MlCöüiU,
DE LANGE LUITENANT.
Grep LP-en Mm.
firierai lit EiipM
Urinekwalen.
r
LI
Zaterdag Nov. 1913.
57e Jaargang. No. 5285.
DERDE BLAD.
VERSDAG DER RIJKSDANDDO UW PROEFSTATI
ONS OVER 19121913. II.
In dit artikel zullen wij eerst iets vermelden uil het
Verslag omtrent de onderzochte monsters zaaizaden.
Het onderzoek hiervan geschiedt, zooals bekend kan
zijn. aan het Rijksproefstation voor Zaadcontröle te
Wageningen. De gemiddelde zuiverheid van Rood kla
verzaad bedroeg 95.2 pel., wat niet hoog is. Het daal
de in 10 gevallen zelfs beneden 90 pet. Op warkruid wei
den 421 monsters onderzocht. Hiervan waren 192 met
zaden van deze gevaarlijke parasiet bezet, waaronder
89 met rijpe korrels.
Ook in het onderzochte lucernezaad werden in 5 van
de 25 hierop onderzochte monsters warkruidzaden aan
getroffen. De zuurheid van'het zaad van luoerno was
overigens zeer goed. De gemiddelde cijfers voor zui
verheid. kiemkraoht en gebruikswaarde, bedroegen icsp.
97.3. 91 en 88 pet
De onderzochte monsters van mangelworlelzaad wa
ren over het algemeen niet best. Het aantal onvrucht
bare korrels steeg dikwijls zeer hoog. In 25 gevallen
waren meer dan 50 cn inl 18 gevallen ilussoheip
40 en 50 pcL onvruchtbare korrels
Uienzaad werd aanmerkelijk veelvuldiger ingezon
den dan gedurende de vorige campagne. Over het al
gemeen was de kiemk lacht hiervan niet hoog. In 11
gevallen bleef deze Zelfs beneden 50 pet; zelfs kwamen
cijfers van 16 en 6 pet. kiemkracht voor.
Verschillende momsiers tuinzaden werden weer on
derzocht, waarvan o.a. twee monsters postelein zaad wa
ren vervalscht met 10 pet zwart geklemd papaver
zaad. terwijl het posteleinzaad zelf ook was gekLeurd.
Nog altijd wordt van het Rijksproefstation voor
Zaadcontröle veel te weinig gebruik gemaakt. Moge
het bovenstaande voor velen het bewijs zijn, dat een
onderzoek van aan te koopen of te gebruiken zaaizaad'
vaak heei nuttig kan wezen.
Een enkel woord ook nog omtrent de onderzochte
monsters van anderen aard. Onderzocht werd o.a. een
stof. genaamd Jao. de Korte's Melk Preserve. Dit goedje
zou goed zijn tegen het zuurwordem van room, melk, bo
ter, ena en nog eenige nuttige eigenschappen meer
hebben. De prijs van een klein fleschje was 50 ets.
Het bevatte volgens onderzoek een oplossing, welkte
per Liter water 45 Gram boorzuur en 27.5 Grami
borax bevatte. De inhoud, waartegen natuurlijk gewaar
schuwd werd', had nog niet de waarde van één cent.
Een monster van een vloeistof, onder den naam
„melkbehoud" als cehserveeringsmiddei verkocht, bleek
uit een verdunde formalinooplossing te bestaan,
Een monster tulpenbollen werd Onderzocht om! de
waarde als veevoeder le bepalen. Het gehalte dïezer
bollen was als volgt: 41.8 pet. totaal droge stof, 3.6
pet. ruw eiwit, 0.2 pet ruw vet, 35.2 pet. zotmcel
achtige stoffen. 2.1 pet. ruwvezel en 0.7 pet. ascJibe-
standdecleh.
Het nu volgend gedeelte van het verslag zouden
wij weer gevoegelijk evenals het vorige jaar „Een zwar
te lijst!" kunnen noemen. Het bevat n.1. mededeelimgen:
omtrent den door die Rijkslandbouwproefstatlons in-
giestelden speeialen dienst tot .het opsporen van ver-
valschingem in voeder- en meststoffen. De beid© hier
voor aangewezen controleurs werkt-n sedert September
1912 rasp. in Limburg en Noordbrabant en in den
ambilskring van hel Rijkslandbouwprnefslalion te Gro
ningen. De eerstbedoelde controleur bemoaistoidte o.a.
het volgende:
18 monsters katocnzaadmeel, waarvan! 9 veel of zeer
veel gevaarlijke bastees landldcelem bevatten. Het gehalte
hieraan variöordo van 17 tot 46 pet., hetgeen bewijst,
dat er buiten de con'role der Rijkslandbouwproefstatións
een zeer minderwaardig artikel als katocnzaadmeel, ja
zelfs als diubbelgezeefd katocnzaadmeel verkocht wordt.
Yan 3 monsters kalvermeel, kostende f 22, en f22.50
per 100 KG., bestonden 2 in hoofdzaak uit meel en
krijt.
Van de 7 monsters phosphorzure voedevkal«c"bestond!
er één in hoofdzaak uit gips en 2 uit krijt. Drie waren
niet echt, waarvan 1 slechts 10.4 pet. phosphorziuur
bevatte.
„Quakermeel" bestond in hoofdzaak uit haverdoppen
met een weinig havermeel, maïsmeel en tarwezemelén.
„Yarkenspoc-dor" bleek krijt te zijn, terwijl „Succes-
meel" voor een groot deel uit koffiedoppen besfond.
Van de 22 monsters rijstvoedermeel waren er 16
van onvoldoende zuiverheid. Alle bevatten zeer veel
rijstdoppen, waaraan soms nog, alsof dit niet genoeg
ware. grondnotendoppen en koffiedoppen toegevoegd ble
ken te zijn.
Van de monsters chilisalpeler hadden 5 een te laag
gehalte aan stikstof. Eén ervan bestond zelfs geheel
uit kaïniet
Van de 16 monsters slakkenmeel waren 7 n et echt,
waarvan éen met slechts 9.8 pcL phosphorzuur. Twee
monsters bestonden uit een mengsel van kaïniet en
siakkenmeeL
Voorts kwam uit. ,dat blijkbaar nog steeds wordt
verkocht het beruchte „poeder om zoet te karnen" j
dat alleen uit gewoon keukenzout bestaat
Omtrent het werk Van den controleur, werkzaam
m het ambtsgebied van het Rijkslar.dbouwproefstation
te Groningen, vermelden we het volgende:
Ook hier werden bij verschillende kleine landbouwers,
die hun voeder- en meststoffen niet volgens garantie
i onder controle der Rijkslandbouwproefsta'ions koopen,
vele monsters genomen en eveneens herhaaldelijk grove
vervalschingen en andqre -bedriegerijen aan het licht
gebracht. Zoo bestond een monster „gerstevoermcel"
in hoofdzaak uit tapiocameeI met veel kof'i: doppen
en een weinig gerst. Van twee monsters gerstemeel"
bestond het eene uit gemalen gersfdoppc-n met veel
levende mijlen en het ander geheel uit gemalen rijst
doppen.
In enkele streken van het ambtsgebied bleken schro
melijke vet-valschingen van lijnkoek voor te komen, a'le
bedreven door een bepaalden fabrikant. Het proefsta
tion wist hier het kwaad in den wortel aan te tasten.
Met medewerking van de reeds gewaarschuwd4 wedcr-
verkoopers werden een zestal authen'icke monsters ge
nomen. alle van lijnkoeken, afkomstig uit dezelfde knoei-
fabriek. De uitkomsten van het onderzoek dezer monsters
werd met vermelding van den naam van den fabrikant
ter opname opgezonden aan 34 bladen in de provin
ciën Gelderland. Overijsel, Drenthe, Friesland cn Gro
ningen. Het gevolg hiérvan was. dat de bedoeld? firma
kort daarop per circulaire en door advertenties bekend
maakte, dat de fabricatie, zoowel van de lijnkoeken
vermengd met grondnotendoppen -en cacaodoppen, als
van hare veekoeken, bestaande uit' soyameel, grond
notendoppen en melasse, gestaakt zou worden.
Ziedaar een succes, waarop het proefstation te Gro
ningen trotsch mag zijn. Waar zóó door nief-belang-
hebbenden in den voeder- en jöieststoffenhandel "tegen
de vervalschers wordt gestreden, daar is het de plicht
van alle direct belanghebbenden en dat zijn in
de eerste plaats de land- en tuinbouwers en veehouders,
om door geregeld lalen onderzoeken van hun aan
gekochte partijen den eerlijken handel te steunen cn
mede te werken tot het den kop indrukken van in
dustrieën, als waarvan boven werd gesproken.
Het volgende staafje is eveneens opgemaakt haar
de resultaten van den opsporingsdienst van ver al-
schingen in veevoeder- en meststoffen. Alleen hebban
wij achter elke meststof, de werkelijke waarde vermeld,
berekend maar een noteering van Februari van dit
jaar. aan de lezers overlatende door een eenvoudige
aftrekking te bepalen, hoeveel slechts voor het men
gen wordt berekend.
Gehalte aan Betaalde waarde
stikstof phosph'or- kali prils p. per
zuur 100 KG 100 KG.
Ha vermes t 1.65% 8.3 o/0' 8.30/0 f 8 00 f4 32"/.
Guano 6 5 0/0 9.8 o/0 1.9 0/0 f 10.20 f8.29
Guano 3.7 o/0 9.1 o/0 4 0o'0 f gpa f5 73
Aardappeimest 1.7 9.0 o/0 7.2 o/0 9 00 f4 311/0
Grasmest 1.4 o/„ 4.3 o/0 7.2 0/0 f 6.00 f 3/24'
Ziehier cijfers, die spreken.
Tot slot hemen wij met alle instemming het volgrnde.
dat wij gaarne ter overdenking en toepassing aanbeve^
ien. in zijn geheel over
„Uit het verslag van den opsporingsdienst blijkt dui
delijk, dat er vooral op het gebied van den handel in
voederstoffen nog zeer ongewenschte toestanden be
staan. Toch mag er met voldoening op gewezen wor
den. dat hier en daar, zijl het dan ook langzaam ver
betering 'te bespeuren valt.
Dat de verkoiop van knoeiprodücten zulk een uit
breiding genomen heeft, is gedeeltelijk dé schuld der
landbouwers zeiven. Waar deze uit misplaatste zuinig
heid' veelal ingaan op aanbiedingen tegen een prijs,
waarvoor onmogelijk een zuiver product geleverd kan
warden, hebben zij' het aan zich zeiven te wijten
wanneer het gekochte allerlei waardeloozen afval bevat'.
Meer dan tot nog toe het geval is, moet coöperatief
en op deugdelijke voorwaarden aangekocht worden,
waarbij vanzelf sDreekt, dat onderzoek dor waar door
een Rijkslandbouwproefstation plaats vindt. Eerst dan
is blijvende verbetering van den toesland te wachten."
Feuilleton,
3. j
De zangeres legde haar arm in de zijne en zoo gi.n-
r gön zij langzaam door den stillen nacht.
Hij was gelukkig toen hij haai- zoo mocht geleiden.
Hij beefde van ingehouden hartstocht
Toen vroeg zij plotseling: „wat scliee'.t u? U beeft
J" zoo. Dat bemerk ik heel duidelijk."
I En toen zcide hij heel zacht: „dat is het geluk, dat
zoo plotseling tot mij komt, dal maakt een menseh
siil van diepe ontroering - en doet mij vroolijk leven".
Nu schrikte zij. En zij "poogde haar arm terug te
le trekken.
Maar hij hield hem vast en bad za.chtkens„o
laat ons zoo samengaan! Laat mij uw arm. Ik smeek u
daarom."
Toen zcide zij niets en trok ook haar arm niet terug.
Maar het bloed steeg haar 2iedend heet naar het hoofd,
zij voelde dal zij brandend rood werd en zij: kwam haar
zelf in dit oogenblik zoo klein, zoo nietig voor, zoo
[erbarmelijk, dat zij het wel leid had kunnen uitsnikken.
I stom Jiepen zij. naast elkander tot vlak bij haar
[woning Er was niemand te zien. Zij beiden waren
de ecnigen in dezen heerlijken, helderen nacht.
£3 Voor het huis liet hij haar los.
y- „Ik dank u", zeide hij met zachte, innige stem. ,,ik
4dank u van ganscher harte dat u mij het geloof in
1de wereld en de menschen hebt teruggegeven, en ook
met geloof in mijzelf. U is de zonneschijn van mijn
heven, geworden."
i En zij stond daar, hulpeloos, niet wetend hoe zich
gedragen. Al haar luimigheid, haar sarcasme was
fin rcg" Ic,s nieuws was haar gekomen, iets onge-
fljl kends kiemde plotseling in haar ziel op, iets geweldigs,
w pakkends, waarvan zij anders zelfs het bestaan met
had gedroomd. Bevend van angst en toch vol heerlijke
ontroering, waagde zij hot niet zich te verroeren. O
g| God, o God! De gedachte was zoo groot, zoo mooi,
Jhet gevoel zoo heerlijk en allesbeheerschendj Het
Pinl b.ad slechts een, spel mogen zijn en het was nu
liefde geworden, innige, vurige liefde!
Hulpeloos leunde zij! tegen den wapd. Alles golfde
jj op en neer.
stak hij snel zijn. armen uit, 'greep haarvaat
1 üvK haar aan zijn, borst in vurige liefde.
Zoo vonden, hun lippen elkaar tot diep eersten,kus.
Den anderen morgen, toen hij n,og geheel onder
den hidruk was van" zijn r>uw geluk, aan hot vten-
Lopdep, 22 November.
Op t oogenblik, dat ik' bezig ben 'dezen brief te
schrijven, schijnt de zon vroolijk op de huizen aan
den overkant van, die straat, 't Is prachtig weer Die
barometer is sinds gasteren ik weet niet hoeveel
graden vooruit geloopen en belooft een heelep voor
raad zonneschijn voor de eerstvolgende dagen- En
dat juist, terwijl het me niet zoo bijzonder erg ip-
tereseeert,, hoe het weer zal zijn. En dat Juist als
tegenstelling na do vier laatste dagen, toen de toe
stand van het weer me zeer bijzonder! Interesseerde
en het zoo slecht wpa, als het maar «enigszins
kon zijn.
Ik weet uiet, of het was, omdat ik naar Hol
land moest. Sommige menschen beweren, dat het
droog blijft, ajs ze een paraplu meenemen, en stort
regent, als ze hem vergeten. Dan kan het ook de
laatste vier dagen, wel zulk slecht weer geweest zijn,
omdat ik naar Holland moest. In allen gevalle zijn
het twee dingen, die, zooals ik opgemerkt heb, heel
regelmatig samengaan. In 't begin van. dit jaar had
ik den nacht uitgekozen voor mijn reis, waarin de
Eastwell verging bij IJmuMen. In t midden van
dezen zomer een van de koudste en winderigste da
gen, die we gehad hebben, zoodat van een heerlijken
zomeravond op het dek niets kon komen. En nu van
de week een November-stormpje.
I Dinsdagnacht ging ik over van Engeland naar Hol-
j land. Donderdagnacht terug, 't Was hondenweer toen
1 ijc hier vandaan ging, en de wind gierde over het
dek, toen ik Donderdagmiddag half vijf te Rotter-
dam weer aan boord van de Batavier stapte! Woens-
I: dag scheen natuurlijk de zon, en was het heel goed
weer.
Hoewel ik niet dacht, dat er eenige noodzakelijk-
I held voor zou wezen in dezen tijd van het jaar, had
I ik, zoowel voor heen a.ls terug, plaatsen besproken,
j En tot mijn groote verwondering merkte ik, toen we
te Tilbury uit den trein 6tapten en aan boord ge
bracht werden, dat nog verscheidene} anderen juist
dien dag uitgezocht hadden, om naar Holland te
gaan. In 't geheel zeven en veertig passagiers.
De meesten waren Hollanders en hadden de reis
blijkbaar al meermalen gemaakt. Maar er was ook
een Engelsche dominee met vrouw en dochter. Ik
vermoed, dat die voor den eersten keer gingen, want,
ze stelden zulke uitgebreide onderzoekingstochten ïn.
Terwijl de meeste passagiers warmpjes in den salon
of de rookkamer zaten, dwaalden zij van onder naar
boven, waren dan, op het dek, dan in de gangen, dan
in Baddie's hut, dan in de hut van de twee dames,
dan weer in den rooksalon. De dominee had zijn
eigenaardigen hoed verwisseld voorr een groote, zwarte
pet, die hij droeg met de klep naar achteren. Elk
stuk papier, dat in de salons hing, trok zijn aan
dacht, en werd zorgvuldig! gelezen,: taxameters in
Rotterdam, Marconigraaf, een reciapie van Vreem
delingenverkeer en^.
Toen gingen ze zeker naar hun hutten, want ik
zag, of hoorde, ze niet meer tot den! volgenden mor
gen. Dominee's hut was dicht naast de mijne. Ik had
een vermoedenden nacht gehad, wel is waar zonder
zeeziekte, maar ook zondert slaap, want ik was door
loopend van links naar rechts en van rechts weer
naar links gegooid, voor zoover het smalle bed dat
toeliet. Maar nu lag ik stil en rustig, waaruit bleek,
dat we op den Waterweg waren. Opstaan is nooit
een hartstocht van geweest, en was het nu ook
heelemaal plet.
Toen hoorde ik, dat op dominee's hut zacht "werd1
geklopt. Eerst kwam er geen antwoord. Nog eens
geklopt,, iets harder. „Yes, dear," klonk toen, de
stem van dominee, die zeker begreep, of het aan, 't
kloppen kon liooren, dat het zijn dochter was. „Dad-
die, mag ik de toiletdoos hebben?" Daddie bleek al
bijna geheel klaar te| zijn en kwam de hut uit. Toen
vragen van weerskanten, hoe de. pacht was geweest,
maar dat ontging me grootemideels.
Later, toen ik op dek kwam, was de familie daar
natuurlijk al aanwezig, en vol belangstelling voor het
Hollandsche landschap. Toen we Rotterdam naderden,
kwamen de meeste passagiers naar boven. Ook een
Hollandsche heer en dame met een klein kindje, dtie j
blijkbaar in Engeland woonden, en in, lang niet in 1
Holland waren geweest. Ze werden afgehaald, en,dei
moeder was blijkbaar opgewonden van blijdschap
toen ze haar vaderland en, haar familie weer zag. Op
kaar kleintje maakte het geva,l blijkbaar veel min
der indruk.
De Hoilanidscihe douanen wiaren lastiger dan ge
woonlijk. Meestal doe ik niets voor hen o>pen, en
geven ze maar gauw een merk op mijn koffers. Ik
had nu een groote reismand bij me, waar heel wei
nig in zat, maar die vol mee terug moest, met bes
sennat, sigaren, hagelslag en een massa dingen meer.
die wij hier niet kunnen krijgen. Maar om het wei
nige, dat er in zat, niet te laten schommelen, in de
groote mand, had ik die verder opgevuld met oude
kranten. En daarin, zat de douane nu. te wroeten.
„Br zit niets in," zei hij. „Me dunkt." antwoori<fi-
de ik, „hij: zit vol met oude kranten-" „Maar wat is
dat," en, hij vischte triomphanfcelijk een kartonnen
doos op. „Wat zit daar fin?" „O, ouwe rommel, bal
letjes en dingetjes, om aan een kerstboom tq han
gen." De man, keek me stom verbaasd aan, over
zooveel onbeschaamdheid, terwijl ik doodonschuldag
was. „Alsof u niet zou weten, da,t dat belastbaar
is." „Nee, natuurlijk weet fik dat niet." „Doe open-"
En toen hij aan, 't rommelen. Maart 't was klaarblij
kelijk, zooajs ik gezegd had, ouwe rommel, en grom
mend stond hij me toe mijn mand weer dicht te
maken. Ik was ook vast van plan er niets voor te
betalen, hij had het desnoods mogen houden. En
zoo stapte ik met mijn lichte mand van boord, on
er den volgenden dag met een loodzwaren weer q
te stappen.
Er waren veel minder passagiers op de terugred*
maar vijf eerste klas, drie beeren en twee dame*
We gingen dwars tegen den wind in- De boot stamp,
te vreeselljk en de golven sloegen den boelen nach%
over het dek. 't Was een vreeselijk lawaai, maar 51*
sliep desondanks veel beter, 't Was zoowat half acht,
toen ik wakker werd en we waren op de Theema,
maar nog lang niet te Tilbury, hoewel we er, wat dd
tijd betrof, al zoowat moesten zijn. We moesten even
wel nog drie uur geduld oefenen, voor we van boord
gingen. En ook nu warën de douanen weer buitenga
woon lastig. Mijn beambte scheen heel veel lust tei
hebben mijn bessennat te proeven, om te zien, ot '1
ook sterke draak was. En dat kon ik hem toda
moeilijk toestaan. Enfin, hij nam er op het laatst ge
noegen mee. Een heer, die regelrecht doorging naar
Liverpool en verder naar Amerika, moest evengood
zijn koffers openmaken- Dat bleek vooreerst al nte^
gemakkelijk te gaan, maar het dichtmaken was i»o«
veel bezwaarlijker. En dat kostte hem bovendfeq
nog zijn hoed, die een, twee, drie do lucht in ging,
terug naar Holland-
Er was een jongmensch, die zijn koffer had laten*
onderzoeken, zonder dat daarin iets bijzonders was
gevonden. Voor hij wegging, deed de beambte nog;
even een vraag, waarop hij altijd een ontkennend
antwoord krijgt, en dit ook al zoo half verwacht»
„Heeft u nog tabak of sigaren in uw zakken?" Waajr-
op het eerlijke jongmensch een half pond tabak uil,
zijn binnenzak baalde, Inplaats dat do beambte hem
toen een pluimpje gaf voor zijn eerlijkheid, keek hij
hem heel boos aan, „Mee, naar beneden." En tot
onze groote verbazing werd de arme jongen naar do
kajuit geleid. En wat moest daar toen gebeuren?'*
Omdat hij zoo eerlijk was geweest, een half pond
tabak uit zijn jas te halen, werd hij zorgvuldig, tot
op zijn lijf, onderzocht, of hij nog meer bij zich had.
Maar de douane bleek geen goed menschen kenner
te zijn. Hij had zich in zijn mannetje vergist. Geeq
korreltje extra werd er op hem gevonden»
Fr was een dame aan boord, die, vond ik, er
veel minder onschuldig uitzag. Ze had als bagage bij
zich, twee groote, dichtgespijkerde, ruwe houten
kisten. De dame bezwoer, dat er op haar eerewoord»
niets belastbaars in zat. Ze geloofden haar ten slotte»
al ging het erg aarzelend, en zetten er een merk
op. Zij blij, natuurlijk.
Maar wij waren, met dat al, laat- 't Was over
éen, eer Ik goed en wel thuis was, terwijl half tier*
de gewono tijd is. En dank zij het weer op de heen-,
zoowel als op de terugreis, heb ik nu nog een gevoel
in mijn beenen en mijn hoofd, alsof ik aan boord
ben van de schommelende Batavier V.
Reclamesi
ster stond en in den zonnigen, bonten, herfstdag naar
bufiten keek, kwam er bezoek.
Zijn buurmap., graaf Emers, liet zich aaadienefc.
„Mijn beste Von Beuningen, ik kom over een zeer
delicate zaak eens met u praten."
Zij gingen beiden zitten. Gespannen luisterde V.on
Beuningen toe.
„Dus, beste vriend, luister eens goed' toe en ver
sta mij vooral nlet verkeerd. Ik zag u gisteravond
met de mooie Patki wegrijden. Dat komt uit,
nietwaar?"
Licht blozend: stemde Von Beuningen toe.
„Waar u heen geweest ïs en wat u vak plan waart,
dat alles gaat mij natuurlijk niets aan, maar als eer
lijk vriend en buurman, houd ik het voor mijn plicht
u op iets opmerkzaam te maken en u te waarschu
wen."
Ademloos luisterde Von Beuningen naar wat de
ander zeide.
„Ziet eens jonge vriend, u kent de vrouwen nog
niet, tenminste niet zoo, dat u op het eerste gezicht
echt van onecht kun,t onderseheide(n. Pardon, laat
mij eerst uitspreken, Wanneer de mooie Patki u
eer mooie liefdes-scène voorspelen wil, dan moet u
haar niet gelooven niets, geen woord ziet u
het is slechts luim en spel, verder niets.'"
Bleek en bevend vroeg Von Beuningen: „Graaf
wat wat moet dat beteekemetn?"'
„Dat beteekent, mijn beste, dat Patki kortgeleden
op den avond van het laatste bal, dat u met haar
hebt gedanst, open)ijk heeft verklaard, dat zij u in
acht dagen zoo ver zal brengen, dat u aan haar
voeten ligt."
Star,, ademloos, doodsbleek stond Von Beuningen
daar en wist niets t<e antwoorden.
De graaf trad op bem toe, raakte zijn schouder
aan en zeide opbeurend': „Dus beste Von Beuningen,
toon nu eens da.t u oog en oor voor', humor hebt en
laat de schoone dame haar zin niet krijgen."
Nog steeds zweeg de ander, nog steeds begreep
hij het ongehoorde niet-
Toen werd den graaf de situatie toch wat onaange-
naajm. Hij nam zijn hoed .en, in het heengaan zeide
hij: „Je zult hoop ik, niet boos op mij zijn Von
Beuningen, ik meende je te moeten waarschuwen."
Nu vermande de ander zich en antwoordde heel
kalm: „Ik dank u, ik zie dat u het goed met mij
meenfi.T
„Alzoo. het hoofd omhoog en geen domheden
begaan."
„O neen! U kunt volkomen gerust zijn/'
Zij namen lachend afscheid van elkaar.
Maar toen Van Beunjngen alleen was, lachte hij
niet meer, hij tobde, of morde ook niet, hij ging zit
ten en begon, a,lles met een kalm, helder hoofd te
overdenken. Was dat mogelijk? Was dat nu mogelijk
Was dat nu mogelijk?
I Dus een spel was het slechts, hij een, speelbal van
haai luimen en grillen,. Toornig, balde hij de vuis
ten.
En hij, hij dwaas, hij blinde, ijdele dwaas, hij had
het voor liefde gehouden, voor echt en waar. Ach,
hoe zou znj hem uitlachen.
Hij stond op, liep heen en weer, en poogde niet
meer daaraan te denken. Plotseling zag hij in een
vaas de bloem, die zij hem op den eersten avond
had geschonken, en toen was het op eenmaal met
zijn zelfbeheersching gedaan, toen zonjc hij in elkaar
drukte het hoofd in het kleed van de tafel en snik
te het luid uit in woedende, toornige sanart.
Van de hoogste hoogten van bet geluk, die hij
zooeven beklommen had. was hij neergestort in den
diepsten afgrond der ellende. Nu was het uit, nu
was er voor hem geen hoop op geluk meer. Dat
voqlde hij slechts te duidelijk. Nu niet meer! Hij had
alle geloof verloren, het geloof aan het geluk, het
geloof aan de liefde, het geloof aan de vrouw.
Nu was alles uit- Z5j had alles, alles in hem gedood.
's Avonds om 8 uur ging hij naar haar toe. Hij
was kalm en rustig, hij wilde immers zien, hote ver
zij het spel met hem dreef, deze comediante.
En dan overlegde hij, hoe hij het haar zou zeggt'p.
De graaf had gelijk, hier was maar éen weg, met
humor eu scherpen spot als een man, van de wereld
zich redden. Dat v as de eenige oplossing. Maar
slechts niets verraden van datgene wat er in zijn
ziel golfde, slechts niet het heiligste prijsgeven
slechts niet, met zijn smart zich aan, den spotlust
van anderen overleveren. Neen zelf lachen, met een
ruistig, ironjsch lachje de heele zaak ten einde voe
ren.
Zoo trad hij tegenover haar.
„Nu, hoe gaat het? Is het avonjdje u goed beval
len?'" riep hij-.
Zij knikte hem toe, gelukzalig met liiefdesipnige
blikken- Hij echter stond stil aan do deur, verroerde
zich niet van de plaats en keek haai aan met vor-
sehenden blik, lachend wel is waar, maar toch af
wachtend en voor den aanval gereed.
Daar ging zij naar hem toe, met blikken die vlei
den, smeekten, innig en nederig. En toen bij nog
steeds terughoudend bleef, toen legde zij de armen
om zijn hals en zonk aap, zijp borst.
Hij beefde over het gebeele lichaam, zoo groot
was zijn ontroering, maar hij raapte de laatste rest
van zijn kracht hijeen en riep met eert, ironisch lachje:
„Bravo, mijn waarde! Tot dusver verliep alles?.1'it-
terepd, zelfs veel schitterender; dan het prog-
aanwees."
Een der voornaamste verschijnselen tot het herken
nen van aandoeningen der nieren en blaas levert ons
de verandering in het uitzicht der urine. Het watert
kan troebel zijn, donkergekleurd, en hij staan een be
zinksel achterlaten, hetzij wit of rood (gelijkend op stoï
van baksteen). Deze verschijnselen wijzen op over
vloed van urinezuur in het bloed en vormen de oor
zaak van rheumaüek, jicht, niersteen.
Overvloedige urineafscheidlng, urine helder als wa
ter, schuimend, eiwithoudend, wijzen op aandoenin
gen der nieren, welke reeds ver gevorderd kunneö
zijn.
Voortdurende aandrang, vooral 's nachtsv met bran
derig gevoel, wijst op aandoeningen der blaas en urïno-
Mders. Ook kan dnippelsgewijze loozing en zelfs ver
stopping der urine optreden en de urine kan bloccl
bevatten, zand of steentjes.
Alle bovengenoemde verschijnselen duiden ernstige*
ziekten der nieren en blaas aan. niet alleen door da
ellende, die zij met zich brengen, doch ook door het
geen u verder te wachten staat.
FosteFs Rugpijn Nieren Pillen zijn een speciaal ge
neesmiddel voor deze kwalen. Zij bewerken, dal da
nieren de urinestof. bet urinezuur cn het overtollige!
water uit het bloed afvoeren, herstellen zoodoende da
geregelde urineloozing en nemen den oorsprong van
uw ziekte weg.
Te Schagen verkrijgbaar bjj J
Rotgans, Molenstraat C14. Toe
zending geschiedt franco na ont
vangst van postwiseelif 1.76 voor
één, of f 10voor aes dooien,
Êischt de echte FosteFs Rug
pijn Nieren Pillen, weigert elk»
Joos, die niet voorzien is van
nevenstaand handelsmerk
Zij kromp ineen, zij staarde bem aan.
Hij echter ging koel lachend voort: „Ik heb toch
gelijk, nietwaar? Tot dusverre scheen de wedding-
schap toch spelend gewonnen te worden, nietwaar?
I Ja.> hooggeëerde, maar slechts tot dusverl
De laatste troef speel ik nu uit."
t En langzaam maakte hij haai' armen van ziinhala
Ikis
Nog steeds staarde zij hem aan, optzef, doodsbe.
angst, tot geen woord in staat.
„Ach, u gelooft wel, dat ik niemendal van dl»
kranige weddingschap vist? Ja, dan hebt u mij een
weinig onderschat, Ik wist ailes."
En toen zonk zij, tzoolang als zij was op den divan
neer en drukte haar gelaat in de kussens, terwijl zij
het uitsnikte.
Een oogenblik stopd hij radelcoe daar. Was dat nu
ook comedie? Hier wist hij geen uitweg meer.
Daarom nam hij zijn hoed en wilde gaan. stil eq
zonder afscheid, eer zijn medelijden hem parten zou
spelen. Maar toen richtte zij zich op en riep met
halfvers tikte stem: „Blijf, ik bid u, blijf nagj
Hoor mij tenminste aap."
Verbaasd keek hij naar haar.
„Kom hierheen," smeekte zij weenend.
Langzaam deed hij een, schrede nader.
Zij begon onder tranen: „Ja, het is waar, ik heb
dat minachtende woord toen gesproken, ik was uit
gelaten, in een roes van geluk, door al mijn triom-
fen het is waar, ik he;b deze weddingschap voor
geslagen."
Met een donkeren blik wendde hij zich af.
Zij riep echter: „Halt, ga nog niet heen. Hoot
eerst naar mij, naar mijn bekentenis: jou wilde U
vangen en nu heb ik mijzelf laten vangen. Jou wilde
ik aan mijn voeten zien en nu lig ik zelf aan je voe
ten. Als een spel is het begonnen, en met liefde, met
warme, eerlijke liefde is het geëindigd. Zoo, nu weet
ge het, nu weet ge ajles! En ga nu heep, wapneei
ge gaan wilt"
Hij ging piet. Een oogenblik lang stopd hij daar
en keek haar aan, want de woorden warrelden hem
door zijn ooren, ep voor zijn oogen schemerde het.
j Hij wist nog niet waf te doen.
I Toen rfichtte zij zich op en keek hem aan ep
smeekte met uitgestrekte handen.
En toen trad hij op haar toe en trok haar naar
zich toe. „Mijp vrouw! Mijn lieve, lieve vrouw!"
Onder tranen lachend keek zij tot hem op. „O, jiji
beste, liefste, o jij domme Hans merk je nu eijp-
delijk hoe het mc-t mij staat?"
j Met vurige kussen sloot hij haar den mond.