Aldltli NitllS- WOENSDAG 18 NOVEMBER 1914. 57ste JAARGANG No. 5491 Uitgevers TRAPMAN Co. ZONDAGSBLAD. Neêrlands toekomst. Erfgraaf Udo. SCHAKER COURANT. Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donderdag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 9 ure wor den ADVERTENTIEN in het eerst uitkomend nummer geplaatst. SCHAGEN. LAAN D 5. - lol. Teleph. NS. 20. Prijs per jaar f 3.Per post f 3.60. Loase nummers 5 cent. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ct Groote letters worden naar plaatsruimte b'rekend. Het goedkoopste van alle illustraties Onder ieders bereik. Den lezers van de Schager Courant, die nog niet op het Zondagsblad geabonneerd zijn. hebben wij een proefnummer Ier kennismaking gezonden. Wij vertrouwon, dat velen zich op het Zondags blad zullen abonneeren. Het is het goedkoopste van alle illustraties en staat in vele opzichten vol strekt niet bij anderen ten achter. Prijs slechts 10.37 V2* franco per post f 0.45 per 3 maanden. De nummers vanaf 1 October zijn voor nieuwe abnué's nog disponibel (zoolang de voorraad strekt). Het inteekenbiljet, alleen ingevuld met naam en woonplaats, kan, in gesloten envelop, met 5 cent gefrankeerd, aan ons bureau worden ingezonden. Men kan ook per briefkaart bestellen. 't Is ander dezen titel, dait we in 'die Telegraaf het volgende artikel vinden: De hand ha ving onzer neutraliteit en de bestrijding der gevolgen van de oorlogs crisis eischen van onze schatkist enorme uitgaven, De vraag, waar de fiscus het geld daarvoor zal halen, is er niet een van be lastingtechniek. Die vraag post niet in den ouden strijd tusschen liberaal en clericaal, om directe of indirecte belastingen, noch in de nog oudere antithese tusschen het grondbezit aan den eenen, handei en bedrijf aan den anderen kant. Zij: gaat in beteekenis oiver al deze kwesties uit. Hier staat de toekomst zelf van ons Vioilk pp het spel. Het ziji oins vergund, dit met een kort woord toe te lichten. Tot nog toe, en wijl hopen dat het zoo blijft, was Nederland niet rechtstreeks bij den oorlog betrokken. Wij lijden schade, ontzaglijke schade, maar hier te lande wordt alleen kapitaal vernietigd, en niet scharen van jonge mannen, die in de eerste plaats de aangewe zenen zijn om nieuw kapitaal te scheppen. Op het oogcnblik staat de voortbrenging van nieuw kapitaal o,ok in Nederland grootendeels stil. Tallooze voortbrengers vinden niets voor hun hand om te doen. Tienduizenden hebben kantoorjas en werkpak verwis seld voor de uniform, bestudeeren in plaats van tech nische handhoeken en handelscorrespondentie het zak boekje voor den milicien. Maar doodgeschoten of ver minkt door projectielen, bajonetten of ziekten voor het leven invaliede gemaakt, worden zij: niet. Als in Europa de vredesklokken beginnen fee luiden, hebben wij niet alleen nog geldkapitaal overgehouden, maar ook meer dan de in den oorlog betrokken landen de beschikking over het levende kapitaal, dat in waarde alle bezit van geld en goed overtreft, omdat het zelf geld en goed kan scheppen. Het is de groote voorsprong, die de neutrale landen hebben bij de oorlogvoerende. Het is van overwegend belang, dat "Nederland eer lang, als heel de wereld! zich weer aan de werken de> vredes gaat wijden, van deze gunstige omstandigheid profijt trekt. Dat zal (liet nadeel kunnen goedmaken, dat wij een klein land zijn, waar de industrie een kleinere plaats inneemt dan in de meeste beschaafde landen van Europa. Maar daarvoor is dan ook noodig, dat de uitputting, die de oorlog ook over ons brengt, zóóveel mogelijk wordt bestreden, en dat het levend kapitaal onzer natie physiek en intellectueel op een zoo hoog mogelijk .peil Wordt gehouden. De 'konsekwenties, die hieruit voortvloeien voor de ondersteuning der werklóoze arbeiders, en van die geu FEUILLETON. 36. „Hoe zal lk dat weten?" antwoordde Heinz. „Op zijn, brief afgaande, vermoed ik van, wel. Maar lk begrijp niet, waarom Je daar zoo ongerust over bept. Waar het met de onderteekenlugen, in oride ls. kan men ons tot den vervaldag niets doen, en dlam ls er ook wel rand te schaffen-" U'rich Posta verzonk weer een oogen|bllflt lip stllr zwijgen. Dan stond hij op, ten te,eken, dat hdj, ver wachte dat zijn, bezoeker zou vertrekken, en Zeilde: „Het ls goed. Spreken wij er niet meer over. Heb je me anders nog iets mee te dealen?'' „Neen. Maar waarom wal je mij zoo graag kwijt zijn? Ik zie, dat Je bedroefd qn terneergeslagen bent. dat je. over het een, of ander in zorg verkeert. Vertel mij toch. wat dat is. Voor zoover het in, mijn vermogen ls, wil 1k Je gaarne helpen. Staat het soms op de een of andere wijze in veirband met den wissel? Ben je er erg op gesteld, dat lk den ■maai tracht te bewegen,, om het papiier Zelf vast te houden? Indien, hem ©en^g© vergoeding, Wierd aange boden, bijvoorbeeld In, dien vorm van eten, tweeden wissel Posta onderbrak hem door een afwerende hand beweging. „Niets daarvanAan dlatgon© wat nu eenmaal gebeurd is, zou daardoor tocb niets ver anderd worden, en fk heb; je reeds gezegd, dat die zaak voor mij afgedaan is. Ik zal er voor zorgen, dat niemand eenig verlies zal treffen." De tooneelspeler had waarschijnlijk wel iets an ders verwacht, dan zulk een, verklaring, en hij zocht blijkbaar naar woorden, om trots de duidelijke af wijzing, andermaal over het onderwerp te beginnen- Maar Ulrich Posta verijdelde zijn] voornemen,, door te zeggen,: „Daar ik eepjge zeer drilngen.de brieven, heb te schrijven, neemt ge het mij wel nipt kwalijk» dat ik mij niet langer tot je beschikking kan stel len. Ik zal bovendien, nog nauwelijks vroeg genoeg klaar daarmee zijn." Weder trof hem uit Heinz Colmers oogen eep vor- schende blik. De tooneelspeler moest zich de groot ste moeite aandoen, om de schrikkelijke woede niet te verraden, die de eqn, of apdere teleurstelling in hem had opgewekt. Doch het gelukte hem, zich te zinnen der onder de [wapenen geroepenen, laten wil voior het. oogenblik rusten; wij; bepalen ons tot d« vraag, in den aadhef van dit artikel opgeworpen. Wij bespreken niet den toestand: tijdens den oorlog, maai1 den toestand tijdens den vrede, waarnaar ons aller ver langen uitgaat. Het gaat hier natuurlijk in de allereerste plaats om den toestand der arbeidersbevolking. Als de bndernemer. de ingenieur en de kapitalist weer klaar staan, om he geschokte bedrijfsleven te herstellen, en het op te Voe ren tot grooteren bloei dan voorheen, zullen zij dan, ovei een arbeidersstand kunnen beschikken, die de noodig- lïdhiaaims- m geestes-ontwikkeling bezit, om te vo. doen aan de steeds hoogere eischen, die de concurrentie stelt? Nederland leeft, wat zijn arbeidersbevolking be treft, niet oaider de gunstigste voorwaarden. De eeuw die achter ons ligt, is tot ver over de eerste helft heen. een eeuw van ontzettende uitputting geweest; eerst lang zamerhand is er wat opleving gekomen; maar hel heeft tientallen vfan jaren van moeizame worsteling, van zoeken en tasten gekost, vóór de arbeiderswereld zelf eengLszins stelselmatig aan haar eigen opvoedir., en ontwikkeling ging werken. En»wat wettelijke maat regelen betreft, voor het gesukkel met sociale hervor mingen, is Nederland welhaast een klassiek voorbeeld. (Als wij voior één ding moeten zorgen, is het dit: de regularisatie der oorlogskosten mag geen slagboom wor den voor sociale hervorming. Engeland en Duitsch- land hebben voor hun zieke, invaliede, oude en werk- looze arbeiders voorzieningen getroffen, die, als ge heel genomen, de in Nederland bestaande sociale her vormingen ver achter zie |hlaten, en als wij onzen voor- Sprong na den oorlog ten volle tot zijn recht willen doen 'komen, zullen wij het in dit opzicht verzuimde- zoo snel mogelijk moeten inhalen. Een regularisatie van de oorlogskosten, die (hiervoor een belemmering zou zijn, zou misschien op het oogenblik aan ette lijke rijken eenige honderden guldens besparen aan enkelen eenige duizenden, maar zijl zou voor net herstel van onzen nationalen rijkdom, voor onze toekomstige positie te midden der volkeren, Idle meest droevige en vernederende gevoilgen hebben. Over dit vraagstuk loopt feitelijk de strijd, idie thans is ontbrand, voorloopig nog alleen' tusschen kranten en personen, maar die straks ook tusschen, én wellicht in den boezem; van, de politieke partijen wordt ge voerd, en die, zoo niet alle teekenen bedriegen, den befaamden godsvrede zal verstoren. Men kan de kwestie ook bezien uit een oogpunt van billijkheid. Ook dan pleiten de sterkst mogelijke gron den er voor, de lasten van de oorlogscrisis te leggen op schouders die .wat kunnen dragen, en niet op die van hen, die toch moeite genoeg zullen hebben om zich uit de verarming, waarin zij zijn gestort, weer tot eeni- gen welstand op te werken. Biji dit betoog slaan naast honderdduizenden arbeiders, tienduizenden kleine bur gers. vopr wie deze crisis een, ware ruïne is geworden. Wat is bij de regularisatie der oorlogsuitgaven, het fvunt waar alles om draait? De vraag staat niet zoo: eening of heffing. Een (heffing is op dit oogenblik niet wel uitvoerbaar. De regeering moet dus leenen. Zij heeft al geleend, ai. bij de Nederiandsche Bank. .Maar dit leenen heeft zijn schaduwzijden. De Ned. Bank heeft in dezen tijd nog anderen te helpen. Wil zij de laak, bij het uitbreken der crisis door haar aanvaard, n.1. het op de (been houden van in crisis-nood geraakte, maar overigens solide ondernemingen, blijven vervul len; wil ziji de steun blijven van de gezonde econo mische krachten in de maatschappij, dan kan zij niet tevens onbeperkt haar geldkist open ze!ten voor den minister van Financiën. Voor de regeering is het dus niet de vraag, of rij zal gaan leenen; maar bij wie rij zal leenen. En dan spreekt het vanzelf, dat rij omziei naar andere bronnen dan dat eene adres aan de Turf markt te Amsterdam, waar rij de trappen reeds heeft uitgesleten:. Er is nog menig burger, die pen kous bezit, en zich van den oorlog niets aantrekt. Een openlijke uitgeschreven Keening. onder $3 bedrei ging, dat bij niet-volteekeniing de vaderlanders-kousen1-. beheerschen, „Natuurlijk wil ik je ÖÜet lastig Vallen," zeide hij. „Maar je moet mfl toestaan, tegen; den avond terug te komen. Wij moeten beslist nog1 eens rustig met elkander praten ook. terwMle mijner zuster." Met nauwelijks verborgen ongeduld, slechts gedre ven. door den. wensch, om van, den lastlgen gast ont slagen te worden, zeide Ulrich: ,jk zal Je om acht uur verwachten. Maar Ik. verzoek je dringend, niet vroeger te komen, daar het mij dan totaal onmoge lijk zou zijn om je te ontvangen-" „Tot weerziens dus, anIJinj Jongenl!' En, het hoofd omhoog! Verlaat Je op mij 1-k zal' alles nog wol ijl het rein® brengen." Om te voorkomen, dat hij oen ntfeuwe krenkende weigering zou ondervinden, stak hij ditmaal Ulrich de hand niet toe, en hij deed daar heel verstajnjdiig aan, want er lag een uitdrukking van verachting en haat op het gezicht van den jongeling, toen hij de deur achter Heinz weer grendelde. Daar hij zich iotusschen van al het noodige voor zien had, behoefde hij nu niet. zooals bij de onder- teekening van den wissel, naar de gelagkamer te gaan, om een brief te schrijven. Hij zettq de kleine inktflesch voor zich op die wankele tafel, en nam uit de tafellade een paar vellen schrijfpapier. Een. oogenblik bleef hij nog in, nadenken, verzonken, wer- lce'oos ritten, want het viel hean blijkbaar moeilijk, een goed begin te vinden. Toen hij echter eenmaal begonnen was. gleed rijn, pén- steeds speller over hot papier. Bladzijde na bladzijde werd volgeschreven, tot hij eindelijk met een krassenden haal de ondiertee- kening plaatst©. Hij hield het niet voor poodig, het geschrevene nog eens over te lezen- Met een zekere haast vouw de hij de vellen bijeen en, stak ze In de reeds klaar gelegde envelop, waarop hij langzaam, in groote, duidelijke letters het adres eetfee: „Dan Heer Graaf Paul v. Schiachter, op het slot Sambor, bÜJi Red- chenberg." Nu zat bij een oogenblik bewegenloos, als in droe vig nadenken verzonken. De slagen van oen nabijge legen kerktorenklok eehter„ die door het open ven ster tot hem doordrongen, schrikten, hem op. Hij telde de slagen, want hij bezat geen horloge, en toen de laatste slag westier f, stond hij op. „Het is tijd!" zeide hij luid voor zich heen „Waar zal ik dan nog op wachten?" Andermaal trok hij de tafellade open. Ditmaal nam hij er een revolver uit, ©en oogenschijnjflk kostbaar houders uit hun binnenkamer zullen worden gehaald, dat hun kous door den fiscus aan een ernstig onder zoek zal worden onderworpen, en dat aan gedwongen inschrijvers eene lagere rente zal worden betaald dan aan de vrijwillige, tsuik een leening heeft op zich zelf niets kwaads. De groote vraag is, hoe de aflossing zal geschieden. Het hoe beslist tevens over hel wanneer. Eerst, heette het, wus er f 250 miilioen noodig. Titans spreekt ieder al van f 275 miilioen. En de oorlog moet niet tol diep in het voorjaar worden volgehouden, of het bedrag wordt nog hooger. Houden wij ons aan het cijfer van f 275 miilioen. Aflossing qp langen termijn van een ieening die de kosten van een noodtoestand moet dekken, is de meest ongezonde finoncieele politiek. De aflossing zal moeten geschieden op korten termijn. Eb is gesproken van 15 jaar. Dat zou betcekenen een gemiddelde jaar- lijksche aflossing van f 18i/j taillioen. Plus ongeveer f 7 miilioen rente. jMaaïct ruim f 25 miilioen per jaar. Neem nu dit cijfer; bedenk, hoe onze schatkist reeds vóór den oorlog in nood verkeerde. Hoe minister Bert- ling niet alieen uit zijn nieuwe Inkomstenbelasting f 8 nüLiioen hoopte te halen, maar bovendien uit een her ziening van het successierecht f 4 miilioen, en hoe hij nog een paar kleine belastingen, oa. op tabak, In petto had. Bedenk, hoe met al die nieuwe belastingen nog geen cent beschikbaar was voor ziekte- en invalidi teitsverzekering, voor de financieel© gelijkstelling van het bijzonder met het openbaar onderwijs, voor verbe tering der ondcrwij zerssularissen, voor het gezond ma ken der gemeente-financiën, da niemand zal bewe ren, dat vijftien jaar lang onze rijksuitgaven kunnen worden verzwaard met f 25 miilioen, zonder dat al wat hervorming is niet alleen stil staat maar ook zon der dat ai aanzienlijke verzwaring der belastingen moet plaats hebben, alleen om dit bedrag te vinden. Worden op de gezamenlijke directe belastingen 50 opcenten gelegd, dan kwam men er nog niet. Ook de indirecte belastingen, de invoerrechten, de accijnzen, zouden moeten worden verzwaard; niet alleen dat er iniets werd gedjaan om, tle volkskracht te versterken, de prijzen der eerste levensbehoeften zouden 'door zulke belastingpolitidt nog worden opgejaagd;, de uitgeputte massa zou nog erger worden verzwakt. De aflossing moet dus niet geschieden -uit de Rijks middelen. Er moet wel worden geleend, maar met de bedoeling, met de uitdrukkelijke bepaling in de lco- ningswet, dat de aflossing moet geschieden op buiten gewone wijze, en wel binnen zeer'korten termijn. Niet leening óf heffing, is de vraag: leening én heffing rijn noodig. Geleend mag er slechts worden voor den abnor- malen tijd gedurende welken de vermogenden de be schikking over een groot deel hunner fondsen hebben verloren. Zoodra ieder weer weet waar hi| aan toe 'is, zoodra de geldmarkt weer functionneert, moet de aflos sing geschieden. En het is beter, dat van te voren wordt uitgemaakt, op welke wijze de vermogenden zullen worden aangesproken, dan dat daarover straks een nieuwe strijd ontbrandt, want gestreden moet ier nu toch'. Dat aak de geldkwestie tot oplossing kan Worden gebracht onder de bescherming van den verteederen- den godsvrede, was egn sóhoone waan; maar een waan. De trouwe lezer van _,.De Standaard" heeft da' reeds half October begrepen," toen het orgaan van dr. Kuyper een veto uitsprak over het plan van dr. Bos, om" met de oorlogskosten ineens schoon schip te maken. Links, heette het, mag tijdens Het Bestand' ae belasting kwestie niet regelen, naar rijn. beginselen. Zaagt gij daar de liefelijke gestalte van. "het Tarief niet opnieuw opdoe men, deze wonderfee, die over Kolkman's kastekort, over Talma's verzekeringswetten, en nu ook weldra over het oorlogsgat een hoorn des overvloeds zóu móe ten leegstortcn Hoe het rij, „De Standaard" gebood, dat de kwestie der aflossing moet worden verschoven, tot de politieke partijen weer in volle wapenrusting legen- over elkaar staan. De rente van het geleende geld zou inmiddels uit de belastingen moeten worden gevonden; leverden de belastingen niet genoeg op, don moesten wapen, prachtig bewerkt. EHJi beproefde het opmerk zaam en legde het toen Voor rich njeer. Dan nam hij zijn portemonnaie uit den, aak en schudde den ge heel en inhoud op de tafel. Het bedroe® ongeveer zestig mark in goud en zilver. Maar hij telde het niet. schoof het echter op een hoopje naast den brief, die opvallend in het midden van het tafelblad lag. Op eer. stukje papier schreef hij met vlugge hand: „Voor de dienstbod© uit den; „Groenen Boom" en legde ddt bij het geld. Dan lfet hij rijn blik npg eenmaal treurig door het armoedige kamertje dwalen» waar hij korten t.ijd zoo gelukkig geweest was, om eindelijk zoo onmetelijk ongelukkig t© worden, Eni alsof hij op een onuitgesproken gedochte antwoord gaf, schudde hij het hoofd: „Neen. niet hier.," zeide hij voor rich heen. „Ik zal den braven man deze onaangenaam heid besparen." Hfl stak de revolver in, zijn zak, nam rijn hoed' en ging weg, zonder nog eenanaal om te zien. Beneden aan de trap stond de waard van den, „Groenen Boom" in gesprek met twee mannen, van. wie een de uniform der politie droeg. Toen zij den, van boven komenden jongen, man in hot gericht kre gen, stiet de waard den beambte ilQ de zijde. „,Dat is hij," zeide hij halfluide. „Maar, zooals ik reeds heb gezegd, bij mij hqeft hij; steeds alles tot den laatsten oen,t betaald." In het volgende oogenblik traden d© heide man nen den niets kwaads vermoedenden jonjgeUng in den weg. „Is u Ulrich Posta?" vroeg de eene, die bur gerkleren droeg. De aangesproken© was blijven staaft. „Waarom wenscht u dat te weten?"' „Omdat ik een hevel tot inhechtenisneming tegen u heb. Mankt u dus geen, drukte, en ga met ons mee." „Een hevel tot tnhechtenisneming tegen Ulrich Posta? En. waarvan word ik beschuldigd!?" „Dat zult u zelf het beste wel weten. Maar in dien u het gaarne wilt hooren, kan ik het u ook wel zeggen. U wordt beschuldigd, dat u rich te Ber lijn onder valsche voorspiegelingen van verschillen de personen geld hebt toegeëigend, en laatst in verscheidene steden der Rijnprovincfe afzetterijen hebt gepleegd. Dat komt toch uit ndet?" Over het bleeke, treurige gericht van den Jongen man, gleed voor een oogenblik een, lachje. „Neen, mijnheer, dat komt niet geheel uit. Want ik been niet de persoon, dien n zoekt." er maar opcenten worden gelieven. Een jaar of tien, meende „De Standaard", konden wij zoo wel door- bocron. Een jaar of tien rente betalen van f 250 of f 275 miilioen, terwijl ook de Staat voor minder dan 4 pet. geen geld zal kunnen krijgen; dat wil zeggen: gedu rende dien tijd onze noodlijdende schatkist met een uitgaaf van f 10 a t 13 miilioen bezwaren, om eerst nadat de angst voor den oorlog radiknal zal zijn ver geten, nadat de offervaardigheid der vermogenden radi- fcaal zal riin uitgesleten, een strijd tusschen de bur gers van Nederland te ontketenen over de vraag, wie van het kwart miliiard het grootste brok moet dok ken! „De Standaard" gaf met onmiskenbare duidelijkheid te verstaan: gij hebt te kiezen of te deelen. Of gij lost de belastingkwestie op naar mijn bevel, óf het is uit met Het Bestand. En dreigend wees de Groote Oude Man op de Eerste Kamer, waar zijn reservo- troepea liggen, die het liberale Dixmuiden zouden gaan bestormen.. Dit alles zou van weinig belang rijn, als niet in de laatste dagen „De Standaard' 'blijk gaf van bijzondere ingenomenheid met wat van de plannen der j-cgocring bekend werd. Men mag wel aannemen, dat als de krantenberichten onjuist waren, dr. Kuvpcr er met op rcageeren zou. Zijn „staat des levens" vergunt hem, ach ter de schermen te kijken. En als Kuyper zegt: het gaat goed zoo, dan, gaat hij niet af op geruchten; dan heeft hij: alle reden om dat te peggen. Welnu, in het Zater- dagav.-n.dnummer van „De Standaard" wordt men moet blind zijn om dé beteekenis ervan niet Ic rion cdoor niemand minder Üan door den grooten arteris- kcnschrijver zelf, over het hoofd heen der regeering, ten behoeve van haar, de kabinetskwestie gesteld, en de onverlaten die zich aan dit geweldige komedianten- gebaar niet willen storen, opmeuw gedreigd met de rechtsche meerderheid uit de Eerste Kamer. Het ergsc van dtit feit is niet, dat dr. Kuyper aan minister Gort van der Linden verbiedt, te blijven zit ten, zoo mr. Treub om liet mislukken van rijn linan- cicele plannen mocht willen heengaan. Het ergste is niet, dat hij zich aanstelt, als ware hij' de Joffre van de meerderheid 'dér Eerste Kanier. Het ergste is, dat dr. Kuyper s inspringen voor het kabinet thans wel ten duidelijkste blijkt, dat de regeering inet haar fi- nancaeele regeling hem in het gevlij is gekomen. Dat de regeering, om welke redenen dan öok, de vraag wie de ooriogsleening zal .moeten betalen, open wil laten en intusschen de rente van het geleende geld ui: de be lastingen wil betalen. De rqgeenng die in haar "blazoen „de volkswil" heeft geschreven, wier minister van Fi nanciën om rijn roode democratie jaren Inng de cau- chemar was van al .wat een kous heeft .en 's nachts een slaapmuts draagt, ideze regoezing moeten wij vreezen, zal den godsvrede pogen te koonen door een aanslag op. de volk-kracht. Zij zal aan aen Staat rijn hervormende kracht voor jaren ontnemen, voor een langer tijdperk wellicht dan zij" -zelf vermoedt: want indien nu de heffings vraag niet wordt uitgemaakt, kan zij tot in het onbepaalde Wijven hangen. Deze regeering. die biet het minst uit den weerzin van het volk tegen een ongezonde, onoprechte belastingpolitiek is voort gekomen, zal een opeen tenregeering worden, die in de historie haar gelijke te vergeefs zou zoeken, zal dé tfitgeputto massa nog verder verzwakken, door Opcen ten niet op de directe belastingen alleen, maar tevens op de invoerrechten en accijnzen. Want zonder zulk een heffing is een extra-som van zeg 12ys miilioen gulden in de naaste toekomst niet te vinden. Kuyper, die het .schild opheft voor Treub, om' hem tegen dr. Bos te beschermen, hét is een merkwaar dig schouwspel! F.r trekken zich donkere wüolken samen boven Neder- derland's toekomst Mogen allen, die boven de poli tiek de bevordering onzer volkskracht plegen te stel len, het hoofd koel Me het hart warm houden, en zon der om te zien haar links of rechts bij deze levens vraag voor onze natie pal staan voor democratie en sociale hervorming! „Ja, die streken kennen we. Maar dat kunt u lan ter aan den rechter vertéllen, wanneer hfl u in ver hoor neemt. Wij hebben peen tijd om ons daarmee bezig te houden. Vooruit en zonder complimen ten, als ik u verzoeken mag. Anders zou ik genood zaakt zijn, u de boeten aan te doen." De gevangene lachte nog eens. „U behoeft u daar niet ongerust over te maken, mijnbeer. Ik zal goed willig met n meegaan!'" „Nu, fk zou het n anders ook geraden hebben. Met zulke schavuiten wordt hier bij ons weinig par don gebruikt." En om aan zijn woorden kracht WJ hem weg te brengen. Met een mede lijdend' hoofdschudden mg de waard uit den .„Groenen Boom" hen "O- „De arme jongen,!" dacht hfl. ,„Hfl ziet er zoo onschuldig uit. En het ls zeer zeker alleen dte vervloekte comodiajat, die hem verleid heëft!" HOOFDSTUK XVIL „Is het waar, vader, dat graaf Schiachter ba,Tig voor je is?" Na een lang zwijgen had Wanda Posta deze vraag (tot haar vader gericht. Zfl zaten in de woomkamer der boechwachterswonlmg tegenover elkander, hoewel I het avonduur, dat Posta voor courautehlectuur placht bezigen, nog niet was aangebroken. Hot onwedier, dat nu reed6 verscheidene uren; m t onvermlpderde kracht woedde, had hem genoodzaakt, dan gewonen, namiddag-tocht door zijn afdeelkig, vandaag niet t© ondernemen, en andere dringende werkzaamheden bad hfl vandaag ook niet. Verwonderd over deze vreemde vraag, keek hij van zfln blad op. „Wat beteekent dat? Hoe kom Je daaraan?*" „Ik heb het reeds menigmaal hooren zeggen, en ik zou graag weten, of dat waar Is." „,Uit vrouwelijke nieuwsgierigheid' natuurlijk?" „Neen, niet uit nieuwsgierigheid. Ik wilde het graag weten, opdat ik mij daarnaar ©enigszins rich ten kan, wanneer de freule mij weer zoo hoogmoe dig behandelt, zooals zfl bfl iedere ontmoeting pleegt te doen. Ik haat haar uit den grand van mfln har£ en lk zou het haar allang hebben laten voelen, in dien ik niet vreesde, dat u daardoor schade zou on dervinden." Woedt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1914 | | pagina 1