SCHAË
illiittl Kluit
COURANT.
De eerste de beste,
Woensdag 20 Augustus 1913.
57ste Jaargang No. 5227
iit
Binnenlandsch Nieuws.
RONDISSEMENT8- RECHTBANK TE ALKMAAR
Zitting van Dinsdag 19 Augustus 1913.
itapraken: J
u v. iL Heiden, Den Helder, onzedelijkheid (heeft
l aiudeis van het leven beroofd), daarom vor-
og van Officier van Justitie niet ontvankelijk ven
ffd. Ti
v. d. VIIs,qzwervend, diefstal en landlooperij
r Ihet eerste 4 maanden gevangenisstraf (bij re-
ve), het1 laatste niet bewezen.
Boersma. Medemb'lik, verduistering: 2 maanden
mgenissiraf met aftrek van preventief, f
C. Tenteberg, vrouw van Fr. de Langh, Hoorn,
>odiging en mishandeling d.d. ambtenaar: 1 week
ingenisstraf.
'je.Hennik, Hoorn, diefstal: 3 maanden gev.
'k. H. Wanders, Ha,arlemmerliede en Spaarnwou-
diefstal: f 50 boete of 10 dagen heéhteiys.
i. Braudsen, Hoogkarspel, openbare schennis der
laarheid1 maand gevangenisstraf
Kors, Westwoud, hooger beroepZaak. overtreding
ar- en iijwielwet: f 2 of 2 dagen hechtenis.
- ST. MAARTEN.
•e Commissaris der Koningin zal Zaterdag a.s.
liddags 3 uur een bezoek aan deze gemeente bren
Aan hen, die den Commissaris der Koningin
schen te spreken, zal gelegenheid worden; gegeven
Raadhuize dezer gemeente.
- CALLANTSOOG.
ie heer C'. Spierdijk, ambtenaar ter secretarie al-
werd bij ministerieel besluit aangesteld tot
'.ewerker voor de Rentecommissïe, bedoeld bij art.
.en Ö70 der Invaliditeitswet,
r CALLANTSOOG.
e Boskero'^rmolen, door het bestuur van den
ier QallC, *J|oog bij opbod verkocht voor afbraak, i
gek#.. don heer J. A. Voë, Silfter, vóór
- ST. B«4^SNSBRUG.
aandagmid^ag ie de bóerenhofstee vare den heer
choen alhier tot den grond toÊ afgebrand. De oor
c i3 vermoedelijk het in brand geraken van een
oleumstel. I
- KOLHORN.
•e school in den Groetpolder, wegens ziekte 'van
Hoofd eenigen tijd gesloten geweest zijnde,wis
lSden weder opengesteld. De kinderen welke tij
de te Kolhorn school gingen, de op de Strook
•nde, hebben dus deze school weder verlaten.
KOLHORN.
Zangyereeciging alhier maakte den 17deneen
naar Amsterdam. Natuurlijk werd aan de ten-
elling ENTOS een bezoek gebracht. Zoo ter-
v werd 's middags een wandeling in het Von-
ark gemaakt, waar een paar nummers werden
>n,gen, vin welken zang in Amsterdamsche bla,-
een zeer vcroerende meldiins wordh' gemaakt.
- kolhorn/
oor zoov is na te gaan, komen van de personei
ie afdeeling»lolhorn van den Bond voor Staats-
Jonneering behoorende, een 20-tal 70-jarigen en
aren, voor een Ouderdomsrente in aanmerking,
;ens art. 369 of art. 370 van de Inyaliditeits-
HOUWEN-REGIMENT.
Standaard driestart:
- onze grooto stedenJi staat nu, zoo de heeretn
disten hun stemrecht-theorieën doorzetten, een
©enigszins .vreemde toestand; voor de deur.
alijk men toch weet, is in de groote steden de
eeling van de inwoners naar de geslachten, heel
irs dan op het platteland.
•jmeenüjk staat 't aantal vrouwen eni mannen ovö
ons land nog tamelijk wel gelijk. Er zijn iets
r vrouwen, wat daar I vandaan komit, dat de
iwen, door elkaar genomen, iets langer leven dan
nannen; maar veel beduidt het niet.
aar de bevolkingsregisters waren er op'31 Decem
1911 in ons land slechts 2,983,397 mannen, te
gen 3,039,055 vrouwen, Op de 100 inwoners een
onderscheid van 49.54 pet. voor de mannen, .50.36!
pet. voor de vrouwen.
Reeds op zichzelf zijn'de vro-uwen dus iets sterker
in het aantal, vooral op later, meer gevorderden leef
tijd.
Maar nog heel anders komt 't .'te staan in de
groote steden. 'tZltju namelijk de vrouwelijke dienst
boden en winkeljuffrouwen en gouvernantes, en wat
dies meer zij, die;hier een) zeer aanmérkedijk verschil
voor de vrouwen geven, tot* 20.000 en meer.
Reeds dit zou derhalve bij invoering van alge
meen stemrecht voor mannen en vrouwen aan de
laatsten een zeer groort/ acres geven. En dit nlert
enkel door het hooge cijfer, maar ook daardoor,
dat deze meerderheid van vrouwen bijna geheel slaat
op vrouwen van zekeren leeftijd. Verreweg de mees
te van deze vrouwelijkë assistenten toch worden niet
in de groote steden geboren» maar komen van het.
land. jzoodat er oen aa,an.zienlijlt getal volwassenen
is, die a,lzoo stemrecht zouden erlangen. Niet in alle
stadsdistricten zou dit de meerderheid verplaatsen;
want deze assistente vrouwen wonen veelal niet ih
de achterbuurten, maar zitten opeengepakt in de
districten van hooger allooi, i
Maar in die districten( zouden ze dan toch juist,
door. dat opeengepakt zitten vrij grooten invloed
uitoefenen, en bij de invoering ook van het vrou
wenkiesrecht zou in Amsterdam, in Rotterdam en
in Dén Haag de Gemeenteraad welhaast in zijn meer
derheid uit vrouwen zijn saamgiesteld.
En wee dan ons, mannen!
Wï ERIN G F.RWA ARD
Dinsdag had bij mej,. Wed. Boon een kolf- en
biljartwedstrijd plaats, waarvan deuitslag was
als volgt.
Kolven. Ie prijs C. Kaper te Kolhorn met 143
punten; 2e prijs J. Breed te Wieringerwaard mer
137 punten; 3e prijs D. A. Kaan te Wieringerwaard
met 13? punten; serieprijs P. Schenk Dz. te Wie
ringerwaard met 53 punten.;
Biljarten: le pi-ijs P. Kaan Dz. te Anna Paulow-
na; 2e prijs R. Kaan Dz. te Wieringerwaard; 3e pr.
K. Koster Hz. te Wieringerwaard.
Prijzen en premiën bestonden in contanten.
DOOR EEN KOMMA.
Uit. <-en blad vcor de scheepvaart knippen wij,
aldus de N. R. Ct., het volgende bericht, waarin het
wegvallen van een eenvoudige! komma aohter den,
naam van de schuit, een» ongewenscht, lconilschen in
druk maakt.
I-Jmuiden. 17 Aug. Gisteren kwamen van de haring
visscherij hier l>i.;nen de bomschuiten KW 10 De
jonge Dirk met 3 2, KW 47 O! Heere bewaak ons
met 14 last pekelharing.
FIJN GEVOELD.
Men schrijft aan het Va<d uit Warmond: Een in
gezetene dezer gemeente, die dezer dagen zijn 2%-
jarig kind verdronken vond, ontving kort daarna het
volgende schrijven:
Na het treurig ongeval,
Weet dat God's gerecht
Het is nimmer slecht j
Wien gij steeds Loonö
Heeft u nu beloond. J
Wil eindelijk eenB leeren,
Hem in;Z*ij n partij te eeren.
Holt niet meer door in 'Godeshaat,
Verzoend U. is een vriendenraat
Het zijn geen goede, maar valsche vrienden» die u
©tijven
Met de Roomsch-Katholieke partij in strijd- te blij-
I ven
Werktuig van de hooge man te zijn
Is 't .minste en klein.
Men weet, dat het in Warmond bij de jongste
raadsverkiezing warm is toegegaan.
DE CRISIS.
l>e Niéuwe Courant schrijft
Met de voorbereiding van de kabinetsformatie be
Feuilleton.
tracht tnr. Cort van der Linden de uiterste geheim
zinnigheid. ZeJfs in den kring der Vrijzinnige Gop-
ccntralie is omtrent de stappen, door den Kabinets
formateur gedaan, sinds hij een gezamenlijke bijeen
komst had met twee vertegenwoofüigers van elke der
concentralie-groepen, weinig of niets bekend.
Wel bleek ons dat eenige van de mannen uit wie
volgens een (trouwens reoJs tegengesproken) persbe
richt. het nieuwe kabinet zou bestaan, zelfs niet zijn
gepolst over een minislerscJiap. Of de heer Cort van
tier Linden na zijn bijeenkomst met de zes hoeren
der concentratie ook mét de laders der rechterzijde)
heeft gesproken, gelijk men meende te weten dat in
zijn voornemen lag. is niet gebleken. En volslagen
onzekerheid heers dit alom nopens de beteekenis van
het -bezoek, dat mr. Van der Linden eergisteren bij
Hare Majesteit heeft afgelegd; de afwezigheid van elk
nader bericht hieromtrent duidt slechts aan, dat van
een beëindiging van de opdracht geen sprake is. Reeds
vroeger moet overigens mr. Van der Linden te ken
nen gegeven hebben, dat hij niet verwachtte ^eér spoe
dig in zijn taak te zullen slagen, en zoo vallen .dus
ook uit het lange voortduren van de crisis sedert hem
de opdracht verleend werd, geen conclusies te trek
ken.
Louter negatief „nieuws' dus en een waarschuwing
om met liet geloovcn van posilicf nieuws uit niet
controleerbare bron voorzichtig te blijven..
Het volgende schrijven is gisteren in een gcd.eelUf
onz-r oplaag vermeld;
Naar in ambtelijke krirg.-n ,sedcrt gisteren bckmd
is-geworden, is liet zoogoed als zeker dat oen oplos
sing van dc ministeriecle crisis niet meer in deze maand,
dóch wellicht in hc-t begin van September \c wachten
L. DLcntesigevoljce zuileh de opening van het Vredes
paleis ,cin de andere openbare plechtigheden en feestén
van deze maand, waarbij de tegenwoordigheid van de
regoërfrig of van ministers vcreischt vyoi-dt, of welke
vanwege de regeering zullen aangeboden worden, nog
onder net" bestaande bewind plaats hebben.
EEN V l i: KI EZ INGSQUAE6TIE.
In tegenwoordigheid van een aantal beiangitellenden
werd gisteren voor Gedeputeerde Staten van Zuid-Hol
land behandeld het Ireroep van den burgemeester der
gemeente Voorburg tegen 'hot besluit van den Raad
dier gemeente van .31 "Juli waarbij met 6 tegen 4
stemmen is besloten tot niet-tceladiig van den heer
J. H. Ilanscn (C.-H.j als lid van dien Raad.
Bij oen herstemming op 16 Juli werden vip den
lieer flansen uitgebracht 401 stemmen en op den heer
Th. C san Veem (R.-K.eveneens 401 stemmen, waar
na de heer Hansen als oudere in jaren gekozen werd
verklaard. Intusschm bleek, dat aan die herstemming
was deelgenomen door iemand die niet kiesgerechtigd
was. Deze persoon (R.-K.) verklaard^, te hebben ge
stemd op den heer Van Veen. Maar op grond van
het hij do Kieswet gewaarborgde geheim der stem
ming meende de meerderheid van den Gemeenteraad
daarop niet te inogon letlen en besliste hij uit over
weging dat de begane onregelmatigheid op den uit
slag der stemming van invloed heelt kunnen ziin, tot
niet-loelating van den gekozen verklaardezulks in
strijd met t praeadvies van B. en W. dat tot toe
lating strekte.
De Burgemeester van Voorburg, de heer Baron
Mackay, zijn beroep tegen de beslissing van den Ge
meenteraad toelichtende. Jjetoogde dat dit college z,ioli
te veel door de letter der wet heeft laten leiden (in
plaats van op den geest en de bedoeling .te letlon. Men
was in de gemeente overtuigd, dat de persoon die ten
onrechte aan de s'cmming hoeft deelgenomen zijn slem
heeft uitgebracht op den hoer Van Veen. Met dezn
o\*-rtuiging had men z.i. rekening moeten houden. Deze
overtuiging stond zóó sast dat de tegenstemmers vtm
het praeadvies aan B. en W. vooraf verklaarden dat
zij, bijaldien die Raad tot toolaling van den heer Han
sen zou besluiten, daartegen nniet in beroep zouden
gaan.
De lieer Mackay voerde voorts nog aan, dat volgens
de Kieswet niet de stemming zelve, maar alleen de
i
bter de huizen langs neemt hij zijn weg. De
t ;w ligt er een voet hoog en als een wit dak
de hemel boven hem. Dankwort's mooi huisje
yeheel ingepakt in een witten, deken.
cm gerend, bibberend, een beeld van jammer zit
lebald weldra ir den trein} naar Linden^tedt. Als
uitstapt zet hij de kraag van zijn jas op, trekt
hoofd in de schouders, opdat niemand hem zal
er.nen en bij de Fohrenbachs zijn' komst ver-
r.
ildebold zinki evenwel de moed in d? sehoe-
Hoe 2al bet hem gelukken om Mieke te spre-
(e krijgen? Het is geen lente, dat men maar
den haag heeft te kijken, om reeds van verre
f rood kleedjo te kunnen) zien, als een vriende-
I. welkomstgroet.
■huw sluipt hij om den tuin heen. Alles is hier
uitgestorven. "Daar komt eindelijk een jongén
I het tuinhuis. Wildebald wenkt hem en haalt
kiamnië vingers zajn lxatste geldstuk uit zijn
om dit den jongen in de hand te drukken.
in volgt fluisterend de opdracht om heel in het
lm Mieke'een briefje in de hand te drukken,
Wildebald. op ajle gebeurlijkheden voorbereid
a had geschreven. Op het briefje stond geschre-
„Achter uw huis wacht ik u. Ik moet je zien
n-eken. - Je ongelukkige Wildebald."
iu loopt hij op en neer, de ongelukkige Wil-
en wacht, kijkt en loopt.
j. zijn oogen beginnm evenwel verschillende
n te djuiser.. Hij moet de oogen sluiten, zoo
feren deze vuurpunten. Wanneer nu Mieke maar
Ihem is het zoo ellendig te moede
plotseling klinkt dicht aan zijn oor de zoete
„Om Godswil, wa,t is er gebeurd, lieve,
Wildebald."
r dei tt wekt hem uit zijn verdooving, het had heip
ld uiit den dood wakker geroepen, en hij slaat
ogledtn op er ziet haar voor zich staan in
iu 'i0renfcloemer'bla,«'we kleedje, met haar koren-
Alknenblauwe jakje en haar korenbloemenblauwe
je op het kroezige gouden haar.
lieke"' bij haar beide handen houdt hij haar
en kijkt haar vol zaligheid aap. „O jij mijn ge
nade op dit doornenpad mijns levens, geliefde, jou
nog eenmaal zien en dan
Dan wordt er een warme, zachte hand door zijn
arm geschoven en trekt hem met zich mee. „Kom
mee, hier vandaan» daar tusscihen de stille velden,
waar ons niemand ziet, daar kunt ge mij alles ver
tellen".
Ja. daar tusschen de stille velden.
Zwijgend gaan ze zijde aan zijde den stillen weg
langs en zacht vallen de vlokken om hen heen. Dat
is zoo droomeuwekkend. en zij wandelen als twee
kinderen, onder den indruk van een sprookje, waar
van zij de v ervulling zoeken, waaraan groote men-
sclien niet meer gelooven.
„Wildebald, spreek nu," bidt de eene van de'twee
kinderen.
De andere zucht:" „Ik ben zoo ongelukkig, Mieke,
dat ik niet meer kan leven."
„Wildebald, jouw ongeluk is mijn,' ongeluk, wan
nepr jij sterfL, sterf ik ook."
Zij had het hoofdje tegen zijn schouder gelegd
daar tusschen de stille velden, aan den rand van
het bosch, waar geen mensóh het zag,en kijkt zij
tott hem op met baar reine, schitterende oogen.
En nu moet hjj het ba,ar zeggen, wat heon het
leven uitjaagt: „Gezakt ben, ik."
„Wildebald ontzet is zij voor. hem blijven
staan „Wildebald. je bent voor je examen ge
zakt lioo vreeselijk."
„Ja. omdat zij mij met geweld in een beroep, heb
ben gedwongen, in een beroep, waarvoor ik niet ge
schikt ben. En na zijn daar de gevolgen.". Vol duisi
tere trots zegt hij het, en staart op de punten va,n
zijn schoenen.
Toen roept Mieke geheel buiten ziolizelf: „Wiikle-
bald, ik wil je belpen. Ik val voor je ouders op
mijn knieen, on alles, alles wat ik heb is voor jou.
Al mijn spaargeld het is wel driehonderd mark,
neem het."
„Mieke, goed lief kind!" En als zweefde hij
reeds boven dezo aarde met zijn leed en vreugde,
zoo gleed Wildebald's rechter plechtig over 't hoofd
va,n Mieke. „Mij redden geen vrome wenscbe^i meer.
Behalve mijn vijfhonderd mark schuld nog een po
sitie te verwerven met het ge-luüE v liefde, dat is
te veel op eenmaal. Dat kan n'olr En dan gaat
men nog liever heen uit dit leven en laat men het
voorhangsel zakken."
„Waar jij heen gaat .Wildebald, ga ik ook heen."
Aan hem kiemt Mieke zich vast en hij drukt haaa
vast in zijn arm, tegen zijn borst en buigt zich over
haar heen: .Mieke, lieveling
Die teedere woorden gaiaji, haai' ziel bi(nnen en zij
invulling van het stombiljet gelieim is 'en dat de kie
zer niet onbevoegd is zijn ingevuld stembiljet geopend
te laten zien of wei ach uit te laten over de vraag
op wien liij beeft gestemd.
Ook bestreed de lieer Mackay nog de bewering als
zouden B. en W. in hun praeadvies oneerlijk
quaestie der onregelmatigheid 'hebben behandeld.
De heer Van de Griendt, onder-voorzitta* van de
R. K. Kicsvereeniging, daarna als gemachtigde van tien
Gemeenteraad optredende^ zette nader ijet standpunt
van dit college uiteen dat men zich hier niet had in te
laten met de vraag op wien door hem die ten onrechte
aan de stemming heeft deelgenomen is gestemd.
Rapporteur over deze zaak was jhr. mr. Von Fiscnne.
De beslissing van Gedep. Staten volgt later.
Hdbld.
ROEFJES OP SCHOOL.
Men meldt uit Leiden aan de Tel.
Uit het verslag van het hoofd eener kostelooze school^
alhier van zijn school ovter 1912.-. ontlecnen wij ier
kenschetsing van den aard van sommige leerlingen en
de huiselijke opvoeding het volgende:
In de laagsteklasse is een gouden armband en een
dito ring van een onderwijzeres gestolen. Dat een jon
getje van 6 jaar wordt verdacht, bevreemdt het hoofd
der school al evenmin als de aiefstal zelve. Daar het
feit op een Zaterdagochtend om 12 uur plaats hoeft,
wordt direct de politie met het geval in kennis ge
steld «u 't gelukt do recherche -denze]fden middag de
voorwerpen in beslag te nemen. Wat het hoofd der
school bij het verdere onderzoek wel trof en waarom
hij het geval mededeelt, is dit; de zesjarige dader is
met den armband vóór hij thuis kwam, naar een
goudsmid gegaan <en heeft er daar 50 cents voor ge
vraagd de zesjarige dader gaf aan den wantrouwenden
goudsmid op een verkeerden naam, een verkeerd adres
en een andere school dan waarop hij ging; dit zes
jarig jongetje wilde ecui andere knaap de schuld: geven.
Wat moet dat ventje al veel hebben gehoord en gezien,
en gedacht, wat voor andere kinderen gelukkig ver-
horgen blijftIn welk een omgeving loeit dat kinder
zieltje.
Twee jongens, broertjes van 8 en )0 jaar. sedert
9 maanden op déze school., hebben ongeveer even vaak
verzuimd als in de bank gezeten. Brengt moeder ze
binnen de deur. dan blijven ze op school in den regel
handelbaar; laat moeder ze eer los, dan verdwijnen
ze ia de stegen en straten. Nader drinkt on slaaf!
moeder kent niels dan ruwheid. Deze jongens bre
ken den muntgasmeter open en versnoepen op een
Zaterdagmorgen plrn. f 1.20.
Hoe hot in sommige gezinnen toe gaat, leert liet
volgende
Een jongetje is absent. De oudere broer wordt ge
vraagd naar de 'reden„Hij is naar het ziekenhuis,
moester. Hij heeft -oen gat in het hoofd.'"
„Maar kerel, hoe komt dat
^Grootmoeder heeft hem jnet een koffiekelelljc ge
gooid.'
„Jongen, dat kan niet. Wat zeg je nu toch F"
,.'.t Is waar. meester. Grootmoeder was kwnad op_
grootvader en toen gooide ze hem met het keteltje."
maar ze raakte hém niet, maar wel kleine...'
Zulke jongens (le en 2e geval'jijn een voort
durend gevaar voor de mede-leer!iiigen. Zijvereist-hen
bijzondere zorg, toezicht ai toewijding en minder tal
rijk bevolkt© klassen, zoo besluit het hoofd der school,
h E ER EN K1BEDING.
Wat in jaren niet is gebeurd, dat is dezen zomer
geschied; er is e»en groote verandering gekomen in
j dc heerenkleeding, zoo schrijft het Hdbld. Onder de
Streep. Wij, Hollanders, hebben hei nog wel niet ge
merkt, maar misschien zullen wij <4en volgenden zo
mer de givolgen ervan ondervinden.
't Was tot nog toe, in de heerenkleeding steeds de
zelfde sleur, elk seizoen nagenoeg hetzelfde.
Het eene jaar was de pantalon wat wijder dan het
vorige, dan hebben de colberts eens fl'uweelen kra
gen, <en dan zijn ze weer van zijde, de eene winter zijn
de jassen gefailleerd ai de andere winler zijn ze recht
toe. recht aan. maar dat is ook al. Groote fluctuaties
knikt, togen,'zijn schouder leunend.
„Ik ga met jo mee, Wildebald, wanneer er werke
lijk geen middel meer is, dat wijl elkander zullen
mogen toebehooren,."|
„Er is er geen," zegt Wiildebajd met doffe berus
ting. „En al was er een» het was slechts een lan
ge, moeilijke weg, waarop onze zalige liefde misschien
de vleugels breken zou."
Mieke had hem graag; tegengesproken, had gaarne i
dapper verzekerd, dat zij ook voor het allerzwaarste'
niet terugschrikte. Maar zij doet het niet, zegt niets,
want zij wil niet achterstaan bij haar Wildebald.
die als een dichter spreekt. Vergissen zal hij zich
niet in linar, zij zal hem niet teleurstellen. En, allee
is zoo wonderlijk, zoo romantisch, bovenaardsch, zoo-
als zij daar met hun beiden, die stille besneeuwde
wereld Overwandolen, en achter hen het stadje meer
en meer in de schemering wegzinkt. En thuis weet
n'emand waar Mieke is heengegaan, hoe men haai-
zal zoeken en dan l
O, die schrijnende werkelijkheid, die zich tusschen
alles indringt, die iedere heerlijke minuut verstoort.
Het dappere Mieke siddert plotseling aan aJ haai-
leden, i
..Wildebald, wij loopen reeds geruimen tijd en
reeds zoo ver. Wanneer dat uitkomt! Vader ach
lieve hemel ik durf niet meer naar huls terug."
„.Zoo, ga je niet meer naar huis terug?"
Een heldenmoed, uit liefde en wanhoop opgeko
men, doet des jongelings borst zwellen en hij laat
zijp warmen, ivljdtn mantel om de kleine heen, die
als een vogeltje daarin verborgen is. „Zoo blijven
"wij bij elkaar en loopen met elkaar de wijde verte
tegemoet."
Met angstige, verschrikte oogen kijkt zij tot hem
op: „Maar Wildcbajid, waarheen dan?"
Tóen zeide hij met een wild verwijt: ..Met mij
sterven wilt ge, Mieke en met mij te leven daar
voor ben je bang?"
Het goud kopje mocht niet laten merken, hoe vast
zij nog aan het leven hangt en hoe nuchter en een
voudig zij over het leven denkt. En zij doet alle
moeit9 een voorwendsel te vinden om het moeilijke
aan te toouen.
„Wildebald wij hébben immers ook geen geld.
Hoe zal men ievc-n als men geen geld heeft. Maar
sterven met je, dat is wat anders wanneer het
tot het ergste kwam, Wildebald, je zoudt mij lee
ren kennen.."
Als had hij de bedoeling haar direct aan haar
woord te houden, zoo is de jongeling vol plotselin
ge beslistheid staan gebleven en kijkt het arme Mie
ke met branden.de, verschrikkelijke oogen doorborend
„Het was mij ernst. Ik zocht je op voor een
laatst afscheid. En het is mij nog ernst. Mieke. Me
nigeen had minder reden, tot hopeloosheid als ik,
en grijpt toch naar het laatste en beste aller heil
middelen, tot
Een sc-helle kreet en Mieke heeft zich van hem
losgerukt, en grijpt en voelt naar al zijn zakken
terwijl haar tranen over de wangen loopen. „Een
plstocï Wildebald, je hebt.het bij je. zeker je hebt
er een bij je. Maar ik vind het. ja ik .vind het en
gooi het weg, of
Een zacht rood wordt er op het doodsbleeks ge
laat van den jongeling zichtbaar. Nooit in zijn leven
beeft hij eer. pistool bezeten. Des te verhevener en
gewichtiger lijkt Lëm Mieke's verdenking. Aarzelend
slechts bc-sluit hij haar deze gedachte uit het hoofd
té prafpn. en Zjjn moorden klinken als een veront
schuldiging.
...Neen neen. ik heb geen pistool bü mij. Naar
het examc-n kon ik het niet meenemen, ofschoon
en "j
Hier mompelde hij ivat. Het goudkopje echter flui
stert, wel wat geruster, maar toch nog bevend:
„Dan Wildebald, :"k begrijp je niet, je bent vreemd,
zoo bleek, je wankelt. Kom toch kuit ons om-
keeren. Zie. het begint reeds te schemeren."
In plotselinge vrees grijpt zij naar zijn hand. „Ik
word bang. Mcar zijn wij eigenlijk?"
Angstig kijkt zij rondom zich. Eindc-looze witte vel
den, zoover als- het oog reikt, achter hen het in
schemerduister nauwelijks te herkennen Lindenstedt.
en in de verte zwart dreigend het bosch. nergens
een menscli, nergens een geluid zij beiden al
leen, in het vrije veld, op de krakende sneeuw
vau onder tot boven bedekt daarmee.
Wildebald vraagt: kent gij het sprookje van de
beide' koningskinderen, die zich ondo r de witte
sneeuw lieten begraven, omdat zij in het leven geen
geluk meer konden vinden?"
Zoo vreemd kijkt de jongel-'ng Mieke in de oogein.
't Kind heeft nog erger, denkt aan haar vader, waar
mee deze haar heeft bedreigd en roept angstig uit:
„Niet naar huis! Neen, liever
En beiden strekken de handen naar elkaar uit.
houden zich vast, hullen zich weer in den mantel
en loopen zwijgend verder steeds verder, in zalige
gedachten, als onder een, lokkende betoovering.
En zwaar wordt het roode kopje op Wildebald's
schouder, haar oogleden vallen toe, haar voetefi slee
pen! Donkerder en donkerder wordt de sneeuwman-
tel om haar heen.
Wordt vervolgd.
i