Grap ui! Lil- ei TmÉoiiw.
Mama rookte sigaretten, blies geurigev blauwe wolk-
fes omhoog. NelJy las. Haar groote. onderzoekende
oogan dwaalden dikwijls van haar lectuur naar haar
visa-vis, cn ontmoetten dan een blik. <lic zeer lie-
schritten zich telkens afwendde.
Die blik van den clegmlen, voornaam uitzienden
«medereiziger deed haar onaangenaam aan, gif hóór
.een önbehaag'ijk gevoel.
In den auderen hoek zat ook een reiziger, even-
tens een jonge man. over wiens open gelaat nn en
elan een glans van stil genoegen vloog.
Tol hem voelde zij zich veel moer aangetrokken, als
vus hij een oude bekende, een goed vriend.
Jïjj beviel haar beter, veel beter dan die elegante
heer tegenover haar met zijn deftige manier van doen.
Deze laatste begon een gesprek met mevrouw As-
schuobach. de evenzóo deftige vrouw van den Ilan-
«ürtsmad. Hij stelde zich voor en reikte haar zijn
fcaar'lje over.
„Vorst Obeloff
F.on Russische vorst I
.Mevrouw was verrukt. Hij sprak zulk heerlijk ge
broken Duïtseh' met zulk elegant gebroken Fransch
•er tussclien door.
Nelly hield zich buiten hel gesprek en bleef uit
hu ir hoekje den ander gadeslaan.
Mama had haar het kaartje, overgereikt.
Een vorst, een Russische vorst, natuurlijk een schat
rijke vorst, die. zooals hij juist vertelde de heele we-
Jreliï kende, een „Globe troltor'' ,die in stilte haar
Sief had en haar mama 't hof maakte, om harentwil
notuurlijk, dat was wat nieuws/voor haar.
Hier konden lret niet papa's mil.lioenen zijn, want
«tour wist hij niets van;-in dit geval «noest zij zejf.
«moest haar persoonlijkheid 't zijn, die op hem indruk
«maakten.
Thans begon het gesprek toch ook haar 1e intc-
ressoeren. Hij sprak over een berenjacht, met detni
Tsaar.
Steeds geanimeerder werd het gesprekai voortdu
rend. duidelijker sprak tot haai- zijn be teekerus voRe
JbHk.
Meermalen sloeg Nelly den blik voor den zijne neer
«en als ze dan .weer opkeek, zag ze aan de ovorzijdW
vin den coupé den zwijgenden passagier met een vroo-
lijk Jachie. trillend om de mondhoeken en een onbe
schrijfelijk spot lenden blik.
„Mevrouw heeft zeker te Parijs reeds kamers be
sproken?' vroeg de vorst. Mevrouw Assehcnbach
«noemde den naam van een der voornaamste Parijscho
Jhotels.
„Mijn man heeft daar twee kamers voor ons ge
reserveerd.'"
„Oh £ool Als ik te Parijs ben, neem- ik daar ook
Qltijd mijn inlrek. Een uitstekend hotel, zeer rccomman-
rioble werkelijk zeer recommandable; Is dit de
«eerste maal, dat u Parijs bezoekt?" vroeg de verst
jverder.
„Ja. de eerste maal. Om u de waarheid te zeg-
ben ik wel een beetje bang, ziet u. die vreem-
taal mijn dochter spreekt wel uitstekend Fransch.
tma.ir 't is toch altijd
„O .maar uw dochter spreekt werkelijk uitstekend
^Fronsen.*-
En plotseling richtte hij zich' geheel tot Nelly, met
(een ratelenden woordenstroom.
Nolfy lachte. Als men zoo snel sprak, verstond zij
erg weinig.
„O ,maar in Frankrijk wordt uitsluitend zoo snel
gesproken", .beweerde de Rus. „De dames zullen mij
zeker wel Sri Hen toeslaan, dat ik u naar uw hotel
breng: men kent mij daar reeds.'"
,.'t Is werkelijk zeer beleefd" sprak mevrouw Assen-
Ixich. Zij was opgetogen over de voorkomendheid van
öc« beniinnenswaardigen vorst. Zij tooverde zichzelf
in! toekomst voor de oogen ais schoonmama op
hef groote. vorstelijke slot.
Nelly mocht zich gelukkig achten. Dal was nu toch
geen man, wien het om een rijk huwelijk te doen was.
Dat dacht Nelly ook.
Eindelijk dan toch iemand, die haar lief had ge
kregen zónder bijbedoelingenBijna' dankbaar zag zij
hem aan. Warmer 'klopte haar jeugdig' hart onder
zijn vurigan. eerbiedigen blik. Zij begon dan ook met
zich in haar discours zoo geestig en vroolijk moge
lijk voor te doen.
De ...-zwijgend©'" had nu een bijna medelijdende trek
tap het intelligente gelaat.
Maar zij tartte hem met een fleren blik uit. baar
rrrofèc oogen en hervatte met lieftallige gratie haar
gesprek met vorst Obeloff.
Nelly kon nltij-l heel verstandig .en onderhoudend
over nlles praten en vond in h^m, den vorst, een
onovcrïrefbaren causeur.
ESndelijk was de lange reis voibracht. Als een droom
was mevrouw A sonbacli de tijd voorbijgegaan. Vorst
Obeloff was er uitstekend in g Maagd de weelderige
Sanlasïe van de wereldsche dam© een gelukkige rich-
tin-g te geven.
Men reed te zamen naarhet hotel.
Nu nog een nacht uitrusten van de vermoeienissen
ea dan. morgen, naar de tentoonstelling, in gezelschap
van hem, dn rijken Russis -hen vorst!
Töen hij geheel op de hoogte der zaak gebracht
was .deed hij zeer ernstig en over zijn gelaat leg
de zich een schaduw van, mismoedigheid.
„Dat is een zeer onaangename geschiedenis, mijn
3>este juffrouw," zeide hij. „Mijn lastgever heeft
•uitdrukkelijk verlangd, dat ik alles zonder verwijl
anoest behandelen en ook zonder eenige verschoo-
aijng. Ik moest dus wel de meering krijgen dat hier
"sprake was aan een zeer lastige of onhebbelijke
schuldenaar. Uwe mededeeiingen hebben mij van
«het tegendeel overtuigd, maar ik ben jammer ge
noeg niet gerechtigd u ook maar eenigszins te ge-
snoet te komen. Is uw vader nog steeds niet van
«Je zaak op de hoogte gebracht?"
Helene maakte een ontkennende beweging.
„Ik kan u slechts met, nadruk aanraden uw vader
êtedelük van alies op tie hoogte te brengen. Hij
icsü wel gemakkelijker dan u een uitweg in deze
zaak vinden."
Heleno keek een heele poos stil voor zich heen.
Den zeide zij, zonder de ooger. van den grond op
v.e. tic. ff en, op zachten toon: „Datzelfde heeft mij de
gerechts beambte ook reeds aaugeraden en ik kan
ti slechts antwoorden, wat ik hem heb geantwoord:
mijn vader heeft in zijn leven reeds zulke bittere1 te
leurstellingen beleefd, dat hij dezen slag va,n het
ïïoodiot niet zou te boven komen. De dokter heeft
mij gezegd, dat elke heftige ontroering zijn zieke
Biart Iden dood zou kunnen, geven. Wanneer ik ^op-
der hoop op hulp van u moet heengaan, zijn wij
beidan verloren."
Do- toon waarop zij diit- zeide kon hem geen twij-
ffol laten, hoe ernstig haar woorden gemeend waren
ya haar leed moest hem wel ter harte gaan. wa,n,t
de rimpels op zijn voorhoofd werden nog dieper
Rap. stond hij plotseling ivan zijn stoel op.
„Geduld een oogonbliik juffrouw,'' zeide hij. „Ik
zal door de telefoon mij nog een oogenblik met!
xaijvi principaal in verbinding stellen en pogen of ik
hem niet tot wat medelijden kan stemmen."
Hij ging in het kantoor daarnaast en Helehie
mok&t wel tien minuten op zijn terugkomst wachten.
Toen hij w'eer ever den drempel trad was zijn ge
zicht ijiog aneer betrokken dan zooeven.
.Het. was ajles tevergeefsch," zeide hij geërgerd.
„Aliju nrincipaal w.il van uitstel niets hooren en
tégen zijn uitdrukkelijke opdracht.mag ik niet ban
delen."
Zij- zag dat het hem speet, dat hij haar deze
boodschap moest brengen, en daarom deed zij alle
moeite om haar vertwijfeling te verbergen.
Dan moeten wij on,s in het onvermijdelijke voe-
geii,~ verklaarde zij, oogenschUnlijk bedaard. l„Ik
dank 11 aoor uw vriendelijke bemoeiing, mijnheer.
Ik zal n niet langer ophouden."
Zij ging naar de deur en de advocaat volgde haar
„Gelukkig benijdenswaardig kind! Je hebt zijn hart
veroverd I
Met bijna overdreven teederheid kuste jjij haar doch
ter. die dochter, die haar tot vorstelijke schoonmoeder
zou maken.
Een vroolijke zomerzon luchte over Parijs, dis wecl-
destad. jvaar a!le natiën der wereld elkander rendez-
vous gaven. Aan den arm san den vorst daalde de
vrouw van den Handclsraad van de trap van het reus
achtige hotel. De kellners bogen als knipmessenvorst
Obeloff wist te jmponeerenn, dacht mevrouw Asson-
bacli. en een gelukkig glimlachje gleed over haar ge
laat. immers, als zijn schoonmoeder zou zy nog veel
meer indruk maken
„Uw dochter is belooverendals een fee. Een dag.
dat ik haar blik niet zou kunnen afsineeken zou mij
een kwelling zijn.'
Met bevende stem fluisterde hij de gelukkige moeder
deze bekentenis in 't oor.
Al het sclioone en wonderbaarlijke, dat kunst en we
tenschap smaak en weelde hier Jjad saamgebraoht, liet
hij do bedde dames zien. Van alles had hij verstand;
tui "oyeral wist hij uitleg van te geven.
„O. hoe interessantklonk kei telkens weer uit
den mond van de gelukkige mevrouw Assenbach en
terzijde fluisterde zij meermalen haar dochter in„Kind.
kind met hem zal jo oen hemel op aarde hebben!
„Nelly zag cr in haar snoeuwwlt costuum met een
beschdden dooh smaakvol gouden borduursel, waarin
als vlammetjes diamanten schitterden^ allerbekoorlijkst,
maar tevens allervoornaamst uit; te midden. Van ai
deze internationale schoonheden nam zjj een eerste
plaats inwerkelijk een jonkvrouw, waardig ©cn Vor
stenbruid te zijn.
„Hé ,daar is tclat onuitstaanbare miensch ook 'weer'
sprak Nelly opeens en keerde op. in 't oogloopend©
wijze den rug toe aan ©en jongmens ch... niemand
anders, dan de „zwijgende reiziger'", nog steeds met
hel ondoorgrondelijke lachje op de lippen.
In zijn ijver om de dames op alle mogelijke wijzen
van dienst te zijn. en bij haar in den smaak te rallen,
had vorst Obeloff thans evenmin oog voor dezen raad-
selachligen reiziger, als gisteren.
Hij haalde een kostbaar uurwerk uit den zak.
„Binnen een uur komt mijn oom, .vorst Alcxa-n-
der Obeloff hier aan en ik zou hem van het station
gaan halen. U moet weten, dat hjj. voor mij als een
tweede vader is. Als u mij permitteer en wilt zal ik ban
aan u voorstellen. Hij zal verrukt zijn u te ontmoe
ten en met u kennis te maken.' -
Een diepe, onberispelijke buiging vergezelde zijn ver
ontschuldigingen een vluchtige en eerbiedige hand
kus, en vorst Obeloff verdween.
De dames wapen alleen en konden nu vrij uit haar
meening over den vorst aan elkander meededen.
Nelly glimlachte stil- voor zich heen, terwijl zij ge
noot van de fantasiën van haar moeder, maai in het
diepst van haar hart voelde zij zich zeer gevleid door
de gedachte aan de zoo snel gemaakte verovering van
dezen zoo bijzonder geestigen jongen man, die in ie L-.i'
geval bij het doen zijner keuze op geld niet behoefde
te. letten.
„O «maar mama'", zoo plaagde zij, .hij is nog lang
niet zoo ver als u wel denkt. Wie weet of hij morgen
niet voor de eene of andere schoone Fransch© vlin
der knielt.'"
„Jij kunt het in ieder geval gerust tegen deze Fran-
schen opnemen'", sprak mama met trotsche overtui
ging. „Bovendien. je hoort^ dat hij met de Duitsehers
geheel sympathiseert.'"
Het eene uur verliep i a het andere, maar Vorst
Obeloff keerde niet terug.
„Nu nog langer op hem te wachten, zou toch wat
te gek staan,"' zeide "Nelly, een beetje zenuwachtig
door de tèleurstel-ling.j
,,.Ja, en ik begin pok weer hoofdpijn te krijgen,,
kipd; de oude migraine. Laat ons maar weer naar
onri hotel gaan. De reis en dan voortdurend dat
drukke gesprek, en dan de drulcte van de tentoon
stelling heeft me erg vermoeid!"
„Voor vandaag hebben we tenminste weer genoeg
gezien,"antwoordde Nelly.
In 't hotel werden beide dames met verwonderde
blikken aangezien.
Zonder daarop te letten gingen zaj de trap op naaf
hare kamers. Plotseling] naderde een kalhier met,de
onberispelijk beleefde kellnerbuiging.
„De kamers zijn reeds -door anderen ingenomen,,
dames."
Onaangename verbazing natuurlijk ,bij moeder en,
dochter.
Vorst Obeloff heeft die koffers reeds laten weg
halen; u wild© immers ergens anders uw.intrek ne
men!
„Vorst Obeloff! Onze koffers!" gilde mevrouw
Asschenbach verschrikt en een onmacht nabij.
Ook Nelly werd bleek. Maar spoedig kreeg zij
haar bezinning terug.
„O, dus hij was een een bedrieger een
dief!" "I
„O hemel, en wij zijn slachtoffers!" steunde haar
moeder, wanhopig „Ons geld in de koffers, onze
juweelen, onze toiletten alles allés
met de oogen. Zoo roerend en medelijdenswaardig
scheen het jonge meisje hem toe, dat hij,hét niet
over zijn hart kon verkrijgen haar zoo te laten ver
trekken.
„Nog een oogenblik, juffrouw Harmening,"' ver
zocht hij. „Het zou mij leed doen, wanneer u mij
in uw gedachten verantwoordelijk stelde voor de
hardheid van dezen zakenman. Wees er van. verze
kerd dat ik gedaan heb wat, ik kon en ik heb da
delijk ook mijn mandaat als zaakgelastigde voor
mijnheer Peierraann neergelegd Ik zal voor dien
man in geen geval meer als rechtsgeleerde optre
den
Zij keek tot hem op en een straal van warme
dankbaarheid gloeide in haar oogen. „Heeft u dat
gedaan? Maar u zult nu nadeel ervan hebben dat
ik u heb opgezocht en dat wensch ik beslist niet.
Wanneer wij niet te helpen zijn, waarom moet dan
nog;een ander daar schade van hebben?'"
wat dat betreft behoeft ,u zich daarover geen
zorgen te maken. Wanneer ik geweten had wa,t Voö?
soort zaken deze mijotheer Petermann drijft, dan
zou ik mij nooit met hem hebben ingelaten. U juf
frouw zult alles zeker niu wel aan uw vader ver
tellen?" I
„Ik weet nog niet wat, of ik dóen zal, misschien
geschiedt er nog wel eetn wonder."
„En wanneer dat wontder L,iet geschiedt, wilt u
mij dan beloven, u nog eenmaal met mijin verbin
ding te stellen, voordat het tot de verbooping der
meubelen komt? .Misschien ben ik wel in sta,a;t u
op de een of andere mafnier ,van dienst te zijn. U
zult da,n toch in geen geval zorder rechtskundigen
bijstand zijn, wanneer u anaors" riiemaud vindt, diie
u kan helpen."
I-Ielenp stond diaar alts met bloed overgoten,. Zij
gevoelde hoe :go.ed deze woorden gemeend waren en
toch snoerde een gevoel van pijnlijke beschaming
haai' de kool.
„Ik --- ik dank u,!" zeide! zijnog een,maal za,cht.
„Maar u hebt reeds alles voor mij gedaan wat u
kon. Ik zal wel een uitweg vinden. Vergeef mij dat
ik u zoo lastig he-b diurven vallen. Goeden inor-
1 gen i
De advocaat trad aan hei; venster en wachtte tot-;
dat I-Ieler.e zijn hvis verliet. Een govoel van innig
medelijden bewoog opnieuw zijn hart, toen hij haai
met de oogen volgde en zij langzaam en met diep
gebogen hoofd de straat langs liep.
De gedachte aan dit in haar radeloosheid en ver
twijfeling zoo roerend mooie meisje wilde hem niet
meer loslaten. Had hij de vrees niet gehad dat zij
hem zou afwijzen, hij was nog vandaag naar Har
mening gegaan. Maar hij zeide zichzelf meermalen,
dat voor hem elk recht om te helpen ontbrak.
Den- volgenden morgen liep hij vlugger dan, zijn
„Alles in veiligheid, mevrouw!" klonk plotseling
een stem. Voor haar stpnd, met een glimlach op de
lippen, de „zwijgend© passagier".
..Ik ben detective; ambtenaar va,n de Russische
goheime politie, en had in opdracht, den man, die
zich vorst Obeloff noemt, eR een sluwe oplichter is,
op heeterdaad te betrappen en onschadelijk te ma
ken. Woest u zoo goed en ziet even, of uw bagage
in orde is."
DIS PROEFZITVELBOERDEÏtlJ IN 1D1Ü. I.
Het jaarverslag over 1912 van de „Vereemiging tot
exploitatie eener Proefzuivelboerdcrijte Hoorn, word
ons toegezonden. De. inhoud ervan is als gewoonlijk
zóó belangwekkend en leerzaam, dat wij een gedeelte
ervan door onze kroniek in ruimer kring bekend wen-
schen te maken.
Hel verslag Iaat zich gevoegelijk in twee zeer on
derscheiden decleut splitsen. Het eerst© is het cigén-
Jijkc vereenigingsverslag, het tweede, voor ons verre
weg het meest belangwekkende, doet medted'celing van
de in 1912 op de proefzuivelboerdcrij uitgevoerde proef
nemingen.
Uit het eerste deel dan zullen we ons tol de aanhaling
van enkele mededeeiingen bepalen. Het zal zeker géén
verwondering wekken, dal de veneönigimg in. de eerste
plaa ts herdenkt Ba et a ftreden van haar getrouwen voor
zit Ier, den heer Groneman. Gememoreerd wordt, .wat
de (lijeer Gronemam voor dp Vere©niging is geweest.
Met leedwezen zag men hem d© voorzitlerspiaats ont
ruimen.
„Zoo gaarne had men gezien, dat li ij nog verschei
dene jaren in den familiekring van zijn welverdiende
had mogen genieten. Hel heeft niet zoo mogen
zijn". „In dankbare herinnering zal blijven al liefgcon
hij voor de veieeniging heeft gedaan.'
Uit het zakelijk- gedeelte verder het volgend©: Bij
de vereeniging was in 1912 bijna 27v5 H.A. land in
gebruik, waarvan bijma 15 H.A. werd gehooid Ge
middeld oogstte men per H.A. 7131 K.G. hooi. le
gen 4985 K.G. rin-1911 1912 wordt dan ook een
gunstig boerjaar ganoemd. De hoog; prijzen, welke
voor koeien, schapen en varkens, zoomede voor do
zuivelproducten werden behaald, gepaaid aan den over
vloed aan gras en hooi het eeiMo hooi was echter
door de regens in den voortijd heel wat minder van
kwaliteit dan laet laatste maakten 1912 tot een
gunstig jaar. We zullen de geldelijke uitkomsten van
de afzonderlijke bedrijfsposten niet alle nagaan, doch
vermelden nog .dal 28 maal kaas werd gemarkt, waar
voor gemiddeld f 32.60 per 50 K.G. werd gemaakt.
Niettegenstaande cr weinig, vraag is naar g me k!e kaas,
kon toch verscheidene malen de hoogste markt wor
den bedongen.
De veestapel was weder ter beschikking van de Ver
eeniging lot Ontwikkeling van den Landbouw in Hol
lands Noorderkwartier, voor het afnemen van het exa
men tol verkrijgen van een diploma voor goed melken.
Dezelfde vereeniging kreeg op een perceel hooiland
van de Procfzuivelbcerderij gelegenheid tot het hou
den van een beproeving met zwadkeerders.
We willen nu liever overgaan tol de bespreking
van de genomen proeven, waarvan door de verschil
lende proefnemers verslag wordt gedaan, en dan zien
we allereerst vermeld een voederproef met weinig hooi
cn sterk i.iitcenloopende hoeveelheden eiwit bij molkvéé.
Deze proef is de voortzetting van een gelijksoor
tig; uit 1911. waarop we dan ook ©enigszins uitvoe
rig moeten terugkomen. Aangezien van dc drie voor
naamste groepen voedende bcstanddeclen uil het voe
der. het eiwit, het vel en de zet meelachtige stoffen,
hel eerste hel fh oogst in prijs isN was er voldoende aan
leiding om deze proef te nemen, temeer, .daai (dia
meerling omtrent de minimale hoeveelheid verteerbaar
werkelijk eiwit, welke in hel dagranlsoen van een koe
'met een bepaalde gewicht en een zekere melkpro
ductie moet voorkomen, nogal uil eenloop en.
Zoo stelt Kellner. de bekende Duitseh© professor,
wiens theoriën en voedernormen thans vrij 'algemeen
gevolgd worden, als norm voor <eèn koe van 500 K.G.
levend gewicht en een dagelijkse!]© melkproductie van
15 K.G. een hoeveelheid verteerbaar werkelijk eiwit
van 11001250 Gram per dag, naast een totale zet
meel waaide in het rantsoen van 59006850 Gram.
Aan deze voor-waarden voldoet ongeveer een rantsoen
van 12 K.G. hooi van gewone kwaliteit en drie lijn
koeken. Voor een koe. als boven aangegeven, is dit
zeker een ruime voeding 'te noemen.
Als men daarnaast nu echter berekent, het gehallo-
yan een rantsoen, dat in Denemarken blijkens een
proef met 12 dieren, voor zoo'n koe voldoende wordt
geacht, dan blijkt dit le bevatten 855 Gram verteer
baar werkelijk eiwit. Zie hier een belangrijk verschil.
Volgens de Dtensche proeven zou een koe, die meer
eiwit in haar voedsel ontvang', dan stiikt noodzakelijk
is. dit eiwit in het lichaam ontleden, zooals blijkt uü
het verhoogde stikstofgehalte- van de uitwerpselen. Laai
gewoonte was de correspondentie door, in de hoop
daaronder ©en icededeeling var Helen© te vinden.
Maar zijn verwachting werd bedrogen,. Zij had hem
niet geschreven. Hij bleef daarom in denzelfden pijn
lijken toestand van onzekerheid, die hem gister al
zoo had gekweld.
In den loop van den voormiddag werd daaraan op
een onverwachte wajze een eind gemaakt. De bel van
de telefoon .ging er. de bureauchef kwam melden,
dat mijnheer reteimann -mijnheer zelf wilde spre
ken Trots den tegenzin dien hij sedert gister te
gen den woekeraai had opgevat baastte Neuhauser
zich om aan den oproep gevolg;te geven.
„Advocaat Keuliausèr, wat wenscht u van mij?"
..li wilde u alleen zeggen dat u zich gieter on-
noodig hebt opgewonden. De rrenschen zijn, eenvou
dig bedriegers, die door allerlei streken va,n beta
len pogen vrij te komen. Wanneer men;dat soort.de
tanden eens laat zien, komen zij; wel met het geld
voor den dag. De gerechtsbeambte Dobrow deelt
*Tuij zcoeven mede diai juffrouw Harmening bij,hem
is geweest en alles tot den lnatstén cent toe heeft
betaald. Zij moet zelfs met een briefje van dui
zend mark gekomen zijn, dat hij voor haar moest
wisselen. Wat zegtu er nu wel van?"'
„Ik zeg u, dat mij deze zaak niets meer aan gunt
en u zich de moeite van mij den uitslag! te veriteAlen
had kunnen besparen, Basta."
In waarheid echter -interesseerde dezemeidedeeling
van 1'etermann hein Verbazend Hij had daar eigen
lijk blij om moeien zijn, dat het jonge meisje ge
slaagd was zicliT uit haaat geldverlegenheid: te redden.
Maar vreemd genoog, kon, hij. een gevoel van, spijt
niet onderdrukken ró- hem was nu elk voorwendsel
om haar nog eens te, ontmoeten immers onitnomen.
Verdrietiger nog dan iaij was opgestaan, keerde
Neuhauser naar zijn scihrijiftafel terug en ofschoojn hij
geen enkele reden meer ha,d om bezorgd te zijn ever
Hel ene,, ging ikein het werk zeer slecht va,n do
hand.
HOOFDSTUK 3.
„Wel wat heb je toch kin,d? Dat is nu reeds de
vierde maal dat je na^T buiten gelooperu bent. En
(daarbij zie je er zoo opgewonden uit, als was je
ik weet niet wat overkomen. Heb je soms op de
een of andere manier een geheim voor mij?"
Deze woorden werden gesproken door een grijzen,
gebogen man met een 'mager gelaat. Hij zat voor
een lange tafel, waarop de opgezette1 adelaar stond
en. was er mee bezig een martervel te praepareeren.
Uit de vraag die hij zooeven tot zijn dochter riohtte
klonk veel minder ©en verwijt dan een ernstige be
zorgdheid.
„Het is niets lieve vader, werkelijk niets. Ik ha,d
men hel eiwitgehalte lol een bepaald minimum dalen,
dan vermindert steeds het stikstofgriialt© v-an do uit
werpselen en wordt dus op het eiwit in het lichaam bo-
zuiiügd. Ras als het eiwitgehalte van het voedsal be
neden het bepaalde minimum daalt, heeft de eiwit-
besparing plaats docr vermindering van de melkgift.
Volgens deze gegevens zou ur dus een zeer be
langrijke eiwitverspilling plaats hebben, indien men de
melkkoeien voederde r.aar de voedemormen yan Kell
ner. Om dil na tc gian was de proef ingericht.
Do proef werd in 1911 genomen met 2 zooveel mo
gelijk gelijke groepen koeien, herfstkalvers. elk van U
stuks.
Zoo'n vcederproef is verdeeld in een voorperiode, de
hoofd- of eigenlijke proefperiode en de naporiode, dio
weer door overgangsperioden in elkander overgaan. Door
die inrichting kan men de gelijkmatighc.il der groe
pen booordoelen en de natuurlijke wijziging in dc cij
fers, door 'het voortschrijden van de lactatiepcriode tij
dens de proef in rekening brengen.
In dc voorperiodc. durende yan 21 December tot
16 Januari, ontvingen alle dieren per 1000 K.G. lovend
©wicht in het rantsoen naast 10.2 K.G. zet meel waarde
.08 K.G. verteerbaarr werkelijk eiwit Per koe van
gemiddeld ongeveer 585 K.G. levend gewicht, werd n 1.
toegediend 6 K.G. hooi. 6 K.G. haverstroo. 15 K.G.
bieten, 2 K.G. lijnkoeken en 1 K.G. soiakoek.
In de hoofdperiode, loopende van 23 Januari tot
1 Maart, werd nu aan de eerste groep, dio oen eiwit-
arm rantsoen ontving, per stuk toegediend 6 K.G. hooi.
5 K.G. haverstroo. 30 K.G. bieten. ,1 K.G. sojakoek
cn i/o K.G. lijnkoek, bevattende per 1000 KG. le
vend géwicht naast 10.8 K.G; zetmeel waarde 1.60 K.G.
verteerbaar werkelijk eiwit. De „eiwitrijke., groep It
ontving per stuk 6 K.G. hooi, 6 K.G* haverstroo. 8
K.G. bieten. 1 K.G. sojakoek. 2 K.G. lijnkoeken eii,
1 K.G. maismeel, bevattende per 1000 K.G, levend ge
wicht naast 11 K.G. zetmeelwaardé 2.33 K.G. verteer
baar werkelijk eiwil.
De gemiddelde melkopbrengst per dag cn per proef
dieren bedroeg voor de ,veijVitai'me' groep in dc voor-
periode 16.7 K.G. en voor de andere groep eveneens
16.7 K.G. In de hoofdperiode whs de melkproductie
resp. 14.9 en 14.8 K.G.
Het gelialte aan vet en droge stof in de melk van
de koeien \an beide groepen liep in de verschillende
perioden ?iiet noemenswaard uileen, terwijl eveneens
nel levend gewicht zeer juist bleef overeenstemmen.
Eveneens waren de kaasopbrengslen van loeide groe
pen zeer gelijkop 6 proefdagen werd van gezamen
lijk 924 K.G. melk van groep I gemaakt 74.8 en
van gezamenlijk 930 K.G van groep II 74.2 K.G.
kaas gemaakt. Het -resultaat van de ve.sehillcnde voe
dering was dus g -lijk te noemen.
Volgens een zeer nauwkeurige berekening, gedeel-
jjaz ]Ot{ ui'A uaisoopponpoad op do p.rooseqoS >{fi[oj
teelde voeder, bedroegen de voederkoslen in de hoofd
periode per dag cn pgr koe voor de „eiwitarme" groq»
58.5 ets., voor de eiwitrijke g'oep 81.6 ets., zoodat do
eiwitarme voeding veel voordeeliger uitkwam dan de
eiwitrijke.
Tol zoover het resultaat van 1911.
In 1912 werd, zooals reeds gemeld, do proef met
eenige wijziging voortgezet. In de hoofdperiode, loo
pende van 21 Januari tot 28 Maart, ontving nu elke
koe van de eerste (eiwitarme) groep per dag 8 K.G.
hooi. 5 K.G. haverstroo. 35 K.G. voederbieten. K.G.
sojakoek, G K.G. lijnkoek en 1/2 K.G maïsmeel, bevat
tende por 1000 K.G. levend gewicht, naast 11.4 K.G.
zctmeclwaarde 1.48 K.G. verteerbaar werkelijk eiwit.
Groep II ontving per dag en per koe 8 K.G. hooi.
5 K.G. haverstroo, 10 K.G. voederbieten. 1 K.G. soja
koek, 2 K.G. lijnkoek ai 1 K.G. maismeel. bevatten
de per 1000 K.G. levend gjwicht 11.9 K.G. zet moei-
waarde cn 2.41 K.G. verteerbaar werkelijk eiwit.
De gemiddelde dagelijkschè melkopbrengst wes vooi'
do beide groepen resp. in de voorperiode 17.5 cn 17.2
K.G. cn in d: proefperiode 15.2 en 15.5 K.G.
lil de verdere resultaten, die niet zóó geheel over-
eenstemdcai als jn 1911.. doordat <1; eiwitrijke groep
per klag ongeveer.51/2 et. meer waarde ain melk produ
ceerde, liet zieih afJeiden. dat de dageüjksohe ranlsoe-
nen gemiddeld 'hadden gokost resp. 66.5 en 88 ct.
Hierbij, is grokend, dat men de bieten zelf teelt.
Moet men deze koopetn a f 7 die 1000 K.G., dan wordt,
de prijs van Biet eiwitarme rantsoen 10.5 ct. per dag
hoogten-, waardoor het voordeel van cle ciwitbespariog
bijna gi heel verdwijnt en inkrimpt tot 5 ets. per dag
en per koe.
„Uit deze proef en -die van het vorig;- jaar volgt
dus, dal de betrekkelijk eiwitarme voeding van melk
vee vo-wdeeh'ger uitkomt dan de eiwitrijk©; de min
der sterke ©iwil'besparing van hel eerste proefjaar bleek
echter voordeeliger dan de groot© ei wirbes paring '„va n
het tweede jaar, terwijl het rantsoen voor Hollandsch)
vee te ciwitarm is.
Hel volgend jaar zal de pi-oef met een ie's meer
eiwitarme voeding dan in de meeste weidebédrijvan in
Holland gebruikelijk is, met tijdkalvers worden voort
gezet. en zal getracht worden een en ander zóó te rege
len. dat de proef pp stal direct kan aanvangen.
mevrouw Ilartzehbusch zoo gaarne nog een,maal ge
sproken. Het maakt mij' wat; ongerust, dat zij nog
steeds niet tlrufe i®. Om dezen tijd van. den. dag
pleegt zij anders nooit uit te gaan."
„Ik vrees Helene, 'dat je niet heelemaa.1 oprecht
tegenover mij bent. Sedert gister wil je mij maar
niet bevallen. Heb je geen vertrouwen; meer in je
vader?"
Zij lïep op den ouden man toe en sloeg Jiefkoo-
zend haar arm om zijn hals. „In wien zou ik dan
wel vertrouwen hebben,; wanneer het niet in u was?
Ik heb immers niemand anders dan u?"
Teeder streek Johann Hai-mening met de magere,
gevende handen over haar zacht, glanzend haar.
„Mijn lief, lief kind. 't Is erg genoeg, dat je nie
mand anders hebt dan mij en geen enkelen, vriend of
vriendin. Ik heb geen an;dere wensch ,op aarde, dan
dat dat anders wordt-"
,.lk ben zoo volkomen tevreden,'" lachte 'Helene.
„En wanneer t e nood apn den man komt, vindt men
zijn vrienden! wel, 'soms daar waar men ze in het
geheel niet had verwacht."
Weemoedig schudde de oude het hoofd. „De er
varingen van mijn 1 ie ven, zijn nu juist niet zóo, dat
ik het met deze redeneering eens ben. Ik heb veel
meer steeds gevonden dut men in den pood zijn
vrienden verliest, die men meende te hebben-1 Maar
wat. heb je toch? Waar luister je nu weer naar?"
„Ik dacht -dat lik den stap van mevrouw Hartzen-
busch op de trap h-oorde."
„Nu wij daarover toch samen spreken, zou ik je
wel willen zeggen, dlat mij den omgang met. die
vrouw niet aangenaam iis. Ik vind haar niet d'a
rechte vriendin voor een; jonig meisje. Men weet
niets va,n haar Iverleden en van haar omaatundighe -
den. Dat zij met haar man in een echtsohoidlnjgs-
proces is, is ook «1 geen aanbeveling."
Helen© was op eenimauli. vuurrood geworden. ,.U
doet haiar groot onrecht, vader," zeid© zij haasbig
en, zoo beslist! dat Ha-rm-enjhg haar verwonderd aan
keek. „Zij- is de, beste, en edelste vrouw van) de
wereld."
„Sedert wanneer heb je zulk een'groote vereerfng
voor haar?"' vroeg de o-u.de. „Nog voor weinige da
gen, ha-dt'je verschil!enjde dingen op haar aan te
merken." J
„Ik ken ook nog'maar sedert kort haar waar ka
rakter en zou zeer ondankbaar zijn, wanneer ik an
ders dar. met vereering over haar sprak. Maar u
verlangt niet van mij, dat ik u daarover nu meer
verte!. Er is niet alïeen sprake van mijn eigen aan
gelegenheden en mag ik er dus met u niet over
spreken."
Dat zij iets voor hem verborgvond de oude man
blijkbaar zeer onaangenaam. Maar hij drong niet
verder aan en ging met zijn werk door.
Wordt vervolgd.