Schager Courant.
Electriciteit in Noord-Holland.
Zaterdag 25 April 1914.
57ste Jaargang No 5367.
TWEEDE BLAD.
Dam-Rubriek.
11
De Adjudant des Keizers
Schetsen uit de Rechtzaal.
PARTIJ-STUDIE
van N. DE HAAS Jr., Rotterdam.
Zwart
Stand swart, 9 schaven op: 2, 4, 6. 7, 11, 13, 16,
20 en 39.
Stand wit, 9 schijven op22, 20, 27. 31, 33, 36,
38, 45 en 43.
Dei» stand is uit een partij, gespeeld tusschen de
hoeren Nagelkerke (zwart) én D. de Waard (witj, bei
den te Rotterdam.
Wit is aan zet en speelt 4540, in de verwachting
d!at zwart niet 2024 zal antwoorden; wit maakt dan
de purtij uit.
liet spel had nu het volgende verloop:
1. Wit: 45—40. Zwart20—24.
2. 22—17. 11 22.
3. 27 9. to 4 13.
4. 38—33. 39 28.
5. 26—21. 10 27.
6. 31 33. 18—19.
7. 40—34. M 19—23.
8. 3430 enz.
Stand zwart, 9 schrijven op: 4, 7, 9. 11, 17, 19,
21, 24 en 25.
Stand wit. 9 schijven op: 28, 31, 32. 33, 35, 37,
41, 42 en 48.
De heer De Haas laat ons in de hier volgende
varianten zien, hoe wit in deze stelling kan winnen
Dit is voor vele dammers van groote waarde, want
niet zelden weten zelfs sterke spelers niet, op welke
wijze zij: tot winst kunnen geraken._
le variant.
1. Wit31—27.
27—22.
33—29.
28 39.
32 3.
Zwart: 1116.
7—11.
24 33.
17 28.
2e variant.
1. Wit: 31—27. Zwart: 11—16.
27—22.
22 11.
33—29.
32—27.
37 8.
7—12.
16— 7.
24 22.
22 31 of
3e variant.
1. Wit: 31—27. Zwart: 21—26.
2. 27—21. 7—12.
Wit knn nu dam nemen door 2822, 4238,
3833 323. Wit mag deze evenwel niet nemen, daar
zwart aan antwoordt met 410.
3. Wit: 21—16.' Zwart: 26—31.
4. 16 18. 31—36.
5. 28—23. 36 27 of 29.
6. 23 3.
1.
'2.
3.
4.
5.
4e variant.
Wit: 31—27. Zwart: 21—26.
27—21.
21 1.
28—23.
1 3.
26—31.
31—36.
36 18.
Het bestudeeren van deze partij-studie is
nuttige oefening.
EEN VERRASSENDE WINSTGANG.
7w»ri
m'
FEUILLETON.
Grepen uit Land- en Tuinbouw.
De bacteriën behooren met oen zeer g oot aan lal
andere lagere plantaardige organismen, d-e men met
den naam „zwammen" aanduidt, en waarvan de buc
teriën onder den naam „splijtzwammen" dikwijls als
een aidecLmg worden beschouwd, tot de bLudgrccuiooze
planten.
Ook meerdere hoogere pjanten, zooals b.v. liet war
kruid en de bremraap missen de g-oene kieurstoi,
üie voor de „gewone" planten in hoofdzaak zoo ka
rakteristiek is. Aangezien' de planten juist door deze
groene kleurstof Jiei vermogen' bezit.cn om uit Jiet
aoolzuurgis der lucht en het ui de plant aanwezige wa.er
oigonische stoffen te vormen welke de g. oots e massa
van <Je droge stof der meeste planten uitmaakt, aan
gezien verder de Dacieriën dezeiidc stoffen nood.g heb-
uen als andere planten, moeion zij de bonpodigde or
ganische stof, die ze .zelf niet kunnen fabriceer en aaai
leeds gevormde organische sloffen ontloenen. Daardoor
werken ze ontledend in op de samenstelling van die
vloeistoffen, waarin de voor hun Jeven benood.gde stof
ten aanwezig zijn. De veranderingen in de voedings
stof, die hierdoor ontstaan, dragen al naar den aam
er van verschillende namen. Heelt men te duen met
voedingsmiddelen, dan spreekt men gewoonlijk van b e-
derf. (Heeft de ontleding langzaam plaats, zonder dal
bepaalde kwalijk riekende stolfen optreden, zooals dit
bijv. geschiedt met de doodie plantenresten ju den bo
dem, dan spreekt men van ontbinding of liever nog
van vergaan. Verrotting of rotting noemt
men de verandering dier stoffen door de levenswerkzaam
heid der bacteriën, als ze gepaard gaat met slank.
Dit is in het bijzonder het g-val bij de omleiding van
de meer eiwitrijke Idierlijke Moffen.
Ten slotte duldt men met gisting de door bao
teriën doch eveneens door andere microscopisch»
organismen veroorzaakte ontleding aan, waarbij gas-
ontwikkeling optreedt.
Dikwijls komt het voor, dut een bepaalde bacteriën-
soort slechts een ontleding te weeg 'brengt tol een
zekeren graad, terwijl een andere soort het ontstane
product weer ais grondstof yoor verdere ontleding
uezigt.
De aanwending van bederfwerende of z.g.n. anti
septische stoffen, bij bet ponserveeren van voe
dingsmiddelen bijv., heelt ten doei bedoe.de ontledin
gen legen te daan door de stoffen voor de bacteriën
onbewoonbaar te maken. Boorzuur en salicylzuur wor
den beide voor dit doel veel g;bruikt. Het gebruik
van deze stoffen is echter niet zonder bedenking, omdat
de bacteriëndoodende dosis voor den mensch na lang
durig gebruik padeelige gevolgen voor de gezondheid
kan hebben. Ook de aanwending van pekel, azijn,
alcohol, alsmede het rooken van bijv. vleesdi en
visch heeft de bedoeling de stoffen voor de bewoning
door bacteriën ongeschikt te maken.
Dat dit ook kan geschieden door drogen men
denke aan hooi, aan siokviisdi, aan gedroogde groenlen
en vruchten, wordt begrijpelijk als men weet, dat
die bacteriën alleen dln kunnen leven en zich ver
menigvuldigen, wanneer ze o.a. over voldoende hoe
veelheden vocht kunnen beschikken.
Nu we toch over het conserveeren van voedingsmid
delen spreken, moeten we er even op wijzen, dat het
z.g.n. steriliseeren van groenten, vleesch, melk,
vruchten e.d'. in blikjes, kruikjes, glazen e.d. hierop
berust, dat men door langdurige, dooi' ervaring bepaalde,
verhitting alle aanwezige bacteriën en andere onge-
wenschte micro-orgmismen doodt en door luchtdichte
afsluiting het binnentreden van nieuwe kiemen voor
komt. Hieruit volgt, dat, waar het steriliseeren feitelijk
neerkomt qp het uitbannen van de onzich'bare bac
teriën, slechts een zeer zorgvuldige uitvoering er van
waarborgen levert voor het wel gelukken der bewer
king.
Boven bleek reeds, dat de warmteg-aad zeer veel
invloed heeft op de levensontwikkeling der bacteriën.
Door langdurig kooken, worden alle bacteriën, ook
hun sporen, gedood. Voor elke soort bestaat een be
paalde temperatuur, waarbij de bacteriën zich het best
ontwikkelen, evenals twee andere tempera', uren, waar
onder en waarboven verdere ontwikkeling, evenwel zon
der dat direct de dood intreed nlel meer plaats heeft.
Voor de onderscheiden soorten loopen deze tempe
raturen nogal uiteen. Het gebruik van koelkelders en
koel pakhuizen berust op dit verschijnsel. Ieder weet
bij ervaring hoe moeilijk het is bij warm weer de
verschillende menschelijke voedingsmiddelen, zooals
melk, vleesch e.d., bij afwezigheid van voldoende koele
bewaarplaatsen voor bederf te vrijwaren. De oorzaak
is alleen gelegen in de snelle ontwikkeling der bacteriën
onder deze omstandigheden.
Het gebruik van koude als conserveeringsmiddel
heeft zich in. enkele jaren ontzettend ui'gebreid en de
ontwikkeling en de toepassrig der koeltechniek gaat
nog met reuzenschreden vooruit.
Voor we van de conserveer!ng van voedingsmiddelen
afstappen, moeten we nog iels zeggen van het pus
te u r is e e r e nTerwijl sterislleseeren bedoelt hef sté-
riel onvruchtbaar), dus geheel vrij van levende
bacteriën maken ecner stof, 't welk alleen kan ge
schieden door niet te ^korte vrij hooge verhitting, waar
door echter ook de eigenschappen der slof vaak be
langrijk gewijzigd worden, bewerkt met door het pas
teuriseer en sleen Is don dood van die micro-organismen,
die zich in groeiemdca staat bevinden, doch niet van
de veel taaiere sporen. Gopasleuriscede molk bijv. is
dus niet absoluut kiemvrij, maar het bederf treedt veel
later pas op. Het pasteuriseoren van melk beslaat In
een éénmalige verhitting tot ongeveer 85° C., gevolgd
door een zoo snel mogelijke afkoeling, liefst zoo sterk
mogelijk. Werd dit laatste nagelaten, dan zou bij lang
zame afkoeling de melk juist zeer lang op een tem
peratuur van 30 a 40°, waarbij vele bacteriën zich
bijzonder goed kunnen ontwikkelen, blijven staan. De
in leven gebleven sporen zouden zich dan weer gaan
ontwikkelen en het doel der bewerking was niet of
niet zoo volkomen bereikt.
Een onmisbare factor voor het leven der bacteriën
is verder de zuurstof, die zij evenals de andere levende
organismen voor de verbranding in hun lichaam ge
bruiken. Ten opzichte van hun verhouding tol de zuur
stof kun men do bacteriën Ln drie hoofdgroepen, ver
doelen en wel 1°. zij, die volstrekt vrije zuurstof, dus
uit dc gewone dampkringslucht, noodig hebben, de
zg.n. aerobcn, ten 2°. die juist niet kunnen leven,
als zc maar met (lc vrije zuurstof in aanraking komen,
die zich derhalve alleen kunnen ontwikkelen onder
afsluiting van de lucht «n die de noodige zuurstof
verkrijg-n door ontleding van de hun ter beschikking
staande voedingsstoffen. Deze groep zijn deanaërobe-
hacteriën. Eindelijk is er ten 3°. nog een groep, die
zoowel bij aan- als afwezigheid van vrije zuurstof kan
leven en die 't derhalve m dit opzicht maar noemt,
zootls het voorkomt.
Gedeputeerde Staten van Noordholland' schrijven.:
„Behoefte aan electriechen stroom voor onderschei
dene doeleinden doet ateh sedert een aantal Jaren hoe
langer zoo meer gevoelen,. Aan ondernemingen, dlie
zich ten doel stellen, om ln die steeds toenemende
behoefte te voorzien, ontbreekt het dan ook; nog
minder is er 'gebrek aan al of niet wel overwogen
voornemens en plannen om het aantal dlier onderne
mingen te vermeerderen.
De vraag kan worden gesteld, of het openhaar
gezag kan volstaan met het Mjdielijk gadeslaan dier
pogingen en van hetgeen rioh op dit gebied voor zijn
oogen afspeelt, dan wel of het ztdh geroepen gevoe
len moet om regelend en handelend op te treden en
daardoor te bevorderen, dat de voorziening van, eleo-
trlschen stroom niet tn de eerste plaats van de In
zichten der ondernemers tn het bijzonder belang der
onderneming zal afhangen, maar zal geschieden op
de wijze, zooals dat gezag het nuttig en noodig oor
deelt in het algemeen belang.
Het is bekend, dat de Regeertng deze vraag ln
laatstbedoelden zin beantwoordt- ZIJ vreest, dat, wan
neer de ondernemers geheel vrij blijven In de keuze
van do plaats van vestiging hunner Inrichtingen, elek
trische centrales bij uitsluiting daar zullen worden
gebouwd, waar van stroom levering onmiddellijk voor
deel mag worden verwacht, d. w. z. in dicht bevolkte
streken en steden. Aa,n den een en kant zou versnip
pering en daardoor verspilling van krachten hiervan
het gevolg zijn, aan den anderen kant zouden het
platteland on die bedrijven,, welke voor het grootste
deel ln minder bevolkte streken worden uitgeoefend
zooals de land- {in tuinbouw en dc klei'nindJustrie
van ook door hesn gewenschte electrische energie
verstoken blijven."
Voorts herinneren Geel. Staten aan de .onlangs door
de regeering en volksvertegenwoordiging vastgestelde!
wettelijke voorziening in deze aangelegenheid.
Ged. Staten bieden aan de Prov. Staten thans ter
vaststelling aan een Verordening betreffende de leve-
rirg van electrischen stroom, in de provincie Noord-
Holland.
Door vaststelling dezer verordening ml worden ver
zekerd, dat electrische stroom binnen de Noordholiand-
sche grenzen niet zal kunnen worden geleverd, zonder
dat Ged. Staten de noodige voorschriften zullen heb
ben gegeven om te bevorderen, dat die levering, waar
bij het provinciaal belang zoozeer betrokken is, ook
zooveel mogelijk aan dit belang ten goede zal komen.
Ged. Staten kunnen dan eenerzijds toezien, dat een
rationeele verdee'ing der leveringsgebieden plaats vindt,
en anderzijds er tegen waken dat de met hun ver
gunning in werking zijnde bedrijven wan hun eenigs-
zins bevoordeelde positie misbruik maken door het
bedingen van te hooge prijzen voor den stroom, die-
bestemd is om voor de gemeenschap van zeer groot
nut te worden.
„Het spreekt van xelf, dat daarbij nauwkeurig zal
moeten worden toegezien, dat de door ons op te leg
gen voorwaarden niet van zoo bezwarenden aard wor
den, dat met onze vergunning bestaande ondernemingen
met te groote lasten in verhouding tot 'hunne inkom
sten worden bezwaard. Dit behoeft in'usschen geen
bezwaar op te leveren; immers de reeds in onze pro
vincie aanwez:ge electrische centrales geven omtrdnt
de eventueele omgrenzing hunner (leveringsgebieden vol
doende duidelijke aanwijzingen en 'de omstandigheden,
waaronder zij werkzaam zijn. en de prijzen, welke zij
thans bedingen, doen ons vertrouwen, dat hun zon
der bezwaar <je verplichting zal kunnen worden op-
9.
„Ik hoor daar dingen,, die mij al heel slecht be
vallen, mijn, kind," zei.de de markiezin zacht tot
Claire. „Ik ben een, oude vriendin uwer moeder,
deukt ge er werkelijk aap dezen, officier te trou
wen? Het 1b een verbintenis beneden uw stand."
Claire bloosde. „Wij hebben elkaar Hef," antwoord
de zij vlug.
„Ons werd in onze Jeugd niet gevraagd wien of
wij lief hadden," antwoordde de markiezin streng.
„Onze ouders deden voor ons een, keus."
„En werdt u ook gelukkig daarbij?"
.Gelukkig? Jawel wij waren volgens onzen
stand getrouwd en verzorgd, dat was de hoofdzaak.
Wilden wij ons naar den raajd onzer ouders niet; voe
gen, welnu, dan bleef het klooster voor ons over."
Claire wilde zich verder verdedigen, maar de mar
kiezin wierp haar een, afkeurende©! blik toe de
koninklijke familie kwam naderbij en elk gesprek ver
stomde.
De koning stapte met zijn, langnaane, onbehol
pen schreden op de dlehtsitlbdjzdjnde groep toe het
waren pairs. Bij de heeiren werd de afscheiding niet
zoo streng gehandhaafd. In de Kamer was de oude
zoowel als de nieuwe adel nog gelijk vertegenwoor
digd.
De graaf van Artote werd dadelijk door een, abti
In beslag genomen De hertog van Berry snelde ras
besloten op de fleur dier Jongedames toe. Men hoor
de ln zijn omgeving spoedig een, vrooliijk lachen. De
h ertog vaa Angaulème babbelde met den markies van,
Cequis.
De hertogin van, Angoulème wendde haar schre
den naar de andere zijde van die zaalwaar de dames
van het keizerrijk stonden, om deze door een vrien
delijk woord weer wat In haar humeur te brengen.
Haar blikken gleden eprat onwillekeurig over de ge
zichten van de dames van den ouden, adel.
Plotseling bleef zij staan, haar oogen begonnen
te schitteren. Haar blik had een oud bekend ge
zicht ontmoet. De gravin Goaun, haar vroegere op
voedster, die zoo lange Jaren leed en vreugde- met
haar had gedeeld, stond daar tusschen die andere
dames. De hertogin kon, haar blijdschap over ddit we
derzien niet onderdrukken. Zonder verder een bilik
op de haag afwachtende dames uit het keizerrijk te
werpen, ging zij met uitgestrekte handen op gra
vin Gozon toe: „Mijn. lieve, beste Gozon!" In haar
groote oogen stonden tranen van blijdschap.
Zij liet de hapd van haar vertrouwde vriendin
niet los, wier bewogen trekken duidelijk lieten, zteflx,
hoe ook haar dit weerzien aangreep. Zonder meer
op de overige gasten te letten, verdiepten beiden
zich in herinneringen uit het verleden.
In den anderen hoek van de zaal was boosheid en
teleurstelling duidelijk te bemerken.
De vrouw van, maarschalk Ney werd vuurrood, zij
streed met tranen van woede en ergernis. „Dat Is
een beleediglng een ongehoorde schandelijke be
handeling. Niemand van 6e koninklijke familie
spreekt ons aan. Wij staan hier met opzet ge
passeerd en vergeten."
De andere dames stemden haar levendig bij. Het
fluisteren werd steeds luider, de gezichten steeds
meer verhit. Het was een wonder, dat de opgewon
den, dikwijle zeer weinitg respect ademende opmer
kingen, niet tot de ooren der koninklijke famiilje
doordrongen, dis zich zonder ergens erg in te heb-
bsn, in de hun in.teresseerende gesprekken verdiep
ten. Zij wenkten zelfs enkele door he-n uitverkore
nen hm te volgen.' toen, zij aan het souper gjitngen,
dat In de kleine zaal etonjd) gereserveerd.
De overigen blieven, Jjn, de andere zaal achter en
groepeerden zich om kleine., snel aangeschoven ta
feltjes, waarvoor lakeien pasteitjes en andere lek
kernijen serveerden.
Aan Clalre's handige manoeuvres was het gelukt
om met Gourgand' aan éen tafeltje te komen. Zij
lachte hem gelukkig tegen,, maar zijn, gelaat stond
niet opgewekt en vrooUjk. Zijn blik ging zoekend! de
zaal rond.
„Naar wte, zoek Je toch?" vroeg Clajlre verwijtend.
gelegd tot levering ln streken, die in den aanvang
geen winst, «toch Hechts goedmaking der kosten doen
ver «vachten.
Het komt ons voorts geraden voor om in de ver
ordening voor dc Prosincie tevens de bevoegdheid voor
l« behouden de inrichtingen, waarvan hier sprake is,
te naasten. Waren in Noord-Holland inrichtingen van
dien aard nog niet aanwezig, don zouden wij zekér
ernstig die vraag overwegen en vermoedelijk bevestigend
beantwoorden of de groote provinciale belangen, die
bij déze aangelegenheid betrokken Ajjji, niet aanleiding
geven om dc eicel rici'.cats voorziening rechlslreeks door
de provincie ter ihand te nomen. Thans is jict niet
geraden, om een, nieuwo provinciale centrale le Stich
ten, doch er kunnen zich omstandigheden voordoen,
die overneming van bestaande inrichtingen wenscho-
lijk of zelfs noodzakelijk maken. Daarom moet de
provincie zich o.i. de bevoegdheid daartoe voorbehou
den. Door de pntworpen bepalingen dor verordening
alsmede de ter .uitvoering daarvan aan onze vergun
ningen te verbinden voorwaarden zal met de belan
gen der exploitanten behoorlijk rekening worden go-
ouden."
Voorts schrijven Ged. Staten: „De giineen'clijke cen
trales van Amsterdam en Haarlem cn de particuliere
inrichtingen der Kenncmer E. M. te Blocmondual en
van de lioll. Eicc. Mij. te Hilversum, hebben, ocne
capaciteit, die voor zoodanige uitbreiding vaibaur is,
dat'zij gezamenlijk ten volle in staal kunnen worden
gebracht om het gehcclc vaste land van Noord-Holland
van den benoodigien stroom te voorzien.
Voor ccixe nieuwe centrale daarnaast is derhalve,
althans in dc allernaaste toekomst, geen plaats.
Ons streven heeft zich dot dusverre dan ook be
paald Jot pogingen om de verdeeling van het grond
gebied onzer provincie in Icvcring&sferen voor de vier
Hierboven genoemde oentrales op rationeele wijze te
doen plaats vinden.
In aanmerking nemende, dat ons daarbij elk dwang
middel ontbrak, mag worden geconstateerd, dat darde
zjj vooral het optreden der Regeering, die verdoeling
behoorlijk is geschied of voorbereid; de thans voor
gestelde provinciale verordening zal moeten waken, dat
ook Behoorlijk gohundliaaid blijft.
Voor het grootste gedeelte onzer provincie bezuiden
het Noordizeekanaal is de verdeeling 'nog slechts voor
bereid; voor het gedeelte ten noorden daarvan is .zij
tot stand gekomen, doordat aan do Kennemer Electri-
citedt-Maatschappij bij Koninklijk besluit van 29 Aug.
1913 cene ou geen wettelijk voorschrift steunende
concessie verleend is, die naar onder anderen ver
plicht om, Wanneer de Minister van Waterstaat dat
wenscht, een zeker gedeelte van den door haar te
leveren stroom van de centrale der gemeente Amster
dam te betrekken of wel goed te vinden, dat die ge
meente in een zeker gedeelte van het concc Aégébféd
rechtstreeks stroom levert, een en ander onder door
den Minister goed te keuren voorwaarden."
Door toevallige omstandigheden bestaat er voor de
provincie de mogelijkheid om zich het bezit te ver
zekeren yan de meerderheid der uitgegeven aandeélén
en om daardoor een overwegenden invloed te ver
krijgen op den gang der zaken bij de maatschappij.
Gebr. Stork te Hengelo, die voor een bedrag yan
f G28.000 aan aandeelen der maatschappij in handen
hebben en nog bovendien over een zeker bedrag aan
deelen kunnen beschikken, bieden die aandeelen, recht
gevende op dividend over 1914, tot een maximum
van f 750.000, aan de provincie Ier overneming aan
legen een koers van 110 pet., vermeerderd met 6 pet.
rente van 1 Jan. 1914 af tot den datum der betaling,
die uiterlijk op 1 Juli 1914 zal moeten plaats heb
ben.
Ged. Staten stellen voor dit aanbod aan te nemen.
De prijs der aandeelen komt aan Ged; Staten aan
nemelijk voor.
Het bedrag voor de overneming zal f 844.750 zijn.
Bovendien willen Ged. Staten de overige aandeel
houders in de gelegenheid stellen hun aandeelen tegen
103 pet. aan de provincie over tc dragen. Daar het
te verwachten is, dat door de inmenging der pro
vincie die aandeelhouders niet meer dxe dividenden
zullen genieten, die zij met eenig recht in de toekomst
konden verwachten, komt deze regeling Ged. Staten
billijk voor.
Bovendien zal de provincie geld moeten verstrekken
voor de belangrijke uitbreiding der netten.
Ged. Staten meenen. dat de provincie geen noemens
waardig risico op zien neemt.
Ged. Staten vragen in verband met hun voorstellen
een crediet van f 2.000.000. Er wordt evenwel voor
gesteld! deze geldleening uit te stellen tot een geschikt
tijdstip en de loopende begrooting voor te 1 oenen kas
geld met f 1.000.000 te verhoogen.
Dinsdag 5 Ma zullen de Prov. Staten over deze
voorstellen vergaderen.
„Naar maarschalk. Ney en, zijn vrouw. ZIJ moeiten,
torh bepaald nog In de zaal zljin,," antwoordde Gour
gand. „Ook de hertogin van, Basaano ontbreekt en
zoovele andere dames."
C'aire baalde de schouders op. „Zij hebben ook
zulke wonderlijke manieren deze heereu en da
mes' Misschien zijn zij wel reeds naar huls gegaan,
nog voor dat de koninklijke familie heenging. ZIJ
denken misschien, niemand bemerkt het toch. Missen
zal ook niemand hen."
„Mevrouw maarschalk Ney ging .met mevrouw van
Bassano weg. ZIJ schenen beiden zeer opgewonden.
Ik geloof dat zij weenden. Maarschalk Ney volgde
haar," zoo mengde een officier der garde zich tn
het gesprek. „De dame» "beklaagden zich luid over
de behandeling die zij vanavondi hadden ondervon
den. De lakeien in de voorkamers moeten allee heb
ben gehoord."
Gourgand beet zich op de lippen. „Dat dadht ik
wel," zeide hij ernstig. „Ik kan het haar niet kwa
lijk nemen, ofschoon het verstandiger ware geweest,
om deze minachtende behandeling te ignoreer©©."
„De dames hebben ook zulke pretenties."
Claire leunde ln haar stoel achterover. Achter haar
waaier fluisterde zij Go.urgand toe: „De hertog van
Berry sprak met mij. weet ge waarover?"
„Neen. Waarschijn,lijk zeide hij een paar compli
mentjes, die gaan hem al heel gemaJGcelljk over de
Lippen en tegenover Jou zijn ze ook wel begrijpe
lijk."
Gourgands oogen rustten op C Laf re's verrukkelijke
gestalte. Een siddering van ver Lange© liep hem door
de leden, om de geliefde tegen zich aan te druk
ken vast en steedls vaster.
„Naar zijn vleierijen, luisterde Ik nauwelijks
maar hij epra,k over Jou. Hij, zeilde mij, dat Je moe
der hem en, zijn broer nog zeer lief was, van vroe
ger, daarom gunde hij jou je geluk, om het schoon
ste meisje van Parijs te willen veroveren. Ik kan
het niet anders zeggen Caspard hij zeilde het
zoo
„En hij heeft gelijk ook. Dus hij gunt mij mijn
geluk. Daarmee ls tenminste al wat bereikt."
„Zeer veel. Deze woorden vallen bij mama heel
zwaar ln de weegschaal. Wanneer een Lid van, hot
VAN HET „WAAROM".
„Moe, moe!" kwam de kleine Hans binnenvliegen,
cn de onstuimige jongen met zijn schitterende donker
bruine oogen. het weelderige krulhaar in zware lokken
vallend op de kanten kraag, over 't fluweeien buisje
geplooid... Rets wés nu eenmaal koket op den knaap.
Als zij in de tram toet hem zat. dan keken de men-
schen met gezichten van echte Bewondering naar het
mooie kind. Dan hoorde zij fluisteren van„Wat een
leuke baai. hé?" of„Dat is een prachtjong!" En
dan Ivas Bets gelukkig. Soms gebeurde 't ook jvel,
dat zoo'n dame lang. met bonzende wenkbrauwen, haar
zat op te nemen. Van top tot teen. Beglurend haar
pluimhoedje. haar fijngpuden kettinkje, de satijnen ré-
.ticule, die schoenen met spichtige hakjes. En dan voelde
Bets wel. wat er in dame omging... „Zeker weer zoo'n...
zoo'n.... Maar ze trok er zich mets, heelemaal-niets
koninklijk huis onze verbintenis goedkeurt, dan zal
zlji niet lang meer aarzelen, om haar toestemming te
geven."
„Daarop wachten wij, anders reedB vele maan
den."
„Ach de tijd was toch zoo schoonl" In Ciatre's
oogen lag een, droomqndo zaJIgheW. „De geheime
uurtjes ln de behagelljke kamer van uw moeder,,
de gestolen oogenbllkken bö de groote feesten."
Gourgand nam zacht Clalre's kanten zakdoekje
van haar schoot weg. Hij drukte het aan zijn Lippen.
De zachte viooltjesgeur, die uit het fijne weefsel op
steeg, verdoofde hem bijna, „Hoelang moet deze
proeftijd nog duren?"
„Niet lang meer. Mama heeft het reeds goed ge
vonden, dat ge ons weer bezoekt. Wanneer zij Je
eerst wat meer kent
Claire sprak den zin niet ten einde; haar lachen
de oogen verrieden hem de hier ontbrekende woor
den slechts al te duidelijk. .fZJJn wij eerst verloofd
dan zullen we ook spoedig trouwe©." ging zij
vrooüjk voort „Mama houdt niet van die lange ver
lovingen. Ik heb het we] gemerkt, zij spreekt met
papa reeds over mijn uitzet Zij wil alleen eerst
zeker zijn van de toestemming des konlngs. Ach,
ik ben zoo Innig gelukkig."
Gourgand nam zijn glas en zette het aan de lip
pen: „op onze liefde en op de toekomst."
„Belde ls hetzelfde."
Claire hield haar kledne spitse champagnekelk hoog.
Haar rose lippen waren half geopend om den drank
des geluks en der liefde binnen, te slurpen In
de komende Jaren zag Gourgand nog menigmaal haar
beeld zoo voor zich. Die schitterend verlichte zaal
met de heerlijke bloemenpracht,, het fonkelende zil
ver op tafel, al die lachende mooi a&n|gekleede tneh-
schen, het eenigszlne achterover geworpen meisjes
kopje met de stralen,die blauwe oogen een klei
ne, blanke hand' hield het opgeheven champagneglas
voor hem, een tot kussen, geboren mond lachte hem
verleidelijk toe.
Hun heider blikken verdronken, in elkaar en ter
sluiks vonden hun beider handen elkaar onder de
tafel ln een veel beteek enepiden druk.
Hevig blozend maakte Claire haar hand los uit