ilKDtti Mms-
Afttmitic- Lnlliiiklii.
Briera i Engeland.
Da Mta eener Prinses.
Zaterdag 27 December 1913.
C1AGEI
57ste Jaargang No. 5300
COURANT.
Dit nummer bestaat) uit 2 bladen.
EERSTE BLAD.
4,
in
;n
14,
r.
Loindén, 21 December.
Ze zijn weor aangekomen bijl" duizenden, honderd
duizenden, millioenen. Ze liggen weer in dichte rijen
opeengepakt in de winkels en op de tafels er voor,
de gevilde en ongevilde konijntjes en bazen. Ze han
gen weer in lugubere reuzenbossen, de halzen 'te za-
men gebonden, de eenden, ganzen en kalkoenen. Guir
landes ter versiering van de gevels dier winkels wor
den weer gevormd door de aaneengeregen kleineré vo
geltjes. De coniiseurs hebben hun winkelkasten weer
volgestapeld met de uitgezochte doozen lekkernijen, waar-
iussehen kerslkousen hangen van gaas, gevuld met sur-
prices en bestemd voor de kinderen. Rozijnen, kren
ten, sucade, pruimen, allerlei soorten „X mas fruit"
liggen in groote bakken bij den kruidenier uitgestald,
opdat de huisvrouwen toch vooral kunnen zien, waar
ze de beste ingrediënten voor de plumpudding 'tt goed
koopst kunnen krijgen. Plumpudding, zeg1 ik, puddingen
bedoel ik. Een oneindig aantal maakt de Engelscjie
huismoeder klaar, weken van te voren is ze er al mee
In de weer. Ze weet er een middel op, om ze bedérf-
vrij te maken, wel noodig, want 't scheelt niet Veel
of 't heele jaar door eet de Engelschman er van. Na
tuurlijk niet alle dagen, maar zoo hu en dan eens.
..Niet versch zal 't op 't laatst wezen'", zegt u'? Ach.
op 't gebied van versche cake, puddingen en brood is
de Engelschman niet verwend. De vrouw des huizes
houdt er gewoonlijk één bakdag per week op na waar
op ze alle puddingen en gebak voor de komende zeven
dagen klaar maakt. Van de genoemde plumpuddingen
nu brengt Kerstmis er de mooiste en grootste op ta-
feL gevuld met brandende rum. Tot verhooging der
feestvreugde worden nu fijne manden, met allerlei soor
ten wijnen en spiritualiën, aangeboden door heeren
slijters „tegen eoncurreerende prijzen."
Stel u voor, dat ge van Holland naar Engeland komt
reizen, en onderweg, op de boot, vergeet welke maand
#t is - maar nu, laat ik u niet beleedigen met een
dergelijke veronderstelling omtrent uw geheugen te ma
ken. (dat zou een slecht begin zijn voor 't komende Vre
desfeest. Ik reis dus haar Engeland en ben totaal
vergelen welke van de herfst- oT wintermaanden (we
aan 'l doorleven zijn. Och', wat wordt dat arme geheugen
van mij tdoaiig opgefrisoht, zood'ra ik de eerste de beste
winkelstraat ecas doorgemarcheerd heb. „Drommels",
denk ik, „dat km ik, 'dat heb ik moer gezien, daL (is
eten en diiuken en vroolijk zijn: Kerstmis slaat voor
de déur."
't Is of ido Londeinaar 't heele jaar op water en brood
gezeten heeft en zich nu eens te goed mag 'doen. Van eén
plechtige Kerststemming kan ik hier- niet veel vinden.
„A Morry Chrisimos", zeggen de duizenden verscheiden
heden. van Kerstkaarten, prachtig mooie, gewone en lce-
lijke, die in alle boekwinkels in groote hoeveelheden
uitgestald! liggen. Merry, vroolijk, vooral Avoolijk en jo
lig. Tot die vroiolijkheid moeten zeker ook meewerken
de „crackers", die kruideniers, koekbakkers, drogisten,
ja, wie al niet, nu verkoopen. Je 'ziet ze in Holland'
In 't klein aan feestmaaltijden. Dan 'zijn 't gewoonlijk'
lekkernijen in goud of zilverpapier gerold'. Je trekt met je
buurman aan weerskanten van 't omhulsel en met een
knal springt zoo'n pistacke uit elkaar en rolt de inhoud
er uit. Crackers zijn groote pistaches, twintig, der
tig keer zoo groot, 't Inwendige is dikwijls op artistieke
wijze verpakt, meest in vloeipapier. Men kan ver
wachten dat crackers uit doozen die 12 stuks bevatten
en voor den prijs van zes, acht, soms twaalf gulden
verkocht worden, werkelijk mooi versierd "bchooren te
zijn. Gelukkig kun je ze ook voor heel wat minder'
krijgen. Natuurlijk 5s datgöne, wat men er in vindt, ook
naar verhouding Aan den prijs. Soms zijn 't sieraden,
Feuilleton,
2.
Dm verschillende redenen stond ik bïj den kon,ing
zeer goe<* aangeschreven; vooreerst; omdat ik geen
penning uit zijn kas trok en dan om mijne ma,nierenj
die ilc durf het zondier ijdelheid te zeggen, veel
beschaafder waren,, dan in dien tijd in Engeland'
itme gewoonte was.
De Fransche hoofdstad' was het middelpunt, va®
- ei aIlc beschaving en ik had mij tot plicht gest,eld elk
jaar daar eenige weken door te brengen. Dapraatp
ha® ik ook mijn plaatsing aan het hof te danken.
Wel hield de koning veel van, mijn broeder den
baronet, maar deze kon, het mij nooit vergeven, dat
ehu niijn vader mij een zoo goed inkomen had verzekerd
inplaats van het geheele bedrag den erfenis aan de(n
eerstgeborene te laten en mij van zijde getna,d© ®f-
gjchankelijk te stellen. Ik was klein, van gestalte en
L kon mij in het inpsspel njet met statige mannen
meten. Daarentegen goldJ mij, ik zeg het open e)n
Re© zal mij er niet op beroemen, toch menig zoet
kin; lachje en menige vurige blük eener schoone, en dat
zelfs vap dames naar wier gunptbowijzen menige
J kampioen in het tournooil tevergeefs had gesmacht
>al Brandon's komst in Londen, was mij niet dadelijk
i meegedeeld geworden, Wij: bevonden ons allen op daf
oogenblik juist in Greenwich, terwijl de koning
prt Westminate- met bet parlement aan het twisten was,
un dat vergaderde over het toestaan van een groote
subsidie.
Prinses Mary, de Hevel injgszmster des konings, was
BB- in Windsor op bezoek bij haar zuster Margaretha
van Schotland. Zij was toen, a,chttiem jaar oud en
bezig zich van eei lieflijken knop in een heerlijke
bloem te ontplooien.
In de dagen dat Brandow aan; den koning inWinjcb
ilSH sor werd voorgesteld, vond een tournooi1 plaats, da,t
Hendrik gaf ter eere van een voor zijn finantiën
j gu.;stig parlementsbesluit. Hij had daarbij, een bijzon
aere verrassing.
De koningin, en haar dames waren genoodigd en
ook Mary zou van Windsor komen om later met
den koning naar Greenwich terug te keeren.
Toer alles op do kampplaats verzameld was, reed
dan Japhnsoho waaiers, dikwijls papieren mutsen, van
verschillenden vorm. Dit alles geeft nog meer bruilofl-
aehligs aan olns Engelsche Kerstfeest.
„Hai jö, daor hoi je Sinterklaas", roept de Amsler-
damsche straatjongen tegen zijn collega, als hij".een
stukje van mijter en staf door ide ramen van een melk
inrichting ziet of als een hoofd met een Sinterklaas
man er voor telkehs uitlokkend om een hoekje komt
kijken voor de ramen van een of andere winkelkast..,
„Boys, t herre's Chriistmas", is een kleine variatie op
't thema en, brengt heel wat EngelsChe kinderharten1
sneller aan 't kloppen. Daar stapt „Father Chiïstmas"
heen en weer, lange rood© mantel om, puntmuts op.
alles met witte watten afgezet. Een zware zak draagt
Jiij op den rug, waaruit Teddy-beertjes, poppen, pistool
tjes, enz. enz. komen puilen. Een reclame van oen
manufacturenzaak. Elk' van deze winkels heeft nu een
afdeeling. waar speelgoed verkocht wordt, en ook wordt
een grooler of kleiner deel van de etalage er voor inge-
ruiind. En vader Kerstmis loopt den heelen dag maar j
op 't trottoir voor de vele ramen van den winkel heen
en weer cn kijkt steeds even geïnteresseérd nam- dé
uitstalkasten, afsof hij! veel, o zoo veel zou willen koo-
pen cn maar niet tot een beslissing kan komen, wélke
gewichtige dingen t zijn zullen. In den winkel is dan.;
voor de kleine koopers nog een verrassingeen groote
zak slaat aan den ingang. Hij is gevuld met zaagsel
en daarin zijn ver-borgen pakjes van allerlei grillig©
vormen. En de kleine vingertjes grabbelen diep ia 't
zaagsel en halen er een pak uil, dat o. zoo groot lijkt
jvat zal er in zitten?
Toch. hoe aardig dit alles ook is in de buiten
buurten, om ruime keuze voor zijn inkoopen te heb
ban, moet men de stad in sporen of bussen Soms kan
men tegen Kerstmis "voor alles in één winkel terecht.
Heb ik wel eens iets verteld over die kolossaio zaken:
Harrod's, Whüeleiy's, Selfridge's „Chiistmas-bazaar is I
now open" slaat aangeplakt op hun auto's, die de 1
bestelde goederen rondbrengen. Je moet er nu we
zen! Dringen is 't om er in te komen, maar na een
poosje schuifel je toch door de voordeur en slaat
in de groote met vlaggedoek, hulst en dennegroen ver
sierde zaal. Wat moeten we ook weer hebben Hoe is
't lijstje: zakdoekjes, een zakmes, folografieplaten. een
vaasje, een doos chocolade, een armband, een wollen
kindermutsjewacht, daar aan 't eind lijkt werkelijk
een afdeeling voor kindergoed te zijn. ja. duidelijk
schortjes, jurkjes.... Daar dus eerst op af! En dit doel
voor oogon, schuiven we langzaam voetje voor voetje
door do benauwde atmosfeer, langs de lift, waarvoor
't werkelijk gedrongen is. tussóhen de toonbanken door,
onze aandacht verdeelend tusschen de verschillende uit
stallingen, waar misschien reeds iets van onze gading
1e_ vinden is, en onze portemonnaie, die tegen Kerst
mis altijd! veel neiging voelt van eigenaar te verande-
reu én daar in dieze volte gelegenheid te over voor
vindt.
Daar zijn we er. „Wollen mutsjes, zegt u? 3.die
verdieping." „Maar juffrouw, diit is toch the baby-
deparMnent?" „Hier 't katoenen, derde verdieping 't
wollen goedje,," zegt dezelfde stem van de verte,
dus hoogstwaarschijnlijk aan dezelfde juffrouw toe-
behoorende. Dit is echter niet met zekerheid te 'zeg
gen, daar ze reeds met, anderen, in onderhandeling
over schortjes is. 't Is zelfs onjgewoon vriendelijk,
dat ons dit antwoord nog toegeroepen wordt. Mis
troostig kijken we den kant; uit va,n 't liftgedrang
sukkelen daar weer heen. Links en rechts hoeven w©
niet; meer te kijken, zooveel te heter voor den geld
buidel. Daar staan we dus ook in't kluitje manschen
Angstig veel gaan er met een lift mee. Toch zijn,
er nog steeds ontevredenen, als de liftjongen met
een „full up" 't hek laat dichtklappen, 't Schiet
lapgzaam aan op en na een poosje behoorem, we
werkelijk tot de gelukkige opgeheschenen en bereiken
ook verder zoetjes, zoetjes aan, de gewenschte af
deeling.
En zoo, met een slakkergangetja doe je bood -
schappen en wordt doodop, hongerig en dorstig en
verlangt er naar, iets te kunnen gebruiken. Ten
slotte sta je dan in de aa® deze firma, behooren-
de lunchroom op de vierde verdieping. Maar dan
o teleurstelling! Ge raadt 't ah zegt ge, Natuurlijk
a'le zitplaatsen bezet? Och, wat een rooskleurige voor
stelling! Nu, lezer, alle staanplaatsen bezet. Al
len zittenden, die van 't aardsche getoieten, worden
letterlijk de est ukken uit den mond gekeken door
een kring toekijkers. Geeft een der gelukkigen, toe
vallig den indruk of hij op wil sta®n, al de uijtge-
stooitenem maken een grijpbeweging naar zijn stoel,
dikwijls teleurgesteld doordat de benijde nog niet
verzadigd blijkt. Nu we 't eenmaal zoo ver gebracht
hebben, dat we in de lunchroom zijn, aangeland,
scharen we ons ook maar in de gelederen van de
wachtenden. Geduld, geduld, dat is ons den heelen
dag geleerd en ook hier kunnen we de geleerde
les weer duchtig in praktijk brengen, voor w© ein -
delijk zitten, ons erover verwond erende dat; we piet
flauw gevallen zijn. En terwijl we uitrusten en ons
eenigszins verzadigen, komt de spirit ook weer, zoo
dat we opgewekt oüze pakjes kunnen naaien. Jap
alles is er, hierin zit het postpapier, daarin het
klokje... ja, ja, in orde. Wij op onze beurt storen
ons nu niet aan de ons omringenden en hebben ten
slotte weer kracht genoeg verzameld om in den
druilenden regen opf onzen bus te wachten.
De straten glimmeren, duizenden lichtjes schijnen,
wazig door den motregen. Echt Londensch Bussen,
auto's, glijden langs ons heem Daar komt bus 12.
Dat is de onze! Wenken met de paraplu. De bestuur
der ziet ons niet aan, maar licht even de hand op,
ten teeken.dat hij ons wel gezien heeft en rijdt
door. Vol! Bovenop natte paraplu's, binnenin de uit
verkorenen.
De volgende bus komt, dezelfde vertooning. Onze
voeten plekken in de trottoirmodder, we krijgen,
kramp in onzen rechterarm, doordat we er eenige pak
jes onder knellen en er ook onze paraplu mee op
houden, de vingers vap onze rechterhand! worden on
geveer afgesneden,, doordat de rest van onze bagage
er aan de touwtjes bijbengelt.
De voorbereidingen voor bet Kerstfeest oefenen
wel je geduld, zooals ik al opmerkte. Niet kwaad.
Wat is meer noodig voor 't bereiken van den Kerst
vrede dan geduld? Ten slotte zit je toch ook weer
in den bus en je voelt je dan dubbel vergenoegd.
„Toch goed geslaagd met de inkoopen," knik je
elkaar toe.
Als we eindelijk uitgestapt zijn en den kleinen,
afstand n.aar huis verder wandelen, klinkt 't in plat
Lopdensch„Holly. all berry," door een, onzer lo
gees verleden jaar in, dito H<oHa®dsch vertaald
„Hulst, allemaal bessies."
Wouden van hulst moeten geplunderd zijn, om zoo
veel hulst naar Londen te kunnen, brengen, denk
11c wel eens. Mannen met sileeperskarnetn vol, verkoo
pen dagelijks in a"-. wjjfcen, hun, „Holly, all berry".
"Voor weinig geld versier je je heele huis er mee
en voor eenige pennies koop je eep\ niet onbelang
rijke bos.
Wij wagen er die paar stuiver nog aan en stap
pen opgewekt naar huis. Elk van, onze pakjes is
immers een be'ofte voor een. gelukkig gezicht! Kerst
mis staat voor de deur.
„A Merry Christmas!"
Arrondisseinents Rechtbank
te Alkmaar.
Zitting Aan Dinsdag 23 December 1913.
DAT ZAL NIET HELPEN.
Jaap Warnaar, een slager uit Oosterblokker, stond
allereerst terecht in een verzetzaakje. Hij heeft on
langs een vonnis opgelobptn tot f 25 boete, subsi
diair 10 dagen hechtenis, wegens mishandeling ge
pleegd op Theodoru8 Gielen.
De O. v. J. had zoo'n ongunstagen indruk van
beklaagde, dat Z.E.G. voorstelde inplaats van f 25
nu f 50 boete subsidiajr 10 dagen hechtenis op te
leggen.
HOE LANGER HOE ERGER.
Harmen Wezelman. een arm© visscherman uit De»
Helder, mocht nu terechtstaan. Hij is 59 jaar. Hertt
is den man niet meegeloopen. Hij en zijn, 53-jarige»
echtgenoote Jacoba, Kramer hebben eenig© kinderent
waaronder nog zeer jeugdig© en. na, tegenspoed in»
het bedrijf verlies van een paar viaschersbooten»
waarbij den eenen keer ook' nog menschenlevond
te betreuren waren, terwijl er voor honderden gul-*
dens aan tuigage, enz. verloren ging, werd het hoe
langs zoo meer martelen in de huishouding en ten
slotte werd (20 October) Wezelman's faillissement!
uitgesproken. De curator, Mr. D. Sluis, werd echter
door Wezel man'misleid, want deze verzweeg bij het
Inventariseeren verschillende waarden, meest iaden
vorm van' benoodigdhedeH voor het scheeps- en vis-
schersbedrijf. Dat maakte dat hij thans Avegensbe-
driegelijke bankbreuk terechtstond.
En men had tevens 's mans gevangenhoudirig aan
bevelenswaardig geacht, zoodat hij gedetineerd ïrï het
Huis van Bewaring, kle laatste dagen een onderkomen te
Alkmaar had gehad. De sdheepsspulletjes had hij 'bi|
een zoon ondergebracht. Ook bij een schoonzoon wajl
wat goed in heAvaring "gegeven, terwijl vrouw Wezel-*
man voor klein f 400 dan zekeren Prins heeft ver
kocht i
Mr. Sluis, die er méér \ran wilde weten en te De»
Helder niet voldoende inlichtingen kon machtig wor
den, heeft zich een reisje naar IJ muiden getroost, waar
nog wat oude stoelen, een kast Aan niet al te hoogej
waarde, enz. werden vertoond als tot den boedel be-
hoorende. Maar ide betere spulletjes werden builen schot
gehouden. Hiermede werden natuurlijk de rechten der.
schuldcischers A*erkort en het einde was, dat Wezel
man 2dch niet builen schot kon houden. Zijn actie!
kan ternauwernoodf 1500 halen, terwijl zijn passief
over de f 3000 liep. Nu moge het waar zijn dat I»ekjaag
de altijd varende A\as en zijn vrouw het winkeltje»
dreef 'dit is niettemin met zijn medeAA-eten geschied.'
De O v. J. achtte het een ernstig geval en beklaagde»
had moeten bedenken Avat hij deed en spreker vindt
dat er een zAvare straf moet wezen. Misschien zal do
preventieve hechtenis in mindering Avordcn gebracht5
Z.E.G. eindigt met 12 maanden gevangenisstraf te
caschen.
Mr Moens concludeert tot vrijspraak cn Acrzochl
onmiddellijke in\Tijheidsstelling Aan zijn cliënt. Daar
toe verklaart de rechtbank echter, zonder ia raadka
mer te zijn geweest, geen termen te kunnen vinden.
HET VERVOLG.
Nu is Ihet Jacoba Kramer, vrouw van II. Wczclman,
die -terechtstaat als beschuldigde. Zulks wijl zij. nadai.
op 20 October hel faillissement van haren echtgenoot
Avas uitgesproken, oen bedrag Van f 392 tot hunne go©-
dei-en beltootronde, aan den boedel had onttrokken, door
dat geld opzettelijk buiten het hereik van den curator
te brengen, daar zijl het bij andere personen In bewa
ring gaf. Beklaagde bekende dIL Zijl had het gedaan
met het oog op hare kleine kinderen. Doch hot Avas
iets strafbaars en zij deelde dan nu het lot van hareni
man. Zij had da gelden te Gouda een goed heenkomen
doen vinden.
De O. v. J. meelde opzichte van het feit t©
mogen opmerken, da,t het aan., alle kan/ten, vaststaat.
Ook tegen deze beklaagde luidde da eisck 12 mapjn,-»
den gevangenisstraf-1
Mr. Stap trad als haar verdediger op en hoopte»
in zijn pleidooi dat deze beklaagd© zoo spoedig mo
gelijk aan haaf kleine kindertjes zou worden terug
gegeven.
EEN ONBETROUWBAAR BROODBAKKER.
Jan Mantel1, een, Enkhuizer bakkersknecht," was nu
aan d© beurt. Hij is 22 ja©j- oud, sluik van haax
smal van schouders en dun van portemonnaie. Dat
kwam wel uit, toen hij onlang^ met het rondvent©»
j van, brood voor zijn patroon Jan Brouwer, toen hi|
I een weinigje wisselgeld moest hebben bij een der
klanten, juffrouw Vingerhoed, niet eens van haar
af kon komen. Hij wist bij een ander ©en guldeu
wisselgeld' los te praten, doch heeft dien njet terug
gegeven.
plotseling een vreemde r.iddeb bitojnen, gekleed dn
een gewaad van purper-fluweel. Met een diepe nei
ging overhandigde hij de koningin: een smeekschrift,
waarin bij om de genade verzocht a^n het tournooi
te mogen deelnemen. Zijn, bede werd A'erhoord.
Het waa moeilijk al de wapenfeiten op te tellen,
die op dezen dag geschiedden. De koning was in den
hesten luim ter wereld en| hij zoowel als de vreem
deling droegen den eersten prijs weg.
Hoen de koningin den onbekende zijn gevraagd
verlof gegeven had en hij zijn ros de sporen gaf,
toen verhief zich in de rijen der ATOuwen een luid
bravogeroep en begon men aüerwege met zakdoeken,
te zwaaien, Avant. trots de schitterende verschijning
des konings, trok het schoone gelaat en d© edele
houding van den vreemdeling alter blikken t,ot zich.
Zijn haar Adel in bruine, golvende lokken langs
zijn A'-oorhoofd tot op zijn schouders, zooala toen
vooral in Frankrijk de mode was. Zijn oogen, waren
douker-blauw en zijn gelaatskleur, hoewel bruin
door de zon, toch zoo teer dat een meisje hem daar
om had kunnen benijden. Hij droeg geen baard aoo-
als meestal het geval was en zijn ©del profiel met
den welgevormden neus en, d© scherp gesneden lijnen;
om den mond getuigden, vap, goedheid, maar ook
van moed en. kracht.
Ik stond in de nahij|heidi van de koningin, en, zij
riep mij toe: „Wie is di© flinke vreemdeling, die
zoo echt ridderlijk mijn vejrlof om me© te spelen
kwam vragen,?"
„Ik kan het Uwe Majesteit onmogelijk: zéggen, ook
ik zi© hem zooeven vooij de eerst© maal en hij lijkt
mij een Van, de dapperst© ridders, dien ik1 ooit heb
gezien."
„Zonder twijfel is hij dat," antwoordde) de komih-
gtn, „en wij zouden hem gaarne leeremj kennen. "Wat
zeggen de andere dames daarvan?"
Algemeene instemming volgde er op dit antwoord
ep met de "belofte na het tournooi, alles wat Ik
over hem wist,, te zullen berichten, verwijderde ik
mij.
Ook prinses Mary was nieuwsgierig geworden en I
verzocht mij om allerlei inlichtingen. Toen ik deze
niet kon geven, wendde zij zich tot dien koning en
ik hoorde haar ATagen: „Broer, zeg eens even, wie
is die nieuwe kampgenoot?"
„Dat is een geheim, lief zusje," plaagde deze,
„je zult het evenwel spoedig genoeg uitvinden en
je beslist op hem verlieven- Dat zie ik zeker aan-
komen. Keizers ea koningen hebben tevergeefs om
je gunst gebedeld en als als helper daarbij op-
trad, dan weigerde mijn zusje zooveel te beslister.
De onbekende, die in 's konings gunst zich niet
mag a-erlieugen iu dit opzicht, zou juist een, man
naar jouw hart zijn. Maar wees voorzichtig, hoor!"
„Zou deze vreemdeling je diue njet welkom zijn?"
vroeg Mary met een schelmsch lachje en met schit
terende oogen.
„Beslist niet," antwoordde de koning.
„Dan zal ik dadelijk verliefd op hem worden. Ik
geloof waarachtig, dat ik hem reeds lief heb."
„O, daaraan twijfel ik zelfs geen oogenblik. Had
ik hem voor je bestemd, het kon Apollo zelf zijn
en, nog Lam je hem niet."
„Wiidet ge mij tenminste maar zeggen, tot aa-elken
stand hij behoort?" a-oer Mary op plagenden toon vooit
„Hij heeft geen rang, het is een eenvoudig soldaat,
zonder li'el, niet eens een ridder, tenminste geen En-
gelsche Ik geloof dat hij: tol een SpaanscJie of Duitsche
orde behoort."
„Geen hertog, geein graaf, niet eens een baron of
ridder? Het begint nu werkelijk interessant te worden
„Dat schijnt zoo, maar laat mij nu met vrede."
„Zal hij. vanavond ook aan den dans deelnemen?"
„Neen, beslist niet"
"Met banket ein dans werd! het feest in Westminster
besloten. Den andere®, morgen, lieten tv ij 'ons, lady
Mary incluis, met een boot naar Greenwich overzet
ten. Daags daarop keerde ik "naar Londen terug en
zocht den kanselier Wolsley op omi een boek van
hem Ie loenen. Daar werd "'mij' door den secretaris
van Wolsley dén mooiien vreemdleling voorgesteld, die
niemand anders avos dan Charles Brandow, dc heklf
van het duel in Suffolk. Zijn zacht uiterlijk' deed jn
hem niét zulk een held vermoeden, had niet zijn A'lam-
mend. vurig oog vérradie®, dat hier moed en durf
naast, goedheid heers chte
Wij voelden dodelijk een zekere zSelenA-erAvantschap,
die tecre, onAvcerslaanbare voorbode van ware vriend
schap. Verschillende gemeenschappelijke liefhebberijen,
waaronder do liefde voor boeken en geschriften wel
het sterkste was, maakten ons vlug tot Aiicndcn. Ook
BrandoAv was tot lord Wolsley gekomen om uit zijn
rijke bibliotheek eenige boeken te halen en die médé
naar Greemvioh te nemen.
Daar aangekomen, zochten wij BrandoAv's oom, den
stalmeester op, die zijn neef uitnoodigde bij hem zijn
intrek te hemen. Deze evenwel gaf er d- -ook ur
aan, mijn gast te zijn.
Den A'olgenden morgen werd' Brandow benoem J tot
hoofd van de koninklijke garde en zou dus recht
streeks zijn beA'elen ontvangen, van zijn koninklij
ken meester -en In het slot wonen. Het liet zich zoo
inrichten, dat hij mijn buurman werd. Onze
slaapkamers hadden haar uitgang: in een derde ka
mer, die wij als gemeenschappelijke c-ntvang- en
wapenkamer inrichtten.
Hier brachten wij onze vrije ureffj door onder ge
zellig gebabbel, elkaar de mooiste gedeelten uit on
ze boeken voorlezend. Wij bespraken alles wat
onze harten bewoog. Wij deelden elkaar, zooals goed©
ATienden dat dóén, onze geheimen mee. Brandow, di©
sedert zijn jongelingsdageu in het veld' had gefitaajn.
bezat toch nog het hart en den frisschenf levensmoed
van een knaap, die met het net de vlinders najaagt.
Wat-zou vriendschap beteekenen, als wij als vrien
den elkaar niet vol a-ertrouAven tegemoet zouden tre
den ©n elkaar deelgenoot maken van alle onze Avcugde
en smart? Een in vreugd© overstroomend hart heeft
nog in veel hcogere maite den wensch en de behoef.,
te zich aan een meevoelende ziel toe te vertrouAven.
Zoo deelde Brandow mij al zijn hopen en verlan
gen mee, zijn verlangen! om zooveel geld te verd ie-
nen om daarmee zijn vaderlijk erfgoed vTij van
schulden te koopen. Hij had het bare geld der er
fenis aan zijn, jongere zusters overgelaten, want om
te deel en scheen het; hem te weinig. Deze zaak wil
de hij nog regelen om dan de zee over te trekkeen
naar Amerika. De avonturen van den groote® Colum-
bus en vele anderen die hij had gelezen., hadden hem
de toekomst in de schoonste kleuren voor ooge®
geschilderd.
Het geluk schee® hem tegen te lachen,, maar ro
zen hebben doornen.
HOOFDSTUK 3.
In dezen tijd ontwikkelde prinses Mary zich td
een schoonheid eerste klasse.; Haar huid was zacht
als zijde, een rose sneeuw, doorgloeid door vurig
bloed. Haar haax was helder bruin, bijna goud en.
zacht als zijde. Zij was van middelbar© grootteen
haar vormen zóo, dat een "Venus ze haar had kun
nen benijden. Haar voeten en handen ware® sierlijk
en schenen alleen tot dat doel te zij® geschapen om
het mannelijk geslacht te betoovcTen, dat zonder
uitzondering steeds in aanbidding voor haar lag
neergeknield. Maai' het aantrekkelijkst aan haar wa
ren haar schitterende vurige oogen, die met steeds
wisselenden gloed onder de laDge zijden wimpera
lichtten. Haar zachte en toch volle stem had een di©-
pen, xvlelenden klank, die haar iets heerschzuchtigs
gaf, als zij, wat nog al een© gebeurde in toom ge
raakte, Door vleien kon de prinses allee bereiken et®
zij was zich \-an deze macht volkomen, bewust.
Smecken kwam bi de tweed© plaats, wa®t met de»
1