llnitti flinii-
Alientmit- Miiillil
Het gebit
Lentestormen.
Donderdag 24 April 1913.
C1AGE
57ste Jaargang No. 5253.
f:
COURANT.
t nummer besUnt nlt 8 binden.
EERSTE BLAD.
bit van de gestorven meesteres, twee meesterlijk na
gebootste rijen tanden, die op het groene -fluweel zoo
effektvol deden, dat zij' er uitzagen als nooit gebruikt-
Op een dag had ze op iets hards gebeten,, heel
onvoorzichtig, waardoor de linker oogtand gebroken
Toen moeder dood was kwam Josine in huis om
alles te regelen,
Josine was eene flinke vrouw, die zich door alles
wist heen te slaan.
Wanneer je kunt zorgen voor een man en, vijf kin
deren, kan je er best nog een, iummeligen broer bij
op sleeptouw nemen, vond ze.
Hans was een echte suffer, een goedje, beste, brave
jongen, maar een van die menschen, die niet weten,
hoe iets aan te pakken.
Zijn haele leven had.hij bij' moeders pappot gezeten,
gehangen a,an de rokken van de oude vrouw, die
zorgde dat bet Hans aan niets ontbrak, hem ver
troetelde als een, eenig kind van veertien in plaats
van veertig jaar.
Toen ze jonger was, had zij met ijzeran hand hem
-- eene vtouw geweest als Josine
was.
De aentiest, een knap vakman, had er een gou
den hoek aangezet, net als geplombeerd, waardoor
het gebit nog meer den schijn van echtheid gekre
gen had.
Dat was nu al zes jaren geleden! "Waar bleef de
tijd toch?
Hans had er eerst iets op tegen, omdat hij het
denkbeeld niet kon verdragen dat dit gebit later
misschien -zou zitten in den mond van wie-weet-welke
juffrouw, die er mee zou knabbelen, goeden sier ma
ken, lachen en koketteeren, net als zijne moeder jaren
lang gedaan had, maar Josine, beslist., hield vol dat
Alleen bij Josine kwam hij nu en dan op middagen
dat er geen menschen op visite waren.
Maar de zuster wilde niet dat hij dit indolente le
ventje zou blijven leidien. Hij moest kennismaken met
haar vrienden en vriendinnen. Haar mau vond dat
zij de vriendinnen best kon laten wegblijven.
Verbeeld je dat 'ie verliefd werd!
Josine lachte, vond het kostelijk gevaar te duch
ten van minnaar Hans.
„Toch moet je niet met vuur spelen," zei haar man.
Om te bewijzen hoe zeker zij zag, stelde zij haar
broer voor aan ajle ongetrouwde juffers die haar
bezoeken kwamen.
Hans, onhandig, verlegen, giebelde een beetje en
sprak met de dames over het weer.
gens recht toch toekwam aan haar kinderen, worde»
opgemaakt door die feeksen!
„O zij zou het verhinderen," raasde zij.
Maar zij kon het niet verhinderen.
Eiken avond ging Henrl naar zijne bruid.
Eindelijk dan had hij weer eene vrouw gevonden
die hem regeeren zou, twee vrouwen zelfs, do een©
Jong, da andere bejaard, maar ondanks haar jaren
hem dierbaar door haar glimlach.
HU herleefde door dien lach.
Wonderlijk, de linkeroogtand was met goud geplom
beerd net als bij zijne moeder.
HU durfde niet zeggen wat hem in de weduwe
bekoorde, bang dat zij hem sentimenteel zou vinden,
en wachtte geduldig op de woorden van de oude
vrouw om weer te zien de tanden die hem herin-
3. nrrk^f- vrouw om weer te zien ae ta
„Zie je wel," zei ze tot den ^tgen I nerden aan de dierbare doode.
neming, „ik weet wel wat ik doe. Nooit zal iet Z
trouwen,. Onze jongens zullen moeders vermogen ver-
geregeerd.
vuist
oogopslag meer zag aan naar
uur, maar toen de jaren zich deden gelden, was haar
verzwakt en had ze met teem en, zuchten en
0.n gedaan gekregen van haar jongen datgene
waar ze eerst door regeeren hem toe had weten te
dwingen.
Hans, sullige, goede kerel, had met zich laten sol-
«Iter.
lilagen gedaan gekregen
len en was
tang geaaan nau, juaa» «wup, ucoum,, iw, r
Antjo recht had op deze onderscheiding, omdat een I groot in handen krijgen."
meid, die veertien jaar bij iemand gediend heeft, geen I Het vuurspelletje moest toch niet te lang duren
vreemde meer is. Veertien jaar! Geen dag of uur! Het I waarschuwde hij.
was niet aardig van Hans dfit aan de meid te mis-OTr"r"1
eiei, ücvv»
gebleven, bij, zijne moeder tot het aller
laatste, levend zijn leventje van onbenullig vrijgezel,
met geen ander verlangen dan dart; het zoo toch
maar blijven mocht.
Toen zij zoo zwak werd dat zij zelf verzorgd moest
worden, liet zij de regeling van het huishouden over
aan Antje, eene vertrouwde dienstmeid, die wist hoe
alles in huis toeging, hoe het zoontje geregeerd moest
worden en waar mevrouw zekere glaasjes in zekere
kasten geplaatst wenschte.
nu moeder dood was, voelde Josine het als
1«.jWm kwam
Op een avond, heel onverwacht ,zei Josine, dat
Hans juffrouw Marie, eene ongetrouwde bezoekster,
naar huis moest brengen.
Broer, verlegen, dacht; er «au te weigeren, maar
durfde niet.
Juffrouw Marie, nuffig meisje van dertig, kwebbel
de onder het naar huis gaan zoo gezellig dat Hans
zijne verlegenheid vergat, zelfs enkele aardigheidjes
zei.
Toen zij aan de huisdeur wachtten tot er openge-
maakt zou worden vroeg ze hem mee binnen te gaap,
om kennis te maken met haar moeder, eene lieve
den broer I No^. ■£££*- iVwX
Maar nu mwuw
een heilige plicht den boel in orde te brengen,
r.c bedillerig de doffe eejnaame-men.scben-sti'lte in het
huis verbreken door haar drukke gedoe en moederlijk
gezorg voor huisraad, geldpapi.ertjes en... broerlief.
Hij moest het huis maar verhuren- Waarom zou
een alleen loopend jongmensch een heel huis bewo
nen? Antje kon, met de zes weken worden opgezegd.
Een flinke kerel behoefde zich over een oude dienst
meid geen zorgen te maken. Wie zou voor hem zor
gen wanneer hij oud was? Een cadeautje moest
hebben, natuurlijk, een aandenk
gestorven meesteres, ze
aan de
eerste de beste.
was toch ook niet de g^it te verkiezen.
gunnen.
Toch vond de zoon een ander geschenk meer ge
schikt.
Onzin, zei Josine, de meid zaj er dol mee zijn!
Waarom zal je geld uitgeven wanneer je het ge
schiktste present zoo maar voor het grijpen hebt?
Hans vond het luguber en sprak over gebrek aan
piëteit.
Josine antwoordde dat zij zach niet stoorde aan zijn
sentimenteel oude-vrijers-geklets en gaf het gebit toch
weg.
Antje, bedremmeld door de gevoelvolle woorden die
het étui met de tanden vergezelden, nam het ge
schenk verlegen aan.
Ze was heelemaal confuus geworden door zooveel
goedheid, vertelde Josine aan haar broer, toen zij
terugkwam uit de keuken, waar zij de belooning voor
veertienjarige trouw geschonken had.
De menschen konden zeggen wat zij wilden, lachte
zij trotsch, toch was zij een goeie, praktische vrouw.
Hans ging op kamers wonen.
Antje ging terug naar haar familie.
Het gebit werd gepast. Airtjes moeder kon het
niet dragen en voor haar vatder was het te klein.
Eene buurvrouw had er wel zin in.
Do buurvrouw paste, probeerde, forceerde het zelfs,
maai- moest tot haar leedwezen het gebit weer terug
geven.
Eene andere juffrouw probeerde cok. Zij had no;
twee tanden in de bovenkaak zitten, wanneer die ge
trokken werden zou het precies gaan.
De juffer echter verklaarde zich beslist voorstand- nu ..x,.
ster van persoonlijk bezit door van het gelegenheids- den die hem bekoorden, die hem denken deden, aan
zyn gestorven moeder, weduwe ook, wier zorgen hij
Eerst begreep Marie niet dat hU wenschte dat haar
moeder bij hen inwonen zou, maar toen hij beslisS
verklaarde dat hU etschte wat ook haar verlangen
was, kuste zU hem zoo innig dat zijne bleeke wan
gen rood werden.
Josine deed erg min. ZU kwam zelfs niet op d©
bruiloft.
„Naijver,"... zei de schoonmoeder.
Op den huwelijksdag, toen zU alleen waren lp de
koket gemeubelde slaapkamer van hun nieuwe huis,
vroeg het jonge mevrouwtje, terwijl zij zich bekeek
in den spiegel, nuffig schikkend de plooien van haax
wit zUden japon, hoe het kwam dat, hU zoo onver
wacht haar gevraagd had.
HU was toch... ja ja... altUd wel een beetje bang
voor de vrouwen geweest...
Hij glimlachte goedig. Waarom? herhaalde bij...
Josine te leeren kennen.
„Neen heusch nietVan avond niet," stribbel-'
de bij tegen.
De moeder zelf deed de deur open.
In het portaal on,der den schijn van eer» hapgende
petroleumlamp bleef zij staan.
„Do broer van Josine, moeder," zeide juffer Marie,
hem voorstellend.
Toen, noodde zij hem nog eens om binnen te komen.
Omdat hij niet tweemaal durfde weigeren nam hij de
uitnoadiging aan.
De weduwe glimlachte en stak hem haax gerim
pelde hand toe.
Piots was het hem of hij die vrouw niet voor het
eerst zag.
Er was iets in haar glimlach dat hem aantrok,
dat hem herinnerde aan iets liefs van vroegere dagen,
dat hem verlangen deed nog eens haar stem te
hooren, te zien haar tanden
Ja, het was wel haar glimlach, het waren de tan-
-u- v. rfwifln. aan
kleinigheidje, een aandenken koopje aï te ziep en de twee eigen tanden boven het
gaan wonen, ergien» ujj
lijke familie, die zij wel voor hem opscharrelen zou,
dan kon hij zijn centjes bewaren om later geflik
flooide suikeroom te worden van haar bengels, die
zooveel haar te doen gaven dajt zij geen ongemakke-
lijken vrijgezel er bij in huis kon velefcu
Hans, gewoon geregeerd te worden, liet alles aan
haar over, bewonderde de doortastendheid van die
flinke, resolute stevige zuster die trap op, trap af
vloog, woelde in laden en leasten, vullend het huis
niet haar doordringend geluid als een gebelgde moe
der die zoekt naar dingen door de kinderen wegge
maakt. Er moest nog een broche zijn en een bracelet!
Ze zei niet da,t het gestolen was, maar terechtkomen
- -OM) Tvrvrvt l^s!
moest het! Een t
at! Eeu bracelet heeft geea |e3
Antje zich afgesloofd Lastig1 een anderen wil dan oen zojneu.
dingen, lagen, telde Jöslne neet er O» gelukkig door de beslommeringen van het loven,
nkf
a.
'ij
Toen
Het heele hofje kwam er aan te pas. Toen op. raad
van eene andere buurvrouw ging Antje naar eer.
tandmeester, die de twee rijen voor twee gulden van
haar kocht
Hans, alleen op de vreemde huurkamer, bij eene
nette burgerfamilie, miste de regeerende vrouwehaud,
zat heele dagen moedeloos en eenzaam voor het raam
naar de straat te turen, betreurend de vroegere dogen
van geringeloord worden door zorgzame moeder en
oude meid.
Eer. oude boom is niet licht te verplaatsen. Als
jongen had hij naar zijne vrijheid verlangd, geschol
den dikwijls op de moederlijke tucht, getracht zich
te ontworstelen aan de stevige vuist die hem dwong
in den band te blijven, en netjes in burger mans-fat
soen-stap naar het graf te wandelen, maar nu hij
door de jaren zich gewend had te gehoorzamen aan
anderen wil dan den zijnen, voelde hij zich ou-
mistc- eiken dag van zijn eenzaam vrijgezellen-bestaan.
Willoos liet hij zich meevoeren npar de huiskamer,
waar gezellig het licht brandde, het vuur helder flik
kerde in den glimmenden, haard, de oogen onafgewend
gericht °P het gelaat van de weduwe, die verlegen
glimlachte onder zijn blik.
Lapt eerst ging hij naar huis, warm en behagelijk
zich voelend in zijn dunne kleeren, ondanks den
wind die gierde door de leege verlaten straten, zwart
zich strekkend in den zwarten nacht. Zóo lief hadden
zjj hem gevraagd terug te komen!... En hij zou gaan.
Hij zou weer zien dien lach... dien, lach...
Hij voelde zich moedig alleen in de straat in den
gierenden wind die fladderen deed zijn dunpe open
hangende jas.
ZU zag hem schalksch aan.
„Geen andere reden?" vroeg ze.
En plotseling, waarom wist hU niet, begon hij over
de tanden van haar moeder.
Je moeder, zie Je... als ze lacht... doet zij me
denken aan mUne moederJe hebt haar niet
gekend... mijne moeder... Ze had net zulke tanden
als jouw moeder...
ZU plukte verlegen aan de mouw van haar bruids
japon.
,N,u je toch haar zoon bent. mag je alles wel we
ten." zeide zij. „Die tanden zUn niet echt..."
„Niet echt?" hakkelde hij.
„Wat is er?" vroeg zij, denkend dat hU onwe2
werd.
„Hoe komt ze er aan?..."
Verwonderd, niet begrijpend waarom hij zoo
vreemd deed, zeide zij dat moeder de tanden ge
kocht had.
Ze waren zóo klaar, toevallig... een modelgebit.
Mo...del...ge...bit... herhaalde hy wezenloos.
ZU werd beangst door zUn doen.
„Wat is er," vroeg zij zenuwachtig.
Op den bedrand ging hij zitten, het hoofd in de
handen, somber voor zich starend, fluisterend: „Mo
delgebit."
waar alle
krijgen, maar langer bUJ- r-UI«oze d^r raate hana
io-o. l De koffiehuizen durfde hy met binnengaan; de men
schen zouden hem daar zoo aankijken.
Vrienden had hij nooit gehad, wilde hij ook niet
zoeken, bang voor vreemde menschen.
ioeae geuugeu iwu
ren ging niet. De jongeheer had al eene kamer ge
huurd.
Om te bewijzen, dat zij niets tegen Antje had, gaf
zij haar in een mooi groen leeren étui het kunstge-
Feuilleton
HOOFDSTUK 10.
Har* «oeitenüe de «^rïofm^^i.a.d^etj
woon te zich onder het aan-
ta laten vertellen door haar kamermeisje, Alles wat
er op het slot gepasseerd was, werd overgebriefd en mij er zeer op, haar recht" dikwijls hier te zien
mevrouw Laroche luisterde steeds met de grootste de erfprinses zeer vergenoegd
belangstelling toe over wat deze of gene lakei had1 -
gezegd niets ontging haar «P deze mpniter.
Nauwelijks was dan ook de kunstige frisuur afge
legd en hapr spaarzame eigen haartooi in orde ge
bracht en met een dun kattestaartje op haar rug
neergehangen, of zij was reeds heel nauwkeurig in
gelicht over Frieda's heimelijke expeditie.
Als een politiecommissaris liet zij zich precies den
Frieda het slot had verlaten,
de natuur teekenen."
„O, hoe gaarne, Hoogheid ik ben overgeluk
kig," jubelde Lilli.
Zij pakte haar portefeuille by elkaar.
„Morgen komt ge op diner," noodiigde de erfprin
ses. „dan spreken wij alles nader met elkaar af."
Lilli kuste de erfprinses de hand. Ook op de vin
gertoppen van Laroche drukte zij zeer devoot d<
lippeu.
„Een zeer aardig, welopgevoed meisje," prees de
opperh of meesteres, toen juffrouw Vion Bergen ver
dwenen w
Het was er dan toch van gekomen, bitste meneer
teger Josine.
Dat kwam door haar overmoed!
Josine was woedend. Wie zou dat gedacht hebben?
Henri verloofd met Marie, die gekke manzoekster
van dertig! -"Weldra zouden zij trouwen! En Marie's
moeder zóu bij het paar inwonen! Zouden dan de
spaarcentjes van Josine's moeder, het geld, dat vol-
Den volgenden morgen, heel vroeg al gfog hij de
oude meid opzoeken.
Wat zij met het gebit gedaan had. vroeg hij.
Antje. beschaamd, zei weifelend dat ze het voor
twee gulden verkocht had.
Vast besloten ajles te weten vroeg hij den naam
van den kooper.
Toen zij hem alles verteld had. snelde hU weg.
Bij den tandmeester liet hij zich aandienen
„Ik wril het gebit koopen," zeide hij, omschrijvend
de tanden van wijlen zijn moederLinkeroogtand
gebroken"met gouden hoek"... „door u gekocht
voor twee gulden"
De tandarts herinnerde zich niet goed, zeide dat
het niet meer in zijn bezit was.
De heele stad rende hij door.
Als een gek kwam hij thuis.
„Mevrouw," vroeg hij hoog. „waar heeft u uw©
tanden gekocht?"
tig kloppen van haar hart verstikte bijna haar stem.
„Ben ik een, gevangene, dat ik niet eens mag wan
delen, wanneer mij dat goeddunkt?"
„Een gevangene is u niet. Spionneeren doet nie
mand. Opvallende uitstapjes blijven in den, regel niet
verborgen. Het is voor een jong meisje, voor een, hof
dame harer Hoogheid, inde hoogste mate ongepast
in donker uit te gaan. Welke slechte gevolgen of
dat voor u had kunnen hebben, zult u nu zelf wel
weten."
„Welke dan?"
„Er liep toch zeer dicht een heer achter
Ik
3 g
^-wnsirf 7oo handiig en talentvol Ik verheug dacht dat dit voor een jonge dame al onaangenaam want de erfpriDSCS beweerde, dat een
'MeLWa*L? t© genoeg was," zeide de opperhofmeesters koud h onderri,ht nie(s te maken had. t
ta"dB LtotoSüaat bad geaiw en
sluier herkend had en wanneer saj. in, een njtnig was
eaarne. had wij den reenden mar#
maar zij moest eei»
Frieda in het verhoor genomen, dimirde
WiSt"S^nsSrW bdudedr der eri:
Hu:
ik*
-
prinses betrad.
Juffrouw Lilld von Bergen was n,og aanwezig c-n
al de tafels en stoelen waren met schetsen bezaaid.
Juffrouw Von Bergen kuste de opperhofmeesters
de hand. „Wat aardig dat u komt, excellentie, mij
is juist zooveel aan, uw oordeel gelegen."
Mevrouw Laroche lachte gestreeld. Mot het gelaat
van oen kenner bekeek zij de werkelijk vlot en, aar
dig geschilderde schetsen.
De erfprinses was als begeesterd. Zij hielp Lilli do
schetsen vasthouden, opdat het beste licht daarop
zou vallen.
De opperhofmeesters maakte bU zichzelf de be
merking, hoe fijn en teer de trekken der erfprinses
naast het onregelmatig en juist niet mooi gelaat vaa
juffrouw Von Bergen uitkwamen. Zij zou dit de
prinses eens zeggen. Zulke kleine zaadjes vielen bij
haar meesteres op zeer vruchtbaren bodem.
„Ik zal in elk geval teekenles nemen," besloot de
erfprinses. „Zoodra het lente wordt, gaan wij naar
De opperhofmeesters stemde innerlijk jubelhymmen
aan. Een nieuw, onschuldig genoegen, dat haar boogie
meesteres aangenaam bezighield, scheen eindelijk met
dit schetsen, en schilderen gevonden te zijn.
Deze aangename gedachten brachten haax haast
Frieda's misdaad uit de gedachten, ofschoon deze in-
tusschen was binnengekomen. Toen het jonge meisje
zich evenwel bukte om een schetsje op te zoeken,
dat op den grond was blijven liggen, schoot haar haar
voornemen in de gedachte, om over het onpassend
gedrag der hofdame even een gericht te houden.
„Staat uwe Hoogheid mij toe, dat ik eenige vragen
tot juffrouw Von Nordeck richt?"
„Wel ja," lachte de erfprinses. „Wilt u Friiedia
dan meteen eens vragen, waarom of zij in zulk een,
slecht humeur is?"
„Ik wist niet, dat ik in een slecht humeur was,
Hoogheid," antwoordde Frieda boos.
genoeg
De erfprinses draaide zich om. Daarvan, wist zij
ook niets. Zij keek Frieda vragend aan. Maar het
jonge meisje sloeg de oogen niet op.
„Nu dan waar waart ge?" vroeg mevrouw La
ren: he verder op een toon als was zij de inquisiteur
zelf. „Ik vraag niet uit nieuwsgierigheid, maar in
mijn positie als opperhofmeesteres, die voor de goe
de zeden van het hof verantwoordelijk is.
Nu sloeg Frieda de oogleden op. Zij wierp de
erfprinses een smeekenden, blik toe. Wanneer hare
Hoogheid slechts kortaf zeide: „Laat dat thema rus
ten ik wensch het," dan moest Laroche zwijgen.
De erfprinses zweeg evenwel. Zij bladerde; in, eeii
boek als ging haar de heele geschiedenis niemen
dal aan.
„Mevrouw Von Montfort woont in de Llndenstraat," j
zoo naau excellentie het woord weder op. „De migrai-
ne die u heette te hebben, was zeker wel voorge- ^I1J'
wend dat ziet er zeer verdacht uit. Het doet mij °en
De erfprinses ging sedert deze scène Frieda uit
den weg. Heft scheen de erfprinses pijnlijk om haar
te ontmoeten, want zy moest wel tot zichzelf zeggeq
dat zij zich tegenover haar hofdame schandelijk had
gedragen.
Zij wist dat de oude Hertogin door Laroche opge
stookt. Frieda zeer bittere verwijten had gemaakt.
Dat het jonge meisje hier ook geen enkel woord
ter harer verdediging of verontschuldiging had ge
zegd, beschaamde de eigenlijke overtreedster nog meer
maar nam haar tevens nog meer tegen Frieda in.
De dagelijksche teekenuurtjee brachten, een welkom
voorwendeel om Frieda wat. op zijde te schuiven,
persoon, die met
leed, juffrouw Voi» Nordeck, wanneer
niets tot
het onderricht niets te maken had. dus maar zat toe
te kijken, haax in hooge mate hinderde.
Frieda bracht alz-"o heele voormiddagen eenzaam op
haar kamer door. Uitgaan wilde zij niet. omdat zij
elk oogenbb'k bij de erfprinses geroepen kon wor
den. De boodschappen kwamen evenwel steeds zeld
zamer. Het weer werd dagelyks mooier en de ijve
rige schilderessen zaten in het park, boomgroepen
of den vijver te teekenen.
Meestal zag Frieda haar meesteres niet eerder dan
aan tafel. Ook daarbij was de onvermijdelijke LI1H
steeds aanwezig. Zij verschoen op het vroegste uur
en bleef tot den, laten avond in, het slot Dagelyks
werd zij voor de erfprinses onontbeerlijker. Ook bij
wandelritten begeleidde zij in plaats van de hofdame
hare Hoogheid.
Wanneer Frieda een opmerking waagde, haalde de
prinses de schouders op. „Lilli moet beweging heb-
dat stilzitten bU het schilderen is zeer inspan
nend."
Niet zonder strijd liet Frieda zich verdringen Zij
De erfprinses keek ten hemel, alsof zij met en- 1CCU> Vimnén aanvoeren want dan Met zonder sirya i
gelengeduld de luimen van haar weerspannige hof- i1! !fChiV^,ïI^.ai«rSehiS^eOT'dlahoo^ belïteagde zich bitter b« de hofmeesteres, toen rij
dame moest verdragen.
Frieda schoot het bloed naax de wangen. „Wat
wenscht uwe excellentie te weten?" vroeg zij met ge
dwongen kalmte,
„Ik zou willen weten juffrouw Von Nordock, waar
heen u gisteravond om zes uur in de duisternis is
heengegaan, en waar u den tijd tot half acht uur on
geveer hebt doorgebracht Om ddien, tijd zijt ge in,
een rijtuig teruggekomen. Men heeft u voorts de Lin-
denstraat zien ingaan. Het is beter mij direct de volle
waarheid te zeggen,"
Een pauze ontstond. De erfprinses wendde zich
naar het venster en bekeek met schijnbaar groote
belangstelling een paar kraaien, dat in den hoogsten
top der hoornen, zat-
„Wie spionneert er op zulk een schandelijke ma
nier achter mij aan?" vroeg Frieda zacht. Het haas-
uw oeKiaagae z'cn ustter ny ae noimeesxeres. toen zy
zal Ik mevrouw de hertogin hiefwan op de hoogte cno;T de eT(prins5s ofüclëele bezoeken had af-
gelegd in tegenwoordigheid van Lil 1L „Daarvoor ben
jk ik ben de hofdame," riep Frieda gloeiend van
moeten 6tellen, en haar zeggen, hoe weinig u zich
wenscht te voegen naar mijn raadgevingen en wen-
schen."
Frieda was doodsbleek geworden. Met hoogopge-
heyen hoofd en trillende lippen trad zij vlak voor
de opperhofmeesteres. „Tot mijn, verontschuldiging
heb ilc niets te zeggen, u Kunt dus wat mij betreft
zeggen en overbrengen wat u wilt. Uwe Hoogheid Laar, dat de prinses niet moer de door u geprote-
toorn.
De opperhofmeesteres lachte hoonend. „Tegen deze
vriendschap van, hare Hoogheid is niet het minste in
te brengen", zeide zU vinnig. „Ik hen zeer dank-
J* mij wel willen veroorloven, dat ik mij verwijder?" t
De erfprinses knikte. Zij keek rauwelyks op.
geerde kennissen opzoekt, juffrouw Von Nordeck."
fprinses knikte, zy Kees nauweiyn.» oy. Frieda was diep treurig. Hoe had alles zich in
„Die trotskop." morde de opperhofmeesteres toen die weinige weken zoo kunnen veranderen? Woorde-
Frïeda verdwenen was. 'ijk kwamen de voorspellingen van den kamerheer in
„Ja, zij kan menigmaal zeer eigenzinnig zijn. die vervulling,
lieve Frieda." bevestigde hare Hoogheid. „Luimen Wordt vervolgd.
zijn bij een hofdame hoogst vervelend." I
„Zeer," zuchtte excellentie.L_J L J