SCHAË illiittl Kluit COURANT. De eerste de beste, Woensdag 20 Augustus 1913. 57ste Jaargang No. 5227 iit Binnenlandsch Nieuws. RONDISSEMENT8- RECHTBANK TE ALKMAAR Zitting van Dinsdag 19 Augustus 1913. itapraken: J u v. iL Heiden, Den Helder, onzedelijkheid (heeft l aiudeis van het leven beroofd), daarom vor- og van Officier van Justitie niet ontvankelijk ven ffd. Ti v. d. VIIs,qzwervend, diefstal en landlooperij r Ihet eerste 4 maanden gevangenisstraf (bij re- ve), het1 laatste niet bewezen. Boersma. Medemb'lik, verduistering: 2 maanden mgenissiraf met aftrek van preventief, f C. Tenteberg, vrouw van Fr. de Langh, Hoorn, >odiging en mishandeling d.d. ambtenaar: 1 week ingenisstraf. 'je.Hennik, Hoorn, diefstal: 3 maanden gev. 'k. H. Wanders, Ha,arlemmerliede en Spaarnwou- diefstal: f 50 boete of 10 dagen heéhteiys. i. Braudsen, Hoogkarspel, openbare schennis der laarheid1 maand gevangenisstraf Kors, Westwoud, hooger beroepZaak. overtreding ar- en iijwielwet: f 2 of 2 dagen hechtenis. - ST. MAARTEN. •e Commissaris der Koningin zal Zaterdag a.s. liddags 3 uur een bezoek aan deze gemeente bren Aan hen, die den Commissaris der Koningin schen te spreken, zal gelegenheid worden; gegeven Raadhuize dezer gemeente. - CALLANTSOOG. ie heer C'. Spierdijk, ambtenaar ter secretarie al- werd bij ministerieel besluit aangesteld tot '.ewerker voor de Rentecommissïe, bedoeld bij art. .en Ö70 der Invaliditeitswet, r CALLANTSOOG. e Boskero'^rmolen, door het bestuur van den ier QallC, *J|oog bij opbod verkocht voor afbraak, i gek#.. don heer J. A. Voë, Silfter, vóór - ST. B«4^SNSBRUG. aandagmid^ag ie de bóerenhofstee vare den heer choen alhier tot den grond toÊ afgebrand. De oor c i3 vermoedelijk het in brand geraken van een oleumstel. I - KOLHORN. •e school in den Groetpolder, wegens ziekte 'van Hoofd eenigen tijd gesloten geweest zijnde,wis lSden weder opengesteld. De kinderen welke tij de te Kolhorn school gingen, de op de Strook •nde, hebben dus deze school weder verlaten. KOLHORN. Zangyereeciging alhier maakte den 17deneen naar Amsterdam. Natuurlijk werd aan de ten- elling ENTOS een bezoek gebracht. Zoo ter- v werd 's middags een wandeling in het Von- ark gemaakt, waar een paar nummers werden >n,gen, vin welken zang in Amsterdamsche bla,- een zeer vcroerende meldiins wordh' gemaakt. - kolhorn/ oor zoov is na te gaan, komen van de personei ie afdeeling»lolhorn van den Bond voor Staats- Jonneering behoorende, een 20-tal 70-jarigen en aren, voor een Ouderdomsrente in aanmerking, ;ens art. 369 of art. 370 van de Inyaliditeits- HOUWEN-REGIMENT. Standaard driestart: - onze grooto stedenJi staat nu, zoo de heeretn disten hun stemrecht-theorieën doorzetten, een ©enigszins .vreemde toestand; voor de deur. alijk men toch weet, is in de groote steden de eeling van de inwoners naar de geslachten, heel irs dan op het platteland. •jmeenüjk staat 't aantal vrouwen eni mannen ovö ons land nog tamelijk wel gelijk. Er zijn iets r vrouwen, wat daar I vandaan komit, dat de iwen, door elkaar genomen, iets langer leven dan nannen; maar veel beduidt het niet. aar de bevolkingsregisters waren er op'31 Decem 1911 in ons land slechts 2,983,397 mannen, te gen 3,039,055 vrouwen, Op de 100 inwoners een onderscheid van 49.54 pet. voor de mannen, .50.36! pet. voor de vrouwen. Reeds op zichzelf zijn'de vro-uwen dus iets sterker in het aantal, vooral op later, meer gevorderden leef tijd. Maar nog heel anders komt 't .'te staan in de groote steden. 'tZltju namelijk de vrouwelijke dienst boden en winkeljuffrouwen en gouvernantes, en wat dies meer zij, die;hier een) zeer aanmérkedijk verschil voor de vrouwen geven, tot* 20.000 en meer. Reeds dit zou derhalve bij invoering van alge meen stemrecht voor mannen en vrouwen aan de laatsten een zeer groort/ acres geven. En dit nlert enkel door het hooge cijfer, maar ook daardoor, dat deze meerderheid van vrouwen bijna geheel slaat op vrouwen van zekeren leeftijd. Verreweg de mees te van deze vrouwelijkë assistenten toch worden niet in de groote steden geboren» maar komen van het. land. jzoodat er oen aa,an.zienlijlt getal volwassenen is, die a,lzoo stemrecht zouden erlangen. Niet in alle stadsdistricten zou dit de meerderheid verplaatsen; want deze assistente vrouwen wonen veelal niet ih de achterbuurten, maar zitten opeengepakt in de districten van hooger allooi, i Maar in die districten( zouden ze dan toch juist, door. dat opeengepakt zitten vrij grooten invloed uitoefenen, en bij de invoering ook van het vrou wenkiesrecht zou in Amsterdam, in Rotterdam en in Dén Haag de Gemeenteraad welhaast in zijn meer derheid uit vrouwen zijn saamgiesteld. En wee dan ons, mannen! Wï ERIN G F.RWA ARD Dinsdag had bij mej,. Wed. Boon een kolf- en biljartwedstrijd plaats, waarvan deuitslag was als volgt. Kolven. Ie prijs C. Kaper te Kolhorn met 143 punten; 2e prijs J. Breed te Wieringerwaard mer 137 punten; 3e prijs D. A. Kaan te Wieringerwaard met 13? punten; serieprijs P. Schenk Dz. te Wie ringerwaard met 53 punten.; Biljarten: le pi-ijs P. Kaan Dz. te Anna Paulow- na; 2e prijs R. Kaan Dz. te Wieringerwaard; 3e pr. K. Koster Hz. te Wieringerwaard. Prijzen en premiën bestonden in contanten. DOOR EEN KOMMA. Uit. <-en blad vcor de scheepvaart knippen wij, aldus de N. R. Ct., het volgende bericht, waarin het wegvallen van een eenvoudige! komma aohter den, naam van de schuit, een» ongewenscht, lconilschen in druk maakt. I-Jmuiden. 17 Aug. Gisteren kwamen van de haring visscherij hier l>i.;nen de bomschuiten KW 10 De jonge Dirk met 3 2, KW 47 O! Heere bewaak ons met 14 last pekelharing. FIJN GEVOELD. Men schrijft aan het Va<d uit Warmond: Een in gezetene dezer gemeente, die dezer dagen zijn 2%- jarig kind verdronken vond, ontving kort daarna het volgende schrijven: Na het treurig ongeval, Weet dat God's gerecht Het is nimmer slecht j Wien gij steeds Loonö Heeft u nu beloond. J Wil eindelijk eenB leeren, Hem in;Z*ij n partij te eeren. Holt niet meer door in 'Godeshaat, Verzoend U. is een vriendenraat Het zijn geen goede, maar valsche vrienden» die u ©tijven Met de Roomsch-Katholieke partij in strijd- te blij- I ven Werktuig van de hooge man te zijn Is 't .minste en klein. Men weet, dat het in Warmond bij de jongste raadsverkiezing warm is toegegaan. DE CRISIS. l>e Niéuwe Courant schrijft Met de voorbereiding van de kabinetsformatie be Feuilleton. tracht tnr. Cort van der Linden de uiterste geheim zinnigheid. ZeJfs in den kring der Vrijzinnige Gop- ccntralie is omtrent de stappen, door den Kabinets formateur gedaan, sinds hij een gezamenlijke bijeen komst had met twee vertegenwoofüigers van elke der concentralie-groepen, weinig of niets bekend. Wel bleek ons dat eenige van de mannen uit wie volgens een (trouwens reoJs tegengesproken) persbe richt. het nieuwe kabinet zou bestaan, zelfs niet zijn gepolst over een minislerscJiap. Of de heer Cort van tier Linden na zijn bijeenkomst met de zes hoeren der concentratie ook mét de laders der rechterzijde) heeft gesproken, gelijk men meende te weten dat in zijn voornemen lag. is niet gebleken. En volslagen onzekerheid heers dit alom nopens de beteekenis van het -bezoek, dat mr. Van der Linden eergisteren bij Hare Majesteit heeft afgelegd; de afwezigheid van elk nader bericht hieromtrent duidt slechts aan, dat van een beëindiging van de opdracht geen sprake is. Reeds vroeger moet overigens mr. Van der Linden te ken nen gegeven hebben, dat hij niet verwachtte ^eér spoe dig in zijn taak te zullen slagen, en zoo vallen .dus ook uit het lange voortduren van de crisis sedert hem de opdracht verleend werd, geen conclusies te trek ken. Louter negatief „nieuws' dus en een waarschuwing om met liet geloovcn van posilicf nieuws uit niet controleerbare bron voorzichtig te blijven.. Het volgende schrijven is gisteren in een gcd.eelUf onz-r oplaag vermeld; Naar in ambtelijke krirg.-n ,sedcrt gisteren bckmd is-geworden, is liet zoogoed als zeker dat oen oplos sing van dc ministeriecle crisis niet meer in deze maand, dóch wellicht in hc-t begin van September \c wachten L. DLcntesigevoljce zuileh de opening van het Vredes paleis ,cin de andere openbare plechtigheden en feestén van deze maand, waarbij de tegenwoordigheid van de regoërfrig of van ministers vcreischt vyoi-dt, of welke vanwege de regeering zullen aangeboden worden, nog onder net" bestaande bewind plaats hebben. EEN V l i: KI EZ INGSQUAE6TIE. In tegenwoordigheid van een aantal beiangitellenden werd gisteren voor Gedeputeerde Staten van Zuid-Hol land behandeld het Ireroep van den burgemeester der gemeente Voorburg tegen 'hot besluit van den Raad dier gemeente van .31 "Juli waarbij met 6 tegen 4 stemmen is besloten tot niet-tceladiig van den heer J. H. Ilanscn (C.-H.j als lid van dien Raad. Bij oen herstemming op 16 Juli werden vip den lieer flansen uitgebracht 401 stemmen en op den heer Th. C san Veem (R.-K.eveneens 401 stemmen, waar na de heer Hansen als oudere in jaren gekozen werd verklaard. Intusschm bleek, dat aan die herstemming was deelgenomen door iemand die niet kiesgerechtigd was. Deze persoon (R.-K.) verklaard^, te hebben ge stemd op den heer Van Veen. Maar op grond van het hij do Kieswet gewaarborgde geheim der stem ming meende de meerderheid van den Gemeenteraad daarop niet te inogon letlen en besliste hij uit over weging dat de begane onregelmatigheid op den uit slag der stemming van invloed heelt kunnen ziin, tot niet-loelating van den gekozen verklaardezulks in strijd met t praeadvies van B. en W. dat tot toe lating strekte. De Burgemeester van Voorburg, de heer Baron Mackay, zijn beroep tegen de beslissing van den Ge meenteraad toelichtende. Jjetoogde dat dit college z,ioli te veel door de letter der wet heeft laten leiden (in plaats van op den geest en de bedoeling .te letlon. Men was in de gemeente overtuigd, dat de persoon die ten onrechte aan de s'cmming hoeft deelgenomen zijn slem heeft uitgebracht op den hoer Van Veen. Met dezn o\*-rtuiging had men z.i. rekening moeten houden. Deze overtuiging stond zóó sast dat de tegenstemmers vtm het praeadvies aan B. en W. vooraf verklaarden dat zij, bijaldien die Raad tot toolaling van den heer Han sen zou besluiten, daartegen nniet in beroep zouden gaan. De lieer Mackay voerde voorts nog aan, dat volgens de Kieswet niet de stemming zelve, maar alleen de i bter de huizen langs neemt hij zijn weg. De t ;w ligt er een voet hoog en als een wit dak de hemel boven hem. Dankwort's mooi huisje yeheel ingepakt in een witten, deken. cm gerend, bibberend, een beeld van jammer zit lebald weldra ir den trein} naar Linden^tedt. Als uitstapt zet hij de kraag van zijn jas op, trekt hoofd in de schouders, opdat niemand hem zal er.nen en bij de Fohrenbachs zijn' komst ver- r. ildebold zinki evenwel de moed in d? sehoe- Hoe 2al bet hem gelukken om Mieke te spre- (e krijgen? Het is geen lente, dat men maar den haag heeft te kijken, om reeds van verre f rood kleedjo te kunnen) zien, als een vriende- I. welkomstgroet. ■huw sluipt hij om den tuin heen. Alles is hier uitgestorven. "Daar komt eindelijk een jongén I het tuinhuis. Wildebald wenkt hem en haalt kiamnië vingers zajn lxatste geldstuk uit zijn om dit den jongen in de hand te drukken. in volgt fluisterend de opdracht om heel in het lm Mieke'een briefje in de hand te drukken, Wildebald. op ajle gebeurlijkheden voorbereid a had geschreven. Op het briefje stond geschre- „Achter uw huis wacht ik u. Ik moet je zien n-eken. - Je ongelukkige Wildebald." iu loopt hij op en neer, de ongelukkige Wil- en wacht, kijkt en loopt. j. zijn oogen beginnm evenwel verschillende n te djuiser.. Hij moet de oogen sluiten, zoo feren deze vuurpunten. Wanneer nu Mieke maar Ihem is het zoo ellendig te moede plotseling klinkt dicht aan zijn oor de zoete „Om Godswil, wa,t is er gebeurd, lieve, Wildebald." r dei tt wekt hem uit zijn verdooving, het had heip ld uiit den dood wakker geroepen, en hij slaat ogledtn op er ziet haar voor zich staan in iu 'i0renfcloemer'bla,«'we kleedje, met haar koren- Alknenblauwe jakje en haar korenbloemenblauwe je op het kroezige gouden haar. lieke"' bij haar beide handen houdt hij haar en kijkt haar vol zaligheid aap. „O jij mijn ge nade op dit doornenpad mijns levens, geliefde, jou nog eenmaal zien en dan Dan wordt er een warme, zachte hand door zijn arm geschoven en trekt hem met zich mee. „Kom mee, hier vandaan» daar tusscihen de stille velden, waar ons niemand ziet, daar kunt ge mij alles ver tellen". Ja. daar tusschen de stille velden. Zwijgend gaan ze zijde aan zijde den stillen weg langs en zacht vallen de vlokken om hen heen. Dat is zoo droomeuwekkend. en zij wandelen als twee kinderen, onder den indruk van een sprookje, waar van zij de v ervulling zoeken, waaraan groote men- sclien niet meer gelooven. „Wildebald, spreek nu," bidt de eene van de'twee kinderen. De andere zucht:" „Ik ben zoo ongelukkig, Mieke, dat ik niet meer kan leven." „Wildebald, jouw ongeluk is mijn,' ongeluk, wan nepr jij sterfL, sterf ik ook." Zij had het hoofdje tegen zijn schouder gelegd daar tusschen de stille velden, aan den rand van het bosch, waar geen mensóh het zag,en kijkt zij tott hem op met baar reine, schitterende oogen. En nu moet hjj het ba,ar zeggen, wat heon het leven uitjaagt: „Gezakt ben, ik." „Wildebald ontzet is zij voor. hem blijven staan „Wildebald. je bent voor je examen ge zakt lioo vreeselijk." „Ja. omdat zij mij met geweld in een beroep, heb ben gedwongen, in een beroep, waarvoor ik niet ge schikt ben. En na zijn daar de gevolgen.". Vol duisi tere trots zegt hij het, en staart op de punten va,n zijn schoenen. Toen roept Mieke geheel buiten ziolizelf: „Wiikle- bald, ik wil je belpen. Ik val voor je ouders op mijn knieen, on alles, alles wat ik heb is voor jou. Al mijn spaargeld het is wel driehonderd mark, neem het." „Mieke, goed lief kind!" En als zweefde hij reeds boven dezo aarde met zijn leed en vreugde, zoo gleed Wildebald's rechter plechtig over 't hoofd va,n Mieke. „Mij redden geen vrome wenscbe^i meer. Behalve mijn vijfhonderd mark schuld nog een po sitie te verwerven met het ge-luüE v liefde, dat is te veel op eenmaal. Dat kan n'olr En dan gaat men nog liever heen uit dit leven en laat men het voorhangsel zakken." „Waar jij heen gaat .Wildebald, ga ik ook heen." Aan hem kiemt Mieke zich vast en hij drukt haaa vast in zijn arm, tegen zijn borst en buigt zich over haar heen: .Mieke, lieveling Die teedere woorden gaiaji, haai' ziel bi(nnen en zij invulling van het stombiljet gelieim is 'en dat de kie zer niet onbevoegd is zijn ingevuld stembiljet geopend te laten zien of wei ach uit te laten over de vraag op wien liij beeft gestemd. Ook bestreed de lieer Mackay nog de bewering als zouden B. en W. in hun praeadvies oneerlijk quaestie der onregelmatigheid 'hebben behandeld. De heer Van de Griendt, onder-voorzitta* van de R. K. Kicsvereeniging, daarna als gemachtigde van tien Gemeenteraad optredende^ zette nader ijet standpunt van dit college uiteen dat men zich hier niet had in te laten met de vraag op wien door hem die ten onrechte aan de stemming heeft deelgenomen is gestemd. Rapporteur over deze zaak was jhr. mr. Von Fiscnne. De beslissing van Gedep. Staten volgt later. Hdbld. ROEFJES OP SCHOOL. Men meldt uit Leiden aan de Tel. Uit het verslag van het hoofd eener kostelooze school^ alhier van zijn school ovter 1912.-. ontlecnen wij ier kenschetsing van den aard van sommige leerlingen en de huiselijke opvoeding het volgende: In de laagsteklasse is een gouden armband en een dito ring van een onderwijzeres gestolen. Dat een jon getje van 6 jaar wordt verdacht, bevreemdt het hoofd der school al evenmin als de aiefstal zelve. Daar het feit op een Zaterdagochtend om 12 uur plaats hoeft, wordt direct de politie met het geval in kennis ge steld «u 't gelukt do recherche -denze]fden middag de voorwerpen in beslag te nemen. Wat het hoofd der school bij het verdere onderzoek wel trof en waarom hij het geval mededeelt, is dit; de zesjarige dader is met den armband vóór hij thuis kwam, naar een goudsmid gegaan <en heeft er daar 50 cents voor ge vraagd de zesjarige dader gaf aan den wantrouwenden goudsmid op een verkeerden naam, een verkeerd adres en een andere school dan waarop hij ging; dit zes jarig jongetje wilde ecui andere knaap de schuld: geven. Wat moet dat ventje al veel hebben gehoord en gezien, en gedacht, wat voor andere kinderen gelukkig ver- horgen blijftIn welk een omgeving loeit dat kinder zieltje. Twee jongens, broertjes van 8 en )0 jaar. sedert 9 maanden op déze school., hebben ongeveer even vaak verzuimd als in de bank gezeten. Brengt moeder ze binnen de deur. dan blijven ze op school in den regel handelbaar; laat moeder ze eer los, dan verdwijnen ze ia de stegen en straten. Nader drinkt on slaaf! moeder kent niels dan ruwheid. Deze jongens bre ken den muntgasmeter open en versnoepen op een Zaterdagmorgen plrn. f 1.20. Hoe hot in sommige gezinnen toe gaat, leert liet volgende Een jongetje is absent. De oudere broer wordt ge vraagd naar de 'reden„Hij is naar het ziekenhuis, moester. Hij heeft -oen gat in het hoofd.'" „Maar kerel, hoe komt dat ^Grootmoeder heeft hem jnet een koffiekelelljc ge gooid.' „Jongen, dat kan niet. Wat zeg je nu toch F" ,.'.t Is waar. meester. Grootmoeder was kwnad op_ grootvader en toen gooide ze hem met het keteltje." maar ze raakte hém niet, maar wel kleine...' Zulke jongens (le en 2e geval'jijn een voort durend gevaar voor de mede-leer!iiigen. Zijvereist-hen bijzondere zorg, toezicht ai toewijding en minder tal rijk bevolkt© klassen, zoo besluit het hoofd der school, h E ER EN K1BEDING. Wat in jaren niet is gebeurd, dat is dezen zomer geschied; er is e»en groote verandering gekomen in j dc heerenkleeding, zoo schrijft het Hdbld. Onder de Streep. Wij, Hollanders, hebben hei nog wel niet ge merkt, maar misschien zullen wij <4en volgenden zo mer de givolgen ervan ondervinden. 't Was tot nog toe, in de heerenkleeding steeds de zelfde sleur, elk seizoen nagenoeg hetzelfde. Het eene jaar was de pantalon wat wijder dan het vorige, dan hebben de colberts eens fl'uweelen kra gen, <en dan zijn ze weer van zijde, de eene winter zijn de jassen gefailleerd ai de andere winler zijn ze recht toe. recht aan. maar dat is ook al. Groote fluctuaties knikt, togen,'zijn schouder leunend. „Ik ga met jo mee, Wildebald, wanneer er werke lijk geen middel meer is, dat wijl elkander zullen mogen toebehooren,."| „Er is er geen," zegt Wiildebajd met doffe berus ting. „En al was er een» het was slechts een lan ge, moeilijke weg, waarop onze zalige liefde misschien de vleugels breken zou." Mieke had hem graag; tegengesproken, had gaarne i dapper verzekerd, dat zij ook voor het allerzwaarste' niet terugschrikte. Maar zij doet het niet, zegt niets, want zij wil niet achterstaan bij haar Wildebald. die als een dichter spreekt. Vergissen zal hij zich niet in linar, zij zal hem niet teleurstellen. En, allee is zoo wonderlijk, zoo romantisch, bovenaardsch, zoo- als zij daar met hun beiden, die stille besneeuwde wereld Overwandolen, en achter hen het stadje meer en meer in de schemering wegzinkt. En thuis weet n'emand waar Mieke is heengegaan, hoe men haai- zal zoeken en dan l O, die schrijnende werkelijkheid, die zich tusschen alles indringt, die iedere heerlijke minuut verstoort. Het dappere Mieke siddert plotseling aan aJ haai- leden, i ..Wildebald, wij loopen reeds geruimen tijd en reeds zoo ver. Wanneer dat uitkomt! Vader ach lieve hemel ik durf niet meer naar huls terug." „.Zoo, ga je niet meer naar huis terug?" Een heldenmoed, uit liefde en wanhoop opgeko men, doet des jongelings borst zwellen en hij laat zijp warmen, ivljdtn mantel om de kleine heen, die als een vogeltje daarin verborgen is. „Zoo blijven "wij bij elkaar en loopen met elkaar de wijde verte tegemoet." Met angstige, verschrikte oogen kijkt zij tot hem op: „Maar Wildcbajid, waarheen dan?" Tóen zeide hij met een wild verwijt: ..Met mij sterven wilt ge, Mieke en met mij te leven daar voor ben je bang?" Het goud kopje mocht niet laten merken, hoe vast zij nog aan het leven hangt en hoe nuchter en een voudig zij over het leven denkt. En zij doet alle moeit9 een voorwendsel te vinden om het moeilijke aan te toouen. „Wildebald wij hébben immers ook geen geld. Hoe zal men ievc-n als men geen geld heeft. Maar sterven met je, dat is wat anders wanneer het tot het ergste kwam, Wildebald, je zoudt mij lee ren kennen.." Als had hij de bedoeling haar direct aan haar woord te houden, zoo is de jongeling vol plotselin ge beslistheid staan gebleven en kijkt het arme Mie ke met branden.de, verschrikkelijke oogen doorborend „Het was mij ernst. Ik zocht je op voor een laatst afscheid. En het is mij nog ernst. Mieke. Me nigeen had minder reden, tot hopeloosheid als ik, en grijpt toch naar het laatste en beste aller heil middelen, tot Een sc-helle kreet en Mieke heeft zich van hem losgerukt, en grijpt en voelt naar al zijn zakken terwijl haar tranen over de wangen loopen. „Een plstocï Wildebald, je hebt.het bij je. zeker je hebt er een bij je. Maar ik vind het. ja ik .vind het en gooi het weg, of Een zacht rood wordt er op het doodsbleeks ge laat van den jongeling zichtbaar. Nooit in zijn leven beeft hij eer. pistool bezeten. Des te verhevener en gewichtiger lijkt Lëm Mieke's verdenking. Aarzelend slechts bc-sluit hij haar deze gedachte uit het hoofd té prafpn. en Zjjn moorden klinken als een veront schuldiging. ...Neen neen. ik heb geen pistool bü mij. Naar het examc-n kon ik het niet meenemen, ofschoon en "j Hier mompelde hij ivat. Het goudkopje echter flui stert, wel wat geruster, maar toch nog bevend: „Dan Wildebald, :"k begrijp je niet, je bent vreemd, zoo bleek, je wankelt. Kom toch kuit ons om- keeren. Zie. het begint reeds te schemeren." In plotselinge vrees grijpt zij naar zijn hand. „Ik word bang. Mcar zijn wij eigenlijk?" Angstig kijkt zij rondom zich. Eindc-looze witte vel den, zoover als- het oog reikt, achter hen het in schemerduister nauwelijks te herkennen Lindenstedt. en in de verte zwart dreigend het bosch. nergens een menscli, nergens een geluid zij beiden al leen, in het vrije veld, op de krakende sneeuw vau onder tot boven bedekt daarmee. Wildebald vraagt: kent gij het sprookje van de beide' koningskinderen, die zich ondo r de witte sneeuw lieten begraven, omdat zij in het leven geen geluk meer konden vinden?" Zoo vreemd kijkt de jongel-'ng Mieke in de oogein. 't Kind heeft nog erger, denkt aan haar vader, waar mee deze haar heeft bedreigd en roept angstig uit: „Niet naar huis! Neen, liever En beiden strekken de handen naar elkaar uit. houden zich vast, hullen zich weer in den mantel en loopen zwijgend verder steeds verder, in zalige gedachten, als onder een, lokkende betoovering. En zwaar wordt het roode kopje op Wildebald's schouder, haar oogleden vallen toe, haar voetefi slee pen! Donkerder en donkerder wordt de sneeuwman- tel om haar heen. Wordt vervolgd. i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1913 | | pagina 1