Allliui Billis- Alltlt* Si Llllllllllll. MAANDAG 71 SEPTEMBER 1914. 57ste JAARGANG No. 5450, Schetsen uit de Rechtzaal. FEUILLETON. Erfgraaf Udo. SCHAKER COURANT. Dit blad verschijnt viermaal por weekDinsdag, Woensdag, I TTi'tnovoi-o TP APM AN &r C!n I Prijs per jaar f3.—. Per post f8.60. Losse nnmmors 5 oent. Donderdag en aterdatn Bij inzending tot 'a morgens 9 ure wor- Uitgevers IKArMAIN 10, ADVE&TENTIEN van I tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 6 o». den ADVERTENTIES in het eerst uitkomend nummer geplaatst. SCHAPEN, LAAN 0 5. Int. Teleph. NO. 20. Oroote letters worden naar plaatsruimte berekend. ONTSLAGEN. PATSCHOULI. ...Dat. herinnerde hij zich nog wel den heelen, ochtend was het h'em geweest or er iets og zijn borst drukte: iets h'em bedriegde. dat geen vorm of ge stalte had en hem da keel toch' dicht-wrong... ;HIf was tusschén halfeen en half twee niet gegaan naar de melksalon. waar hij anders zijn 'broodje at en een kopje cacao bestelde. Hij had geloopen aan den but- tenkant. Gezeten og een bankje, ergens in het plant soen. Maar het was Anto® geweest, of iemand hem dwong al maar te denken aan dat ééne 't fs of ik gék ben geworden f", had hij zich' zelf bespot, ef* is tochf niets. HeéLemaai niets. Geen slofje aan 'dè lucht..." Maar dan kwamen weer de muizenissen terug, die hij maar biet kon verjagen. O, 't waren kleinighe den. malligheden't was nonsens, waar ie over zat te piekeren. Meneer HacT hem laatst niét zoo vriende lijk gegroet als gewoonlijk. En de procuratiehouder was zoo .stil" geweest, nel of ie iéts wou zeggen, telkens, dat Aij dan weer terughield. En de oudste employé van de khmer had hem laatst op zoo-vreemde manier zitten aankijken .Mét iets medelijdens.... En 't ergst was. dat toen hij" onlangs een fout maakte inderdaad t was een stommiteit, maar Hij aldoor zitten soe- zon over een koel woordje, dat Annié zfch' gisteren avond had laten ontglippen, in plaats van aan zijn werk te denken... Toen had de procuratiehouder er niets van gezegd, Geen stom woord f.... De oudste van de kamer had hem den brief een voudig voorgelegd, met een blauwe streep^ door een van de patroons gelrokken onder den zin, waar niets van deugde. Ik zal hlem onmiddellijk overmaken zei Anton. 'Nee". Zei de oudste van de kamer, „laat dat maar. Van Leeuwen, 't Is al in orde". En toen Anton, bleek van schrik .zich' 't hart in de keel voelende idoppen, den ander verbaasd, angstig, ontdaan aankeek zat deze rustig voort te wer ken alsof er niets was gebeurd. Van dat oogenblik af klemde er telkens iets om A'n ton, z'n hart als hij dacht, aan de mogelijkheid!, flat men hém... En aan Anni'e d'r pa. die toch' al 'Zoo< sma lend sprak over rijn positie. Die hem met iets vijandigs kon Zitten aankijken, 'de jongen die zijin doch ter half-armoe zou laten lijden... Want meneer De Bont. het ambtenaartje had geen cent fortuin. En al leen 'maar schulden. Maar Anton hield zoo dol- en dolveel van- rAnnie. De gedachte, dat Bh Bhar zon Kunnen verliezen, kon hém (Woest van verdriet maken. Hij 'had altijd een zakdoekje van Kaar bij' zich'... Met diie vreemde, zwoele Jjarfum. Als niemand 't kön zien, dan snoof hip dat op;... 'Dan was 't of hljf Kaar dicht' bij zich' had. tvüak bfjT zich', het kleine Blonde kokette vrouwtje, met de kroeshaartjes en de fijne taillet jdé blanke handjes... Op,.hét bankje ®n hét plantsoen zat Anlpn weer met hét zakdoekje legen rijn gericht. En de gedachte dat h,ij toch' misschien... Dat Hff z'n ont slag zou ktmnen krijgen... 't Tooverde Eettn zonderlinge, verwarde grillige koortsige denkbeelden voor den geest... Vóór half twee was hij op 't kantoor terug. Er was nog niemand jaan hét'werk. 'De looper zat in een hoekje, z'n laatste boterham te kauwen 'en krantje te lezen. Groette Anton nauwelijks terug. En pLotseling gaat de deur open der .khmer, waar procuratiehouder zat. En Anton Knort iemand zeggen: Van Leeuwen. Jthtm eens even HfnÜDT'. Hij Wist 't, nu, wat komen zou. Als een droomwan delaar liep de jongen naar d!e kamer van procuratie houder. Hoorde meneer Van Dami spreken, spreken... zonder de woorden te verstaan... Als ïn een nevel... Nu cm dan ving Anton' iets op. Wan dat Kif .Wél 'z'n bést had' gedaan, zeker, zeken-wel. Maar hét werk pp kan toor stelde nu eenmaal le&ehén... Hij moest zien ergens Bonnen waar rijn! taak meer geëvenredigd was aan zijn capiciteiten.... Hjj stond daar en de tranen stroomde® hem over de wangeia. Hij; voelde zich hopeloos. Bern gedacht© slechts bestormde hem... Hij zou ®tet meer op heit Kantoor Komen... En de pa van Alnnite zou wel we ten, zoul weg, hoppen... Mat, drie maapdlein had me- 18. „Des te heter, Dan, Kunnen wij dadelijk na, het middageten de grooite liefdesscène pTobeerem! Mijn zuster zal ons bepaald' gaa™© een uurtje opofferen. Niet waar, Else? Je hebt dat al reeds zoo dikwijl® gespeeld, dat het voor jou geen ümapainjning ils, de scène een paiar maal niet onzen vriend door te mar ken," Ulrich Posta had gebloosd alö een meisje. Hlji waagde het niet, zijp blond© gezellin aian te Jrij|ke® en als wilde hij de gevreesde! weigering! voorkom©®, zooi stamelde hij: „U hent zeer vriendelijk tegen mij:, mijnheer Colmer. Ik weet niet hoe. ik u voor zooveel vriendelijkheid zal 'danken,. Van uw zuster mag ik een diergelijke opoffering niet vergen,." „Ach, maakt u toch geen drukte, collega! Wan een offer is heetemaal geen sprake. Wat moest er met het oog op uw schuchterheid wel van je wor den, als men u niet een, weinig de hand boven het hoofd hieldi. Ik heb bovendien rog eten zekere verant woordelijkheid jegenp u, omdat ik u bieb aangemoe digd om uw 'geluk op het tooneel te beproeven, en den directeur héb o.ven-eed om u aan te nemen al® volontair. Collega» moet men naar kTachten helpen, dat la aiyid mijn Idiee geweest, en ik heb het mijj nu eenmaal I® het hoofd gezet Iets goeds van u te malcen, al was het alleen ma»r daarom, om onzen verstandige®! régisseur te bewijzen, dat ik jonge ta lenten hertpir kan beoordeel©® dan hij." 'Zij waren voor het hotel De Zon aangekomen, waar het grootste deel der toonejelspieleTs onder dak was gebracht, en Ulrich Posta bemerkte met welke onbeschaamde blikken de in de voordeur stiaajn.de kellner de jonge mooie tooneeisipeeleteTi aanzag. Hij werd weer rood, maar ditmaal van ergernis, en wilde spoedig afscheid nemen,, om Else niet langer aan die bel©edi|genide driestheid bloot te stellen. Hij' zelf was niét in het voorname hotel, maar in een, zeer bescheiden logement, Da Groen» Boom ge neer Van Dam gezegd zou Anton kunnen gaan. Maar de Keepen vonden het beter dat hij nu maar diadelijk vertrok... Met drie maanden verlof, he?... Anders lijdt het werk er toch maar onder. „Kijk eens hier, Van Leeuwen," zei procuratiehou der eta. hjji legde een paar bankjes op punt van schrijfbureau „wees nou verstandig en praktisch. Teekan even deze quitanti© en neem dan, je geld. Dat is prettiger voor je dan met den kassier die zaak te regelen, niet waar? Hier he,b Je ecu, getuig schrift van ©oedi gedrag en zoo. Je komt best er gens terecht. Je hebt drie maanden voor de horst Wees nou verstandig. Hier zou to,ch geen carrière voor je te maken zijn, geloof me. De heeren en ik hebben 't beste met Je voor. Je hebt g©p.ra»s teepd wat je kon, dat zal ik al/tijd erkenimesn, maar dat I® voor hier op het kantoor heusch niét voldoende. Nou, adieu." Anton t©ekefn|de de qultantie en raakte evein mie neer Va» Dam's rechterhand met zijn bevende, kil-, klamme vingers aan... „Ga nou maar meteen weg, zonder afscheid ,t» ne men, ©n zoo meer," zei meneer Van Dam, die echt met den stumper te doem, had' „ik zal het Min nen wel vertéllen en vooir Je regelen, zooals 't het prettigst voor Je is, hoor. Reken daa(r maan Een paar minuten later Mep Anton door de stille, deftige straat, waar de kantoren gielégp® waren....... Telkens tastend) in, zdjn vestzak, naar die bankjes diié meneer Van Dlam hem had uitbetaald... ...Voor het raam van groot met mensehen gevuld café zaten zij, Anton en Annle. Hij zat over haar. Miet krijtwitte wangen en groote schitterende afngstoogen. Zoo erg beefden zijn han den, dat hij ze klemde om z'n stok, dat niemajn]d im het café m©rkem zou, hoe ontdaan hij wasHij had het geheim van z'n ontslagen zijn niet langer voor haar kunnen venbtetrgg®. Tegen pa van Ajnniie gelogen dat-de op kantoor promotie had gemaakt. Voor Annle een duren armband meegebracht. Dat kon er nu af. Want die patroons hadden hem grattfih catie gegefveii(, als erkenning vaa bij zonderen ijver biji het regelen, van een o£ ander... En, hij had tweje honderd gulden opslag 'gekregen. Een niéuw Kostuum zich aangeschaft, hij stapelde leugen OP lengen Pa van Annle was vriendelijker tiegep hem gewarde®, 's Middags voor hij naar An®ie haar huis ging, dronk hij' vier vijf glazen port om courage te hebbed, vo,or nieuw liegen-Wel was het hem opgevallen dat Aa rde hem soms kon aankijken met van die vreemd- lacherige oogien alsof ze van al de prochtverh®le® g©en steek, geen zier geloofd». En nu had' hij het haar gezegd. Van, het ontslag- En van, die drie maanden salaris. Waardoor hij arm band en nieuw kostuum en een mooie tabakspijp voor pa, had kunnen koopen. Sidderend, dhiiiiaelend van angst 't nu toch vriee- selijk vindend, dat hij 't haar gezegd1 had wacht te hij.,, z'n vojnnis... MaarAnnlé Weef bedaard, 't Scheen haar haelemaal niet te verrassen, te verbazen. Zij glimlacht zélfs. Dronk evien uit het glaasje, dat voor haar stand- Tikte met de punt van haar paraplule tegen het fijne, glimmende neusje van haar keurig, peperduur schoentje. ,.,Dat wist Ik Best," zei Annle eindelijk en, hij, merkte dat zij weer moeite had om een glimlachje te onderdrukken. Ze fluisterdb iets. Hjjji riep kieüJlner en betaalde. Zij gipgie®. De woe lige avondstraat in,... Zte gaf hem een arm. Ziji lie pen voort-., verder... De drukt» van, stadscentrum uit. Naar buitenwijken- -- Want zij, hiadi hem Iets te zeggen, blijkbaar. Naar aanleiding van rij® mediadeeling over het ontslag. Annle liep mét het hoofd wat gebogen, Hieit was moei lijk den armen, naleven jongen duidelijk te maken- Ze mocht hem wel juffertje uit kring van schij®- vertoon en van zoovele patschouli-geurtjes. Ze mocht hem echt" op haar manier. Als-ie maar wou begrypen... En om hém daartoe tc krijgen... Met de handedn voor het vermagerde gelaat zat naamd, terecht gekomen, waar gewoonlijk, slechts de landlied©® uit de omgeving kwamen. Maar Colmer had nauwelijks zijn voornemen gera den, of hij greep hem vertrouwelijk bij den arm. „Dat is daar niets voor u. U wilt u daar toch niet mat diep ell©nid':gie® kost de maag bederven,? Ik ®oo- dig u vriendelijk uit bij, ons te komten eten. H/etwia» vandaag traotementsdag. Wij mogen onp dus veroor loven wat rojnal te zijn." Ulrich wilde tegenstreven; daar echter zijn vrien delijke collega van plan scheen, te zijn, desnoods ger we'd te gebruiken en hem het griin|n|ik©nd» lachen, van- den kellner ©enigszins) van zijn stuk bracht.,, volg de hij helden in het hotel. Aan d'e lange tafel mid den in de eetzaal waren reeds bijna alle plaatsen bezet, want buiten "de dia®©s en beéreh va,h het D'eii- nlnger gezélschapi waren daar ook nog ©enig© stam gasten, bestaand© uift ambtenaren vani het Freistaiditjer gerecht. 0 Heri®z Colmer had den drempel reeds overschredi©® door een vroolijk welkom zijner collegas begroet, toén, hij,' zich zacht op den arm voelde drukken, en blikte zich omwendend ln de smcekenjd op hem gerichte oogen zijner zuster. „Moeten wiji hier aan deze tafel eten, Heinz? Het rumoer en de beweging der vreemde hoeren staat miji zoo tegen." Zonder meer was hij bereid met haar wensch reke ning t» houden. „Kunt u ons het middageten m|tet bulten -i® den tuin laten brengen?" Vroeg hij den hotelhouder, die als ©en veldheer met scherpen blik waakte over d© bediening der bevolking. „Voor drie per&on©n wilde ik u verzoeke®,, ©n een goed glas wijn erbij." Voornamelijk de laatste woorden maakten dein eige naar van De Zon dadelijk uiterst beleefd en vlug. Binnen weinig© minuten was bulten in een dicktbe- bladerd, aardig pri'ëel d© discb gedekt, en uit een. naast Heinz Colmers bord staand ijsbad, die wellicht jaren 'geleden als echt zilver kon hebben geglansd, stak de verlakt© hols van een dikbuikige champagne fles ch. „Ziezoo hier zijn we na geheel onder ons," zeil de die booneelspeler. „Het was werkelijk een prach tig idee van Je, zusje. En daarom drinken w|lj het Anton te snikken. Hij! kon niet antwoorden or wat de redder-commissaris, die de zaak van mishande ling' door den gewezen kantoorbediende Anton yam Leeuwen gegLeegd or Annie De Bont z'n gewe zen meisje dien avond, toen ze ergens in buiten buurt wandelden. Menschen hadden hulpkreten ge hoord. En gevonden het juffertje, dat door' Anton was aangegrepen, dat hij getrapt had en geslagen, bij 'de keel gepakt dat ze half bewusteloos moest worden weg- Eerst leek' 't een ondoorgrondelijk raadsel. Hij ^on sul. een sukkel van een jongen. Niemand kon hiér 'licht geven. Op hét 'polltie-bureau was hij', den avond der mishandeling als een bezetene geweest. Men dacht aan, een plotseling opgekomen vlaag van krank- zinnigheid. En stuurde eep rechercheur er op. uit. Die den dag er op nadere inlichtingen gaf. Voldoende voor politiecommissaris om gaandeweg te begrijpen... En toen een week" later hét blanke, geparfu meerde. kokette juffie in haar ondeugend-la chenge oog- lonkje tegenover hém zat als aanstaande getuige charge toen werd 't commissaris Keelemaai dui delijk wat Anton. dien avond' toen Annie hein het een. en ander had ie vertellen op haar beurt Zoo woest was geworden... Rechter-ooanmissaris kon nu alles doorzien en be grijpen. t Is mliet goed wpt je gedaan hiebt"". Zet Z.E.A'. tegen den verdachte, „maar ik" kan 't mij voorstellen, dat je in abnormalen gemoedstoestand bent geraakt. Ik geloof, dat de rocEtbank'" met deze verzachtende omstandigheden rekening zal 'houden... Vertrouw daar maar ©enigszins op. Wees man. En verheug je er in, dat je nog intijds bewaard! bent voor den invloed van eene... Oene... De rechter wist de juiste woorden niet te vinden... Want hij .doelde nu op vlinder-juffie van zoovele par fums.... Maar de verdachte de arme sukkel zag den rechter nu aain met oogen. waarin wilde toorn vlam de... Toen Annle zou getoond worden... "En zijn mach- telooze woede en matelooze smart ontspanden zich opnieuw in éen vloed van hfeete tranen... MAITRE CORBEAT7. Een militaire beschouwing. De militaire medewerker van de Times geeft een beschouwing over „Duitschland'0 plannen en de onze" (dus de Engelsche.) Partiouliere berichten uit Dnitschland zoo zegt hij stellen ons in kennis met de opvat tingen van den gewonen Duitschen officier. Men veronderstelt, en natuurlijk terecht, dai het eerste oogmerk van Duitschland zal zijn om Frankrijk geheel en al te verpletteren. Tot dat doel zijn de beste troepen naar het Westen gezonden, en, ten einde dien slag met alle geweld te kunnen toe brengen, zijn eerst de landweer en daarna al de geoefende manschappen van den landstorm achter eenvolgens onder de wapenen geroepen. Massa's reserve volgen de eerste linie, om den oorlog zoo krachtig mogelijk voort te zetten, en de tiendui zenden manschappen, die de Dujtsche generaals zoo kwistig opofferen, te vervangen, De verwach ting van den gewonen Duitschen officier was dat men in zes of acht weken Parijs zou bereiken en dat de stad dan niet lang meer tegenstand zou bieden. Als Frankrijk verpletterd was, veronderstelde men dat Duitschland zich tegen Rusland zou keeren. Maar men meende dat het plan niet was, tegen dat land een offensieven veldtocht te voeren en dat, aangezien Duitschland geen Russisch gebied begeerde, en een inval in Rusland niet aanlokke lijk was, de krijgsverrichtingen zich zouden beper ken tot het verslaan van opeenvolgende Russische eerste gla» vaa «Mt ©dele druivenjbloeidj speciaal' op u. U ia heit toch met mij een», beste Posta?" De blauwe oogen van Posta spraken, In, bun &chUi tering duidelijker dan zijn lippen, die slechts ©en, verlegen: ,X> zeker!" vermochten uit te brengen- Haastig greep hij, naar het slanke kelkgla», dat Hcdnz lntusschen met vaardigheid gevuldi had, en hief het op naar d.© tegenoveir h©m zittende diajne: „Op uw welzijn,, juffrouw Colmer, en op een, groot sueees vanavond." „Om 'e hemels wil'!" viel hem Eetaz met kodidlget ontzetting in, d© rede. „Wat valt u in,, dwaze Jonge ling? Onthoud1 bet als eerste en hoogste gebod, dat men een drama tl scben, kunstenaar, met wlen men., bet goédi meent, nooit succes of tets dergelijks mag- wenscben, want dat brénlgit hem onfeilbaar ongeluk." De zoo terecht gezette Jongeling had ni©t ver warder kunnen zijn, lnidHen de terechtwijzing ln alle ernst gemeend was. De jong© toone elspe eist er echter, die zijn veriegejn- heid bemerkte, kwam hem vriendelijk te hulp. Zij liet haar glos tegen het zij in© klinken ejn zedder ,,Met mij kunt u wel een uitzondering maken, mijnheer Posta, want ik ben miet bijgeloo.vig. Hartelijk drink dus voor uw vrlendJelijkesn wensch." Het was slechts een vanzelf sprekend» vorm der beleefdheid, dat zij hem aanzag, terwijl ziJi met hem klonk. Voor dé®, jongen, man echter moest e©n blik in, haar mooi» oogen wel als een blik in den go- openden, hemel zijn. want over zijn igerilcht kwam iets als een wondere verheerlijking,, en zijn teedere trok ken, höd op dit oogenblik iets zoo aangenaams en aantrekkelijke dat het Inderdaad geen wonder was geweest, indien hij aan Jufrouw Else bevallen was. „Bij onze flinke vrouwen of onze salonslang hadt u met zulk een wensch niet behoeven) te kamén," meende Heinz, die nu eveneen» aanstiet, lachend- „Het zou reden genoeg zijn om haar eeuwige vijand schap ie verwerven. Nu,, voor zooiets hebt u in ieder geval bij mij of mijn zusje niet bang te zijn. Al Is het ook nauwelijks meer dan ee<n week, dat wij el kander kénnen, toch zijn Wij reeds van u gaan hou den, en bet zou ons werkelijk groot genoegen doen, Indien u ook voor ons e°n goed kameraad wiHdJet rijn." legers, naar mate die kwamen opdagen, en dat do Weichsel de grens voor den opmarech der Duit- schers zou z|jn. Engeland moest, volgens die opvatting, tot het laatst bewaard blijven, en de vloot moest ontzien worden tot het oogenblik voor de beslissende krijgs verrichtingen tegen dat land gekomen was. Men veronderstelde, dat, indien Parijs gevallen was en de Fransohe legers verpletterd waren, Calais, Bou- logne en Duinkerken bezet en Antwerpen er onder gebracht zou worden. Om Engeland klein te krijgen zouden al de groote fabrieken van pant serplaten en scheepswerven met volle kracht, dag en nacht, werken, om terwijl de oorlog tegen Rus land en Frankrijk werd voortgezet, oorlogssohepen van allerlei slag af te leveren, en in het Nauw van Galais zouden de nieuwe Krupp-kanonnon van 42 o.M. niet de mortieren opgesteld worden, om in de straat van Dover een zoo groot lijke oppervlakte te bestrijken. De heele kustljjn zou, als in de dagen van Napoleon, met bstteryen bezet worden, en onder dekking daarvan of door van binnenlandeohe waterwegen gebruik te maken, zouden flotiehes duikbooten in de havens van het Kanaal verzameld worden. Eenigszins duister was het plan om over te steken tot onderwerping van Engeland, maar luohtschepen, duikbooten en mijnen zouden, naar men verwachtte, een rol spelen bij het oversteken van de nauwe zeestraat. Dit zeer fraaie plan vervolgt de medewerker van de Times hield er geen rekening mede, dat Frankrijk, gelijk het zioh in alle opzichten van plan toont, met ontembare vastberadenheid zou voortvech- ten en dat de geschiedenis van 1870 niet gemakke lijk herhaald zou worden. Men had niet verwacht, dat Rusland zulk een groote militaire mogendheid zou zijn of ernstige krijhsverrichtingen reeds zoo, spoedig zou beginnen als het gedaan heeft Men had evenmin verwacht, dat Engeland nieuwe legers op de been zou brengen en nieuwe vloten zou bouwen. Als verder Duitsohe legers da Straat van Dover mochten willen overstaken onder dekking van hun kanonnen van 42 cM., zou dit, meent de man van de Times, Engelend zeer gelegen komen. De DuitBchers hebben eenige talenten die wjj moeten erkennen en daartoe behoort de gelukkige inspiratie om zioh op den oorlog voor te bereiden voor hij begint, in plaats van daarna, zooals wij doen. Maar de fout van de Duitschers is, dat zij hun plannen zoo nauwgezet voorbereiden, dat die plannen, indien er iets onverwachts gebeurt, misloo- pen. Wat er ook in het Westen moge gebeuren, wij en Rusland zullen voortgaan, desnoods twintig jaar lang, daar wij geen zin hebben om verduitsebt te worden.... Wij weten wat er in Duitschland gebeurt. Duitsohe fabrieken staan stil. De hoogovens zijn koud. Honderden Duitsohe sohepen liggen stil langs doodsche kaden. De Dnitsohe nijverheid in binnen en buitenland is verlamd. Er zijn weinig veldarbei- ders op de akkers. Wij stellen ons voor dat die toestand zal voortduren, geen zes maanden of een jaar, zooals Duitschland verwacht, maar net zoo lang als noodig zal zjjn om Duitschland te'doen zwichten en het te noodzaken gebied, dat het al bezet mocht hebben, op te geven, met ruime ver goeding voor al de aangerichte stoornis en verliezen. Dat is niet zoozeer de Duitsche opvatting, maar toevallig wel de onze, en geen overwinningen die „Zoo loog Uk met mij® onervarenheid! en, onbehol penheid u bedden, niet la»tig ben antwoordde Posta. „Ach wat, weee toch niet zoo stijf. WIJ ritten hier toch, God zij dank, niet ln een salon, waar men zich met allerlei oppervlakkige zegswijze®, moet vervelen. En opdat wiji nu een» voor altijd den Juiaten toon met elkander zullen vinden, late® wij voor het ver volg onze vervelende familienamen met „mijnheer" e® „Juffrouw" en alle verdere bombarie ter zijde en, noemen elkander eenvoudig Else, Ulrich en Heinz, zooals het goede vrienden betaamt. Men praat dwp. dadelijk zoo uit het hart en voelt zich veel hartelij ker verbond©®. Dus prosit, Ulrich!" Het koste den jongen kunstenaars leerling zicht baar eenigia moeite, om zijn bevangenheid ln zoover te overwin®©®, dat hij i® lijdelijk© houding kon ant woorden: „Prosit, Hein?:!" Ma®r toe® hiji op het aandringen va® haar broeder ook de blond© tooneelepeelster op gelijke wijze be scheid. mo©et doe®, was zijn gezicht weder als roet bloed overgoten, e® ook, Else zag op iln het oog val lende verwarring op baar bord neer. ,jNu ik bemerk reed», dat me® u tijd moet tat©&" schertste Hedtoz, die er telken» ving bij was, om d» leege glazen te vullen. „Nog voor je bet eerst© paar schoen»® op het tooneel versleten hebt, mijn goeds Ulrich, sul Je tot het inzicht gekomen zijn, hoe goed d© onsterfelijk© Goethe het schoon© geslacht kemda toen hij do aewwfe ware veroen döcht©: Ga de vrouwen teeder tegen, Eh Jo wttet ze, op mijn woord. Eb wie vlug dö, niet verleg»®, Kotmjt migfichie® ®og beter voort.'" „Ma®* Eeïn&" vermaande Else halfluid met ©e® verwijtenden blik. e® ril schee® het evenalB Ulrich Posta als ©e® verlichtang te ondergaan, dat Juist nu da kellner met de®' vleeechschotel verscheen e® door» mee de mi® of meer bedenkelijke raadgevingen va® haar qpgerti&nidek broed! r te® einde bracht. Wondtvemxlad.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1914 | | pagina 1