Schager Courant. H: GRATIS. TWEEDE BLAD. De dingen om ons heen. FEUILLETON. Erïgraaï Udo. NIEUWE ABONNÉ's Het verdrag der verbondenen. P. SLUIS ZATERDAG |12 SEPTEMBER 1914. 57ste Jaargang No. 5453. "WERK VOOR NEUTRALEN. Een jaar geleden, de eerste dagen van September, werd in de Haagsen» Ridderzaal een samenkomst ge houden van volksvertegenwoordigers lilt zoo goed als alle beschaafde landen om ter vergadering der Inter parlementaire Unie te spreken over wat er gedaan moet worden "om vredo on eendracht te bevorderen tussch'cn de volkeren, oorlog onmogelijk te maken, de gevolgen van krijg zoo geringN .zoo pijnloos mo gelijk te doen zijn. Breedvoerig sprak men over de rechten en verplfch- tingen der neutrale staten, over de verschillende soor ten van nculralltcitsvcrklaringon, eenzijdig of onder ga rantie van andere landen. En op den sluitingsdag kwam oen onderwerp ter spra ke. eveneens vah het hoogste belang, de gruwelen s.1. gepleegd 'in de Balkanoorlogen. Rocmbcnsche en Bel gische, Oostcnrykscbo en Dultsche, Engelsche en Turk- sehc leden namen deel aan het debat. liet was oen uiterst delicate kwestie dat tegengaan van wreedheden, of zooais de Romein Lahöwary het uitdrukte: „het binnen de grenzen, van het mogelijke verhinderen dat voortaan weaer gruwelen gepleegd wor den zooals die in de jongste oorlogen". Roszkowski (Oostenrijk) drong er eveneens op aan. dat do aanstaande vredesconferentie de overtredingen van de conventies op het oorlogsrecht op hare agenda zou plaatsen. Do Noor Hagerup kwam mededeelen dat de Bal- kanlanden zich door dtt voorstel niet beleedigd be hoefden te gevoelen noch zich het gesprokene als verwijt behoefden aan te trekken. Immers men beschuldigde elkaar over en weer on bewezen was er van al die zoogenaamde gruwelen niets. Dat was den bekenden Belgischen senator Lafontaine te kras. Dat zou een officieel e hypocrisie zijn, waaraan hij noch' zijn vrienden wönschten mede te doen. Ook de Romein Dobias sprak ach in dien geest uit en deelde een reeks gruwelen mede. die door het Roe- meensche leger officieel geconstateerd yvaren... Ten slotte werd het OostenrijkschRoemeensch voor stel aangenomen, dat men, zonder verwijzing naar ge pleegde gruwelen en zonder te duiden op bepaalde mo gendheden. aan de Vredesconferentie zou Verzoeken zich bezig Ie houden met bid tegengaan van overtredin gen van het krijgsrecht. Dat was op 5 September 1913. Tliims zijn wij een jaar verder cn staat'geheel Europa in vuur en vlam, sjroomt h'ct bloed van duizenden soldaten en helaas ook... van burgers, van 'niet-combattanlen, wier rech ten en plichten reeds bij de eerste Vredesconferenlfe wa ren vastgesteld. Zoo weinig heeft de vredesbeweging welen uit »Je halen, dat een oorlog, vreeselijkcr dan cr ooit een gevoerd werd, geheel do wereld beroerd. Alles wat men op papier meende .geregeld te hebben rechten en plichten" der neutralen, „onschendbaarheid van onzijdig gebied, het verbod van het zaaien van drijvende mijnen, van brandschatting, van het werpen van bommen uit "luchtschepen, de onschendbaarheid van ambulance en Roode Kruis... elke conventie, elk traclaut elke overeenkomst, elk voorschrift, wordt thans, na één maand van krijgvoeren reeds, „gezegd overtreden te zijn. Beide partijen verwijten het elkander, beide klagen over gruwelen door den vijand gepleegd .beide mee- ncn bewijzen, te hebben omtrent die klachten en beide ontkennen vol verontwaardiging de -wandaden die men haar aanwrijft, te tobben gepleegd. Daarmede efkent men te weten wat wel wat niet be- bchoorlijk is. iels wat het plegen der feiten natuurlijk nog erger maakt. Wil er op die manier moet overblijven van het volkenrecht, wanneer Wesl-Europeesclhe landen, die toch tot de allereerste dragers der beschaving gerekend wor den. elke bepaling er van overtreden, is niet gemakke lijk in Ie zien. Belgtó heeft in zekeren zm een stap gedaan jn de richting ccner controle. Paul Otlet, de algemeene bi bliothecair der Internationale Instituten te Brussel ge vestigd, heeft met cenige anderen oen „Commissie voor het volkenrecht" georganiseerd, die zich' tot voor en kele dagen aldaar bezig hield met het onderzoeken en samenbrengen van alle gevallen, waarin hel volkenrecht zou zijn overtreden en een der invloedrijkste Londen- sclie bladen, {ie Ch'ronicle. drong insgelijks op de vor ming 'van zulk een commissie van onderzoek aan. Ons dunkt dat zulke commissies zeer veel goeds kunnen doen. vooral met hel oog op later, wanneer uït den chaos van thans weer een geordende toestand zal zijn geboren. Onder twee voorwaarden echter: lo. dot .het pontrolowierk geschiedt door neutralen, door onderdanen van een slaat, die volmaakt onzij dig is 2o. dat de commissie met geen enkel woord van hare bevindingen rept in de pers. c Ten aanzien der eerste voorwaarde is het duidelijk, dal alleen zoo op een onpartijdig onderzoek en oordeel kans bestaat. Sine ira et studio. Lieden behoorend tot een 'der krijgvoerende naties zijn natuurlijk voor hun eigen land geporteerd en geneigd voor een daad hun landgenooten excuses te zoeken en te vinden. En wat de tweede voorwaarde Jbetrcfthet rucht baar worden eener laakbare handeling. waarvSh de commissie de bewijzen in handen heeft, zou do gemoe deren nog meer opzweepen jiog meer haat en verbit tering en weerwraak uitlokken. Mededeeling van be hoorlijk 'geconstateerde feiten aan de regeering wier onderdaan ze bedroef, kan de gewenschte uitwerking hebben, dat onnoodige gruwelen streng worden tegen gegaan. De „noodigo" gruwelen zijn waarlijk reeds erg genoeg dan dat men niet alle krachten zou inspannen om hel bedrijven van onnoodige zoo streng mogelijk to on derdrukken. UITKDK. 16. HIJ ondervoed heit zichtbaar fl,la eein ruwe groep to zijn gelukkige,, gewijde atemmtoig, toen Helny. Cel uier mot Lulde stom zat do: „Ik w lat wat ik deed', toen lk de zware verantwoording op mij nam, oen Jongen, man op liet tooneel to brengen. Op mijn woord] beste Ulrich, gij zult on» allon overtreffen, tewmtoi- «te Indien gij> n;u mLct nood» d!a|dieflljk aan hoogimood»- waaiiziii gaat lijden en mij al® leerling ontsnapt." „.Ach neen lk zal uw leerling blijven zoo liajnig hot u niet verveelt, mdJn leermeester to zijn,, en zoo lang zoQ la,ng do omstandigheden het mij veroor loven." „Ach wat, de omstandigheden! Die hebben wij al tijd In onze macht, lm zoover wij geen zwakkelingen zijn on hot hoofd niet laten hangen. Ik kan mij wel Indenken, wat u bedoelt Detoinger wil u voorloop!g nog geen gage betalen, en u vreest me,t uw geldmid delen niet ver te komen. Daarover zult gij u echter niet al te veel moeten bekommeren. Mijn zuster en tk hebben 'genoeg, dat bet desnoods voor een. derdtei voldoende is, boewei wij wellicht njet altijd zulke fijne niaalitfjclem. en champagne zullen gebruiken, als vandaag. Stil. zeg niets. Indien gij op mijne vriendschap gesteld zijt. Ik heb allerminst de bedoe ling u iets te schenken. Waaneer gij een gropit kumr stenaar geworden zijt, met een, fabelachtige gagö ejn alles wat daar verder nog bij; behoort, zult gij ons onze voorschotten natuurlijk tot den laatsten oent terugbetalen. Dat is dtis afgesproken." Hij strekte hem niet de gebaren, en bet gezicht waarvan hij zich bij hot voor,sted'len van edele, per waardige maniaem op hot tooneel placht te bedienen de hand toe, en in warme hartelijkheid legde Ulrlcü P,osta er zijn smalle, fijngevormde rechterhandt in: „Ik ben de uwe, Heinz, en ik hoop dat de dag niet veraf meer is, dat ik u metterdaad, bewijzen kan, boe dankbaar tk u ben."' Hij keerde 2ich om alsof liij verlangde zijn schoon© medespeelster ook Iets te zeggen. Maar hij moest met smartelijke ontgoocheling ontdekken, dat zij ge durende de woorden van haar broeder do kamer had op de Schager Courant ontvan gen tot 1 October de nummers Het opbrengen van Nederlandsche handelsschepen met hunne ladingen. De Haagsche Nieuwe Courant schrijft In de laatste dagen schiincn de kruisers van een der oorlogvoerende mogendheden tot te tobben voor zien op Nederlandsche stoomschepen, £ie handelsar tikelen vervoeren. Daar deze schepen varen onder neutrale vlag. hir- wijl de lading gedekt is door scheepspapieren, die het bewijs leveren dat zij" bestemd .voor Nederlandsche. onderdanen, alzoo voor onderdanen van een neutralen staat; daar bovendien bij de bekende Declaratie van Parijs" van 1856 het stelsel ,vVlag dekt de lading" door alle maritieme mogendheden van beteekenis is aange nomen. doet zich de vraag voor: Met welk recht wordt aan den tondel van een mo gendheid. die de oorlogvoerenden, aan zich verplicht door het bewaren van een onberispelijke neutrale nou- ding. „zulk een belangrijke sctode toegebracht? Is jiet te rijmen met een vriendschappelijk optreden tegen een neutralen staat, wanneer de oorlogvoerenden den in voer over zee van levensmiddelen voor de onderdanen van dien staat onmogelijk gaan maken? Voor het beantwoorden van 'deze vraag dient men In de eerste plaats in tot oog te houden, dat :h'et stelsel _,Vlag dekt de lading" alleen doorgaat, voor zoover die lading geen contrabande is. Daar echter van contrabande alleen sprake kan. zijn. wanneer een vijandelijke bestemming aanwezig isN kan de straf, op het vervoer van contrabande gesteld (verbeurd verkla ren van 'de contrabande, en bovendien van het schip, wanneer de contrabande meer dan de helft der lading bedraagt) 'alleen worden toegepast, wanneer bewezen is, dat de aan boord zich bevindende contrabande- artikelen een vijandelijke bestemming hebben. Men moet dit echter kunnen vaststellen cn ...hier begint de ellende. Elk belllgerent oorlogsschip heeft het reent een handelsschip, onder welke vlag ook varende, aan te houden en aan boord een onderzoek in te stellen naar de ylag, de papieren en de lading. Zijn .contra bande-artikelen aan boord cn dat is. .gelet op de uitgebreide lijsten van de artikelen die onder de ru briek volstrekte, dan wel voorwaardelijke contrabande vallen, bij oen handelsschip bifna altijd Het geval dan begint de met het onderzoek belaste marine-officier dit als eeh Verdachte omstandigheid te beschouwen en volgt meermalen Opbrengen naar een haven van do betrokken oorlogvoerende partij voor nader onder zoek. Nu zoude men oppervlakkig zeggen, dat de zaak eenvoudig genoeg is. Is een artikel, behoorende tot de rubriek voorwaar delijke contrabande, bijv. graan of meel aan 'boord, en wijzen de scheepspapieren uit. dat dit bestemd is voor een Nederlandsehen tondel nar. zoo kan van ver voer van contrabande geen sprake zijn. daar volgens art. 33 ator Zeerecht-declaratie van Londen, dergelijke artikelen eerst aan het builrecht zijn onderworpen, wan neer wordt yastgesteld, dat zij bestemd zijn voor de gewapende macht .of voor de administratieve organen van een vljandclljken staat. Volgens art. 35 van deze declaratie Zoude deze be stemming nimmer kunnen worden vermoed, 'zoolang de rcchtstreeksche bestemming is een neutrale ha ven. Evenwel is, zooals wij reeds vroeger in het licht stelden, genoemd artikel voor dezen oorlog door En geland en Frankrijk' niet aanvaard en wordt, ongeacht de neutrale bestemming van „het schip", de vijandelijke eindbestemming van het uit contrabande-artikelen be staande gedeelte van „de lading" vermoed, wanneer dit bestemd is voor een agent van den vijandeliflcen slaat of voor iemand, die van de overheden van uien staat afhankelijk is. Wat is nu het geval? Zeeslagen worden voorloopig,, naar tot schijnt, niet feleverd. Het Voornaamste werk van de belligerente ruisers schijnt in dit stadium te zijn, op den handel te passen, eji. zoolang dit bet eenfge werk is is de ver leiding voor de commandanten dier kruisers groot gebrutk te maken van de groote macht, in hun handen gelegd, om op neutrale handelsschepen* oefeningen in hel doorzoekingsrecht te'houden. Wordt daartoe eenmaal overge,gaan, dan ligt voor de hand het .streven om een aanleiding te vinden, die de toepassing van het doorzoekingsrecht wettigt, zoo dat dus' in den regel den commandant van den belli- gerenten kruiser eenige omstandigheden verdacht zul len voorkomen en h'ct schip wordt opgebracht, waarmede ongerief en groote financieële schade voor verlaten, en, d)a deur achter jrfch had dichtgetrokken» dia In we/bto'dtog eton/I meit haar katmer. HOOFDSTUK VIII. Graaf Schlachter, wiens gekwetste voet nog altijd de noodfg*» opmerkzaamheid1 eischtp en hom nood zaakt ei heit grootste doel van dien, dag in zijn, kamer te blijven,,, soa;t 1tn het late voormMdaguur non zijn, met T>"l>lören, bedekte Brhrljftafal, toen de bediend© lultenapt Von StoJbH oandtlefnde. Op een, wenk va/n den graaf dadWijfc binnengeleid, trad die beambte mot eem karton groot naar 0.; tafel en, legdo een to vloeipapier gcwiildkold pukje voor don graaf neer: „Wilt u do goedheid hebben, graaf, diit een» te bezien»? Iets verwondeTd mankte graaf Schlachter het vier kante voorwerp uit zijn omhulling los. om dan, plot seling mot; een uitroep van verrassing of ontzetting van zijn, stoel op to vldiegein. „Barmhaxtfi'go God, hop komt u dan diit étui,? Waar waar heeft m«tn het gevonden?" Daarbij staarde hij* op een zilveren sigarettenko ker, versierd met eon grafelijke kroon en emaJUe - beeld, die hij to de handen hield;, als op een voor werp van bovennatuurlijke afkomst, waa/van hij de werkelijkheid nog niet begreep. „U herkent het dus weer?" zrijde Santen, zonder op de laatste vraag te antwoorden. „U kunt met volle ze>erhe!d' bevestigen, dat dit étui aan uw poef toebehoorde en dat hij het hij zich hadl, toen hij'het slot Sambor de, laatste maal verliet?" De graaf, wienis gele gezicht ini de opwinding npig valer was geworden, liiet zich weer in zijn stoel val len. Dit onverwachte had) hem stellig geheel over weldigd en button, zichzelf gebracht en hij deed ver- geefsche moeite om zijn gewone, zekere houding van man van de wereld, terug te vinden. ,,Ik moet het wel kempen,zedde hij eindelijk met zacht* stem, „want ik zJelf heb het den ongelukki- gen Udo op zijn laatsten verjaardag gegeven. Bin nenin moet gegraveerd staan: Voor den 3en Augus tus. Daar, zie maar. Hier staat het. De arme jongen was er echt kinderlijk verheugd over, en hij droeg liem steeds bij zich ook op dieu ongeluk- ktren dag Ik zag dat hij hem uit zljin zak haalde, om er e^n sigaret uit te nemen, voor hij hfer voor mijn venster zijn rijwiel besteeg. Maar zeg u dan de eigenaars van schip en lading een aanvang nemen. De zaak komt dan voor een prijsrechtbank van den staat waartoe de kruiser, die liet schip hoeft opge bracht. behoort. Over den graad van objectiviteit van deze rechtspraak zullen wij niet in beschouwingen tre den. doch alleen doen opmerken, dat het gemis van een Internationaal Prijzenhof als hof van beroep voor de uitspraken der nationale prijsrechtelijke instellin gen in dezen oorlog zeer sterk zal worden gevoeld. Des te meer, omdat tot verdrag voor de Instelling van dit hof 'door de mogendheden, op de Tweede (Vre desconferentie vertegenwoordigd, wel is geteekend (niet door alle, doch' dit is hier niet von belang), maar nog niet bekrachtigd. Geen der mogendheden 'wenschle tot bekrachtiging over te gaan, zoolang niet bekrach tigd is de Zeerechtdeclaratie van Londen, dlo feitelijk de códc zal vormen, waarop de uitspraken van liet Prijzenhof moeten berusten. In afwachting van de behandeling der zaak voor het prijsgcrecht. en van de uitspraak van deze instelling, wordt liet schip vastgehouden. Of wel men is zoo ladig hef deeï der lading, waaromtrent verdenking ;taat. te doen ODtladen en het schip te laten ver trekken. Wanneer de oorlogvoerende Staten, Jsehalve door a> bruikmaking van leger en vloot, ook economisch den tegenstander zooveel mogelijk trachten uit te putten, dan is een streven te verwachten, om den toevoer ter zee Van levensmiddelen voor een neutralen staat, van waaruit levensmiddelen naar dien tegenstander uit te voeren zijn. naar vermogen te beletten. Het gevolg kan dan zijn. dat de prijsgerech'ten van het standpunt uit gaan. dat de neutrale staat bevolkt is met ajjenten van den vijandelijken staat of met personen die van Üe overheden van dien staat Afhankelijk zijn. Men kan hiertegenover zeggenhet is dan loch' aan de prijzenrechtbank om te bewijzen, dat de eigenlijke eindbeslemming van de lading niet is de neutrale be stemming van het schip, „maar de vijandelijke staat. Dit gaat op bij"'de gewone rechtspraakmaar bff de volkenrechtelijke zoogenaamde rechtspraak bestaat on der allerlei juridische ongelooflijkheden, ook "die van den negatieven bewijslast. D.w.z. men neemt aan dat vermoeden van schuld bestaat en het is aan don be schuldigde om het tegendeel te bewijzen. Men vergit; dus van dfen eigenaar von dei lodtog, die ln aanmerking wordt gebracht, om als contrabande geconflsceexdi te worden, het bpwjjs te lo voren,, dat do eindbestemming van deze. lading, werkelijk plat ls eenig orgaan, van den staat, die vijandig is aan den staat welks kruiser het schip- heeft opgebracht. He' behoeft geen betoog, dat de kansen voor het behoud van de aaagehoudjemi levensmiddelen! onder drae omstandigheden zeer gering worden; dat Ne derland door zijn, grenzen aan, Duitschland. in, dezen oorlog kans he-ft in zijn, handel onberekenbare schar de te 1(1 den, cn ook dat de voor de Neder laadsche onderdanen bestemde Levenemidd-eletri wederrechtelijk ln het bralt £°raken vap, mogendheden, die> to vriend schap met Nederland' heeten te leven. Het is waarlijk n,tet de eerste maal' geweest, dat de neutrale handel vam, een oorlogstoestand schade ondervindt,. He.t wa» toit 1856 veeleer regjel, wan(neor onder do oorlogvoerende mogendheden zich een of meer bevonden» die ovejr een, krachtige marine be schikten. Dit heeft bijv. op 10 Maart 1780 keizerin Catha- rlna II van Rusland geleid tot het uitvaardigen, van, haar beleende „Declaratie aan die Hoven van Louxlön, Versailles en Madrid" to welke declaratie o. a voor de neutrale staten, het recht van een vrijhandelsver- keer ter zee werd opgebiecht Deze declaratie werd toen aanlëidónf tot liet ontstaan van den bond der z.g. gewapende neutraliteit. Nederland) was van dien bond mede lid, doch tevens oorlogvoerend© mogendl- heid en ondervond: dientengevolge van beide om standigheden alleen de nadeeletn. Nu kan bij oorlogvoerende mogendheden, waarvan, de handel onder eigep, Vlag aan allerhande gejvaren. ia blootgesteld, wel eenp een stravenii bestaan,, het| o®t- dervonden «f-en nadeel aenJgsztosl goed! te makem mot behulp van la,dingen van neutrale schepen die voor goeden prijs worden verklaard. Do combinatie van het onderzoekingsrecht en het verderfelijke con trabande-systeem maken een dergelijk optreden, ge makkelijk en zoo'ang een maritiem sterker mogend heid tegenover een zwakkere optreedt, is het ook een z?er got-dkoope maatregel. Immers, een oorlog is daarvan niet spoedig het gevolg: hoogstens kan eon (zeer kos'trave) procedd^ei voor het Hof van Ar bitrage, en dan eerst geruim en, tijd later, eenige vol doening schenken, waartoe, echter di© vrijwillige; medie- toch eindelijk eens waar u hem gevonden hebt." „Ik heb het niet gevonden, maar het is mij zoo- even door een uit Dregden gezonden politiebeambte overhandigd:, opdat ik het u zou laten aien. De ten gevolge van uwe en dokter Hal lens totoe opgaveft door mij ontworpen, beschrijving van de waardevolle voor werpen, welke gTaaf Udo vermoedelijk bij zich ge luid hoeft, is door bijna aWe Duil'ache kranten op genomen, en, zJji hooft een handelaar te Munster to, Wostfalon roden gegeven, om bij do politie diit ótul in te leveren. Zooals hij mededeelde heeft hij het vijf dageja geleden, van oen goed gekleed, en ge heel gewoon uitziend oud man. die zich aan hem voorncdde ajs Henmann. Müler, voor do volle waande gekocht." Graaf Sóhlae'htör greep' naar zijn voorhoofdi. „Mun>- ater In Wcetfalen, zegt u? Maar hoe is dat don mogelijk? Hoe kon het daar komen?" „Dnarop kan üc natuurlijk nog geen antwoord ge ven. Men moet voorloopig wel aannemen, dat die Ilermanjn Mtiller een van hen geweest is, die uw neef beroofd, misschien ook vermoord hebben. Ongeluk kig genoeg schijnt de beschrijving, die de handelaar van hem gegeven heeft, slechts zeer onvolkomen te zijn, zoodat het uitzicht om hem gevangen te neroetn, voorshands niet, groot ia" „U beschouwt heft to handen krijgen van dezen sigarettenkoker d'us to elk gievOl als een onhedriegje- tijk bewijs, dat Udo als offer van een misdaad go- val'en is?" „Het verhoogt de waarschijnlijkheid daarvan in niet gertoige mate. Wij moeten, het als eerste spoor welkom heeten» hoe ver dit spoor dan ook verwij derd mag zijn van het tooneel dezer misdadige ge beurtenis." „Welke maatregelen zal de politie ten gevolge van, deze ontdekking n^men?" „Dat weet ik niet," asnftwoordde, Santen tamelijk kort, terwijl zijn geheel/* optreden, van een opval lende terughouding was. ,J)e te nemen maatregelen, zijn uitsluitend de zaak mijner superieuren to Dres- den." „U zelf zult Sambor dus niet veriaten, om zich misschien naar Munster te begeven en het spoor daar te vervolgen?"' ..Neen. Daar is niet de minste reden voor. Mijn ver blijf hier kan voor de opheldering van deze geheime geschiedenis van veel meer nut zijn." werking van beid* partijen wordt verslacht. Onze conclusie is. dat het recht van onderzoeking, gepaard aan het contrat ande-systeem, een zeer ge vaarlijk wapen Js in de banden der maritieme or ganen van de oorlogvoerende mogendheden, gericht tugen den handel en de voorziening von levensmid delen der neutrale mogendheden- Het ls daarom een gebiedende ofech, dat dea» oor logvoerende mogendheden aan htm, uitvoerende* orga nen zooveel zelfbeperking en gevoel van rechtvaar digheid woten op te leggen» dat hot misbruiken, van dat wapen to het vervolg wordt tegengegaan. De verklaring van de gesjltoerden, &oo, schrijft de Times to zijn nummer van 8 September, dat gaan der vier regeeringen eon afzonder!ijkc-c. vrede zal on mag sluiten» wordt door alle bevoegde beoordee laars beschouwd als een Internationale daad van hot hoogste gewicht- Zdj geeft openUJk aan de geheele wereld het vaste voornomen der ondortoekenfw» en tevens den aard van desem oorlog te kannen. Als haar beteekento maar eerst goed begrepen wordt door de groote EuropeCBche volksmassa's, dan, zal zij een machtigen invloed op de strijdende par tijen zoowel als op do neutralen uitoefenen. Uit Ro me bereikt ons roedfe het bericht, dat deze verklaring reeds nu de openbare meening to Italië ten zeerste heeft getroffen, to hellzamen zin, en wij zijn er von overtuigd, dat zij dezelfde uitwerking zal hebben op alle volkeren toet eenjg Inzicht van de ontzaglijke beteekenis van, ons verdrag. Men bedenke, dat het niet door een onzer 1b voorgesteld en door de an deren daarna is goedgekeurde maar dat het een ge lijktijdig zich uitend uitvloeisel was van wat de staatslieden der vier geaJüëerde mogendheden, dade lijk als een vaststaand feit geweien, hebban» Te Berlijn en Weonen zal de beteekenis van het verdrag niet min.der krachtig gevoeld worden, dan te Londen, Parijs, Petersburg, en Tokio. De opmaoht van den Duitachen Rijkskanselier om to, te zien, dat wij; ons eenmaal aan elkaar verpand woord' gestand zou den doen» of om te begrijpen» waarom wij het ge stand doen» to wel het meest; treffend bewijs, dat man ons had kunnen leveren van, de obsessie, welke het gëzond oordeel der Duitsche rogearIngapersonendia inderdaad meenden, dat wij spoedig bet onderling ge geven woord zouden breken, beefit vertroebeld. De Rijkskanselier kan nooit gelooven, dat wij oor- log zouden, gaan, voeren, „.om zoo'n enkel woord", en vergat dat dit woord or* eerewoord was. De ontdekking dat een groote natie werkelijk eem oor log prefereerde boven de schuld aan openlijk ge pleegde perfide, deed' hem metterdaad verstomd staan. Deze „vergissing" is de fundamenteel© en noodlottige blunder zijner politiek gebleken. Duitschland zal het gewicht van dit drievoudig do cument .op de juiste waarde kunnen schatten, pis het dit stuk eens vergelijkt met dergelijke uvodjes papier" van 100jaar 'geleden. De conventies van Ka lis n. jjei- chënbach en Teplilz b.v., worden ln zijn aandacht aan bevolen. evenals bet verdrag van Chaumont, 'dat. naar zijn historici wel zullen weten. Eet werkelijke doods bericht van de Napoleontische tyrannie was. Zeker, dit waren ook maar „vodjes papfer". maar rij hadden groote onmiddellijke gevolgen dat een slagveld met tienduizenden dooden. ZIJ voeraen rechtuit naar de ver nietiging van het Napoleontisch idéé van een wereld- despotisme. dat de Pruisen van 1814 ondraaglijk acht ten. maar dat de Pruisen van 1911 hebben aanvaard als hel hoogste doeleinde der beschaving. De Duitsch'ers zullen zich moeien gewennen aan een staat van zaken. jJIe voorsch'rlfft. dat alle vrije vol keren th'ans tegen het Duitseh'e rijk om pred.-s dezelf de reden in het geweer komen, als die tegen den groo- ten keizer der Franschen gold. De Düitschë agenten en het DuTscfie Persbureau, dnt van Conslantinopel en Cairo tot Petersburg en Parijs druk bezig zijn geweest met h'e'i rondstrooien van het praatje dat de contracten aan de Triple Entente hun woord tegenover elkaar zouden breken, zullen nu op reeselijke wijze gewaar worden, dat zij zich vergist heb- |ben Tot steun dezer manoeuvres heeft de Dultsche pers plotseling 'oen onverwachte teederheid voor Prankrijk aan den dag gelegd. Zekerv hei moet verpletterd wor den. dat spreekt .vanzelf, maar als dan aile onafhin- kelijk bestaan uit de Republiek zou zijn gestanst, zou zij met consideratie behandeld kunnen worden mits zij met Duitschland'tegen Engeland partij koos. Ons verdrag heeft met één slag een einde gemaakt aan dit wanhopig geknoei." De „Times" eindigt dan. piet er nogmaals bij liall? en Roemenie op aan te dringen, toch' vierkant de partij der Triple Entente te kiezen, ten einde den oorlog ïdet langer té doen duren dan strikt noodzakelijk is. VOGELEN PLUIMVEEVOEDER Verkrijgbaar bij JOH. W. GOV.iHvS, Molenstraat. „Was het maar waar. Maar hot heeft jammer ge noeg nog lang niet het aanztoc» dat wij werkelijk dichter bij deze opheldering gekomen, zijn. Of hebt u intussche» let» ontdekt, waar lk nog nlete van weet?" „NIet», waar lk reeds over spreken kan, graaf. Maar bij deze gelegenheid mag1 fik mij misschien aenjr ge bijkomstige vragen veroorloven?" „Zoer zeker u ve l, dajt lk aJ/UJd tot uwditem* ben." „Bevindt boschwachter Poeta aaa Langen Bee elch reeds leng hier op Samlbor?" „Hij ia reeds ond' r vader van taJjm gestorven zwager ln den, gra^oUjkcui boschdrtenst gotredem. HU la de oudste onzrr beambten/' „Dan hebt u hem dfus ook al reeds lang gekend?" „Zeker. Ik was met mijn, tateren zwager reed» lapg voor zijn en mijn huwelijk bevriend en kwam der halve dikwIjlB als jachtgast op Sambor. Maar mag Ik u wellicht vragen wat u met deze vragen be doelt?" „Zij moeten, mij slechts als verklaring dienen voor de bu'tensewoon plaat» die deze Poeta hier o® Sam bor schijnt to te nemem" Graaf Scihlachter wierp een stekenden blik op deen politiebeambte. „Een, buitengewone plaat» ln hoe ver? „Nu, bosohwachter Posta moet zich toch wel ver heugen in een veel meer zelfstandig» plaat», dan mem gewoonlijk voor iemand van zijn rang inruimt. In elk geval schijnt het, dat hij' rich ln eljtn afdeeKcg ate onbeperkt heer en gebieder gedraagt, die niet eens tegenover de 'gasten van, rijn meester eenige be leefdheid heeft .to acht te nemen." „Heeft Posta soms let» tegen, u mtedreven,?" Niets is er gebeurd, waarvan ik hem een verwijt kan maken, want het zou juist mijn doel tegenwer ken, om den man tegen mij in te nemen of hem wantrouwig te maken- Ik mag, er toch zeker van, zijn dat hij ex niets van weet» dat Ck een politieheejnbte ben?" „Indien u deze vraag aan mij richt, zou lk mij daarover beleedigd kunnen voelen. Heb lk u dan ötat uitdrukkelijk verzekerd» dat niemand) lot» van, uw ambtelijk karakter weten zal? En boschwachter Pos ta zou wel d» laatst© zijn met wden ik mij over ver trouwelijke aangelegenheden zou onderhouden." Word» vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1914 | | pagina 5