Parijsche Brieven.
Tl
-1
5
Rugpijn.
beginnen wij de behandeling van de belangrijkst©
giftige planten niet de meest beruchte, nl de u n-
J e r. Onder dezen naam zijn vele planten bekend, die
eigenlijk Paardestaait heeten. Er bestaan verschillen
de soorten paardestaart. De meest verspreide is de
zgn. „gewone unjer" of akkerpaardestaart, die men
o.a. aan spoordijken en langs wegen soms bij groote
massa's kan aantreffen. Hoewel alle paardestaartten -n
ongewensefct vcedseli voor ons vee vormen, is toch de
eigenlijke boosdoener onder hen de moeiaspaa.deshi.i l.
-<fie dan cok in onze provïncte bekend staal als de
„kwade unjer''.
■Plantkundig is ze o.a. van dc gewone unjer 011-
dc scheiden door de donkerder kleur en doordat ze
niel in liet voorjaar, doch in den zomer bloeit mei
haar kenmerkende zwarte kopjes.
Als de \\\cide niet al Ie schraal i?, komen, wan
neer althans het land „niet overmatig met kwade unjer
ss bezet, bepaalde vergiftigingen niet zooveel voor. In
hel hooi ev. nwel komt dc werking maar vil te duidelijk
voor den dag. Diarrhee cn als gevolg daarvan alge-
xnecnc vermag, ring en verminderde meikgifl treden dan'
op.
Verschillende middelen zijn al lecjn de unjer auu-
gewend', die bijna alle ten doel hadden door voortdu
rende vernietiging van de groene bovenaardsehë dcc ten'
cl. n wortelslok Ion doods tos uil te putten, 's Mór
gens vroeg nollen of sleepen om de brosc stengels
le knakken, scherp beweiden met schapen, g.d. zijn
hiervan voorbeelden. 'Over de resultaten kunnen jvvjji
weinig mededeeien. Het is niet overal .uilvoerbaar, doch
anders het land, dat met unjer is bezet, ■.pmsch-eiiren
en e enige jaren als bouwland gebruiken^ is ongetwijfeld
zeer aan te bevelen. W.ij kunnen echter niet nalaten
«t op 1e wijzen, dat in onze eigen provincie een zeer.
goedgeslaagde unjerbestrijding heeft plaats gehad en wel
door den lieer H. Jb. Avis le Midwoud. Reeds in
1909 werd door den heer Avis over deze belangrijke
zaak een inleiding gehouden op het Nederlandsch Land-
huishoudkundig Congres te Hoorn en in het Orgaan
van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw, bij
blad van het Nederlandsch Landbouwweekblad van 12
April j.L. plaatste de -heer Avis een aeer belangwek
kend artikel over de unjerbest rijding. De methode komt
Baast flinke bemesting, hierop neer, dat de unjer slel-
s tel matig door varkens wordt stuk getrapt. Belangheb
benden bevelen wij de lezing van diL "artikel ten zeerste
aan. vooral ook om zich eveneens voldoende reken
schap te geven van de eventueele bezwaren van deze
tmelkode van bestrijding.
Ook onder de verschillende soorten van boter
bloemen schuilt heel wat gevaarlijks. Zelfs de ge
wone of scherpe boterbloem is niet geheel onschuldig.
Het vee weet ze dan ook heel handig mis te etén.
Men. zal zich echfter afvragen, hoe dit dan wel is le
rijmen met het feit, dat hooi, waarin toch ook veel
boterbloemen voorkomen, blijkens de ervaring abso
luut onschadelijk is. Hierdoor, dat alle boterbloemen
cl oor het drogen haar giftigheid" verliezen.
Gevaarlijk is echter d'e blaartrekkende boterbloem,
vooral voor den bjoei. Deze plant groeit voornamelijk
op drassige plekken en aan slootkanten en heeft een
forsch, cn malsch voorkomen. De kleine bleekgele bloe
men zijn gekenmerkt door den hooggewelfdcn blocm-
beikin. In 1900 o.a. stierven in een Zjiid-HoUandsche
Jïmeente 4. runderen in de weide,, waarvan de pens
belangrijke hoeveelheden dezer plant bleek te bevallen.
Onder jde schermbloemïgen vindt men ook gevaar
lijke planten. Zoo groeien aan en in slooten de wa-
terpclerselie of watereppe en in sommige streken, o.a.
ook in den omtrek van Hoorn, de watersches'rling.:
Deze beide bevatten de giftslof voornamelijk in den
wortelstok, die bij de waterscheerling hoi "is en heel
eigenaardig door dwarse schotjes in afdeel in gen ver
deeld. Komt nu zoo'n wortelstok op het land ,te lig
gen. bijv. door het schoonmaken van slooten, dan is
er kans pp vergiftiging. Vooral d'e wortelstok van do
scheerling wordt door koeien graag gegeten.
Als zijnde voor hel weïdebedrijf .van zeer onder
geschikt belang, gaan we" veie andere giftige planten
stilzwijgend voorbij, om nog even stil le slaan l#'j de
zoo beruchte herik of k radde, ook wel krok ge
naamd:. Deze schijnt vooral voor jonge lammeren zeer
nadeelig te kunnen zijn door de sterke prikkeling van
Hen wand yan hel spijsverteringskanaal.
Oolc die gewone zuring kan'in groote hoeveelheden
soms schadelijk werken.
De eenheid der rechterzijde.
e*t»atknndic
Het zonderlinge allegaartje-van-partijen, dat zich
©cplilie noemt, heeft inderdaad ,pp staatkundig gebied
evenmin éénheid als op godsdienstig. Al direct mag
•worden gevraagd: Van welk-staatsrecht, yan welke
staatsleer gaat deze coalitie uitr
Van 't anti-revolutiohnaine staatsrecht i
De leider der christelijk-histoiiichen schreef een
maal
„Batgme, wat steeds als het eigenaardige heeft
gegolden van hetCalvinistische staatsbeleid wordt
thans, zelfs door dr. Kuyper, bestreden en ver
wierpen. en in geen enkel land ter wereld, aller
minst in Genève, is het levensvatbaar gebleken. 'Zijn
Iheo'ogisch stelsel moge voortreffelijk zijn en, voor
al hier te lande, vele aanhangers hebben, tol dus
ver is ntet gebleken dat uit het stelsel een specifiek
Calvinisch staatsrecht kon worden afgeleid."
En toen had hij het weer bespeurd .dat heimelijk
terugwijken, dat afweren, dat hij reeds meer had
xueenen te hebben opgemerkt, in oogenblikken wan
neer haar liefde en teederheid zich in een hartstoch
telijk oogenblik uitten. Was bet werkelijk zoo? En
wanneer het zoo was. wat sprak daaruit tot haar?
Dat hij haar minder liefhad, dan zij hem? Die mo
gelijkheid, die gedachte kwa.m niet eens bii haar
op. Ook daaraan geloofde zij niet, dat zijn aard
-ji waarheid die was, van een nuchter voelend man,
■die booze woorden evenals hartstochtelijke uitingen
trachtte te ontgaan. Slechts dat bij hem de diepte
minder veel naar huiten kwam. Doch die liefde was
bh hem ook daar binnen en brandde heet atsvuur.
Zij had het immers gevoeld op dien avond van haar
verloving. Toen was er van hem overgeslagen een
wilde gloed, waarvoor zij zelfs geschrokken was.
En nu?
I-eertijd der liefde! Zoowel hij als zij moesten, het
loeren. Die scbuw-teedere meisjesliefde moest op
groeien tot de groote, sterke vrouwenliefde.
Zij haalde diep adem ,als Vilde zij haar ziel ver
ruimen. Daarbij rook zij een geur, dien zij, nog niet
bad opgemerkt, en als om zichzelf daarvan te be
vrijden, stiet zij haastig de ingezogen lucht weer uit"
„Kijk," zeide Detlef, en wees terzijde waar d,e
moerassen zich uitstrekten, „Kijlc, de zon trekt weer
uit het Moor de dampen omhoog. De lieele vlakte
moest eens goed gedraineerd worden, dan, was er nog
wel een stuk goed land van, te maken. Maar
Met een, schouderophalen brak hij af.
Leone stond rechtop in den langzaam voortrijden
den, wagen en keek naar het voor haar golvend graajn,
en naar de veruitstrekkende moerassen. Het was eetn
onaangenaam gevoel dat zich plotseling van, haar mees
ter maakte. Was het, 't moeras spook dat over de
gronden zweet de en hoorde zij zijn, wiekslag? Er liep
haar een siddering langs de ledten.
Ook op Palmer had zich plotseling een drukkende
3ost gelegd en terwijl ook zijn blik over het moe
ras waarde, gingen zijn gedachten ver weg weer
■den ouden weg langs naar mevrouw Jutta en de oude
vraag boorde zich weer in zijn moe brein: „Wanneer
je gewacht had. slechts éen dag, slechts éeu
uur nog maar had gewacht."
En rechts en links golfden de aren en die
naast hem zat en wier teederen blik hij voelde was
zijn bruid. En wanneer de sikkel de velden had kaal
gemaaid, zou zij zijn vrouw zijn.
Hij veegde zich langs het warme voorhoofd en
zich met geweld tot kalmte dwingend en zich wak
ker schudden,d uit de zware gedachten, zeide hij
F.en Calvinistisch staatrecht is er dus niet.
Steunt de coalitie dan op het Roomschc slaals-
rech.tr Dan we te Inen, dat dr. Küypèr schreef (Ons
Program, .bi. 51):
„Bat het Roomsche staatsrecht, wpar het inging
vond, steeds op tyrannie en voiksbedèrt uitliep."
Men is dus blijkbaar zonde:' 'staatsrecht
Dc Bijbel geeft evenmin uitkomst. Dr. Kuyper er
kende (De Standaard, 7 Juni 1907; dat de openbaring
„voor de politieke dn sociale vraagstukken geen
gereede conclusie biedt".
Gelijk ook mr. Lobman zei (Hand. Tw. Kamer 1905-
1909, bl. 537):
..De Schrift geeft geen politiek Systeem."
Het is aan dc rechterzijde op hel terrein der po
litiek dan ook één en al verdeeldheid.
Het ch ris tel i jk-his lorisch Kamentei mr. Van Idsin-
ga zei (Hand. Tw. Ivamer 1908-1909, bl. 308):
„Het is volkomen waai', (dat de Christelijke begin
selen hoegenaamd geen waarborg geven voor een
heid ten opzichte van belangrijke punten van p ac-
tisché politiek."
Dc leider der ohristelijk-historiljchen, mr. Lobman,
verklaarde op een vergadering,dat „buiten de christe
lijke beginselen" vallen" („zij "houden geen verband
met 'die diepere beginselen") (Land en Volle, 14 Nov.
ïmyi
le de drankwet
2e de verzekeringswetten
3e dc sociale wetten;
4e de belastingswetten
5e de kwestie vrijhandel of bescherming;
6e de leger-organisatie;
7e de kustverdediging;,
8e de administratieverechtspraak.
Al die zaken zei de heer Lohman „vallen
buiten de eigenlijke christelijke beginselen. Zelfs de
kiesrechtregeling raakt die beginselen-niet". Wjelnu, heli-
ben wij dan niet liet recht 1e vragen, wat er eigenlijk
wél onder Ale christelijke (lees: rechtsche) beginselen
valt r Schier alles blijkt er buiten te vallen. Vanwaar
dan het bestaansrecht der coalitie
Het Is hopelooze verwarring.
Wat de één christelijk noemt, nocmj de .ander anti
christelijk. Dat komt van al dat gesol met jeuzen.
Vraag hel slechts aan prof. Fabius. Niet door een
hooger beginsel, niet door een diepere eenheid wordt
de coalitie gedreven en beheerscht, maar door "de zucht
naar Kiacht en succes. Prof. Fabius heeft het ronduit ver
klaard -dal naar zijn' oordeel het beleid van 't kabinet-
Heemskerk socialistisch js, uitwendig door bijbelteksten
„verchristelijkt". Is dat geen kras oordeel r Zoo komt,
gelijk in het godsdienstige, ook ii het staatkundige hei
gebrek aan eenheid in de coaliti; uit. Het katholieke
dagblad „Het Huisgezin" heeft trouwens erkend, dat
die verschillen zóó groot zijn, dat van een sociale
wetgeving in chiistelijkén gèesl geen sprake wezen kan.
In zichzelf is de coalitie dan ook verdeeld, in zich
zelf heeft zij de diepste verschillen, maar zij tracht
die uit overwegingen van stembus-succes te verdoezelen.
De waarheid echter heeft zich in de praktijk al meer
malen geloond.
Wil men .voorbeelden r
Men, speurc eenvoudig een paar feiten na uit de
laatste jaren.
Daar is de Bakkerswet. Bij de stemming hierover
bleek aan de rechterzijde hopelooze verdeeldheid. Alle
c h ris tol ij k-hist orischen slemden ér tegen, benevens pen
aantal katholieken en anti-revolulionnaiven.
De SteenliouwerswetOok bier kwam van rechts
ernstig verzetalleen door aanneming rhn een belang
rijk amendement-De Visser' werd _h el goeddeels ge
broken.
De Verzekeringswetten. Mi-. Van Idsinga en mr. Lob
man gingen,: er in hun nota fej .tegjeu te keer. De eerste
noemde ze puur socialistisch. Eiï alleen door n ver-
bazenden politieleen' zwaai Stemde de laatste voor 'dc
dwangverzekering.
De Zondagsrust. Amendementen om tentoonstellingen,
die op Zondag geopend waren, niet te subsidtecren,
wenden verworpen, met medewerking van een deel
der rechterzijde.
Ziekengeld. Een amendement, om geen ziekengeld
te geven als de ziekte door onzedelijkheid ontsiond, werd
verworpen: een deel van rechts vóór, een ander deel
tegen.
De echtscheiding. Het ontwerp hieromtrent i> door
een commissie van reehlsehe heeren hevig bestreden
het zou.... de onzedelijkheid bevorderen
Er is geen eenheid.
Heel deze coalitie is kunstmatig. Feir begeerte naar
macht, invloed, subsidies. Ja, als het daarom gaat:
dan is er eenheid.
Als het er om gaat, een raadsheer 'le benoemen
in den Ho ogen Raad, en niet .te vragen wie de knapste
is. .maar wie tol een bepaalde kcifc J>ehoort dan
is er eenheid.
Als pet er om gaat subsidies van Jpnnen gouds
toe te staan voor bijzondere scholen, voor confessioneel
onderwijs, voor de propagindatinstituten der rechter
zijde dan is er eenheid.
Ais het er om gaat. goed te praten de benoeming
van. een kruïdehjér, die z'n eigen taal niet schrijven
kan. tot schoolopziener, omdat hij tot de kerk behoor!
dan is er eenheid.'
Maar een eenheid, gegrond op gelijke denkwijze,
op eenzelfde systeem van staatkunde op eenzelfde p o-
gram: die is er niet. En om -te doen of zij er i>.
schermt men dan met misleidende leuzen.
VAX ALLES EX NOG WAT.
door het gevoel gedrongen, dat hij Leone iets schul
dig was en haar een genoegen moest doen: „In den
tuin van het Kurhaus is het vanmiddag1 concert. Wil
len wij ons daar eens laten aien?"
Veel liever was zij nïértonderal die vreemde nien-
sehen gegaan, maar lachte hem •een, blij ja toe. ge
lukkig als zij was, dat hij iets doen wilde, waarvan
hij dacht dat zij het aangenaam zou vinden.
Voor het Kurpark stegen -. zij uit en liepen arm i|n
arm de richting in, waar de mualek speelde en aan
gedekte tafels de zomergasten zaten, zoowel als de
autoriteiten van't plaatsje. Aller oogen richtten zich
paar hen, toen zij verschenen, precies zooals Palmer
het zich had voorgesteld en het een jong meisje
aangenaam moet zijn, als zij zich aan den arm
van haar verloofde vertoont.
Hij zelf kwam zich zeer belachelijk voor en hij
ging met neergeslagen blik de menschen voorhij. van
wie hij velen kende en groeten moest. En hos die
menschen hem dan monstexxten,, hem en haar
met blikken die allerlei spraken,
Hij was er Leone zeer dankbaar voor, dat zij van
den breeden hoofdweg een zijlaan insloeg. Slechts die
vogels sprongen en k w uikeleer.d en -da ar in de boscajes
en koesterden zich in de zonnestralen.
Daar vilei een zwarte schaduw in het licht. Eeno
hooge, opvallende vrouwengestalte kwam den hoek
van de laan om. Die wierp de schaduw in al deze
zonneweelde. Licht en wiegend kwam zij nader en
toch was er iets in haar gang als moest zij diepe
voetsporen achterlaten. En de lichte, zwarte zijden
mantel, die over haar licht-gekleurde japon was ge
slagen, fladderde donker als de vïéngel van n nacht
vogel in de lichtende zomerpracht.
„Zie toch eens Detlef welk eeoV wondërbai-e ver
schijning."
Leone's woorden Wekten Palmer uitamn do: ge
peins op en in het volgende oogenbiiir 'schoot hem
een bloedgolf naar het hoofd, zoodat hij meende daar
in te zullen stikken.
„.Tutta!" Een donder seheeu, het te zijn die haar
naam dreunde en toch kWtim er geen geluid over
zijn lippen. Zijn voeten gingen, verder, en hij hoorde
het toch van onder zijn Vöetén klinken en slijpen
de oude keten \an zijn onverloste liefde. Toen zei
hij luid: „Het is mevrouw Jutta Gcrland, lieve Le
one
„Die is het, die
Zij riep had, als had zij zich reeds oen vast beeld
van deze vrouw gemaakt en de wetkelijkhoid wierp
haar fantasie geheel om.
Parijs, 27 MeiMl 913.
Nu i.s het zonxer!
Geen politieke zomer, geen komkommertijd nog
want het minïsteriëeie raderwerk draait, nu er won
der. boven, wonder .geen criisis aa.n de lucht is, full
speed, alle officiëele colleges vergaderen, verkiezin
gen hebben plaats en er is dus dagelijks nieuws du
overvloed om de plaats die in de dagbladen na op
name van languitggspohinen verhalen met griezelige
détails omtrent allé mogelijke moorden, aanslagen en
zelfmoorden overblijft te vullen,.
Maar het is zomer in d!e lucht.
Eerste symptoom daarvan is dat de metro frisch
schijnt. Zoolang de buitenlucht niet bepaald zomer-
warm wóydt'isj'dat anders. Dan voelt het warm aan
op de stations en in de treinen en men schrikt al
wanneer men, 's morgens de trappen van een der
eindstationsafdiende, dadelijk wordt aangegrepen
door den geur (van Parijs.
Want men'; kan 'Parijs ruiken.
Evenals ieder.'.dSèr, ieder nxensch en ieder huis.
heeft ook iedere,- stad. zijn, eigen „luchtje1". En dat
van Parijs i£^erk*én' benauwend. In de buitenwij
ken is het niet zóó - erg, daar merkt de meerder
heid der bewoners Wet aj heel gauw niet meer.
Maar in. het centrum op de groote boulevards en in
de kleinere straten('die daarop uitmonden, kan het tot
een obsessie wórden en men mioet al heel lang hier
wonen of een verbazend slechten neus hebben,
om het heelemagl niet meer te raerke{n.
Tweede symptoom van het zomerweer zijn, de
openluchtmeetings.
Verleden, Zondag waren er twee. Eene van, de sta
kende bakkérs in het Bois de Vincenn©s. Stakende
bakkers, ja dié moeten er beslist nog zijn in Parijs.
Alle couranten zeggen het en de autoriteiten nemen
overal maatregelen om ongeregeldheden te voorkomen,
Men ziet zelfs voor enkele bakkerswinkels soldaten,
op post staan. Maar totnogtoe heb ik en tout-
Taris met mij er nog geen stukje brood minder
om gegeten of duurder om betaald. Het publiek
merkt er niet§,, absoluut niets van. En toch moeten
er zelfs vele .zelfs duizenden stakers zijn. Zooveel
hakkersknechts, let wel ik spreek hier njlet. van bij-
loopers maar van bakkersknechts van beroep, wo
nen tenminste geregeld de stakers vergaderingen bij
en zijn dus bij de vakvereeuigangsbesturen als ..sta
ker" bekend. Maar al de Parijsche bakkers bij elkaar
missen maai* een 600 a 700 knechts op het werk.
Hoe rijmt zich dat te zaam? Men beweert dat velen,
die 's morgéns de stakersvergadering bijwoonden!, 's
avonds weer' stilletjes bij hun baas gaan werken.
Dat zon dan bewijzen, dat werken altijd nog de
beste financiëejê resultaten oplevert, maar dat het
toch ook Wel nuttig en prettig i's als staker bekend
te staan. Nu' als men van, de meeting in het Bois
de Vincennes verneemt laat zich dlat wel begrijpen.
De heeren liëSüen er gspicniet, muziek gemaakt, ge
danst en g.'è e,"n redevoeringen gehouden.
Dan ging het op de meeting tegen den, a-*!ejarigan
dienstplicht op den Pié St. Gevvu'-s serieuss*, ik zou
haast zeggen „T-Iollandscher", toe. Daar redevoerden
n'pi; minder dan, veertig orateurs. Ki" was eén «-nor
me mpiischenrjafsa. zeker vele tk-ndii ,;c*iden er wa
ren zelts (poi.linke tinnegieters die de menig!j "p
paar hor. de* eten j zend sch PW. Jaurós ositeu
leerde woest-heftig.Z'n silhouet stak tegen den hel
deren hemel af als een trekpoppetje waarmee ge
speeld wordt. En als mijn kinderen, zoo met een
trekpoppetje speelden kregen ze beslist eeii| uitbran
der dat ze hun speelgoed niet. moesten vernielen.
Aan Vaillaht, den nestor der kamerleden werd een-
ware ovatie gebracht. De internationale klonk ieder
oogenblik over het veld, afgewisseld door een zeer
on-Fransch, on-li ar manisch: „hu hu. les trcw's ans
hu hu. les trors ans". een dichterlijk politieke
ontboezeming staande .op de hoogte van ons onverge
telijke „öokikie bokkie bè".
En toch was deze demonstratie een fiasco.
Want er waren wel verschrikkelijk veel menschen.
maar 't was dan ook zulk heel erg mooi weer. MMen
I zag duizenden menschen tegen den heuvel, die het
hoogste punt van den Pié St. Genvals vormt, aan
gevlijd, ver van de redenaars. Men zag jongelui en
meisjes en .kinderen, die zich best amuseerden. 'Er
was zelfs een communiquantje met ö'r heele fami
lie. En de stroom uit de stad verminderde goen oogen
blik tot het eind© der demonstratie toe. Neen, waar
lijk. het Week-niet heel erg duidelijk dat de meer-
Lij stapten steeds dichter op elkaar toe. Palmer
haalde d n hoed van het hoofd, over zijn gelaat
lag het maskert der koele beleefdheid. Leone echtet
boog het fijne kópjè met de zware blonde haar-
pracht.
Dan stonden zij- tegenover elkaar en het was me
vrouw Jutta. die liet eerste, woord sprak. Lachend,
kinderzoete klanken zooals steeds, slechts in de
cogen een brandend, licht, als zij spra'-:.
„Dat was Vroeger nog niet daarin", daciit Dét'ef
en had het gevoel, als moest hij luid daartussehen
schreeuwen!, opdat hij slechts haar stem niet, zou be
hoeven te :hooren, niet behoeven te hoorcu hoe haar
eerste woord een gelukwensc-h was.
,.Ah kijk eens. beste kapitein," riep zij en strekte
hem de hand tegen, zeer op haar gemak, voorbereid
op dit oogeiiM%j,„mijn gelultwensch hoor met. dat
wat zich in uw £éyen heeft veranderd, sedert, wij el
kaar de laatste maal.hebbein, ontmoet."
Haar lachende blik keeik! naar Leone, keerde dan
weer naar Pal me* terug en bleef afwachtend aan
zijn lippen baWgeri:
Koel en .y.ormelijk,: stelde hij, terwijl hij de hand
van mevrouw Jutta uit rite zijne Het glijden de da
mes aan elkaar voor. Juffrouw Leone Hatton,, mijn
verloofde mevrouw .Tuitta Gerland-"
Mevrouw ut'fA, tegen Leone buigend en haar
niet onverholen welgevallen in het gelaat ziendie,
reikt» ook haar de rechterhand. „Alles geluk ook
u. Ik heb mij op" dit oogenblik van, persoonlijk1 lee-
ren kennen: zeer verheugd. Van aanzien kende ik u
reeds en wol sedert uw verloving, die ik als ge
tuige op den achtergrond heb meegemaakt."
Een dankend lachje van Leone was het antwoord.
Palmer roerde zich niet, slechts uit zijn oogen ging
een blik als een sissende bliksemstraal naar1 mevrouw
Jutta, die zich wendend tot Leone ih betooverend©
vriendelijkheid voortbahbelde:
„Ja. ja, ik zag- u toen. Ofschoon ik niet houd van
dat massa's genoegen,; kwam bij mij op dien avond in
mijn eenzaamheidthuis, plotseling het onweerstaan
baar verlangen op om ónder gelukkige en vroolijke men
schen te gaan.. En mijn verlangen werd volkomen
bevredigd, want ik zag twee gelukkigen."
Licht het "hoofd naar Palmer wendend, lachte zij
hem loerend toe.
Het oude lachje. En het oude spel. Als een, gil
lend lachen sloeg het plotseling in hem op. Dwaas,
ijdele dwaas, die hij geweest was, om nog eenmaal
bij haar aan ernst en waarheid te gelooven. Leu
gen en spel. Als was het een schild waarmede hij zich
derheid der meetanggangers uit nieuwsgierigen be
stond en Zondagswandelaars en het enthousiasme,
verre beneden dat wat wij in Holland op de Alge-
meene Kiesrechtmeetings kennen, was dar. ook wel
heel mager.
Dan is er aan den anderen kant heel wat meer
stemming in den lande voor „la loi des trols ans",
de wet op den driejarigen dienstplicht, een evenknie
zoo ongeveer van de wet op het blijvende gedeelte,
waarmee minister Sabron een jaar of wat geleden half
Nederland op zijn kop gezet heeft Of die stemming
nu niet voor een zeer belangrijk gedeelte door be
langhebbenden systematisch wordt aangekweekt, zou
ilc niet durven zeggen, veel minder ontkennen. Het
is toch maar een feit dat men op het platteland vrij
wel als vaststaande aanneemt: „Duitschland is van
Plan ons aan te vallen, plotseling, met de troe
pen die het in vredestijd on.der de wapenen heeft,
zonder eerst zijn reserve op te roepen", en liet is
ook een feit dat dergelijke enormiteiten door de
verlofgangers in hun dorpje worden verteld met de
toevoeging: „de kapitein heeft het zelf gezegd." On
der zulke omstandigheden heeft natuurlijk niemand
ooren naar de argumenten der tegenstanders die be
weren dat de oorlogssterkte van liet Fransche leger
er geen mannetje grooter om wordt, of men de
soldaten in vredestijd al drie inplaats van twee jaar
onder de wapenen houdt en dat een oorlog zonder
voorafgaande mobilisatie om allerlei technische re
denen, die wijde worden uitgesponnen. toclrt on
mogelijk en ondenkbaar is.
|4,
Zelfs
negeert men die motieven van generaal Por
ei'1. die er op wijst dat in eik geval iedere mobilisatie,
wachten moet op de mobilisatie van... de paarden e.n
dat deze. toch altijd langzamer gaat dan de mobilisatie
van menschen, omdat paarden hu eenmaal tic aan
plakbiljetten niet kunnen lezen en naar aanleiding daar
van zelf 7iaar 'bun garnizoen gaan.
't Is ook de vraag .of dit argument op den duur
wel steek zal houdien. Do tellende en rekenende paar-
(den in Duitschland zijn natuurlijk - al 'iang
door dergelijke geleerden in Frankrijk gevolgd en jnen
heeft het zelfs zoover gestuurde eene tentoonstelling
foei, 'dat woord past hier niet meer een congres
van „intellectueele dieren" te organiseeren.
Badinage a part oftewel alle gekheid op een slokje.
Het 'hoeratje, waarmede „la loi des trois ans" er liter
door wordt gesleept is een leelijk symptoom van den
Duitschervrees en Duifscherhaal, die bier nog steeds
bij de groote menigte heerscht, een vrees en een haat
die gevaarlijk kunnen worden als de politieke hemel
opnieuw betrekken mocht.
Hel is geen wondei* dat tegenover dit alles een
reactie opduikt in den vorm van taiiooze ongeregeld
heden in de kazernes. De regeering wil die ongeregeld
heden als alleen maar het gevolg van anti-militaristische
propaganda voorsteilen en heeft in yten afgeloopen
nacht zelfs lner in Parijs en in 60 andere steden de
secretariaten der vakvereerugingen doen doorzoeken om
hunne schuld te kunnen bewijzen. Inderdaad zijn vele
antimilitar istische geschriften, correspondenties met sol
daten. strooi- en aanplakbiljetten gevonden en daardoor
zal de publieke opinie wel sterk beïnvloed worden.
Maar of men er daarom in zal slagen de beweging
den kop in te drukken, dat is minst genomen, twijfel
achtig. J
OCTOPUS.
Reclames.
Rugpijn is een verschijnsel, hetwelk niet verwaar
loosd dient te worden want meestentijds duidt h.et
aan, dat de nieren (welke onder 't smalle gedeelte van
den rug zijn geleden, aangetast zijn of bedreigt wor
den. De pijn kan licht, vaag dof, onophoudelijk of met
lusschcnpoozen optreden, zij kan van betrekkelijk weinig
hinder, een gevoel van zwaarte, stekend of snijdend zijn,
zoodal bukken haast ondoenlijk is.
Zelfs wanneer zij Let gevolg is van eén gevatte
koude, een slag.of val mag zij niet verwaarloosd wor
den. Bij hen, die aan gewrichtspijnen lijden, is zij
een waarschuwend" verschijnsel, dc' voorloopster van
rheumatiek, jicht, zenuwpijnen, heupjichl, ïn het kort
zij wijst op lichamelijke verwoesting door urinezuur.
Andere gevolgen kunnen zijn nier- of blaasontsteking,
uremie urinezuurvergiftigingi, waterzucht, niersteen.
Fester's Rugpijn Nieren Pillen genezen de rugpijn,
omdat zij haar aantasten in haar werkelijiken oor
sprong: de nieren. Zij "herstellen de nieren, wanneer
deze verzwakt of aangedaan zijn, zij lossen op uitste
kende wijze het urinezuur op en voorkomen dien
tengevolge tal van gevaarlijke ziekten.
Te Schapen verkrijgbaar bij J,
Rot* ans, Molenstraat C14. Tse
zending geschiedt franco na ont
vangst van postwissel af 1.75voor
©én, of f 10voor zes doozen.
fiisctt de echte Foster's Rue-
pjjn Nieren Pillen, weigert e'ke
Joo8, die niet voorzien is vaD
nevenstaand handelsmerk
dekken kon voor haar, zoo riep hij het zichzelf toe.
Ja het oude spel. Voor haar nog prikkelender, en
aantrekkelijker geworden, in zijn nieuwen vorm.
Leone had iets gezegd, maar hij hoorde het niet;
eerst de stem van mevrouw Jutta, die antwoord had
gegeven, drong weder in zijn bewas zijn deer.
„Zoo w^as u vroeger reeds in Lindenstedt, kent u
dezen gelukkigen man dan misschien reeds langer?"
„Ik droeg nog de korte rokken, -coen wij elkaar
voor de eerste maal zagen", antwoordde Leone.
Mevrouw Jutta wiegde het hoofd als in een onhoor
bare melodie: „Dus een oude liefde."
..Van mijne zijde een heel oude ja." Een zacht
blozen op de wangen, in de oogen, een stralende lief
die, zoo keek Leone Detlef aan.
Mevrouw Jutta lachte Een zacht kirren. „Een
eerste liefde beste liefde. Gij benijdenswaardige
man, die haar zoo vond,;; «3 eerste de- beste."
Als was die koozende stem eua gierende zweepslag
geweest, clie hem getroffen had, zoo sprong Pa,l -
mer op.
Mevrouw Jutta zeide evenwel afscheid nemend vol
dringende hartelijkheid: „Op een spoedig weerzien?
Laat niet te lang op je wachten beste vriend, ge
moet mij spoedig uwe hefooverende. bruid brengen,
anders,met een vast ge baai' strékte zij naar
beiden de handen ui|t „haal ilc haar mij op
een goeden dag met ge,weld."
„Dat zal hij mij niet noodig zijn. Ik, kom slechts
te gaarne, wanneer giji mij wilt ontvangen, mevrouw,'
riep Leone, die door mevrouw" Jutta's aard als be-
tooverd was en de haar toegestoken hand hartelijk
drukte.
„Dus tot weerziens!", herhaalde nogmaals me
vrouw Jutta, maar Pa'mer maakte niet de minste
beweging haar andere hand te grijpen en toen stak
zij hem. die nog verder toe.
Toen hief hij langzaam den arm op en zijn vinger:
raakten nauwelijks de hare. aan, hij boog diep en
zeide kalm: „de hooggeacht© mevrouw is al te vrien
delijk."
Dan deed hij een stap achteruit en liet mevrouw
Jutta tusschen zich en Leone door haar weg ver
volgen. Zij deed vlug een paar schreden, dan; draai
de zij zich met, een snelle beweging om en knikte
hen lachend toe- Onder den laag afhangenden rand
van haar grooten zwarten hoed schitterde haar wit
gezicht. Ban ging zij rustig verder en de korte sleep
van haar zwarten mantel ging ruischend over den
kiezel vap het pad.
Wordt vervolgd.
D
tfaa
P
E
?in
ran
aüi
A
in 1
toK
mdi
3ur
1'
3tra
Ran
lik
;en
ten
Bra
3ra
~T
1L
feet
H
Sc
T
Dc
Sb
Hi
Pra
tere
vra;