Alftittl Billis-
WOFNSDAB 4 NOVEMBER 1914.
57ste JAARGANG No. 5483,
UitgeversTRAPMAN Co.
ZONDAGSBLAD.
Erfgraaf Udo.
SCHAGER
COURANT.
Dit blad verschijnt viermaal per weekDinsdag, Woensdag,
Donderdag on Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 9 ure wor
den ADVERTENTIES in het eerst uitkomend nummer geplaatst.
SCHAGEN, LAAN D 5. - Inf. Teleph. N9. 20
Prijs per jaar f 8.Per post f 8.60. Losse nummers 5 cent.
ADYERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 j iedere regel meer 5 ct.
Groote lettere worden naar plaatsruimte berekend.
Hei goedkoopste van alle illustraties
onder ieders bereik.
Den lezers van de Schager Courant, die nog niet
op het Zondagsblad geabonneerd zijn hebben wij
een proefnummer ter kennismaking gezonden. Nu
vooral in deze oorlogsdagen het Zondagsblad zoo zeer
uitmunt in fraaiheid, en een schat van mooie en
interessante kiekjes bevat van allo oorlogsterreinen,
zoowel to land als ter zee, hebben wij gemeend
alle lezers van de Schager Courant met ons
Zondagsblad bekend te moeten maken.
De eerstvolgende Zondagen gaan wij
mei de verspreiding nog voort
Wij vertrouwen, dat de kennismaking een aan
gename zal zijn, en velen zich op het Zondags
blad zullen abonneeren. Het is het goedkoopste
van alle illustraties en staat in vele opzichten vol
strekt niet bij anderen ten achter. Prijs slechts
f 0^7 Va» franco per post 10.45 per 3 maanden.
De nummers vanaf 1 October zijn voor nieuwe
abonné's nog disponibel (zoolang de voorraad strekt)
Het inteekenbiljet, alleen ingevuld met naam en
woonplaats, kan, in gesloten envelop, met 5 cent
gefrankeerd, aan ons bureau worden ingezonden.
Men kan ook per briefkaart bestellen, of aan den
Brievengaarder (de post) ter plaatse.
Uit en Voor de Pers.
DE OUD-MINISTER COLIJN OVER DEN VOL-
KERENOORLOG.
In Stemmen des Tijde een opstel van, H. Colijn
over den volkerenkrijg. Op een overzicht van de oor
zaken van den krijg, dHje hij in een viertal rubriceert
Franscbe revanche- en Russische rassenpolitiek; Dultt-
sehe expansie Engeische belangen kruisend laat
de schrijver de woorden volgen: „„Niet deze of gene
brief; niet dit of dat telegram ijn, de laatste Juli
dagen gewisseld; nocb ook zekere handelingen van
bepaalde personen helbtben den, volkerenjkï'öig dloen
uitbreken. Hoogstens kan men zeggen, dlat deze diilnr
gen van invloed zijn 'geweest op het uitbreken n,u,
maar de belangen en begeerten dliejr groote cointilneinr
tale mogendheden maakten te avond of morgen een,
conflict onvermij delijik.
Van, beteekenis acht schrijver nog in 't bijzonder
bet voort dringen van Dtótechland in, Klain-Azië en
zijn daarmede samenhangende politiek tegenover Tur
kije. Waar men, ook heenschouwt, het is de belang en-
politiek der groote Europeesche Stuiten» dje den oor
log veroorzaakte. Het rijn de Sta,ten, die zich
geroepen achten in de concurrentie volken lei
dend en beschikkend op te tredten en die hunne
machtmiddelen aanwendenj op een terrein, waar macht
niet behoort te beerschen.
„Daarom doet het er aoo weinig toe wie descfhtul-
idiga is aan dezen ooribög. De oorlog m1 o e s t ko
men en wi© wat verder zagen dan hun n©ua lang
FEUILLETON.
31.
„Wanneer heh je Hudetz het laatst gesproken?"
vroeg Hallenstetm
Gisterenmiddag." antwoordde Bdiitha. „Ik beproef
de nog eenmaal, hem. door smeekbeden te bewegen
tenminste nog eenig uitstel van hem te krijgen.
Maar bet was tevergeefs-1 Hij verklaarde, dat hij
zich hier niet langer kon ophouden, en mij tjjtd ge
noeg gelaten had. Vanmiddag' wilde hij mij npg eens
In, het paviljoen afwachten, maar dat was dan ook, do
uiterste termijn. Indien ik hem de verlangde som
niet bracht, dan zou men morgein ergens bet lijk
van Udo vinden; van mijn brieven zou hij het ge
bruik majeen, dat hij mij tevoren, had! aangekon
digd."
Hal'enteten schudde hot hoofd. „.De man moet bij
al zijn schurkenstreken, toch een domoor zijn. Want,
hij vergeet oogenechijnlijki geheel, dat hij zich golf
vernietigt, als hij jou tot vertwijfeling brengt. Het
kost je toch maar een enkel woord, hem vanmiddag
gevangen te laten, nemen,"
„O, ook daaraan, heeft hÖ! gedacht Hij zeidie mij
ronduit, dat hij op zoodot» gerekend had. Aan het
lot van mijn neef zou daardoor echter niets veran
derd worden. Zijne medeplichtigen zouden he,m des
wege slechts ondgr grootere kwellingen laten ster
ven. Ook was ervoor gezorgd, dat in dit geval mijn
brieven zooveel mogelijk gepubliceerd zouden wor
den."
„Wat een nietswaardige schelm! Nochtans zal hij
zich in zijn berekeningen hebben vergist. Gij zult na
tuurlijk niet naar die samenkomst gaan, mijn lieve,
maar mij veroorloven hei, in jou plaats te doen,, en
ik denk, dat de „baron" met zich zal laten praten,
wanneer hij niet meer een onbeschermd) meisje, half
dood van angst, maar een, vastbesloten man tegen
over zich vindt."
Editha scheen uit vrees voor zijn leven, met dit
voornemen allerminst ingenomen, doch nog voor cij
verzoek, daarvan af te zien, geheel had uitge
sproken, overtoog een brandend rood baar gezicht,
en sprong zij, haar woorden, onderbrekend, met groo-
ten schrik overeind.
„O mijn God, als men intusseheni eens dep, brief
gevonden had, dien, ikl voor mijn vader heb achter
gelaten! Ik zou er niet aan, mogen denken, ooit w-e\er
naar Sambor terug te keeren,."
Ook HaUensteïm verschrok. AIS graaf Schl achter
het door hem verijdelde voornemen zijner dochter te
weten kwam, dan waren de pijnlijkste scènes onver
mijdelijk, en hij wist nauwelijks, hoe hij zijn gelief
de voor den toom baars vaders zou moeten bescher-
was, hebben er zich utot over verbaasd dat hij: ge
komen is, maar hadden veeleer reden tot verwonde
ring dat hij: tot nu uitgebleven is. Van kort
zichtigheid getuigt het dlaarbij, de Bchuld te geven, aan.
dien staat, die den oorlog verklaarde. Deze fac
tor be leek ent in het algemeen al heel weinig ter
beoordeeling van de edhulxL maar in den nu woeden-
dep krijg doet hij absoluut niets ter zake."
In een noot teekent d)e heer ColiJu bij dit gedeelte
van zijn artfkel aan:
In de verloopen maand' Me! genoot schrijver het
voorrecht door wijlen. Koning Carol van Rumenië in
gehoor te worden ontvangen. In eeta. gesprek over
den toestand in Europa bezigde de hoogbejaarde
Vorst deze woorden: «Heel lang heb ik niet meer
te leven,, rnaax ik reken er vast op, dat de groote
Europeeschei Oorlog nog hij mijn ïe(ven uitbreekt."
Met betrekking tot België's neutraliteit wijst de
schrijver op de waardeloosheid van dien, z.g. waar
borg, welke laatste ophoudit te bestaan zoo dra het
belang is verdwenen met het oog waarop het trao
taat was gesloten.
„Da gewaarborgde neutraliteit was njet een
maatregel ten bate van België getroffen, maar een
voorzichttgheddsmaatregel ten behoeve van Engeland
en Pruisen tegen Frankrijk genomen; doch onverkort
stond daarnaast het recht van België om zelf te
bepalen, dat het neutraal wensclrte te blijven en, het
is de schending van dat recht, die de ergernis te
recht gaande maakt.
„De volle erkenning hiervan, neemt intussdien niet
weg, dat het betreden, van België'» grondgebied, ia
den loop van d-en, oorlog als iets onvermij
delijks moet worden beschouwd. Wanneer iemand's
woning gelegen is tuesehen, 2 buskrul-tmolens en, er
ontstaat brand in die moletng, welke ntfiet tijdig ge~
b'uscht kan worden, dan woridst bij' do ontploffing,,
die daarvan een 'gevolg, dlsi, ook dajt huis- vernield. Dat
is een natuurlijk gevolg van de ligging."
De heer Colijn oefent dan verder crttlek op de
wijze, waarop België edch tegen de Dultschers te
weer heeft gesteld na de eerste helft van Augustus.
„Da Belgen hadden ongetwijfeld aan dén opmarseh
der Duitscbers na den 15en Augustus groote hinder
palen in den weg kunnen leggen, indien zij de hoofd
macht van hun, veldleger niet hadden, opgesteld, in
de lijn DlestTirlemontNamen, maar achter de
Maas tot bij Maastricht. Zelfs ware, zoo lang de
forten om Luik nog in Belgische handen waren, een
herovering van Luik, dat slechts door zwakke troe
pen bezet wa© (niet meer dan. pl.m. 20.000 man, heb
ben de Duitschers voor Luik in, actie gebracht) niet
buitengesloten geweest. Blijkbaar bevreesd, dat de
Duitschers ook ons grenjdlgebied' in Zuid-Limburg, zou
den schenden, hebben zij hun troepen niet zoo, vier
naar voren durven brenlgêin. Inj dat vetrondèrstalldfe ge
val dreigde voor hun linkervleugel!, -indien zij achter
de Maas stonden, gevaar voor omtrekkfaig en d!us
ook gevaar om afgedrongen te wonden van hun, ver
binding met Antwerpen. Twee fontein, zijjn in dieto, ge-
dachtengang aan te wijzen. Vooreerst' dat het gevaar
voor om trekking van hun linkervleugel na 3 Au
gustus al niet meer te duchten Viel. Toen toch was
de mobditsatie van het Nederlaudsche leger voltooid
en reu een schending van Nederland'» grondgebied
hun den steun van het grootste deel van het Neder
lands cbe veldleger verschaft hebben. En ten tweede
had de zorg voor de verbinding met Antwerpen in
dit geval niet zoo zwaar mogen wegen- Voor een,
klein, land kan het bezdjt van een centraal rediult be
teekenis hebben om dien etrijldl te rekken als het op
„Was het een afscheidsbrief met de mededpelinlg
van jo besluit?" vroeg hij. „En heb je reden om aan
te nemen, dat hij zich thans reeds Ün het bezit van
je vader bevindt?"
„Ik heb hem in mijn doos met sieraden gelegd, op
dat men hem njet zoo dadelijk zou vinden. Slechts
wanneer men door mijn vroegen rit ongerust is ge
worden, is het mogelijk, dat men mijn kamer heeft
doorzocht."
De Jonge dokter kreeg nieuwe hoop. ,,J)an la wel
nog niets verloren," z/efde hij, geruststellend. „Maar
wfj mogen toch niet langer aarzelen. Hopenlijk
hebben onze paarden geen gebruik gemaakt van de
gelegenheid, om ej&u tochtje op eigen houtje te gaan
ondernemen,"
Deze zorg was gelukkig ongegrond. Zij vonden, flie
belde dieren, rustig gïaizmwl op den heuvelrug, en
nadat Editha beur haar weer had opgemaakt., zoo
goed en zoo kwaad als het in de haast ging, hielp
hö haar la den zadel.
HIJ had eerst het plan. om gezamenlijk mot haar
naar het teot terug te keeren. Toen hij; echter, voor
hij to paard steeg, zijn blik toevallig lange zijn kloe
ren liet glijden, veranderde bij van besluit. „In de
zen toestand mag men mij niet in Je gezelschap
zien," zeide hij. „Je zuilt alleen moeten rijden, lieve
schat! Maar ik volg Je dadelijk en zal vroeg ge
noeg aanwezig zijn, om Je, als het noodig mocht rijn,
te beschermen,"
Hij voerde, haar paard bij den, teugel van den
heuvel af. want ofschoon hij, wist,, welk een voor
treffelijk rijdster zij wtap, had) hem de naamilooze
angst, dien, hij tevoren over haar had uitgestaan, toch
met zoo teedere zorg vervuld, dat hij het Liefst
iedere schreide van, het paard' behoed zou hebben.
Toen boog Editha zich nog eens uit den zadel
ruaar liem over, om hem ten afscheid te kussen, en
hij zelf moest haar eindelijk tot spoed aanmanen.
Een paar minuten liet hij voorbijgaan, dan volgde
hij haar in wat langzamer gang op denzelfden weg.
Hij had reeds de helft van den. afstand tussehen
het slot en het meer afgelegd, toen hij voor ri]cn
op d©n boschweg een ruiter zajg naderen. Met een
sterk gevojel van onbehagelijkheid herkende hö im
hem luitenant von Stajhl. over wiens betrekking tot
de politie hij niet den geringste® twijfel meer koes
terde. Gaarne was hij hem ontweken; maar 't smalle
pad bood daartoe geen mogelijkheid, en de ander
moest hem bovendien reöds lang hebben opgemerkt.
Zoo zette hiji dus zijn paard! in galop, om hem
zoo snel mogelijk voorbij te komen en tenminste een
onderhoud te voorkomen, dat hem ouder deze om
standigheden uiterst pijnlijk moest vallen. De luite
nant vergenoegde zich dan ook zijn, paard! een weinig
ter zijde te laten, gaan en beleefd te groeten- Maar
zijn scherpe oogen mongtërde|n den dokter, die dagr
onordelijk gekleed en met onbedekt hoofd, op het
voor hemzelf gezadeld paard zat, met een langen,
doordringenden blik, en de gewaarwording, die Hai-
zich zelf Ib aangewezen, Maar hier deed het behoud
van Antwerpen aan het eindresultaat niets af.
De, beslissing valt elders en het Belgische leger had
er o.i. vooral op bedachti moeten blijven aan die b e-
s 11 s s 1 n g mede te werken,, door zich te vereenigen
met de Pransch-Engeleche bondgenooten, terwij i het
de verdediging van Antwerpen had moeten overlaten
aan het daarvoor bestemde garnizoen. Dat een leger
ais het Belgische niet op den bewegingsoorlog in
grooten stijl ingericht te. te niet te ontkennen,. Maar
dat ia het Engelsche evenmin en zelfs büj het Duit-
scho moet veel geïmproviseerd' worden. Bovendien
had dit nadeel voor een groot gedeelte ondervangen
kunnen worden door zich niet te ver van de Belgisch
Fransche kustplaatsen te begeven én vandaar uit, ver
band houdend met de hoofdmacht, op de Duttsche
rechterflank en de verblindingen te werken."
'We lezen, daarna een beschrijving van het Duiffc-
sche offonslef dat op 5 September tot staan komt,
„Verbluffend door zijn. kracht en' zijn snelheid Is
deze Dultsche opmarsch geweest, zonder weerga In,
de hi .torle. De Franschen, en, Engelschen voor zich
uitdrijvend als gejaagd wild; ontstond bij menigeen
en ook de schrijver vha dit artikel behoorde on
der dezen de gedachte, dat het den Duttsehers
misschien gelukken kon het Fransche? Noorderteger
doo een groote omzwaaiende* beweging gedeeltelijk
oostwaarts te drtögon. om dan dat doel. met het
Fraiischo Oosterieger eaam, tem val te brengen,
„Zoo te het niet geëindigd, maar waarom de Dult
sche opmarsch op 5 September zoo plotseling tot
staan kwam en 7 September zelfs in een terugtocht
over ring, daarnaar kap men nog slechts gissen,
„De meeet voor de hemd liggende onderstel Ling te
de volgende. Toen, Joffre dpn, 2on, September tot de
overtuiging kwam, diaf heli Fransche Noord orleg er dJen,
Dultschen druk niet weerstaan kon, en dus bö stand
houden vermoedelijk nederlaag!' op nederlaag reu lij
den, heëft hij besloten tegenover del Duiteohers alleen,
nog achterhoedegevechten te leveren en zijn hoofd
macht, met, gebruikmaking van de talrij
ke spoorwegen, achterwaarts gevoerd. Voor het
leger 'reuden verdere verloren veldslagen noodlottig
hebben kunnen wordeta; berichten, die ons veel later
bereikten, hebben aangetoond, dat bij sommige korp
sen de ontreddering al. begon in te treden. Snelle
onttrekking aan den strijd, opstelling achterwaarts,
zóo ver weg, dat men, gelegenheid had de verliezen
weer aan te vullen en, versterkingen naast troe
pen van elders wellicht ook nieuwe reserve-formaties
aan te trekken, dat kon het gevaar nog keeren.
Vooral omdat te voorzien was dat de Dultbche aan-
valskracht op een gegeven, oogenbflik van zelf toch
reeds moest verminderen, Ie dit, zoo, dan moet ger
tul'gd, dat het Frapsdhe oppercommando met buiten
gewoon beleid en energie dit plan ten uitvoer igp-
bracht beeft en daarmee uit krijgskundig oogpunt 'n
meesterstuk van, den, eersten rang heeft getoverd. Aan
een van te voren berajamden terugtooht geloof £k niet.
Terugtochten zijn nooit vrijwillig. Als men winnen
kan aan de Sambre en de Maas geeft men niet het
land tot aan de Marne aan verwoesting prijs. Zulk
een vooraf beraamde terugtocht is wel eens voorge
komen. b.v. bij de Russen in 1812 tegen Napoleon,
maar dan biedt men niet eerst ernstig weerstand. En
dat is hier wel geschied. De gevechten, aan Sambre
en Maas tussehen 23 en 30 Augustus, bij St. Quenttn
den 31en en tussehen Reims en Verdun op 2 Sep
tember waaraan, 10 Fransche legerkorpsen deel
namen zijn geen, achterhoedegevechten, geweest
tot dekking van een terugtocht, maar pogingen om
do Duitschers te verslaan. Hetzelfde goldt van de
eveneens vernomen bewering, dat de Dtultechore, mot
hun opmarsch naar do Marne, feitelijk beoogd reuden
bobben de stellingen aan de Aispe op hun gemak
te hunnen, inrichten. Dat allee moet gerangschikt
worden onder do rubriek „verzinsels".
„Wat men zeggen kan is dit, dat en do Fran-
schen en de Duitschers onder zeer moeilijke om
standigheden er ln geslaagd zijn een terugtocht, uit te
voeren met den aanvaller op de hielen, wat een der
moeilijkste krijgsverrichtingen Is."
De schrijver, die den toestand in het Westen, op
12 October overziet, baseert, op deze gegevens en
kele veronderstellingen, doch veroorlooft zich slechts
deze aleemeene conclusie, dat de Dultsche en Fran-
I sche legeraanvoering beide aan hoogo etechen blij
ken to voldoen en mitsdien de Franse hen in dit op-
I zicht den blaam van 1870 volkomen hebben ultge-
i wtecht.
I Zijn opstel heeft wijders betrekking op den toestand
jin het Oosten, de waarschijnlijke kosten van den
I oorlog, de beteokente van vestingen en de nadee-
lön aan het Belgische veetingaTetoem verbonden, da
waarde der strijdmiddelen, ter zee. do geleden, ver»
I ilezen aan dooden en gevangenen MJ beide ooriogn-
partijen en hert optreden van vreemde volksstammen
ia Europeesche oorlogen. De aandacht valt dan nog
ln het bijzonder op 's schrijvers meenlng, dat er bij
klachten over het ruw m vernielend optreden van
troepen ter dege onderscheid moet worden gemaakt
tussehen hetgeen tijdens een gevecht gebeurt on daar
na. In het eerste geval heeft man te doen mot nood-
j lottige, maar onvermijdelijke gevolgen van den oor
log.
„Geheel tets anders zijn echter <So solldariteits-
!-straffen voor vergrijpen togen de oorlogsgebrul ken,
i Zoo, do verwoestte# vajn, Leuven, z>oo hot fucïileeren
van gijzelaars. Wij hebben ln Indlë, ln Atjeh met
name, vóór 1898 dezelfde ooriogspractijken gekend.
I Ook toen werden dorpen verbrand, omdat do beyol-
i klng zich aan verraderlijke handelingen schuldig ge-
j maakt had. Later werd dat verwoesten afgeschaft eai
jkwam het gijzel aarssteleel er voor in plaats. Maar
I het te mij niet bekend, dat gijzelaars gedood zijn.
j Aan de bevolking werd meestal de eisch gesteld, dat
zij zelf de schuldigen uitleverde. Tot zoolAng ble
ven de gijzelaars gevangen. Bleef do uitlevering ach
terwege, dan werd het betrokker dorp of landschap
met een solidaire boete in geld of te arbeid gestraft
en werden de gijzelaars- ontslagen, reodra o,sn de
gestelde elschen voldaan was.
„Dit stelsel ls niet alleen rechtvaardiger, maar het
d8 ook doelmatiger te zijn werking. Want hoewel het
franotireurwezen uitermate lastig kan zijn, het oefent
op het resultaat van den oorlog zelden Invloed va»
beteekenJs uit; althans niet te ons tegenwoordig
Europa. En ook dm «ram. schijnt ons <1)3 door de
Duitschers toegepaste wijze van optreden tegen de
Belgische burgerbevolking in' enkele plaatsen niet
evenredig aan het bedreven kwaad."
Ten slotte wijst hij Nederland op den plicht waak
zaam to blijven en stug onverzettelijk in hot blijven
betrachten oener naar alle zijden strikte neutrali
teit.
„De omstandigheid, dat wij geen quantité nësHgoa-
ble zön, ls daarbij oorzaak van de betrekkelijke vei
ligheid van ons land tijdens den oorlog. Maar wij zijn
niet zonder vrees, dat bij de efodregeïfaig vraagstuk
ken aan de orde gesteld zullen worden» die die moei
lijkheden voor Nederland! op ernstige wijze zullen
vermeerderen. Doch ook dan zal, naar elk Neder-
lenstein van deze ontmoeting meenam, was te on
aangenamer, omdat hij er niet aan kon twijfelen,, dat
deze zooeven ook Editha voorbij moest zijn gekOr
men en ook op haar gezicht de doorstane opwin
ding moest hebben gelezen.
HOOFDSTUK XV.
Nadat HaHenstein aan een tuinjongen, dien hij in.
het park ontmoette, zijn paard had overgegeven, leg
de hij het laatste deel van zijn weg te voet af. On
bemerkt kwam hij In rijn kamer en haastte zteh
zijn tollet zoo ver ln orde te brengen, dat htf voor
de overige slotbewonera kon, verschijnen.
HIJ vo,nd de grafelijke familie met doctor Goff
nog aan het ontbijt. Editha moest reeds eenlge mi
nuten vroeger zijn btebl'lDgetredencn. de rustige toon
van het oD,derhoud' was hem tot zijn groote verlich
ting het bewijs, dat baar afwezigheid den oudere d!K
was opgevallen. Ir. teder geval had zij gelegenheid
gehad den afscheidsbrief te vernietigen en to dtt op
zicht was dus niest te vreeren,
't Gemeenschappelijk ontbijt was Btechta tod kor
ten duur. Graaf Schlachter, tl Ie in de lar.trto dagen
weinig spraakzaam en verdrietig was geweest, zag
vandaag nog donkerder dan anders, en de gravin had
blijkbaar een van haar slechtste dagen. Wel ls waar
beantwoordde zü Hallenstelng deelnemende vraag
naar haar toestand mqt de verzekering, dat rij zich
niet slechter gevoelde dan gewoonlijk, maar toen
men van taf? opstond, verzocht zij toch aan Editha,
dat deze haaf voor de lest van den voormiddag ge
zelschap zou houden» een wensch dien zij alleen, dan
uitsprak, als zij. door haar lichamelijk lijden, bijzon
der gekweld werd,.
Voor Hajlenstete. was daarmee alle feaJns verdwenen,
de geliefde voor zijn samenkomst met Hudetz nog
eenmaal te spreken» en alleen door een haa<i'. 'o be
weging gëlukte het hem, haar voor zij de er kamer
verliet, onbemerkt toe te fluisteren: „Houd moed,
schat.' Wees er zeker van, dat alles goed weidt!"
Het was een troost, dien hij haar eigenlijk togen
zijn overtuiging gaf. Want rijn verwachting op een
gelukkige uitkomst, was niet zoo vast, ai rn uit
zijn woorden wel gelooven mocht. Hij kon immers
nauwelijks naar een vooraf opgemaakt pten hrode
len, en moest veelmeer alles aan het toeval overla
ten. Maan hij was vast besloten, om tot eiken prijs
het gevaar van haar dierbaar hoofd af te wenden,
en sedert hij zeker was van, haan liefde, voelde hij
ook do kracht te zich, om haan te beschermen.
Zij bad hem gezegd', dat de vroegere privaat-se
cretaris haan om éen uun wachtte. Er bleven hem
tot dien lijd nog 'n paan uur, en hij hoopic- dan een
gelukkige Ingeving to krijgen. Nauwelijks echter had
hij zich in rijn kamer teruggetrokken, toen hem de
bediende de aankomst van een bode uit het dorp Hes-
telwitz meldde, die een brief van dokter Hagemann
had af te geven, Hallenetein liet den man binnen
komen en, las het door rijn collega. In, groote haute
geschreven briefje.,
HIJ werd daarin met dringende woorden om bij
stand verzocht bij een moeilijke operatic, dte nog in
den loop van den voormiddag moest gebeuren, wilde
het leven van den patiënt worden gered, en dokter
Hagemann» die zelf te Grenzberg woonde, voegde
or het verzoek bU, dat zijn collega do noodlge chlo
roform en eénlgo nader aangeduide! instrumenten zou
meebrengen, omdat hij zelf door onvoldoende inlich
tingen over den aard der riekte, zich daarvan njet
voorzien had.
Zulk een verzoek op te volgen, was eenvoudig dok
tereplicht Hier hielp geen vercmt&chuMlging. want
Hallenstete wist wel, dat het dokter Hagemann on
mogelijk zou zijn, een aaderchj helper te te-komen, ajs
hij zijn bijstand weigerden Dat dtt er tuaachenkwa.m
vond hü verschrikkelijk, maar hö gaf de hoop niet
op, dat 't hem niettemin mogelijk zou zijn, to rechter
tijd of slechts een weinig over tijd: op do plaats te
zijn, waar Hudetz de freule verwacht:'-.
Hö begaf zich naar graaf Schlocbtor, om een
Jachtwagen voor den rit naar Heetelwltz te vragen,
en het trof goed, dat de graaf Jukt bevel gegeven
had, het rijtuig voor hom aan te spannen, Hö stelde
het, toen Hallenstein hom den brief van dokter
HagemanD toonde, met vriendelijke bereidwilligheid,
ter beschikking van «hm Jongen art», c-n reeds rijf
minuten lster kon deze, door de«u bode vergezeld,
wegrijden. Editha had hö niet weergezien, en er was
voor hem ook geen mogelijkheid, haar oenlg be
richt te doen toekomen, maar hij was er zeker van,
dat rij door den liefdedienst bij haar moeder vast
gehouden werd, en bovendien had hö haar belofte,
dat zij niet naar het paviljoen zou gaan.
Zoowel de doktor als de zieke hadden hem met
angstig on redui d gewacht; maar hö kwam gelukkig
nog niet te laat, en de moeilijke operatie had
een gunstig verloop. Zoo spoedig echter, als hij het
ia zijn belang wenschte, wan deze taak niet afgeioo-
pen; hö had nog nauwelijks meer dan 'n kwartier tijd
oen Hallenstete van do dankbare familie afscheid
kon nemen.
Hö spoorde den kootteer tot den grootteen spoed
aan, maar hij moete toch besjulte het rijtuig reeds
duizend schreden voor de boochwachterswonlng te
doen ophouden, omelet het hem geboden voorkwam,
leder opzien te vermijden. De weg, dien hö tot aan
zijn doel had af te leggen„ was nog lang. en in het
gunstigste geval zou hö een half uur te laat komen.
Op den schoenen morgen was een ongewoon heo-
te dag gevolgd. Geen zuchtje bewoog de toppen der
boomen, en onder de dicht bebladerd© toppen lag
een zwoelheid, die iedere beweging tot oen moeilijke
inspanning mankte. Afgemat door.alles wat gepas
seerd was en badend in rijn zweet, kwam Hajlen-
btais, eindelijk in de nabijheid van rijn doeL
Wdrdt vervolgd-