Graoen ui! Lii- en Mm.
Schetsen uit de Rechtzaal.
Zaterdag 28 Febr. 1914.
57e Jaargang. No. 5336*.
DERDE BLAD.
INLEG V/UiaSUn'GN» GRASLAND. II.
In ong vorig artikel gaven, wij, aan Int beginsel,
volgens 'twelk de keuze dier uit te zaaien, soorten, va,»
grassen en klavers voor blijvend grasland moet ge
schieden, ten,einde zoo spoedig mogelijk een di<chte,
goed aaneengesloten graszode te verkrijgen.
•Ook op den oMwikkeliingstijd der planten uit het
zaad mengsel dient gelet, te worden., omdat het nieuwe
grasland gedurende zoo groot mogelijk gedeelte van.
liet weddeseazoen voldoende voedsel voor het grazen
de vee moet leveren. Die ontwikkelingstij d moet
daarom voor die afzonderlijke grassen n.ogal sterk uit
elkaar loopen,. Enkele moeten vooral in het voorjaar,
andere in het najaar, weer andere meer gedurende de)
eigenlijken, zomer hun hoofdmassa aan groene ^rui
ten produceeren.
Bij nader onderzoek blijkt, dö,t de grasseu inder
daad ten opzichte van ddit punt nogal ver scha Hen.
De beste weidegrassen als Engelsch raajgras, ruw-
beemdgras, veldbeemdgras' en| heemdlangbloem ontwik
kelen zich njiet zoo bijzonder vroeg, maar groeien 'tot
Iaat in den. herfst door. 't Zelfde kan gezegd worden
van de klaver? en van Fransch raaigras. Hierbij moet
echter opgemerkt worden dat de roode klaver zich
iets vroeger ontwikkelt en dat Fransch rnatgras we
gens zijn stengeiige, rietachtige groeiwijze in goed
weiland meestal niet op haar plaats is
Bepaald vroeg in haar1 ontwikkeling zijn leukgras,
rood zwenkgras, vossestaart, kropaar en Italiaansch
raaigras. Enkele van deze groep, diej overigens door
haar groeiwijze in blijvend grasland passer., mogen
daarom niet in het zaadmengsel ontbreken en zijn
bestemd om oor al in het voorjaar hef eerste voed
sel te leveren. Kropaar is voor weiden niet ge
schikt. rood zwenkgras misschien, alleen op de lichte,
drogere gronden. Over vossestaart en reukgras wordt
zeer verschillend gedacht,
Terwijl gewoonlijk vossestaart op de goede gron
den in het zaadmengsel voor blijven'1 grasland wordt
opgenomen, meent de heer 'Rauwerda, dat dit srap
hiervoor echter niet in aanmerking behoort te komen.
De aanwezigheid wordt verklaard door het versprei
den van zaad uit Ladingen ingevoerd hooi.
Wat het reukgras betreft, kan veilig geconsta -
teerd worden, dat de practijk de waarde ervan in
het wet- en, hooiland zeer sterk overschat. De aan
gename geur van gras in, gedroogden toestand,
verraadt onmiddellijk die aanwezigheid van, reukgras
in hooi. Wel mag verondersteld worden, dat een ma
tig gehajte «an reukgras door de aromatische reuk de
smakelijkheid van het hooi bevordert, maar waar dit
gras sterker, gaaf, optreden en dat geschiedt vrij ge
makkelijk wegens de vroege, ontwikkeling, daar is
het zeer waarschijnlijk, dat de smaak er ondier lijdt.
Uit een aaingename reuk te) besluiten tot een lekke
ren smaak van, hooi te natuurlijk onjuist. Bovendien,
is het cumarine, waaraan reukgras haar W ont
leent, in werkelijkheid zeer bitter van smaak.
Het reufcgrae a's bovendien een. gras met gen zeer
matige productie.
Tegenover dit alles staaf echter in de; eerste pla,ajts
het leid, dat het reukgras zich bijzonder vroeg ont
wikkelt, terwijl dei waarneming leert, dat het in alle
goede grasland1®11 Steeds» voorkomt.
Ken bescheiden plOOts in het grasmeaigsel mag' dan
ook aan het reukgras wel worden, ingeruimd', temeer
nu uit die proeven in Friesland bleek,I dhf het tegen
verwachting niet „van zelf' in het nieuwe grasland
verseh ljnt.
Van de grassen, die haar hoofdprodnu tie aan. groene
spruiten juist in den nazomer leveren, noemen, we
Tiinothee, Fiorrn- of struiSgi'as en Kamgras. Het
laatste treedt vooral in den nazomer zeer sterk in
de weiden op onze goede gronden) op. Ieder keilt wel
de „schapentijlen", welke in den zomer deze weiden
zoo'n kenmerkend, uiterlijk geven. Dit zijn de dorre
bloemstengels, van het Kamgras.. zoodat ieder duidelijk
kan waarnemen, welk een belangrijke plaats in het
plantei.bestandi door dfit gras bezet wordt.
Wanneer 'mén nu een mengsel, hoofdzakelijk be
staande uit grassen, ging1; uitzaaien, een mengsel, waar
bij voldoende rekening) is gehoudien met een oordeel
kundige verhouding tusschen bossen- en zodievormen-
de en tusschen vroege, raiddelvroege en late gras
sen, dsn zou hei; zeer dte vraag zijn, of men dan, wer
kelijk het doel geheel zou bereiken.
Immers men kam die gewenschto verhoudingen in
het z&ad wel aanbrengen, maar of ze bij de ontwik
keling van het nieuwe land, ook blijven, bestaan
is zeer twijfelachtig en, wel hierdoor, w ijl op goed'ver
zorgden grond de bossenyormers zich veel krachtiger
Feuilleton,
zullen gaan, ontwikkelen dan die zode vormende gras
sen en deze laatste terugdringen. De heer Rauwerda,
beveelt daartegen een, eenvoudig middel aan en wel
door den uitzaai van een, zeer krachtig zodevormend
gewas, dat gedurende hef eerste jaar de bossenvor-
mende grassen wat in toom houdt. Als zoodanig be
veelt hij de witte klaver aan. Deze vormt reeds
het eerste jaar lange krachtige uitloopers. Waaneer
men nu maar een flinke hoeveelheid wit klaverzaad
mee uitzaait zal deze de zodevormende grassen in
haar strijd tegen de andere om een, plaatsje in het
nieuwe grasland ondersteunen en de gewenschte ver
houding bewaren. Daarnaast heeft; men het voordeel,
dat de witte klaver reedis het eerste jaar een be
langrijke weide geeft, eon voprdeel waf natuurlijk niet
gering te schatten is.
Scherp afweiden van het nieuw aangelegde gras
land blijft zeer gewenscht. Is ddt op zichzelf aj een
goed. middel tot tempering van, den groei dei bos-
senvorniers, daarnaast; wordft aan, de jonge uvtloo-
pers der zodevormende grassen de. gelegenheid ge
opend op tal van plaatsen, w-aar door hef scherpe wei
den, licht en lucht kunjnen toetreden, die eerste spruit
jes boven den grond1 fe brengen.
Uit een en ander volgt, diat een gelijkmatige ont
wikkeling alleen don kan ges^ipden, wanneer liet
nieuwe land in enkele: dagen flink kaa.lj geweid wordt,
Mochten er bossen zijn, blijven staan, wat meestal
wel het geval zal wiezeoi, dlan zijn die misschien niet
een flink getal schapen, nog weg te krijgen, of men
korte dergelijke plekken met de zeis in. Dat het
verwijderen dic,r hoogero bossen noodzakelijk is, volgt,
uit, het bovenstaande vapips^lf- Immers op die plaat
sen zullen zich .de boasejavormers ten koste van de
andere grassen ontwikkelen. Zijn de laatste eenmaal
verstikt, don is op die plaats liet ontstaan van een
ideale zode zoo niet geheel uitgesloten, dan toch
ernstig in gevaar gebracht.
De vraag zal bij enkele; onzer Lezers al wel gere
zen zijn, of ook geen roode klaver moet worden
uitgezaaid. In de mengsels,! diie handelaars aanbieden,
wordt gewoonlijk 10% en meer van de hoeveelheid'
zaad ingenomen door overblijvende roode klaver (Cov
grasj, soms voor een gedeelte vervangen door
Zweedsche Basterd klaver of Hopperups.
Een weinig Oowgras naast de bossenvonnendö gras
sen, waarmede het ten opzichte van de zodevormïng
ongeveer op éen lijn kan gesteld worden, is wel ge-
wenscht, maar omdat de roode klaver minder ge-
schik* is om te weiidien, doch meer om te maaien,
papt ze niet bij het systeem om het; nieuw ingezaai
de land in het eerste jaar scherp te weiden.
Gaarne woidt toegegeven, dat we hier in conflict
zijn met de gewone uitvoering van het zaaien van het
mengsel van gras- en klaverzaden onder dekvruchten.
maar we zuilen in het slot rep. deze artikelen over
den aanleg van blijvend grasland betoogen, dat dit.
niet het geval is, indien, men. minder de opbrengst van
het lapd in het jaar van uitzaai in het oog houdt,
maar de maatregelen meer laaf aanpassen bij het
grootere belang van goed blijvend grasland voor
een gehee'e volgende reeks van jaren.
Brandow droeg zijn Igroopen; veldman tel en, had de
h prinses een dergelijk kleedftngstuk bezorgd, wat haaf
zeer te stade kwam. De wind;, die een "triest klaag-
i lied had aangeheven, zweepte heiden de regen, in
Hij het gelapt en wanneer zoo nu en dan, die' mantel vap
Jij Mary's knieën werd, weggeblazen, raakte door de
zijden stof heen, menige droppell haar teero huid.
die Spoedig drong het water haar door do Laarzen en
©i toen win,d en regen iib Olie kracht op haar imfstorm-
Bti den, toen voelde zij zich recht onaangenaam. Af en
1 toe spatte de modder haar in het gelaat of strui-
1
kolde haar paard, en de onverwachte schok deed. haar
enj bijna over den nek van het dier heenscteuiven.
Dat was tenslotte te veel voor de zenuwen van die
prinses. Het nooit gekende gevoel van vrees overviel
haar en allerlei schrikbeelden stegen voor haai' op.
Zij haddesn weliswaar twee flahke. krachtige mannen
!.J Wj zich en allen waren gewapend, maar wat moest
jeIi er gebeuren, als zij eens werden aangevallen door
11! een troep, die sterker wop don zij-? Deze gevaarlijke
ha) weg was berucht om de verschillende moorden en
crJ rooverijen, d5e hier begaan waren. Er heerschte drie
zwarte duisternis, daa op eEke vrouw een schrikaap-
i jagen den invloed zou hebben gehad- Op dien grond
en schemerden de waterplassen, doe er uitzagen als de
bleeke gezichten van dcoden, die rich oprichten uit
j, hun graf. Mary had volkomen vertrouwen in Brandow
niaar dit juist werWa verslappend. op haar,
want zij gevoelde zkh nu niet gedrongen om zelf diap-
per en flink to blijven.
Is het bovendien te verwonderen, dat Mary de
moed 1d de schoenen zonk? Zij hield het dapper ge
noeg uit en een handdruk van Brapdow in de duis
ternis gegeven, troostte haar weer. ZSj had geen en
kele seconde zelfs de gedachte om om te keenen
en daaruit bleek voldoende dë karaktersterkte van
dit meisje.
Zoo ging hei, verder, somtijds galop peerend, dan
weer in draf en als het noodig was in stap. Een
maal meenden zij het geluid van paardenhoeven, ach
ter zich te hoor en, en. red©11 te1 200 BQel zij kond®11»
DE „KLEM'.
..loon hij stond in de groote vestibule., waar hel
daglicht door ko-ejx'l van gekleumd glas binnenstroom
de. on de huisknecht, in z'n ro.od-gest reept ochtendjas je.
hem stond aan te kijken mot wantrouwend-nijdigen
Mik... Hij wist den ^Teemden meneer niet thuis te
brengen.... Veel bijzonders was "t niet, dat had ge
routineerde knecht natuurlijk dadelijk bespeurd. En
toch. lot inct type falsomlijken-bedciaar kon hij hem
even miin rekenen
..Wal wieaischt u?" vroeg An-lrics zijn zware gestalte
slellend voor de (och/deur.. Je kon niet weten, tegen
woordig... Maar l viel mee De vreehide meneer gTim-
laehte, nam even z'n hoed af; vroeg of juffrouw Van
Hen ven bier ook in betrekking wals.
..Juffrouw Van Beu ven../' De knecht dacht even
na. „Wacht, k zaïl eens even...' En hij' liel. bezoeker
ntioon. na snel gespied' te hebben, of er ook bijgeval, in
de vestibule. Jc kon tegenwoordig niet le voorzichtig
wezen... En liij was heel gauw terug.
..Jawel" zcid de knecht,' „die is liier huishoudster...
Ik leende haar naam nog eigenlijk nief precies. Ze
noemen haar hier juffrouw Anna.
..Precies!" zei de meneer „en, zou ik juffrouw Anna
■even kunnen spreken?"
.Vndrtes monsterde hem nog eens. Iemand van
■ecu dikke dertig jaar leek "t... Vrij,' ordentelijk geklc-ed.
Met een ketting van valsch-goud op 't vest'. \ndrie.s
was eau kennerAls u zoo goed zou willen zijn le
zeggen, dat meneer Van Doom. uit Amsterdam, er is. II;
Ix-ii een heel-intienic vriend van de farni'i:-. De juf
frouw kout mij zeer goed... En "I zal haar zeker veel
plezier doen te hooren dal ik er ben...'
„Tja" zei Andries, zich achter het oo rkrauwend,
„dat is een lastig geval. Dc barones houdt ei- niet
van als hier aan dc deur geloop is voor 't personeel...
Mevrouw zegt dal wij dal maar in 'onzen vrijen tijd
moeten regelen... Behoudens, natuurlijk, bijzondere ge
vallen... Zeer bijzondere gevallen...'
„Ik heb juffrouw Anna een zeer belangrijke tijding
te melden. Een familie-aangelegenheid.. Iels werkelijk
zcer-pressaots..."
Toch vond Andiies leek dc man wel fat
soenlijk....
„Weet-je wal?" zsei de knecht. ,.ik wil doen wal 'k
kan. Maai- mijn vingers brand ik liever niet.., Ik zul
'l even gaart vragen aan juffrouw Betsy, de kamenier...
Weet-je zei hij. een oogje knippend, „als die er niks
tegen lieeft, dan ben ik gedekt/
.".De meneer wachtte weer in vestibule. Hij keek naar
dc gekleurde glazen in de koepel. En piekerde zoo
bij zichzelf: Dat is een fijne betrekking... Een Iteél-
fijne zelfs. Dat is van jp echten Hcuigsdien rijkdom...
Als Annie zich hier pienter weet te houden... Als ze
verstandig is....
Daat* kwam Asidries. Mol één vinger wenkend... Gauw
.dan maar. 't Was goed.... Bij kon wel even hoven
kbmon. In hel kleine .spreekkamertje op de dcrtlo
Acxdieping. Dat werd toch. haast nooit gebruikt. Daar
kern-ie rustig praten. Juffrouw Anna was" al gewaar-*
.schuwd. En de mcneci- vindend1 dal hjj Ancrries 1c
v. icaid inoest houden gaf hem een hand. joviaal cn
'fideel... „Mercihoor! WéJ. bedankt
„(Vem dank,.. We motto elkaar heipen., hé. Ga hier
non maar binnen... Ze zal wel direct komen!'
Bezoeker en knecht waren volkomen gpfratemiseerd.
I>e meneea- waehlte vrij lang... Werd al ongerust,
dat ze niet kennen zou... Een uitvlucht verzinnen...
Maar hij vergiste zich.... Daar wis ze....
I
Doodsbleek was zij. En zij keek hem aan met groote,
verschrikte, ontdane angstoogen.. Door den. sèhrik licen
Jichtte iets ais woede... Zij bleef staan, midden in
hot spreekkamertje.
En hij. 'de meneer .zat. Haar aankijkend met kalm-
vertrouwelijk glimlachje. „Dag. An" zei dë meneer,
„ik kom ©ons i.iffeljcs kijken hoe 't met je gaat. Wij
hebben elkaar in geen eeuwen gezien. Toevallig höordë
ik jc tegenwoordig adres...
„Van wien'?" vroeg ze gejaagd. ,.waar hebben ze je
dat gezegd?"
„Tja!' zei hij. nog heviger glimlachend, „zoo vraagt
men nou 'den boer z'n kunst af... Dat 's voorlbopig ïnijn
geheim. Maar ik heb goed nieuws voor je, An, Heel
best nieuws".
Zij zag hem aan met diepe verachting en ijskoude
onversehüiigheïdEen minachtend lachje speelde om
haar lippen. Hij strekte de becnen uit. Boog 't hoofd
achterover... Tuurde naar het plafond van spreekka
mertje. „Ik heb goede vooruitzichten. En als 't zoo
blijft.Ik vertel er je nog wel dë bijzonderheden van...
Nou... Nou... Dan kunnen we misschien over een half
igar.Misschien nog eerder... trouwen!'
„Willem!" riep zij uit „je liegt 't opnieuw! Je hebt
er weer een bedoeling mee. Ik voel 't Ik kan het niet
gelooven./
Hij stek haar de rechterhand toe. En zag luiar strak
in de oogen... En 'I was of zij nog eens onder do sug
gestie van den man, in wien zij blindelings vertrouwd
had.... Ze gaf hem haar hand. En zij Jiet 't toe dat
hij d'r hoofd bij het zijne bracht. Dat hij haar kuste,
twee, drie malen. Haar over de haren streek... Haar
influislerde zachte woordjes van dat hij toch enkel
en alleen van haar hield... Ze fluisterde hem iets in
'l oor. Hij knikte... Juffrouw Anna ging haastig weg.
Vloog naar d'r kamertje.... Zocht in haar koffertje.
Kwam terug bij den meneer.Ze had groote haast,
want in de gang had ze Belsy. de kamenier, ont
moet. en die fluisterde haar in dat ,.dc visite niet te
lang moest duren"....
Zij kwam terug in spreekkamertje. En haalde, uit
een enveloppe, 'n .portretje... Leunde op z'n schouder.
Ilield hem 't portretje voor oogen... En hij keek naar
het jongske met de groote, mooie oogen en den schat
van blonde krullen... Naar den heerlijken boy van
anderhalf jaar... Met z'n mollige knietjes en z'n don
zige knuistjes...
„Is 't niet een schat?" fluisterde Anna „is 'l niet
ecti engeltje uit den hemel'?.../' En zij' leunde schreiend
tcgën zui schouder,"Tóch nóg" gëlóovend', verbouwend...
„Als ik dood moest gaan Willem" ..zei zp, „zou
't me heusch niet zoo erg veel kunnen schelen. Maar
hij. het kind, moet een vader hebben...'
En zij greep hel hoofd van den meneer tusschen
haar handen, en kuste hem nu onstuimig. En 't waren
zeer-reiue kussen. Want wat er, in haar arm hart,
eenmaal van liefde voor clen meneer geweest was,
daarvan bestond niets meer... Het was de moeder,
die haar kind wilde beschermen. Hij beloofde, be
zweer. Misschien binnen drie maanden.. Toen stond
hij op '1 punt om heen tc gaan. Zeker, hij begreep,
ze moest die kamenier vooral niet boos maken. Maar.
Maar...
En hij vertelde, héél zachtjes pralend... Druk-ge-
sticuleerend... Haar cijfers voorhoudend...
En juffrouw Anna woelde met dc onrustige vingers
door dë haren, dal ze straks zouden vragen, wat er in
vredesnaam was voorgevallen... Of zij soms gevochten
had met dien oom, of dien neef....
Zij ging weer naar boven. Juffrouw Betsy stond dicht
bij dv deur van spreekkamertje. Anna duizelde van
schrik... Dat zij iets kon opgevangen hebben...
„Je oogen zien vuurrood" zei Betsy. ,,m vredesnaam,
kind. wat is er gebeurd?"
En zij loog iets voor. Een tante, van wie ze zoo
veel hield, was zoo erg ziek... En er moest geld wezen
ii Schrikkelijk geval... Zij holde weer van haar ka
mertje naaiden meneer... Stopte hem een pakje Ln
de hand... Liep toen weg, het uiterste van zelfbedwang
inspannend om zich goed te houden. Want de angst,
dal hij haar wéér. nóg eens was komen bedriegen,
steeg in haar op.... En rij onderdrukte het wantrouwen
.Met alle kracht... Maar mlusschen had juffrouw BeGy
mevrouw van het geval verteld... En dc vreemde nn -
neeT ging. in z'n eentje, de gingen door. door de ws:i-
bule... IHij keek weer naar dc inook- gekJeiirda
zen in het koepeldak... Maakte zc!f dc forsch-breeri
straatdeur open. Sloot die zeer-zachtjes, met bescliekhn
behoedzaamheid.
En stapte nu over dc deftig-arisl.ocratischc, ILuvl-
schö' laan. Met een senoegciijk tevreden glimlach; -
om z'n lippen... Dat zaakje marcheerde En zp i no£
veel bèta- gaan mareheeren.
.Bevend stond zij achter het tafeltje, waar mevrouw
dc barones dien ochtend zat, bezig met haar comspoji
den tic. Terwijl mevrouw zich had omgewend van h t
fraaie eylki<ler-bureautje, dat in een hoek win t bh -
doir stond, beladen met allerlei paperassen...
„Betsy heeft me verteld van dat nare geval' zei <i
barones „en ik zou 't maar eigenlijk hel beste vindij;,
dal er in Amsterdam... Daar woont jv familie unmci-,
is 't niet?... Zie-je ,dat cr in Amsterdam menschcn wei
den gezocht... Er zijn toch wel vereenigbigen, en zoo..
De barones was bekend als een goedhartige vrour-.
maar ze had „haar buienEn het tragiscflvfc gen.1
iran die verarnide familie... yan die ooimMnutie vim
narigheden... Ontslag door aolileruitgang van zikm.
ziekte, een ongeval, nog meer...
Met dat tragische re laan had) men mevrouw n,u juist
'astig gevallen terwijl zij 't razemd di-uk hsifi
Onbegrijpelijk druk met al dat correspondeeren, voor
de t'aney-faii-.En ai wat daaraan regt-zatDo
2 de seere^artsse van het comité was riok gewordiecr.
Kon geen letter op papier zetten... In éen, woord b;A
schuwe?ijk. En dae Anna, hadi mevrouw hovend Ier.
nooit echt-sympathiek gevonden,... De kamenier lmd
haar volle vertrouwen. Maar dat nieuwe huishoud
stertje bevie1 mevrouw van 't begin, af niet zoo bij
zonder. Waarom wist ze zelve niet... Er was nog
meer. In zulke gevallen, waarbij steun werd gevraagd
voor onbekenden, had de barones tot vast principe
eerst deugdelijk laten onderzoekenEn nu had'
zij 't zoo razend druk... Vandaag alleen nog minstens
vijf brieven to beantwoordjan.En vanmiddag verga
dering... Zij keek juffrouw Anna eens aan. En merkt
het diep-bedrcefde, het verslagene, wanhopige op haai'
gelaat... De barones had een, scherpen-blik. Ook
die haar njec vleiden, moesten dat erkennen. En sü?
gevoelde, dat aie schrikkelijke smart, niet ajleen kor,
worden opgewekt door de misère van, die ooms ert
tantes... Even weifelde mevrouw. Toen wendde zij
zich, met energ'eke beweging om. Zocht ln een teadje
van haar schrijftafel. Haalde een bankje van veertig
voor clen dag. Reikte het Anna overZei snel.
haastig, met half afgewend hoofd, dat men nu maar
zien, moest, hoever daarmee te komen... Zij kon rida
heusch met het geval niet verder inlaten... Wuif de-
met de hand, ten teeken dat zij nu geen seconde tijd
meer had... Zoodat juffrouw Anna het papiertje
in de hand, stil en geruischloos uit het houdoÉr
sloop
In het kleine salon zaten, een week of zee
later. de baron en zijn gade te spreken met den
defeicnt en ietwat verlegen, op een punt van stoel
zittencen rechercheur van politie. De baron, jo
viale figuur met gezellig buikje en vroolijk onbezorg
de, sceptischen kijk op menschen en dingen, lachte.
het vleezige hoofd sehud)dep.d.., ietwat medelij
dend tegen zijn vrouw.
„Maar, Eugerie, kindlief," zei hij, ik heb je todi
gewaarschuwd indertijd toen J© mij over cjpt mensds
sprak... Dat waren tastbare leugen^... Bedriegelijke
praatjes!!..." „En u zegt," hernam de baron, zich
weer tot den recherdheur wendend, dile gekomen:
waa om nadeie bijzonderheden te noteeren betreffen
de dat biljet vian honderd gulden,, dood juffrouw An
na uit. mevrouw d"r cassette gestolen... „en u zegt,
dat het geld noodig was' om een of ander sanjeur...
Een vrijer van die juffrouw, zullen we maar zeggen...
Om dien man een lui leventje te laten leiden,?..."'
Rechercheur beek naar do barones... "t W.%sJ hier
zoo heel-dteftig en statig... Eigenlijk durfde hij niet
goed zeggen... Hij wenkte den baron. En die kwam'
bij hem... Toen fluisterde rechercheur men,een iets
in het 'oor..
„Ah zoo! Ja juist, natuurlijk..."
En op zijn beurt zoo achter de blanke hand -
zei méneer, 2&chtjes ©n discreet, iets tegen zijn*;
gade... Waarop stilte heerschte in het mooie, kleine
salon. „En zulk soort schepsels kan men in zijn huis
krijgen... Nog wel op betrouwbare recommandatie!"
z3i mevrouw. Rechercheur knikte. Maakte z'n noti-
j tïe-boekje dicht... Hij had nog wel iets kunnen, égx
1 willen verteilen, over de dievegge... En hoe. en, waar
om, en waardoor, zij gefolterd, gemarteld was... we
ken. weken, achtereen... Met welk midcLel... En ter-
wille van wien zij had gestolen, tenslotteMaar
rechercheur was nog jong. De deftige weelde van
salonnetje drukte hem... Hij durfde niet. En knibee
instemmend toer. de baron, tenslotte opmerkte, hoe
't maar gelukkig was. als ..zulke individuen altham?
I eaa poosje onschadelijk zijn geworden.
„Zegt u dat wel. baron,'" zet rechercheurtje. Br,
üaep-nederig buigend vertrok hij uit de woning der
bestolenen
h
MAITRE COREAJJ.
tot zij eindelijk stilhielden om te luisteren en zij
zich konden overtuigen dat zij. zich vergist haddcfn.
Tegen elf uur hoorden zü duidelijk ruiters udt te
genovergestelde richting aankomen. In het volgende
oogen blik verstomde dat gedruteeh en de intredende
stilte was nog erger. Een lulde roepp bracht, allen
tot stilstaan en van beide kanten, klonk liet tege
lijk: ,„Wie daar"" Waarop direct het antwoordvojlg-
de' „goed vriend" en ieder weer zijn weg voort
zette, blij de enderen kwijt te zijn, Mary's haj*tsIoég
zoo onstuimig dat zij dacht, dat het bersten zou.
Tegen middernacht kwamen zij hij een koffiehuis
aan, waar de paarden zouden wordle-n; gewisseld. Het
was een vuil gebouwttje met een stroedak. Waren) er
reine herbergen in Engeland genoeg, deze was be
paald een hee; eindje van den hoofdweg geplaatst,
om haar vuilheid- niet; zoo te toonen en de heer -
ach en de vuilheid daar was niet eenj van Mary's klein
ste beproevingen in dien, harden nachlt. Seden dien
middag had zij niets gebruikt en zij; voelde nu een
scherpen honger. Behalve haar jeugd en; gezondheid
hadden de lange rijt en het lange vasten dien hon-
gpr nog ondragelijker dóen, wordep- De honger dreef
haar tegenzin «P de vlucht en zij aft in de vuile her
berg met een nooit giekenden appetijt.
Eep ingespannen, 'uit ren vijf uur bracht het gezel
schap naar Bajth. dat zij juist pa#sseerdier> toen de
eerste stralen ren de zon de doken en kerktprclns
rergulddiem
Later bereikten zij Bristol. Juist werd daar de
poort geopend er. het kleine gezelschap reednaar
de herberg, waar Brandów de koffers had' gelaten.
De twee mannen waren spoedig betaald en het be
stelde ontbijt opgediend. Don brak men, op om, naar
de haven te gaan. Vier sjouwerluai droegen de kis
ten. Een boot bracht hen aanhoord van die Royal I
Hind en het scheen alsof het koene plan, dat in; a.1
zijn zwarigheden onuitvoerbaar scheen, een goeden
uitslag zou hebben.
Het was. geloof ik. Mary nog nooit in den zin
gekomen, om aan den goeden uitslag te twijfelen; en
nu was zij dan ook buitengewoon gélukkig. Dit is
niet te verwonderen, want zij liet niemand achter, be
halve Jane en misschien mij, van wie zij hield. Va
der of moeder had zij niet, alleen een zuster die
zij nauweljjas kende en een broer die haar zoo had
behandeld, dat zich haar hart tegen hem keerde. Zij
ondernam de vlucht gemeenschappelijk met den man,
dien zij boven alles ter wereld. Hef had en ontvluchtte
een huwelijk dat voor haar erger was dian de dood.
Bij Brandow evenwel was de wensch steeds groo-
ter geweest dan de hoop. De vele hinderpalen die te
overwinnen waren hadden, in hem een gevoel doen
ontstaan dat hier mislukken zekerder was dan sla
gen en dat gevoel had hem nu aan boord zelfs niet
verlaten. De moed vos hem bijna in de schoenkin ge
zonken toen hij het schip onder die voeten had en
een manvolk zag, ruw en onbeschaafd', dat op het
eerste sein gereed stondl £m het ruime sop te kie-
zen.
-Wat zou deze zeereis hem brengen en wat zou er
met ü°n gebeuren als dezet ruwe klanten bemerkteb.
dat zij bedrogen waren. Maar hoop doet leven en
zoodoende pntte ook Brandow daar kracht; uit.
Onze beide reizigers hadden groote behoefte aan.
rust. Zoo begaf Mary zich dadelijk naar haar hut
en ook Brandow zocht zijn, slaapplaats op. Zij had
den beiden de overtocht reeds betaald!, ofschoon zij
zic-h beiden hadden laten aanwerven en eigenlijk tot
de scheepsbemanning behoorden. Men verwachtte
van hen daarwoor geen matrozendiënstenmaar in
geval van strijd zouden zij; meehelpen.
Ongeveer» zeven uur in den morgen waren ziji aan
boord gegaan en Brandow hoopte diat. wanneer hij
uitgerust was, het schip het BriStelkonaal reeds) ge
passeerd zou zijn- Maar de wind. dte den ganschen.
nacht schrikkelijk had geloeid). Liet het schip inden
steek, juist nu men hem noodig had. Het werd mid
dag en de zon scheen vroolSjk en mild over de RoyaJ
Hind. De kapitein zedde dat dte itrnd beslist) des
avonds zou opsteken, maar de zonsondergang kwam
en nog was er geen zuchtje. Brandow wist, dat ver
dere stagnatie, mislukking zou beteekenen, want de
koning had mee behulp van Wolsley reeds lang de
ware toedracht der zaak geradep.
Brandow had de prinses den gapsohen morgen, niet.
gezien en het gevoel ren eerbied dat hem er van ai-
hield haar hut te betreden, maakte de zaak nog
moeilijker, in de hoop, dat zij nat zichzelf zou ver
schijnen.. had hij uur na uur gewacht. Tenslotte klop
te hij aan de deur en vond Mary in, da lieflijkste
verwarring. Het hart zonk hem in de schoenen bij
de gedachte met de prinses aan boord te zijn, daar
hij gevoelde dat het onmogelijk was/ dat zij haar ge-
ste'M vr'oorherde. Zoowel haar gestalte als haar
beeldschoon gelaat, het was niet dat van een man.
De boofee lacrzen stonden' ^u een hoek en haar
kleine bekoorlijke voeten schonen zich er tegen te
verzetten, die lompe dingen aan te doen. Zij keek'
ontmoedigd tot Brandow op. legde haar armen on»
zijn hals en stekte als een kind.
„Ileb je spijt van je waagst.uk> lady Mary?"
vroeg Brandow.
„Neen, neen, geen oogenbb'k. Ik verheug mij er
zelfs over. Maar waarom noemt ge mij lady? Je
hebt mij vroeger toch Mary genoemd?"
„Ik weet. 'net niet. Misschien wei, omdat ge nu
alleen bent."
„Nu dat is heel mooi. maar zoo verbazend eer-
behoef je niet te zijn."
Stilzwijgend was de zaak beslist, men zou het plaat
doorzetten en Brandow zeide:' ...Je moet je nu klaar
maken om op het dek te gaan. Het is hard, maar
het moet gebeuren."
Hij hielp haar bij het aantrekken, van de zware
Laarzen. Met haar klteitsnotten hoed op was zij spoe
dig gereed.
Toen Brandow haar opnieuw monsterde verdween
voor hem weer elke hoop. want het scheen of door
deze veranderde k'eeding haar schoonheid nog be
koorlijker uitkwam.
„Je kunt niemand bedriegen met die verkl^odiinjg.
Waaraan ligt het toch, dat je er ondanks die ver
momming toch steeds zoo vrouwelijk blijft uitzien?
Wat móeten wij beginnen? Je kunt het beste hier
blijven en laat ons maar zeggen, dat je ziek bent
en a's wij in volle zee zijn, wil ik den kapitein maar
alles vertellen. Het is nu allerberoerdst, maar een
man houdt er van, als een vrouw zoo op ende op
vrouw is."
Mary vond die vleierij wel aardig, maar was toch
zeer teleurgesteld. Toen zij neg in ijverig gesprek
waren, werd er op de deur geklopt en werd er ge
roepen: .„Alle man op dek ter keuring."
Keuring. Grcote God, dat zou Mary toch niet
kunnen verduren.
Brandow ging dadelijk naar den kapitein.
..Mvlord is ziek en verzoekt of hij niet vrij mag
van die keuring."
Brachurst antwoordde: „Is Mylord ziek' Dan zou
het beter zijn zoo spoedig mogelijk weer aan land
te gaan. Ik wil hem zijn geld terugbetalen, want wij
kunnen geen hospitaal van ors s<h:p maken. Noemt
uw maatregelen, dat zijne Lordschap direct weer aan
land wordt cebracht."
Het laatste bevel was tot een scheepsofficier ge
richt, die met een „jawel, Slr," antwoordde en da
richting .van Mary's hut insloeg.