f Dammen, 8- V jp j§§ m P M s n n H fü üf m H B B Gehypnotiseerd. I Zaterdag 29 Kov. 1913. 57e Jaargang. No. 5285. VIERDE BLAD. PARTIJ gespeeld in den wedstrijd om het Kampioenschap van Nederland, Insschen de heeren II. HOOGLAND Jr. meL wit en J. D£ HAAS met zwart 1. Wil 33—28. Zwait18—23. 2- 39—33. 12—18. 3. 44—39. 7—12. 4. 31—27. 20—21 5. 37—31. 11—20. 6. 41—37. 10—11 7. 31—29. 23 34. 40 29. 17—22. 9. 28 27. 12 21. 10. 2722 18 27. 11. 31 2Z 21—26. 12. 32—28. 1— 7. 13. 45—40. 20—25. 14. 29 20. 15 24. 15. 40—34. 24—30. 16. 35 24. 19 30. 17, 37—31. 26 37. 18. 42 31. 7—12. i9. 46—41. 5—10. 20. 41—37. 10—15. 21. 47—42. 14—20. 22. 38—32. 20—24. 23. 42—38. 12—17. 24. 19—44. 13—19. 25. 48—42. 9—13. -tand na dén 25en zet van zwart zwanenhalzen der voorname draagsters schenen den schittering en gJa#f5, en boden voor de oogen der bewonderaars een hijna even betooverend effect, ajs het blauwe l>ergmeer in den nacht bij voile maan wanneer de spelende golven het, rustige licht ilnj al lerlei kleuren en tinten terugwerpen. Met de diamanten en briljanten wedijverden in schittering de zwarte of kastanjebruine oogen en de roode Lippen bewogen zich onophoudelijk in vlug gepraat of in vriendelijken glimlach. De meesteres des huizes, de beeldschoone gravin d'Etienne, pas een-en-twintig jaar oud, begroette zoo juist met een betooverend madonnalachje do eveneens beeldschoo ne en jonge markiezin, Heloise de Marlissen,. Beidt!n drukten elkaar innig1 de geparfumeerde ajlbajpten han den en stra,alden een oogenblik naast elkaar als twee lieflijke dtuifjee, wiier zachte gemoederen van louter liefde, vriendschap e# teederheid zijn vèrvuld.' Doch deze liete vriendelijkheid was niets anders dan een masker. In het binnenste van haar gemoed laaide gloeiende haat en vlammende ijverzucht. Beidei waren mededingsters, met elkaar wedijverend om den zegepalm voor schoonheid, rijkdom, toiletten en opschik. En, terwijl zij elkaar vriendelijk toelachten hielden zij tevens een scherpen onderzoekingstocht, geen lijntje van het gelaat, geen vouwtje üi de robe, g'een rafeling in die frisuur; ontging do crirtisdhe blik ken. Over de wa,t smachtende trekken der schoone He- loise gleed een lichte uitdrukking van triomf, slechts zacht spelend als een windzuchtje, waarvan men het volgend" oogenblik het bestaan reeds vergeten is. Zij was vandaag mooier dan de gravin,! Met een blijde spanning vorschte zij in het Grieksch gesnede# gelapt van haar vijandin naar een vluchtige ultdruk- I king van ergernis. Maar zonder ook maai- een wim- per neer te slaan, wendde de gravin zich tot een pas aangekomen gast, die juist te Parijs was weer-! gekeerd, don gezantsóhaps-secr e*aris uit Gonista,n:tfc- popel Berthier de Ra.ymoiiid, die een stille, maar op- van de heeren heeft zich toch niet eem grap veroor loofd?" Een opgewonden gemompel wan het antwoord. „Zijn de bedienden te vertrouwen?"' vroeg mevrouw Lebrun, „Volkomen, louter vertrouwde mensehen,"' „Maar een diadeem ter waarde van 300.000 francs, dat kon een menschenhart in verzoeking) brengen De graaf schudde stilzwijgend het hoofd en de gravin voegde er angstig en beklemd aan toe: „Op onze bedienden kan ik zweren. Dat zou toch immers dwaasheid zijn." „Zoo, dan moet er iemand zijn binnengedrongen,, die hier niet behoort,"' zoo nam mijnheer Colé het, woord. De aanwezigen monsterden elkaar wederkeerig maar nergens een onbekend gezicht. „Die dief kan zich wel re&ds verwijderd hebben," méende mevrouw d'Etienne. Zij wendde zich tot, een aan de deur 'staande# bediende. „Heeft iemand de zalen reeds verlaten?" „Neen niemand." „Zoo heeft het den schijn, als kon 6lechts een der genoodigden den diadeem weggenomen hebben," zoo verhief mijnheer Severin, een hooge regeeringsamb- teuaar, zijn steon. „Wij zijn het aan onze eer schul dig, een doorzoeldng vani onze lcleeren toe te laten,. Ik dat, ook nóet uwe opvatting dames en heeren?" „Ja bepaald. We verlangen het!" werd ervan verschillende kanten geroepen,. „Laat de deuren da# sluiten, grapf. Niema#d mag naai* buiten." „Laat politie roepen!" j „Neen, neen. Laat ons oen commissie van da,mes en heeren benoemen, welke voor dit onderzoek zor gen. De dames blijven hier, wij gaan in, de muziek kamer," zoo besliste mijnheer Severin. Zijn voorslag werd met algemeen© stemmen aange nomen,. Reeds begonnen, enkele heeren zich in de andere kamer terug te trekken, toen plotseling een mm. ■m merkzame toeschouwer derbegroeting van de belde st(irke- welluidende stem zich, liet hooren en om stil- schoon,e mededingsters was geweest. i vroeg. Het was mijnheer Berthier de Raymooi/d, Met de eigenaardige uitdrukking zijnet! levendige gezantschapssecretaris, die met een fijn, oogen, waarin op dit oogenhMk evenzooveel spanning S"f'mla£h je op de lippen, in het midden van den kring als een, zekere melancholie te lezen was, volgde hij de heerlijke verschijning der markiezin, die hij zij# naderbijkomen gebloosd had, en verder was gegaan- Si echts gedwongen, ruk;te zich zijn, blik va# haar los en wendde zich tot de hem aansprekende vrouw des huizes. Intusschen had zich een levendig onderhoud in de trad. „Dames en heeren," begon hij, zich heel beleefd naar alle zijden buigend, „laat ik toch aan al uw ti'ijfel en angst een einde maken. De diadeem is nietgestolen. hij heeft slechts gediend voor een. klei# wetenschappelijk onderzoek en zal binjnen wéinige mi nuten weer op dezelfde plaats terug zijn- U moet da# Is een. man van eer, dien ik hoogacht. O, me vrouw, welke daemon in uw bLwvnpta heeft d W zulk een daad kunnen verleiden?" Weenend bekende de markiezin, dat zij zich dol diadeem niet had willen toeëlgenen. „Ik had mijn ma#, tevergeefs om gevraagd, het mij te scheet- ken, maar hij antwoordde mij het een grootc d-.taas heid te vin,den zulk een bedrag te bestelden alleen» voor op6chik. Reeds had ik mij getroost, en daar opeens zie ik het zoo vurig begeerde kleinood i» het bezit van mijn grootste vijandin. Ik dacht op da!t oogenblik dat het hart mij uiteen zou springen. Ik kon or geen blik afwenden. En toen alles naar do muziekkamer stormde, moest ik nog' eens terugkee- ren of ik wilde of niet, om den diadeem uog eei»3 te bewonderen. Het zien vani zooveel moois beroofd© mij van mijn bezinning, ik moet op dat oogenblü: niet normaal geweest zijn, toen ik. nadat ik mij hajd overtuigd, dat niemand mij zag, begeefig toegreep en den diadeem in mijn tasch verborg, --^njer. era» hem mij toe te eigenen, maar om hem te vernieti gen. Mijn mededingster mocht niet met deu diadeem pronken, dien ik niet mocht bezitten, zij mocht dQ zege over mij niet wegdragen. Ik wilde de eerst© gelegenheid de beste benutten, om den diadeem uit het venster van de speelkamer te werpen, iu het water. Zood'ra ik de onzalige daad had bedreven keerde mijn bezinning terug en meteen kwam d© angst ik durfde het kleinood niet meer op zijn plaats te leggen, noch cp andere wijze mij ervan t© ontdoen. Snel volgde de ontdekking met de pijn der helle in het hart zag ik de voorgestelde on derzoeking onzer kleeren tegemoet. Daar trad u. plotseling naar vore# ik hoorde mijn naam va» uw lippen ik begreep u dadelijk en voelde mij verlost uit de schandelijke positie, waarin ik mij zelf had gebracht. Met moeite slechts bewaarde ifc gedurende cLen avond mijn kalmte. Iu huis aangeko men, viel ik in zwijm en bijna den, ganschen, nacht heb ik geweend." „Met uw angst moogt ge uw daad geboet ach ten," antwoordde de gezantschapssecretaris met deel neming. ,Ik weet niet maar ik geloof dat ik de heel© rest va# mijn leven aan dien avond zal denken. Maar- u hoe kondet u weten dat ik Ik ge loofde mij volkomen onbespied. Hebt u mij dan toch zaa,l ontsponnen: de nieuwe hoed van, vorstijn AJnitoin- a"eu weten, dat ik mij, met voorliefde bezighoudt, met. -u „i r, 1 hvnnotisohfi nmcvpti j»rootst« rlp^l v.n.n n lipefi hypnotische proeven, en het grootste deel van u heeft reëds gelukte proeven; bijgewoond, ja eenigen van u hebben mij reéds als medium gediend. Het was dit maal mijn plan °m eens een proef te nemen met hyp notische suggestie. Zooals u bekend is, treedt de Werking daarvan eerst in, na het ontwaken uit de# hypnotische# toestand. Men hypnotiseert een nu ont vankelijk persoon en beveelt hem eenvoudig na zijn ontwaken deze of gene daad te verrichten. Voor het gelukken va# zoo iets zijn de meest frappante voor beelden. En ook ik kan daar een zeer (gelukte proef aan toevoegen- Toen, ik straks zag dat mevrouw de gravin het kostbare stuk op tafel liet liggen, om. ons de verdere vreugde van het gadeslaan van dezen schat nog langer te gunnen, kwam ik op de gedachte „Neen," antwoordde de gezaatschaps-secretarfs met een fijn lachje. „Ik ben jurist en bezit een Wei nig scherpzinnigheid. Daarmee gewapend heb ik hete geheele geheim opgelost." ,,U hebt geraden, daij ik „Luister eens. Reeds voordat de diadeem te pronk werd gelegd, vernam ik uit een gesprek va# tweg dames, dat u ook behoordet tot de grootste bewon deraarsters van, den diadeem. „Heloise is ontroost baar," verzekerde de eene, „zij heeft een scène met haar man gehad maar hij weigert beslist haar wensc-h in dit opzicht te vervullen." Spoedig daarop toen wij allen rond heit .pronkjuweel stonden, bestudeer de ik de smart in uw trekken ik ken u nog va# vroeger, markiezin, en wist due beter da# elk ad der, wat zich daar binnen bij u afspeelde. U zal ziek bezinnen, dat eerst enkele ©ogenblikken» daarna d© begroeting r.usschen ons beiden plaats had. Wij had den tot op ddt oogenblik elkaar geïgnoreerd. "«M tot op aai oogenoujc eikaar geïgnoreerd, maai» mijn kracht ook hier eens te beproeven. Daar ik de goede toon verdroeg da* niet langer, en moesten» wist dat drie der hier aanwezige dames een buiten- wij dus een praatje met elkaar maken. U reikte mij gewonen aanleg hebben, zal ik het maar noemen, om j heel terloops de vingers van uw hand. En toen be- gehypnotiseerd te worden, beproefde ik mijn geluk J merkte ik aan uw wijsvinger een nog heel vereen met deze natuurlijk zonder haar vooraf mijn plan- druppeltje bloed. Op dat oogenblik gaf ik daaraa# issm nee, het doek va# markies Robertus, nieuwe ren paarden van den graaf De Beaumont, het werd alles als wereldschokkende) gebeurtenissen» besproken Maar als een roode draad trok zich ook heden weer a,ls eiken dag het onderwerp door de gesprekken wat heel Parijs reeds gedurende een week lang in op schudding bracht, het gepraat over den, kostbaren dia deem, die voor het venster lag van den diiama#t- handelaar Rajnin. Het was een zeldzaam meesterstuk van kunst en goeden smaak, waarnaar alle dames van de hoogste klassen smachten, om het in haar bezit te hebben Maar er was een uitgaaf aan verbonden van 300.000 francs. Allen hadden het bekeken, bewonderd en naar ge zucht maar niemand had het gekocht. 300.000 francs dat is zelfs voor millionnaïrs geen kleinig heid. „Ja, ja, de mannen zijn barbaren," zoo uitte met een sarcastisch' gezicht mevrouw Colé zich. „Zij voe len zich beter op de renbaan, thuis da# in de werk plaatsen der kunst. Madame Reiiard knikte ijverig toeste,mmeind- «Vooir een automobiel had mijn man, op stei en( sprong deze som geofferd," merkite zij met ongehuichelde droe fenis op. „Maar 300.000 francs!" zuchtte juffrouw Lebrun, „Dames, men kon er driehonderd arme families een heel jaar me© onderhouden," „Och, lieve, geneer je niet," antwoordde met scherpe ironie de markiezin de Madisson en al de toehoordsters jubelden innerlijk over dezen steek, want juffrouw Lebrun gold, hoe of zij ook coquet- teerde met haar weldoen, voor de gierigste* dame van Parijs. „Daar* wij hier juist, over den diadeem spreken," zoo nam de vrouw des huizes eindelijk het woord, „staat u mij wel toe, dat ik u een, kleine verrassing bereid." - w ecuoHö itaj, ue uyi>_ Aller blikken wendde# zich nieuwsgierig tot de zlt; waarschijnlijk diegene welke ik het eerst hyp- notische proef. Zonderr gewetensbezwaar betrok ik gravin. Deze wenkte een bediende dn rijke livrei. j°^e^e' waren juffrouw Rene en de markiezen juffrouw René in de kwestie, omdat ik met haar Hij verwijderde zcih haastig en keerde dadelijk de, M®4isson, Ik smeek de ,r^ ^nes in het inderdaad langen tijd had gesproken, om haar te daarop met een op een zijden kussen liggend étui i helang der wetenschap om vergiffffcas. Zij moeten om j kun#en doen geiooven aan de waarheid mijner woor- terug, dat hij aap. de gravin overreikte. I beurten in haar zak zoeken, ik denk dat een van den en omdat, zij het mij, zooals ik wist niet kwalijk Met een triomfeerend lachje spreidde deze hejthaar met de grootste verbazing daar den diadeem zou nemen En nu. laat ons die onaangename zaak kussen op een tafel uit en opendë het étui. Een vinden. l ir hl* u 9—13. 13—19. 19—23. 25 14. 16—21. 23—29. 29 40. 7—12. 11—17. 6 17. 14—19. 19—24. 35—40. 40—14. 44—50. 50—33. 33—29. 29—15. 15—29. 29—15. 15—10. 10—23. 23—29. 29 15. 15 4. Zwart gèeft op. nen mee te deelen, daar zij zich anders nauwelijks daartoe bereid verklaard hadden. Een der dames zat daar ginds op ©en stoel en gedurende heit gesprek hypnotiseerde ik haar door zachte woorden en en kele bewegingen. Ook bij de tweede die bij het ven ster stond, gelukte het mij. De derde 'tyof ik niet iiyde juiste stemming. Beide dames suggereerde ik -diadeem weg-te aecxn, direct na, haar ontwaken en zich dan niets meer te herinneren. Ik was zeer gespannen wat of de uitslag zou zijn. Nadat, ik met enkele woorden bij de dames het ontwaken had be werkstelligd, trok ik mij vlug terug, zoodat die dames van het gebeurde niets bemerkten, misschien alleen voor enkele ©ogenblikken een lichte( vermoeidheid Zooals u allen ziet is de proef inderdaad schitte rend gelukt en ik zelf heb, hoe ikl ook heb opgejeft, de d'aad zelfs niet zien, bedrijven. Ik kan daarom I niet zeggen welke der beidé dames den; diadeem be niet de minste beteekenis. Toen ilc evenwel kort daar op hoorde van het verdwijnen van, de# diadeem en evenals de anderen mijn oogen scherp vestigde op, het étui, wat denkt u dat mijn oogen daar ontdek ten? Eveneens aan, den rand een klein vlekje bloed. Nu stond de samenhang plotseling helder voor mij- li hadt den diadeem weggenomen en u bij d© baast waarmee det wegnemen te werk ging een weinig met het scherpe pennetje van het slot, geprikt. -13 dat niet zoo.?" „Zoo is het," antwoordde de markiezin met tér- neergeslagen oogen. „Wapneer ilc nog eenigen twijfel koesterde, zoo> hielp de uitdrukking van. uw-' gelaat mij nog vlugger* op het spoor. Een, man a.ls ik Jan de doodsangst op> uw gelaat,. Het deed mij hartelijk leed markiezin», en ik overlegde hoe u te kunnen helpen. Nog in bet "olgende oogenblik kwam de gedachte aan de hyp- ware regep van strafei# en vonken kwam naarbui ten en éen luilde roep van! bewondering werd ge hoord, en menige bewonderaarster haalde diep adem, terwijl het hart sformachtig klopte. Menig Lief .ge zichtje was een ^oogenblik door nijd' en afêunpt ver wrongen en toonde o-nder de bescherming gelukkig van schmink en poeder allé kleuren va# den regen boog. „De diadeem!" weerklonk het ajs uit éen mond. De gravin boog zich dankbaar naar haar in, de nabijheid staande®, echtgenoot, terwijl een hoopende blik haar mededingster trof, die als een marmerbeeld' voor den. heerlijken diadeem stond) en nauwelijks kon ademhalen. „Heerlijk prachtig, eepig hemeÜsch!" zoo weerklonk de eene uitroep nu den andere. Slechts de markiezan de Madissonj zweeg en drukte boos de lippen op elkaar. „Wel, grayin, uw man is een, engel!" „Graaf, ik aanbid u." „Beste vriendin, waarom zet je den, diadeem njiet op? Waarom wil je ons van zulk een heerlijk ge zicht berooven?" De gra,vin zette den diadeem op haar zwart haaf en weer ging er een uitroep van verrukking -door dep lering der dames en heeren,. „U is de koningin van, den avond," zeidie madapie Renard, „Of nog meer onze zon, va# welke licht en heer lijkheid uitstraalt," riep mevrouw Colé. „Vóór vandaag moet ik mij echter het genot ont zeggen ais zon te fur.geeren," zeide de gastvrouw lachend. „Ik heb namelijk plechtig beloofd, den dia deem eerst te zulle# dragen op den geboortedag vap, mijn ma#." „Jamimer o ho# jammer neen, dat is zon de." Niet lettend, op al deze uiitroepèh, nam de gravin de kostbare versiering va,h haar hoofd en legde hem i# de kostbare étui. dat tot nijd en| afgunst, vaf# velen, geopend op het zijden kussen bleef staap. Een poos was bet nog het middelpunt va# de alge- meene opmerkzaamheid, dan stroomde alles naar de geopende muziekkamer, waar de gravin een harer veel bewonderde aria's met werkelijke meester schap ten, beste gaf. begraven. Ik voor mijn persoon geef u~mijn eere - woord, dat het vanaf dit cpgeublik zelfs uit mijn zal vinden. Allen keke# naar de bedoelde dames, van welke ux.cn, juffrouw René dadelijk ijverig in al haay zakken herinnering is I De markies reikt© hem zonder een woord te zeg- gen .de hand- Die schcone Heloise sloeg onbekommerd! om de tegenwoordigheid van, haar man. haar armen» Een half uur later kwam -"gravin d-'Et-ienne inden j i verlaten salon terug. Nog nauwelijks had zij. de tafel bereikt of daar' weerklonk een schelle kreet van haar lippein- Dadelijk begon de salon zich te vullen. Op een avondfeest van, gravin d'Etienne was het „Gravin, wat is er?" voornaamste gezelschap van. Parijs verschenen. Dein „Madeleine wat scheelt je?" een schitterenden gla^s van electrische lampen bad©#.- f Met een strak ken blik keek de gravin naar de de salons waren, overvuld van dames en heeren in plaats waar het kussen lag en stak haar hand naar de kostbaarste kleedij. Het geheel zag er meer uait het étui uit. Aller oogen volgden deze beweging als een tentoonstelling van joircUen, schoeisel, japon- het étui was leeg. ue# en verdere toiletartikelen, dan als ee# gezellig! „De diadeem," riep de gravin, met doodsbleeke .e« avondfeest.. Zijden cn satijnen, robes, gewaden va,n j lppeni. „Waar is hij?" iiao| goudbrocaat, waardevolle kanten dien,dein als uitstal- i „De diadeem is weg," klonk het door de zolqn. kasten voor honderdduizenden, ja millioenen, aa# „Je hebt hem toch niet weggenomen, Maurice?" brillonten,, robijnen en paarlen in, de meest kunstige vroeg de gravin met bevende) stem aan haar* man. zocht „Ik heb het niet," riep zij luid. „En u, mevrouw de markiezin?" wendde de ge- zantsc-h aps-secretaris zich tot deze, die met verwar de blikken voor zich uitstaarde. Haastig greep zij in haar tasch. „Daar daar is het," riep zij boos. Raymond napi het vlug uit haar hand e# hield hettrio-mfeerend omhoog. „Daar is het, mevrouw de gravi® Ontvang het van mij terug en respecteer het wonder der wetenschap en natuur." Het gezelschap was uitermate verwonderd en op gewonden. Men sprak den, geheelen avond over niets andere da# het gebeurde. Eerst scheen het als wil den eenigen het den gezantschaps-secretaris^ zeer kwa lijk nemen wat hij bad gedaan, toen mijnheer Seve rin heel duidelijk te verstaan, gaf, dat hij hem zou uitdagen als zijn vrouw tot medium was genomen- Maar toen de beide dames den hypnotiseur vergif fenis schonken juffrouw Repé het eerst en met lachende# mond brak een, meer verzoenende stem ming zich baan, en de zaak kreeg een voor allen be vredigend slof. HOOFDSTUK 2. Berthier Raymond had de# volgenden middag zijn rijtuig reeds besteld en wilde uitgaan, toen zijn be diende hem de# markies en markiezin de Madisson aandiende. Een oogenblik fronste de jonge ma# bet voorhoofd. Hij was eens de mededinger van den markies geweest en met de mooie, maar zeer wispel turig© Heloise zoo goed als verloofd toen trad plotseling de markies als aanbidder op .en, da jongi© dam© ga(f aa# den, rijkeren ma# de v-oorkeur. „Laat binnen;" riep hijj na een oogenblik naden ken den, bediend© toe. Dadelijk daarop traden de markies en zijn vrouw de kamer binnen. Heloise zag er bleek uit, e# ejen, scherp oog had spoedig ontdekt, dat zij tranen had vergoten, waarva# de sporen op haar mooi gelaat nog niet verdwenen, waren. „Waarmee kan ik u van dienst zijn?" kwam het hoffelijk en koel va# de lippen van den gezapt- ach aps-esecretaris. De markies trad op hem toe en greep diepbewogen zijn ha#d. „Wij; komen u bedanken, edele man," riep hij, met moeite ingehouden ontroering uit. „Heloise heeft, mij alles vertelde U hebt mijn eer en die van mijn vrouw gered. Ik weet dat u liet geheim voor eeuwig zult bewaren." „Het zaj in mijn hart zoo vastopgesloten blijven, a^s het goud der Nibelungen in den bodem va# den Rijn," antwoordde die secretaris. De maykiezm begon f© snikken. „Mijnheer Ray - mond, dat heb ik niat aan u verdiend. Zij trad op hem toe, greep zijn hand en kuste die. „U hebt; edele wraak op mij, genomen." „Ik heb slechts mijn plicht als cavalier gedaan U is in die# grónd van uw hart goed en verdiicjnt niet voor ee# dwaling van het oogenblik zoo zwaar gestraft te worden als gister bij de ontdekking van om haar redder en kuste- hem op de Lippen. Een oogenblik later waren beide# verdwenen. Binnenlandsch Nieuws. BOLLEXPRIJZEN. Van algemeen© bekendheid is hel dat de handel, die» vroeger en ook nu nog in bloemhoven word! gcdrevein soms aan het ongelooflijke g enst. Voor d© eerste tul penbollen die in ons land gekwekt ward.n. belaa'da men soms ontzaglijk hoog», prijzen. De meeste bloem- bcllenkweckers lig! hel nog vevsch in het gchcti; n. welke onzinnig hooge prijzen men een paa.- jaar gel den voor de nieuwste soorten van Gladiolus-bollen besteedde, soor ten die thans niet mee? in aanzien zijn. Boven Haavkin» is een bloemist in het fcezil van «enige nieuwe exempla ren van de nieuwste Narcissen,waarvoor e. nig.n tijdl gekekm 1000 zegge duizend gu!d:n voor éen bol is geboden. IX- EX UITVAL VAX HET HANDELSBLAD. Het sigarenmerk. Waarde Rcdacteur. Iti den sigarenwinkel, waar ik nogal eens m n sigaren» koop. was ik vandaag getuige van het volgende. Een monter komt binnen, g.oet minzaam, en wev.tft zich tot den winkelier met de vraag: „Heb ik rit6 gis leren bij u m'n sigaren, gekocht De winkelier weet zich d n klant ni.-t goed mee? .te herinneren, doch antwoordt beleefd: „Dat zal wef meneer." De klant v.aagl: „Zoud'l u mij nog dezelfde sigaar kunnen; laten zien'?" „Stellig" antwoordt de sigarenwinkelier: „kunl u me ook zeggen van welken prijs hij was?" „Var tien cent". „Een oogenblik De winkelier zoekt éen aantal kistjes na. en staf ze beurt om beu t voor den klant uit. Maar de bewusU soort is er niel bij. ..Neen"., zegt deze, ,.de sigaar van gis'ere n was g. ooter". Daarop volgen weer een aantal kistjes met sigaren van grooter model. De klant herkent z'n sigaar niet „li meen. dal ie dikker was dan deze." Dc winkelier zoekt overal rond, stapelt steeds nieuwe kistjes, op de vorig:-; maar de gezochte susïar i< er niet bij. Dc klant zal hem voor hef laatst helpen,,Afs ik me goed herinner, was de kleur ook donkerder". De winkelier neem.! een laddertje cn klimtleg» een d-r wanden op, om met een nieuwe vracht kistjes in de armen omlaag te dalen. Hel g zich' van den klant verheid .ut; hij heeft z':n s'g.ar eindelijk herkend. „Ja", zegt hij, dat is 'm! Wat ik zeggen wilde*. die sigiar heeft me s'echt gesmaakt. Die moet uma norit wem- verkoopen." VOORZITTER LAXDBOUWUOMITE. Benoemd is tót vc o zi'"cr van hel Nederlandse!» T,and- bdtiwfconiité ter vc.v ivin<? van d n heer D* ine. zetting. Het donkere haar, de sneeuwwitte armen, do ,„Ik? Neen, neen!" riep hij, verschrikt^ „Iemapd uw dwaasheid het geval was geweest. En uw man i mr. J. T. Lin'hovst Hemen, advccjal !c i I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1913 | | pagina 13