Schap Courant.
TWEEDE BLAD.
Schetsen uit de Rechtzaal.
FEUILLETON.
Erfgraaf Udo.
ZATERDAG 24 OCTOBER 1914.
57ste Jaargang No. 5477.
„SENIELE SMART'.
„STRAFBARE POGING".
...Als hij dan den winkel van allerlei fijn fruit cn
aanverwante artikelen was binnengekomen en hij stond
met een van de duurste peertjes in z'n hand voor
zichtig eventjes knijpend, eraan ruikend, spiedend naar
de prijsjes, die aan de manden en kistjes gehecht
waren, dan kwam Hemmers. de winkelier, die meneer
De Groot al zoovele jaren kende, naar .voren en zag
met oolijk glimlachje naar het oude manneken, dal
op 't gewone uur onder het naar huis gaan,
weer inkoopje kwam doen.
Zij kenden elkaar al heel lang, Van dat Hemmers een
heel bescheiden burgerzaakje had gedreven in aard
appelen en groenten, waarbij liij-zelf met een kar
de klanten afreed. Dat was meer dan dertig jaar terug.
Meneer Hemmers was toen een fiksche kerel. Eu hij
had een jdtage vrouw, waarvan Hemmers placht te
zeggen, dal „haar kleur hem niet beviel". Zij' had
van die „afcfepasle blosjes" op de wangen en de groen
ten boter nad een scherpen buk op t.b.c.-palionien, want
in zijn familie had dfc kwaal geweldige verwoestingen
aangericht. Er was toen, ook, een leuke boy knaapje
van vijf of zes jaar oud, dié altijd bij baas Hemmers
om een appeltje kwam soebatten, als moe 't niet zag.
Toen was er een periode geweest, dat meneer De
Groot zelfs 's ochtends de deur open maakte. Er was
een dagmeid, maar die vertrouwde hij geen inkooipen
toe. D evrouw van het „afgepaste blosje" was ziek. Als
(Hemmers vroeg hoe 't met haar ging, dan zei meneer De
Groot: ,,0, best, ze gaat goed vooruit. Een zware ver
koudheid, andersniet. Die hoest wil maar niet slij
ten. Maar de dokter zegt, dat als ze van den zomer
een week of zeis in Gelderland geweest is, alles weer
model zal wezen".
Baas Hemmers antwoordde niets. Denkt er 't zijne
van. En zijn diagnose bleek juist te zijn. 2e». paar
malen was 'l al gebeurd, dat in den vroegen ochfjad
de groentcbar en het dokterskoeisje voor de deur ston
den te wachten. Toen volgde een vleugje van beter
schap. Zelfs zag baas Hemmers de patiënte doods
bleek, broodmager geworden, met vreemd-schitterendw
oogen en een zonderling glimlachje vóór het raam
zitten. Hij tikte legen de klep van zijn pet en deed
zijn best om juffrouw De Groot door gebaren te too-
nen, dat hij haar er „kapitaal goed uit zig zien" en
zij knikte vroolijk terug... „StumpertI", zei de baas,
loen-ie van den tocht Langs de klanten, dien dag.
thuis kwam. „Ze haalt het najaar niet!" En hij stapte
een dubbele pruim tabak achter de kiezen, want baas
jHemmers vond, dat 't een kerel niet paste om te grie
nen..
Ook nu bleek zijn pragnose juist. Lang vóór den
herfst was t.b.c.-patiente gestorven. En een half jaar
later werd de kleine Jan, die de kwaal van zijn
moeder .bij zijn komst op aarde had meegebracht:
in het arme, jonge lichaam naar een sanatorium
vervoerd, vanwaar de knaap nooit terugkeerde.
Toen had meneer De Groot het huisje, wat hem
toebehoorde verhuurd en was op kamers gaan wo
nen. 't Duurde maanden, voordat baas Hemmers "hem
weer zag. Op een ochtend stond hij op eens in zijin.
winkeltje. Hij was sterk-vergrijsd en er was een harde
stroeve trek op zijn gelaat gekomen. Hij informeerde
kwasie naar den prijs van aardappelen. Ln werkelijk
heid deed het hem goed eens te pralen met den man. die
zoo langen tijd ochtend aan. ochtend voor zijn deur
was geweest; die zijn gestorven Truitje zoo dikwijls
had gesproken. Eu ze hadden 't samen over den ge
lukkigen tijd. In 't eerst durfde baas Hemmers het t-ere
chapiter haast niet aanroeren. Maar gaandeweg gebeur
de het toch. En als hiji 't er dan over had, hoe handig,
hoe zuinig, de juffrouw-zaliger was geweesl, hoe vrien
delijk en goedig... Van do lekkere kopjes-koffic, die
zij den baas op koude "ochtenden bracht. En hoe
zij hem zelfs een ,paar malen een kop cacao had
laten drinken in de gang. En, op hoe 'n slimme manier
luisterde meneer De Groot met een weemoedig lachje.
28.
„Dat tusschen af de gvm,o#-mdte personen,'' zep gaat
her rapport van den potttiebeambte voort, ,.,een ge
meenzaam, voor de buitenwereld: zorgvuldig bewaard
geheim bestaat, ie aan den ger-uigBten, twijfel niet
onderhevig, en met he*t oog op den stajid der zaken,
kan dirt, geheim niets andters zijn dam het lot van d'et»
Jongen, erfgraaf.
Voor het oogenibUk echter zijn, voior een ambteljjk
Ingrijpen, nog geen voldoende aanwijfzlEjgen voorhan
den. De eenjige, dien men onder een of onder voor
wendsel zou kunnen, doen gesvanngenneanem, ife geoipemdo
Kohier. Maar afgezieto ervan, dat zijn gevamgennem'ing
vóór het Juiste oogemiblik njet» anders zou beduiden
dan een waarschuwing aam zijn ovdrfee medeplichti
gen, kan zij ook nauwelijks zonder medewerking der
OostenriJkBohe politie zijn, te bewerken, en ik veroor
loof mij a's mijn meent)ng te kerifnpn te geven, dat
een samengaan met de autorite!tem, aan, do andere
zijde der grens, miji weinig aanibieveletnswaai'dlg voor
komt. Ik heb tot nu toe van, el kun bijstand dor Bo-
heemacke politie afgezien» om voor tuijnp maatregc^n
steeds vr(J ir mijn bewegingen to blijven. Zonper do
flinkheid dor bedoelde politiebeambten lu twijfel to
wi>len trekken» moet ik toch opmerkten, dat de lagere
Iteambten der overheid hier feu, dere streek, ollou, te
zamen beïnvloed door 'q gevoel van ontzag, dat feroaf
Bihlachter heeft gekregen. Het zou mij, uiterst, moei
lijk vallen om dozen collega"*» iiu zijn «chukl to doen
golooveu, on, ik, zou van hou een, hoewel onopzette
lijke, dwarebooiming van mijn, plannen, hebben, to
duchten.
Derhalve geef fk er de voorkeur aan. tenzij anders
wordt bevolen,, ook verdter op eigen, gelegenheid door
to gaan, en ik verzoek telegrafische machtiging om,
wanneer ik voldoende bewijsmateriaal bijeen heb, zan
der te letten op rang of stand, de verdachte perso
nen gevangen, te nemen.
Wa,t de, to Munster en Keulen te voorschijn geko
men voorwerpen betreft, die fet de bezittingen van de
erfgraaf behoorden, vermoed Uk, dat zij van hier uit
daarheen zijn gebracht, om het onderzoek op een
valsch spoor te leiden. Hel schijnt, dat men bier
bevreesd wordt voor hët resultaat mijmer nasporin-
gen, en dat men daarom heeft beproefd, de ontstane
verdbDking op een onder te werpen-
v. SANTEN."
HOOFDSTUK XIV.
Reeds sedert middernacht wierp Brumo HaJLenetein
zich slapeloos in het kussen van zijn bed ran,4 De
verantwoordelijke verplichting düa hij in liefdevol me
delijden met Edttha. ul|t vrijen wiii op zich ha,d ge
nomen, beroofde hem reeds lang des daags zijn vre
dige rust en 's nachts den slaap.
In het vaste vertrouwen op de alles overwinnende
kracht van zijn wil, had hij zichzelf overtuigd, dat
het zou gelukken, den, reddiemden uiltweg te vinden,
die den Jongen graaf de vrijheid zou teruggeven en
Uditha uit haar v ert.wj.telden angst zou verlossen.
Maar Lii L.\d dc den-. - »>o!r r-f\dar60h^
Hij knikte telkens. En 't slot was meestal, dat hij
zij wist af to dingen .zonder te „pingelen" dan
zich omkeerde ,want dan werd de herinnering hem t
machtig. Over het doode knaapje werd heel zeiden
gesproken. Dat had baas Hemmers gemerkt; het aan
raken van die snaar was dm armen vader al te
pijnlijk.
...En de jaren gingen voorbij. Baas Hemmers had
een erfenisje gehad en hij betrok een grooter huis. De
fijne-fruithandel begon op le bloeien. Meneer Hem
mers was dikwijls op bezoek in de nette huiskamer.
En juffrouw Hemmers had ai eens gezinspeeld op de
mogelijkheid van een nieuw gezinsleven voor muieer
De Groot. Maar ze hadden 't gemerkt: over dit cha
piter wilde hij niet graag rodenoeren. Zoodat ze het
reeds ais vaststaand begonnen te beschouwen, dat me
neer De Groot tot het eind van zijn leven weduwnaar
zou blijven.
En ditmaal kwam baas Hemmers voorspelling fali-
kant uit. Op een avond kwam meneer De Grool wvot
op visite. Juffrouw Hemmers had al eens gezegd, dat
lnj „den laatsten tijd een andere man was geworden
En er bij gevraagd„Piet, hoor nou wat ik je zeg, hij
gaat op zn ouden dag nog hertrouwen".
Waarop haar man zien,, van 't lachen, ito zijn koffie
verslikt had en nog een hcele poos zat te schudden
van de pret. Ze leek toch wel stapel 1...De Groot wus nu
drie en vijftig. En je zoudt hem met geinak zestig
geven. Die man nu nog hertrouwen?... Neen, dan
bad ie zijn Mie toch wijzer gedacht. Maar juffrouw
Mie*s blik was veel scherper dan de zijne.
„Ik heb een nieuwtje voor jelui", zei meneer De
Groot op dien avond.
Er werd geraden, gegist. Een prijs uit de loterij. Een
mooi zaakje gedaan. Een prijsje gewonnen... Neen,
ze gaven het op.
En niet zonder dat hij worstelen moest met zelf
gevoel van beschaamdheid, hem bekruipend, zei De
Groot:
„Ik ga trouwen I"
„Noul?..." vroeg juffrouw Mie, haar man aanziend.
„Hij wil ons voor den gek... wou Hemmers zeg
gen, maar hij slikte snel de woorden in. En luisterde.
Meneer De Groot ging trouwen. Hij had een vrouwtje
gevonden, dat echt van: 'm hield. Zooals hij van haer.
O, een engeltje was 't.... Hij praatte met hot vuur van
een dertiger. En noemde eindelijk haar naam.
Waarop Hemmers fijn houten tabakspijp met een
heel-harden smak op de tafel neersmeet.
De Groot en juffrouw Mie hem me. groote oogen
aankeken.
„Ken jij die dochter van Bekkers dan, ?;•- *Tt vroeg
de iliiouw.
„Neen', zei Hemmers na m poosje. Mnar /V
zoolang meneer De Groot op visite was, stroef tu
nijdig voor zich uit te kijken.
„Wal hadt-je toch vroeg zijn vrouw, toen bezoeker
weg wan, „een mensch zn lust is een mensch z"n
leven. Ik heb 't je immers voorspeld!"
„Vrouw", zei Hemmers, „dat De Groot op z'n ouwen
dag nog gaat trouwen 't verwondert me, zeker,
maar .zulke vreemde dingen zie-je dagelijks. Dat 's
de menschelijke natuur nu eenmaal, hé?" Alleen, hij
had 't wat vroeger kunnen doen. Maar dat ie die doch
ter van .Beukers heeft gekozen... Mie, ik zal er geen
woord meer aan wijder., 't Zijn onze zaken niet. fk
wensch. 't den man niet toe. Maar dat-ie z'n onge
luk tegemoet loopt..."
Meneer Hemmers haalde zijn kasboeken te voor
schijn en ging „den boel bijmaken". Ilij zette zijn
bril op de punt van zijn neus en blies geweldig - rook
wolken uit z'n pijp. Juffrouw Mie wist dat deze tee
kenen wezen op hevig ontstemd zijn. En ze vroeg,
dien avond, haar man niets meer over het geval. De
verdere bespiegeling over De Groot's aanstaand huwe
lijk tot later latena...
En meneer De Groot stond zagen wij fijne,
dure peertjes uit te zoeken.
„Je verwent haar vriend!", zei meneer Hemmers,
„wat ik je zea je verwent de vrouw!"
Maar De Groot liet een grootst z V vullen r:.?'
exemplaren van de soorten, waarvan x.jn Lize z,
veel hield. Hij was nu ruim een jaar met Elize Beu
kers getrouwd, en juffrouw Hemmers had haar Than
al een paar maal gewezen op het gelukkige huwelijk
van den ruim vijf en vijftigjarige en de nog ge»:,
dertigjarige Lize... Waarop meneer Hemmers niets had
geantwoord. Als De Groot thuis kwam' en vrouwtje
de lekkernij overhandigde, dan sloeg zij een arm öm
zijn hals en kuste hem op een van. de rimpelige wau-
Ke&.
En fluisterde dat-ie een schat, een dot van een man
en altijd benauwender had zich gedurende de negen
dagen, die sedert de verrassing dor freule in hst pa
viljoen verloopen, waren, de vrees vaa hem meenet r
gemaakt, dat hij nte;. lm staat zou g^goven
belofte in te lossen.
HfJ had alle mogelijke moedie gettoan om vam ge
goede bekenden het bedra.c dar. /«Vvit.o. vordcie,
los te ^rijgen; maar de b»•- - LcLx:
en daar ter beschikking stalae.
doende om den chanteur tevreden te stellen, «sa
was geen sprake vam óajt ujy r.,
«ere sou zou er genoegen. -c- T
tha hem bij. haar laatst» korte bespreking verze
kerd, en zij: Wias daarbij zoo opgewonden en, neer
geslagen geweest., dat hiji voor haas* wankele gezond
heid h.-^t slechte*» moest vrv-ieai.
Hij had haar bezworen om hem toe te staan, dat
hij zich zelf met Jellfozek in verbinding stelde, daar
hij bij een, persoonlijk verkeer welüch teen middel
zou vinden, den man wat mlnjder edachend te m ucen.
Maar Edltha had hem met zulk oen beslistheid ein
angst verklaard, dat de eerste schrede dde hij tn dk
richting deed, de antzettteaidit^ gevoUiom zou behbeu,
dat hij wel gedwongen wa» de uttvoeriiiig v»m die
gedachte na fe laten.
Nu was de door JelÜtzek gestelde termijn, bdjjift
verstreiksn, en mem was van do oplosehhg der tragi
sche geschiedvajfe nog even; ver ,«twijderd f.'s op
d'-n tviwten dag. Ook teajns kom HtUerriein ot i
eigenlijke gevaar, dej het Jonge nuikijo van ds tij<h»
van JelUtzek dredegde, «lechts onbostexads vermottd^a*
koesteren, waai ziJm hoop. zij Lc-t rrij ,A: i'Z ba-
volle vertrouwen zou achemkoii, tot zijn rt-rdrlni.
niet in vorvulling gogaan. Alaacr het moest wel wat
vreeselijks zijn. want rij leed- ontzaglijk onder den
angst voor de op-3n,h»lT4n!gi daarvan. Var. to*
dag was zij do laatste weken bk-ckt-x go word w, hu-
achooinhoid IhaxI fet» onnatuuriykiS namgtenomen., dile
Ha 1 lenste!n als art» mot groote bezorgdheid vervul
de, en het schecm dat zij d» nttorate grons van, h.°4.r
weerstandaxermogen bereik.
In het bijzonder den vorigen avond had haar uit
zien en haar wezen hem met ontzetting vervuld. Hij
was lch volkomen bewust, dat in den loop van dexeu
dag tets buitengewoons zou gebeuren, en einde hem
te middernacht e«n beam!gistt!««idie, droom had doen
ontwaken, matte hij' rijm hersens af, om tot een
vast besluit te geraken. Hij. twijfelde er ernstig ram.
dat JelKLtzek den, jomlgen, grakf enegnp verborgcai had.
De voorstelling, dat zooïetB midden ln aea Lscht be
volkt land mogelijk zou zijn, leek hem te roman
tisch en avontuurlijk. Men mocht een gezonden, ex.
krachtlgen man wel vifer en twintig uur kunnen ver
bergen, maar een wekenlange gevangenhouding moest
naar zijn meentag zooveel moeilijkheden meebrengen
en mdeepMchtigien noodzakelijk makern, dat het lan
de opmerkzaamheljd! dfelr auitoriteitep, moeilijk had kun
nen ontgaan,.
Maar ofschoon hij nauwelijks durfde hopen» dat
Udo nog leefde en JeHdtzek die macht had hem aan
zijn familie terug te geven, zoo was hij, er dep te
meer van overtuigd, dat deze het geLeim van rijn
verdwijnen kende en zeker ook wei aan dat verdwij
nen had meegeholpen. Een, opheldering, die eindelijk
licht in het donker van deze raadselachtige zaak zou
brengen» kon hij ln ieder gewei gewen, en voor alles
moert men er op zinrvn om die oi-helderSr^ van.
JelUtreh tfi vcrVrlif e u
nle, een lieve vent was, hoor!...
En zy zette zijn bittertje voor hem neer. En trok
zijn laarzen uii, pantoffels aan. Hielp hem zijn chambre-
cloack aandoen. Ging vlak naast hem zitten. Haar hoofd
tegen zijn schouder. Vroeg hem te vertellen wat er dien
dag m,c; zijn zaken gebeurd was. Luisterde aandachtig.
Schonk hem nieuw bittert! efan...
„Weel-je wel, wat Dr. Haverman gezegd heeft?, zei
D.e Groot wel eens, „dat alcohol vergift voor mij
Maar praatte hem uit het hoofd. ProeMe van
ziiu borreltje. Zei, dat de dokters or niks vin wisten.
Waar zen mensch trok m heeft is ook goed voor zijn
gesiel. Net als met dat di£et; hem door doktor voor-
teschreven. 't Zou wat!.... Hij, De Groot, zou hot aan
o nieren hebben. Onzin hoor! Hij was zoo gezond uls
pen visch. Stel-je voor een man, die loeft als oen
ouwe juffrouw.
„Ban!" zei mevrouw Lize, en zij trok haar fijn
wipneusje op, en er kwam een trekje van walging
om naar lippen, „ah bah! Van zoon man zou ik niet
kunnen houden. F.n wect-je vent, zoon dokter, mei
z'n fratsen, laat je tien jaar to gauw dood gaan. Ik wil
jou langer bii me houden!"
En zij woelde met haar fijne handjes door zijh fcn
dpn laatsten tijd geverfde haren. Zij dartelde in hem.
Sprong od z'n knieën en trok hem aan de ooren.
„Prosit riep ze, hem ©en nieuw borreltje schen
kend. Met véél suiker.. Dat was Juist patent voor
hem. Hoe meer hoe beter. Zij zou wel over tnannie dok
teren hoor! Dan werd ie zou oud als Melhusalem...
En in zaligen roes van mei echte zuivere liefde ge
streeld en gekoesterd te worden, liet bejaarde manrue
vrouwtje begaan... Doodsbang dal zo hc.u oud, opge
takeld, niet levenslustig zou vinden. Versmadend de
voorschriften van dokter, die hem al maanden-gelo-
cten üczegd had: „Jo hebt tc kiezen of to deelen. mencér
De Groot. Of je onderwerpt je aau ze«r stre.;g dléo'
of jp kunt je testament wet met bekwamen spoed ma
ken. Je haat al veel eerder moeten ingrijpen. Ik zeg
't je ronduit. Je kwaal heeft al leelijk vorderingen ge
maakt. Maar door uiterst voorzichlig -en verstandig
te leven, kun ie je leven misschien nog een aardigen
poos rekken. Nu weet je precies hoe 't met je geschat
p?n is!"
In het begin was de patiënt gedrukt geweest door de
onheilspellende diagnose. Maar vrouwtje wist de ne
velen weg te vagen. Hem op te monteren, er toe te
br,engen niet meer te denken „dien gekken vent met
z'n recepten"...
En tqea gebeurde 'L dat hij op een hoe)-cnre-woon
nor thuis kwam, 'f Was een heerlijke bertstó^g. En
:ij ,wilde z'n Li:sje verrassen door cec rij:t>t
haar te maken waar zij zoo dol op was... Hij nad
^een heel programma opgemaakt. Het karretje, dat ©Ik
oogenblik kon konien, al besteld. Ze zouden tenslotte
langs een magazijn rijden waar Lize zoo'n prachiig
„bontj,e" had zien hangen... Maninie was naar de slaap
kamer geslopen, op z'n 1 oen en, na de straatdeur heel
zachtjes geopend te hebben. Hij zou zien of het hem
luk!,e z'n goeie jas aan te doen. geld bij zich te s'eken
voor h,et „bontje" en zoo. Dan ineens kant en klaar
voor Lize te staan, zeggend: „Kind het rijtuig staat
voor. Ga je mee een eindje toeren?"
En dan haar heerlijk verrast zijn. 't Was toch nog
precies een groot kina... Ze had"hem van uur lot uur
verleid, hoe zij den dag doorbracht. Zoo tegen drie uur
half vier ging ze wel eens wat loopen, boodschappen
dc^en. Maar nu was ze in {je woonk xmer b -zig. Kopj -s
,en zoo afwasschen. Wat slof-afnemoi. Soms een brief
schrijven of het huishoudboekje bewerken.
't Lukte, Lize was niet in de slaapkamer. Mei een
blij glimlachje begon De Groot al aan de toebereidselen...
Tqen hij in de woonkamer hoorde praten. Een men-
schenslem was 't...
„J,e maakt je illusiën,", zei de bezoeker, „dat kan
nog w,el tien jaar duren of langer!"
„Ik zeg je toch wat dr. Haverman mij verzek-ard heeft:
Eergisteren ben ik op z'n spreekuur geweest. Natuur
lijk in hjel geheim en kwasi met ongerus'heid Ilij
Ueeft me gezegd, dat De Groot op z'n alIerh(oo$L
nog een paar jaar zou kunnen leven, dal wil zeggen...
Laat nfe uitspreken Henri!.... Dat wil zeggen. als4e
streng diëet in acht neemtZoo niet, dan moet u
elk oogenblik op een ongeluk voorbereid zijn. Hij heef
aderverkalking in hevige mate. In verband, met daf
nierlijden, zei de dokter..."
D,e Groot luisterde. Elk woord drong tol hem door.
Hij had dve handen geklemd in de sinas enkele weken
gpverfde haren. Z'n oogen staarden uitpuilend in
wild,e ontzetting, want plotseling begreep hij alles
in (ip richting van de woonkamer waar zij met elkaar
Doch de morgen schemerde reeds door. zonder dat
hij een, reddenden, uitweg1 gevonden hadHalf vertwij
feld en onmacht nocih Lajmger werkeloos op zijn
v-£d te hlijveai Uggeax, sprong hij er met het eerste
morgenlicht uit en kleedde zich aan. Toen hij aan
het venster van zijn slaapkamer trad en naar bulten.
k> k, wnrea de lichte wolkjes, die boven de boom-
van, het pari <ka hemrl dreven, nog
dcor bet morgenrood vorguM. Een frtaoche, geurige
Ivhtstroom drong levenwekkend tot hem door. en het
of de ach«)onbeald wan don nieuwen dag. die daar
het clot Sagnbor opkwam, hem met nieuwe
hoop vervulde.
Va,n beneden af dromlg het 'geluid, vam. den hoefslag
van, een paard, tot hem door. Hij boog zix-h voor-
ovtr en mg, dat indlend-rvadj een rökcechll het door
Editha, meest geliefde paard Valk werd klaar gemaakt
en gezadeld. Het, verraste hem. want ofschoon hij
vist. dat de freule een hartstochtelijk rijdster was.
en dikwijle tn den vroegen morgen een tochtje maak
te, zoo had hij toch nog nooit waargenomen, dat zij
reeds bij het aanbreken vam den da£ hot slot vert-tet.
De hoopvolle- stemmitog, dde zoo even, over hem was
gekomen, week voor een eigenaardige; bedruktheid:
Hij kon zich dezen dvtrctögen rit -nlat anders vemktaren.
clan dat Eddttha weer naar een samenkomst met Jch-
lltzsk ftfing, en daar op dezen, dog do door d«z»n,
"t jldr-m termijn afliep, kr-mlen, «Hoh btj dVt oa/l&r-
hjud mogelijkerwijze dL^ren, voordoen. <He bem de
voorstelling, dat bet meisje zonder bcechermer aan
dien ruwen persoon was overgeleverd, tot een in
mate luimuf MIHli en ox»-i"ïwondoned maakte-
Zomder te weten vftaronx hij bet d«el, dTUkre hij
don knop dier bedfendenschol. Weinige minuten
la,ter trad de met zijn persoonlijke beditening belaste
l«tev*l zijn kamer Winffjein. HaiKleneteJia vroeg hem, of
itvAo &ch lach tor weritelljk bevolen had, haar paard
op zu'k een vroeg uur klaar te maken.
Do bediende antwoordde bevestigend. J)e göoadüge
freule 3a reeds om drie uur tn de stallen veracher
nx-a om de lieden te wekken. Ook wfj moesten ten-
ges-oige daarvan roedB een paar uur vroeger dan
andere ln de kleeren. Overigens heeft mij de frerule
e«n brief voor u gegeven. Ik heb hem vergeten mee
te nemen» maar ik zn' hem dadelijk halen
In op hot uiterste gedreven spanning en onrust
wachtte HalOensteflm op den terugkeer van den bedien
de. Hij: had zijn plaats aan het venster niet verlo
ten en zag nu, dat Edïtha tn rijkleed' uit het slot
trefe en zich door den rijknecht ln het zadel liet hel
pen. Een oogenblik dacht hij er aan. haar te roepen,;
maar de tegenwoordtgh«"\ld dies bediende maakte hem
bes:ultelooe, en. de volgende seconde was het reeds
te laat, want de freule had dadelijk haar paard
tot een flink en galop a&ngezet, zoo dat rij met
bliksemsnelheid aan het oog van den, dokter tusschen
de ixx>men van het park verdween.
Thans stond ook die bediende met dien brief voor
htm. Hij' ontsloeg hem met een handbewegikng en
scheurde opgewonden de envelop stuk. Het met den
gravenkroon versierde blad toonde het mooie, vaste,
karakteristieke schrift, dat hij zoo dikwijls met wel
gevallen had bewonderd', als hem soms een door de
freule geschreven stuk onder de oogen kwam. Er
was aan het schrift niets te bespeuren van een on
gewone gemoedsbeweging, die de band der freule on
zeker had gemankt, en toch moest het haar een
mfralijken sfcrJId gekost hebben, voor zij dezon brief
spraken, Lize en die ander..
't Was even stil geweest in de kamer. „Ik doe wal
ik kan, dat snap-je", zei ze weer, „Ik laat hem borrels
drinken bfj de vleet, eten al wat slecht voor hem
is... Wy zullen wel gauw uit de misère komen, Han.
't Was een heel besluit om dien kerel te trouwen, maar
.cr stond toch niks anders op. 't Is een bof, dat-ie
absoluut niet* heeft gehoord van onze verstandhou
ding van al het vroegere, ofschoon hij is zóó gek
op m,e... En er werd schat er-j oei end gelachen. De
Groot hoorde bet grove, spottende geluid van zijn
vroolijkheid. En de booge klank van haar scherp
stemmetje mengde zich daarin.... Nu zwegen zij weer
,en er werd gefluisterd. Hij hoorde geluid van geld-uit
tellen... En toen dat van kussen, die gewisseld werden...
Hij drukte zijn gloeiend hoofd togen de deur aan
.en ving nog meer woorden op... Vloog plotseling naar
een kastje. Grabbelde in een aoos. Haalde er een revol
ver uit. Laadde het wapen... Binnen schenen zi» iets
gehoord te hebben. Lize, denkend dat de meid, die
voor een boodschap uitgestuurd was, boven was geko
men, opende bleek-verschrikt de deur.... Deinsde met een
gil terug.
En de revolver ging af. De koetsier van het karretje
schelde aan. 't Open rijtuigje stond voor het huis.
Twee, drie schoten knalden in de woning. Menschen
kwamen aanloopen... Men hoorde krijsend gi'k-n. Moo.d
roepen... De politie forceerde de straatdeur....
Er werd niet meer dan een maand geëischt door
het O. M. tegen den ongclukkigen echtgenoot, die met
een revolverschot den eersten getuige a charge, door
mievrouw Lize Henri genoemd, een niet ernstige
kwetsuur aan den t»rm had toegebracht...
In de batik der beklaagden zat een sidderende figuur
beeld van seniale aftakeling. Met uitgebluschie be
droefde oogen. En met scheef getrokken lippen. De
zaak kon eerst nu behandeld worden omdit De Grool
de beschuldigde langen tijd bedlegerig was
geweest, na de beroerte die hem had getroffen.
„En dat wiif loopt vrij rond", zei dr. Haverman,
die even was komen kijken tn de Rechtszaal tot Kan
van zijn kennissen uit het Paleis drentelend, „wut dat
wijf op haar geweten heeft is geen moordaanslag. Maar
die revolverschoten van den kerel, dien ze dol gemaakt
hadden, wel hé?... /Vis ik rechter waa."
„Ja!" zei jurist, „daar hebben jullie medici geen
verstand jfc gaf je toe..."
Maar dokter had geen lust naar da uitpluizerij te
luisteren.
En precies zoo vroeg, dien avond toen ze het
in de krant lazen juffrouw Hemmers aan d'r man.
„Zou je zoo'n wijf nou vijet radbraken en viertadee-
len?"
Meueer Hemmers naaide üt jJiouda» op,
gansch dien. avond rustte zijm bril op het alleruiterste
puntje van "z'n neus... Gewjs-teeken, hoezeer hij „het
land had"...
MAITRE CORBEAU.
Verschillende Oorlogsberichten.
KRIJGSVERRICHTINGEN DER RUSSISCHE LE^
GERS.
Do Russische legatie te 's-Gravenhage ontving de-
volgende mededeelingen over de krijgsverrichtingen der
Russische legers:
De generale staf van het Russische leger verstrekt
de volgende inlichtingen over het geheel der krijgsver
richtingen in Russisch-Polen en in Galieië
Na de nederlag der Oostenrijksch-Hong^arsche legen;
ging het Russische leger, na zijn linkervleugel in Ga
lieië verzekerd te hebben, over tot zijn samen!rekking
ten einde een militaire actie tot ontwikkeling te kun
nen brengen op den laikeroever van de sVeichse.. Tege
lijkertijd had de Russische generale staf bericht ont
vangen, dat op dit oorlogsterrein belangrijke Duitsche
strijdmachten op het front KaliszCzen-.tohow01-
kusz waren opgetreden, die opeen krachtïgen opmarsch
in Russisch Polen wezen.
Ten einde zoo veilig mogelijk de concon'ratie ckn
legers te volbrengen, hadden alle bewegingen der Rus
sische iroepen plaats onder dekking van de Wtéchsd,
en wel op den rechteroever van dien stroom, terwijl
op den linkeroever sterke cavalerietroepen. versterk'
door afdeelingen infanterie, bedoelde samentrekking be
schermden, die met volledig succes vol'rokken werd door
geforcheerde marschen langs doorweekte wegen en on
der aanhoudende regens.
Gedurende deze ontplooiing der Russische strijd
krachten rukte het Diutsche leger naar de WrichsM
op, met een gedeelte van het Öostenrijksche leger Pp
zijn rechterzijde. De vijandelijke machten vestigden.
schreef, wamt hij iuMde ale volgt:
.„Mijn edele vriend!
Terwijl ik u nog- e.ir:y van «anj&cher harte voor
uv eaele bedoelln&eui dttuak, anfeitt üt u htarjxkode v«a
de belofte tot stitewijtpïln. die u tot op dazen ï-g zoo
ridderlijk Ifebt gehouden. He verzoek u vec-l- *r olt-
drukk-.lijk. van uw kemtf» J.-ï d! ->jn te x-bruÜt
te maken, dat u doóIin.«~J«s voer>. spoo-
dfee bevrijding van mijn oogel-ukktee.: >i tx be~
werkatelHgeu. Lót zfeli bare® h nader den
rvisnt van Köhter J-t. rul" ~tr Ko^-L. 1c,
Neha^t bevindt, weet glr re«.v dc h-ud het
voor mijn pltóht, u te verklarem, dar. hij op dan ©er-
sten naam even weinig aanspraak heeft als op dein
tweeden Wed heeft fcU zich met vaJ&di© papieren, en
getuigschriften als bojxoi JellStafek bii miJa rader aaiv
gemeld en ohh door zijn beechaa' ..- rr.offeren maan
den ]aiag in heit geloof pehoude:;, lat bij een man van
voorname afkomst ©ou zijn, m dooi een toewal
kwajn mijn, vader op sfejo - ni -g te net®, dat. de
vermeende baron ia vraaxihoidi evwagffe od-vokaoan-
klerk uit Praag wa*. Fronz Hudetz gjeheeten, dise
reeds herhaaldelijk e'r - - cJscher tn de
nip hiad gezeten. Daarop w-.rdl hij natuurlijk direct
onjslag-en. hoewel tate vad~r to, een gevoel van he-
schamhng, dat hij zich zoo smadelijk had koten be
driegen, er ven ajCriV 2-:- den btdriogc. beklad te
maken. 1*1.mond iii te .rtt he.ft, bsderthd d« reden
ervaren vau het pteuml „e ontslasr van den privaten,
secretaris. U echter, dokter, zuit bet nw gemakkelijk
begrijpen, waarom ÏL dJ' n rerdorveiu man to «taat
achtte voor kdareto x wokmaed J*ae<« Udo. Ik weet,
dot u nu, door mij nk*. u.eer gebonddn» ge makkelijk
den Ju/toten weg zrulf, vïndep. om hem oi:schadolijk te
maken. Indien, u het voor nood% houdt, u met dft
doei met mUn vader Ito veerbindin* te abalien, dan ver
zoek tk u, hot oon/fer bedenjttegen te doen. Maar wat
u ook to deze dogen over mij en mijn. schuld mocht
hooren, het zal u, naar ik hoop. niet bewegen mij
uwe vriendelijke deetosming; en modeMJdan gebot! u>
onttrekken. Ik heb verkeerd gedaan,, maar Ik was eeax
onem-aren schepsel, onbekend met de wereld en, de
menschen opgegroeid, dat nog niot geleerd had schijn
van waarheid te onderecheihhpn. Nu. ik heb dfe roman
tische bakrischdwajosheiid. die mij zelf ree da na en
kele wteken volkomen otnlbelgTiJpeliJk wae. niet slechts
bitter betreurd, maar waarlijk ook zwaar genpeg ge
boet.
Daarom, o1» gij mij mflaBchite uw achting niet lan
ger kunt schenken eem, vrfendelijk aandenken, zult
u toch, wü fk hopen, bewaren van uw dankbare
Editha Sch lach ter.
P.S. Ik heb bevel gegeven, u dezen brief eerat op
een tij dl te roverhamdigen, wanneer het vergeefschs
moeite zal zijn "og naar mij te zoeken. Verlies, bid
Ik u, den tijd njiet met mlke doellooze omrierniamln-
'gtn,, 'maar d/en.Jt sli^ohts aan. het 3otj van, den wmetn
Udo, die niet langer ito. de macht van dien ellex*te-
ltog mag ^mochten.
En nu. mot mijn, innigste wemschon voor uw geluk,
een laetst vaarweL Gun e m ongelukkig, gepijnigd
wazen de rust, vaarn&ar met hart riel verlangt.
BMTHA."
("Wordt vervolgd.)