Alpicei Nieiïs-
Uitmuit- LulMlil
Van Houten s
Woensdag 22 April 1914.
57ste Jaargang No. 5365.
EERSTE BLAD.
De Dingen om ons heen.
De Adjudant des Keizers
M&cc/e aaocot/^^eAc.-
SCIAGER
COURANT.
Dit nummer bestaat, uit twee bladen..
I. „TIJDELIJK".
„Klets is zoo bestendig als bot voorloopilge", zol
eens een Pra,nedh staatsman, toen, men, zijn steun en
stem trachtte te wJji.nen voor een. maatregel waar
tegen hij bezwaar bad. Mem. poogde hem over te halen
door er op te wijzen, dut het slechts een tijdelijke,
voorlooplge regeling betrof, doch zijn antwoord was
de paradox, die wij hierboven, afschrijven,.
Inderdaad, het gelijkt een, paradox. Immers degene
die een tijdelijke regeling voorstelt, deelt feitelijk
tevens zijn, voornemen, medel spoedllg met een adder
afdoend voorstel te zullen, komen,, hetwelk lm p/laa/tis
van het voorlooplg noodmlddel zml treden.
Toch heeft de Fransche staatsman Ito, veie opzich
ten, en omstandigheden, gelijk gekregen.
Dat ligt lm, den, «MWd der dingen. De noodmaatregel
helpt voor het oogenbllk voldoende, wteajrom zou
men zich dan de moeite geven, e©ne| nieuwe rekgelhig
te gaan ontwerpen? Het gaat immers goed zoo,! Des
menschen aangeboren luiheid doet dan 'de rest. Voor
looplge regelingen duremi 6oms eeuwen. Men demke
maar eens aan de Unie van Utrecht, verbond voor oor
logstijd tusschen de zevem provinciën gesloten, dat
van kracht bleef als grondwet gedurende' geheel het
bestaan der Republiek-
Zoo is bet een paar jaar geleden ook gegaan, toen,
de Minister van Financiën om aam geld te komen de
tien opcenten, hief van vermogens- en bedrij f6bola&-
ting. Dat was ln ajwachtltng van het oogenbllk .waar
op hij zijn, eigen belasting-ontwerpen er door zou
hebben gekregen. Iets waarvan naar men weet noch
bij Minister Kolkman, noch bij diens voorganger Iets
gekomen le. Plannen gempeg, doch vjan, verwezenlij
king geen sprake.
Hoe dit zij, alle aanslagen lm vermogens- en. in
komstenbelasting zijn. sedert eenige jaren niet een
tiende verhoogd. Tijdelijk.het is waar. doch be
taald moet or worden niettemin, jaar lm jaar uiit
nu al.
De nieuwe Minister, vreemdeling ip het Pari©
ment, niet wetend hoe knoeirsiig en rammelendi de
wetgevende machine welrk.t had, naar hij lm Octo-
ber zeide, gehoopt omstreeks dezen tijd van het
Jaar zijn nieuwe Inkomstenbelasting gereed ter In
voering in bet Staatsblad: te hebben. De voorlooplge
opcenten zouden, Intusschem bestendigd! blijven. Het
kwam geheel anders uiit.
In plaats van zljm belastingwet gereed: te hebben
moet hij misschien nog een, d'ag of veertien lp de
Tweede Kamer te velde om het ontwerp ervan, te
verdedigen tegen de aanval Iep. van allen kant. Dat
die verdediging zeer moeilijk zal zljm behoeft geen
betoog. Voor belastingwetten 1® geen Kamer ooit
gaarne te vinden. Allerminst wanneer er bij, de groo-
te vermogens aangeklopt wordt. De critiek waaraan
het ontwerp hoeft blootgestaan is dam ook op ver
schillende punten verre van, malsch geweest Zeilfs
van de zijde, die den Mimister het maast staat kwa-
men op- en aanmerkingen, kwamen amendementen
(zooal6 van de VrijzirnrniS-Democraten), diie voor het
tot stand komen, der wet nu njet precies gunstige
voorteekens zijn.
Doch gesteld, dat door voorschülende groepen der
Tweeder Kamer een meerderheid vóór het ontwerp-
Bertling gevormd wordt, dan blij'ft als schrikbeeld,
nog de Senaat over. Ook waarlijk geen lichaam, dat
happig is op een dergelijke belastingwet. De lasten,
op onroerende goederen gelegd (ook al ls de aan
slag naar de verkoopwaard;© geschrapt), de belasting
op de winpten der naanulooza vennootschappen, de
opheffing van vrijstelling van het landbouwbedrijf
zijn zoovele hinderpalen voor de aunpeming va,n; het
ontwerp door de Eerste Kamer. Voegt daarbij nog
de politieke samenstelling dier Kamer, de meerder
heid voor een protectionistisch stelsel, eb men zal
ons moeten toegeven dat de vooruitzichten vam des
FEUILLETON.
s.
Nadat de koning zijn. plaats naast de hertogin Vam
Amgoulème had ingenomen, en eveneens) een spel
kaarten had gegrepen, werden de schuifdeuren geo
pend en de dames en heerem vam het ganoodlgde ge
zelschap mochten binnenkomen.
Tegenover de speeltafeltjes vam die koninklijke fa
milie volgde de voorgeschreven, berwteglng, terwijl de
heeren ln hum hofkleedlij of uniform, den, achtergrond
vormden. Van hen, zag men miet veel meer dan. de
diepbulgendie hoofdeto.
De koning, de hertogin,, die hertog van, Angoulème
en de graaf van, Artols keken met eem gelaat waarop
de verveling stond gedrukt, naar de voorbijtrekkende
damesschaar. Zij knikten werktuigelijk dankend met
bet, hoofd.
De hertog van Berry monsterde enkele der dames
zeer scherp. Een spottend' lachje of esn vriendelijke
blik verried duidelijk, of gestalte, toilet of buiging
van de dames hem bevielen, of niet.
Trots zijn verstoordheid' over de liefde van. Cla're
van, Rooderer voor iGourgjamd, straalden, rijn, oogen
toch van bewondering, toen hij onder de Jong© meis
jes, die het laatste gedeelte van het damesgezel
schap vormden, de schoons gestalte der jongis gra
vin herkende.
Indien men Clajïe n,ooit lm balcostutum had gezien,
kon men zich moeilijk voorstellen, hoe mooi zij was.
Zij droeg geen andler© versiering dan een kostbaar
paar .snoer oan den hal® en haai' prachtig blond haar
op het hoofd. Haar wijt zijden kleed was a,an den
zoom met rozensllngers geborduurd. De rok werd
niet meer zoo laag onder de schouders vastgehecht,
zooals dat tb Napoleon'® tJJid die geiwoonte was.
Niettemin,, mevrouw Ney, de hertoginnen van
Bassano, Wagram, Reggio en andere droegen nog hun
japonnen zonder taille, het haar hoog opgemaakt mcit
wapperen vieren. Hunne toiletten toonden, nog steeds
de overdreven luxe, den dikwijls slechten, smaak van
het keizerrijk.
Zoo was ook reeds uitwendig de klove aan het
Ministers eerste groote wet verre van rooskleurig
zijn.
Zijne Excellentie heeft dit eelf Ingezien. In geen
geva' kan hij zelfs bij de grootste zuinigheid; met de
bestaande middelen de begrooting sluitend maken. Hij
moest uitzien naar dekking en w'as dus wel verplicht
die tijdelijke opcenten van zijn voorgangers voorloo
plg nog maar te bestendigen? Neen. Was het slechts
zoo!
Excellentie redeneerde geheel andere.
„Men ia aan die opcenten reeds gewend geraakt.
Men weet niet beter of de belasting ie niet meer
éen gulden, doch een guldien tien. Don toestand, van
voor eeoige jaren heeft men vergeten. MJJp, opcenten
die nieuw, tijdelijk en voorlooplg zijn, tot tijd en
wijle, dat de nieuwe Inkomstenibekietlng er is, kun
nen dus de 1.10 lnplaajts van de 1.tot basis heb
ben
Niets is zoo bestendig als het voorlooplge!
Als straks (wat wij lm het geheel niet onmogelijk
achten) de belasting-wet verworpen wordt, of slechts
zwaa geknot het Staatsblad! bereikt, voorzien wij
er In, dat wij die tijdelijk© opcenten, met de opcen
ten daarop, nog wel een paar jaar zullen mogen be
houden.
Al waren zij dam ook nog zoo tijdelijk.
Alle lapmiddelen zijn uit, den boocoe. Al ware het
slechts, dat. zij een goede, afdoende regeling ln den
weg staan: doen uitstellen, of onmogelijk maken, In
de allereerste plaats geldt dit vani noodmaatregelen
ten aanzien van belastingen. Doch vooral ten opzichte
van progressief geheven belasting, waarbij het groo-
ter inkomen naar verhouding zwaarder dan het klei
nere belast wordt, is het verhoogem van den aanslag
met éen tiende, straks meer, een plomp middel, dat
bovendien voor het kleine en gemiddelde inkomen
bovendien onbillijk en onrechtvaardig is.
Of spreekt het niet vanzelf, dat een. aanslag op
een klein Inkomen automatisch met een tiende ver
hoogd een totaal andere uitwerking heelt dan die
zelfde verhooging met 10% op een groot inkomen."
De kleinne man heeft voor elk dubbeltje, althans
voor eiken gulden, een bestemming. De belastijogver-
hooging maakt dat hij zich iets anders moet ont
zeggen.
Op het groote fortuin maakt het verschil vap een
honderd gulden meer of minder betrekkelijk weinig
uit en zeker behoeft er blij den bezitter daprvam geen
sprake te zijn, dat hij iets noodigs gaat ontbaren.
Voor allo betrokkenen is zulk een, verhooiging on
aangenaam, doch het effect op de onderscheiden, klas
sen van belastingbetalers is zeer verschillend. Wat
als noodmaatregel voor een jaar er mee door zou
kunnen, moet als blijvende regeling bestreden wordon
en zeer zeker is een verhooging van een verhooging
alleszins afkeurenswaardig.
Daarom is het te hopen, dat het met deze opcen
ten niet zoover komt, dat zij ooit het t Ij de lij k e
met het eeuwigdurende zullen gaan verwis-
Beien.
UITKIJK.
Binnenlandsch Nieuws.
IU1D VAN ANNA PAULOWNA.
Vergidering van den Raad op Dinsdag 21 April
1911, des middegs 2 uur. Aanwezig allen.
Voorzitter do lieer C. Wjjdenos Spaans, burgemeester.
Na opening volgt lezing der notulen, die worden
goedgekeurd.
Bij d® op 27 Mnart gedane kasopname moest fin
kas zijn en was f 205.66Va- Van de VereenMng tot
ontwikkeling van don landbouw in Hollands Noorder
kwartier is Verslag ingekomen over de gehouden cursus
sen in landbouwTiuisnoudelijk onderwijs. Aan den in
deze gemeente gehouden cursus namen 22 leerlingen
deel. Van den directeur der posterijen is bericht inge
komen, dat te ;Breezand 'aan het perceel van den heer
Hoogendijk een hangbrievenhus is geplaatst. Besloten
den directeur dank to betuigen voor do verleende
medewerking.
Door Ged. Staten is goedgekeurd de suppjetoire be
grooting en het besluit tot af- en overschrijving van
diverse posten.
Volgt stemming over het in de vorige vergadering
aangehouden punt, plaatsing van een gasoline-lantaarn
aan de Driebruggen. Het voorstel van B. en W. om
'.ot plaatsing over te gaan, wordt aangenomen met
G tegen 5 stemmen. Tegen stemden de hoeren Geér-
ligs, Van Ilaaften, Van Mullem, Stammes ai De Graaf.
Óp het verzoek van den hoer G. Wat aan den Zwin-
weg, om ontheffing van de bouw- en woningverordeoiing
en wei wat betreft de verdiepingshoog'.e van het ver
trek. wordt gunstig beschikt.
Tot onderwijzer aan school II wordt met algemeene
stemmen benoemd de hoer L. Mallekote te Kortgenc,
no. 1 der voordracht. Als no. 2 en no. 3 kwamen
op de voordracht voor de heeren L. Hove van Sappe-
meer en Jb. Sinjc'wel to Helder.
Besloten wordt voor aanbouw school II een geld-
leening aan te gaan ad f 3400, tegen hoogsten 5 pel. ai
Rona cacao
hof, het met geweld bijeenbrengen! vaji het gezel
schap, duidelijk op to (merken.
Thans wiaren, zij er weer de dames van den, outd-
Franschem, ajdel, die sed'ert de revolutie als baininëliln-
gan of ln strenge teruiggetrokkelr.lheld/ lm St. Germalm
hadden geleefd, in hun sttflllö ka,mers met sierlijke ro-
kokomeubele®,, ©h lanjdlgieeilcihtem aan dien wand. Nu
kwamen zij w©er aan het hof met hum, trotsche®, on
genaakbare gratie, hun hoogmoedige blikken,, kost
bare borduursels aan die kleederen, d)e oudie faniiHe-
Ju weelen lm. het hoogopgeimaakte, grijze haar. Zij
brachten hun trouw voor het oude koningshuis, hun
ongebroken hoogmoed, hum baat togen, de Jacobijtn^h,
hun verachting voor den. nieuwen adel met het arm
zalig overschot van hun vermogen, dat dikwijls nog
slechts bestond ln oude kanten, een paar juweelen,
en verbrand kasteel en een onuitputtelijke®, schat
van weerzin en afschuw tegen allee uat anders was
dan ln hun tijd. terug. Zij- zelden tegen de leden van,
den nieuwen adel geen onaangename woorden. Ach,
neen, daarvoor waren zij vieel te goed opgevoed. Men
groette hen zielfs, boog een weinig den trotschen
nek, wanneer zulk een ..oorlogshertog" met hen pra
ten wilde... En toch ging van hem allen die ijzige
koude uit, die den onovarbrngbaren kloof tussdhen
den ouden en den nieuwen adJel had geschapen. Elke
dezer onverschillige blikken, die schijnbaar doelloos
langs de vrouwen van maarschalken en hertogen bSj
de gratie va,n Napoleon, heenglede®, was erger dan
een feitelijke beleeddgimg.
Dachten deze hoogmoedige diames er hl et aan, dat
iedere verachtelijke blik van, hem, den koning eem
nieuwen vijand bezorgde? "Waarschijnlijk niet.
Ook n" weer, zooa.ls altijd, deelde zich onmiddel
lijk na het défilé voor den, koning, hot gezelschap
In twee streng gescheldten, deel en, als twee leger
scharen stonden, de partijen il® de groote zaal.
De oude markiezin van Cnequiis, dl|e dien ongelukki
ger), kleinen kroonprins' had opgevoed, en om wie de
dames van den Faubourg St- Germain zich groepeer
den, wierp eien vïuchti'gen blhik op de luid spreken
de en lach end e dames van het keizerrijk, die aan
het andere einde der zaal stonde®, en door een
uitgelaten vroolijkheid hun innerlijk onbehagen wil
den verjagen.
„Wat een manieren!" zeide de markiezin, zich. ver
achtelijk afwendend.
Een zacht hoonend lachen ging door de rijen dier
vertegenwoordllgstere va® idem oud-Fr,a[nsehe,n adied. De'
waaiers ruischten verstoord, elke plooi dier .stijve zij
den toiletten kraakte verontrustend).
Aan het andere einde der zaal vermaan men zeef
duidelijk dat voornaam gedempte, zacht gierende, hoo-
nende lachen. Het werkt© als ©en oproep tot d'en
strijd.
Het gezicht van mevrouw Ney gloeide. „De hoog
moedige bende aan den overkant heeft zeker weer
een van ons uitverkoren om recht over te sprakf^n."
De hertogin van Bassano, de getrouwe echo van
haar goede vriendin, draaide zich onmiddellijk om
en liet den gehaten dames vam da andere zijde nog
slechts haar breed en rug zien.
„Maar, mijn lieve," suste mevrouw Berthler. ,.u
kunt toch im 't geheel njet weten, waarover men daar
lacht. Waarschijnlijk een flauwe a®eodiote u*t vroo-
geren tijd."
Maarschalk Berthierts echtgenoote was als een
geboren Belersche prinses ln een onaangename®) toe
stand. Hare sympathieën trokken haar aan de zijde
van den ouden adel. maar de dames van het keizer
rijk dwongen haar onverbiddelijk in hare rijen te
blijven. Zeer gaarne zag men baar bij den oudelnadel
ook niet, maar men had haar tenminste om haar rajng
„Ach, die aneodoten ken ik reeds, die men. el
kaar daar vertelt," vle.1 de hertogin van Reggio bit
ter in, „die zijn steeds op onze kosten bedacht."
Inderdaad werd zooeven aap den overkant een vroo-
lijk© geschiedenis opgediischt; achter haar waaier
vandaan riep de hertogin van Fleury den hertog van
Colligny, et-u die haar vroeger het hof gemaakt had,
toe: „Wanneer gij nu uw vermogen wil herwinnen,
hertog, weet ik een middel. Verkoop de portretten
van uw voorouders. Men betaalt, er de hoogste prij
zen voor bij antiquiteitenhandelaare. Dte hertoginnen
de vroegere marketentsters van den overkapt
zouden wel graag met een P®ar voorvaders willen,
pronken! De hertogin, van, Reggio heeft kort ge,lieden
een oud portret van kardinaal De Bissy, voor haar
grootvader uitgegeven."
„Prachtig!"
Weder liep een onderdrukt lachen door de rijen
der dames met die waaiers.
De hertog van Colligny bood zijn kleine met ju-
weelen bezette snuifdoos aan zijn buurman, den prins
van Montmorency aan, die zich met een) beleefde bui
ging op gepaste wijze bediende.
iaarlij'ks f 200 af te lossen, te beginnen met 1915.
De heer De Graaf vroeg, of in dit geval een annuite
leening jiiet de voorkeur verdiende, juist omdat na
&TSC] -
17 jaar ae school nog voldoende nut zal opleveren.
Voorzitter acht dit in dit geval niet gewenscht. was
de leening noodig voor een zaak, die in 4e toeaomst
inkomsten opbrengt, dan zou een annuitdtsleening over
weging ycrdiencn, doch in dit geval zou spreker het
niet aanraden, te meer daar een jaariijksche aflossing
van f 200 niet bezwaarlijk, voor de gemeente genoemd
kan worden.
De sijppletoire begrooting voor 1914, tot
der kosten van den sdfioolbouw, wordt goedi
De brandverzekering van school II, wordt door den
school bouw met f 4200 verhoogd en die van de meubelen
van school II met f 300.
Aan den onderwijzer De Wilde, wordt een grati
ficatie van f 50 toegekend). Daar het aanvangsalaris
der onderwijzers niet hoog is, is vroeger besloten aan
de onderwijzers jaarlijks een gatiticatie te geven.
De kohieren schoolgeld worden ais volgt vastge
steld: jschool I f 95
f 22.52.
school li f 94.38, school ffl
De belooning van dc'i oppasser van het raadhuis
wordt van f 75 op f 100 gebracht.
B. en W. stellen voor ajwijaend. to beechlkkep op
het verzoek van de gemeenit© Velsen, om adhaeslè
betuiging op het adres in zake ouderdomsrente. Om
billijkheidsredenen em omdnt het niet in, het belang
der gemeente is, stellen B. en W. den Raad voor
zich van adhaesie-betulglng te onthouden. Aldus wordt
besloten. De verordening op de schoolwijken wordt
gewijzigd overeenkomstig het voorstel van B. en W„
nl. dat 1 Augustus a.s. de wijziging in de grensbe
paling der schoolwijken zal plaats hebben.
Aan B. en WT. wordt machtiging verleend tot open
bare aanbesteding van het schoonmaken en schoon
houden van school II met bljlevering van materia
len. Bij de rondvraag zegt de heer Bakker, dat hij
gaarne zou zien diat het Dagelljksch Bestuur zich nog
eens bezighield over de aanschaffing van rapportboek
jes op de scholen. Spreker acht het noodzakelijk dat
deze hier worden ingevoerd.
Voorzitter zegt gaarne de motleven te willen hoo-
ren waaruit de noodzakelijkheid (moet blijken van aan
schaffing dezer rapportboekjes. Reeds vroeger is
hierover gesproken met onderwijzers en schoolopzie
ner en ls besloten ze niet aan te schaffen. Dc haer
Bakker wijst er op, dat men door de rapport boekjes
vroeg genoeg kan zden of d© kinderen! voldoend©
vorderingen maken,, terwijl men dat tegenwoordig niet
weet en men dit te weten komt, wanneer het soms
te laat is.
Voorzitter daarentegen, zegt weer dat de rapport-
boekjes wel gemakkelijk edjn voor de oudeirs, maar
hot is beter, da,t zij zich met de vorderingen van 't
kind op de hoogte stellen bij die onderwijzers, dat zal
meer tot heil van het kind zijn en daarvoor zullen
de ouders zich toch wel dez© moeite willen getroos
ten. Na eenlge discusete wtordt boaloten, dat B. en
W. deze zaak nogmaals zullen onderzoeken, en Voor
zitter voegt er aan toe, dat hij zich door een dies-
kundige zal doen Inlichten. Hierna, sluiting.
HET BIJGELOOFGEVAAK.
Onder dit opschrift lezen wij in de Java-Bode, schrijft
de H. N. Crt'.:
Hel bijgeloof zooals het onder de Inlandsche be
volking verspreid wordt, is dikwijls ech jniddel, om
op te stoken tót lijdelijk en zelfs gevaarlijk verzet.
Een tijd geleden moest ergens een brug gebouwd
worden, en het vreemde praatje fcing rond, dat voor
de fundeeringen daarvan kinderhoofdjes gezocht wer
den. Het dwaze geloof aan dc tjoclii, die menschea
komt stelen, heeft al meer dan eens tot noodlottige actie
tegen koelie weners geleid. Soms wordt ook op han
dige wijze van jiet bijgeloof van den Inlander profijt
getrokken ten nadeele van een handelsconcurrent.' Nog
niet zoo heel lang geleden geloofde de bevolking van
een dessa aan het verhaal, dat de duivel vele hoofd
doeken met spatjes besmeerde, zoodat de in zwang zijnde
hoofddoeken met Stippels bij honderden Vervangi-n vier
den door een andere soort, w^lke door een handelaar
tegelijk met den hijgeloof-onzin op de markt was ge
bracht. En nu wordt volgons de Sin Po. in Gombong
en omstreken het gerucht verspreid, dat ©en booze
geest, een „sétan endil endil" al een slachtoffer ge
maakt heeft, en 's nachts nog verder zal rondsluipen,
„Zie eens, daar gakt Foudhé, de hertog vajn Otram-
to, d© meest gehaatte man in, Frankrijk, Hij z©git
tegen die dames daar juist eenlge onaangenaam
heden. Als hij daarmee klaar is, komt hij hier om
te probeeren. tn troebel water te vtisschetti."
Allen gingen onwillekeurig dichter bijeen staan.
„Fouché, de Jaoobijp. de moordenaarzeide
de markiezin van Crequia mpt bleekte lippen. Haar
oogen richtten zich met onmiskenbare afschuw op
het spottend) lachende gezicht van den besprokene.
„Die geheele verschrikkelijke tij dl komt iemand weer
voor den geest bij zijn aanblik."
„Men ging tenminste ln dien tijd in goed gezel
schap den dood tegemoet, nu leeft men ln slecht
gezelschap wat is nu beter?" meende dte hertogin
van Rohan met kouden hoogmoed.
„Merkwaardig ls het. hoe Fouché zich altijd nog
weet te handhaven. Bij Napoleon viel hij ln onge
nade vapwege zijn eeuwige imriguee en nu, trots
zijn verschrikkelijk verleden, doet de koning eenoog
dicht en ontvangt hem aan het hof."
„Zijne Majesteit wil Fouché niet tot vijand heb
ben. Bovendien is hij met alles op de hoogte."
„Natuurlijk. Hij dringt zioh in Ieders vertrouwen
maar ajleen om steeds weer te kunnen verraden."
Fouché naderde nu tot de spreeksters met een,
vriendelijk lachje. Ijskoude, afwijzende blikken hiel
den, hem niet terug, wanneer hij Iemand wilde uit-
hooren. Hij begon direct met den hertog van Ro
han een gesprek en groette de trotflche damee smet
beleefde vertrouwelijkheid.
Onwillekeurig trokken allen zich op eenlgen af
stand terug, meer op den, achtergrond der zaal, waar
d© Jonge meisjes stondeta, Clalre vattx Rooderer maak
te een diepe buiging, toen dte markiezin van Crequia
plotseling naast haar stond.
„Ach, mijne kleine, zijt gij daar!ik heb u den
heelen avond nog niet gezdlen." Zij reikte het jonge
meisje de band. Haar blik w§rd echter d/i!reot koeler,
toen zij Gourgand bemerkte, die dicht achter Claire
stond en voor haar boog. Zij beantwoordde den groet
van den jongen, officier zeer stijf.
HIJ bemerkte de kilheid van dezen dank zeer goed
en ging direct eenige schreden, verden weg op een
kameraad af.
Wordt vervolgd.