Cacao k ci llditii Nltiis- Mmitmic- lailiiillil. Finantiëel Overzicht. Ouderdom en Jeugd drinken VAN HOUTEN S Lentestormen. Woensdag 30 April 1913. mo 57ste Jaargang No. 595(5. COURANT. eet Dit nummer bestaat uit 2 bladen. EERSTE BLAD. d Uit het Oosten van ons werelddeel bereikte ons (de tijding dat de stad Skoetari door de Montene- grijnen ingenomen was. Het succes blijft dus nog ^steeds aan de zijde der verbonden staten. Deze wa ren dan ook zeer verheugd over deze overwinning en 'de koningen van Servië, Bulgarije en Griekenland zonden gelukwien^chen aan den koningl van Montene gro. Turkije verliest nog altijd grondgebied; wat zal er ten slotte overblijven van dit eens zoo machtige rijk? Maar wordt ook de moeilijkheid) niet grooter om eene bevredigende oplossing te krijgen; zullen )ide eischen van de Balkanstaten niet grooteri worden, Jen zullen de Europeesche mogendheden, dde hun, Jtusschenkomst verleend hebben, daaraan willlen, vol- Sjdoen? Het wd.1 mij toeschijnen dat nog vele, geschil- 11 punten uit den weg te ruiimen zijn en dat we van "het vrediesdidieaa'1 nog tamelijk ver verwijderd zijn,. De beurs verkeert mede onder dien indruk van Sliet trage verloop der- onderhandelingen, en dit is niet vreemd, waar nog allerlei kwesties uit diit con,- 'flict kunnen voortvloeien. Het verloop van staatsfondsen geeft tot weinig be- schouwingen aanleiding; Turksche fondsen gaven van [V een zwakkere stemming blijk, terwijl ook de Servische S veening iets moest prijsgeven. In verband/ met het hier boven aangehaalde is het mindere animo voor deze fondsen wel verklaarbaar. Immers hoe langer het duurt eer het woord „vrede" weerklinkt, in deze lan- den,des temeer kosten hebben ze te dragen en zal de welvaart er temeer onder lijden. Rj Ten aanzien van bauk- en crediet-instelldngen va.lt wt mede weinig op te merken; uit de verslagen, die Hf. thans uitgebracht worden, blijkt, dlat de meeste in- stellingen over het vorige jaar bevredigende resultater hebben behaald, hoewel door velen geklaagd wordt, dot de omzet ten aanzien van het effectenbedrijf te -•enschen heeft overgelaten,. I Bij. hypotheekbanken valit nog van een, oipwaartsche j conversie der rente voor de pandbrieven te cofnsta- Blteeren; die in het buitenland werken gaan nu over «tot eene verhooging der rente van 4%% op 5%. Men 'j echter voorzichtig, niet te veel pandbrieven te nemen, van deze banken die in het buitenland geld JT? geven op onderpand van huizen en landerijen, daar bij intreding van minder gunstige omstandigheden in die landen de koopkracht en ook de kooplust veel te weiisehen overlaat. Bij executie der onderpanden, wanneer de debiteuren niet aan hunne vërpüch tin- gen vol/doen, blijkt dit dikwijls al te zeer. Zelfs uit het jaarverslag der Northwestern. Hypotheekbank, een I instelling die al jaren in het Westen van Amerika werkzaam is, blijkt welke moeilijkheden zich voordoen lom de onderpanden te realiseeren. Ier Ogt JK. Feuilleton. ag 'is. „Ziet ge wel?1' triomfeerde de opperhofmeesteres al die Frieda's verwarring heel goed had gezien. J Frieda hief het hoofd op. „Het is toch niet waar." Mij keek om zich heen. alsof zij door vijanden was o mringd en tevergeefs naar een uitweg zoekend. „Mijr L&-Y»der en mijnheer Von Hohendorf konden, de waar heid mijner woorden bevestigen." „Jammer maar, dat de eene getuige dood is, en Ide andere in Amerika,," meende de opperhofmeeste- jres droog. v „Ja, mijn arme vader ligt in het graf en hij kan, ,/>öjmij niet meer in bescherming nemen," antwoordde ■f Frieda toonloos. „Deelt ook hare Hoogheid dat ge- yiUjlOiOf, ondanks dat zij al reeds lang! wist hoe de zaak zich werkelijk heeft toegedragen?" f£( „Ik kan u alleen zeggen, dat har© Hoogheid; zeer jhsleedigd is door het feit, dat deze compromittee- fl(\rende gebeurtenissen uit het verleden haren hofdame •Ivoor haar zijn verzwegen, of geheel verkeerd zijn Het is begrijpelijk, wanneer..." „Wanneer het gewenscht wordt dat ik mijn positie pillier opgeef?" Het mooie jonge gelaat scheen als versteend door smart en schrik. „De prinses voor- 0 cl komt mijn wenschen. Ik merkte al reeds lang waar- op het hier moest uitloopen. Dat er evenwel zulke here middelen gebruikt moesten worden, dat had' ik let knnn,en denken, noch gelooven. Ik ga van- -""""idaag nog naar mijn moeder terug." „Eerst moet u nog om uw ontslag vragen." „Dat doe ik bij deze door tusschenkomst van u, [excellentie. U zult het verdere wel regelen." j. J De opperhofmeesteres sloeg onwillekeurig voor de jvan toorn gloeiende oogen van het meisje de hare ;k,C-" c,er_ zij wilde een paar vriendelijke woorden/ zeg- f •-'<en, maar eer zij nog een woord had kunnen uit- ,-ngen, was Frieda reeds de kamer uilt, ;iDat was te veel. Zij wischtc zich dc tranen uit lVf.' oogen. Weenen? Neen; dat waren zij hier met hun ■iiria'len niet waard. Rottenburg had maai* al te veel .elijk gehad. ook iu dit opzicht. Zfij riep zich zijn aadgevingen. zijn, waarschuwingen in het geheugen si Vrug. precies allee kwam uit, zooals hij het te~ jren had geprofeteerd. Zonder hoed en mantel liep Frieda in het park. Zij moest eigenlijk voorbereidingen treffen voor haar ver- tt. rek, pakken, haar moeder telegrafeeren, maar alles j i.ep wirwar door haar arm hoofd. Ztij kon haar ge dachten nog niet regelen. Zij moest eerst rustiger wor- lp. 'den. Eenigej oogen blik ken stil nadenken over het ge- jT, ,eurde, over het schandelijke dat men haar had aan- gedaan. Zij ging opi een bank zitten. Door de nog kale boo- men kon zij duidelijk het slot zien. De morgenzon r. -mweefd© het met haar gouden licht. Over de jonge 1 nerkenhoomen hing een lichtgroene sluier. De lucht ducht rook naar vochtige aarde en kiemende plan- Aïjien. Alles was zoo hoopvol en toekomstblij. Wil Frieda legde haar handen, voor de oogen. Zonne glans en bloemengeur dledlen ha,ax nu pijn. Hoe vast zij zich aan haar omgeving had gehecht bleek nu zij Dj zoo aanstonds moest, vertrekken Het rollen van een rijtuig deed kaar opschrikken uit haar gedachten- Ben equipage reed het plein voor Cultuurwaarden waren vrijwel onveranderd; terwijl van mijnwaarden Cobars nog de attentie trekken door eene afbrokkeling der koers; deze beweegt zich thans op een laag niveau. Toch komt dit mij niet vreemd voor na hetgeen ik de laatste weken over dit fonds geschreven heb. De koersvariaties in petroleumwaarden waren mee niet van grooten omvang; de stemming voor Periak- soorten was iets beter, terwijl ook Orions prijshou dend waren,. Ditmaal was eeniige meerdere belangstelling waar te nemen voor rubberwaarden. De meeste soorten moesten zich eène daling getroosten in verband met den lage ren prijs van rubber. Wanneer men den kost prijs van, rubber nagaat, maken, de ondernemingen ook thans nog bevredigende winsten,' doch de pro ductie zal eerlang aanmerkelijk toenemen en zal cie prijs dan opnieuw niet eene verlaging ondergaan? Aandeelen Intereontinental rubber waren iets be ter, nu de productie dezer maatschappij: toenemende is. De revolutie in Mexico is van zeer nadeeligeui invloed geweest op de werkzaamheden van deze maat schappij en wanneer nu orde en rust terugkeeren in deze republiek, zal deze maatschappij weer beter kunnen werken. De Amerikaausche markt vertoonde deze week geen opgewekt aanzien. In een vorig overzicht gaf ik reeds te kennen dat eene reactie wel niet zou uit blijven, daar er genoeg factoren waren om een min- het slot op. Een heer sprong uit het rijtuig. Het moest Rotenlburg zijn, die wiilde immers vandaag te rugkomen. Stil bleef zij- op die bank zitten. De tijd om te ver trekken, drong, maar zij. wilde Roitenburg nu piet ontmoeten. Na weinige oogenblikken zag zij den kamerheer weder het slot verinten. Hij sloeg den weg naar het pa,rk in en stuurde recht op haar bank -af. Frieda sprong op. Zij wilde vluchten, maar in haar verwarring liep zij Rotenburg juist tegemoet. Hij trad haar lachend in den weg. „U kunt mjj niet voorbij. Ik wil met je praten,' Frieda. Het moet nu duidelijk tusschen ons worden." Hij legde haar arm in den zijnen en bracht haar naar de bank terug. Het jonge meisje snakte naar adem. Rotenburg ont stelde toen, hij. haar bleek en verwrongen gelaat zag. „Ik ga vandaag nog naai' mijn moeder," riep zij opgewonden uit. ,,'t Liefst liep ik zoo rechtstreeks naar het station en zette geen voet meer op liet slot." „Wat is er gebeurd.?" „O niet veel. De opperhofmeesteres heeft ervaren dat ik toen Hohendorf n,aar Amerika ging, hem naar Hamburg ben nagereisd, om hem vaarwel te zeggen. Mijn vader kwam mij enkele uren later halen - dat wil zij niet gelooven. Zij zegt zij den^t' „Wel wat zegt zij?" Frieda sloeg beide handen voor haar gelaat. „He- is te laag te léelijk. Ik zou dagen lang met Ho hendorf iu Hamburg gebleven zijn: Rotenburg sprong driftig op. „Waagt Laroche dit ti zeggen?" „Zij heeft het van juffrouw Von Hartunr gehoord Zii gelooft mij niet, wanneer ik het ontken. Zij zegt dat een onpartijdige getuige het dient te bevestigen." „Wanneer was u in Hamburg. Weet ge nog heel nauwkeurig den datum?" „O zeker. Dien dag vergeet ik nooit. Het was den 7den Juni, twee jaar geleden." „Heel juist." bevestigde Rotenburg. „Nu de onpar tijdige getuige is voor de, ongeloovige opperhofmees teres gevonden. Ik zelf was op dien dag in Ham burg en heb je met je vader daar gezien, Frieda." „Mij?" „Jawel niet slechts gezien, maar zelfs in. mijn armen gehouden zooals nu!" Hij legde zijn arm om haar bevende gestalte en- trok haar vast tegen zich aan. „Zooals nu lag het kopje op mijn schou der, met dat verschil dat toen die mooie oogen vast gesloten bleven, ik ze niet mocht kussen, omdat je vader erbij stond. Ik had het} toen reeds zoo gaarne gedaan." Frieda was als in een droom. Zij richtte zich .niet op. Een heerlijk gevoel van geborgen te zijn kwam over haar, terwijl zij in zijn armen lag. „Waar dat was? In het hotel. Ik trad mijn kamer deur uit en zag een jong meisje onmachtig op dein vloer liggen. Ik hielp den ouden mijnheer, die zich met haar bezig hield en droeg haar op haar bed. De vader stelde zich aan, mij voor. Maar den naam ver stond ik maar half- Daar ik de kamer bewoonde naast de hare en het arme kind den geheelen' nacht ween de en haar vader alles deed om haar te troosten, zoo kan ik als getuige voor de volle waarheid optre den. Maai' zonder dit gelukkig toeval evenwel zou ik de lastertongen wel spoeidig tot zwijgen brengen. Geef mij, eindelijk het recht om voor je op te treden, Frieda. Dat wil zooveel zeggen, dat al zeg je ja of der gunstig oordeel te vellen over de toestanden in de Vereenigde Staten. Diaarvan wordt dan ook wel gebruik gemaakt om de markt te drukken totdat men begint in, te zien dat het nu mooi genoeg is. Eén fonds heeft nog al de aandacht getrokken ge durende de laatste weken en wel de gewone en prefe rente aandeelen Rumely. Aanvankelijk werd! deze maatschappij gunstig beoordeeld en genoot ze het vertrouwen van het publiek. Men begon echter wan trouwen te koesteren, toen de maatschappij een be roep deed op de kapitaalmarkt. Het kwam het pu bliek vreemd voior dat de maatschappij zooveel geld behoefde voor uitbreidingen. Uit het jaarverslag blijkt da/t de maatschappij aan hare afnemers wat veel cre- diet toestaat en dat het voornemen, bestaat, daar mee in het vervolg te breken. Deze nieuwe gedrags lijn zal het w <iistcijfer niiet doen vermeerderen, inte gendeel za' eene vermin,dering het gevolg zijn. Het be hoeft geen betoog dat dergelijke ervaringen niet ge schikt zijn om het animo voor industriëele waarden te ver grooten. In de laatste jaren zijn vele van die ondernemingen hunne aandeelen aan het publiek ko men aanbieden en is onze prijscourant daar al rui mer van voorzien. TEene tempering van dien aanvoer is wel gewenscht en het is te <hopen dat men aange namere ervanngen mag opdoen dan met de Rumely „rommel". De spoor wegwaaiden moesten cok iets van hunne noteering prijsgeven; men begon te twijfelen of vele ondernemingen het dividend wel kunnen handhaven. Uit een en ander blijkt wei, dat voorzichtigheid! aai» to raden blijft wanneer men iets op deze ai'deeling wil ondernemen. J. Binnenlandsch Nieuws. RAAD VAN "WIERINGERWAARD Vergadering van den Raad op Dinsdag 29 AprU, des morgens 10 uur. Aanwezig allen. Voorzitter de heer K. Koster Hz., burgemeester; secretaris de heer C. Haringhuizen. Na opening worden de notulen voorgelezen en goed gekeurd. Naar aanleiding van de notulen deelt voorzitter mee dat een schrijven van de HolL IJzeren Spoorweg-Mij- is ingekomen en dat deze Maatschappij op haar stand punt; blijft en dus voor geen verlichting bij de halte aan den Westfrieschen/ dijk wenscht te zorgen. B. én W. zullen, inforaneeren hoe een dergelijke zaak te Scha gen is behandeld, of men zioh daar tot den Minister van Waterstaat heeft gewend en met welk resultaat. Heeft Schagen zich niet tot diep Minister van Water staat gewend dan zullen B. en W. trachten eenjger pressie door den mimister te doen uitoefenen, opdat de H.IJ.S.M. zorgt voor een behoorlijke verlichting op haar eigen terrein. Goedgevonden. Goedgekeurd is het1 besluit tot het doen van af- eq overschrijvingen; tevens zijn goedgekeurd terug ont vangen het kohier Hoofdelijke Omslag en dito Hon denbelasting. Bij de op 22 Maart gehouden kasverificatie ble ken de ontvangsten te hebben bedragen f 20254.35, de uitgaven f 19950.37%, zoodat in kas moest zijn en was f 303.97%. Van Ged. Staten is ingekomen, het bekende adres re gelende de jaarwedden van burgemeester, secretaris en gem.-ontvanger. Voor deze gemeente wordt het sa laris van den burgemeester voorgesteld op f 700. (thans i 450), secretaris f 650 met inbegrip van vrije wening (thans f 600 mefr vrije woning), ontvanger f 250 (thans i 200). Naast dat schrijven is ingeko men een afschrift van, een. adres aan Geel. Staten door' de afdeel in g NooröhoUand van den Ned. Bond van Gemeente-ambtenaren. Voorzitter icgt. alvorens de. t tsprekingen over het salaris van den bur vomeer ter zullen aaivangen zie* te willen verwijdertn en verlsat dus de vergadering, bet voorzitterschap aan dei: h&er Sleutel opdr'gende- I De heer ^laauboer zegt wel voor verhoogi ig te zijn. iloi-h hu ach* een v°»h<oging tot f 700 te hoog. De i belastingen worden steeds opgedreven, het Is r.:et zektr, dat de levensstandaard zoc zal blijven -u daar om acht spreker een salaris van f 600 voldoende. Daarbij komt Dog, dat men het burgemeesterschap ten plattelande in vele gevallen als een eerepost kan be schouwen. De heer Sleutel zegt. dat hij het in hoofdzaak met: den heer Blaauboer eens is. Spreker oordeelt ook: dat op het platteland de burgëmeesters meesthl land eigenaars zijn, dus menschen die nog heel wat bij ver neen, ik het toch in elk geval doe!" Hij boog zich over haar heen en kuste baar op heur mond. „Mijn lieveling, mijn, bruid!" Zij keek hem angstig aan. „Eigenlijk heb ik iu, mijn leven slechts dwaasheden gedaan," zuchtte zij. „Eerst die verloving" met Hohendorf. waartoe ik mijn vader dwong om zijp toestemming te geven. Dan de reis naar Hamburgik was zelfs meegegaan naar Amerika, waarneer Harry mij had meegenomen," ver zekerde zij oprecht. „Daar twijfel ik niet aan, klein.e dolkop." „En dan hier als hofdame..." „Ook niets dan dwaasheden," viel Rotenburg in. „Ik kan het niet bestrijden. Maar louter domheden waarvan men niet weet of men je er voor moet kus sen, of moet berispen. Daar het laatste niet meer helpt, doe ik liever het eerste. Weet je wel. lie veling, dat Harry Hohendorf ook reeds getrouwd is." Frieda sprong op. „Mijn, hemel, Harry! Die was ik heelemaal vergeten ik zou toch wachten Rotenhurg lachte. Hij trok Frieda, nog vaster tegen zich aan. „Nu as het te la,pt. Zijn neef Wilhelm op Wastrau, dien ik daar zeer diplomatisch over inter pelleerde, deelde mij mede, hoe hij reeds maanden geleden met een rijke Amerikaausche, Lory Wilkins is getrouwd." „Ik hoop dat hij gelukkig is zoo gelukkig als ik nu ben," zeide Frieda zacht. Rotenburg kuste haar handen. „Ik breng u nu naar het slot terug, lieveling," zeide hij beslist. „De zaak moet hier zonder opschudding bijgelegd vrer- den. Ik zal die dwaze hoofden hier wel esns recht zetten, verlaat je daarop. De opperhofmeesteres Zal jou haar verontschuldigingen moeten aanbieden voor dat geklets. Den erfprins deel ik onze vei.o- ving mee. Dan ga je morgen naar Berlijn, k volg zeer spoedig en haal de toestemming van je moe der." „O, wat .zal moedertje blij zijn." jubelde Frieda. „Zij is zoo gaarne buiten. Ik kan het oogenblik nau welijks afwachten, dat zij ons op Rotenburg zal be zoeken." De kamerheer bracht zijn verloofde tot aan de kamerdeur. „Nu ben je in veiligheid, mijn hart. Bin nenkort zal je een visite ontvangen, van hare excel lentie de opperhofmeesteres, die zal je haar veront schuldigingen, komen, aanbieden." Het duurde ook werkelijk niét laag, dat mevrouw Laroche zich bij Frieda liet aandienen. Het jonge meisje ontving haar wat stijf. De felicitatie zoowel als de verontschuldiging, waar mee de excellentie aankwam, nam' Frieda koel op. Mevrouw Laroche beloofde zelfs aan juffrouw Von Hartung te zullen sehrijveq en haar opheldering te geven over haar dwaling, waaraan zij tot haar groo ten spijt in de opgewondenheid van het oogenblik zelf geloof had geslagen. Juffrouw Von Hartung moest natuurlijk alles doen om öe waarheid te verbreiden, daar slechts zij de oorzaak, van, deze beleedigende leugen kon zijn. „Mijn bruidegom zal er wel zorg voor dragen, dat niemand mij in den vervolge met dergelijke lage ver dachtmakingen te n,a komt," antwoordde Frieda koud. Excellentie verdween wat Verlegen. Het halve uur da,t zij had doorgebracht in Rotenburg's hijzijn be hoorde nu juist niet tot het aangenaa,mste vaoj haar leven. De erfprins verheugde zich oprecht over de ver loving van zijn kamerheer. Hij wenschte hem van harte geluk. Ook die erfprinses trok een vriendelijk gezicht en scheen alles te hebben vergeten. Zij omhelsde; Frieda even teeder als in vroegere dagen.. Het jonge meisje bleef zeer terughoudend. De 1'efde voor haar meesteres was verdwenen; haar brandde den bodem onder de voeten. Zij zag nu weE in, dat Rotenburg gelijk had: het was voor alles be ter om als goede vrienden te scheiden maar ver geten lieten zulke krenkingen zich toch niet zoo vlug. Juffrouw Von Bergen bleef zeer stil en verlegen. Zij waagde het niet na te vorschen, of Frieda wist, lioe ijverig zij aan haar val had gewerkt. „Eigenlijk moet zij mij dankbaar zijn," zoo veront schuldigde zij zich in haar binnenste. „Die brief heeft de verloving bepaald wel verhaast. Wanneer iemand mij ook eens aan zulk een man hielp." „Z,ij zijn dus steeds nog zoo hemelsgelukkig met elkaar?" vroeg de erfprinses. „En of. Eerst, juist nu zou ik denken." lachte die erfprins, „hij of zij om beurten slepen het heele huis door met dfen schreeuwenden, bundei lappen, die hun zoon, en, erfgenaam voorstelt. Die jongeas moet natuurlijk beeldschoon zijn en de hemel mas weten op wie al niet lijken. Maar dat nierkt geluk kig alleen zulk een trotsch ouderpaar zelf. Je ha,dl; met de doopplechtigheid' er bij moeten zijn. Axel en de gravin, daarover zou jij je werkelijk hebbest» verheugd." „Denk je? Dat betwijfel ik. Kindterdoopen is nu juist niet wat je noemt mijn passie." „Jammer..." bevestigde de erfprins wat dubbelzinr- nig. Toen hij echter de uitdrukking op het gelaat zijner vrouw zag. ging hij goedmoedig voort: „Het zou je toch wel geïnteresseerd hebben, door alles eens te zien. Het slot ziet er in éen uöord prachtig uit. Een heerlijk bezit. Rotenburg is een grootgrondbe zitter om als voorbeeld te dieren Het gaat alles van een leien dakje. Er. de jacht „Ach van de jacht wil ik niemendal hooren," viel de erfprinses hem snel in. de rede. „Vertel mij lie ver, hoe Frieda er uit zag. Is zij nog zoo mooi?" „Nog veel mooier. Bij den doop met de famüie- juweelen der Rotenhurgs in het haar, zag zij er beeldschoon, uit. Axel scheen dat ook te' vinden. Neaq maar, wat is die man verliefd op zijn eigen vrouw- En reeds een jaar lang getrouwd." „Zoo nu misschien bezoek .ik Frieda ook wel eens. Zij was eigenlijk wel aardig. Die juffrouw Von Bergen intrigeerde toen tegen haar. Het ergert mij nu, dat ik toen naar die leuterpraat heb geluis terd." De erfprins was zeer verbaasd. „En dat zeg je van je zoo geliefde Lil li." „Ach, zoozeer geliefd heb ik haar nooit." verze kerde de erfprinses. „Vindt jij het ook niet verve lend steeds naar zulk een leelijk gezicht te moeten kijken?" „Zeer!" bevestigde de erfprins ironisch. „Wanneer mij alles niet bedriegt, heb ik dat leelijke gezicht den laogsten tijd hier, gezien." De erfprinses haalde de schouders op. ..Ik zal Frieda schrijven." zeide zij. „Gelukkige menschen zijn niet haatdragend. Ik verlang naar afwisseling. In den loop van, den zomer kan ik Rotenburg wel eens gaaq bezoeken. Frieda als jonge moeder dat moet ik zien. Dat zal bepaald interessajnt zijn."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1913 | | pagina 1