Graoen ui! Lii- en Mm. Schetsen uit de Rechtzaal. Zaterdag 28 Febr. 1914. 57e Jaargang. No. 5336*. DERDE BLAD. INLEG V/UiaSUn'GN» GRASLAND. II. In ong vorig artikel gaven, wij, aan Int beginsel, volgens 'twelk de keuze dier uit te zaaien, soorten, va,» grassen en klavers voor blijvend grasland moet ge schieden, ten,einde zoo spoedig mogelijk een di<chte, goed aaneengesloten graszode te verkrijgen. •Ook op den oMwikkeliingstijd der planten uit het zaad mengsel dient gelet, te worden., omdat het nieuwe grasland gedurende zoo groot mogelijk gedeelte van. liet weddeseazoen voldoende voedsel voor het grazen de vee moet leveren. Die ontwikkelingstij d moet daarom voor die afzonderlijke grassen n.ogal sterk uit elkaar loopen,. Enkele moeten vooral in het voorjaar, andere in het najaar, weer andere meer gedurende de) eigenlijken, zomer hun hoofdmassa aan groene ^rui ten produceeren. Bij nader onderzoek blijkt, dö,t de grasseu inder daad ten opzichte van ddit punt nogal ver scha Hen. De beste weidegrassen als Engelsch raajgras, ruw- beemdgras, veldbeemdgras' en| heemdlangbloem ontwik kelen zich njiet zoo bijzonder vroeg, maar groeien 'tot Iaat in den. herfst door. 't Zelfde kan gezegd worden van de klaver? en van Fransch raaigras. Hierbij moet echter opgemerkt worden dat de roode klaver zich iets vroeger ontwikkelt en dat Fransch rnatgras we gens zijn stengeiige, rietachtige groeiwijze in goed weiland meestal niet op haar plaats is Bepaald vroeg in haar1 ontwikkeling zijn leukgras, rood zwenkgras, vossestaart, kropaar en Italiaansch raaigras. Enkele van deze groep, diej overigens door haar groeiwijze in blijvend grasland passer., mogen daarom niet in het zaadmengsel ontbreken en zijn bestemd om oor al in het voorjaar hef eerste voed sel te leveren. Kropaar is voor weiden niet ge schikt. rood zwenkgras misschien, alleen op de lichte, drogere gronden. Over vossestaart en reukgras wordt zeer verschillend gedacht, Terwijl gewoonlijk vossestaart op de goede gron den in het zaadmengsel voor blijven'1 grasland wordt opgenomen, meent de heer 'Rauwerda, dat dit srap hiervoor echter niet in aanmerking behoort te komen. De aanwezigheid wordt verklaard door het versprei den van zaad uit Ladingen ingevoerd hooi. Wat het reukgras betreft, kan veilig geconsta - teerd worden, dat de practijk de waarde ervan in het wet- en, hooiland zeer sterk overschat. De aan gename geur van gras in, gedroogden toestand, verraadt onmiddellijk die aanwezigheid van, reukgras in hooi. Wel mag verondersteld worden, dat een ma tig gehajte «an reukgras door de aromatische reuk de smakelijkheid van het hooi bevordert, maar waar dit gras sterker, gaaf, optreden en dat geschiedt vrij ge makkelijk wegens de vroege, ontwikkeling, daar is het zeer waarschijnlijk, dat de smaak er ondier lijdt. Uit een aaingename reuk te) besluiten tot een lekke ren smaak van, hooi te natuurlijk onjuist. Bovendien, is het cumarine, waaraan reukgras haar W ont leent, in werkelijkheid zeer bitter van smaak. Het reufcgrae a's bovendien een. gras met gen zeer matige productie. Tegenover dit alles staaf echter in de; eerste pla,ajts het leid, dat het reukgras zich bijzonder vroeg ont wikkelt, terwijl dei waarneming leert, dat het in alle goede grasland1®11 Steeds» voorkomt. Ken bescheiden plOOts in het grasmeaigsel mag' dan ook aan het reukgras wel worden, ingeruimd', temeer nu uit die proeven in Friesland bleek,I dhf het tegen verwachting niet „van zelf' in het nieuwe grasland verseh ljnt. Van de grassen, die haar hoofdprodnu tie aan. groene spruiten juist in den nazomer leveren, noemen, we Tiinothee, Fiorrn- of struiSgi'as en Kamgras. Het laatste treedt vooral in den nazomer zeer sterk in de weiden op onze goede gronden) op. Ieder keilt wel de „schapentijlen", welke in den zomer deze weiden zoo'n kenmerkend, uiterlijk geven. Dit zijn de dorre bloemstengels, van het Kamgras.. zoodat ieder duidelijk kan waarnemen, welk een belangrijke plaats in het plantei.bestandi door dfit gras bezet wordt. Wanneer 'mén nu een mengsel, hoofdzakelijk be staande uit grassen, ging1; uitzaaien, een mengsel, waar bij voldoende rekening) is gehoudien met een oordeel kundige verhouding tusschen bossen- en zodievormen- de en tusschen vroege, raiddelvroege en late gras sen, dsn zou hei; zeer dte vraag zijn, of men dan, wer kelijk het doel geheel zou bereiken. Immers men kam die gewenschto verhoudingen in het z&ad wel aanbrengen, maar of ze bij de ontwik keling van het nieuwe land, ook blijven, bestaan is zeer twijfelachtig en, wel hierdoor, w ijl op goed'ver zorgden grond de bossenyormers zich veel krachtiger Feuilleton, zullen gaan, ontwikkelen dan die zode vormende gras sen en deze laatste terugdringen. De heer Rauwerda, beveelt daartegen een, eenvoudig middel aan en wel door den uitzaai van een, zeer krachtig zodevormend gewas, dat gedurende hef eerste jaar de bossenvor- mende grassen wat in toom houdt. Als zoodanig be veelt hij de witte klaver aan. Deze vormt reeds het eerste jaar lange krachtige uitloopers. Waaneer men nu maar een flinke hoeveelheid wit klaverzaad mee uitzaait zal deze de zodevormende grassen in haar strijd tegen de andere om een, plaatsje in het nieuwe grasland ondersteunen en de gewenschte ver houding bewaren. Daarnaast heeft; men het voordeel, dat de witte klaver reedis het eerste jaar een be langrijke weide geeft, eon voprdeel waf natuurlijk niet gering te schatten is. Scherp afweiden van het nieuw aangelegde gras land blijft zeer gewenscht. Is ddt op zichzelf aj een goed. middel tot tempering van, den groei dei bos- senvorniers, daarnaast; wordft aan, de jonge uvtloo- pers der zodevormende grassen de. gelegenheid ge opend op tal van plaatsen, w-aar door hef scherpe wei den, licht en lucht kunjnen toetreden, die eerste spruit jes boven den grond1 fe brengen. Uit een en ander volgt, diat een gelijkmatige ont wikkeling alleen don kan ges^ipden, wanneer liet nieuwe land in enkele: dagen flink kaa.lj geweid wordt, Mochten er bossen zijn, blijven staan, wat meestal wel het geval zal wiezeoi, dlan zijn die misschien niet een flink getal schapen, nog weg te krijgen, of men korte dergelijke plekken met de zeis in. Dat het verwijderen dic,r hoogero bossen noodzakelijk is, volgt, uit, het bovenstaande vapips^lf- Immers op die plaat sen zullen zich .de boasejavormers ten koste van de andere grassen ontwikkelen. Zijn de laatste eenmaal verstikt, don is op die plaats liet ontstaan van een ideale zode zoo niet geheel uitgesloten, dan toch ernstig in gevaar gebracht. De vraag zal bij enkele; onzer Lezers al wel gere zen zijn, of ook geen roode klaver moet worden uitgezaaid. In de mengsels,! diie handelaars aanbieden, wordt gewoonlijk 10% en meer van de hoeveelheid' zaad ingenomen door overblijvende roode klaver (Cov grasj, soms voor een gedeelte vervangen door Zweedsche Basterd klaver of Hopperups. Een weinig Oowgras naast de bossenvonnendö gras sen, waarmede het ten opzichte van de zodevormïng ongeveer op éen lijn kan gesteld worden, is wel ge- wenscht, maar omdat de roode klaver minder ge- schik* is om te weiidien, doch meer om te maaien, papt ze niet bij het systeem om het; nieuw ingezaai de land in het eerste jaar scherp te weiden. Gaarne woidt toegegeven, dat we hier in conflict zijn met de gewone uitvoering van het zaaien van het mengsel van gras- en klaverzaden onder dekvruchten. maar we zuilen in het slot rep. deze artikelen over den aanleg van blijvend grasland betoogen, dat dit. niet het geval is, indien, men. minder de opbrengst van het lapd in het jaar van uitzaai in het oog houdt, maar de maatregelen meer laaf aanpassen bij het grootere belang van goed blijvend grasland voor een gehee'e volgende reeks van jaren. Brandow droeg zijn Igroopen; veldman tel en, had de h prinses een dergelijk kleedftngstuk bezorgd, wat haaf zeer te stade kwam. De wind;, die een "triest klaag- i lied had aangeheven, zweepte heiden de regen, in Hij het gelapt en wanneer zoo nu en dan, die' mantel vap Jij Mary's knieën werd, weggeblazen, raakte door de zijden stof heen, menige droppell haar teero huid. die Spoedig drong het water haar door do Laarzen en ©i toen win,d en regen iib Olie kracht op haar imfstorm- Bti den, toen voelde zij zich recht onaangenaam. Af en 1 toe spatte de modder haar in het gelaat of strui- 1 kolde haar paard, en de onverwachte schok deed. haar enj bijna over den nek van het dier heenscteuiven. Dat was tenslotte te veel voor de zenuwen van die prinses. Het nooit gekende gevoel van vrees overviel haar en allerlei schrikbeelden stegen voor haai' op. Zij haddesn weliswaar twee flahke. krachtige mannen !.J Wj zich en allen waren gewapend, maar wat moest jeIi er gebeuren, als zij eens werden aangevallen door 11! een troep, die sterker wop don zij-? Deze gevaarlijke ha) weg was berucht om de verschillende moorden en crJ rooverijen, d5e hier begaan waren. Er heerschte drie zwarte duisternis, daa op eEke vrouw een schrikaap- i jagen den invloed zou hebben gehad- Op dien grond en schemerden de waterplassen, doe er uitzagen als de bleeke gezichten van dcoden, die rich oprichten uit j, hun graf. Mary had volkomen vertrouwen in Brandow niaar dit juist werWa verslappend. op haar, want zij gevoelde zkh nu niet gedrongen om zelf diap- per en flink to blijven. Is het bovendien te verwonderen, dat Mary de moed 1d de schoenen zonk? Zij hield het dapper ge noeg uit en een handdruk van Brapdow in de duis ternis gegeven, troostte haar weer. ZSj had geen en kele seconde zelfs de gedachte om om te keenen en daaruit bleek voldoende dë karaktersterkte van dit meisje. Zoo ging hei, verder, somtijds galop peerend, dan weer in draf en als het noodig was in stap. Een maal meenden zij het geluid van paardenhoeven, ach ter zich te hoor en, en. red©11 te1 200 BQel zij kond®11» DE „KLEM'. ..loon hij stond in de groote vestibule., waar hel daglicht door ko-ejx'l van gekleumd glas binnenstroom de. on de huisknecht, in z'n ro.od-gest reept ochtendjas je. hem stond aan te kijken mot wantrouwend-nijdigen Mik... Hij wist den ^Teemden meneer niet thuis te brengen.... Veel bijzonders was "t niet, dat had ge routineerde knecht natuurlijk dadelijk bespeurd. En toch. lot inct type falsomlijken-bedciaar kon hij hem even miin rekenen ..Wal wieaischt u?" vroeg An-lrics zijn zware gestalte slellend voor de (och/deur.. Je kon niet weten, tegen woordig... Maar l viel mee De vreehide meneer gTim- laehte, nam even z'n hoed af; vroeg of juffrouw Van Hen ven bier ook in betrekking wals. ..Juffrouw Van Beu ven../' De knecht dacht even na. „Wacht, k zaïl eens even...' En hij' liel. bezoeker ntioon. na snel gespied' te hebben, of er ook bijgeval, in de vestibule. Jc kon tegenwoordig niet le voorzichtig wezen... En liij was heel gauw terug. ..Jawel" zcid de knecht,' „die is liier huishoudster... Ik leende haar naam nog eigenlijk nief precies. Ze noemen haar hier juffrouw Anna. ..Precies!" zei de meneer „en, zou ik juffrouw Anna ■even kunnen spreken?" .Vndrtes monsterde hem nog eens. Iemand van ■ecu dikke dertig jaar leek "t... Vrij,' ordentelijk geklc-ed. Met een ketting van valsch-goud op 't vest'. \ndrie.s was eau kennerAls u zoo goed zou willen zijn le zeggen, dat meneer Van Doom. uit Amsterdam, er is. II; Ix-ii een heel-intienic vriend van de farni'i:-. De juf frouw kout mij zeer goed... En "I zal haar zeker veel plezier doen te hooren dal ik er ben...' „Tja" zei Andries, zich achter het oo rkrauwend, „dat is een lastig geval. Dc barones houdt ei- niet van als hier aan dc deur geloop is voor 't personeel... Mevrouw zegt dal wij dal maar in 'onzen vrijen tijd moeten regelen... Behoudens, natuurlijk, bijzondere ge vallen... Zeer bijzondere gevallen...' „Ik heb juffrouw Anna een zeer belangrijke tijding te melden. Een familie-aangelegenheid.. Iels werkelijk zcer-pressaots..." Toch vond Andiies leek dc man wel fat soenlijk.... „Weet-je wal?" zsei de knecht. ,.ik wil doen wal 'k kan. Maai- mijn vingers brand ik liever niet.., Ik zul 'l even gaart vragen aan juffrouw Betsy, de kamenier... Weet-je zei hij. een oogje knippend, „als die er niks tegen lieeft, dan ben ik gedekt/ .".De meneer wachtte weer in vestibule. Hij keek naar dc gekleurde glazen in de koepel. En piekerde zoo bij zichzelf: Dat is een fijne betrekking... Een Iteél- fijne zelfs. Dat is van jp echten Hcuigsdien rijkdom... Als Annie zich hier pienter weet te houden... Als ze verstandig is.... Daat* kwam Asidries. Mol één vinger wenkend... Gauw .dan maar. 't Was goed.... Bij kon wel even hoven kbmon. In hel kleine .spreekkamertje op de dcrtlo Acxdieping. Dat werd toch. haast nooit gebruikt. Daar kern-ie rustig praten. Juffrouw Anna was" al gewaar-* .schuwd. En de mcneci- vindend1 dal hjj Ancrries 1c v. icaid inoest houden gaf hem een hand. joviaal cn 'fideel... „Mercihoor! WéJ. bedankt „(Vem dank,.. We motto elkaar heipen., hé. Ga hier non maar binnen... Ze zal wel direct komen!' Bezoeker en knecht waren volkomen gpfratemiseerd. I>e meneea- waehlte vrij lang... Werd al ongerust, dat ze niet kennen zou... Een uitvlucht verzinnen... Maar hij vergiste zich.... Daar wis ze.... I Doodsbleek was zij. En zij keek hem aan met groote, verschrikte, ontdane angstoogen.. Door den. sèhrik licen Jichtte iets ais woede... Zij bleef staan, midden in hot spreekkamertje. En hij. 'de meneer .zat. Haar aankijkend met kalm- vertrouwelijk glimlachje. „Dag. An" zei dë meneer, „ik kom ©ons i.iffeljcs kijken hoe 't met je gaat. Wij hebben elkaar in geen eeuwen gezien. Toevallig höordë ik jc tegenwoordig adres... „Van wien'?" vroeg ze gejaagd. ,.waar hebben ze je dat gezegd?" „Tja!' zei hij. nog heviger glimlachend, „zoo vraagt men nou 'den boer z'n kunst af... Dat 's voorlbopig ïnijn geheim. Maar ik heb goed nieuws voor je, An, Heel best nieuws". Zij zag hem aan met diepe verachting en ijskoude onversehüiigheïdEen minachtend lachje speelde om haar lippen. Hij strekte de becnen uit. Boog 't hoofd achterover... Tuurde naar het plafond van spreekka mertje. „Ik heb goede vooruitzichten. En als 't zoo blijft.Ik vertel er je nog wel dë bijzonderheden van... Nou... Nou... Dan kunnen we misschien over een half igar.Misschien nog eerder... trouwen!' „Willem!" riep zij uit „je liegt 't opnieuw! Je hebt er weer een bedoeling mee. Ik voel 't Ik kan het niet gelooven./ Hij stek haar de rechterhand toe. En zag luiar strak in de oogen... En 'I was of zij nog eens onder do sug gestie van den man, in wien zij blindelings vertrouwd had.... Ze gaf hem haar hand. En zij Jiet 't toe dat hij d'r hoofd bij het zijne bracht. Dat hij haar kuste, twee, drie malen. Haar over de haren streek... Haar influislerde zachte woordjes van dat hij toch enkel en alleen van haar hield... Ze fluisterde hem iets in 'l oor. Hij knikte... Juffrouw Anna ging haastig weg. Vloog naar d'r kamertje.... Zocht in haar koffertje. Kwam terug bij den meneer.Ze had groote haast, want in de gang had ze Belsy. de kamenier, ont moet. en die fluisterde haar in dat ,.dc visite niet te lang moest duren".... Zij kwam terug in spreekkamertje. En haalde, uit een enveloppe, 'n .portretje... Leunde op z'n schouder. Ilield hem 't portretje voor oogen... En hij keek naar het jongske met de groote, mooie oogen en den schat van blonde krullen... Naar den heerlijken boy van anderhalf jaar... Met z'n mollige knietjes en z'n don zige knuistjes... „Is 't niet een schat?" fluisterde Anna „is 'l niet ecti engeltje uit den hemel'?.../' En zij' leunde schreiend tcgën zui schouder,"Tóch nóg" gëlóovend', verbouwend... „Als ik dood moest gaan Willem" ..zei zp, „zou 't me heusch niet zoo erg veel kunnen schelen. Maar hij. het kind, moet een vader hebben...' En zij greep hel hoofd van den meneer tusschen haar handen, en kuste hem nu onstuimig. En 't waren zeer-reiue kussen. Want wat er, in haar arm hart, eenmaal van liefde voor clen meneer geweest was, daarvan bestond niets meer... Het was de moeder, die haar kind wilde beschermen. Hij beloofde, be zweer. Misschien binnen drie maanden.. Toen stond hij op '1 punt om heen tc gaan. Zeker, hij begreep, ze moest die kamenier vooral niet boos maken. Maar. Maar... En hij vertelde, héél zachtjes pralend... Druk-ge- sticuleerend... Haar cijfers voorhoudend... En juffrouw Anna woelde met dc onrustige vingers door dë haren, dal ze straks zouden vragen, wat er in vredesnaam was voorgevallen... Of zij soms gevochten had met dien oom, of dien neef.... Zij ging weer naar boven. Juffrouw Betsy stond dicht bij dv deur van spreekkamertje. Anna duizelde van schrik... Dat zij iets kon opgevangen hebben... „Je oogen zien vuurrood" zei Betsy. ,,m vredesnaam, kind. wat is er gebeurd?" En zij loog iets voor. Een tante, van wie ze zoo veel hield, was zoo erg ziek... En er moest geld wezen ii Schrikkelijk geval... Zij holde weer van haar ka mertje naaiden meneer... Stopte hem een pakje Ln de hand... Liep toen weg, het uiterste van zelfbedwang inspannend om zich goed te houden. Want de angst, dal hij haar wéér. nóg eens was komen bedriegen, steeg in haar op.... En rij onderdrukte het wantrouwen .Met alle kracht... Maar mlusschen had juffrouw BeGy mevrouw van het geval verteld... En dc vreemde nn - neeT ging. in z'n eentje, de gingen door. door de ws:i- bule... IHij keek weer naar dc inook- gekJeiirda zen in het koepeldak... Maakte zc!f dc forsch-breeri straatdeur open. Sloot die zeer-zachtjes, met bescliekhn behoedzaamheid. En stapte nu over dc deftig-arisl.ocratischc, ILuvl- schö' laan. Met een senoegciijk tevreden glimlach; - om z'n lippen... Dat zaakje marcheerde En zp i no£ veel bèta- gaan mareheeren. .Bevend stond zij achter het tafeltje, waar mevrouw dc barones dien ochtend zat, bezig met haar comspoji den tic. Terwijl mevrouw zich had omgewend van h t fraaie eylki<ler-bureautje, dat in een hoek win t bh - doir stond, beladen met allerlei paperassen... „Betsy heeft me verteld van dat nare geval' zei <i barones „en ik zou 't maar eigenlijk hel beste vindij;, dal er in Amsterdam... Daar woont jv familie unmci-, is 't niet?... Zie-je ,dat cr in Amsterdam menschcn wei den gezocht... Er zijn toch wel vereenigbigen, en zoo.. De barones was bekend als een goedhartige vrour-. maar ze had „haar buienEn het tragiscflvfc gen.1 iran die verarnide familie... yan die ooimMnutie vim narigheden... Ontslag door aolileruitgang van zikm. ziekte, een ongeval, nog meer... Met dat tragische re laan had) men mevrouw n,u juist 'astig gevallen terwijl zij 't razemd di-uk hsifi Onbegrijpelijk druk met al dat correspondeeren, voor de t'aney-faii-.En ai wat daaraan regt-zatDo 2 de seere^artsse van het comité was riok gewordiecr. Kon geen letter op papier zetten... In éen, woord b;A schuwe?ijk. En dae Anna, hadi mevrouw hovend Ier. nooit echt-sympathiek gevonden,... De kamenier lmd haar volle vertrouwen. Maar dat nieuwe huishoud stertje bevie1 mevrouw van 't begin, af niet zoo bij zonder. Waarom wist ze zelve niet... Er was nog meer. In zulke gevallen, waarbij steun werd gevraagd voor onbekenden, had de barones tot vast principe eerst deugdelijk laten onderzoekenEn nu had' zij 't zoo razend druk... Vandaag alleen nog minstens vijf brieven to beantwoordjan.En vanmiddag verga dering... Zij keek juffrouw Anna eens aan. En merkt het diep-bedrcefde, het verslagene, wanhopige op haai' gelaat... De barones had een, scherpen-blik. Ook die haar njec vleiden, moesten dat erkennen. En sü? gevoelde, dat aie schrikkelijke smart, niet ajleen kor, worden opgewekt door de misère van, die ooms ert tantes... Even weifelde mevrouw. Toen wendde zij zich, met energ'eke beweging om. Zocht ln een teadje van haar schrijftafel. Haalde een bankje van veertig voor clen dag. Reikte het Anna overZei snel. haastig, met half afgewend hoofd, dat men nu maar zien, moest, hoever daarmee te komen... Zij kon rida heusch met het geval niet verder inlaten... Wuif de- met de hand, ten teeken dat zij nu geen seconde tijd meer had... Zoodat juffrouw Anna het papiertje in de hand, stil en geruischloos uit het houdoÉr sloop In het kleine salon zaten, een week of zee later. de baron en zijn gade te spreken met den defeicnt en ietwat verlegen, op een punt van stoel zittencen rechercheur van politie. De baron, jo viale figuur met gezellig buikje en vroolijk onbezorg de, sceptischen kijk op menschen en dingen, lachte. het vleezige hoofd sehud)dep.d.., ietwat medelij dend tegen zijn vrouw. „Maar, Eugerie, kindlief," zei hij, ik heb je todi gewaarschuwd indertijd toen J© mij over cjpt mensds sprak... Dat waren tastbare leugen^... Bedriegelijke praatjes!!..." „En u zegt," hernam de baron, zich weer tot den recherdheur wendend, dile gekomen: waa om nadeie bijzonderheden te noteeren betreffen de dat biljet vian honderd gulden,, dood juffrouw An na uit. mevrouw d"r cassette gestolen... „en u zegt, dat het geld noodig was' om een of ander sanjeur... Een vrijer van die juffrouw, zullen we maar zeggen... Om dien man een lui leventje te laten leiden,?..."' Rechercheur beek naar do barones... "t W.%sJ hier zoo heel-dteftig en statig... Eigenlijk durfde hij niet goed zeggen... Hij wenkte den baron. En die kwam' bij hem... Toen fluisterde rechercheur men,een iets in het 'oor.. „Ah zoo! Ja juist, natuurlijk..." En op zijn beurt zoo achter de blanke hand - zei méneer, 2&chtjes ©n discreet, iets tegen zijn*; gade... Waarop stilte heerschte in het mooie, kleine salon. „En zulk soort schepsels kan men in zijn huis krijgen... Nog wel op betrouwbare recommandatie!" z3i mevrouw. Rechercheur knikte. Maakte z'n noti- j tïe-boekje dicht... Hij had nog wel iets kunnen, égx 1 willen verteilen, over de dievegge... En hoe. en, waar om, en waardoor, zij gefolterd, gemarteld was... we ken. weken, achtereen... Met welk midcLel... En ter- wille van wien zij had gestolen, tenslotteMaar rechercheur was nog jong. De deftige weelde van salonnetje drukte hem... Hij durfde niet. En knibee instemmend toer. de baron, tenslotte opmerkte, hoe 't maar gelukkig was. als ..zulke individuen altham? I eaa poosje onschadelijk zijn geworden. „Zegt u dat wel. baron,'" zet rechercheurtje. Br, üaep-nederig buigend vertrok hij uit de woning der bestolenen h MAITRE COREAJJ. tot zij eindelijk stilhielden om te luisteren en zij zich konden overtuigen dat zij. zich vergist haddcfn. Tegen elf uur hoorden zü duidelijk ruiters udt te genovergestelde richting aankomen. In het volgende oogen blik verstomde dat gedruteeh en de intredende stilte was nog erger. Een lulde roepp bracht, allen tot stilstaan en van beide kanten, klonk liet tege lijk: ,„Wie daar"" Waarop direct het antwoordvojlg- de' „goed vriend" en ieder weer zijn weg voort zette, blij de enderen kwijt te zijn, Mary's haj*tsIoég zoo onstuimig dat zij dacht, dat het bersten zou. Tegen middernacht kwamen zij hij een koffiehuis aan, waar de paarden zouden wordle-n; gewisseld. Het was een vuil gebouwttje met een stroedak. Waren) er reine herbergen in Engeland genoeg, deze was be paald een hee; eindje van den hoofdweg geplaatst, om haar vuilheid- niet; zoo te toonen en de heer - ach en de vuilheid daar was niet eenj van Mary's klein ste beproevingen in dien, harden nachlt. Seden dien middag had zij niets gebruikt en zij; voelde nu een scherpen honger. Behalve haar jeugd en; gezondheid hadden de lange rijt en het lange vasten dien hon- gpr nog ondragelijker dóen, wordep- De honger dreef haar tegenzin «P de vlucht en zij aft in de vuile her berg met een nooit giekenden appetijt. Eep ingespannen, 'uit ren vijf uur bracht het gezel schap naar Bajth. dat zij juist pa#sseerdier> toen de eerste stralen ren de zon de doken en kerktprclns rergulddiem Later bereikten zij Bristol. Juist werd daar de poort geopend er. het kleine gezelschap reednaar de herberg, waar Brandów de koffers had' gelaten. De twee mannen waren spoedig betaald en het be stelde ontbijt opgediend. Don brak men, op om, naar de haven te gaan. Vier sjouwerluai droegen de kis ten. Een boot bracht hen aanhoord van die Royal I Hind en het scheen alsof het koene plan, dat in; a.1 zijn zwarigheden onuitvoerbaar scheen, een goeden uitslag zou hebben. Het was. geloof ik. Mary nog nooit in den zin gekomen, om aan den goeden uitslag te twijfelen; en nu was zij dan ook buitengewoon gélukkig. Dit is niet te verwonderen, want zij liet niemand achter, be halve Jane en misschien mij, van wie zij hield. Va der of moeder had zij niet, alleen een zuster die zij nauweljjas kende en een broer die haar zoo had behandeld, dat zich haar hart tegen hem keerde. Zij ondernam de vlucht gemeenschappelijk met den man, dien zij boven alles ter wereld. Hef had en ontvluchtte een huwelijk dat voor haar erger was dian de dood. Bij Brandow evenwel was de wensch steeds groo- ter geweest dan de hoop. De vele hinderpalen die te overwinnen waren hadden, in hem een gevoel doen ontstaan dat hier mislukken zekerder was dan sla gen en dat gevoel had hem nu aan boord zelfs niet verlaten. De moed vos hem bijna in de schoenkin ge zonken toen hij het schip onder die voeten had en een manvolk zag, ruw en onbeschaafd', dat op het eerste sein gereed stondl £m het ruime sop te kie- zen. -Wat zou deze zeereis hem brengen en wat zou er met ü°n gebeuren als dezet ruwe klanten bemerkteb. dat zij bedrogen waren. Maar hoop doet leven en zoodoende pntte ook Brandow daar kracht; uit. Onze beide reizigers hadden groote behoefte aan. rust. Zoo begaf Mary zich dadelijk naar haar hut en ook Brandow zocht zijn, slaapplaats op. Zij had den beiden de overtocht reeds betaald!, ofschoon zij zic-h beiden hadden laten aanwerven en eigenlijk tot de scheepsbemanning behoorden. Men verwachtte van hen daarwoor geen matrozendiënstenmaar in geval van strijd zouden zij; meehelpen. Ongeveer» zeven uur in den morgen waren ziji aan boord gegaan en Brandow hoopte diat. wanneer hij uitgerust was, het schip het BriStelkonaal reeds) ge passeerd zou zijn- Maar de wind. dte den ganschen. nacht schrikkelijk had geloeid). Liet het schip inden steek, juist nu men hem noodig had. Het werd mid dag en de zon scheen vroolSjk en mild over de RoyaJ Hind. De kapitein zedde dat dte itrnd beslist) des avonds zou opsteken, maar de zonsondergang kwam en nog was er geen zuchtje. Brandow wist, dat ver dere stagnatie, mislukking zou beteekenen, want de koning had mee behulp van Wolsley reeds lang de ware toedracht der zaak geradep. Brandow had de prinses den gapsohen morgen, niet. gezien en het gevoel ren eerbied dat hem er van ai- hield haar hut te betreden, maakte de zaak nog moeilijker, in de hoop, dat zij nat zichzelf zou ver schijnen.. had hij uur na uur gewacht. Tenslotte klop te hij aan de deur en vond Mary in, da lieflijkste verwarring. Het hart zonk hem in de schoenen bij de gedachte met de prinses aan boord te zijn, daar hij gevoelde dat het onmogelijk was/ dat zij haar ge- ste'M vr'oorherde. Zoowel haar gestalte als haar beeldschoon gelaat, het was niet dat van een man. De boofee lacrzen stonden' ^u een hoek en haar kleine bekoorlijke voeten schonen zich er tegen te verzetten, die lompe dingen aan te doen. Zij keek' ontmoedigd tot Brandow op. legde haar armen on» zijn hals en stekte als een kind. „Ileb je spijt van je waagst.uk> lady Mary?" vroeg Brandow. „Neen, neen, geen oogenbb'k. Ik verheug mij er zelfs over. Maar waarom noemt ge mij lady? Je hebt mij vroeger toch Mary genoemd?" „Ik weet. 'net niet. Misschien wei, omdat ge nu alleen bent." „Nu dat is heel mooi. maar zoo verbazend eer- behoef je niet te zijn." Stilzwijgend was de zaak beslist, men zou het plaat doorzetten en Brandow zeide:' ...Je moet je nu klaar maken om op het dek te gaan. Het is hard, maar het moet gebeuren." Hij hielp haar bij het aantrekken, van de zware Laarzen. Met haar klteitsnotten hoed op was zij spoe dig gereed. Toen Brandow haar opnieuw monsterde verdween voor hem weer elke hoop. want het scheen of door deze veranderde k'eeding haar schoonheid nog be koorlijker uitkwam. „Je kunt niemand bedriegen met die verkl^odiinjg. Waaraan ligt het toch, dat je er ondanks die ver momming toch steeds zoo vrouwelijk blijft uitzien? Wat móeten wij beginnen? Je kunt het beste hier blijven en laat ons maar zeggen, dat je ziek bent en a's wij in volle zee zijn, wil ik den kapitein maar alles vertellen. Het is nu allerberoerdst, maar een man houdt er van, als een vrouw zoo op ende op vrouw is." Mary vond die vleierij wel aardig, maar was toch zeer teleurgesteld. Toen zij neg in ijverig gesprek waren, werd er op de deur geklopt en werd er ge roepen: .„Alle man op dek ter keuring." Keuring. Grcote God, dat zou Mary toch niet kunnen verduren. Brandow ging dadelijk naar den kapitein. ..Mvlord is ziek en verzoekt of hij niet vrij mag van die keuring." Brachurst antwoordde: „Is Mylord ziek' Dan zou het beter zijn zoo spoedig mogelijk weer aan land te gaan. Ik wil hem zijn geld terugbetalen, want wij kunnen geen hospitaal van ors s<h:p maken. Noemt uw maatregelen, dat zijne Lordschap direct weer aan land wordt cebracht." Het laatste bevel was tot een scheepsofficier ge richt, die met een „jawel, Slr," antwoordde en da richting .van Mary's hut insloeg.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1914 | | pagina 9