Uitlui Nitus- llltltlltit- Llllllllllll Oe lerste de beste, Woensdag 27 Augustus 1913. CHAËE 57ste Jaargang No. 5231 COIRAIIT. Kohier Hoofdelijke Omslag. Aan belangstellenden deelen -wij mede, dat vanaf leden een afdruk van, het kohier van den i Hoofdelijken Omslag der Gemeente; Schagen gratis lan ons Eureau verkrijgbaar is (zoolang de voor- raad strekt). j DE UITG. Binnenlandscb Nieuws. INVALIDITEITSWET. Een der medewerkers van,'het Handelsblad schrijft Een klein, gekromd en oud moedertje komt ban en om te j vragen, of ik haar ook kan, helpen aan, r i 2 .van het Staatspensioen,'Ze is vermoeid van 5 iet loopen, doch gunt zich geen tijd, op haar ver taal tej komen. In, korte zinnetjes, spel achtereen, uit- iesiproken, zonder den mitapten, samenhang, vertelt e van haar hoogea leeftijid, en haar droeve jeugd, ari] haar arrüoec'e 611 zorgen, en beweeglijk als ze S, veegt ze voortdurend denkbeeldige stofjes van a e (tafel. Na eenige vergeefsche pogingen slaag ik 'er ein- olijk in, haar te vragen, of zij in de laatste jaren jg voor anderen heeft gewerkt. Moedertje is diep arontwaardigd Voor anderen gewerkt! Of ik dan iet begreep, datj zij daar nooit tijd voor heeft ge- ad; zooveel kinderen, die fatsoenlijk moeten wor- n groot gebracht, zooveel zorgen om den boel jjeen te houden! en nu ze oud is en een rust- \aa,tsje vond in een hofje, nog aan werken den- en? Moet een oud mensch dan altijd werken? n Ik kan haar niet heipen, en zeg haar dat. Ze n ?grijpt mij niet- "Waarom zal z ij niets krijgen. En vraagt mij, wat ik denk van haar buurvrouw, of r' e wat zal ontvangen? Ik weet het niet, moet 5- irst eens met buurvrouw spreken. Maar buurman in, die ook al zoo oud is? Ilc, geef weer een ont- ijkend doch niet geheel ontkennend'antwoord. Maar ■t moederije wordt jaloersch, noemt een voor een i oude buren en kennissen op, wil weten of die jiukkiger zullen zijn dan zij. en begint telkens weer A voren af aan mijne meenang; te vragen! over de joruitzichten der geburen. A'ls ze opstaat begrijpt dat haarzaak piet rooskleurig staat. Enkele uren later staat ze *w e e r voor mij. Ze left zich vergist, heeft w e 1 gewierkt, a, 11 ij d ge plet bij haar dochter en, haar schoonzoon. Hoe die a" hoonzoon heet, is ze door haar zenuwachtig- h* lid zoo waar vergeten,. Acht maanden werkte ze iel ar, van Februari tot Januari. Ik reken haar or, dat 't dan elf maanden zijn, maar ze is het -net r eens. Maar ze moet 156 weken heb- au ,u géw?-rirt. Geen nood. ze weet zich te redden. •l- 2 jaren, heeft ze bij dien helaas te vroeg ver- - ,'oon gewerkt. Ik ben nog niet tevredejn, sne1 -.Itr over den arbeid vragen van de ar- r ze wordt hoos. Is 2 jaar en 8 maan- genoeg voor een oud mensch dat altijd - wereld is gegaan? Maar ze heeft ook ,t' .iode bdj| haar dochter gewerkt. De da- T5lfen. door haar opgegeven, ze toonen dat moedertje niet bang is wat te a ik haar er op wijs, dat ze door on- Jhgen te verstrekken in aanraking met ter zai komen, gaat in steeds sneller ilwd over de reeds schoongewreven tafel. - et zaakje maar liever laten zakken". Tan er, »den dag staat ze me weer op tel wach- J*ns. naar haar schoonzoon wal gaan. Nu naam weer. Hij zal verklaren, da,t moe- in dienst was! Met z'n -^ t'ren staan ze in de vestibule, oude ere kerels. Ze kijken me buitengewoon kwaad i, en komen op mijn verzoek een voor een bin- a. I Nummeren neemt bij miij plaats. Ik vraag hem, t bij t doen. „Zeg jij 't maar," antwoordt hij kv .^n-j^jdig. „Komt u voor de Invaliditeits- 't niet. „Komt u om 2 gulden"? hi de, rad d. m, gelie+> [ia dea e u i 11 e t o n Daar flikkeren, de oogen met een glans van biijd- schap. „Krek! Nou bin 'k er. Mot je goed ver staan. hoor. 't Is van de armoed, begrijp je, dat mot je nou is goed begrijpen! Enkel van de armoe anders niet." Ik vraag hem, bij wien hij heeft ge werkt? Hij weet 't niet. Hoe lang hij zonder werk is? Hij weet 't niet. Wat voor werk hij heeft ge daan? Ook dat weet hij niet. Maar 't gevraag begint hem ;te vervelen, en hij wil op zijn beurt eens weten, van wien dat aR®- maal komt Ik vertel hem ,dat er een wet is.. Hij kijkt me aan met een blik, alsof hij niets begrijpt. Ik vertei. dat de Minister geschreven heeft, en zie, dia,ar flikkeren weer die oogen, in een, volkomen begrijpen va,n den toestand. En plots roept bij uit: „Nou weet ik 't weer, bijl den Minister heb ik al tijd gewerkt!" Als ik hem verbaasd vraag, waarde Minister wa,s, krijg i|k ten antwoord: „Daar ie woont." Wat voor werk hij dee;d? En, alsof 't ge heel van zelf sprak,verneeqn ik, dat hij voor Zijne Excelentio heeft „geschrobt, en meer van. zuk". Ondanks aj mijn pogingen gelukt het mij niet, vai den man zelf te weten te komen, of hij, inderdaad recht op ee'ne rente heeft! Een vrouw, pas 70 jaar, komt zich melden. Ze is weduwe, en heeft een uitkeering zoo noodig. Ilc vraag, of zij de laatste 10 jaren.heeft ge werkt, en ze vertelt me van de mannen „die ze in de w-aschtobbe heeft gehad-". Ik noteer ijverig, maar het blijkt me, bij een nauwgezet onderzoek. ,dat het al veel langer dan 10 jaren is geleden, dat ze voor die mannen de wasch deed. Ze heeft ook bij anderen genaaid. In de laatste 10 jaren? „Ja zeker, laat eens zien, dat zal al gauw 12 jaar geleden zijn,.' En als zei een half uur heeft gepraat, en ik ge tracht heb de juiste, waarheid te vernemen, blijkt me, dat haar eenige verdienste is, dat zewel eens een' buurvrouw helpt, „uit barmhartigheid, zoowaar als ik bier sta, mijnheer!" „VOOR ALLEN" De heer H. M. La.ngeveld, stationschef te Alk maar, Hoofdcorrespondent van de vereenjging „Voor, Allen" der Hojll. IJzeren Spoorweg-Mpij., heeft we gens drukke bezigheden voor deze functie bedankt. In zijne plaats is thans benoemd de heer W. D. vanjMourik,' stationschef! te Heerhugowaard. KOLHORN. Het bestuur der afdeeling van den Bond voor Staatspensionneering, op 25 Augustus in voltallige vergadering bijeen, achtte het een leemte,, dat te Kolhorn geen tusschenpersoon, om 7 O-jarigen en ouderen bij het invullen der formulieren voor peu- sioenaan vraging behulpzaam te .zijn, werd aange steld. Men besloot voor zooveel mogelijk in die leemte te voorzien, door! die mensch en, leden en niet-leden van den bond, die zulks wenschen, behulp zaam te zijn. SCHAGERBRUG. De heer G. K. Smit van hier, slaagde Maandag te 's-Gravenhage voor het eersite gedeelte van het notariëel staatsexamen. VERKIEZING GEMEENTERAAD HELDER. Dinsdag had te Helder de verkiezing (candidaals tel ling) plaats voor één lid van den Gemeenteraad, we gens het bedanken van den jjeer Hartendorf voor het 3e district. Bij den Burgemeester werden lipten ingeleverd voor de volgende candidatenW. G. van Breda, gesteld door de R. K. kiesveroeniging Eendracht". L. A. Hart- sinck, gesteld door een groep kiezers. J. Kossen, .ge steld dcor de Vrijz. Kies Vereen i gi ng Helder'". J. van Leijen. gesteld door de S.D.A.P. J. II. Staalman. ge steld door de Ghr.-Depi. kiesvereèniging Nederland en Oranje'". De stemming zal plaats hebben op 4 September en de herstemming op 12 September a.s. WINKEL. De levering van 150 M3. grint voor het onderhoud dér wegen is gegund aan die firma P. Messelaar te Alk maar. voor f 3.80 per M3. EEN GOEDE V ANGST. Gedurende de laatste maanden kwam het te Amster dam herhaaldelijk voor, dat rijwielhandelaren de dupe werden van een tweetal personen, die, óf alleen, óf in combinatie fietsen huurden zonder dat deze ooit terug werden gebracht.. Aangezien let tweetal, dat er keurig netjes uitzag, over de geheele stad opereerde, duurde het vrjj lang eer de zaak ruchtbaar werd. In den laatsten tijd echter bad de verduistering zco'n omvang aangenomen, dat tal van rywielbandelaren op hun hoede waren voor het tweetal. Gisteravond vervoegde de juffrouw zich weer by een rijwielhandelaar hier ter stede. De man hield haar een oogenblikje aan de praat, liet intusschen de politie waarschuwen en toen de juffrouw even later met een huurfiets den winkel verliet, werd ze door eenige rechercheurs gevolgd. Gisteravond nog heeft men zoowel het meisje, de twintigjare Anna M, als haar „compag- non", dm 35 jarigen Jan S., in hun gemeenschappelijke I woning aan de Lijnbaansgracht gearresteerd. Tal van rijwielen werden daar gevonden en vele ervan zijn reeds door de eigenaren herkend. De verduistering is op zulk een groote schaal ge pleegd, dat het tweetal op verreweg de meeste politie bureaus in de stad gehoord zal moeten worden. Tel. BELANGRIJKE SPOORWEGDIEFSTAL Per electnsche spoor van Rjtterdam (Hofplein) naar Den Haag, werd Maandagavond 9.15 verzonden een houten geldkist met ijzeren beslag, inhoudende f 4000 aan bankpapier en specie, toebehoorende aan de Zuid Hollandsche Electrische Spoorweg Maatschappij, zijnde de recette der laatste dagen te Rotterdam ontvangen. In de geldkist bevonden zich o.m. 12 bankbiljetten van f 25, 90 van f 10, 2 gouden pondjes, 2 halve gouden pondjes, twee 10 Markstukken en vyf 1 francstukken, de rest specie. De geldkist is vermoedelijk onderweg uit den trein gevallen of geworpen. De recherche uit Rotterdam en Den Haag doet onder zoek in de zaak. KON1XGINNE-VERJAARD AG De Koningin heeft aan de burgemeesters het verlangen te kennen gegeven, dat de openbare feestviering van haar verjaardag niet op Zondag 31 Augustus, doch op Maandag 1 September zal plaats hebben. De burgemeesters wordsn uitgenoodigd daarmede rekening te houden en de ingezetme met dit verlangen in kennis te steden MALAISE IN DE AMSTERDAMSCHE DIAMANT INDUSTRIE. Verschenen; is het 1 „Verslag nopens den toestand en de verrichtingen, van den Algemeenen Nederlanld- sehon Diamantbewerkershond over het tijdperk 1 Januari31 Deceanber 1912, het financieel verslag over hetzelfde tijdperk, benevens de rapporten van de commissie voor de uitkeeringsgeschillen,. die voor de statistiek en, die voor het maatschappelijk werk. alsmede diverse bijlagen". Aan de Inleiding van dit verslag is het volgende ontleend: „Het jaar 1912 is een, van de slechtste jaren ge weest, die wij sinds de oprichting van onzen Bond hebben doorleefd. De werkloosheid was aldoor ab normaal hoog en bereikte nu en dan cijfers, die schrikbarend genoemd mogen worden. Sinds den zomer van 1911, heersehtf dan ook in onze industrie een crisis, langer van duur en, dieper van werking dan die van 1907'08. Want het is nu, op het oogen blik dat dit verslag wordt samengesteld. Mei 1913 en, nog altijd woedt de crisis voort, is zij zelfs, na een zeer korte periode van geringe verademing, we der in hevigheid toegenomen. „Vele werkgevers konden in 1912 slechts nu en dan, of in het geheel niet, of slechts door gedeelten hunner personeelen laten werken. Bij enkele groote patroons werd gedurende lanceren of korteren tijd halve weken gewerkt. Duizenden vakgenooten wa ren dan ook, hetziji voortdurend, hetzij bij tusschen- poozen .werkloos, ten gevolge waarvan de nood zoo danig steeg, dat de zeer laat gehouden, Jaarverga dering zich, op voorstel van het bestuur, genood zaakt zagden duur der werkloosheid, na welke men recht op uitkeering heeft, van zes weken te brea* gen op twee weken, zij het ook met het oog op dQ moeilijk berekenbare gevolgen bij wijze van proef* voor den tijd van een jaar. „De ongunstige toestand was het gevolg van een complex van redenen."/ Deze redenen worden nu verder uitvoerig nagelt gaan. De Turksch-Italiaansche oorlog en daarna do langdurige en nog steeds voortdurende Balkan-oor lo- gen en -kwesties zijn' de hoofdoorzaken. Onze lezers herinneren zich misschien de berichtea In vorige Jaren over enormen bloei der diamant-in dustrie en over de ruiane inkomsten der diamant bewerkers, welke hen veroorloofden In den zomer vacantie te nemen, en naar de badplaatsen en naar hot (buitenland te trekken, ajs waren het „menschel» met' geld". j Bovenstaande mededeelingen ademen een heel an deren geest. „Het kan verkeeren," zegt Brederó. OUDE NIEDORP. Kon de alhier voorgestelde landbouwwintercursus niet doorgaan wegens gebrek aan l^clangdelling, heel an ders is dit te Zijdewind, daar zal cue cursus wordeni gevolgd door 20 leerlingen en zal bovendien ook nog een cursus gehouden worden voor de bemesting, waar* aan ook minstens 20 personen deelnemen. JULIAXADORP Maandag werd het Onafhankelijkheidsfcest hier voortt gezet begunstigd door heerlijk zomerweer. t Begon na den middag met een ringrijderij, waar bij de prijzen werden behaald als volgtle prijs mei.- M. Erifcs ie Petten én C. Vader te Koegras. 2e pr. mej. G. Koorn te Oudesluis en P. Swaerts le Koegras* 3e prijs mej. T. Smit en Nic. Hoornsman te Koegras' 4e pr. mej. T Constant te Petten en A. Billis te Koegras. De Harmonie maakte hierna een rondgang door het dorp. en toen was het wachten op liet vuurwerk Te (J uur werd .dit afgestoken en het voldeed de veie) aanwezigen ten zeerste. De dag werd met een drukke danspartij beëindigd. In elk opzicht is het feest te Julianadorp uitstekend geslaagd; DE BEWAKING VAN AMSTERDAM. Onder dit opschrift bevat het Handelsblad een hoofd artikel. De inbraken, den laatsten lijd 7n Amsterdam ge pleegd. vestigen weer eens do aandacht op het vraag stuk va;n 'de bewaking der hoofdstad. Men kan (hier inderdaad nog van een vraagduk preken, want eeri bevredigende oplossing ervan is tol dusver niet ge vonden. Die bewaking toch. is thans Jen eenenniale onvoldoende. Wie wel eens in de gelegenheid is hef oor te luisteren te leggen in politiekringen, hoort daar de ongelooflijkste staaltjes over de bewaking of lie ver... hel gebrek aan bewaking! Uit volkomen ge- lopfwaardige bron l>ereikte ons bijvoorbeeld de me~ dedeelmg, dat het onlangs 's nachts js voorgekomen, dat jn elf blokken of wijken, die gewoonlijk door even zoovele agenten bewaakt worden, slechts door één enkelen agent werd dienst gedaanHet moet in het geheel geen zeldzaamheid zijn, dat één agent vijf blok ken ter „bewaking' heeft! Zulk een blok bestaat uit groepen bijeengelegen straten, grachten enz., die eeu agent m de twee uur. dal hij achtereenvolgens dienst doet. e$ns of meermalen moet doorkruisen al naar de uitgestrektheid. Vraagt men, in politiekringen, naar de oorzaak van dit euvel, dan krijgt men steevast het antwoord t- weinig personeel'". De oorzaken hiervan worden dan nagegaan en a - getoond. dat de uitbreiding van het politiecorps géén gplijken tred gehouden heeft met de uitbreiding der Er is een gevaarlijke achterstand, waarin dringend en onverwijld voorzien behoort te worden WINKEL. De heer H. Hams. hoofd der school te Groetpolder^ slaagde te Utrecht voor akte Schoonschrijven VI O HET NIEUWE KABINET. De Nieuwe Ct. verneemt nadier, dat de overdracht en, !00.— 1, •jutta had Capiï stecd!s als een lachend, helder beeld .■haar gedachten gekoesterd waarom woei het zoo koud en vreepid van de hoogte tot haar r ',|i als wikle het haar waarschuwen: „nader mij te dicht!'" En toch was liet weer, alsof telkens dwingende and haar voorwaarts schoof. [lemmingen ■*- zenuwen. Met geweld zocht zij deze imde gevoelens te beheerschen, toen het schip in jri i:made<*fen zij van d^r Maiina naar het stadje I. In Quisesann, waar zif zich wat kon afzonderen. zij een woning. je uren verliepen, zacht en heerlijk breidde de ad zien over het eiland uit. Mevrouw Jutta had een Ier gevonden zooals zij liet gewenscht had. Zij [boven aheen gezeten en liep nu naar builen naar hui la Fragara. Door het piaanJi'cht overgoten, groet- iprookjeswcg haar fvisschen de aangrenzende villa als een lieve $room. En of daar beneden uit zilveren vloed de drie Tardglioneklippen ook als en vuisten omhoog dreigden, zij schrikten haar af, voor zooveel schoonheid wijken vrees en af in. Eu wat de beide gelukkigen, die daar arm :m voor Jutta uitwandelden, bij gebarenklank zon de t vulide rondom de lucht, en joeg vrees en it v. eg met hun koozend teeder: „Non e vero et is niet waar, niets is waar van a.1 het !ere. dreigende, dat haar de woorden van, een 'zi nige in de hersens hebben geslagen, i had kunnen nieerziijnlken) en, den, bodem kussen, 'iiiaar het dronken, levensverlangen heeft weer- ■sven. Slechts le,venleven!' Het leven zelf ia Jhoogste goed. Ver de steenen borstwering aan de Punta Tra- geleund, stond mevrouw Jutta en keek met te oogen in de wegschemeremde, verte. jr werden schreden achter haar hoorhaar. Maar Jraaide zich niet om. Wees gegroet, Jutta. Het is een mooi plekje, r wij elkaar weerzien." :eunde die sterrenheldere hemel deze woorden aar neer, of had de onzichtbare God. die haar I aag hierheen had geleid, stem en gestalte; aam- men? werd een lisnd op haar schouder- gelegd en j zij keek Horst Hardingier in bet sarcastisch lachend gelaat. „Schijnt u ons samentreffen! zoo verwonderlijk, Jutta? En vindt gé het te romantisch? Maar zooals onze gemeenschappelijke vaart van Sorrenj. tot Capri zeer aangenaam en genoegelijik is geweest, zooi moet ons weerzien bier da,t toch ook zijn," „In Sorrent reeds Heeseb stiet zij deze en- kele woorden uit. „.Ja, in Sorrent, Jutta Dank zij je onvoorzichtig heid om niet van naam te verwisselen, was bet voor mij niet zoo moeilijk je reisroute te volgen. 1 En bad een ongeluk mij niet neergeworpen, dan had ik reeds in Parijs mij als je reisgezel aangemeld. I Maar door inijn al te groote haast om je te vol- gen. was ik gevallen en moest ik wekenlang met een verstuikten voet liggen. Een harde proef voor1 zulk eeii vurig verlangend, man als ik ben. Nu, krijg! ik geen enkel medelijdend w-oord daarover te hoo-j ren. mevrouw Jutta. en geen; wedergroet of welkom?'1 Zij boog zich sidderend achterover, zoo ver van hem weg als de borstwering het maar toeliet. Toen hic-ld hij haar zacht aan haar arm vast en lachte, zoodat zijn groote, breede tanden blonken. „Voorzichtig, Jutta! Reeds menigeen viel van dé rots3ii} op het eiland der zaligen. De klippen zijn steil en de zee geeft niemand terug. Mag ik je steunen, je schijnt mij bepaald piet wel te zijn." Met geweld bracht, zij woorden, uit, die haar moes ten losmaken van .de suggestieve kracht zijner per soonlijkheid. „Voor de tweede maai overval je mij als een, dief, alleen omdat jij je lage wraak op mij wilt uit oefenen en,daartegen, is een vrouw1 weerloos, zoo lang zij nog iets heeft waai' zij aan hangt. Zulk een, bezit heb ik echter vanaf heden niet meer o.m jou heb ik het vaa mij geworpen. Wat 'kan je daa nog van mij willen?" j Met een verachtelijk gelaat wilde zij hem voor bijgaan, maar,hij bleef aan, haar zijde en boog zich een weinig t,ot haar over. „Jou, Jutta dat wieet je immers wel."' De adem uit zijn mond raakte baar aan en dat bracht haar buiten zichzelf vap. afschuw. ..Mij Jij dien ik niet acht, niet liefheb dién" ik haa.t, ja haaU En voor jou zal i'k mij weten te beschermen als voor een waanzinnige, wanneer je nog verder doorgaat met mij,te volgen." In onbewogen houding schreed bij diicht naast haar voort. „Jou voor mij besehermen Jutta. Wil je een. dokter of het gerecht te,hulp rOepetn?' „En wanneer ik het doe?" „Wanneer je morgen, wat kalmer geworden ben,t, Jutta," viel hij haar met ijzige bedaardheid indé. rede,;,,zullen wij; de zaak wel verder bespreken.. Ah zie," zoo viel hij zichzelf in, de rede. „da,ar wenkt, reeds ons hotel." j „Ons?" Jutta schreeuwde het bijna. Hij knikte. „Jawel. Maar het zou jammer zijn. om aan den heerlijken avond zoo spoedig eep eind te maken. Hoe zou je het vinden een kleinen maal tijd in, den tuin, tot vïeringj van ons weerzien. Jut- ta? Maneschijnhetoovering en( mandolinenklanken Men moet het leven er van nemen, zoolang men het heeft, Jutta-" Secondenlang kruisten hun blikken elkaar als degenklingen, dan snelde zij zonder een woord te zeggen met het hoofd !n den nek Horst Hardinger voorbij, het hotel binnen naar haar kamer, die zij dadelijk achter zich sloot. Op haar bedi viel zij machteloos neer en de laat ste harer bewust»» gedachte was: morgen mor gen. i De morgen kwam. Niet in zuidelijke kleurenpracht, maar eentonig. mat en zwaar. Dc rotstoppen schenen vlakbij om te grijpen, bleekgrijs welfde de hemel, donker stonden de olijven in dc broeiende lucht en beneden, loeide de zee. Mevrouw Jutta, voelde zijn nabijheid im elke, ze nuw. Haar- bloed stroomde moede, hapr gevoel leek afgestompt, haar hartslag traag. Zoo lag zij stil tot dep middag op haar bed en verroerde zich niet. - 3chemerig gleed het gebeurde van gisteren haar voorbij, schemerig steJdie zij zich de komende uren voor. Vluchten was dwaas dat had zij, wel ingezieta. Zich met de laatste middelen, met het gerecht zich voor de bedreigingen; van dezen man bescher men? Zij schudde in heftigefi tegenzin het hoofd. Andere wegen, heel andere heimelijke, listig, verstandig, sluw. Wat bekommert een mensch er zich over ,die zijn innerlijk, richtsnoer heeft verloren, waar* hij een uitweg vindt? ,Slechts eerst weg van dit afgesloten, eiland. En wanneer het moet, dan maar gemeenschappelijk met hem. Zij staat op, kleedt zich aan en, niet zooals gis ter in haar kamer boven, maar beneden in de eet-1 zaal neemt zij aan een apart tafeltje haar 'maaltijd. Met een slok zwaren Siciliaanschen wijn spoelt zij eiken beet weg, dien zij over de lippen heeft ge dwongen en, zü heeft het gevoel daarbij: van ergens fn een verborgen hoekje twee stekende oogen op zich gelicht te voelen, die elk harer bewegingen bespieden. En, wanneer zij van dit tafeltje'zal op staan, zal Horst Hardinger aan haar zijde treden. Met een haastige beweging schuift zij plotseling haar stoel achteruit. Hij kon van. haar komen. Het was immers nog niet beslist, wie van, hen beiden de sterkste zou zijn en bleef! Buiten in de vestibule trad Horst Hardinger op haar toe en hij stak haar zijn hand tegen. Met een spottend lachje keek zij daarop neer, trad zonder hem aan te raken ,een stap terug en keek Hardingen in de oogen. In de donkere pu pillen schoten vonken Onverschillig liet hij de opgeheven hand weer zak ken. trad op den open uitgang toe en zeide, zich half tot haar wendend en zoo ver zijn stem dein - pend, dat de op den achtergrond staande oortier hora niet verstond: „Je hebt schijnt het, het plan een wandeling te gaan maken. Ik zal je vergezelier» als je het mij veroorlooft en ook als je het mij niet veroorlooft." Zij haaide de schouders op, aarzelde met opzet een paar seconden en, zeide dan grof: „Je kunt mij volgen, of hier blijven het eene is mij eveu on verschillig als het apifiere. Ik ben verder niet meer van zins mijn planpen voor jou geheim te houden. Besluit daaruit wat je wilt." „Dan, mevrouw Jutta, zullen wij gaan.'* Zij antwoordde hem niet, maar haar gelaat wert plotseling doodsbleek, j „Waarheen?" vroeg Horst Hardinger, daar zj steeds bleef zwijgen. „In de zon," zeide zij>t en zij beefde als fen, riet „Ben je koud, Jutta? Ja .ja, een mensch kan 'I koud hebben, zelfs n,og in, de warmste oogenblikkea zijns levens." „Wanneer je op dezen toon met mij spreekt, zal ik de overtuiging krijgen, dat zadh een krankzin nige aan mij heeft vastgeklampt.'" „Een krankzinnige!" Hij$ herhaalt het, en het is, als luisterde' hij daarbij naar zichzelf, als haalde hij de woorden uit zijn diepste binnenste. „Het kon wel zoo zijn. Een man, die zich de baste helft zijns lerens door een vrouw laat beden-en, en het andere vermorst cm die vrouw te straffen, die is wel een krankzinnige en handelt tenminste met de taaiheid van zuik een ongelukkige." Jutta antwoordde niet. Wordt vervolgd,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1913 | | pagina 1