Alpine! Nieuws- VRIJDAG 31 JULI 1914. 57ste JAARGANG No. Ö422. Extra nummer. Parlementaire Schetsen; SCHAOER COURANT. Dit blad verBohijnt viermaal per week Dinsdag Woens dag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot *8 morgens 9 ure worden ADVERTENTIEN in bet eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger Bureau Schagen, Laan D 5. Interc. Telophoon No. 20. Uitgevers TRAPMAN Co. Prijs per jaar f 8.*—Franco per post f 3.0OS Afzonderlijke nummers 6 cent. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Schetsen uit de Rechtzaal. „DIEPGEVALLENE". VAN VELE GLAASJES. Ze had hein hoorem, binnenkomen, maar durfde, eigenlijk niet goed hem aanz-len.Want ze wist. dia,t ondanks al haar wasschen de sporen van 't sekreten, dat ze gedaan had, ®og niet geheel wareni verdwe nen. Vader was dien ochtend, bijzonder lastig ge weest. Om de vijf minuten kxljsehtje de rauwe stem van. boven: „Llen, Lientje dan!...'' fin als ze terug riep van: „Ja vader, ik kom direct, hoor! Een mi nuutje!..." dan begon het geroep weer: „Hen, waar hen-je?" Hij was verlamd. Kon niet van z'n arm stoel naar de tafel komen. Dan was vader z'n PÜP uitgegaan en de lucifers lagen te veraf. Dan was z'n zakdoek gevallen. Dan, vroeg hij wat te drinken... Llen had pijn in den rug en soms dkizelde 't haar voor de oogen. En ajs zij benaden aan het boenen en schrobben was, dan, moest ze soms ineens haa® ooge® afvegen.* Tranen drupten op haar handen zon der dat zjj er zelf erg in had... 't Was vandaag de derde verjaardag van haar trouwen met Kee&Lant- nxan. Vader hield van feestelijke dagen notitie. En toen Lien hem vanmorgen ziijn kopje thee op bed kwam brengen, ba,d-te haar gefeliciteerd. Gevraagd, of ze Koes vooral ook namens hem wou gelukwen- schen. En telkens was vader op 't chapiter terugge komen. „Houd 'm in eerq!'" zei de oude man, „zoo een echtgenoot is er maar éen op de tienduizend;... Cen ten zooveel als Je noodijg hebt, kleeren, puik eten, een pracht van 'n wonin|g... Na dat gevalletje met Jan Ever te.Zeg, Lien,.Je mot toch bekennen,-*- Zoo'n mot-Je met een kaarsje zoeken..." Lieta had niet geantwoord.. En toen vader maar niet op hield met zijn pTaten over dat goed- en edelmoedig wezen van Keer Lantman. had zij gezegd zoo'n ver schrikkelijke koppijn te hebben... Of vader nu toch asjeblieft een poosje sti'l wou zijn*** Waarna de oude man lag te pruttelen. Hij wa£ echt-nijdig. Schoonzoon, voud-ie een pronkjuweel van 'n kerel. Nu-ja, een, tikje ruw soms, maar dajt hinderde niet. Kees kon soms raar uit den hoek komen. „Zoo, ouwe-smeer lap, leg je weer voor niks?" zei-ie wel, schoonpapa bezoek brengend..." Jij hebt maar een leventje als God in Frankrijk bij me, hé? In het Huis zouën ze je anders leeren!"' En Kees schaterde dan van pret. Maar hij riep dap aan de trap: „Vrouw, breng eens af f etj es 't kruikje en twee glazen,!" Hij smeet dan een sigaar voor schoonvader neer. En, ging tegen over hem zitten. „Een spatje hebben?" vroeg hij, waarop schoonpa's oogen glinster,dlem van danjSbare vreugde. Lien kwam met kruik en glaasjes. „Geef vader nou maar niet wan, dat smerige goed!" zei,ze wel eens, ziende dat Ke,es al meer dan genoeg op had... Maar terwijl ze 't zeii, werd Lien dan bleek van angst. Want echtgjemoot was er éen van de mi®- gemajkkelijke soort. Vader woedend over de op merking en sidderend dat-ie z'n .„spatje" niet zou krijgen, was schoonzoon voor. „Laat JU je man, maar voor zijn eigen zaken zorgen. Waar bemoei-je je mee?" snauwde hij dan tegen dochter, dSe zich weg-haastte. Weigerend om mee te klinken. Schoon zoon'ontkurkte dan langzaam," met veel vertoon van, •gul gastheer-zijn, het kruikje. Schonk vader in. En zichzelf. Dan, klonken ze samen... Vader slurpte den jenever met gretigheid in. Smakte met de tang, knip oogde tegen Kees van: „He, dat smaakt, hoor!"Na deferent gewacht te hebben, tot schoonzoon gedron ken had... Hopend, dat er nog een tweede borrel'voor hem zou overschieten... Soms gebeurde 't, dat Kees een extra-royale bui had, na den heelen m'l'ddag in café's te hebben gezworven, en met vela collega's - aaunemertjes te hebben geklonken. Dan zat vader angstig te luisteren, of Lien, soms iia/ de nabijheid was. Kees schonk zich al-m®a® Sn. Had kleine, schitte rende oogjes. Was, Jn, z'n stoel, achterover-gegleden,. Praatte met loodzware tong. Kon,, plotseling nijidig worden over een of andere kleinigheid, een onvoor zichtig woord; iets. dat hij voor een „toespeling" hle'd. Maar 't dreef gauw wéér over. En met vfn onvast-grljpende, slappe dronkemanshand schonk hij, schooupa weer in... Zoadat den grijsaard1 do oogen dichtvielen. Ook kon Kees soms heel-kopplg worddp. Dap, waggelde hij naar de trap en riep: „Lien, kom 's boren. Gauw dan!" Zij was er aj. Overzag don toestand. En merkte, dat Kees 'n „kwajen dronk" had. Ging zitten, om erger te voorkomen. Gehoor zaamde ?ijn bevel om mee te drinken. Wachtte tot dat Kees de ontboezeming, die hij op 't hart had bij zoo'n gelegenheid, kwijt was geraakt Kees kon ook wel „gevoelig" zijn. Wijzen op den ouden man, die daar half-elapend zat te knikkebollen, na zijn glaasje} qen eind uit Lien's nabijheid te hebben geschoven, Dan speechte echtgenoot. Vader was -zei hij pen brave, waardige, nobele grijsaard. Iemand, die zijn leven lang geploeterd, gezwoegd hadHet brood verdiend voor vrouw en kinderen... Een bur ger in den Staat... Die terug kon zien op een Wel besteed leven... Vader was iemand, waar Kèee res pect voor had. Nooit, nooit zou hij hem in den steek laten. Al werd vader ook honderd... Of tweehonderd Jaar, ziedaar-dauAl werd Kees straat- en bloed, arm; zoodat-ie met Lien moest gaan bedelen over den, weg. Al had-io nog maar eren droog etuk'kie brood te eten... Hij zou 't met vader deelenKees wérd dan over zijn eigen woorden zóo gevoelilg, zoo aan gedaan, dat de tranen hem over de wangen biggel den. En van dien weeromstuit werd schoon pa ook ge roerd. De twee mannen zaten, da,n tegenover elkaar te snakken. En 't was Lien, of iemand haa,r de, keel idslchtkneep. Zij walgde, van het dronkemaps-tooneel dat ze al zoo dikwijls had moeten bijwonen. Maar z>e wist: als 't zoover wap gekomen, dan had ze, te be rusten... Af te wachten--. Kees greep dan weer het bijnarleege kruikje en schonk zich in. en Lien en vader, die het kelkje haast niet meer kon vasthouden. Hij, wilde toasten.... Op den goeien, besten, braven, ouden man. Hij stak vader de hand toe: „Geef me de vijf, Van Krieken, geef me de vijf!... Daar ga-je, hoor!" En zij ble ven dan, schoonpa en, Kees, langen tijd, elkaar de hand drukkend vader zittend vanwege de lamme beenen, de ander zich vasthoudend aan tafelrand... Totdat .ook Kees in zijn stoel smakte eta, met glazige® blik naar het Jeneverglas bleef turen, totdat hij be gon te knikkebollen. De oude man was aj lang In- gesoesd. Llen wachtte diain nog even. Daarna ruim de zij, heel voorzichtig, dn glazen en het verdere weg. Ging naar beneden. En dwaalde dan door bet leego, stil-sombere huis. Boven lagen de twee man nen hun roes uit te snurken. En Llen dacht met het koud-strakke gezicht, en d'e droevige oogen, die haar in de buurt „Juffrouw Chagrijn" deden noemen aan dingen van verleden. Nog piot eeps zoo heel ver van haai' liggend... Dien ochtend had zij bij het opruimen van een kast op haar slaapkamer het pakketje gevonden, dat ze behoedzaam verborgen hield. Ze had bij zich- zelve gezworen een duren eed, 't niet meer te zullen, openmaken. Twee-, driemalen hpd. Lien op 't pupt ge staan om 't te verbranden. Maar als zij het pakjé op het vuur zou gooien, don kon ze niet. Borg zij 't haastig weg, bang voor zichzelve. En nu was het opengestrikt voordat ze er op ver dacht was... I-agen daar de vier brieven en 't por tretje. Zij had de kamerdeur op slot gedaan, alsof Z9 iets ging doen dat het daglicht niet kon velen. Toen had ze 't portretje uit de vergeelde enveloppe gehaald... En zij zag 't. Dat lieve, heerlijke, zachte bakkesje, dat lachen.de kopje, die leuke guitige oogen... Die knuistjes, die mollige knietjes van het kindje, op een kussen gezet om 't te kieke®Zij hoorde weer, hoe de photograaf zei: „Och, wa,t een lekker snoesje, juf!... Wat 'n heerlijk ventje!" Ztij had het portretje tegen haar lippen ged'rukt, en, was spikke[nd bij de kast, op den gronidi neepgevaiaiein Zij' hpd de brieven nog eens gelezen, -- van den vpder van 't kindje, Zij had, uit een andere enve loppe, 't lokje haar gehaald, da,t zij over had van doodeu Jantje. En Lien had gevoeld het branden van nameloos verdriet, het schrijnen van weemoed over het heengaan van kindje. Het schrijnen, ook, van verlangen naar den vader va® he|t nu doode kindje... Van den vader, die haar bedrogen had... Zoodot zij genoodzaakt was Kees Lantman te trouwen, toen die bereid was haar tot z'n wettige vtouw te ma ken, ondanks alles. Ondanks doode® JantjeZoo- dat de menschen hadden gevraagd, of Kees „nou heelemaal" was... Te trouwen met zoo'n slet. Met een meid, die geen rooie-duit op de wereld bezat. En bov-jndien... En. opgescheept, met dep ouden Van Krieken... Lien zag het dikke, vleeziige, opgeblazen gezlteht van haar man vóór zich. 't Was haar, of ze rook den jene.ver-stank, die baast altijd uit z'p mond kwam... 't Stormde in haar op. En even was 't, of ze geen weerstand kon bieden ®an den drang om eruit te lcopep, voor-goed. Waarheen kon 'r niet sche len. Ze wezen haar toch pp. Zij scholden hpar achter 'r rug, toch uit. En Kees zinspeelde toch telkens, vooral als-le erg „de hoogte had". Maar het lamme, slappe gevoel van weerloosheid e® onverschilU'gheiid spreidde zich weer over haar uift. Zoodat zij het pakje wegborg. En we,er pa® haar gewone werk gó|n;g. Nu en dan stilletjes ee® weerbarstige® traan weg vegend Toen was Kees thuis e® durfde Lien niet omkijr ken. Hij was had zij dadelijk gemerkt weer niet „brandschoon", gn had. 't eigenaardige, doe® van z'n kibbige drinkbuien. Toen ze tegenover hem zat,- Meef Kees haar lang apnkijken. O uw er-gewoonte, had ze kruik en glaasje neergezet. Voor zijn „borrel vóór 't eten"... „E® jij?" vroeg Kees ineens. Ze schrok van de Vraag. „Ik heb zoo'n verschrikkelijken koppijn weer zei ze zacht, voelend dat hij nijdig werd... „Zoo?" zei Kees. op spotterigen toon „vandaag óók air' En zefjberinnerde zich nu, had ér aeelemaal niet aan gedacht. De vierde verjaardag van hun trouwen. Snel kreeg ze een glaasje voor zich. Maar toen ze langs Kees ging, greep, hij lien ineens beet. Zóó ruw. dat 't haar "aan de pols, echt-pijn deed. Kwaad meende hij 't niet... Wou Lien een zoen geven. Ter eere van den feestdag. Zij boog naar hem over. Zijn dik, vet gezicht was bezweet, en een vieze, gore dranklucht kwam haar in den neus. Hij nam haar om 't middel en drukte hpar .gezicht tegen 't zijne... Z'n oogen schit terden van sensueele omwinding, Lfen walgde 'van echt genoot. Zóó erg, dat 't haar was of ze zou moeten over geven... Maar ze bedwong zich'. Kuste haar man en maakte zich toen los. Ging zitten over hem, aan tafel bij haar glaasje. Lien voelde dat bij "nijdig, verbitterd was... Dat 't in hem broeide... Dat ze voorzichtig moest zijn... Boven drensde, krijschte, zeurde de stem van vader: „Lien. Lientje dan..." „Breng den stumpert ook maar een glaasje!" beval echtgenoot. Zij gehoorzaamde. Stofte naar boven. Kwam terug „Nou!" zei echtgenoot, den kelk opheffend, „nog vele jaren I" Zij wenkte flauwtjes terug en nam een teugje. Sloot de oogen, zóó afgemat en rampzalig voelde ze zich. 't Gonsde in haar ooren... Hert beeld van portretje kwam in wonderlijk-scherpe omtrekken, voor haar geest... Zij snikte vóórdat ze 't'kon inhouden... En plotseling bonkte de ijzeren yuist van aanne mertje 'op de tafel. Nog eens. En nogeensL... Lien was opgevlogen. Deins de terug. „Waarom zit jij te snotteren rschreeuwde Kees Lantman, een paar stagpen jiaar Lien doende, „zeg op. waarom £it jij te snotteren!?' Zij hield haar arm beschermend voor riüh uit. Zooals ze gedaan had als kind; Wanneer vader 'r op haar fdlïe wou geven... Al dichter kwam Kees bij haar. Ze rook weer den jenever-stank. Zij- zag de wildAvoedende, glimmende dreigoogen van den forschen. kerel. „Ik weet 't, waarom jij ,zit te snotleren f" brulde hij, de harige vuisten ballend. ,„ik wéét 'tf.... Omdat -je... omdat te... Slet die je bentL. Smerige, gemeene straat slet!... Die ik uit den modder heb opgeraapt. Uit de modder!... 'Bedelaarster en slet!.... Waar is je kind?... Waar is je bastaard?... Waar ligt "je bastódrd bégró- ven?.... Zeg, gemeene slet..." Zij hoorde, huren vóór hft raam staan. En hü. Kees. bleef schelden,.razen... Geprikkeld in zijn ialöeziè van bruut die haar, wist Lien, slechts met lijfspas- sie begeerde. En plotseling bonkte hij haar tegen den schouder, dal 't Lien was, of !het 'gewricht vernield' werd... Zij kermde van pijn. „Gemeene slet, die je bent"' brulde hij 'weer. Zij zag de gebalde vuist weer aankomen... Hulp! Hulp!" schreeuwde Lvn- Er werd gebonkt legen de Straatdeur. Er werd ge scheld.... Hij hoorde 't. Hield op. „Straatslet, die alles aan me te danken hebt!" grom de 'hij nog eens. Greep z'n hoed. Trapte tegen de tafel. Ging heen... Buiten hoorde zij hem. mgt de menschen die daar stonden, praten. De geluiden verminderden. Stierven WK,.„ Boven lag vader te roepan met Jiuilcndo schrikstem... Maar Llen lette er nijel °£L- Sloop naar hoven. Het brandde van pijn In haar schouder .Elke stap verer gerde 't. Maar 't kon haar niet schelen. Zij zocht het pakje op van de brieven, het portretje en de kaarlok. Zij "kleedde zich... Sloop we$r naar beneden... „Lientje! Lientje!" kermde vader... Zij wachtte. Gluurde om een. reet yan gordijn. De straat was nu leeg. Heel, heel zachtjes Qeed Lien de straatdeur open. Sloeg die niet dicht, om geen aandacht te wekken. Keek rechts en links... Vloog toen de straat op... Sloeg teerste zijsteegje 't beste in... Het pakje geklemd in den arm... De oude, woelige ^tad in... Rennend, totdat ze 'n heel eind van de buurt was, waar zij gewoondf had met haar man, vier jaren lang. Vandadg' juist op den kop af... ...De officier had lefr ,op. gewezen: wanneer rij niet gauw tusschenheide waren' gekomen dan zou 't dien avond leelijker zijn geloopen... Kees Lantman h^d Iee- lijlc de hoogte toen. ie in het danshuis kwam. E'n in de „Stad Berlijn" was nog aardig wat „naar binnen ge werkt". Totdat 'hij zijn vrouw, die sinds ruim een jaar uit z'n huis was weggeloopen, met een licht-ma- trops zag dansen. De .waard had hem al dadeljjk' het mes afgenomen. Maar toen w^s Kees den matroos te lijf gegaan... En •yerv.olgens „rooie Lien" zooals ze tegenwoordig in de wandeling heette, 't Had een haar tje gescheeld of hij had haar gewurgd. Erkend moet worden, het O. M. was jseer clement in zijn eisch tegen den beklaagde. En ,"de omstandigheden" gaven daar dan ook wel aanleiding toe. „Al valt 't te betreuren, in hooge mate" zei Z.E.A.. „dat een overigens ijverig en opjxissend man, die zijn brood weet te verdienen, als Lantman^ deze beklaagde, zich aan alcohol te buiten giat en zich "dan op der gelijke plaatsen begeefr als „De Stad Berlijn", hier zijn inderdaad verzachtende omstandigheden. De mis handelde is een dier plichtvergeten vrouwen, die het ongeluk, de ondergang zijn van den man die met haar in nauwere aanraking komt. Beklaagde nad vóór zijn huwelijk als man van rijperen leeftijd, kunnen nagaan, dat hij hoog spel '„waagde. Musschan, ik wil met de verzachtende omstandigheden, hier inderdaad in ruime mate aanwezig, rekening houden en heb de eer te requi- ren. .dat beklaagde zal worden verpordeeld' tot..." Volgde hét zeer-clemente requisitoir van enkele dagen gevangenisstraf. Vele oogen van ma'telooze. walgende minachting richtten zich op de vrouw met het wasbleeke gelaat en de rossige .haren, op „rooie Lien", de eerste getuige charge. Maar als op steenen-beeld was 't' dat zij pijlen van haat en verontwaardiging afschoten. Als'van een ge storvene waren die kille, ingezonken uilgebluschte, gansch-doode oogen van ae „diepgevallen vrouw"... MAITRE CORBEAU. GENERAAL VAN LÖBEN SELS. De senator, dje onder zoo tragische omstandigheden drang van financiëelen débSele en hevig zenuwlij den ongetwijfeld daarmee in verband staande thans is afgetreden als lid van 'de Eerste Kamer, is een veteraan op parlementair gebied. Gedurende geruimen lijd voor de cijfers dn data verwijs ik ook thgns naar het gebruikelijk, beknopt „curriculum vitae", on langs in de bladen gepubliceerd was hij lid van de Volksvertegenwoordiging. 'Eerst van het Lager, vervol gens van het Hoogerhuis. Niemand zal willen ontkennen, dat 't den heer Van Löben Seis aan bekwaamheid ont brak. En ook mag getuigd, cjat hij met grooten ijver trac' «te het algemeen, belang, zooals hij dat zag, .v. 'dienen. Van Löben Seis was een zeer eigenaardige figuur. Wanneer de lange, kloeke gestalte van den hoofdoffi cier zich in de zaal der Kamer bewoog, dan had men hem observeerend al zeer weinig „menschen- kennis" noodig om in hem te zien den eerzuchjigen man. die zich gaarne op den voorgrond stelt. Zijn con gés tieus gelaat. met de rossige knevels; den zwaar- wichtig-nadrukkelijken trek om de lippen; met de ge- fronsde wenkbrauwen boven de over pelangrijke din gen immer-peinzende oogen het moest vertolken besef van met zich te dragen .groote staatsgeheimen. De schouders waren steeds wat opgetrokken. De heer Van Löben Seis liep. dan met wat jjien „ooievaarsbeenen' noemt. door de zaal Allicht nam hij"e»en minister, of een collega, plots bij knoop van jas en trok hem mee naar een hoekje eigens, waar niemand hen kon beluisteren. Dan werden de wenkbrauwen nóg hevi ger saamgetrokken; de liphoeken nóg* heftiger om laag-geduwd. JJun werd er geconfereerd. Wie dón den heer Van Löben Seis bespiedde, kreeg den indruk van iemand, „die héél-belangrijke zaken bespreekt, eene rede voorbereidt, die „historisch oogenhlik zal in het Je- ven roepen. Ik'geloof. (Jat generaal-majoor Van Löben Seis bijna voortdurend in den waan verkeerd heeft, dat 't van zijn wil afhing om geheimen te ontsluieren, welke wereldschokkende gevolgen zouden hebben. De ma nier, waarop hij portefeuille onder den arm ge klemd, als gebukt onder looden last van staats geheimen, de zaal binnenschreed, gaf u herhaaldelijk dien indruk. Tn de periode toen de bekende zaak-Van Heeckeren van Keil in de Eerste Kamer aan de orde kwam. had hij veten de impressie gegeven, dat hij Seis, wel eens even „het geheim" zou ontsluieren. En ik herinner mij zeer goed flat velen dachtenWacht eens, Van Löben Seis zal straks wel een duit in het zakje gooien. Dan krijgen we iets anders te hoorenf... De ge neraal ijsbeerde heviglijk door de zaal. Maar Jiij" bleef zwijgen.. En de portefeuille waarin de fameuse stuk ken zaten. (Jfe alles zouden ophelderen, ze bleef dicht. Allengs nam de suggestie af, die eenmaal uitging van het zwaarwichtig-doen door dezen senator. Men bespeurde dat er in zijn houding allengs meer fe- briel-nerveuse pnrust kwam. Geruchten over het druk kende van zijn particuliere geldelijke omstandigheden deden al-meer de rondte. En eindelijk enkele dagen geleden ~n- is het bericht gekomen van generaal Van Löben. Seis' faillissement, ,hem noodzakend af te tre den als senator, nadat reeds wereldkundig was gewor den. dat hij zich naar een sanatorium had "begeven tot herstel van het zenuwlijden> Jicm ondermijnend. Het betreft hier een zeer tragisch, weemocdig-stem- mend geval. Over de bijzonderheden, rakend het pri vate leven van dezen oud-opperofficler. hebben wij hier niet te bespiegelen. De heer van Löben Sols behoorde tot de menschen. die gedreven worden door branden de eerzucht, maar tevens althans Voor zoover men kan nagaan tot hen die steeds éérlijke en loyale middelen bezigden om die passie te bevredigen. Ze ker hij wilde „pitkomen'Een rol spelen. De aan dacht op zich vestigen. Hij behoorde niet tot de zecr- grooten, tot de van Röell's, voor wie 't genoeg was het algemeen belang gediend te hébben cn die zich verder liefst op den achtergrond hieldenzoo onzichtbaar mo gelijk; onbereikbaar voor het hulde-betoon der massa... Neen, 2ó6-een is de iieer Seis niet. gij hem heeft zich vermoedelijk een conflict afgespeeld tusschen .de brandende ambitie en een loop van zaken, waartegen hij .yele jaren heeft qpgeworstêld, én waarvan hij „the bijter end" ten slotte ook zelf voorzag... Loop van zaken, die hem een finantiëelen débócle moesten be rokkenen... Daartegen \vas hij niet opgewassen. Ge schokt door de martelende inspanning, welke de wor steling tengevolge had; daardoor verzwakt en in 25jn geestkracht geknakt geknot, werd, ten leste, het even wicht verbroken. Ook hijdie beseft -dat Van Löben Seis, afgetreden als lid eter Volksvertegenwoordiging niet een leemte achterlaat, welke voorhands niet zal kunnen worden vervuld, hij kan deernis gevoelen met zulk ein.de yan een carrière jvaarin veel en intel- lectueele kracht met hartstochtelijken ijver werd geof ferd. Oófc, waar die passie misschien tot „motor", dan. had, voor een groot deel althans, wat men „per soonlijke ijdelhedd" noemt.. O zeker, wij hebben ge lukkig nog mannen, die vrij zijn van zulke drijfveeren. Maar veten, die in het openbaar met schampere min achting gewagen van degenen, die door eerzucht van kleiner allooi worden bestuurd, zou ik willen in her innering brengen dat woord van den Groote en Wijze „Wie van u zonder zonden in, jjjj werpe den eersten steen op haart..." Er zijn twee gevallen geweest in de geschiedenis van ons Hoogerhuis, waarin een zijner leden „sine dig- nitate" tot het „otium" had le gaan. 't Eerste geval betrof den Rotter daros chen financier aan wiens na gedachtenis nog betrekkelijk kort geleden door mannen van gezag hulde is gebracht en die 'geroemd werd als weldoener van Rotterdam, schoon zijn naam dan een vijf en dertig jaar geleden in oen opzienbarend strafproces y/as gemengd. Na den liberaal Pincoffs thans de anli-revolulionnair Van Löben Seis. Van hem is niets bekend, hetwelk aanleiding kan geven van een parallel te trekken tusschen het eerste en t tweede geval. Een failliet-verklaring op zichzelve, is niet onteerend volgens geest en strekking van de vigeerende Wet. Maar hjj, die het beheer over zijn goederen heeft verloren, kan niet lid zijn der Volksvertegenwoordiging. Dat zulk lot trof een onzer senatoren: een lid yan het hooge college, dat voor de massa toch nog steeds is de vergadering der „noogst-aangeslagenen", maakt hel tragisch geval te-pikanter voor „the man* in the street". En het zal drukken de stemming in de zaal der Gel- dersche Staten, wanneer rij' straks zullen hebben te voorzien in de vacature, ontstaan door generaal Van Löben Selsr yerdwijnen uit het openbare leven in Ne derland. Staatsloterij. le KLASSE, 4e TREKKING. F •rijzen van f 20. 26 8864 6354 8310 11547 14871 17566 19389 46 817 362 610 995 976 582 751 276 87(3 424 768 12085 15507 686 886 353 953 625 9441 100 697 726 20191 1182 4287 748 951 314 626 768 611 199 304 791 998 315 661 18031 658 258 564 795 10189 947 819 64 672 551 6059 7007 458 956 990 464 760 828 136 28 872 999 16201 640 860 2112 200 230 884 13690 469 761 587 784 606 951 14082 694 770 589 755 716 11401 506 871 964 3099 897 929 520 730 17136 19891 Binnenlandsch Nieuws. GEVOLGEN VAN DEN OORLOG. Op de Kon. Ver. van Ned. Sigarenfabrikanten „Trio" te Culemborg zijn de sigarenmakers voor de keuze gesteld 's morgens van 812 uur te werken, of 62 man geheel ontslag. Deze fabriek werkt voor de Servische regie. OOSTENRIJKERS IN NEDERLAND. De overste van de patere der Heilige Familie, pa ter Carl te Grave, heeft gisteren aan de Oostenrük- sche regeering het verzoek gericht of de Oostenrij kers, die als priester of aspirant-priester 1® een van de kloosters van deze orde in Nederland verblijf hou den niet onder de wapenen behoeven te komen. DB HA1GSCHE TRAM. In de Woensdagavond gehouden gecombineerde Ver gadering der hoofdbesturen van de arbeidersorganisaties is de steunregeling besproken. Besloten werd. hun, die nog niet zijn in dienst genomen. Zaterdag de gewone uitkeermg te geven, n.1. f 10 voor gehuwden en kost winners en f 6 voor ongehuwden. Gisterenmorgen heb ben de ultgeslotenen een extra-uitkeering ontvangen van f 1 en 25 cent voor elk Jrind. Er rijn nu ongeveer 5-10 van 'de 700 personen in dienst teruggenomen. ANNA PAULOWNA. Naar we veTnemen is onze vroeger plaatsgenoot, de heer J. van Kampen, thans definitief aangesteld als brievengaarder te Castrlcum. ANNA PAULOWNA. Met de werken tot vestiging der halte Breezand Is thans daadwerkelijk een aanvang gemaakt ANNA PAULOWNA. Gevonden voorwerpen. Ter Secretarie der gemeente Anna Paulowna worden inlichtingen gevraagd, om trent een verloren dameshorloge (goud) met poie- riempje. MUSICEER END E JONGELUI OP DE FIETS. Een 7-tal jongelui van Enschedé gaan per fiets een

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1914 | | pagina 1