1
llwtti ïiiiis-
tit-R
De u ifste de beste,
Donderdag 22 Mei 1913.
SCHA
ó7ste Jaargang No. 5175
COURAIIT.
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar
Zitting van Dinsdag 20 Mei 1913.
DIE KRIJGT ZIJN ZIN.
i Vijf-en-zestig jaar geleden, werd Simon Zuurbier te
Bergen geboren, terwijl hij het in al dien tijd niet
(verder heeft; weten te schoppen dan tot het genie
ten van vrij, logies in 't Alkmaarsche Ma,i®on de
Conservation, waar hij als verdacht van landlooperij
onderdak vond. Hij was den 21sten April jl. zwervend,
en geheel zonder middel van bestaan voor het raad
huis in zijn geboorteplaats aangetroffen döor den ge
meenteveldwachter Johannes van der Kerk. Aan dezen
vroeg hij een aalmoes, wat Simon thans bekent,
terwijl hij er openlijk voor uitkomt, dat daarbij zijn
doe' was, van rijkswege te worden opgenomen.
Nu zal hij waarschijnlijk hooge oogen gooien om
tot. de vervulling van dien wensch te geraken., daal
de O. v: .7. tegen den man,, die a? meen in den Kren
tentuin is cev eest en. tot werken nog goed in staat
is. 3 dagen hechtenis en 3 jaar rijkswerkinrichting
eischte.
EEN OXGFWENSCHT BEZOEKER.
F. Blom, de tweede beklaagde, was weggebleven.
Hij was Maandag 24 Maart jl. druk aan 't vieren
van den tweeden Paaschdag, waarmee hij zich tot
's avonds ha,lf 12 uur ijverig bezighield. Hij; was
weieens logé geweest hij Jannetje Boorsma., de ruim
70-jarige weduwe van. Anthonie Brantenaar, logemenl
houdster in de Nieuwstraat te Schagen in een per
ceel, behoorende aan een Alk maar der .Hermanus Pe
trus Kareis genaamd', en meende nu zeker nog eenige
j aanspraken op een welwillende ontvangst ten haren
huize te hebben,. Maar als hij zich had voorgesteld
dat het oudje van blijdschap de handen in,een zou
slaan en hem met uitbundige hartelijkheid ondanks
I het vergevorderde avond!u.ur bannen zou laten en de
een© verversching na. de andere voorzetten, dan ver
giste hij zich schromelijk. Zij weigerde hem beslist,
den toegang. Toen bij een paar maal vruchteloos ha,d
aangedrongen, en zij steeds even weinig toeschiete
lijk bleef, sloeg hij een groot ruit kapot in de
buitendeur, om haar zijn weinig gemoedelijke stem
ming over hare maatregelen om hem buiten de deur
te houden, te toonen. I
Josef de Jong, een naburig wonend koopman, bad
de herrie on, woordenwisseling gehoord en die ge- j
pleegde glas-vernieling gezien en trad dan ook tha,ns
als getuige in deze geschiedenis op.
Vrouw Brantenaar zei. dar ze <0 cents had moe- 1
ten betalen voor de nieuwe glasruit.
De O. v. J. bracht in herinnering dat deze beklaag
de al meer vernieling heeft.gepleegd en knapte hem
op met een eisch t.ot een week gevangenisstraf.
HIT HAD VERGETEN TE BET ADEN.
Klaas Vollinjga. een bode van do Rijp en Beemster
op Amsterdam, had zich in die betrekking nu niet.
zoo solide gedragen of er bleef nog wel eenigen
grond om een beetje voorzichtig met hem te zijn.
Na zijn,.faillissement van, verleden jaar had hij geen
eent in de mars en begon bij, eindelijk, gelden uit zijn
dienstbetrekking en anderen toebehoorende, aan te
«preken. Toen het eenmaal zoover was kon het niet
lang meer duren of hij danste vroeg of laat de blau
we trappen van „Juetitia" op.
Een net Beeanetersch meisje van drie zeventjes,
Aaltje Kood genaamd, bad hem dep 13dien Novem
ber van het vorige jaar opgedragen, om voor haar
wat gordlijnistof mee te nemen uit Amsterdam en gaf
hem daarvoor f 4.50 mede. Den 4den Januara van,
dit jaar was het zeven gulden die hij van haar mee- j
kreeg om twee daenbakken van f 3.50 per stuk, mee;
t« nemen uit de Utrechtsche straat no. 27 te Am-;
•ter aam bij de firma Sim ons.
Nou daf kwam terecht hoor. 't Een zoowel a,ls het
awiere arriveerde met bekwamen spoed en in goede
orde aar mej. Kood's adres. Daar bleef dus nflets te
wenschej-i over. Maar er kwam toch een spaak in
't wiel, /vant juffrouw Kooi, die natuurlijk nog niet
beter of Klaas bad de spulletjes contant be
taald r>j, de gelden die hij van, haar had meagekre-
-em aeok, -. weldra niet tot haar onverdeelde vreugde
«rssoop vat*
JÜZ.
Qt
e u i 11 e t o n
Vc,/>Vici V
entwaren. dat noch de gordijnstof, noch de dienbak
ken betaald waren. Zoodat ze dat per saldo zelf nog
mocht doen.
Zij diende eindelijk 'n aanklacht tegen hem* in, met
gevolg dat Klaas nu in, de zaal compareerde. Hij
had nog een aardig- reisje moeten maken om1 hier te
komen, daar hij voor de variatie thans te Zutfen in
de strafgevangenis bezig is een vonnis uit te brom
men, dat hij daar wegens oplichting deelachtig is ge-
worden.
Vol!inga gaf zich alle moeite om de rechtbank wijs
te maken, da,t hij van juffrouw Kooi geen f 4.50 en
geen, f 7 had ontvangen, doch haar die bedragen bad
voorgeschoten. Wat hij wel meer had gedaan
De Praesus wist echter maar al te goed, lat Klaas
den laatsten tijd absoluut niets had om voor te
schieten. Barend Asjes, gemeente-veldwachter in de
Beemster, wist al van een, dergelijk geval met
Klaas, waarbij gezusters Schelling met wat garnitu
ren de dupe werden, te vertellen, en het slot was,
dat de O. v. J., die er op wees, dat, Klaas nogal wat
klein© verduisteringen bad gepleegd' en allerlei fou
ten had begaan in zijn bedrijf, tegen beklaagde zes
maanden gevangenisstraf eischte.
DE AANSLAG TEGEN DEN VELDWACHTER VAN
HEERHUGWAAIU).
Mede present waren de volgende drie beklaagden,
die gezamenlijk terecht mochten staan. Dat waren a.
Groot, S. Commandeur en N. Hooge boomaleinaal
jongelui van flink in de twintig en tot de landbou
wende bevolking van Heerhugowaard behoorende. Zij
waren ia den latten avond van, Zondag 30 Maart jl.
in de herberg De Hengstman te Heerhugowaard ge
weest en hadden die pas verlaten, toen ze nog leu
nend op hun rijwielen stonden te praten voor ge
noemd café, in gezelschap van Kees Castricum van
Egmond Binnen, A. Noordstrand en S. Jonker uit
Karenkarspel en eenige andere onbekend gebleven
jongelieden.
De gemeente-veldwachter P UHast.er, wiens fiets
niet goed te berijden was op 't moment door een ge
brek aan een der banden, terwijl zijn lantaarn het
daarentegen best wilde doen, passeerde hen -juist op
zijn weg naar buis, komende van een uitvoering bij i
kastelein Bloothoofd, waar hij ais politie had gesur- I
veilleerd. Niet heel ver was Haster gevorderd, toen
de drie beklaagden op rijwièien zonder licht hem
voorbijkwamen en even la,ter weer afstapten, om de j
fietsen langs boomen aan, den weg te zetten.
Haster maakte de gevolgtrekking dat het wel om j
hem te doen zou zijn en raadde allen aan,, door te j
loepen en hun gemak te houden, wat in hun, eigen
belang zou zijn.
Maai- Commandeur zei: ..Laten we die rooie rot
kop verzuipen, dat rooie kreng!"
Nioolaas Hoogeboom kwam Haster heel dichtbij na- i
deren en gaf hem een klap tegen 't hoofd, dien de
aangevallene echter nog zoo wat half wist te ontwijken
Toch raakte de uniformpet af en op den grond.
De veldwachter vatte deze behandeling niet op,
als juist ten doel hebbende, hem te beJeèdigen, door
feitelijkheden, maar hij ging er zeker ïd. dat het
Hoogeboom's doel was geweest, hem een fikschen
slag tegen don slaap toe te dienen, om hem dan ge
zamenlijk verder op te knappen.
Na den slag van Hoogeboom te hebben ontvanger.,
trok Harter zijn revolver uit de fo.udraal en loste
een. van de zos schoten, die bij daarmee kon doen.
Hij schoot in de lucht, maar Hoogeboom, die res
pect kreeg voor zulk een wapen, maakte zach on
middellijk uit de voeten en is niet meer gezien.
Na het ischot kwam A. Groot dreigend opdringen
tegen Haster, wien hij toevoegde: ..Denk er aan. dat
ik je lust, er aan, «zal je!Groot bleef opdringen
en de veldwachter verklaarde, den indruk te hebben
gehad, dat indien hij er ten slotte niet toe overge
gaan was om van de straat af te gaaj» en zich bij
iemand op 't erf te begeven, hij dan of een dooie
had moeten maken of zelf er aan had moeten ge-
looven. Maar eenmaal op een erf behoorlijk door
een poort en breede sloot van den weg afgeschei
den kop hij 't merken indoen er daar een of
meerderen kern hadden willen naderen,, waarbij zijn
geladen revolver intusschen een niet te onderschat
ten beletsel zou zijn geweest. Haster heeft op dat
erf dan ook geen der jongelieden gezien en hen
ook later niet meer ontdekt dien nacht.
De beklaagden ontkenden thans allemaal. Groot
verklaarde dat bet niet waar was,, dat hij de hem
ten laste gelegde bedreiging zou hebben geuit. Has
ter had hem toegevoegd: Je laat mij loopen, waarop
Groot verklaarde gezegd te hebben: Ja, dat zal ik
wel doen, maar jij laat mij loopen.
Sijfert Commandeur verklaarde, geen enkel woord
tot Haster te hebben gezegd, terwijl Hoogeboom op
gaf, Harter niet te hebben geslagen, zelfs niet in de
gedachte te hebben gehad, dat te doen.
A décharge traden nog een drietal getuigen op.
De eerste was J.. Groot, vader van den eersten be
klaagde, die verklaarde dat Haster, hem, inlichtingen
vragende waar zijn zoon werkte, over het gebeurde
sprak en daarbij gezegd had, dat vermoedelijk Hoo
geboom den slag had gegeven. Maar met positieve ze
kerheid had Haster ten opzichte van Hoogeboom te
gen hem toen niet gesproken.
Haster hield echter vol alle drie beklaagden, en.
ook wel terdege Hoogeboom met zekerheid te hebben
herkend en bestreed de verklaring vap J. Groot.
Arie Noordstrand en Simon Jonker uit Harenkar-
spel waren wel bij het gevalletje geweest, doch vol
gens hen had A. Groot niet de bedreiging en Com
mandeur niet de beleedïging tegen Haster geuit.
Alleen wat Hoogeboom betreft, was het volgens hen
wel mogelijk dat die het hem ten laste gelegde had
gedaan. Dat wisten ze niet. Noordstrand had nog wel
gehoord dat Haster na het lossen van het schot in
de lucht tegen A. Groot zei: Hou je handenl van me
af of ik schiet, waarop Groot zei: Ik doe je toch
zeker niets!
Beklaagden bleven allen het geheele verhoor door,
ontkennen en eindelijk kreeg de 'neer Officier het
woord. Z.E.G. laakte zeer hun optreden en be
schreef het onaangename van de betrekking van poli
tieman, alleen in een, zoo uitgestrekte gemeente
als Heerhugowaapd. Wel vond spreker dat zoo'n ambt
zijn schaduwzijde heeft.. In levendige kleuren schetst
spreker den toestand waarin Haster dien nacht ver
keerde, alleen tegen hen ajlen, onder wie forsche
knapen. Dan ben je vrij hulpeloos.
Is Commandeurs strafregister nog blanco, niet al-
zoo dat van de beide anderen, die reeds eerder met
de rechtbank kennis maakten. De Officier vindt het
optreden van beklaagden dien nacht alleronhebbe-
ljjkst en neemt van hun ontkennen niet zoo heel
veel notitie. Spreker gelooft de verklaringen van
Haster onvoorwaardelijk en eindigt met tegen beklaag
den elk een maand gevangenisstraf te eischen.
Mr. Prins acht het bewijs niet geleverd en conclu
deert toi. vrijspraak subsidiair lichtere straf.
0\ ER EEN VERNIELD HEK.
Dirk Maas van Texel had den len April zeker als
een verrassing, zijn buurman's hek 's even vernield.
Door dat hek moet. Dirk toegang tot zijn tuin er.-
langen en hij moet zeker vaak op dien vruchtbaren
bodem zijn. Althans het hek staat nogal vaak open
veel meer dan buurman Adriapn Kees lief ie. Die i
bad er op een goeden dag een ketting met slot om
gegooid. Dirk bad, toch toegang willende hebben
dat slot' verbroken, het hek vernield en he
den werd als gevolg van dien tegen Dirk f 10 of
10 dagen hechtenis geëischt.
IN HOOGER BEROEP.
Markus van der Kop koopman in lompen en been
deren te Alkmaar, heeft daar in 't Raaksje een per
ceel tot berging van genoemde handelswaren. Nu
krijgt men bij aanvrage voor verlof tot berging, wel
verlof voor lompen, maar niet voor beenderen,
die moeten naar de bewaarplaats aan den Omval.
Van der Kop had ook slechts voor lompen toestem
ming, maar toen bij bet heerschen van de pokken in
Alkmaar extra nauwkeurig werd toegezien, werd zijn
beenderenvoorraad in 't perceel ontdekt en Markus
kreeg verbaal.
De kantonrechter legde hem f 40 boete of 10 da
gen hechtenis op.
De O. v. J. vond dit in verhoudiftg tot het feit
toch nog maar 'n overtreding, geen misdrijf
1 wel wat kras en requireerde f 10 boete of 10 dagen
hechtenis.
I De verdediger Mr. Van Crefeld uit Amsterdam
I zou liever r.og lichter straf zien, doch kon zich Ove
rigens in dank bij bet milde requisitoir aansluiten.
EEN LASTIG BEZOEKER.
Janus Bouwens, een sjouwer uit Hoorn, kwam al
daar den lGden April bet café van D. Gons binnen ei»
wou een, glas bier hebben, maar de kastelein wou
niet tappen, Bouwens, een vreemd individu, werd nij
dig en smeet een bloempot van een tafel aan scher
ven. Een slagersknecht, in 't café aanwezig, dat
aardigheidje, en tegen Bouwens werd zes weken ge
vangenisstraf geëisoht,, met het oog op zijn wel voor-
zijn strafregister.
OM EEN STUK GOOT.
Jb. Kooij van Zuidscharwoude, die aldaar een stuk
dakgoot heeft weggenomen, toebehoorende aan de
Naamlooze Vennootschap De Tijdgeest, kistenfabriek
te Langedijk, was absent. Na vermissing ging de
timmerman M. de Waard,, vertegenwoordiger der Ven
nootschap, met een bootje waarin nog een paar lui
zich bevonden, landen achter aan 't erf van Kooij en
na, nauwkeurige inspectie vonden zij de goot in eer»
schuurtje, op den zolder.
De O. v. J. eischte f 15 of 10 dagen hechtenis.
RUZIE.
J. S. Kniest, een kaasknecht te Hoorn, kreeg daar
Zondagavond 13 April ruzie met Hannes Pielts ,een
Hoornsch koopman. Eerst twistten zij in 't café van
De Waal, later in dat van Pikart. Bij öe Waal wou
Kniest ondanks herhaalde aanmaning van den recht
hebbende, er niet uit-,Bij Pikart maakte Kniest zich
schuldig aan mishandeling van Pielts. Allemaal ver
boden dingetjes, die hem een eisch tot 2 weken ge*
vangenisstraf op den hals haalden.
De laatste zaak was met gesloten deuren.
A.s. Dinsdag uitspraken. -
Binnenlandsch Nieuws.
PETTEN.
14 Junni a.s. zal liet 25 jaar zijn geleden, dat de
Rijksveldwachter brig. til. A. J, v. d. Mark te Pettien,
als zoodanig werd aangesteld.
HEERHUGOWAARD.
Dooi' burgemeester en wethouders is op het ver
zoek van C. Olij, om vergunning tot verkoop van
sterken drank in het klein, in het perceel wijk D,
no. 155 afwijzend beschikt, uitsluitend op grond dat het
maximum getal vergunningen is bereikt.
AARTSWOUD.
De Onlhoudersvereóniging besloot gisterenavond, om
voorlaan op den eersten Dinsdag van de maand te ver
gaderen en wel in de studeerkamer van Ds. van Leeu
wen, welwillend voor dat doel afgestaan. Uit de re
kening en verantwoording van de pcmningmees tere?
b!eek_ er na controle, een nadeclig saldo tc zijn van
f 1.77$. Tenslotte wcrtl nog besloten om do bekende
Tine te steunen met de oprichting van een gebouw
voor hardhoorigen en eveneens de afd. Luiten, om
te geraken tot aankoop van groncf yoor haar eigen
gebouw.
I ERGERLIJKE BALDADIGHEID.
Per automobiel-ziekenwagen is naar hot Wjlhelmuia-
gasthuis vervoerd: en aldaar opgïnomen, een 76-jarige
j vrouw, die In de AnjeLierestrani te Amsterdam, door
dat jongens de kruk, waarop zij bij het loopen steunde.
wegtrokken, viel en eenige ernstige verwondingen op
liep. De vrouw verkeerde gvulmen tijd in bewusteloozea
toestand.
1 DE VERKIEZINGEN EX DE INDISCHE DEFEN
SIE.
Naar hot Vad. meldt, is hot rapport van de staals-
commissie voor de defensie van Indic gareed, maar
ligt het in het voornemen der regecring, het verslag
wtgms de zeer kostbare voorstellen, die de commissie
doet. niet vóór den afloop der verkiezingen openbaar
te maken..
Bij het rapport is een afzonderlijke nota van em
j dei' niet-militaire leden gevoegd, waarin tegen de
kostbaarheid dezer voorstellen wordt opgekomen.
CARBID-ONTPLOFFING.
Gistermorg?n hoeft op de werkplaa!.$ van den heer
C. V. V. aan de Cprn. Trompstraat te RoJtc.vkiniy
een ontploffing plaats gehad van een carbidlasclrappa-
vaaL Een M-jaiigj knaap bekwam een sdhedolbroulc
en overleed aan de gevolgen, terwijl een koperslager
ernstig aan hel voorhoofd verwond werd en *de rech-
teronderkaak vernield werd.
Dus dansen. De muziek speelde een wals klan
ken van. teedere overgave, van dronken vergeten.
Vast sloeg hij zijn arm om Leone heen en dicht
trok hij haar naar zich toe, en haar bevend lichaam
joeg hem het bloed nog sneller door de aderen.
„Niet zoo vlug ach ik geloof dat ik in 't
g teel niet kan, dansen."
Hij lachte en trok. haar in een wilde beweging met
zich mede.
En zij dansten, dansten als de twee in, het sprookje
drie nooiit ophouden konden.
Als zwaa,r door de blonde haren, boog Leone het
hoofd in dien, nek, haar lippen openden zich even,
aobdat haar schitterende tanden zichtbaar werden, en
op haar walgen verdween het blosje.
Daar' zweeg de muziek. Diep ademend bleven zij
staan en keken elkaar aap. Zijn arm wan nog steeds
om baar'middel geslagen.
„Ik i n werkelijk dansen!" lachte zij hem zalig
toe.
Hij deukte licht haar arm tegen den zijne en
bracht ^aar uit de zaal naar buiten.
De arme Juniavond woei ben de heerlijkste bloe
men ge. ren tegemoet en in de zaal weerklonk weer
de mm jak.
„V e liefde die van den Zigeuner komt
Tus- eken zijn tanden neuriede Dletlef bet mede.
Wat tyionk die Carmenmelodae op ddt oogen blik mee-
sleopcnd en op zijn arm beefde de kleine hand van
het jonge meisje.
Toen greep hij die hand met de zijne schuw vast.
„Ben je bang, juffrouw Leone? Ik dacht dat vrees
je vreemd was. Of heb je vandaag je beschermen
de revolver thuis gelaten?"
„Ja, ik liet hein thuis," zeide zij en keek hem
aón' met een gelukkig eu blij gelaat.
„Dus jp dat oogen,blik geen weerbare amazone.
Hulpeloos en zonder bescherming aan mij overgele
verd. Ben je dan niet bang voor mij, Leone?"
Zij schudde nauwelijks met het hoofd, maar hij
voelde toch haar hand weer op zijn arm beven en
hield deze nog steviger vaat. „Je bent bang en hei
liefst liep je weg."
„Ik ben niet bang," zeide zij beslist. „Maal' u
is zoo vreemd! vanavond."
Hij lachte. „Meent,ge? Merkt men dat aan mij? Ja
er zijn zonderlinge uren en dagen in een mensch z'n
leven en ook vreemde geuren, Leone van ro
zen en jasmijn en dan wordt een mensch duize
lig van alle indrukken die door elkaar gaan en
dat wij beiden nu met elkaar gaan, arm in arm
ook dat is vreemd."
„Ja, het is vreemd." zeide zij, en haar stem klonk
alsof onrustige hartslagen haar het spreken moeilijk
maakten. „Laat ons naar het terras teruggaan."
Hij lette niet op haar woorden en trok haar als
mei geweld nog een paar passen een zijpad in, dat
door diep neerhangende booinen, dicht beschaduwd
werd. Daar bleef hij staan, staarde voor zich heen.
naar de gele en roode lampions. Geel en rood
de kleuren dde mevrouw Jutta het Liefst had.'
Stond zij reeds weer achter hem, dat hij haar zoet
en streelend geluM reeds weer meende te hooren.
Kon hij. werkelijk niet uit de kooi ontsnappen,, die
vleugels niet roeren? Hij roerde ze immers toch
vliegen dansen, dansen en lachen en drinken
en kussen, wat zich voor zajn mond'te kussen bood
jonge lippen, rozenrood.
En hij rukte Leone naar zich toe en had in het
volgend oogenblik op haar mond zijn lippen gedrukt
Zij stond een paar oogen,blLkken als verlamd, dan
had zij zich losgerukt en strekte bedde armen tegen,
hem uit in een bezwerende, smeekende bede: „Niet,
o niet om den wille der barmhartigheid en der
liefde niet."
Het sloeg hem hamerend tegen de slapen. Woorden
en gedachten warrelden als zinneloos dooreen. „Ja
toch. Leone om der liefde wille, die van de Zi
geuners stamt."
„Neen zij komt van den hemel!"
Als een biddende stond Leone daar, de gevouwen
bandten, in elkaar, de oogen omhoog gericht-
Om zijn lippen speelde een leelijk lachje. De hemel
zeker, cliiè mocht er vooral niet bij t.e kort ko
men. wanneer 'n Liesje of een Miesje liefhad, want
huwelijken worden immers ook in den hemel geslo
ten.
En zooals hij op dit oogenblik dit hooiend dacjit.
bespeurde bij plotseling in zich iets als een luid
roepen,, alsof een hand hem voorwaarts stiet op den
eenigen weg, die een uitweg bood uit alle kwaad:
„Snijdt alle 'terugkeer af, maak haar spottende woor
den tot waarheid en ga met de eerste de besta na,ar
het altaar."
Hij had' Leone'3 handen weer vastgegrepen, voor
dat zij het had kunnen verhinderen. „En walmeer wij
het beiden eens met den hemel probeerden, Leone?"
De laatste kleur was nu geheel van baar wangen
verdwenen en als een angstkreet klonk bet van
haar lippen: „Speel niet zoo met mij, want ik
ik
Weer vernam hij in haar stem datzelfde: dat hem
voorwaarts dreef en bijna bruusk riep hij uit: „Ja,
Leone, ga met mij den weg naar het altaar." Eu
alsof het tot hem doordrong, dat dit toch niet de
juiste wijze was, waarop hij de vrouw voor zich
moest winnen, zelfs de eerste de beste niet .herhaal
de hij nog eenmaal: „Zeg ja, Leone wordt mijn
vrouw!"
Zij keek hem dicht in de oogen. Vond daarin een
flikkeren en branden, dat haar in de aiel gloeide
en vond. den ernst die geen leugen sprak.
Een seconde lang leek het alsof haar leven stilstond
dan een half verstikte kreet van. uitbrekend gejuich
„Met jou ga ik tot aan het eind der wereld, en tot
in den docd! Want ik ik heb je lief, zoolang ik
reeds denken kan.'"
Toen was het hem, als hoorde hij met luid kra
ken iels ir.<ensterten t'.ss hen zii.zelf en wat gedu
rende drie jaren de inhoud Aan zijn leven was ge-
I wesst Eu vast, als een steun zoekend, sloegen zijn
I armen zich plotseling on de ttedere meisjesgestalte.
I „Kan liet dan werkelijk waarheid zijn, dat jij mij
I liefhebt?" als uit eer. zaligen droom ontwakend vroeg
het de teedere bevende stem.
I Zonder een woord te spreken hield hij haar nog
een oogenblik vast, dan liet hij haar los, trok zacht
haar arm door den zijne en zeide: „Kom!"
Zij schreed aan zijn zijde daarheen als door de
wolken gedragen, in haar oogen was een lichte glans.
Zoo kwamen zij het terras op.
Mevrouw Mathilde zat een paar oogenblikken star
en onbewegelijk, dan sprong zij op: „Leone!"
j Deze sprak geen, woord, maar keek baar slechts
lachend aan.
Ook de dokter w as opgestaan en keek A-ragend naar
1 Palmer .„Kapitein!"
I Deze wenkte den kellner. „Champagne." En zich
dan tot mevrouw Mathilde en den dokter wendend:
„Staat u mij toe, dat ik mij in uw familiekring
dring?"
„Een verloving dus?"
Mevrouw Mathilde had dit woord, gesproken
het was een uitroep van greazenlooze verrassing. Daar
hadden hier menschcn zich rader haar oogen licfge-
kregen, verloofd, en zij had daar niets van gemerkt.
En zij wL t niet, of zij zich zou verheugen, of boos
zijn dat dit alles zonder haar inmenging inanr was
geschied.
Maar er bleèf tot verder overleg al heel weinig
tijd. De kellner, de situatie uolkrmen snappend»
kwam met de flesch champagne, die hij eerst met
rozen had versierd.
Toen besloot mevrouw Mathilde zich maar te ver
heugen, sloeg haar armen om Leone en gaJ haar
een hartelijken kus.
De glazen klonken van. aR© zijden drong men
op. Een, verloving een vroolijk feest.
Tot op den laatsten drupp il had Pajmer zijn glaa
geledigd, hij hield het nog in de hand en keek voor
een oogen;bliik aroomerig voor zich eensklaps keek
hij alsof hij spoken, zag. Aan het eind van het terraa
waar de ingang van den tuiu was, stond In het h uit
denker een, gestalte als met uitgebreide armen, ia 'e
goudschemerend gewaad, stil met de oogen vast oj
hem gericht.
Rinkelend lag zijn glas op den grond.
„Scherven beteekenen geluk," liep men aan de ta
fel luide elkaar toe.
Hij, maakte een beweging als wilde bij de scher.
ven oprapen, maar dan keek hij weer naar den a,U'
tergrond \an het terras. Mevrouw Jutta was verdwev
nen,
„Is u niet wel?" vroeg mevrouw Mathilde, boog
zich over Pajmer been en keek hem aau met al de
belangstelling, en deelneming die een lid der familie
zich movht pirmitteeren.
Met bovenmenscbeitk geweld dwong Pajmer er
zich tqe, dat hij niet opsprong en, wegstormde, dat hij
rustig 'zi't,ttn meef, een nieuw gras greep, bet vulde,
het ledigde en lachend sprak: „Niet wel? -dat
zou daarvoor het meest slecht gekozen oogenblik.
zijn."
En hij legde op Leone's hand de zijne.
Wordt vervolgd.