Van Houten s
RQNA CACAO
_jt zmwpiïtytcammmaük
düd ^oethicop m hd oebwik
Dammen.
1. Wit:
Zaterdag 14 Maart 1914.
57e Jaargang. No. 5344.
DERDE BLAD.
STUDIE-EINDSPEL
van G. Beudin..
Zwart
S2. ZTwaft: 33 35.
2. 1423! 3544.
Op 3549 speelt wilt 210 met dezelfde afwikke
ling als in het hoofdspel.
3. Wit: 23—45.
Hierdoor wordt zwart gedrongen die lijn 150 te
verlaten, an,ders volgt 211 ep 4550.
3. ZWart: 44—35.
Op 4449 speelt wijt 216, zwajrt 4935, wit
12—S en 45—7.
4. Wit: 2—16.
Dreigt 128 en 457.
4. Zwa^t: 3549.
Op 35—44 volgt 16—11 en 4550.
5. Wit: 127. Zwart: 4935.
6. 72. 3544.
7. 45—40. 44 35.
8. 1649 gewonnen.
Deze afwikkeling is bijzoader mooi. Wit heeft door
uitstekend spel zwart belet op 44 te gaan. Deze tac
tiek verdient de voLle aandacht en is een studfte over
waard.
en
Wit.
Zwart 2 schijven op: 15, 35 eai dam op 47.
Wit 3 schijven op: 19, 24 en 34 en dam op 5.
Deze belangwekkende stand, die in een partij ge
voegelijk kan voorkomen, wordt ais volgt afgespeeld:
1. Wit: 3430. Zwart: 47 20.
2. 514. 35 13.
3. 14 25. 13—18.
1 1319, dan wint wit 2534 vrij eenvoudig.
4. Wit: 2539. Zwart: 1520.
Op IS23 wint wit 3933.
5. Wit: 3925. Zwart: 2024.
6. 25—9.
Alleen door dezen aanval in den rug wordt de;
winst behaald.
Z(wart: 1823.
7. Wit: 9—13.
De zwarte schijf 24 moet naar het midlden worden
Bekendmakingen.
Burgemeester en Wethouders vajnj Schagen;
Gelet op artikel 264 der Gemeentewet,
Brengen ter kennis van belanghebbenden, dat het
door Heeren Gedeputeerde Staten op don, 4 Maart
1914 goedgekeurde kohier voor de belasting op de
honden, dienst 1914, gejdurenjde vijf maagden ter
Secretarie voor een ieder ter lezing is neder gelegd.
Bezwaren tegen dien appalag krunjnen binnen drie
maanden na den dog der uitreiking vajn het, aan
slagbiljet, ibij den Ra&d, °P ongezegeld papier wor
den, ingebra;cht.
Schagen, den 9 Maart 1914.
Burgemeester en Wethouders voornoemd:
P. BUIS Jz., lo.-Burg.
ROGGEVEEN
Secretaris.
Burgemeester en Wethouders van Schagen;
Gelet op artikel 264 der Gemeentewet;
BreDgen ter kennis van belanghebbenden, dat liet
door Keeren Gedeputeerde Staten op den 4 Maart
1914 goedgekeurde le suppletoir kohier voor de be
lasting op de honden dienst 1913, gedurende 5 maan
den ter Secretarie voor een ieder ter lezing is neer
gelegd.
Bezwaren tegen den aanslag kunnen binnen drie,
maanden na den dag der uitreiking van het aanslag
biljet, bij den Raad, op ongezegeld papier worden
ingebracht.
Schagen, den 9 Maart 1914.
Burgemeester en Wethouder» voornoemd:
P. BUIS Jz., lo.-Burg.
ROGGEVEEN,
Secretaris.
l0£edreTen.
Zlwajtt: 2429.
8. Wit: 13—9.
Even merkwaardig'als fijn, berekend wordt do aan-
ral aan dte achterzijde voortgezet.
8. Zwart: 2328.
Op 2933 wint wit 91', 1420 enz.
Op 2934 wint wit 914, 1420, of 914, zw
28, wit 14:32, indien zwart 3440, wit 322?
850, indien zwart 34';S, wit 3249.
9. Wit: 914. Zwart'. 2833.
10. 1420. 2934.
11. 20 38 wint.
STUDIE-EINDSPEL
van Fabre.
Zwmrt.
VEEMARKTEN.
Burgemeester en Wethouders der gemeente Schagén
brengen ter algemcene kennis, dat de buitengewone
keuringen van liet ter markt aangevoerd: wordende vee,
bij gelegenheid der groote voorjaarsmaxkten, te beginnen
met 12 Maart a.s.," zullen aanvangen des morgens te
zes uur, en alzoo vóór genoemd uur geen vee ter markt
zal worden toegelaten.
Burgemeester en Wethouders voornoemd:
P .BUIS Jz.. l.B.
ROGGEVEEN,
Secretaris.
Ingezonden.
Naai- aanleiding van het; ingezonden stukje van
den heer O. te K. aangaande mijn, bericht inzake
staatspensionneering is mdji na onderzoek gebleken,
dat dit werkelijk een kleine rectificatie behoeft. De
afdeeling Wieringerwaard is inderdaad voor 12 jaar
geleden opgericht met 68 leden, terwijl dit getal een
jaar daarna zelfs tot 90 wae geklommen, doch waar
is, nat zeven jaar geleden, onze afdeeling slechts 28
leden had. De gegevens varen mij door een be-
stuursiid verstrekt. Injmiljddeds mijn dank aan, den
J lieer O. voor zijne opmerking eji aan de Redactie
voor de plaatsing.
BERICHTGEVER.
"Wiericgerwaard. Maart 1914.
.wit.
Zwart: dam op 13.
Wit: 3 schijven op 8. 12, 19 en een dam op 14
Deze stand kwam voor op het einde van een partij
usschen de heeren Dambrun, en Bizot. Het spel werd
emise, maar Fabre toonde ddarna een zeer mooie-
rinet aan, die aller aandacht verdient Men ziet hier
reer opnieuw, dat hei; noodag is, van het eindspel
irnstige studie te maken, want zonder gToote kennis
irvan zal men nooit een sterk speler kunnen zijn,.
De afwikkeling is hoiogst interessant.
Mijnheer de Redacteur!
nalaten, daartoe even een woord van aajibeveling te
laten hooren. Immers, het is voor de visschers in
deze omgeving van zeer groot; belang, dat ook hier
eens met den ouden sleur wordt gebroken, waarbij j
de visch steeds aan vaste opkoopers tegen wel vas
ten, maar naar verhouding van andere visschersplaat-
sen toch veel te lagen prijs werd overgegeven. Het
stelsel van vrije concurrentie, gepaard gaande met
eene, zekere verruiming van. afzetgebied, zal ook voor
hen hopenlijk da vruchten wel dragen, welke gedu
rende de laatste jaren op de eene visschersplaats
vóór, de andere na, al naarmate zij tot de instelling
van vischverkoop bij afslag zijn overgegaan, door de
aldaar wonende visschers in. zoo rijke mate zijn ge
plukt. Het is dan ook met een gevoel van genoeg
doening, dat ik de inwerkijngtredipg van dezen afslag
begroet. Want dit dient gezegd, als er éen plaats
geschikt is voor een vischafslag, is het wel Van
Ewijcksluis. Niet omdat er te Van Ewijcksluis zelf
zooveel visschers zijn, want dit is juist het eenige
donkere punt, dat alleen, op die plaats niet zooveel
visschers wonen, dat van hen, alleen een afslag kan,
bestaan, maar dit bezwaar is te ondervangen, wan
neer- de visschers uit deze omgeving slechts willen
samenwerken, door hunne visch hier aan te voeren.
Overigens echter is de plaats voor een afslag zoo
gunstig- gelegen, dat zij. er als voor geknipt schijnt
te zijn. De tramlijn, loopt nl. tot vlak bij de zee
sluis, het tusschenvervoer dus vanaf de zeezijde naar
de tram behoeft slechts een, paar minuten te duren,
en kan zonder kosten, geschieden, ja, wanneer van
uit een vaartuig visch in de waggons zou moeten
worden overgeladen, zou dit tusschenvervoer tot een
minimum beperkt kunnen worden, door even door de
sluis te schutten en het vaartuig aan 'het rangeerter
rein te laten aanmeren, Men zou dan geen tien pas
met de visch behoeven te loopen. Zulks is natuurlijk i
een groot voordeel bij het vervoer van levende visch
en daar gaat het hier toch voornamelijk om, want
deze afslag is hoofdzakelijk opgezet voor de verhan
deling van aal. paling, bot, schol, enz.
Maar ook op andere wijze is deze gunstige ligging
een voordeel. Wanneer nl- koopers van binnenaf ko
men, d.w.z. met de tram, zdjn, zij bij aankomst on
middellijk op het terrein, hunner werkzaamheden, ter
wijl zij ook bij hun vertrek tot op het laatste oogen-
blik gelegenheid hebben hun werk af te maken. Dit
alles geeft reden, om te vermoeden, dat, zoo de,
aanvoer slechts voldoende is, die koopers dezen af
slag waarschijnlijk zeer gaarne zullen bezoeken.
Het is dus voornamelijk tot de visschers, dat ik
deze regelen richt. Wanneer deze willen samenwer
ken, dan kan er te Van Ewijcksluis eene markt
plaats voor hunne visch komen, die voor hen, op den
duur zeer in het voordeel zal zijn- De aal- en bot-
vJsschers van Nieuwesluis en Kolhorn en ook van,
Wieringen sporen wij dan ook door middel van dit
schrijven nog eens aan: Helpt uwe collega's van Van
Ewijcksluis, want door hun uwe hulp to verleenen,
bereidt ge uzelf betere vischprijzen ïn de toekomst.
En die, dat zult ge toch allen erkennen» zijn npodb'g,
om uwe rekening, die de laatste jaren toch zoo moei
lijk sluitend was te maken, weer eens te doen klop-
DE VISCHAFSLAG TE VAN EWUCKSLLVS.
Zooals de lezers der ..Schager"' reeds uit het num
mer van Zaterdag 7 Maart hebben kunnen zien, zal
de Vischafslag te Van Ewijcksluis Maandag 16 Maart
des namiddags te éen uur worden, geopend. Voorloo-
pig zal tweemaal per week, nl. Maandags en Don-
de r da gsmidüag.s afslag worden; gefcoaidjen, waivnjeer
echter de aanvoer wat begint toe te nemen zal aan
het aantal dagen uitbreiding worden gegeven.
Nu wij dus aan den vooravond staan, van dén
dag, waarop eene nieuwe wijze va» vischverk-oop in
deze omgeving haar intocht zal doen, kan ik niet
pen.
Ja, ook de Wieringer visschers sporen wij tot
helpen in deze aan. Want al heeft Wieringen nu
zelf twee visch afslagen, die voor den verkoop van
oesters, wulken, alikruiken, kortom van alle schelp
dieren ten zeerste op hun plaats zijn, daarmede zijn
de aal- en botvisschers nog niet geholpen. De schelp-
dierenvisscherij toch is geheel aangewezen op den
buitenlandschen handel.. De koopers dezer visch soor
ten, die voornamelijk op Wieringen woonachtig zijn,
verhandelen deze in grootere hoevee Kneden op de buL-
tenlandsche markten, terwijl de aal- en paling-, bot
en scholvisscherij voor een groot gedeelte, de laatste
bijna geheel op den afzet in, kleinere hoeveeïheéefc Jrt
het binnenland zijn aangewezen. Daarvoor te dna Moe
dig eene markt, die vanaf de landzijde gemakkeHJd
en vlug te bereiken is en dat is met Wierïtage*
het geval. Wieringen ligt dus, als eiland, voor den
gereeden verkoop dezer Viscfli soorten, te »e«r ge
ïsoleerd. Het ia voor koopers van do landaijde moei
lijk bereikbaar, terwijl de te vervoeren visch te
lang onderweg is. en te veel overgeladen moet war
den, twee groote nadoelen du3 voor het bereiken van
een flinken prijs.
Het is dan ook m.L zoo juist gezien van bet Ge
meentebestuur van Anna Paulowna, dat het. ondanka
de tusschentijdsche oprichting dezer afslagen op Wie
ringen, welke beide zijn tot stand gelomen, nadat
het plan tot een vischafslag te Van Ewijcksluis nejeda
was geopperd, dat het desondanks toch dit plan ntet
neeft late® varen en met de uitvoering ervan is
doorgegaan. Want het bezoeken van, den afslag voor
koop ers van binnenaf en het vervoeren der visch in
omgekeerde richting is te Van Ewijcksluis veel ©Es-
makkelijker, Van verschillende vischkoopers vernam er
wij dan ook reeds, dat zij, ALS ER SLECHTS VISCH
GENOEG WERD AANGEVOERD, wel genegen waren,
dezen afslag te bezoeken, terwijl ook verschillende
venters uit de omgeving zich daar zullen laten aden..
De hoofdzaak is dus of dte aanvoer voldoende; aal
zijn.
Welnu, aal- of paling-, bot- of s£holvis3chere van
Hollands Noordpunt en van Wieringen, dien aan roes
hebt gij in uwe hand. Ongunstige weersgesteM(h€dd(
of zeer schrale vangsten buitengesloten, kust gij er
voor zorgen, dat er een voldoende aanvoer van
deze v ischuoorten komt. De visschers to Van Ewijck
sluis wenschen alle hunne gehcele vangst over
dezen afslag to laten verhandelen, een begin ia er
dus zeker. Gij. visschers uit de omgeving, steunt
gij hen daarbij, want daarmede, nog eens. bevoordeelt;
ge op den duur uzelf. Gij verruimt er uw afzetge
bied mede en bevordert dus den prijs. Brengt dua
uwe visch aan en laat ze in vrije concurrentie, waar
aan het in deze omgeving tot dusver nog altijd ont
brak, verhandelen. Den gunetigep naam, welke daao
vischsoorten reeds bezitten, zult gij hierdoor nog be
vorderen en er meerdere bekendheid aan, geven. Bu
mocht het dan eens zijn, dat zich, mede door uwen
steun, te Van Ewijcksluis een hapdelsceptrum vorm
de voor de versche vischsoorten der Noordelijke Zui
derzee, dan zoudt gij daar mede trotseh op kunnen
zijn en daarvan mede met voldoening de vruchten*
kunnen plukken.
Nogmaaja dus, visschers der Noordelijke Zuiderzee,
helpt uwe Van Ewijckaluizer collega's, stelt den han
del in staat op dezen afslag voldoende visch te be
komen. opdat deze niet onvoldaan, weer behoeven te
vertrekken, om op den duur weg te blijven; roar-
loopig zal tweemaal per week. Maandag»- en Don
derdagsmiddags vanaf éen uur tot half ze» de ge
legenheid voor u open staan uwe visch te laten ver
handelen. bij vermeerdering van den. aanvoer zal het.
aantal afslag dagen worden uitgebreid. Bezoekt dus
allen dezen afslag en, brengt uwe visch aan en gij
zult eenmaal den dag zegenen, die u heeft doen be
sluiten uwen, steun hieraan te verleenen.
Maart 1914.
I 20.
M Haar leven viel Mary lichter dan eerst gedacht
tocht worden, want de koning verloor bij den dag
meer van zijn nooit groot geweest zijnd aap
ten. Aller oogen "wendden zich tot de opgaande zon.
1 (jen jongen hertog Frans, tot den neef des kon^ngs,
be spoedig in plaats van Lodewïjk de kroon zou
Deze toestand der dingen was Mary hoogst weL-
en ik vrees dat zij om haar positie zoo sterk
hogelijk te maken met het hart van den jongen her-
pg speelde. Hij wan wat men, noemt een mooie man,
[rx bij de vrouwen, zeer geliefd. Hij zelf hield zich
oor onweerstaanbaar, ook bezat hij eenige talenten,
raaxop hij zich echter veel te veel liet voorstaap.
Mary had zijn zwakheden spoedig: genoeg door-
ien. spoediger dan zijn verdorvenheid, waartegenover
ij in haar eigen onschuld blind was. Zij lachte over
tem en met hem en was zooveel in zijn gezelschap,
lat ik, zooals gezegd vreeede, dat Brandow pa den
lood van koning Lodewijk in eien anderen koning
jen, gevaarlijken mededinger zou kunnen, hebben, dlie
waarschijnlijk alles zon aanwenden, om Mary aap,zijn
tof te behouden. Wanneer Mary trouweloos gewor-
i was, geloof Ik dat Brandow heel kalm de ge
heid zou hebben afgewacht om haar te kunpeai
E.jooden.
Ik sprak met Jane dikwijl» over het gedrag der
Win gin en ook zij keurde het af. Daarom besloot
Mary te waja:flthuwen en sprak ik openhartig met
tO, joüw domkop." aedde zij lachend, ,.hij la bijna
oven groote dwaas als mijn lieve Hendrik." Dan
k*imen haar de tranen in de oogen en mij kramp-
*4Ug bij den arm grijpend zeide zij: „Begrijp je mij
.da* zoo weinig? Ik zou mijn leven gaarne opofferen,
iTOte» ik op dit oogepbLik voor Brandow zou kun-
Q*-Q neerknielen. Weet ge niet dat een vrouw met
tuik een liefde in haar hart, tegen de zwaarst©
r&rldding gewaarborgd j»? Züj i» een zeker en vast
voor haaf."
„.Ja, maar hertog Frapp is een gevaarlijk mensch,
zoodat het mij leed doet, wanneer ;k u in zijp ge
zelschap moet achterlaten"
„Zeker is hij, niet goed." zeide rij, maar zoo schijnt
de aard dezer menscihen hier te zijn Het moet een
kerngezonde natuur rijn, rein en goed, dile hier vast
in. zijn schoenen blijft."
In gedachte-n verzonken liet zaj het hoofd zimkein.
Daarop sloeg zij de oogen vragend tot mij op:
„Ben ik dajt niet. Edwin? Zeg het mij openhartig,
ben ik dat niet? Wanneer deze deugd mij ontbreekt,
is er niet veel goeds in, mij, wapt .ik heb zoovele on
deugden en gebreken." Haax oogen stonden vol tro
nen en haar stem klonk droevig en in mijn hart
wist ik, dat ik voor de reinste ziel van Gods schep
ping stond.
„Dat is u beslist. Mejesteit, zonder eenogen twij
fel." antwoordde ik. „Dat is ook het edele in de
vrouw, waarvoor elke man de knie buigt." Ik wist
alles en kuste haar de hand en, een gevoel van
eerbied en ontzag, geloof en vertpouwen, dat mij
tot zelfs op den huidigen dag ntet heeft verlaten.
Wat echter hertog Frans en rijp bedoelingen be
treft, daarin had ik mij toch piet vergist.
In de mapiid November kregep Jape en ik verlof
om naar Engeland terug te keeren, en wij berelddJen
ons dadelijk voor onze reis naar het vaderland voor.
Ach. hoe heerlijk was- dat, Jane ons beider kof
fers te zien gereed maken. Toen aj die mooie voor
wierpen, die in de winkels van Parijs worep gekocht.,
I ingepakt waren en Mary ons beiden had gekust, na-
men wij met ons klein gevolg afscheód en vooruit
gipg het. over -St. Denis naar ons dierbaar Engeland.
Bij het afscheid gaf Mary mij een brief voor Bran
dow, waarvap de omvang mij. getuigde* dat hij, haar
zelfs geen enkelen dag uit de gedachten was ge
weest. Den brief in de hand wegend, vroeg ik: „Uwe
Majesteit had beter gedaan, daarvoor een apartep
koffer te laten maken."
Lachend en met tranen in, de oogen, antwoordde
zij zacht: „Ik denk niet, dat zeker -iemand hem te
groot zal vinden. Vaarwel, leef gelukkig!"
•*«- lieve ko-
K. KEURIS Aa.
Gemengd Nieuws.
IV EKELD-RECORDS.
Parijs bezit onder zijn burgers een meneer Lhipopc.
die 2844 hazel-notep in het uur kraakt met rijn
tanden en Lyon een mevrouw Duh3é die ip vijf
uren tij dg 2007 sandwiches gereed maakt.
Kolonel Lowney, te New-York, heeft zes nv*-"-
noodig geen seconde meer! om 109
groot zal vinden, vaarwei, «sti
En zoo lieten wij Mary, de schoone, lieve ko
ningin, alleen onder al die verschrikkelijke vreem
delingen, alleen met een klein EngeJach meisje van
zeven jaar, de latere Anna Boleijn.
HOOFDSTUK 23.
Na onzen terugkeer ip Engelapd, ïi.ejt ik Jape in
Suffolk bij haar oom Lord; Bolingbroke. want ik had
vast besloten, hapr uit de nabijheid van koning Hen
drik te houden. Daarna begaf ik mij naar Londep
met de tweeledige bedoeling, Brandow te rien en mij n
betrekking a,ls koninklijk beambte op te zeggen.
Toen ik den koning mijn huwelijk met Jane mee
deelde, werd hij; daar zeer bcos over. dlat wij niet
eens zijn toestemming hadden gevraagd. Het was
een zijner grillen, dat men bij alles wat men dloen
wilde, zijn toestemming moest vragen, vooral als
het een huwelijk betrof met een dame, die volgens I
haar geboorte tot een stand behoorde, die onder de
voogdijschap van den koning stond. Jax.e had ge
lukkig geen bezittingenomdat die haar reeds als
kind door dep vader des konings waren ontroofd.
Zoodoende kon de koning niets anders doen dan
naar hartelust over ons huwelijk mopperen en brom
men.
„Ik wilde Uwe Majesteit nog bedanken, voor de
mij duizendvoudig bewezen goedheid." zeide ik, „en
ofschoon mij de scheiding van Uwe Majesteit van
ganscher harte bedroeft, zoo dwingen de omstandig
heden mij toch Uwe Majesteit om mijn ontslag te
vragen.'
De koning sprak daarover zijn spijt uit en ver
zocht mij, nog eens ernstig over de zaak na te den
ken. Doch ik bleef bij mijn besluit. Met dezen dag
eindigde mijn dienstbetrekidpg bij: koning Hendrik
VIII van Engeland voor altijd^
Nadat ik afscheid had genomen, zocht, ik Branjdow
op, dien ik zeer gemoedelijk ingericht, op onze oude
kaniers vond. Hij had die voorkeur gegeven aan* deze
vertrekken hoven een paar rijk gemeubileerde ka
ïn ets in het apdere deel van het paleis. Daar ik
eenige dagen blijven moest om de zaken te regelen,
nocdigde hij mij uit zijn kamers met hem te deelen.
Deze weinige dagen niet Brandow beteeken dep
voor mij het afscheid van mijn tegenwoordig ik.
van mijn oude en zoo btegeerenswaardigej levenswijze,
de bekende vertrekken en al mijn vrienden. Zoodoen
de had deze korte tijd een leelijken bijsmaak. Na-
j tuurlijk bëtrëurde ik den ruil in geen, enkel opzicht,
want immers ik vond alles in, Jane terug, dio voor
mij een echtgenoote en goede kameraad tegelijk was.
Jane zond mij den koffer na, waarin Mary's brief
aan. Brandow en, nog wat anders, dat ik hem moest
overbrengen, namelijk een som gelds, toereikend om
de op zijn ouders erf drukkende schuld te; betalen en
nog een groot stuk aangrenzenden grond er bij te
koopen. Brapdow li ad niet de minste bedenking om
het geld aan te nemen en scheen verheugd, dothee
van Marj kwam. wopt vap haar alleen wilde hij zjulk
een geschenk aannemen,
D& aangelegenheid met hertog Frans verontrustte
mij zeer. Ofschoon ik van plan was. om dat alles
voor Erapdow geheim te houiden, deelde ik hem des
ondanks mijn vrees mee.
„Wees zonder zorg! Ik weet wel dat deze jong^
man een andere is dan de "koning, maar wfie het ook
1 moge zijp, ik vertrouw op Mary. Voor haax heengaan
gaf zij mij de verzekering harer trouw, ik ben dus
I niet eens zoo ongelukkig als men wel denken aou,
niet waar?"
Dit moest ik wel toegeven en dan begon Brandow
aan den dikken brief dien ik hem had gegeven. Ik
sla de meest intieme gedeelten maar over. Men kap
ongeveer wei nagaan wat minpen.den elkaar schrijven,
j Mary schreef o.a.: „Nadat ik je verlaten had.
I heerschie er langen tijd kommer en ellende inunlp
hart, want mijn scheiding van jou viel mij zwaarder
1 dan ik kon verdragen, zelfs zwaarder dan ik het mti
had voorgesreld en meng ocgehblik was Jk de ver
twijfeling nabij, en ik twijfelde er menigmaal aan of
ik het te Parijs wel zou kunpep uithouden. Geen
I slaap kwam er over mijn oogen en ik kop eten noch
drinken. Deze toestand duurde gedurende mijn ge-
he.ole reis. die ik opdier allerlei voorwendsels tot
zeven weken wist uit te strekken. Doch toen mijn
oogen voor de eerste maal het gelaat vap koning
Ix>dewijk aanschouwden, wist ik dat hot een kinder
spel zou zijn om dez \n ouden man naar mijn hand
te zetten. Ook in Parijs werd mij het levon licht
en gemakkolijk gemaakt. Schoonheid heeft op dit
warmvoelende volk een groeten invloed. Je kunt je
geen, meer onderworpene onderdanen wenec-hen. 011 ik
moet mijn uiterste best doen, om ntet een lastige en
veeJeischende vrouw to worden.
„Ons ongeluk is thans om te dragen, vooral om
dat het onmogelijk van langen duur kap zijn; ja,
I raenignjpal denk ik, dat er een geheime z'gen ip
<?teekt. Bijra zou ik gelukkig kunnen zijn, als ik
jou maar bij mij had. Ik houd er veel van, alleep
te zijn en met open oogen van de toekomst te droo-
men en te denken pan het oogenblik als ik bij te
zal zijn. Het valt' mij dikwijls zoo hard op dat oogen
blik te moeten wachten, ik die nooit aanleg heb ge
had om geduldig te zijn. Maar wanneer dease tijd
om is, zullen wij er op kunnen terugzien als op
een tijd waarin onze harten geschoold en gevormd,
zijn en ons verheugen over het feit, dat wij onzen
t