Allliui Billis-
Alltlt* Si Llllllllllll.
MAANDAG 71 SEPTEMBER 1914.
57ste JAARGANG No. 5450,
Schetsen uit de Rechtzaal.
FEUILLETON.
Erfgraaf Udo.
SCHAKER
COURANT.
Dit blad verschijnt viermaal por weekDinsdag, Woensdag, I TTi'tnovoi-o TP APM AN &r C!n I Prijs per jaar f3.—. Per post f8.60. Losse nnmmors 5 oent.
Donderdag en aterdatn Bij inzending tot 'a morgens 9 ure wor- Uitgevers IKArMAIN 10, ADVE&TENTIEN van I tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 6 o».
den ADVERTENTIES in het eerst uitkomend nummer geplaatst. SCHAPEN, LAAN 0 5. Int. Teleph. NO. 20. Oroote letters worden naar plaatsruimte berekend.
ONTSLAGEN.
PATSCHOULI.
...Dat. herinnerde hij zich nog wel den heelen,
ochtend was het h'em geweest or er iets og zijn borst
drukte: iets h'em bedriegde. dat geen vorm of ge
stalte had en hem da keel toch' dicht-wrong... ;HIf
was tusschén halfeen en half twee niet gegaan naar
de melksalon. waar hij anders zijn 'broodje at en een
kopje cacao bestelde. Hij had geloopen aan den but-
tenkant. Gezeten og een bankje, ergens in het plant
soen. Maar het was Anto® geweest, of iemand hem
dwong al maar te denken aan dat ééne
't fs of ik gék ben geworden f", had hij zich' zelf
bespot, ef* is tochf niets. HeéLemaai niets. Geen slofje
aan 'dè lucht..."
Maar dan kwamen weer de muizenissen terug, die
hij maar biet kon verjagen. O, 't waren kleinighe
den. malligheden't was nonsens, waar ie over zat
te piekeren. Meneer HacT hem laatst niét zoo vriende
lijk gegroet als gewoonlijk. En de procuratiehouder was
zoo .stil" geweest, nel of ie iéts wou zeggen, telkens,
dat Aij dan weer terughield. En de oudste employé
van de khmer had hem laatst op zoo-vreemde manier
zitten aankijken .Mét iets medelijdens.... En 't ergst
was. dat toen hij" onlangs een fout maakte inderdaad
t was een stommiteit, maar Hij aldoor zitten soe-
zon over een koel woordje, dat Annié zfch' gisteren
avond had laten ontglippen, in plaats van aan zijn
werk te denken... Toen had de procuratiehouder er
niets van gezegd, Geen stom woord f....
De oudste van de kamer had hem den brief een
voudig voorgelegd, met een blauwe streep^ door een
van de patroons gelrokken onder den zin, waar niets
van deugde.
Ik zal hlem onmiddellijk overmaken zei Anton.
'Nee". Zei de oudste van de kamer, „laat dat maar.
Van Leeuwen, 't Is al in orde".
En toen Anton, bleek van schrik .zich' 't hart in
de keel voelende idoppen, den ander verbaasd,
angstig, ontdaan aankeek zat deze rustig voort te wer
ken alsof er niets was gebeurd.
Van dat oogenblik af klemde er telkens iets om A'n
ton, z'n hart als hij dacht, aan de mogelijkheid!, flat
men hém... En aan Anni'e d'r pa. die toch' al 'Zoo< sma
lend sprak over rijn positie. Die hem met iets vijandigs
kon Zitten aankijken, 'de jongen die zijin doch
ter half-armoe zou laten lijden... Want meneer De
Bont. het ambtenaartje had geen cent fortuin. En al
leen 'maar schulden. Maar Anton hield zoo dol- en
dolveel van- rAnnie. De gedachte, dat Bh Bhar zon
Kunnen verliezen, kon hém (Woest van verdriet maken.
Hij 'had altijd een zakdoekje van Kaar bij' zich'... Met
diie vreemde, zwoele Jjarfum. Als niemand 't kön zien,
dan snoof hip dat op;... 'Dan was 't of hljf Kaar dicht'
bij zich' had. tvüak bfjT zich', het kleine Blonde kokette
vrouwtje, met de kroeshaartjes en de fijne taillet jdé
blanke handjes... Op,.hét bankje ®n hét plantsoen zat
Anlpn weer met hét zakdoekje legen rijn gericht. En
de gedachte dat h,ij toch' misschien... Dat Hff z'n ont
slag zou ktmnen krijgen... 't Tooverde Eettn zonderlinge,
verwarde grillige koortsige denkbeelden voor den geest...
Vóór half twee was hij op 't kantoor terug. Er was
nog niemand jaan hét'werk. 'De looper zat in een hoekje,
z'n laatste boterham te kauwen 'en krantje te lezen.
Groette Anton nauwelijks terug. En pLotseling gaat de
deur open der .khmer, waar procuratiehouder zat. En
Anton Knort iemand zeggen:
Van Leeuwen. Jthtm eens even HfnÜDT'.
Hij Wist 't, nu, wat komen zou. Als een droomwan
delaar liep de jongen naar d!e kamer van procuratie
houder.
Hoorde meneer Van Dami spreken, spreken... zonder
de woorden te verstaan... Als ïn een nevel... Nu cm
dan ving Anton' iets op. Wan dat Kif .Wél 'z'n bést had'
gedaan, zeker, zeken-wel. Maar hét werk pp kan
toor stelde nu eenmaal le&ehén... Hij moest zien ergens
Bonnen waar rijn! taak meer geëvenredigd was aan
zijn capiciteiten....
Hjj stond daar en de tranen stroomde® hem over
de wangeia. Hij; voelde zich hopeloos. Bern gedacht©
slechts bestormde hem... Hij zou ®tet meer op heit
Kantoor Komen... En de pa van Alnnite zou wel we
ten, zoul weg, hoppen... Mat, drie maapdlein had me-
18.
„Des te heter, Dan, Kunnen wij dadelijk na, het
middageten de grooite liefdesscène pTobeerem! Mijn
zuster zal ons bepaald' gaa™© een uurtje opofferen.
Niet waar, Else? Je hebt dat al reeds zoo dikwijl®
gespeeld, dat het voor jou geen ümapainjning ils, de
scène een paiar maal niet onzen vriend door te mar
ken,"
Ulrich Posta had gebloosd alö een meisje. Hlji
waagde het niet, zijp blond© gezellin aian te Jrij|ke®
en als wilde hij de gevreesde! weigering! voorkom©®,
zooi stamelde hij: „U hent zeer vriendelijk tegen mij:,
mijnheer Colmer. Ik weet niet hoe. ik u voor zooveel
vriendelijkheid zal 'danken,. Van uw zuster mag ik
een diergelijke opoffering niet vergen,."
„Ach, maakt u toch geen drukte, collega! Wan
een offer is heetemaal geen sprake. Wat moest er
met het oog op uw schuchterheid wel van je wor
den, als men u niet een, weinig de hand boven het
hoofd hieldi. Ik heb bovendien rog eten zekere verant
woordelijkheid jegenp u, omdat ik u bieb aangemoe
digd om uw 'geluk op het tooneel te beproeven, en
den directeur héb o.ven-eed om u aan te nemen al®
volontair. Collega» moet men naar kTachten helpen,
dat la aiyid mijn Idiee geweest, en ik heb het mijj
nu eenmaal I® het hoofd gezet Iets goeds van u te
malcen, al was het alleen ma»r daarom, om onzen
verstandige®! régisseur te bewijzen, dat ik jonge ta
lenten hertpir kan beoordeel©® dan hij."
'Zij waren voor het hotel De Zon aangekomen,
waar het grootste deel der toonejelspieleTs onder dak
was gebracht, en Ulrich Posta bemerkte met welke
onbeschaamde blikken de in de voordeur stiaajn.de
kellner de jonge mooie tooneeisipeeleteTi aanzag. Hij
werd weer rood, maar ditmaal van ergernis, en
wilde spoedig afscheid nemen,, om Else niet langer
aan die bel©edi|genide driestheid bloot te stellen. Hij'
zelf was niét in het voorname hotel, maar in een,
zeer bescheiden logement, Da Groen» Boom ge
neer Van Dam gezegd zou Anton kunnen gaan.
Maar de Keepen vonden het beter dat hij nu maar
diadelijk vertrok... Met drie maanden verlof, he?...
Anders lijdt het werk er toch maar onder.
„Kijk eens hier, Van Leeuwen," zei procuratiehou
der eta. hjji legde een paar bankjes op punt van
schrijfbureau „wees nou verstandig en praktisch.
Teekan even deze quitanti© en neem dan, je geld.
Dat is prettiger voor je dan met den kassier die
zaak te regelen, niet waar? Hier he,b Je ecu, getuig
schrift van ©oedi gedrag en zoo. Je komt best er
gens terecht. Je hebt drie maanden voor de horst
Wees nou verstandig. Hier zou to,ch geen carrière
voor je te maken zijn, geloof me. De heeren en
ik hebben 't beste met Je voor. Je hebt g©p.ra»s
teepd wat je kon, dat zal ik al/tijd erkenimesn,
maar dat I® voor hier op het kantoor heusch niét
voldoende. Nou, adieu."
Anton t©ekefn|de de qultantie en raakte evein mie
neer Va» Dam's rechterhand met zijn bevende, kil-,
klamme vingers aan...
„Ga nou maar meteen weg, zonder afscheid ,t» ne
men, ©n zoo meer," zei meneer Van Dam, die echt
met den stumper te doem, had' „ik zal het Min
nen wel vertéllen en vooir Je regelen, zooals 't het
prettigst voor Je is, hoor. Reken daa(r maan
Een paar minuten later Mep Anton door de stille,
deftige straat, waar de kantoren gielégp® waren.......
Telkens tastend) in, zdjn vestzak, naar die bankjes diié
meneer Van Dlam hem had uitbetaald...
...Voor het raam van groot met mensehen gevuld
café zaten zij, Anton en Annle.
Hij zat over haar. Miet krijtwitte wangen en groote
schitterende afngstoogen. Zoo erg beefden zijn han
den, dat hij ze klemde om z'n stok, dat niemajn]d im
het café m©rkem zou, hoe ontdaan hij wasHij
had het geheim van z'n ontslagen zijn niet langer
voor haar kunnen venbtetrgg®. Tegen pa van Ajnniie
gelogen dat-de op kantoor promotie had gemaakt.
Voor Annle een duren armband meegebracht. Dat
kon er nu af. Want die patroons hadden hem grattfih
catie gegefveii(, als erkenning vaa bij zonderen ijver
biji het regelen, van een o£ ander... En, hij had tweje
honderd gulden opslag 'gekregen. Een niéuw Kostuum
zich aangeschaft, hij stapelde leugen OP lengen
Pa van Annle was vriendelijker tiegep hem gewarde®,
's Middags voor hij naar An®ie haar huis ging, dronk
hij' vier vijf glazen port om courage te hebbed, vo,or
nieuw liegen-Wel was het hem opgevallen dat Aa
rde hem soms kon aankijken met van die vreemd-
lacherige oogien alsof ze van al de prochtverh®le®
g©en steek, geen zier geloofd».
En nu had' hij het haar gezegd. Van, het ontslag-
En van, die drie maanden salaris. Waardoor hij arm
band en nieuw kostuum en een mooie tabakspijp
voor pa, had kunnen koopen.
Sidderend, dhiiiiaelend van angst 't nu toch vriee-
selijk vindend, dat hij 't haar gezegd1 had wacht
te hij.,, z'n vojnnis...
MaarAnnlé Weef bedaard, 't Scheen haar haelemaal
niet te verrassen, te verbazen. Zij glimlacht zélfs.
Dronk evien uit het glaasje, dat voor haar stand-
Tikte met de punt van haar paraplule tegen het
fijne, glimmende neusje van haar keurig, peperduur
schoentje.
,.,Dat wist Ik Best," zei Annle eindelijk en, hij,
merkte dat zij weer moeite had om een glimlachje
te onderdrukken.
Ze fluisterdb iets.
Hjjji riep kieüJlner en betaalde. Zij gipgie®. De woe
lige avondstraat in,... Zte gaf hem een arm. Ziji lie
pen voort-., verder... De drukt» van, stadscentrum
uit. Naar buitenwijken- --
Want zij, hiadi hem Iets te zeggen, blijkbaar. Naar
aanleiding van rij® mediadeeling over het ontslag.
Annle liep mét het hoofd wat gebogen, Hieit was moei
lijk den armen, naleven jongen duidelijk te maken-
Ze mocht hem wel juffertje uit kring van schij®-
vertoon en van zoovele patschouli-geurtjes.
Ze mocht hem echt" op haar manier.
Als-ie maar wou begrypen... En om hém daartoe tc
krijgen...
Met de handedn voor het vermagerde gelaat zat
naamd, terecht gekomen, waar gewoonlijk, slechts de
landlied©® uit de omgeving kwamen.
Maar Colmer had nauwelijks zijn voornemen gera
den, of hij greep hem vertrouwelijk bij den arm.
„Dat is daar niets voor u. U wilt u daar toch niet
mat diep ell©nid':gie® kost de maag bederven,? Ik ®oo-
dig u vriendelijk uit bij, ons te komten eten. H/etwia»
vandaag traotementsdag. Wij mogen onp dus veroor
loven wat rojnal te zijn."
Ulrich wilde tegenstreven; daar echter zijn vrien
delijke collega van plan scheen, te zijn, desnoods ger
we'd te gebruiken en hem het griin|n|ik©nd» lachen,
van- den kellner ©enigszins) van zijn stuk bracht.,, volg
de hij helden in het hotel. Aan d'e lange tafel mid
den in de eetzaal waren reeds bijna alle plaatsen
bezet, want buiten "de dia®©s en beéreh va,h het D'eii-
nlnger gezélschapi waren daar ook nog ©enig© stam
gasten, bestaand© uift ambtenaren vani het Freistaiditjer
gerecht. 0
Heri®z Colmer had den drempel reeds overschredi©®
door een vroolijk welkom zijner collegas begroet, toén,
hij,' zich zacht op den arm voelde drukken, en blikte
zich omwendend ln de smcekenjd op hem gerichte
oogen zijner zuster.
„Moeten wiji hier aan deze tafel eten, Heinz? Het
rumoer en de beweging der vreemde hoeren staat miji
zoo tegen."
Zonder meer was hij bereid met haar wensch reke
ning t» houden. „Kunt u ons het middageten m|tet
bulten -i® den tuin laten brengen?" Vroeg hij den
hotelhouder, die als ©en veldheer met scherpen blik
waakte over d© bediening der bevolking. „Voor drie
per&on©n wilde ik u verzoeke®,, ©n een goed glas
wijn erbij."
Voornamelijk de laatste woorden maakten dein eige
naar van De Zon dadelijk uiterst beleefd en vlug.
Binnen weinig© minuten was bulten in een dicktbe-
bladerd, aardig pri'ëel d© discb gedekt, en uit een.
naast Heinz Colmers bord staand ijsbad, die wellicht
jaren 'geleden als echt zilver kon hebben geglansd,
stak de verlakt© hols van een dikbuikige champagne
fles ch.
„Ziezoo hier zijn we na geheel onder ons," zeil
de die booneelspeler. „Het was werkelijk een prach
tig idee van Je, zusje. En daarom drinken w|lj het
Anton te snikken. Hij! kon niet antwoorden or wat
de redder-commissaris, die de zaak van mishande
ling' door den gewezen kantoorbediende Anton yam
Leeuwen gegLeegd or Annie De Bont z'n gewe
zen meisje dien avond, toen ze ergens in buiten
buurt wandelden. Menschen hadden hulpkreten ge
hoord. En gevonden het juffertje, dat door' Anton was
aangegrepen, dat hij getrapt had en geslagen, bij 'de
keel gepakt dat ze half bewusteloos moest worden weg-
Eerst leek' 't een ondoorgrondelijk raadsel. Hij
^on sul. een sukkel van een jongen. Niemand kon
hiér 'licht geven. Op hét 'polltie-bureau was hij', den
avond der mishandeling als een bezetene geweest. Men
dacht aan, een plotseling opgekomen vlaag van krank-
zinnigheid.
En stuurde eep rechercheur er op. uit. Die den
dag er op nadere inlichtingen gaf. Voldoende voor
politiecommissaris om gaandeweg te begrijpen...
En toen een week" later hét blanke, geparfu
meerde. kokette juffie in haar ondeugend-la chenge oog-
lonkje tegenover hém zat als aanstaande getuige
charge toen werd 't commissaris Keelemaai dui
delijk wat Anton. dien avond' toen Annie hein het
een. en ander had ie vertellen op haar beurt Zoo
woest was geworden...
Rechter-ooanmissaris kon nu alles doorzien en be
grijpen.
t Is mliet goed wpt je gedaan hiebt"". Zet Z.E.A'.
tegen den verdachte, „maar ik" kan 't mij voorstellen,
dat je in abnormalen gemoedstoestand bent geraakt.
Ik geloof, dat de rocEtbank'" met deze verzachtende
omstandigheden rekening zal 'houden... Vertrouw daar
maar ©enigszins op. Wees man. En verheug je er
in, dat je nog intijds bewaard! bent voor den invloed
van eene... Oene...
De rechter wist de juiste woorden niet te vinden...
Want hij .doelde nu op vlinder-juffie van zoovele par
fums....
Maar de verdachte de arme sukkel zag den
rechter nu aain met oogen. waarin wilde toorn vlam
de... Toen Annle zou getoond worden... "En zijn mach-
telooze woede en matelooze smart ontspanden zich
opnieuw in éen vloed van hfeete tranen...
MAITRE CORBEAT7.
Een militaire beschouwing.
De militaire medewerker van de Times geeft
een beschouwing over „Duitschland'0 plannen en
de onze" (dus de Engelsche.)
Partiouliere berichten uit Dnitschland zoo
zegt hij stellen ons in kennis met de opvat
tingen van den gewonen Duitschen officier. Men
veronderstelt, en natuurlijk terecht, dai het eerste
oogmerk van Duitschland zal zijn om Frankrijk
geheel en al te verpletteren. Tot dat doel zijn de
beste troepen naar het Westen gezonden, en, ten
einde dien slag met alle geweld te kunnen toe
brengen, zijn eerst de landweer en daarna al de
geoefende manschappen van den landstorm achter
eenvolgens onder de wapenen geroepen. Massa's
reserve volgen de eerste linie, om den oorlog zoo
krachtig mogelijk voort te zetten, en de tiendui
zenden manschappen, die de Dujtsche generaals
zoo kwistig opofferen, te vervangen, De verwach
ting van den gewonen Duitschen officier was dat
men in zes of acht weken Parijs zou bereiken en
dat de stad dan niet lang meer tegenstand zou
bieden.
Als Frankrijk verpletterd was, veronderstelde
men dat Duitschland zich tegen Rusland zou keeren.
Maar men meende dat het plan niet was, tegen
dat land een offensieven veldtocht te voeren en
dat, aangezien Duitschland geen Russisch gebied
begeerde, en een inval in Rusland niet aanlokke
lijk was, de krijgsverrichtingen zich zouden beper
ken tot het verslaan van opeenvolgende Russische
eerste gla» vaa «Mt ©dele druivenjbloeidj speciaal' op
u. U ia heit toch met mij een», beste Posta?"
De blauwe oogen van Posta spraken, In, bun &chUi
tering duidelijker dan zijn lippen, die slechts ©en,
verlegen: ,X> zeker!" vermochten uit te brengen-
Haastig greep hij, naar het slanke kelkgla», dat Hcdnz
lntusschen met vaardigheid gevuldi had, en hief het
op naar d.© tegenoveir h©m zittende diajne: „Op uw
welzijn,, juffrouw Colmer, en op een, groot sueees
vanavond."
„Om 'e hemels wil'!" viel hem Eetaz met kodidlget
ontzetting in, d© rede. „Wat valt u in,, dwaze Jonge
ling? Onthoud1 bet als eerste en hoogste gebod, dat
men een drama tl scben, kunstenaar, met wlen men.,
bet goédi meent, nooit succes of tets dergelijks mag-
wenscben, want dat brénlgit hem onfeilbaar ongeluk."
De zoo terecht gezette Jongeling had ni©t ver
warder kunnen zijn, lnidHen de terechtwijzing ln alle
ernst gemeend was.
De jong© toone elspe eist er echter, die zijn veriegejn-
heid bemerkte, kwam hem vriendelijk te hulp. Zij
liet haar glos tegen het zij in© klinken ejn zedder ,,Met
mij kunt u wel een uitzondering maken, mijnheer
Posta, want ik ben miet bijgeloo.vig. Hartelijk drink
dus voor uw vrlendJelijkesn wensch."
Het was slechts een vanzelf sprekend» vorm der
beleefdheid, dat zij hem aanzag, terwijl ziJi met hem
klonk. Voor dé®, jongen, man echter moest e©n blik
in, haar mooi» oogen wel als een blik in den go-
openden, hemel zijn. want over zijn igerilcht kwam iets
als een wondere verheerlijking,, en zijn teedere trok
ken, höd op dit oogenblik iets zoo aangenaams en
aantrekkelijke dat het Inderdaad geen wonder was
geweest, indien hij aan Jufrouw Else bevallen was.
„Bij onze flinke vrouwen of onze salonslang hadt
u met zulk een wensch niet behoeven) te kamén,"
meende Heinz, die nu eveneen» aanstiet, lachend-
„Het zou reden genoeg zijn om haar eeuwige vijand
schap ie verwerven. Nu,, voor zooiets hebt u in ieder
geval bij mij of mijn zusje niet bang te zijn. Al Is
het ook nauwelijks meer dan ee<n week, dat wij el
kander kénnen, toch zijn Wij reeds van u gaan hou
den, en bet zou ons werkelijk groot genoegen doen,
Indien u ook voor ons e°n goed kameraad wiHdJet
rijn."
legers, naar mate die kwamen opdagen, en dat do
Weichsel de grens voor den opmarech der Duit-
schers zou z|jn.
Engeland moest, volgens die opvatting, tot het
laatst bewaard blijven, en de vloot moest ontzien
worden tot het oogenblik voor de beslissende krijgs
verrichtingen tegen dat land gekomen was. Men
veronderstelde, dat, indien Parijs gevallen was en
de Fransohe legers verpletterd waren, Calais, Bou-
logne en Duinkerken bezet en Antwerpen er onder
gebracht zou worden. Om Engeland klein te
krijgen zouden al de groote fabrieken van pant
serplaten en scheepswerven met volle kracht, dag
en nacht, werken, om terwijl de oorlog tegen Rus
land en Frankrijk werd voortgezet, oorlogssohepen
van allerlei slag af te leveren, en in het Nauw
van Galais zouden de nieuwe Krupp-kanonnon van
42 o.M. niet de mortieren opgesteld worden,
om in de straat van Dover een zoo groot
lijke oppervlakte te bestrijken. De heele kustljjn
zou, als in de dagen van Napoleon, met bstteryen
bezet worden, en onder dekking daarvan of door
van binnenlandeohe waterwegen gebruik te maken,
zouden flotiehes duikbooten in de havens van het
Kanaal verzameld worden. Eenigszins duister was
het plan om over te steken tot onderwerping van
Engeland, maar luohtschepen, duikbooten en mijnen
zouden, naar men verwachtte, een rol spelen bij
het oversteken van de nauwe zeestraat.
Dit zeer fraaie plan vervolgt de medewerker
van de Times hield er geen rekening mede, dat
Frankrijk, gelijk het zioh in alle opzichten van plan
toont, met ontembare vastberadenheid zou voortvech-
ten en dat de geschiedenis van 1870 niet gemakke
lijk herhaald zou worden. Men had niet verwacht,
dat Rusland zulk een groote militaire mogendheid
zou zijn of ernstige krijhsverrichtingen reeds zoo,
spoedig zou beginnen als het gedaan heeft Men had
evenmin verwacht, dat Engeland nieuwe legers op
de been zou brengen en nieuwe vloten zou bouwen.
Als verder Duitsohe legers da Straat van Dover
mochten willen overstaken onder dekking van hun
kanonnen van 42 cM., zou dit, meent de man van de
Times, Engelend zeer gelegen komen.
De DuitBchers hebben eenige talenten die wjj
moeten erkennen en daartoe behoort de gelukkige
inspiratie om zioh op den oorlog voor te bereiden
voor hij begint, in plaats van daarna, zooals wij
doen. Maar de fout van de Duitschers is, dat zij
hun plannen zoo nauwgezet voorbereiden, dat die
plannen, indien er iets onverwachts gebeurt, misloo-
pen. Wat er ook in het Westen moge gebeuren, wij
en Rusland zullen voortgaan, desnoods twintig jaar
lang, daar wij geen zin hebben om verduitsebt te
worden.... Wij weten wat er in Duitschland gebeurt.
Duitsohe fabrieken staan stil. De hoogovens zijn
koud. Honderden Duitsohe sohepen liggen stil langs
doodsche kaden. De Dnitsohe nijverheid in binnen
en buitenland is verlamd. Er zijn weinig veldarbei-
ders op de akkers. Wij stellen ons voor dat die
toestand zal voortduren, geen zes maanden of een
jaar, zooals Duitschland verwacht, maar net zoo
lang als noodig zal zjjn om Duitschland te'doen
zwichten en het te noodzaken gebied, dat het al
bezet mocht hebben, op te geven, met ruime ver
goeding voor al de aangerichte stoornis en verliezen.
Dat is niet zoozeer de Duitsche opvatting, maar
toevallig wel de onze, en geen overwinningen die
„Zoo loog Uk met mij® onervarenheid! en, onbehol
penheid u bedden, niet la»tig ben antwoordde
Posta.
„Ach wat, weee toch niet zoo stijf. WIJ ritten hier
toch, God zij dank, niet ln een salon, waar men zich
met allerlei oppervlakkige zegswijze®, moet vervelen.
En opdat wiji nu een» voor altijd den Juiaten toon
met elkander zullen vinden, late® wij voor het ver
volg onze vervelende familienamen met „mijnheer" e®
„Juffrouw" en alle verdere bombarie ter zijde en,
noemen elkander eenvoudig Else, Ulrich en Heinz,
zooals het goede vrienden betaamt. Men praat dwp.
dadelijk zoo uit het hart en voelt zich veel hartelij
ker verbond©®. Dus prosit, Ulrich!"
Het koste den jongen kunstenaars leerling zicht
baar eenigia moeite, om zijn bevangenheid ln zoover
te overwin®©®, dat hij i® lijdelijk© houding kon ant
woorden: „Prosit, Hein?:!"
Ma®r toe® hiji op het aandringen va® haar broeder
ook de blond© tooneelepeelster op gelijke wijze be
scheid. mo©et doe®, was zijn gezicht weder als roet
bloed overgoten, e® ook, Else zag op iln het oog val
lende verwarring op baar bord neer.
,jNu ik bemerk reed», dat me® u tijd moet tat©&"
schertste Hedtoz, die er telken» ving bij was, om d»
leege glazen te vullen. „Nog voor je bet eerst© paar
schoen»® op het tooneel versleten hebt, mijn goeds
Ulrich, sul Je tot het inzicht gekomen zijn, hoe goed
d© onsterfelijk© Goethe het schoon© geslacht kemda
toen hij do aewwfe ware veroen döcht©:
Ga de vrouwen teeder tegen,
Eh Jo wttet ze, op mijn woord.
Eb wie vlug dö, niet verleg»®,
Kotmjt migfichie® ®og beter voort.'"
„Ma®* Eeïn&" vermaande Else halfluid met ©e®
verwijtenden blik. e® ril schee® het evenalB Ulrich
Posta als ©e® verlichtang te ondergaan, dat Juist nu
da kellner met de®' vleeechschotel verscheen e® door»
mee de mi® of meer bedenkelijke raadgevingen va®
haar qpgerti&nidek broed! r te® einde bracht.
Wondtvemxlad.