Uitlui Nitus-
llltltlltit- Llllllllllll
Oe lerste de beste,
Woensdag 27 Augustus 1913.
CHAËE
57ste Jaargang No. 5231
COIRAIIT.
Kohier Hoofdelijke Omslag.
Aan belangstellenden deelen -wij mede, dat vanaf
leden een afdruk van, het kohier van den i
Hoofdelijken Omslag der Gemeente; Schagen gratis
lan ons Eureau verkrijgbaar is (zoolang de voor-
raad strekt). j
DE UITG.
Binnenlandscb Nieuws.
INVALIDITEITSWET.
Een der medewerkers van,'het Handelsblad schrijft
Een klein, gekromd en oud moedertje komt ban
en om te j vragen, of ik haar ook kan, helpen aan,
r i 2 .van het Staatspensioen,'Ze is vermoeid van
5 iet loopen, doch gunt zich geen tijd, op haar ver
taal tej komen. In, korte zinnetjes, spel achtereen, uit-
iesiproken, zonder den mitapten, samenhang, vertelt
e van haar hoogea leeftijid, en haar droeve jeugd,
ari] haar arrüoec'e 611 zorgen, en beweeglijk als ze
S, veegt ze voortdurend denkbeeldige stofjes van
a e (tafel.
Na eenige vergeefsche pogingen slaag ik 'er ein-
olijk in, haar te vragen, of zij in de laatste jaren
jg voor anderen heeft gewerkt. Moedertje is diep
arontwaardigd Voor anderen gewerkt! Of ik dan
iet begreep, datj zij daar nooit tijd voor heeft ge-
ad; zooveel kinderen, die fatsoenlijk moeten wor-
n groot gebracht, zooveel zorgen om den boel
jjeen te houden! en nu ze oud is en een rust-
\aa,tsje vond in een hofje, nog aan werken den-
en? Moet een oud mensch dan altijd werken?
n Ik kan haar niet heipen, en zeg haar dat. Ze
n ?grijpt mij niet- "Waarom zal z ij niets krijgen. En
vraagt mij, wat ik denk van haar buurvrouw, of
r' e wat zal ontvangen? Ik weet het niet, moet
5- irst eens met buurvrouw spreken. Maar buurman
in, die ook al zoo oud is? Ilc, geef weer een ont-
ijkend doch niet geheel ontkennend'antwoord. Maar
■t moederije wordt jaloersch, noemt een voor een
i oude buren en kennissen op, wil weten of die
jiukkiger zullen zijn dan zij. en begint telkens weer
A voren af aan mijne meenang; te vragen! over de
joruitzichten der geburen. A'ls ze opstaat begrijpt
dat haarzaak piet rooskleurig staat.
Enkele uren later staat ze *w e e r voor mij. Ze
left zich vergist, heeft w e 1 gewierkt, a, 11 ij d ge
plet bij haar dochter en, haar schoonzoon. Hoe die
a" hoonzoon heet, is ze door haar zenuwachtig-
h* lid zoo waar vergeten,. Acht maanden werkte ze
iel ar, van Februari tot Januari. Ik reken haar
or, dat 't dan elf maanden zijn, maar ze is het
-net r eens. Maar ze moet 156 weken heb-
au ,u géw?-rirt. Geen nood. ze weet zich te redden.
•l- 2 jaren, heeft ze bij dien helaas te vroeg ver-
- ,'oon gewerkt. Ik ben nog niet tevredejn,
sne1 -.Itr over den arbeid vragen van de ar-
r ze wordt hoos. Is 2 jaar en 8 maan-
genoeg voor een oud mensch dat altijd
- wereld is gegaan? Maar ze heeft ook
,t' .iode bdj| haar dochter gewerkt. De da-
T5lfen. door haar opgegeven, ze toonen
dat moedertje niet bang is wat te
a ik haar er op wijs, dat ze door on-
Jhgen te verstrekken in aanraking met
ter zai komen, gaat in steeds sneller
ilwd over de reeds schoongewreven tafel.
- et zaakje maar liever laten zakken".
Tan er, »den dag staat ze me weer op tel wach-
J*ns. naar haar schoonzoon wal gaan. Nu
naam weer. Hij zal verklaren, da,t moe-
in dienst was!
Met z'n -^ t'ren staan ze in de vestibule, oude
ere kerels. Ze kijken me buitengewoon kwaad
i, en komen op mijn verzoek een voor een bin-
a. I
Nummeren neemt bij miij plaats. Ik vraag hem,
t bij t doen. „Zeg jij 't maar," antwoordt hij
kv .^n-j^jdig. „Komt u voor de Invaliditeits-
't niet. „Komt u om 2 gulden"?
hi
de,
rad
d.
m,
gelie+>
[ia dea e u i 11 e t o n
Daar flikkeren, de oogen met een glans van biijd-
schap. „Krek! Nou bin 'k er. Mot je goed ver
staan. hoor. 't Is van de armoed, begrijp je, dat
mot je nou is goed begrijpen! Enkel van de armoe
anders niet." Ik vraag hem, bij wien hij heeft ge
werkt? Hij weet 't niet. Hoe lang hij zonder werk
is? Hij weet 't niet. Wat voor werk hij heeft ge
daan? Ook dat weet hij niet.
Maar 't gevraag begint hem ;te vervelen, en hij
wil op zijn beurt eens weten, van wien dat aR®-
maal komt Ik vertel hem ,dat er een wet is.. Hij
kijkt me aan met een blik, alsof hij niets begrijpt.
Ik vertei. dat de Minister geschreven heeft, en zie,
dia,ar flikkeren weer die oogen, in een, volkomen
begrijpen va,n den toestand. En plots roept bij uit:
„Nou weet ik 't weer, bijl den Minister heb ik al
tijd gewerkt!" Als ik hem verbaasd vraag, waarde
Minister wa,s, krijg i|k ten antwoord: „Daar ie
woont." Wat voor werk hij dee;d? En, alsof 't ge
heel van zelf sprak,verneeqn ik, dat hij voor Zijne
Excelentio heeft „geschrobt, en meer van. zuk".
Ondanks aj mijn pogingen gelukt het mij niet, vai
den man zelf te weten te komen, of hij, inderdaad
recht op ee'ne rente heeft!
Een vrouw, pas 70 jaar, komt zich melden. Ze
is weduwe, en heeft een uitkeering zoo noodig.
Ilc vraag, of zij de laatste 10 jaren.heeft ge
werkt, en ze vertelt me van de mannen „die ze
in de w-aschtobbe heeft gehad-". Ik noteer ijverig,
maar het blijkt me, bij een nauwgezet onderzoek.
,dat het al veel langer dan 10 jaren is geleden, dat
ze voor die mannen de wasch deed.
Ze heeft ook bij anderen genaaid. In de laatste
10 jaren? „Ja zeker, laat eens zien, dat zal al gauw
12 jaar geleden zijn,.'
En als zei een half uur heeft gepraat, en ik ge
tracht heb de juiste, waarheid te vernemen, blijkt
me, dat haar eenige verdienste is, dat zewel eens
een' buurvrouw helpt, „uit barmhartigheid, zoowaar
als ik bier sta, mijnheer!"
„VOOR ALLEN"
De heer H. M. La.ngeveld, stationschef te Alk
maar, Hoofdcorrespondent van de vereenjging „Voor,
Allen" der Hojll. IJzeren Spoorweg-Mpij., heeft we
gens drukke bezigheden voor deze functie bedankt.
In zijne plaats is thans benoemd de heer W. D.
vanjMourik,' stationschef! te Heerhugowaard.
KOLHORN.
Het bestuur der afdeeling van den Bond voor
Staatspensionneering, op 25 Augustus in voltallige
vergadering bijeen, achtte het een leemte,, dat te
Kolhorn geen tusschenpersoon, om 7 O-jarigen en
ouderen bij het invullen der formulieren voor peu-
sioenaan vraging behulpzaam te .zijn, werd aange
steld. Men besloot voor zooveel mogelijk in die
leemte te voorzien, door! die mensch en, leden en
niet-leden van den bond, die zulks wenschen, behulp
zaam te zijn.
SCHAGERBRUG.
De heer G. K. Smit van hier, slaagde Maandag
te 's-Gravenhage voor het eersite gedeelte van het
notariëel staatsexamen.
VERKIEZING GEMEENTERAAD HELDER.
Dinsdag had te Helder de verkiezing (candidaals tel
ling) plaats voor één lid van den Gemeenteraad, we
gens het bedanken van den jjeer Hartendorf voor het
3e district.
Bij den Burgemeester werden lipten ingeleverd voor
de volgende candidatenW. G. van Breda, gesteld door
de R. K. kiesveroeniging Eendracht". L. A. Hart-
sinck, gesteld door een groep kiezers. J. Kossen, .ge
steld dcor de Vrijz. Kies Vereen i gi ng Helder'". J. van
Leijen. gesteld door de S.D.A.P. J. II. Staalman. ge
steld door de Ghr.-Depi. kiesvereèniging Nederland
en Oranje'".
De stemming zal plaats hebben op 4 September en
de herstemming op 12 September a.s.
WINKEL.
De levering van 150 M3. grint voor het onderhoud
dér wegen is gegund aan die firma P. Messelaar te Alk
maar. voor f 3.80 per M3.
EEN GOEDE V ANGST.
Gedurende de laatste maanden kwam het te Amster
dam herhaaldelijk voor, dat rijwielhandelaren de dupe
werden van een tweetal personen, die, óf alleen, óf in
combinatie fietsen huurden zonder dat deze ooit terug
werden gebracht..
Aangezien let tweetal, dat er keurig netjes uitzag,
over de geheele stad opereerde, duurde het vrjj lang
eer de zaak ruchtbaar werd. In den laatsten tijd echter
bad de verduistering zco'n omvang aangenomen, dat
tal van rywielbandelaren op hun hoede waren voor het
tweetal. Gisteravond vervoegde de juffrouw zich weer
by een rijwielhandelaar hier ter stede. De man hield
haar een oogenblikje aan de praat, liet intusschen de
politie waarschuwen en toen de juffrouw even later met
een huurfiets den winkel verliet, werd ze door eenige
rechercheurs gevolgd. Gisteravond nog heeft men zoowel
het meisje, de twintigjare Anna M, als haar „compag-
non", dm 35 jarigen Jan S., in hun gemeenschappelijke
I woning aan de Lijnbaansgracht gearresteerd. Tal van
rijwielen werden daar gevonden en vele ervan zijn reeds
door de eigenaren herkend.
De verduistering is op zulk een groote schaal ge
pleegd, dat het tweetal op verreweg de meeste politie
bureaus in de stad gehoord zal moeten worden.
Tel.
BELANGRIJKE SPOORWEGDIEFSTAL
Per electnsche spoor van Rjtterdam (Hofplein) naar
Den Haag, werd Maandagavond 9.15 verzonden een
houten geldkist met ijzeren beslag, inhoudende f 4000
aan bankpapier en specie, toebehoorende aan de Zuid
Hollandsche Electrische Spoorweg Maatschappij, zijnde
de recette der laatste dagen te Rotterdam ontvangen.
In de geldkist bevonden zich o.m. 12 bankbiljetten
van f 25, 90 van f 10, 2 gouden pondjes, 2 halve gouden
pondjes, twee 10 Markstukken en vyf 1 francstukken,
de rest specie.
De geldkist is vermoedelijk onderweg uit den trein
gevallen of geworpen.
De recherche uit Rotterdam en Den Haag doet onder
zoek in de zaak.
KON1XGINNE-VERJAARD AG
De Koningin heeft aan de burgemeesters het verlangen
te kennen gegeven, dat de openbare feestviering van
haar verjaardag niet op Zondag 31 Augustus, doch op
Maandag 1 September zal plaats hebben.
De burgemeesters wordsn uitgenoodigd daarmede
rekening te houden en de ingezetme met dit verlangen
in kennis te steden
MALAISE IN DE AMSTERDAMSCHE DIAMANT
INDUSTRIE.
Verschenen; is het 1 „Verslag nopens den toestand
en de verrichtingen, van den Algemeenen Nederlanld-
sehon Diamantbewerkershond over het tijdperk 1
Januari31 Deceanber 1912, het financieel verslag
over hetzelfde tijdperk, benevens de rapporten van
de commissie voor de uitkeeringsgeschillen,. die voor
de statistiek en, die voor het maatschappelijk werk.
alsmede diverse bijlagen". Aan de Inleiding van dit
verslag is het volgende ontleend:
„Het jaar 1912 is een, van de slechtste jaren ge
weest, die wij sinds de oprichting van onzen Bond
hebben doorleefd. De werkloosheid was aldoor ab
normaal hoog en bereikte nu en dan cijfers, die
schrikbarend genoemd mogen worden. Sinds den
zomer van 1911, heersehtf dan ook in onze industrie
een crisis, langer van duur en, dieper van werking
dan die van 1907'08. Want het is nu, op het oogen
blik dat dit verslag wordt samengesteld. Mei 1913
en, nog altijd woedt de crisis voort, is zij zelfs, na
een zeer korte periode van geringe verademing, we
der in hevigheid toegenomen.
„Vele werkgevers konden in 1912 slechts nu en
dan, of in het geheel niet, of slechts door gedeelten
hunner personeelen laten werken. Bij enkele groote
patroons werd gedurende lanceren of korteren tijd
halve weken gewerkt. Duizenden vakgenooten wa
ren dan ook, hetziji voortdurend, hetzij bij tusschen-
poozen .werkloos, ten gevolge waarvan de nood zoo
danig steeg, dat de zeer laat gehouden, Jaarverga
dering zich, op voorstel van het bestuur, genood
zaakt zagden duur der werkloosheid, na welke men
recht op uitkeering heeft, van zes weken te brea*
gen op twee weken, zij het ook met het oog op dQ
moeilijk berekenbare gevolgen bij wijze van proef*
voor den tijd van een jaar.
„De ongunstige toestand was het gevolg van een
complex van redenen."/
Deze redenen worden nu verder uitvoerig nagelt
gaan. De Turksch-Italiaansche oorlog en daarna do
langdurige en nog steeds voortdurende Balkan-oor lo-
gen en -kwesties zijn' de hoofdoorzaken.
Onze lezers herinneren zich misschien de berichtea
In vorige Jaren over enormen bloei der diamant-in
dustrie en over de ruiane inkomsten der diamant
bewerkers, welke hen veroorloofden In den zomer
vacantie te nemen, en naar de badplaatsen en naar
hot (buitenland te trekken, ajs waren het „menschel»
met' geld". j
Bovenstaande mededeelingen ademen een heel an
deren geest.
„Het kan verkeeren," zegt Brederó.
OUDE NIEDORP.
Kon de alhier voorgestelde landbouwwintercursus niet
doorgaan wegens gebrek aan l^clangdelling, heel an
ders is dit te Zijdewind, daar zal cue cursus wordeni
gevolgd door 20 leerlingen en zal bovendien ook nog
een cursus gehouden worden voor de bemesting, waar*
aan ook minstens 20 personen deelnemen.
JULIAXADORP
Maandag werd het Onafhankelijkheidsfcest hier voortt
gezet begunstigd door heerlijk zomerweer.
t Begon na den middag met een ringrijderij, waar
bij de prijzen werden behaald als volgtle prijs mei.-
M. Erifcs ie Petten én C. Vader te Koegras. 2e pr.
mej. G. Koorn te Oudesluis en P. Swaerts le Koegras*
3e prijs mej. T. Smit en Nic. Hoornsman te Koegras'
4e pr. mej. T Constant te Petten en A. Billis te
Koegras.
De Harmonie maakte hierna een rondgang door het
dorp. en toen was het wachten op liet vuurwerk Te
(J uur werd .dit afgestoken en het voldeed de veie)
aanwezigen ten zeerste.
De dag werd met een drukke danspartij beëindigd.
In elk opzicht is het feest te Julianadorp uitstekend
geslaagd;
DE BEWAKING VAN AMSTERDAM.
Onder dit opschrift bevat het Handelsblad een hoofd
artikel.
De inbraken, den laatsten lijd 7n Amsterdam ge
pleegd. vestigen weer eens do aandacht op het vraag
stuk va;n 'de bewaking der hoofdstad. Men kan (hier
inderdaad nog van een vraagduk preken, want eeri
bevredigende oplossing ervan is tol dusver niet ge
vonden. Die bewaking toch. is thans Jen eenenniale
onvoldoende. Wie wel eens in de gelegenheid is hef
oor te luisteren te leggen in politiekringen, hoort daar
de ongelooflijkste staaltjes over de bewaking of lie
ver... hel gebrek aan bewaking! Uit volkomen ge-
lopfwaardige bron l>ereikte ons bijvoorbeeld de me~
dedeelmg, dat het onlangs 's nachts js voorgekomen,
dat jn elf blokken of wijken, die gewoonlijk door
even zoovele agenten bewaakt worden, slechts door
één enkelen agent werd dienst gedaanHet moet in het
geheel geen zeldzaamheid zijn, dat één agent vijf blok
ken ter „bewaking' heeft! Zulk een blok bestaat uit
groepen bijeengelegen straten, grachten enz., die eeu
agent m de twee uur. dal hij achtereenvolgens dienst
doet. e$ns of meermalen moet doorkruisen al naar
de uitgestrektheid.
Vraagt men, in politiekringen, naar de oorzaak van
dit euvel, dan krijgt men steevast het antwoord t-
weinig personeel'".
De oorzaken hiervan worden dan nagegaan en a -
getoond. dat de uitbreiding van het politiecorps géén
gplijken tred gehouden heeft met de uitbreiding der
Er is een gevaarlijke achterstand, waarin dringend
en onverwijld voorzien behoort te worden
WINKEL.
De heer H. Hams. hoofd der school te Groetpolder^
slaagde te Utrecht voor akte Schoonschrijven VI O
HET NIEUWE KABINET.
De Nieuwe Ct. verneemt nadier, dat de overdracht
en,
!00.—
1,
•jutta had Capiï stecd!s als een lachend, helder beeld
.■haar gedachten gekoesterd waarom woei het
zoo koud en vreepid van de hoogte tot haar r
',|i als wikle het haar waarschuwen: „nader mij
te dicht!'" En toch was liet weer, alsof telkens
dwingende and haar voorwaarts schoof.
[lemmingen ■*- zenuwen. Met geweld zocht zij deze
imde gevoelens te beheerschen, toen het schip in
jri i:made<*fen zij van d^r Maiina naar het stadje
I. In Quisesann, waar zif zich wat kon afzonderen.
zij een woning.
je uren verliepen, zacht en heerlijk breidde de
ad zien over het eiland uit. Mevrouw Jutta had een
Ier gevonden zooals zij liet gewenscht had. Zij
[boven aheen gezeten en liep nu naar builen naar
hui la Fragara. Door het piaanJi'cht overgoten, groet-
iprookjeswcg haar fvisschen de aangrenzende villa
als een lieve $room. En of daar beneden uit
zilveren vloed de drie Tardglioneklippen ook als
en vuisten omhoog dreigden, zij schrikten haar
af, voor zooveel schoonheid wijken vrees en af
in. Eu wat de beide gelukkigen, die daar arm
:m voor Jutta uitwandelden, bij gebarenklank zon
de t vulide rondom de lucht, en joeg vrees en
it v. eg met hun koozend teeder: „Non e vero
et is niet waar, niets is waar van a.1 het
!ere. dreigende, dat haar de woorden van, een
'zi nige in de hersens hebben geslagen,
i had kunnen nieerziijnlken) en, den, bodem kussen,
'iiiaar het dronken, levensverlangen heeft weer-
■sven. Slechts le,venleven!' Het leven zelf ia
Jhoogste goed.
Ver de steenen borstwering aan de Punta Tra-
geleund, stond mevrouw Jutta en keek met
te oogen in de wegschemeremde, verte.
jr werden schreden achter haar hoorhaar. Maar
Jraaide zich niet om.
Wees gegroet, Jutta. Het is een mooi plekje,
r wij elkaar weerzien."
:eunde die sterrenheldere hemel deze woorden
aar neer, of had de onzichtbare God. die haar I
aag hierheen had geleid, stem en gestalte; aam-
men?
werd een lisnd op haar schouder- gelegd en j
zij keek Horst Hardingier in bet sarcastisch lachend
gelaat.
„Schijnt u ons samentreffen! zoo verwonderlijk,
Jutta? En vindt gé het te romantisch? Maar zooals
onze gemeenschappelijke vaart van Sorrenj. tot Capri
zeer aangenaam en genoegelijik is geweest, zooi moet
ons weerzien bier da,t toch ook zijn,"
„In Sorrent reeds Heeseb stiet zij deze en-
kele woorden uit.
„.Ja, in Sorrent, Jutta Dank zij je onvoorzichtig
heid om niet van naam te verwisselen, was bet
voor mij niet zoo moeilijk je reisroute te volgen. 1
En bad een ongeluk mij niet neergeworpen, dan had
ik reeds in Parijs mij als je reisgezel aangemeld. I
Maar door inijn al te groote haast om je te vol-
gen. was ik gevallen en moest ik wekenlang met
een verstuikten voet liggen. Een harde proef voor1
zulk eeii vurig verlangend, man als ik ben. Nu, krijg!
ik geen enkel medelijdend w-oord daarover te hoo-j
ren. mevrouw Jutta. en geen; wedergroet of welkom?'1
Zij boog zich sidderend achterover, zoo ver van
hem weg als de borstwering het maar toeliet.
Toen hic-ld hij haar zacht aan haar arm vast en
lachte, zoodat zijn groote, breede tanden blonken.
„Voorzichtig, Jutta! Reeds menigeen viel van dé
rots3ii} op het eiland der zaligen. De klippen zijn
steil en de zee geeft niemand terug. Mag ik je
steunen, je schijnt mij bepaald piet wel te zijn."
Met geweld bracht, zij woorden, uit, die haar moes
ten losmaken van .de suggestieve kracht zijner per
soonlijkheid.
„Voor de tweede maai overval je mij als een,
dief, alleen omdat jij je lage wraak op mij wilt uit
oefenen en,daartegen, is een vrouw1 weerloos, zoo
lang zij nog iets heeft waai' zij aan hangt. Zulk een,
bezit heb ik echter vanaf heden niet meer o.m
jou heb ik het vaa mij geworpen. Wat 'kan je
daa nog van mij willen?" j
Met een verachtelijk gelaat wilde zij hem voor
bijgaan, maar,hij bleef aan, haar zijde en boog zich
een weinig t,ot haar over.
„Jou, Jutta dat wieet je immers wel."'
De adem uit zijn mond raakte baar aan en dat
bracht haar buiten zichzelf vap. afschuw. ..Mij
Jij dien ik niet acht, niet liefheb dién" ik
haa.t, ja haaU En voor jou zal i'k mij weten te
beschermen als voor een waanzinnige, wanneer je
nog verder doorgaat met mij,te volgen."
In onbewogen houding schreed bij diicht naast
haar voort. „Jou voor mij besehermen Jutta.
Wil je een. dokter of het gerecht te,hulp rOepetn?'
„En wanneer ik het doe?"
„Wanneer je morgen, wat kalmer geworden ben,t,
Jutta," viel hij haar met ijzige bedaardheid indé.
rede,;,,zullen wij; de zaak wel verder bespreken.. Ah
zie," zoo viel hij zichzelf in, de rede. „da,ar wenkt,
reeds ons hotel." j
„Ons?" Jutta schreeuwde het bijna.
Hij knikte. „Jawel. Maar het zou jammer zijn.
om aan den heerlijken avond zoo spoedig eep eind
te maken. Hoe zou je het vinden een kleinen maal
tijd in, den tuin, tot vïeringj van ons weerzien. Jut-
ta? Maneschijnhetoovering en( mandolinenklanken
Men moet het leven er van nemen, zoolang men het
heeft, Jutta-"
Secondenlang kruisten hun blikken elkaar als
degenklingen, dan snelde zij zonder een woord te
zeggen met het hoofd !n den nek Horst Hardinger
voorbij, het hotel binnen naar haar kamer, die zij
dadelijk achter zich sloot.
Op haar bedi viel zij machteloos neer en de laat
ste harer bewust»» gedachte was: morgen mor
gen. i
De morgen kwam.
Niet in zuidelijke kleurenpracht, maar eentonig.
mat en zwaar. Dc rotstoppen schenen vlakbij om te
grijpen, bleekgrijs welfde de hemel, donker stonden
de olijven in dc broeiende lucht en beneden, loeide
de zee.
Mevrouw Jutta, voelde zijn nabijheid im elke, ze
nuw. Haar- bloed stroomde moede, hapr gevoel leek
afgestompt, haar hartslag traag. Zoo lag zij stil tot
dep middag op haar bed en verroerde zich niet. -
3chemerig gleed het gebeurde van gisteren haar
voorbij, schemerig steJdie zij zich de komende uren
voor.
Vluchten was dwaas dat had zij, wel ingezieta.
Zich met de laatste middelen, met het gerecht
zich voor de bedreigingen; van dezen man bescher
men? Zij schudde in heftigefi tegenzin het hoofd.
Andere wegen, heel andere heimelijke, listig,
verstandig, sluw. Wat bekommert een mensch er zich
over ,die zijn innerlijk, richtsnoer heeft verloren,
waar* hij een uitweg vindt? ,Slechts eerst weg van
dit afgesloten, eiland. En wanneer het moet, dan
maar gemeenschappelijk met hem.
Zij staat op, kleedt zich aan en, niet zooals gis
ter in haar kamer boven, maar beneden in de eet-1
zaal neemt zij aan een apart tafeltje haar 'maaltijd.
Met een slok zwaren Siciliaanschen wijn spoelt zij
eiken beet weg, dien zij over de lippen heeft ge
dwongen en, zü heeft het gevoel daarbij: van ergens
fn een verborgen hoekje twee stekende oogen op
zich gelicht te voelen, die elk harer bewegingen
bespieden. En, wanneer zij van dit tafeltje'zal op
staan, zal Horst Hardinger aan haar zijde treden.
Met een haastige beweging schuift zij plotseling
haar stoel achteruit.
Hij kon van. haar komen. Het was immers nog
niet beslist, wie van, hen beiden de sterkste zou
zijn en bleef!
Buiten in de vestibule trad Horst Hardinger op
haar toe en hij stak haar zijn hand tegen.
Met een spottend lachje keek zij daarop neer,
trad zonder hem aan te raken ,een stap terug en
keek Hardingen in de oogen. In de donkere pu
pillen schoten vonken
Onverschillig liet hij de opgeheven hand weer zak
ken. trad op den open uitgang toe en zeide, zich
half tot haar wendend en zoo ver zijn stem dein -
pend, dat de op den achtergrond staande oortier
hora niet verstond: „Je hebt schijnt het, het plan
een wandeling te gaan maken. Ik zal je vergezelier»
als je het mij veroorlooft en ook als je het mij
niet veroorlooft."
Zij haaide de schouders op, aarzelde met opzet
een paar seconden en, zeide dan grof: „Je kunt mij
volgen, of hier blijven het eene is mij eveu on
verschillig als het apifiere. Ik ben verder niet meer
van zins mijn planpen voor jou geheim te houden.
Besluit daaruit wat je wilt."
„Dan, mevrouw Jutta, zullen wij gaan.'*
Zij antwoordde hem niet, maar haar gelaat wert
plotseling doodsbleek, j
„Waarheen?" vroeg Horst Hardinger, daar zj
steeds bleef zwijgen.
„In de zon," zeide zij>t en zij beefde als fen, riet
„Ben je koud, Jutta? Ja .ja, een mensch kan 'I
koud hebben, zelfs n,og in, de warmste oogenblikkea
zijns levens."
„Wanneer je op dezen toon met mij spreekt, zal
ik de overtuiging krijgen, dat zadh een krankzin
nige aan mij heeft vastgeklampt.'"
„Een krankzinnige!" Hij$ herhaalt het, en het
is, als luisterde' hij daarbij naar zichzelf, als haalde
hij de woorden uit zijn diepste binnenste. „Het
kon wel zoo zijn. Een man, die zich de baste helft
zijns lerens door een vrouw laat beden-en, en het
andere vermorst cm die vrouw te straffen, die is
wel een krankzinnige en handelt tenminste met de
taaiheid van zuik een ongelukkige."
Jutta antwoordde niet.
Wordt vervolgd,