Da eerste de bests. 57ste Jaargang No. 5204 i OU ROT. Arrondissem^nts Rechtbank te Alkmaar. Zitting van Dingdag 8 Juli 1913. j RUSTENBURGER KERMIS. Het eerste bedrijf van de abonnementsvoorstel-1 ïng van heden voerde ons naar Rustenburg in de I gemeente Ursem Daar was het den 25sten, Mei en »olgende twee dagen lustig-op kermis. Dansen en ^pringen. schreeuwen, zingen, narren, en dwingen,.j "™^aar hartelust. Aan die laatste uitspanning ging i Klomp, een timmermansgezel zich ten zeerste te luiten. Hij maakte met zijn halsstarrigheid, voora,l j oen hiji die tegen, de politie aan den dag legde, dat tij die eer geboot om op de rol1 van strafzaken voor teden no. 1 te staan. 't Was in, het; cajé van Jan Kok dat hij zijne liefelijkheden in het breede ten toon spreidide. En hen zoo' n gangmaker brengt de heelie boel aan het Esten. Met een apibitie, een betere zaak waardig, fverd er dan ook al gevochten om een uur of elf. a 3toeLen, drinkglazen, niets was er meer veilig j en Scheen der vernieling ten prooi. Klomp draalde er bij deze gelegenheid wegens mishandeling van den politieman Zaal tusschen en I jrerd vandaag opgeknapt met een eisch tot f 7.- I boete of 7 dagen hechtenis. En n,u vooreerst maar niet meer zulke grapjes Jan, want de O. v. J. heeft je niet voor niets laten,.- hoorenj dat het dan wel eens I,zitten" kon. worden- TUSSCHEN DAMES. Juffrouw Konjjn, geboren Bouwmeester, zou je zoo Badelijk niet aanzien voor 48 jaar zooals ze opgaf te zijn. Maar daarover zullen we 't niet hebben. Deze juffrouw dan, wier man conducteur is bij de ■BHH.S.M., heeft een buurvrouw, de ega van Jaap Borst.. Die is vrijwat jonger en geniet volstrekt niet de eer, bij buurvrouw in een goed blaadje, te staan. Integendeel! Je moest eens hooren wat ze allemaal wel van juffrouw Konijn heeft moeten aanihoorejn. |t. Is niet om weer te vertellen,: Daarom zwijgen we er ook maai- van. Maai- juffrouw Borst was diep be- leedigd. En dat kun je haar waarachtig niet kwa- r lijk nemen. Evenmin als dat ze er werk van heeft gemaakt. Ze had nu eindelijk eens een, getuige in de persoon van Wilhelmïna .long, ega van mijnheer Bargsma. Lajiig genoeg heeft het jonge vrouwtje allerlei moois van haai- oudere buurvrouw moete|n Slikken, zondier dat de zoo hoog noodlige getuigenis te krijgen was. Toch liep het ook nu weer op niets uit. Vrouw (Borst toch zei, dat ze op Zaterdag 25 Mtei is uitgescholden geworden. De 25ste wasi echter een Zondag en zij houdt staande dat het op Zaterdag geschiedde. Nu kan dat best waar zijn, de stuk ken spreken van Zondag 25 Mei. I Nu de hoofdgetuige, de aanklaag sterf zelve al be gon te zeggen, dat er dien dag niets was voor gevallen, bleef er voor den O. v. J. al niet veel anders over dan vrijspraak vragen. Waartoe. Z.E.G. dan ook al heel gauw overging, terwijl juffrouw Bergsma niet eens gehoord behoefde te VERZET TEGEN DE POLITIE. Bleek en slap zag de jonge Simon Ov.d van Enk huizen er uit, die nu als beklaagde volgde. Wat bij op 1 Juni deed was volgens agent Talsma, die last genoeg met hem gehad heeft, niet het werk van Iemand, die zegt lijdende te zijn. Wel overlegd was kijn verzet tegen de politie, waarbij] hij Talsma nog Sen schrijnende wonde aanj "'het rechterbeen bezorgde. E" de jongeman, die zoo bereidwillig was den tob- benden en zwoegenden politieman te helpen, kreeg bok zijn deel van dën dollen en razenden apres - knt. I [apt. Eorst herrie schoppen in een herberg als hij geen klokjes meer kan krijgen en dan als de poliitiie hem |n zijn eigen belang, aanmaant om met zijn moeder knap naar huis te gaan, nog mishandeling op, dein koop toe! S ij ment je verdien l de 7 dagen gevangenis- i straf wel, die tegen hem werden gerequireerd. OOK GlOION' PRETTIG HEERSCHAP. Een ander, even prettig heerschap in den om gang. is amice Zijlstra uit Medemblik, Pokke, aldus is hij gedoopt, waarschijnlijk dn een, onzer Noorde lijke provinciën, liep den 2'5sten Mei over van be reidwilligheid. Hij was zelfs bereid om. zogxler daar toe te zijn aangezocht, Nieolaas Tromper, den ge meenteveldwachter, een mes in 't lichaam te stoo. ten. Waar deze lood- en zink werker reeds dicht bij het middernachtelijk spookuur met dergelijke zacht zinnige voornemens de openbare veiligheid van den publieken weg nu niet bepaald bevorderde, vond Tromper het dienstig den man op te brengen, ook om de ijzingwekkende bedreigingen, die mijnheer I goedvond te uiten. Maar 't was bar. zooals Fokke zich verzette. Niet alleen dat hij den agent diens wapenstok ontnam, maar 't was zelfs noodig, dat Tromper hem met de sabel op zijn baadje gal. Ook was de hulp die de spoorwegwerker Jan Wiedijk den agent bood zeer welkom en tevens noodig. Zijlstra werd natuurlijk met vette letters opge- kalkt. De lastige sinjeur is gelukkig uti Medemblik vertrokken. Gevorderd werd 7 dagen gevangenisstraf. EEN VERNIELDE VOETBAL. Een 65-jarig landbouwertje te Medemblik, Theo- I dorus Slijkerman genaamd, kreeg „almaar" een groo-. ten voetbal in, zijn land. Dat lapte dje Pootballclub M.P.C. hem zoo netjes. Die repeteerde op 'n groene 1 wei vlak naast; zijn grond, 'n Slootje tusschenbei- j de. SI ijk ie werd dat geduvel tusschen zijn kwistig ontluikende bieten, meiraapjes en -knolletjes zoo loof, zoo heel erg loof, dat hij op een keer, of 't een goeie of een kwaje keer was doet er niet toe den voetbal zelf eens uit zijn bouwtje zocht inplaats van dat als immer, die vermaïedeide voet ballers te laten doe®. En meteen sneedf hij den drie dubbel gehaten bal aan flarden. Met groven wel - lust zag hij neer op de treurige overblijfselen, van datgene, wat zoovele jonge harten van rapper luid- jes als hij, stramme ouwe kerel, in, vuur en vlam placht te zetten. Nu zou dat geduvel dan toch wel eens uit zijn. A'l maar weer opnieuw die vele kijker* op z ij n grond, glurende naar dat wilde getrap, 't was om pietertjes van te worden. Maar nu dreigdie een, ander on,w(eer den oude. Na melijk (lat hij. wegens wederrechtelijke vernieling van den, voetbal, hier voor de vierschaar mocht compa- reeren. En ja. 't moest erkend worden, ook door hem, dat hij, den lsten Juni de gruweldaad had-be gaan. Daarmee heeft hij de zomermaand nogal ge denkwaardig ingezet, want er werd wegens de ge pleegde wederrechtelijke vernieling than» tegen den i ouwen Slijkerman... 50 cents boetq of 1 dag brom men geëischt. Als dat zijn vonnis wordt ook, dan zal hij nog blij mogen kijken. ...TUSSCHEN BAAS EN KNECHT. Piet de Graaff, een 24-jarige zeilmakersknecht uit 1 Hoorn, kreeg met zijn baas Lepn Bakker aldaar, j den 24sten Mei bij het ontvangen van het week- j loon eenig verschil. Niet alleen dat hij meer centen j per uur had wenschen te ontvangen, maar ook de j bemerking, dat hij te laat aan de werkplaats kwam I smaakte hem heel slecht. Dan moest de patroon I ook maar 's morgens om 6 inplaats van om 8 uur daar zijn.' Dau kon hij van controle spreken, nu niet. De baas wou zich de wet echter niet door z'u knecht 'aten voorschrijven. En zoo raakten ze al erger aan 't hassebassen. Het eene woord lokte het, j andere uit en Piet, in zijn; verhitte verbeelding mee- nende, dat Bakker hem wou grijpen en de deur ui-'t- doen, w as zc>o driest om den patroon te slaan. Wat twee getuigen hebben gezien. Aangifte volgde na- i tuurlijk. En de geschiedenis eindigde vandaag voor Piet, met een eisch tot een, tientje boete betalen, of 10 dagen brommen,. NIET GEMAKKELIJK UITGEVALLEN. Oene Edeleubosch was in zijn woonstedeke Enk hulzen op Zondag 8 Juni jl. wa,t dorstig en dies zeulde hij het café van, Jan Zilver binnen, of be ter gezegd, dat van Kees Stapel, want van dezen huurt Zilver het zaakje. Enfin, Oene is zeker wel bekend met het liedje; En kom smeer jij je keel en kom zalf Jij je borst, Altijd heb je tierelier en altijd heb je dorst... Hij smeerde en tierelierde er tenminetë ongemakkelijk op los. Met dit gevolg, dat hij het ten slotte zoo versierde, dat drie wakkere mannen ter redding moesten spoeden om hem de buitenlucht in te werken. Nijdig, dat hij ruimte ge ven moest, rammeide hij een paar glasruiten tot splinters en scherven. Maar het kan nog wel een onpleizierig Zondagje voor 'm worden. Wan,t de O. v. J.,requireerde heel netjes: 5 dagen de nor in. WEER EEN UIT ENKHUIZEN. Harrn WiJlems woont ook te Enkhuizen, waai1 hij de visscherij beoefent. Ook de vechterij vindt in hem een liefhebber Op 10 Juni jl. was hij daar mee heel druk bezig. De smid J. Hajsma, en. diens vrouw kregen beiden opslag van den visscher over een kwestie, waarin ook een klein, jongetje vaneen der beide partijen een rolletje speelde. De twist liep hoog en vrouvr Willems kwam haar man dan ook nog helpen. Hij kon het zeker alleen apdeirs vrijwel af en heeft in elk geval wël het leeuwen aandeel in de gepleegde mishandeling op het echt paar Haima. Karni stpnd althans alleen terecht des wege. De O. v. J. eisehte met toepassing van art. 300 van 't Wetboek van Strafrecht f 7 boete of zeven dagen hechtenis. TWISTENDE TESSF.LA.ARS. Reier Johannes Daalder van Texel was de laatste beklaagde vandaag. Hij heeft den 24sten Mei mis handeling gepleegd op zijn eilandgenoot Job van de Vlies. Er was dien dag een voetbaloefening op het eiland, waar dat edele spel ook al is doorgedron gen. Een paar kinderen van Daalder hadden ruzie met andere kleine jongens en Job zei, dat ze geen ruzie mochten maken. Kun je Job gelooven, dan heeft hij verder niets tegen de kleinen ondernomen en ging hij slechts Daalderis tuin door om mee te j gaan met een kennis, om diens rijwiel daar vandajan i te halen. Maar Daalder zegt, dat dé kinderen ver- j telden dat. v. d. Vliet hen had geslagen, en dat hij nog hen achterna zat. En toen de vertoornde vadiei lob in zijn tuin zag, zon,der dat die diaar hoege - i naajud boodschap had, gaf hij: Job een stoot ach- ter,tegen het hoofd. Zeker om aan te duiden, dat de man den tuin had te veria,ten. Job ging. Maar ook stelde hij de justitie op de hoogte van, Daal- der's- hardhandigheid. j Daalder werd opgeknapt met een eisch tot f 5 boete of 5 dagen hechtenis. A.s. Dinsdag geen zitting. Over 14 dagen wel, voor uitspraken en, nieuwe za ken Feuilleton. Uit eD voor de Pers. J)E POSITIE DER KATHOLIEK E PARTIJ. Over dit onderwerp heeft de katholieke Gelder- sehe Koerier een tweëtal artikelen gehad, waarin de vraag wordt behandeld, welke op staatkundig gebied dc taak van de katholieken behoort te zijn in de naaste toekomst. Allereerst wordt erop gewezen, dat sommigen het eerste belang voor het land achten een „christelij ke regeering". 1 Is er een „Cmistelijke"' regeering, dan moet alles worden opgeofferd aan haar behoud; is er geen „Christelijke' legeering, dan moet op alle manjer getracht worden., de aan 't bewind zijnde ten val te brengen en zoo spoedig? mogelijk door een,.Chris telijke" te vervangen. Deze redeneeriiv», die het voordeel heeft zeer ge makkelijk te zijn en diensvolgens de massa 't meest aan te spreken, lijdt aan gebrek in distinctio en zou in haar toepassing hoogst verderfelijk kunnen worden voor Let Christendom zelf. Dat een Christelijke regeering voor het land het eerste en hoogste belang is. ontkennen wo uatnur - lijk allerminst. Maar het is lang njet zeker, dat een zich „Christelijk" noemend© regeering ook steeds Christelijk is. Het is zelfs mogelijk, dat een regee ring, die zich niet met dien naam tooit, in haar wetsvoorstellen en maatregelen meer overeenkomstig de Christelijke beginselen handelt dan eene, die zich wel Christelijk" heet. Evenals sommige niet- Katholieke landen heel wat Katholieker zijn dan wei-Katholieke. In onzen tijd van „Umwertung aller Werte", in onzen tijd, waarin alle begrippen onderstboven schij nen gekeerd te worden, kan. het voorkomen en het komt voor, dat de oonsequentles der Christelijke leer op staatkundig gebied, zij 't onbewust, meer sympathie en, steun ondervinden; van niet-zich-Chris tonen-noemenden, dan van velen, die zich wei Chris ten hecten. Evenals het voorkomt, dat ongeloovigen beter volgens de Christelijke zedenleer leven dan zelfs geloovige Katholieken. De Katholieke partij zaJ dan ook, wal ze haar roe ping vervullen, wanneer een zich „ChristeUjk"-uoe- mende regeer'ng aan het bewind Is, dezer voorstellen evenzeer aan den norm va» het algemeen belang hebben te toetsen als waarneer een „vrijzinnig" ka binet de teugels in handen heeft. En in beide gevallen zal ze ham- besluitan af hankelijk hebben te stellen van den uitslag der toet sing aan haarbeginselen. Van dit standpunt uitgaande, en in aanmerking nemende, dat de katholieke partij zelfstandig heeft te overwegen en aan het landsbelang te toetsen, wal haar in geval van een „zaken-kabinet" zou t« doen staan, schrijft de Geld. Koerier verder: De gewichtigste factor, waarmede rekening dient gehouden, is wel, dat Grondwetsherziening urgent is geworden. Grondwetsherziening wordt geëischt door links doch niet minder krachtig door rechts. Bij links is het algemeen kiesrecht de drijvende kracht voor dezen eisch. bij rechts de gelijkstelling tusschen openbaar en bijzonder onderwijs. Nu is het in afzienbaren tijd niet denkbaar, t'at ofwel de linker- öfwel de rechterzijde in de beide Kamers een zoo groote meerderheid zal bereiken, dat een har er geheel naar eigen geest deze Grondwets herziening zou kunne® uitvoeren. Men zal dus steeds wederzijds concessies moeten doen en waarschijnlijk aanzienlijke concessies, zoo lang de socialisten een woord hebben mede te spre ken. Er is echter een combinatie van partijen mogelijk welke nu reeds bijna over een voldoende meerder heid beschikt om buiten de socialisten om eene Grondwetsherziening tot stand te brengen. Het zou. zijn een combinatie tusschen de vrijzinnige partijen en de Katholieke. Reeds nu beschikken de vrijzinnigen in de Twee de Kamer over 37 zetels, de Katholieken over 25, te zamen 62. In de Eerste Kamer zullen de vrijzinnigen straks 19 zetels bezetten en hebben de Katholieken er 18. te zamen 37. Bij 'n accoord tusschen deze groepen zouden dus reeds 99 stemmen verzekerd zijn, dat is practisch de vereischte 2/3, aangezien afgevaardigden als Bichon en Van Idsinga in menig opzicht de vrijzin,. zuigen zeer na staan. Men weet overigens, dat eerst een wet moet wor den aangenomen, die de Grondwetsherziening wen- sclielijk verklaart en dat voor deze wet; de gewone stemmenmeerderheid: voldoende is. Dan wordt de Kc mer ontbonden en indien dan, alleen voor het tot stanvl brengen der Grondwetsherziening,, die drie vrij zinnige partijen en de Katholieke konden samengaan, j zou 'n verpletterende meerderheid daarvoor bereikt HOOFDSTUK 15. j „Ik ben het met mijzelf eens geworden tante. Ik wil zwijgen en wachten en pogen het later goed te maken." j Mevrouw Mathilde keek tereluiks even. naar haar Dicht, die bij haai- in den tui® gekomen was en (vier gelaat zulk 'n wanhopige uitdrukking had. Dan laaide zij diep zuchtend adiem. .Waarom heeft de overledene die bewuste papie- fen niet verbrand! Zoo'n onaangename geschiedenis, •van men n|iet} eens goed weet, ol' ze wel waar Want, ik heb het je nog niet gezegd, omdat je ~n woord over hooren wilclet, maar ik heb zoo geïnformeerd, ook op de bank waar je erfe- is.is gedeponeerd, maar niemand had ooit gehooid ra®, d©n bankier Dalsberg, die eenachttien of twón- jaar geleden er stil van door was gegaan naar Amerika. Tenslotte is het nog best mogelijk, dat ion© lorand het heele verhaal nog bij .elkaar ge- .Kundsetrd heeft." Leone schudde het hoofd. „Neen, tante zij was U menseh, die door een geheime kwelling van haar Srweten, gefolterd, werd en die daaraan wiilde ont vluchten en niet kon. Nu begrijp ik dat eerst vol tooien o. nu begrijp ik het." Mevrouw Mathilde staarde naar den grond. Gewe tenskwellingen wat had zij daar vroeger van geweten? Wat bekommerde zij zich om zoo iets naar nu ziij alles wist van deze zaak' A Was haar Herman een opmerkzaam metnpchenkeh 5*er geweest, hem zou al lang de verandering zijn Opgevallen, die er bij zijn vrouw had plaats ge grepen, -sedert haar terugkomst. En wanneer hij eenig idee had gehad van het gebeurde, dë be slissing zou niet lang op zich hebben laten. wa,ch- jten. Zelfs Pajinier zou voor zulk geld bepaald be danken,. A Wanneer men, nu eerst, maar wast of de bednoge- J nen het geld noodig had-den en wanneer dehee-M (erfenis er maar niet mee verloren ging. Want njiert; eens het geld da,t de oudte Morand met speculee- jfen had verdiend, zou Leone al-s erfdeel kunnen worden toegewezen, omdat dit aan renteverlies voor de schuldclschers verloren zou gaan. Niet éen roode 1 cent bleef haar over j „Zwijgen en wachten en later goed maken," had I Leone gezegd. De doktersvrouw hief het hoofd op en over haar gelaat kwam een helderder schijn. I „Ja, Leone. zoo bedoel ik het ook. dan zal alles wel weer goed te maken zijn. Wacht nu eerst maar tot na de bruiloft, tot ge weet hoeveei of Pal mei- voor MoorheMe noodig heeft en wat je dan kunt missen. Jelui kunit ook op Moorheide gelukkig zijn. Palmer kan zijn uiterste best doen, wanneer hij al- I les eerst maar wat beter kan inrichten, als hij het i wat ruimer om handen heeft, dan zal het alles j veel gemakkelijker en beter gaan." j ,,Hoe weet u dat alles? Heeft hij dan zooveel I geld nood'ig?" riep Leone uiit. „Ja, ja." stelde mevrouw Mathilde gerust. „Hoe ik dat a,lles weet - och, hij heeft er hier over gesproken en verteld hoe al-los te regelen zou zijn." „Spreek er niet verder over, tante. Het zal zoo gebeuren. Ik wil mijzelf dwingen en voor ik hem naar beneden doe vallen, eerder zou ik Zij sprak niet verder, drukte de handen in haar oogen en steunde daep. Daar werd om mevrouw Mathilde geroepen. De expediteur kwam en bracht de van Meran aangeko men zaken van tante Morand. „Laat alles beneden brengen in den kelder, tante Mathilde. onuitgepakt. Ik kan niets daarvan aanra- ken en u mcogt het ook niet doen." Leone riep het opgewonden en vluchtte dan naar den meest afgelegen hoek van den tuin. Palmer kwam niet eiken dag en daar was Leone; blij om. Hij had veel op Moorheide te doen en reed j ook j dikwijls naar de stad en Leone had het ge- voel, alsof hij er zich mee bezig hield om haar allerlei verrassingen te bereiden, wat de inrichting van zijn huis betrof. Daaronder leed, zij ontzettend en toch maakte het haar gelukkig, als teekenek zijner Liéfde. „Ga toch eens wandelen, noem toch wat bewe-1 ging,'" zeilde haar dagelijks mevrouw Mathilde, wa,n- neer Leone urenlang in haar kamertje zat en dacht en peinsde.. Maar zij had een grootén afschuw daar voor om vreemde menseh en to zien of „door hen ge zien te worden. Ook de eene waartoe zij zaeh aan getrokken gevoelde, ook mevrouw Gerlamd wilde zij niet weerzien, haar ook niet antwoorden, en het was haar een ware opluchting da,t Detlef den naam van mevrouw Jutta niet noemde en als gevolg van haar eigen opmerking, de vraag niet stelde of het nu geen tijd werd haar eens op te zoeken. Palmer bemerkte heel goed de groote verandering die er bij Leone had plaats gegrepen, maar hij wilde in haar toestand niet anders zien dan eene van nerveus© overspanning, welke wel weer in or de zou komen, wanneer alles eerst maar geregeld was cn zij een kalm en gewoon leven zouden lei den. Hij was vroolijk en opgewekt en wanneer hij kwam probeerde hij ook Leone wat op te wekken en, op een avond, dat men met elkaar in den tuin van Fohrenback zat en de dokter beweerde dat hij den anderen morgen naar de stad moest, meende Palmer: „Dian zullen wij reisgezellen zijn, want ook ik wil met den vroegtrean naar onzen metropool En zich tot Leone wendend voegde hij er aan toe: „Hoe zou je het vinden als wij eens met zijn drieën, gingen en dan met elkaar, nadat de zaken, zijn afgedaan, een prettig uurtje doorbrachten?" „Fameus," riep Fohrenback en zelfs mevrouw Ma thilde maakte geen aanmerking tegen het vroolijke uurtje dat zou plaats hebben, zonder dat zij- er bij was. „Mijnentwege," zeide zij, „dan kan ik het mid dagbrood besparen en kan ik eindelijk eens een rij tuig nemen en naar Niederdorf rijden, waar ik de opperhontvesterin de* hemel weet hoe lang reeds 'n bezoek schuldig ben." „Dus tot morgen vroeg," zeide hij het afscheid Palmer tegen Leone. Met beide handen drukte zij stijf zijn rechter. „Ja tot morgen vroeg en blij en vroolijk willen wij dan zijn." Boven op haar kamertje woelde zij met het hoofd diep in de kussens, als kon zij zich daarmee be schermen tegen de pijnigende gedachten die in haar hoofd telkens opkwamen. Den volgenden morgen reden zij naar de stad „Zoo is het goed," had Palmer geroepen, toen, hij Leone in plaats van in een donkere rouwjapon in een eenvoudig witte japon met zwarten hoed en ceintuur verschijnen zag. „Niet altoos dat trieste zsvart. Wat lieeft de doode er aan, of men in het donker of in het licht harer gedenkt." Iets dergelijks had Leone gevoeld, t,oen zij met een rilling de zwarte japon van zich had afgescho ven. Een vroolijke, opgewekte dag moest het wor den. In de stad namen zij afscheid van dokter Fohren back. die de opdracht van mevrouw Mathilde had gekregen, om \ooral eens ernstig op Wildebald te letcen, en hem, als h.ij het, zich waardig toonde, mee te nemen naar het vroolijk samenzijn. Palmer had maar éen boodschap te doen, en onderwijl wachtte Leone in een lunchroom. Dan gin gen zij samen naar het afgesproken wijnrestaurant, waar spoedig r.a hen ook Fohrenback en Wildebald aankwamen. Zij hadden een gemoedelijk uurtje met elkaar, spraken over allerlei en dronken daarbij een slordig glaasje wijn. Wildebald, die weinig sprak, dronk des te ijveri ger, totdat zijn vader hem de hand op den arm legde. „Wildebald, mijn zoon het schijnt mij toe, dat jij je hier met alleen toelegt op droge studie." Wildebald hief zijn glas op, keek in den fonke lenden Rudesheimer en, lachte een merkwaardig lachje, dat hij vroeger niet, gehad had, vroeger, toen hij nog onder de moederlijke tucht m Linden- stedt zijn dagen doorbracht. „Ik ben den drogen toon zat, vader! Wanneer de bloemen groeien willen, moeten zij. begoten wor den." „Hm" Het dokterFohrenback hooren enkeek wat nauwkeuriger naar zijn zoon. „Bloemen? Een jij met je gedachten steeds nog bij zulke -dingen? Jongen, let er op, dat je moe der je n-iet geheel aan het verstand brengt, welke cultures jij behoort te beoefenen." Teen schudde Wildebald het hoofd. „Zij zal nieta meer to vernieler, vinden." „Je bent niet frisch. jongen!" zeide Fohrenback en schoof de flesch dichter naar zich toe. Leone keek echter met een half lachje en half medelijdenden blik naar den grooten, melancholieke® jongen. Zij was ingewijd in zijn hartsgeheimen. Een paar dagen geleden had zij in Lindenstedt met tan te Mathilde Mieke ontmoet. Die had een hoofd ge kregen als vuur en was weggeloopen. „Als 'n druij?- natte poedel", had tante gezegd en haar nakijkend met veel tevredenheid gemeend: „Daar heeft mijn tusschenkomst goed geholpen. Haar roode blouse heeft zij ook niet meer aan. Moet dat aschgrauwe ding |dat zij nu draagt een soort van rouwkleed beteekenen?". Zelfbewust als steeds was tante Ma thilde dan verder j Wordt vervolgd.,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1913 | | pagina 1