
hartigheid de uitwerking, maar hij doorziet niet
de ware oorzaak van de slechte verhouding en wan
neer hij de weinigen, die om hem zijn, naar de re
den vraagt wordt aan de zaken, een apdere kleur
gegeven.
Het aantal der pfotestantsche kerken groeit aapelu
de propaganda van de protestanten wordt steeds le
vendiger. De diplomatie heeft geen ernstige richting
en boezemt weinig vertrouwen in. De katholieke Ka
merleden helaas! weer een doorn aan de lijdens
kroon ontrooven ook den Paus de rust. Hij zou
opgetogen geweest zijn, wanneer hij' _in de Kamer
een sterke partij van katholieke conservatieven, of
zelfs wanneer men werkelijk zou moeten heen
stappen over de kloof van het „non expedit" con
servatieve katholieken gezien had; nu zag hij inte
gendeel een „omne genus musioorum". Er was zelfs
een katholiek afgevaardigde, die stemde voor het mi
nister ie-FortisDe vorming van een „democratisch
katholiek centrum", heeft den, beker doen overioo-
pen.
Het onderhoud met den kardinaal-staatssecretaris
duurt meestal niet langer dan anderhalf uur. Dan
treedt, mgr. Biisletie, de major domus binnen, om met
den Paus de volgorde der audiënties te regelen en
hem versla0- uit te brengen omtrent de verzoeken der
personen, dte wenschen geboord te worden.
Om half twaalf beginnen de audiënties van de Cu
rie: prelaten, secretarissen van congregaties, leiders
van monnikenorden, Daarna worden de Italiaansche
en vreemds personen binnengeleid, die afzonderlijk
ontvangen worden; ten, slotte hebben de collectieve au
diëntlcs plaats, die het snelst afloopen, omdat met de
zegeningen en een paar woorden alles gedaan is.
De moeilijkste en onaangenaamste zijn de bijzondere
audiënties. In de eerste plaats wordt niemand toege
laten, die niet een bijdrage voor den Pieterspen
ning brengt en dan wordt vóór de introductie ieder
onderworpen aan een nauwkeurige onderrichting door
den kamerheer, omtrent hetgeen men zeggen mag en
niet zeggen mag.
Pius X ontvangt allen in zijn eigen bibliotheek op
da tweede verdieping: hij is beminnelijk, hoffelijk,
I goedhartig en behandelt niemand uit de hoogte of
brengt hem in verlegenheid. De Paus vraagt en praat
over de meest verschillende onderwerpen en besluit
steeds met bemoedigende woorden vol mystiek. Wan
neer hij goed geluimd is, is zijn conversatie zeer
onderhou dend
Om éen uur gaat de Paus weer naar boven op de
derde verdieping om zijn middagmaal te gebruiken.
Er zitten drie personen aan. Men heeft Pius X er
ni'et toe kunnen bewegen alleen te eten,, zooals de
etikette voorschrijft: op dat punt was bij van den
eersten dag af, onverbiddelijk.
„Alleen kan ik niet eten!" Toen beeft men er dit
op gevonden: de Paus zit aan een afzonderlijke tafel,
maar ter rechter en linker zijde plaats men twee klei
nere tafels voor de beide secretarissen. Het protocol
is gered.
Op Zon- en feestdagen echter eten met den Paus
zijn zusters, zijn nicht en soms ook andere bloedver
wanten, die toevallig' te Rome zijn. De zusters en
de nicht van Pius X van wie onlangs Maurits Wa
genvoort aardige bijzonderheden aan onze
vertelde, wonen op de Piazza Rusticucci, vlak hij
het Vaticaan.
Na het middagmaal neemt de Paus een korte rust
en in den namiddag wandelt hij met een secretaris
in het park Over deze wandelingen heeft men aller
lei zonderlings verteld. In de werkelijkheid zijn ze
zoo eenvoudig mogelijk. De automobiel, diie Pierpont
Morgan cadeau deed, werd wiel door Pius X bewon
derd en hij zag die met genoegen door de lanen
van het park rijden, maar hij wenschte ze niet te ge
bruiken Hjj zeide: ,,'t Is een mooi ding, maar een
gondel is nog beter!" En de auto is overgegaan in
den dienst van kardinaal Merry del Val. Er is veel
gepraat over 'n soort van dierentuin, waarin de Paus
veel belang stelde. Helaas! de droeve historie der
leeuwenwelpen is aan bijna heel de wereld bekend! De
leeuwin bracht drie jongen ter wereld. Ofschoon de
krauten de blijde gebeurtenis hadden voorspeld, was
niets voorbereid. De leeuw speelde met een van zijn
kindertjes Saturnus en de leeuwin wilde de andere
twee niet voeden en omdat men er niet zoo dadelijk
aan dacht een teef te zoeken om die de dieren toe
te vertrouwen (zooals men in alle menagerieën doert,),
moest men zijn toevlucht nemen tot... de speen. Na
tuurlijk leefden de welpen maar een paar dagen en
stierven van honger... Een prachtigej struisvogel kwam
om van.dorst en werd met alle voeren begraven;
een meeuw ontsnapte en viel door de buks van een
jager op den Janiculus; vier gazellen vluchtten naar
een villa bij Porta Cavalleggeri.
Om zes uur houdt de Paus zich bezag met zijn fi
nanciën. De inkomsten uit rente van den Heiligen
Stoel bedragen per jaar ongeveer drie millioen, welke
geheel weggaan aan toelagen aan de kardinalen, re
presentatiekosten der nuntii, bezoldiging aan beamb
ten, onderhoud der gewapende korpsen. Om de zes
millioen, die op die balans staan, te bereiken, moeit
men zijn toevlucht nemen tot den Pieterspenning en
andere inkomsten. De Pieterspenning brengt steeds
veel op; Canada, Mexico en de Vereenigde Staten
maken tegenwoordig de verminderde zendingen uit
Frankrijk. Spanje, Oostenrijk en Engeland ruim
schoots gosd. De taak, het evenwicht te bewaren,
is opgedragen aan monseigneur Marzolini. Pius X
is, naar bij zelf bekent, niet bevoegd in deze ma
terie en verlaat zich geheel op de kunde van dien
voormaliigen schatmeester' van Leo XIII. De zake®,
volgen zoo haar geregelden loop. Die Paus is zeer
gul met steun en aalmoezen; wanneer hij niet ten
minste de helft van de verlichting, die hij overal
brengt, verborgen hield, zou de bewondering voor
hem verdrievoudigd wordep.
Om zeven uur wordt de zegen uitgesproken in
de capella Paolina in tegenwoordigheid van dien
Paus en het geheele Hof. De oude sacristijn, mon
seigneur Pifferi, 'die bijna honderd jaar oud is, of-
ficiëert niet meer; de ondier sacristijn heeft hem ver.
vangen.
Om acht uur trekt Pius X zich in zijn studeer
vertrek terug voor het afdoen van zijn particuliere
correspondenties. Hij schrijft een zeer duidelijke, klei
ne, ronde hand en gebruikt zeer licht papier, zon
der eenig hoofd, maar versierd met een beeltenis van
Leo XIII.
N. Courant.
dat IJtsma poogde bij Kamp den boel in brand to ste
ken.
Men kon zulke gevaarlijke menschen niet op de
maatschappij loslaten meende de heer Officier. En len
bewijze dat het hem ernst was om den knaap een
aardig tijdje in den doos gestopt to krijgen en daarmee
ido maatschappij tegen een zoo gevaarlijk heerschap,
eenigen tijd to hevoiligens requireerde Z.E.G. een jaar
gevangenisstraf
Mr. Dorbcck, toegevoegd verdediger, achtte zijn cliënt
een beklagenswaardig individu. Dc jongen was door
hartstochtelijke voorliefde tot bioscoop-voorstelling, "die
hij tallooze malen bijwoonde tot zijne daden gekomen
naar het oordeel van pleiter, die hem bovendien „er
felijk "belast'" achtte. Spreker concludeerde tot het op
nieuw in handen stellen der stukken aan den rechter
commissaris tot nader onderzoek.
EEN ZWERVER.
Willem Krap, oud-inwoner van Oude Niedorp, toen
zijn vader daar nog een schoenmakersaffaire dreef,'
is laalstelijk te Alkmaar woonachtig. Willem, een Sij-
bekarspeler van geboorte,, en thans een kwart-eeuw
oud, heeft het nog niet veel verder kunnen schoppen
in de maatschappij dan tot oud-gast der rijkswerkin
richting en -zwerveling. Uit de eerstgenoemde waar
digheid is hij primo Maart j.1. eervol ontslagen, ter
wijl 'hij de andere branche reeds eenige dagen na
dat ontslar» ver(p(*>«nwwwU,«a~
dat^ontelag
dozijn achtereenvolgende dagen m dc
laand heeft YVim nmUpAni,
Anonciissements Rechtbank
te Alkmaar.
Zitting van Dinsdag 15 April 1913.
brandstichting.
De eerste beschuldigde, is genaamd Tjeert IJtsma.
kaasmakcrsknecht, woonachtig te Hoorn, die onlangs
in bétrekking was als zoodanig te Abbekerk, in de
kaasfabriek van de hoeren gebroeders Zijp. aldaar. Hij.
is daar in September j.1. iin dienst gekomen. Zijn vader
had bij de bespreking aan het in dienst stellen vooraf
gaande, er den heer Zijp opmerkzaam op gemaakt, dat
het aanbeveling verdiende, den jongeling zacht te be
handelen.
De heer Zijp .had van den jongen vrij goede inlich
tingen ontvangen cn de kaasmaker Jan Smit kreeg
zijn nieuwen helper bij zich in de fabriek. Eerst-ging
Smit, levens als .meesterknecht in de fabriek fungeei-
rende mol zachtheid (met Tjeert om. Maar d© vrucht
baarheid van zulk iCfii mens dik undig optreden bleef
den kaasproducent wat slang uit. En eindelijk beproefde
hij het met wat meer gestrengheid. .Maar nóg waren
de resultaten met schitterend en het ongezeggelijk jong-
mcnsch werd weldra -uit zijn be!rekking on slagen.
Beschonken was hij maar eenmaal geweest cn daar-
Oïfir ernstig onderhouden zijnde door den heer Zjjp?
liet hij 'hot .verder na. Doch zijn. ongehoorzaamheid bij
den arbeid deed. .IJtsma zijn baantje verliezen. Later
verzeilde hij in een fabriek te Hoorn, 't Was in deze
periode, dat IJtsma oen erns.ig feit ploegde.
Hij koesterde omdat hij woorden had gehad mest
Jan Smit een wrok tegen dezen kaasmnker. wiens wo
ning, evenals die van den arbeider A. Bouwers is
ondergebracht onder één dak met de eigenlijke kaas-
fabriek. Als uiting van die gevoelens stak hij eventjes
het dak der fabriek in brand, in den nacht van 5
op 6 Maart j.1. Gelukkig is het niet zoover gekomen,
dat de volwassen Joden dér beide gezinnen at de kin
deren eemig letsel opliepen bij de even wraakzuchtige
als gevaarlijke daad .waaraan IJlsmd zich schuldig
maakte. t
Nadat hij een doosje roode lucifers had gekocht bij
den winkelier Remmert 3 fan lel en vervolgens bij hel
dak was opgeklommen en in bel riet een kuiltje had
gewroet, stak hij den brand in het dak. Doch toen
het zaakje vlam gevat had, kreeg hij naar 't scheen
al lieel spoedig berouw en ging met een ijver aan het
blusschen, even groot als waarmee hij daareven den
brand had ontstoken. i
Smit, die door IJtsma's tikken aan het raam uit
den slaap gewekt was geworden, hielp b'j 't blus
schen, dat tamelijk gauw afgeloopen was. Het pet
was echter van buiten en ook van binnen zwart gebrand
en de teekenetn van den brand waren dus duidelijk
genoeg. Trouwens beklaagde bekende het feit.
De O. v. J. achtte het bewijs geleverd cn achtte
dezen sinjeur, zoo al van niet bepaald misdadigejn
aanleg, toch een gevaarlijk mcnsch in de maatschappij.
Er heeft voor die in slaap verzonken gezinnen dien
nacht bepaald levensgevaar bestaan. T Delict is van
zeer ernstigen. aard en er staat jaren straf op. Kort
te voren heeft beklaagde iets dergelijks geprobeerd bij
zekeren Kamp, bij wiens buurman Koster onze beklaag
de in dm host was. Tjeert had de aardigheid om
zijn Kets telkens bij het thuiskomen tegen den muur
te kwakken bij Kamp, die ziek zijnde, daarvan hin
der had. ^omv Jvamp onderhield' Tjeert over zijn
onhebbelijkheid met verzoek er mee op te houden.
Het gaf echter niemendal en had alleen tot resultaat
Op een half (LuJB acuiereenvoigende dagen m dc
schoone Lentemaand heeft Wim onderdak en voedsel
gevraagd aan 't politie-bureau 1c Alkmaar, hongerig cn
zwervend als hij was. Zoodoende werd hij tenslotte we-
fens het zonder middel van bestaan rondzwerven op
e bon geplaatst. De President informeerde belang
stellend of de rijkswerkinrichting nogmaals de eer liatl
door Wim hoven allo andere verblijfplaatsen te wor
den verkozen. Waarop de aangesprokene zeer naief
en je zou zoo zeggen, werkelijk geheel ter goeder
trouw antwoordde dat hij hot niet wist. De heeren
geloofden het gaarne en de Praesus zei dat het collega
het zelve wel zou uitzoeken.
Gerequireerd werd door den heer Officier 3 dagen
hechtenis en 3 jaar rijkswerkinrichting.
GEEN ROOMSOEZEN EN BOVENDIEN NOG DE
„KAST" IN.
Chrisliaan Hach'meijer, een Alkmaacschc .sigarensor-
tcförder, wou in don avond van 16 op 17 Maart j.1. eens
heerlijk aan dc' roomsoezen. En toen hij daartoe, hij den
bakker W. G. E. Valk binnenkwam, had hij daarbij
nogal wat praats, zoodat men gien zin had. den op
schepper van soezen te voorzien. De knecht Schrö-
-dcr dirigeerde tenslotte het Ias'ige nog kleine ventje
met een plank de deur uit. Nu was Kris nic! zoo bru
taal als no. 1 van. de rol van hcdc-n, om er denrooden
haan maar in te jagen, maar hij was toch wel hoog.
genoeg om een ruit bij Valk aan gruizelementen ie
slaan. Nu liep hij; er echter in -wegens vernieling.
Een andere knecht "Wiersma, stond juist bij den
oven met den rug naar het raam toen de ruit werd
vernield. De bakker zelf had geen, vergunning gege
ven tot de vernieling.
De O. v. J. achtte het een geval, in brooddronken
heid bedreven. Een tamelij'k gevoelige straf ter cor
rectie va,n den beklaagde werd geëischt, nL f 20.
boete of 10 dagen hechtenis.
EEN „HUILERIGE" GESCHIEDENIS.
Volgt Hendrik Evert Sluyter, een 23-jarig kan
toorbediende. te Amsterdam geboren en aldaar woon
achtig aan de Rozengracht. Hem is ten laste gelegd
dat hij den 12den Maart 11. f 5 en drie dagen later
f 10 heeft ontvreemd van zijn toenmaligen patroon
J. C. Baan. een. fabrikant te Alkmaar. Wel had h"
daar met het geld niet te maken en was hij slechts
j aangewezen op de correspondentie, maar hij had zelf
wat gebrek aan Iooddeelen en kaapte achtereenvol
gens de 6 rijksdaalders weg.
Werkende dicht naast elkaar, stonden de lessenaar
van Sluyter en die van den boekhouder-kassier. C.
i v. d. Plas. die er wel eens geld in had liggen, dicht
bij elkaar. Nu was het den boekhouder al meerma
len, voorgekomen, alsof er wel eens gelden werden
weggemoffeld. En teneinde daarover eor.s zekerheid
te erlangen, merkte hij eenige rijksdaalders ei» gaf
ze in zijn lessenaar een. plaatsje. En. ziet het aas
lokte het. muisje, dat in de val liep. Van de beide
op 12 Maart gekaapte rijksdaalders besteedde Sluy
ter er een om den besteller van de Alkmaar-Pocket
H. Bruningh f 1.25 (voor de firma Baan) te betalen.
Bit geldstuk werd opgespoord. Het tweede riks je
vond de boekhouder na vermissing in Sluyter's ge)d-
buideltje en verwisselde het tegen een ongemerkte
soortgenoot.
Toen kort na den diefstal van de vier andere rijks
daalders die van. de twee reeds aan 't licht kwam,
viel de dief door de mand en wees de plaats aan.
waar hij de opbrengst van zijn twe<de oneerlijkheid
had gedeponeerd. Maar nu zat hij er dan ook hope
loos tusschen.
De O. v. J. beschreef op schilderachtige wijze de
hoogst zenuwschokkende momenten, doorleefd bij het
bezoek van vader, moeder en verloofde aan beklaag
de, die in bet Huis van Bewaring to Allernaar <vn
plaatsje had gevonden, hoewel de O. v. J., al wilde
Z.E.G. het ook gaarne, niet gedaan had kunnen krij
gen, dat sinjeur geheel tot heden in voorarrest bleef.
Het waren dan tooneelen, waardig zich af te spelen
bij „de Brug der zuchten" te Venetië.
Een roerend geween, gesteun en weeklagen ken
merkten de ontmoeting en allen drongen onder een
vloed van tranen er op aan, dat de jongen, in vrij
heid zou worden gesteld. De schade namen zij gaarne
geheel voor hunne rekening, die zou volledig worden
vergoed, enz.
Edoch, Mr. Hanegraaff dacht er niet aan, het ver
zoek in te willigen, èn omdat de in hechtenis gestelde
verdiende „preventief" te zitten, èn ook om re
denen voor Z.E.G.'s zelfbehoud. Want had de Officier
den. jongen wel op vrije voeten laten stellen, dan zou
het Z.E.G. zijn gegaan als collega Van Dam te Am
sterdam. die dat met degTadatie had moeten bekoo-
pen. Ook had deze jongeman volstrekt niet te ste
len, Zijne ouders zitten er goed bij. Maar hij dreef
zijne uitgaven te hoog op en wilde te veel branie zijn
tegenover zijn meisje. Met het oog op zijn ontwikke
ling de jongen spreekt Engelsch vreest Mr.
Hanegraaff voor ontvluchting en verzoekt onmiddel
lijk-. gevangenhouding van Sluyter, tegen wien hij
wegens diefstal ten slotte 4 maanden gevangenisstraf
vordert.
Na overweging in raadkamer verklaart de recht
bank geen termen tot gevangenhouding te hebben
gevonden.
Beklaagde huilde ook nu weer volstrekt niet te
weinig en verklaarde al hikkende, zijne ouders te
lief te hebben om het land uit te vluchten. Had hij
zijn ouders nu ook maar te lief gehad, om te doen.