Cacao
k
ci
llditii Nltiis-
Mmitmic- lailiiillil.
Finantiëel Overzicht.
Ouderdom en Jeugd
drinken
VAN HOUTEN S
Lentestormen.
Woensdag 30 April 1913.
mo
57ste Jaargang No. 595(5.
COURANT.
eet
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
EERSTE BLAD.
d Uit het Oosten van ons werelddeel bereikte ons
(de tijding dat de stad Skoetari door de Montene-
grijnen ingenomen was. Het succes blijft dus nog
^steeds aan de zijde der verbonden staten. Deze wa
ren dan ook zeer verheugd over deze overwinning en
'de koningen van Servië, Bulgarije en Griekenland
zonden gelukwien^chen aan den koningl van Montene
gro. Turkije verliest nog altijd grondgebied; wat zal
er ten slotte overblijven van dit eens zoo machtige
rijk? Maar wordt ook de moeilijkheid) niet grooter
om eene bevredigende oplossing te krijgen; zullen
)ide eischen van de Balkanstaten niet grooteri worden,
Jen zullen de Europeesche mogendheden, dde hun,
Jtusschenkomst verleend hebben, daaraan willlen, vol-
Sjdoen? Het wd.1 mij toeschijnen dat nog vele, geschil-
11 punten uit den weg te ruiimen zijn en dat we van
"het vrediesdidieaa'1 nog tamelijk ver verwijderd zijn,.
De beurs verkeert mede onder dien indruk van
Sliet trage verloop der- onderhandelingen, en dit is
niet vreemd, waar nog allerlei kwesties uit diit con,-
'flict kunnen voortvloeien.
Het verloop van staatsfondsen geeft tot weinig be-
schouwingen aanleiding; Turksche fondsen gaven van
[V een zwakkere stemming blijk, terwijl ook de Servische
S veening iets moest prijsgeven. In verband/ met het hier
boven aangehaalde is het mindere animo voor deze
fondsen wel verklaarbaar. Immers hoe langer het
duurt eer het woord „vrede" weerklinkt, in deze lan-
den,des temeer kosten hebben ze te dragen en zal
de welvaart er temeer onder lijden.
Rj Ten aanzien van bauk- en crediet-instelldngen va.lt
wt mede weinig op te merken; uit de verslagen, die
Hf. thans uitgebracht worden, blijkt, dlat de meeste in-
stellingen over het vorige jaar bevredigende resultater
hebben behaald, hoewel door velen geklaagd wordt,
dot de omzet ten aanzien van het effectenbedrijf te
-•enschen heeft overgelaten,.
I Bij. hypotheekbanken valit nog van een, oipwaartsche
j conversie der rente voor de pandbrieven te cofnsta-
Blteeren; die in het buitenland werken gaan nu over
«tot eene verhooging der rente van 4%% op 5%. Men
'j echter voorzichtig, niet te veel pandbrieven te
nemen, van deze banken die in het buitenland geld
JT? geven op onderpand van huizen en landerijen, daar bij
intreding van minder gunstige omstandigheden in
die landen de koopkracht en ook de kooplust veel
te weiisehen overlaat. Bij executie der onderpanden,
wanneer de debiteuren niet aan hunne vërpüch tin-
gen vol/doen, blijkt dit dikwijls al te zeer. Zelfs uit
het jaarverslag der Northwestern. Hypotheekbank, een
I instelling die al jaren in het Westen van Amerika
werkzaam is, blijkt welke moeilijkheden zich voordoen
lom de onderpanden te realiseeren.
Ier
Ogt
JK.
Feuilleton.
ag 'is.
„Ziet ge wel?1' triomfeerde de opperhofmeesteres
al die Frieda's verwarring heel goed had gezien.
J Frieda hief het hoofd op. „Het is toch niet waar."
Mij keek om zich heen. alsof zij door vijanden was
o mringd en tevergeefs naar een uitweg zoekend. „Mijr
L&-Y»der en mijnheer Von Hohendorf konden, de waar
heid mijner woorden bevestigen."
„Jammer maar, dat de eene getuige dood is, en
Ide andere in Amerika,," meende de opperhofmeeste-
jres droog.
v „Ja, mijn arme vader ligt in het graf en hij kan,
,/>öjmij niet meer in bescherming nemen," antwoordde
■f Frieda toonloos. „Deelt ook hare Hoogheid dat ge-
yiUjlOiOf, ondanks dat zij al reeds lang! wist hoe de zaak
zich werkelijk heeft toegedragen?"
f£( „Ik kan u alleen zeggen, dat har© Hoogheid; zeer
jhsleedigd is door het feit, dat deze compromittee-
fl(\rende gebeurtenissen uit het verleden haren hofdame
•Ivoor haar zijn verzwegen, of geheel verkeerd zijn
Het is begrijpelijk, wanneer..."
„Wanneer het gewenscht wordt dat ik mijn positie
pillier opgeef?" Het mooie jonge gelaat scheen als
versteend door smart en schrik. „De prinses voor-
0 cl komt mijn wenschen. Ik merkte al reeds lang waar-
op het hier moest uitloopen. Dat er evenwel zulke
here middelen gebruikt moesten worden, dat had' ik
let knnn,en denken, noch gelooven. Ik ga van-
-""""idaag nog naar mijn moeder terug."
„Eerst moet u nog om uw ontslag vragen."
„Dat doe ik bij deze door tusschenkomst van u,
[excellentie. U zult het verdere wel regelen."
j. J De opperhofmeesteres sloeg onwillekeurig voor de
jvan toorn gloeiende oogen van het meisje de hare
;k,C-" c,er_ zij wilde een paar vriendelijke woorden/ zeg-
f •-'<en, maar eer zij nog een woord had kunnen uit-
,-ngen, was Frieda reeds de kamer uilt,
;iDat was te veel. Zij wischtc zich dc tranen uit
lVf.' oogen. Weenen? Neen; dat waren zij hier met hun
■iiria'len niet waard. Rottenburg had maai* al te veel
.elijk gehad. ook iu dit opzicht. Zfij riep zich zijn
aadgevingen. zijn, waarschuwingen in het geheugen
si Vrug. precies allee kwam uit, zooals hij het te~
jren had geprofeteerd.
Zonder hoed en mantel liep Frieda in het park. Zij
moest eigenlijk voorbereidingen treffen voor haar ver-
tt. rek, pakken, haar moeder telegrafeeren, maar alles
j i.ep wirwar door haar arm hoofd. Ztij kon haar ge
dachten nog niet regelen. Zij moest eerst rustiger wor-
lp. 'den. Eenigej oogen blik ken stil nadenken over het ge-
jT, ,eurde, over het schandelijke dat men haar had aan-
gedaan.
Zij ging opi een bank zitten. Door de nog kale boo-
men kon zij duidelijk het slot zien. De morgenzon
r. -mweefd© het met haar gouden licht. Over de jonge
1 nerkenhoomen hing een lichtgroene sluier. De lucht
ducht rook naar vochtige aarde en kiemende plan-
Aïjien. Alles was zoo hoopvol en toekomstblij.
Wil Frieda legde haar handen, voor de oogen. Zonne
glans en bloemengeur dledlen ha,ax nu pijn. Hoe vast
zij zich aan haar omgeving had gehecht bleek nu zij
Dj zoo aanstonds moest, vertrekken
Het rollen van een rijtuig deed kaar opschrikken
uit haar gedachten- Ben equipage reed het plein voor
Cultuurwaarden waren vrijwel onveranderd; terwijl
van mijnwaarden Cobars nog de attentie trekken door
eene afbrokkeling der koers; deze beweegt zich thans
op een laag niveau. Toch komt dit mij niet vreemd
voor na hetgeen ik de laatste weken over dit fonds
geschreven heb.
De koersvariaties in petroleumwaarden waren mee
niet van grooten omvang; de stemming voor Periak-
soorten was iets beter, terwijl ook Orions prijshou
dend waren,.
Ditmaal was eeniige meerdere belangstelling waar
te nemen voor rubberwaarden. De meeste soorten
moesten zich eène daling getroosten in verband met
den lage ren prijs van rubber. Wanneer men den kost
prijs van, rubber nagaat, maken, de ondernemingen
ook thans nog bevredigende winsten,' doch de pro
ductie zal eerlang aanmerkelijk toenemen en zal cie
prijs dan opnieuw niet eene verlaging ondergaan?
Aandeelen Intereontinental rubber waren iets be
ter, nu de productie dezer maatschappij: toenemende
is. De revolutie in Mexico is van zeer nadeeligeui
invloed geweest op de werkzaamheden van deze maat
schappij en wanneer nu orde en rust terugkeeren in
deze republiek, zal deze maatschappij weer beter
kunnen werken.
De Amerikaausche markt vertoonde deze week geen
opgewekt aanzien. In een vorig overzicht gaf ik
reeds te kennen dat eene reactie wel niet zou uit
blijven, daar er genoeg factoren waren om een min-
het slot op. Een heer sprong uit het rijtuig. Het
moest Rotenlburg zijn, die wiilde immers vandaag te
rugkomen.
Stil bleef zij- op die bank zitten. De tijd om te ver
trekken, drong, maar zij. wilde Roitenburg nu piet
ontmoeten.
Na weinige oogenblikken zag zij den kamerheer
weder het slot verinten. Hij sloeg den weg naar het
pa,rk in en stuurde recht op haar bank -af.
Frieda sprong op. Zij wilde vluchten, maar in haar
verwarring liep zij Rotenburg juist tegemoet.
Hij trad haar lachend in den weg. „U kunt mjj
niet voorbij. Ik wil met je praten,' Frieda. Het moet
nu duidelijk tusschen ons worden."
Hij legde haar arm in den zijnen en bracht haar
naar de bank terug.
Het jonge meisje snakte naar adem. Rotenburg ont
stelde toen, hij. haar bleek en verwrongen gelaat
zag.
„Ik ga vandaag nog naai' mijn moeder," riep zij
opgewonden uit. ,,'t Liefst liep ik zoo rechtstreeks
naar het station en zette geen voet meer op liet
slot."
„Wat is er gebeurd.?"
„O niet veel. De opperhofmeesteres heeft ervaren
dat ik toen Hohendorf n,aar Amerika ging, hem naar
Hamburg ben nagereisd, om hem vaarwel te zeggen.
Mijn vader kwam mij enkele uren later halen -
dat wil zij niet gelooven. Zij zegt zij den^t'
„Wel wat zegt zij?"
Frieda sloeg beide handen voor haar gelaat. „He-
is te laag te léelijk. Ik zou dagen lang met Ho
hendorf iu Hamburg gebleven zijn:
Rotenburg sprong driftig op. „Waagt Laroche dit
ti zeggen?"
„Zij heeft het van juffrouw Von Hartunr gehoord
Zii gelooft mij niet, wanneer ik het ontken. Zij zegt
dat een onpartijdige getuige het dient te bevestigen."
„Wanneer was u in Hamburg. Weet ge nog heel
nauwkeurig den datum?"
„O zeker. Dien dag vergeet ik nooit. Het was den
7den Juni, twee jaar geleden."
„Heel juist." bevestigde Rotenburg. „Nu de onpar
tijdige getuige is voor de, ongeloovige opperhofmees
teres gevonden. Ik zelf was op dien dag in Ham
burg en heb je met je vader daar gezien, Frieda."
„Mij?"
„Jawel niet slechts gezien, maar zelfs in. mijn
armen gehouden zooals nu!" Hij legde zijn arm
om haar bevende gestalte en- trok haar vast tegen
zich aan. „Zooals nu lag het kopje op mijn schou
der, met dat verschil dat toen die mooie oogen vast
gesloten bleven, ik ze niet mocht kussen, omdat je
vader erbij stond. Ik had het} toen reeds zoo gaarne
gedaan."
Frieda was als in een droom. Zij richtte zich .niet
op. Een heerlijk gevoel van geborgen te zijn kwam
over haar, terwijl zij in zijn armen lag.
„Waar dat was? In het hotel. Ik trad mijn kamer
deur uit en zag een jong meisje onmachtig op dein
vloer liggen. Ik hielp den ouden mijnheer, die zich
met haar bezig hield en droeg haar op haar bed. De
vader stelde zich aan, mij voor. Maar den naam ver
stond ik maar half- Daar ik de kamer bewoonde naast
de hare en het arme kind den geheelen' nacht ween
de en haar vader alles deed om haar te troosten,
zoo kan ik als getuige voor de volle waarheid optre
den. Maai' zonder dit gelukkig toeval evenwel zou ik
de lastertongen wel spoeidig tot zwijgen brengen. Geef
mij, eindelijk het recht om voor je op te treden,
Frieda. Dat wil zooveel zeggen, dat al zeg je ja of
der gunstig oordeel te vellen over de toestanden
in de Vereenigde Staten. Diaarvan wordt dan ook
wel gebruik gemaakt om de markt te drukken totdat
men begint in, te zien dat het nu mooi genoeg is.
Eén fonds heeft nog al de aandacht getrokken ge
durende de laatste weken en wel de gewone en prefe
rente aandeelen Rumely. Aanvankelijk werd! deze
maatschappij gunstig beoordeeld en genoot ze het
vertrouwen van het publiek. Men begon echter wan
trouwen te koesteren, toen de maatschappij een be
roep deed op de kapitaalmarkt. Het kwam het pu
bliek vreemd voior dat de maatschappij zooveel geld
behoefde voor uitbreidingen. Uit het jaarverslag blijkt
da/t de maatschappij aan hare afnemers wat veel cre-
diet toestaat en dat het voornemen, bestaat, daar
mee in het vervolg te breken. Deze nieuwe gedrags
lijn zal het w <iistcijfer niiet doen vermeerderen, inte
gendeel za' eene vermin,dering het gevolg zijn. Het be
hoeft geen betoog dat dergelijke ervaringen niet ge
schikt zijn om het animo voor industriëele waarden
te ver grooten. In de laatste jaren zijn vele van die
ondernemingen hunne aandeelen aan het publiek ko
men aanbieden en is onze prijscourant daar al rui
mer van voorzien. TEene tempering van dien aanvoer
is wel gewenscht en het is te <hopen dat men aange
namere ervanngen mag opdoen dan met de Rumely
„rommel".
De spoor wegwaaiden moesten cok iets van hunne
noteering prijsgeven; men begon te twijfelen of vele
ondernemingen het dividend wel kunnen handhaven.
Uit een en ander blijkt wei, dat voorzichtigheid! aai»
to raden blijft wanneer men iets op deze ai'deeling
wil ondernemen. J.
Binnenlandsch Nieuws.
RAAD VAN "WIERINGERWAARD
Vergadering van den Raad op Dinsdag 29 AprU, des
morgens 10 uur. Aanwezig allen.
Voorzitter de heer K. Koster Hz., burgemeester;
secretaris de heer C. Haringhuizen.
Na opening worden de notulen voorgelezen en goed
gekeurd.
Naar aanleiding van de notulen deelt voorzitter mee
dat een schrijven van de HolL IJzeren Spoorweg-Mij-
is ingekomen en dat deze Maatschappij op haar stand
punt; blijft en dus voor geen verlichting bij de halte
aan den Westfrieschen/ dijk wenscht te zorgen. B. én
W. zullen, inforaneeren hoe een dergelijke zaak te Scha
gen is behandeld, of men zioh daar tot den Minister
van Waterstaat heeft gewend en met welk resultaat.
Heeft Schagen zich niet tot diep Minister van Water
staat gewend dan zullen B. en W. trachten eenjger
pressie door den mimister te doen uitoefenen, opdat
de H.IJ.S.M. zorgt voor een behoorlijke verlichting
op haar eigen terrein. Goedgevonden.
Goedgekeurd is het1 besluit tot het doen van af- eq
overschrijvingen; tevens zijn goedgekeurd terug ont
vangen het kohier Hoofdelijke Omslag en dito Hon
denbelasting.
Bij de op 22 Maart gehouden kasverificatie ble
ken de ontvangsten te hebben bedragen f 20254.35, de
uitgaven f 19950.37%, zoodat in kas moest zijn en
was f 303.97%.
Van Ged. Staten is ingekomen, het bekende adres re
gelende de jaarwedden van burgemeester, secretaris
en gem.-ontvanger. Voor deze gemeente wordt het sa
laris van den burgemeester voorgesteld op f 700.
(thans i 450), secretaris f 650 met inbegrip van vrije
wening (thans f 600 mefr vrije woning), ontvanger
f 250 (thans i 200). Naast dat schrijven is ingeko
men een afschrift van, een. adres aan Geel. Staten door'
de afdeel in g NooröhoUand van den Ned. Bond van
Gemeente-ambtenaren.
Voorzitter icgt. alvorens de. t tsprekingen over het
salaris van den bur vomeer ter zullen aaivangen zie*
te willen verwijdertn en verlsat dus de vergadering,
bet voorzitterschap aan dei: h&er Sleutel opdr'gende-
I De heer ^laauboer zegt wel voor verhoogi ig te zijn.
iloi-h hu ach* een v°»h<oging tot f 700 te hoog. De
i belastingen worden steeds opgedreven, het Is r.:et
zektr, dat de levensstandaard zoc zal blijven -u daar
om acht spreker een salaris van f 600 voldoende.
Daarbij komt Dog, dat men het burgemeesterschap ten
plattelande in vele gevallen als een eerepost kan be
schouwen.
De heer Sleutel zegt. dat hij het in hoofdzaak met:
den heer Blaauboer eens is. Spreker oordeelt ook:
dat op het platteland de burgëmeesters meesthl land
eigenaars zijn, dus menschen die nog heel wat bij ver
neen, ik het toch in elk geval doe!" Hij boog zich
over haar heen en kuste baar op heur mond. „Mijn
lieveling, mijn, bruid!"
Zij keek hem angstig aan. „Eigenlijk heb ik iu,
mijn leven slechts dwaasheden gedaan," zuchtte zij.
„Eerst die verloving" met Hohendorf. waartoe ik mijn
vader dwong om zijp toestemming te geven. Dan de
reis naar Hamburgik was zelfs meegegaan naar
Amerika, waarneer Harry mij had meegenomen," ver
zekerde zij oprecht.
„Daar twijfel ik niet aan, klein.e dolkop."
„En dan hier als hofdame..."
„Ook niets dan dwaasheden," viel Rotenburg in.
„Ik kan het niet bestrijden. Maar louter domheden
waarvan men niet weet of men je er voor moet kus
sen, of moet berispen. Daar het laatste niet meer
helpt, doe ik liever het eerste. Weet je wel. lie
veling, dat Harry Hohendorf ook reeds getrouwd is."
Frieda sprong op. „Mijn, hemel, Harry! Die was ik
heelemaal vergeten ik zou toch wachten
Rotenhurg lachte. Hij trok Frieda, nog vaster tegen
zich aan. „Nu as het te la,pt. Zijn neef Wilhelm op
Wastrau, dien ik daar zeer diplomatisch over inter
pelleerde, deelde mij mede, hoe hij reeds maanden
geleden met een rijke Amerikaausche, Lory Wilkins is
getrouwd."
„Ik hoop dat hij gelukkig is zoo gelukkig als
ik nu ben," zeide Frieda zacht.
Rotenburg kuste haar handen. „Ik breng u nu
naar het slot terug, lieveling," zeide hij beslist. „De
zaak moet hier zonder opschudding bijgelegd vrer-
den. Ik zal die dwaze hoofden hier wel esns recht
zetten, verlaat je daarop. De opperhofmeesteres Zal
jou haar verontschuldigingen moeten aanbieden
voor dat geklets. Den erfprins deel ik onze vei.o-
ving mee. Dan ga je morgen naar Berlijn, k volg
zeer spoedig en haal de toestemming van je moe
der."
„O, wat .zal moedertje blij zijn." jubelde Frieda.
„Zij is zoo gaarne buiten. Ik kan het oogenblik nau
welijks afwachten, dat zij ons op Rotenburg zal be
zoeken."
De kamerheer bracht zijn verloofde tot aan de
kamerdeur. „Nu ben je in veiligheid, mijn hart. Bin
nenkort zal je een visite ontvangen, van hare excel
lentie de opperhofmeesteres, die zal je haar veront
schuldigingen, komen, aanbieden."
Het duurde ook werkelijk niét laag, dat mevrouw
Laroche zich bij Frieda liet aandienen. Het jonge
meisje ontving haar wat stijf.
De felicitatie zoowel als de verontschuldiging, waar
mee de excellentie aankwam, nam' Frieda koel op.
Mevrouw Laroche beloofde zelfs aan juffrouw Von
Hartung te zullen sehrijveq en haar opheldering te
geven over haar dwaling, waaraan zij tot haar groo
ten spijt in de opgewondenheid van het oogenblik zelf
geloof had geslagen.
Juffrouw Von Hartung moest natuurlijk alles doen
om öe waarheid te verbreiden, daar slechts zij de
oorzaak, van, deze beleedigende leugen kon zijn.
„Mijn bruidegom zal er wel zorg voor dragen, dat
niemand mij in den vervolge met dergelijke lage ver
dachtmakingen te n,a komt," antwoordde Frieda koud.
Excellentie verdween wat Verlegen. Het halve uur
da,t zij had doorgebracht in Rotenburg's hijzijn be
hoorde nu juist niet tot het aangenaa,mste vaoj haar
leven.
De erfprins verheugde zich oprecht over de ver
loving van zijn kamerheer. Hij wenschte hem van
harte geluk.
Ook die erfprinses trok een vriendelijk gezicht en
scheen alles te hebben vergeten. Zij omhelsde; Frieda
even teeder als in vroegere dagen..
Het jonge meisje bleef zeer terughoudend. De
1'efde voor haar meesteres was verdwenen; haar
brandde den bodem onder de voeten. Zij zag nu weE
in, dat Rotenburg gelijk had: het was voor alles be
ter om als goede vrienden te scheiden maar ver
geten lieten zulke krenkingen zich toch niet zoo vlug.
Juffrouw Von Bergen bleef zeer stil en verlegen.
Zij waagde het niet na te vorschen, of Frieda wist,
lioe ijverig zij aan haar val had gewerkt.
„Eigenlijk moet zij mij dankbaar zijn," zoo veront
schuldigde zij zich in haar binnenste. „Die brief
heeft de verloving bepaald wel verhaast. Wanneer
iemand mij ook eens aan zulk een man hielp."
„Z,ij zijn dus steeds nog zoo hemelsgelukkig met
elkaar?" vroeg de erfprinses.
„En of. Eerst, juist nu zou ik denken." lachte die
erfprins, „hij of zij om beurten slepen het heele
huis door met dfen schreeuwenden, bundei lappen,
die hun zoon, en, erfgenaam voorstelt. Die jongeas
moet natuurlijk beeldschoon zijn en de hemel mas
weten op wie al niet lijken. Maar dat nierkt geluk
kig alleen zulk een trotsch ouderpaar zelf. Je ha,dl;
met de doopplechtigheid' er bij moeten zijn. Axel
en de gravin, daarover zou jij je werkelijk hebbest»
verheugd."
„Denk je? Dat betwijfel ik. Kindterdoopen is nu
juist niet wat je noemt mijn passie."
„Jammer..." bevestigde de erfprins wat dubbelzinr-
nig. Toen hij echter de uitdrukking op het gelaat
zijner vrouw zag. ging hij goedmoedig voort: „Het
zou je toch wel geïnteresseerd hebben, door alles eens
te zien. Het slot ziet er in éen uöord prachtig uit.
Een heerlijk bezit. Rotenburg is een grootgrondbe
zitter om als voorbeeld te dieren Het gaat alles
van een leien dakje. Er. de jacht
„Ach van de jacht wil ik niemendal hooren," viel
de erfprinses hem snel in. de rede. „Vertel mij lie
ver, hoe Frieda er uit zag. Is zij nog zoo mooi?"
„Nog veel mooier. Bij den doop met de famüie-
juweelen der Rotenhurgs in het haar, zag zij er
beeldschoon, uit. Axel scheen dat ook te' vinden. Neaq
maar, wat is die man verliefd op zijn eigen vrouw-
En reeds een jaar lang getrouwd."
„Zoo nu misschien bezoek .ik Frieda ook wel
eens. Zij was eigenlijk wel aardig. Die juffrouw Von
Bergen intrigeerde toen tegen haar. Het ergert mij
nu, dat ik toen naar die leuterpraat heb geluis
terd."
De erfprins was zeer verbaasd. „En dat zeg je
van je zoo geliefde Lil li."
„Ach, zoozeer geliefd heb ik haar nooit." verze
kerde de erfprinses. „Vindt jij het ook niet verve
lend steeds naar zulk een leelijk gezicht te moeten
kijken?"
„Zeer!" bevestigde de erfprins ironisch. „Wanneer
mij alles niet bedriegt, heb ik dat leelijke gezicht
den laogsten tijd hier, gezien."
De erfprinses haalde de schouders op. ..Ik zal
Frieda schrijven." zeide zij. „Gelukkige menschen zijn
niet haatdragend. Ik verlang naar afwisseling. In den
loop van, den zomer kan ik Rotenburg wel eens gaaq
bezoeken. Frieda als jonge moeder dat moet ik
zien. Dat zal bepaald interessajnt zijn."