Schap Courant.
TWEEDE BLAD.
Schetsen uit de Rechtzaal.
FEUILLETON.
Erïgraaï Udo.
ZATERDAG 27 NOVEMBER 1914.
57ste Jaargang No. 5498.
PUIKJE!...
BROEDER.
Mevrouw had »ltijid op ztn minst drtp kwartier op
h»ar slaapkamer te down, voordat zo na»r beneden,
uing om te ontbijten, Oor ha,d preofleS halfnege» die
chocola boven te brctajgq», met de b©sdh'uo|tjcs. Da»r-
:ia, hoorde men. een hcelen, tijd niets van, mevrouw.
B'oef zij alleen met juifCroulw Be(ts dis nieuwe kar
menier. Do bij het verdere huispersoneel diep- em, fel
gehate.Het bleeke, stiUlie menschjte-, dat geruiisoh-
loos door 't buis ging, in, haar stemmig donder
japonnetje, met zedlr? «(hertje. De trots, de glorie
van mevrouw, die dag aan dag den. lof verkondde
der voortreffelijke Bet». Een, lot uit de loterij!
Nog een va» het ouworwetsc-he ras. Gedienstig,, np-
derig, onderworpen, giedlwee. Dóe mevrouw® wenschen
wist te voorkomen. Tegenover de twee dienstboden. en
den man,, die een.lrie uren, per dtag kwam voor deur-
open.nake», zilver-poetsen, en, zoo meer was juffrouw
Bets ongenaakbaar. IJskouü, opi een, afstrjold. Opkwasi
vTiende ijken, toon iets ze,"©e,nid. ontwijkend elk .ge
sprek. Slechts de oude Warns, de keukenmeid. had
„lak" aa» de ..kouwe drukte" va» de jluffer. Waagde
't haar soms bitse, stekelig spottende opmerkingen,
te maken.. Tot da,t Bets te, de kouken was gekomen
met de boodschap: „Wiesje, mevrouw verlangt je
even te 6preken."
Boven zat de douairière met boos, verontwaardigd
gezicht.
„Ik krijg klachten, over je," zei mevrouw tegen,
bedaagds Wies,, die £n ver-vervlogen janen, ha»T speel
kameraad was geweest in, het huis vto» de „oude
mevrouw" zanger; „je berut tegen, die lnamenftesr bij
zonder onjhebbalijk, heb ijk gehoond;. Diat moet, ver
anderen. Juffrouw Bets is etfa, meiojje, dat haar pfcht
uitstekend vervult. Ik zou njet graag hebben, dat er
voor de we de mr»l le&flaagd, werdi Ik had' aootets
niet nn je re^acht. hoor!"
K»uï£öajE£ild wtet eerst njet, wat zij moest reggr».
Er schoot een prop i» haar keel en zij had alle moei
te om riet in traden, uit te barstem, Dat zij- »a over
de dertig jaren trouwen, dierst., door dat ell mdSwe
schepsel zooiets moest ordervinden!Van mevrouw,
die eenmaal torn de dikike, statige douairière npg
een kwiek bakvisehj© was met haar was omgegaan
zoo „giewooji", zoo hieeiUeimaal n|i!et uit de hooigte
Haar presentjes had gieg)eve», dde zij nu nog wel
eens uitstalde *s avonds na afloop va» het werk, als
Bil in de keuken, zate» te praten. En dan, vertelde
Wies, hoe mevrouw haar ito, 't vertrouwen had geno
men, toen ze met meneer-zaliiger geëngageerd was,
nog vóord'at de naaste fapiSlfe e/r iets van wist. Wdes
kon het met „een, woord! van. waarachtig" bezweren;.
Zij 'kreeg dan briefjes vaa de» officieus©» bruigom em.
kattebelletjes va» wat »u baar mevrouw was
da» deze dingen, van ver-verleden dacht keuken
meid, toen ze dié» uatbraadeir kreeg. Driftige woor
den drongen, ha»r npar dte lippien. Maar zij hi(eJ'.di ae
in, en met een punt vtan het schoons schort,, dat ze
had aangedaan toen, mevrouw haiar bij zich tiiSfp.,
wischte ae zich de vochtige oogen af. Maar mevrouw
werd daan niet door getroffen, en vergenoegde er
zich mee nog eenp te hiei1hiale|n, dat ae „piet voor)
de tweede maal' iets dergelijks te hoore» moest krij
gen".
In de keuken-sfeer steeg de haat tegen Bets
En steeds hechter werd. de positie der kameruier.
Wanneer zij mevrouw "s morgens kapte zoo losjes
weg. in afwachting vajn, de meer ingewikkelde coiffure
voor visite en zoo d»n kon, ze Zich, alis haar on
willekeurig ontsujappend ha,l£ttd tenten ontvallen,:
Prachtig hopr!Wetend, hoe zulke hulde me
vrouw streejlde. Met h»ar dunne, slajnjke vinigens streek
zij dan bewonderend over inevtrouws grijzende lokken
en verklaarde juffrouw Bets, zelden, zulk ma®n,ifli(ek
haar te hebben, gezien,... De kunst van: vleien,, naar
<lea mond praten, verstond zaji ito, perfectie. Ze, dieed»
het met fijnen ta/t aorge»d dat het nooit iets
plomps, iets „gewilds" kreeg. Zij; effaceerdlej sneb
zelve tot op onberekenbare» afsstand...
?9.
Nog voor Schlachter ijets bad kunnen antwoor
den, wap Bdüth» op de» beambte toegetreden. Uit de
woorden van de» ma».. wae»s ware hoedanigheid zij
reeds 'ang had geraden., was haar slechts dit eene
du We lijk geworden, dat Hallen sterf» ter wille va»
haar lei u, hoewei zij er zich gee» voorstelling van
kon rns.ken waarom e» ander welke omsfanidrfghcidien.
hij dit martelaarschap op ziieh had genomen. E» al
do kleinmoedige VTees, dje zorg voor haar goqde»
naam was nu op eenp w.eiggeiviafagd. Zaj twijfelde gtete»
oogen blik, zij wist, hu precies wat zij te dop» had,,
en sedert weken was zdji uilet zoo rus-tng geweest als
op dit oogenb'dk.
„Wat u da»r van een, misdadig complot zegt. .mijn
heer, is een ongelukkige diwalitng. Indien dit bestaan
beeft, dan heeft dokter Hailenstcrfl» daar i» ieder
geval gee» aandeel in gehad, maar heeft er integen
deel naar gietracht. om bet te verijdel®»."
In de houding van welopgevoed man, maar tevens
met het ongenaakbare voorkomen van den beambte,
die zijn p'dcht weet te doe». ha,di Santen, zich naar 't
jonge meisje gekeerd. „Daarover kunne» wij »u moei
lijk spreke», freule. Geloof mij, dat ifk njietzondetr ge-
wiclul-o r icten,©n te,"en. Haltenet ei», bei» opgetreden,
e» u zult hem wellicht «iet verder verdedigen, wan
neer Ik u zeg, dat hij door mij op een strafbare, om
niet te zegge» misdadige handeling is 'betrapt. Mijne
beambte» en ik verrasten hcan bij de poging, oan een
persoon, die hem om de een of a»dtere reden, lastig
was ge worde», door e?» zeer bedenkelijk mrfdidiel on
schadelijk te maken."
Nu rae?nde Editha afes te begrijpen-, en »u zette
zij zich met heldhaftige beslistheid over de laatste
bezwaren dier eigenliefde heen,: „Ik ka» «feit vermoe
den, mijnheer, waarin dat bedenkelijke mi&diel heeft
kunne» bestaan; maar wat u dokter HalQienstenln ook
moo; t verwijten, hij heft heit met die ridderiijkste
bedoelingen gedaan, Omd/aft bij. mijmë door een schurk
bed rel-de eer wilde redidien. heeft hdj zichzelf opgeof-
- ferd. en i-niddjeon. er iets strafbaars in zij» bandietfngdn
is geweest, da» he» ik daarvan de oorzaak en ver
ia»-: ik. zijn lot te dteele»."
Sprakeloos va» verbazing e» zonder er iets van te
begrijpen, had graaf Schlachter dit gjesprek aange
hoord. Nu echter stiet hij heftig uit: „Wat betee*
kent dat? Wat is dat voor eem onzinpig gjepraat, Edi
tha? Ik verbied je. »og eg» en.kel woord op deze
wijze te sip reken. Laat mij met dien heer alleen, op
dat hij mij de ophelderingen kan gievte», waar ik nu
zie er nieuwsgierig naar ben,."
„Slechts »og een oogenbilrfk, juffrouw," viel San
ten nvet hooge stem en bdjin» betvelend „Ik vei-
blied u niet deze kamer te verlaten, maar ik moet
u als politiebeambte verzoeken, voorloopig op hot
slot te blijven. De rechter va» instructie zaïl hiter
morgen zoo vroeg mogelijk aankomen, en tot dJ'.e»
tijd hebt u zich, heer graaf, zoowel als de dames,
zich als buis-evangenen te beschouwen."
Qroaf SchJachteg wa^ het bloed «aar het hoofd ge-
Zo Wist haar oogenbïfk te kiezen. E» zweeg wan
neer rij merkte, dat me vrouwe muts niet ato»d »aar
het hooren va» mlfce ^ïngeii.
E» met zulke middelen wist Juffrouw Bets te be
reiken, dat mevrouw haar blfnidoHrr.ga vertrouwd^
En groote achting kreeg voor kambnrfler. Bene had
zij zich geweldig schamend, met neergeslagen
oogon verteld van. haar groote schande, baar ver
schrikkelijk leed. Be» biroer, dte niet wilde oppas
sen:;... Motder was vn» verdriet over h<«m g>«ior-
ven. Ee» o»verboteirlij|kö deugniet. En Bets offerde
zoo w»t aj wat zij, v<;rdte»de op om nog erger soha»-
de to voorkomen. Telkens "*ael hij haar lastig. „Och,
?ai arme zuster ik begrijp best, dat u zoo'»
schepsel »le ik be» dfte zulk oe» broer heeft, die
zelfs bier aan de dteur mij om geld komt lastflg
vallen,nrfot ku«t houden. Zfegt u t m»ar dadelijk,
mevrouw, da* ik moet vertrekken. Ik verwijt hiet mij
genoeg d»t it* cto» euvelmoed eohajd- heb om mij bij
u aan. te me'den. En ik had hot vreeesLijke geheim
wil ben verzwijgen,. Maar d»t ka» ik nu eenmaal nrflett.
E» zeker ii.iet tegendivcr eeto, dame, voor wie ik zoo
veel eerbied koester, drfie zoo hoog staat ale u!..."
Mevrouw wag d'ieip getroffen, ZfA, dat best een
misdaad zou zij» om ee» meisje, dat het ongeluk
heeft om zulk een brcedJer te hebbto» e» dlie de vruch
ten van baar arbeid aan zool» deugniet weggeeft voor
de eer va» de familie iets adders da» lof hulde
te bre&.rea
Mevrouw schonk ha»r een bedrag om, als de broer
weer kwam... En eerst na ka»© praten, overreden,
naxu juilrouw Bets. schrefend van aaudoonitog e»
dank boa: beid ce *tou:oeuraan, Den dag erop stond
de kc-rel met de teipge, donkgre knevels, hanxle» i»
zijzakken, vmini zf» overjas, voor heit huis, w»ar juf-
rrouw Bets in betrekkvrng was, Kamenrfer ging npa,r
beneden, sloot glaz'» dieuren v»n vestilbuÜB speur
de nni.w,et'e»d of nicmapd. hen beluisterde... Giing
toen met broer hij was 't natuurlijk zachtjes
sta»n praten. Toen zij- weer boven kwam, was Bets
ontroostbaar. Nee» mevrouw mochrt en kon, haar
niet li ouden, 't Was al te verschrikkelijk!... 7j ij hod
hen: alles. B$es gegeven wajt ze kon missen. En. met
de grootste moeite eindelijk va^n de deur gekregen.
...Dien ochtend kon mevrouw op z'n allerhoogst 'n
kwartier uit bed zij», toen er lang,, bevfllg, napteo»-
dend van uit de slaapkamer gjesch'eld werd... Keu-
koumeid en Cor, de tweede, zagen elkaar met ver
schrikte oogeh aaav
„Hoor je dat. Kees?" vroeg Wies den mesa>npiaj-
penden knecht. En Kees staakte zij» werkje.
„Ri-rrrrt'ging het weer.
„Ga jij maar gauw,." zei Wies tot de „tweede";
doe na epnig mopperen e» tegenstribbelen ge-
hoorr-tsmde. Er moest tets heel bijzonders aan de
hand zijn... Bets was bij mevrouw. Een ongeluk?...
Begin, va» bra»dj?
Ln de slaapkamer stontd mevrouw bij dte toilettafel
een geopendie doos miet riuigien,, armbanden, eai zoo.
voor zich. Ontdaan. vorsclhtriilkitH bevend... En, naast
baar in gelijke houidrmi©, ka»rsrechit mot streng
gelaat en dreigende oogen de kam^i©1"-
„Mevrouw mist vier kostbare voorwerpen uiithaar
doos." zei juffrouw Bets, de tweedte meid aa»ziend
met gelaat va», instructierechter.
Cor kon geen woord uitbrengen. Keek van dte moe
naar de andere.
..Da,t moet terecht komen!" zei juffrouw Bets op
harden, hooge» toa» „Iemanidi hier i» hurf» moet
wete», wa»r die kostbaarheden zrfjn!---"
En op dit moment viersmioilit i» Oor, de twfeede
meid, al w»t er aan angst Voor gunstelinge va»; me
vrouw t» haa,r gedcefld! hajd. Zo werd kersrood, plant
te de handen op die heupien, »aderde katmenrfjeir tot
op een enkeite s eb re dte en vroeg „of zij altemipt haar
op 't oog had. Da», moest ziji 't maar zegge», hcor!
En ddrect! Of Bels soms doekt, dat Cor zich door
zoo'n... door zoo'»..."
Er kwam een vloedi va» gillend- uftgebra<dhte scheld
woorden.
Het eerlijke kind uit het volk. kwam ito Cor boven
en haar felle ha»t tegen kamenier prikkelde haar,
zweepte haar op... Vruchteloos trachtte zelfs me
vrouw haar tot teatmte te. brenga». Tot i» die keu
ken drong het geschreeuw van Cor door... Va» tweede
meid, wie het niks mqer scheien ko» »1 werd ze op
stel en sprong weggejaagd-Wies k'waim naar boven
en Kees b'eef ito, da gang bij slaapkamer staa», ate
z"» bijstand misscbio» noodiig was?... Met smalend,
mixtaebtond glimlachje stond kamenSler tegenover dte
dienstbode...
Toen werd er gescheld. Rechercheur werd aange
diend. Mevrouw had reeds naar het politiebureau ge
telefoneerd. Juffrouw Bets had het haar ontraden.
Eerst zelf zien uit te visschen... Misschien kw&me»
de dingen terecht ïSam werd mevrouw *°eyr
hoop'soesah gevrijwaard. Maar in haar opwinding 1
had ze half naar Bets geduisterd e» getelefoneerd,,
voor zij er eigenlijk zelf recht besef, van bad...
Benede» wachtte rechercheur. Hoorde verhaoJ1 vu»
vor missing aan. Maakte nptiiitfcs. Vwaocht, dat hot
personeel het hui» nrfet zou veraten.
Op d»t oogeflblïk werd aja» de dour va» salon,
getikt.
Juffrouw Bets, hoed op e» mantel aan, vroeg
verlof even 'n bood ach a» te mogen doet» En mevrouw
gaf onmiddellijk toestemming... Mapr rechercheur, <üo
opgestaan was, protesteerde. Deo enkel ooge»blikje
asjeblieft...
„O zei mevrouw; ,h4gr mij» kamenier staat bo
ven alle verdenking! Neem, op mij» vwr»»twooxidSng,
jmanecr!..."
„Ik ben ervan overtudtgjd," zei reahtercheur, kame
nier scherp observeegqnd. „maar toch moet ik. pererfs-
teeren,"
„Met welk recht," zei: juffrouw Bete, zeer ud|t dte
hoogt e, .„zoudt u mij beletten ete» boodschap te
deen?" En met schamper lachje wilde za gso»
Maar rechercheur was haar voor.
bUjft!" zca hij. rich tegeBjk bij deur v&h
vestibule posteerend- Hij keek Bfsts doordragend ao».
En wachtte totdat zij n» hem va» hoofd tot voe-
t n n-et minachtende» bBk gamebe» te hebbe»
naar Ixn-e» ging. Rechercheur fluisterde inmiddels
\erschene» co'lcga fete i» het oor. Waarna c»lbega
zLh in de vestibule neerzette, het oog onverpoosd go-
rtcht houdend op de trap, naar bove» leidend en
door kajnepfcr bestegieta...
Er was, na aulHr»auwkeuri|gst ond'erzoek, in het
huis niets gevo»de» njot het minste spoor
van de vermiste voorwerpen. Mevrouw zat nog eens
te verzekeren, dat juffrouw Bets horren eiken zweem
van verdenking verheven, was. De» waar Juweel!
Ongelukkige ziel, doe aj haar verdiende geld mopst
opofferen voor ee» broer, die nrfet deugen wilde...
Rechercheur had gedUüdfig zttto» luisteren.
En opeens vroeg hij:
,ik zou toch zeer gaarne die juffer Betsy eens
willen spreken. Maar onder vier oogeo. Ik zou u
dringend willen vegzbejk-ein, er «iet böj, tegenwoordig
te ziju
MevTouw protesteendie. Noemde 't -wreed, ongehoord,
schandelijk een meisje ajs Bete zoo te mar tel e......
25a»g meneer, man va» ervaring, dan »tet hoe hij
hier werkelijk iemand voor zich had, »llermi»pt in
staat om-...,..
Rechercheur bleef taaL En juffrouw Betsy werd
geroepen. Mevrouw kuste; haar te» tteéke» va» deer
nis en vertrouwen. B» Bets drukte even haar ha»d.
als willend beduide»; „Och, er ka», ao» levensleed,
»og wel wojfc bij."
Toen ging mevrouw, va» medelijden es» ontroering
da oogen afwiBBohejnjd
F.ii liet gesprek van rtecheroheur e» kamenrfier diuur-
d© heel lang... Raadselachtig Hang. Mevrouw h»-d be
loofd niet te zullen hin»enkome» voordat recher
cheur riep. Tenslotte werd het haar te kras.
Zij opende dg deur.
En tegelijk greep rechercheur s»el den arm van
Bets, die va» de gelegenheid wilde gebruik maken
om te ontsnappen... Verbijsterd bleef mevrouw Btaa»
En miste de macht om opheldering te vragen, terwijl
de beide rechercheurs juffrouw Bets die lijk
bleek zag e». die klappertandend, met gloeiende
oogen volgde, 't huis uitvoerde». Rechercheur had
mevrouw gewen,kt. Hij k.wa»u dodelijk terug. Zou haar
dan wel verteli»»!......
In de keuken, werd eenjige weke» later het
gevtal besproken. Hoe heft O. M. anderhalf jaar ge-
eischt had tegen juffro,uw Bets, ex-kaanenier, dde de
vermiste precios» gestolen had- Met als handlanger
en helper den „broer", het, „mauvarfs aujet"; die
gebleken was ©en beruchte gauwdief te zij», sSmis 'n
paar jaar „goede kennis" van Bets, tot wie hij in
geenerlei bloedverwantschap stctod. Vermoedelijk, had-
de» zij samen, het epeKfetje al elders een paar maal
ondernomen. Maar daarvan miste me» d(e bewijze».
..We mogen blfij zij»,'" aefi Kees, ee» viersch püjpje
stoppend, „d'.at we D;i(ct op goeiem diag door die»
kerel allemaal ee» kop kl'einjer zij» gemaakt. Dat wijf
had liem bij dag n Wij nacht, i» huis kun»e» late»,"
Bij welke gelegenheid Cor een griezelimg over die»
rug ging, zoodat het kopje-kotffie waarvan zij zot
te 2 -wieten, bijna haar sidderend"© ha»d o»tgliptie.
„Een mensch moet toch tegenwoordig voorzichtig
stege», en het eerste oagjeftbHik schee» het, alsof hij
den oubeschaamden beambte wtlde aa»viieger,. In zijn
grenzenlooze woede vod4 hij niet döjddlijk 't woord,
dat verpletterend genoeg 2»u zijn, om diaae o»g,ehoordc
driestheid »aor behoore» te ke»teekenen„ e» toen,
voor hij bet had ku»»e» uitspreken,, trad! de kamer
dienaar, wienjs kloppe» giee» va» drieën, gehoord had,
i» de kam-er.
„Ken dringend- telegram voor mijnheer luitenant v.
Stahl."
Santen nam het telegram van het zilveren bord en
opende bet. Het moest wel iets zeer buitengewoons
zijn, wat hij daar las. want de uitdrukking va» zij»
g zicht veranderde gedureto.de het leze» op merkwaar
dige wijze. Hij onderwierp het formulier na»
nauwkeurig onderzoek, alsof hij de verdenking koes
terdie, dat het bericht vervalscht was. Daarna echter
keerde hij zich met een ruk om tot dien graat en
toomde nu e®» heerf wat m4»der stneng gezicht da»
daar straks.
De graaf nam daaj- direct geen notitie va». wOn.t
hij sprak halfluid met de» bediende, die nog ee»
andere e» naar het 6cheen, wel wat geheimzinnige
boodschap voor hem had-
.Breng den man hrferheen," zelde hij juist, „ik
zal spoedig weten of de man een bedrieger is."
„Veroorloof mij. u 'tets mede te deelen, graaf!
De zftak is volkomen veranderd door hot telegram,
dat mij zooeven is gebracht. Misschien wilt u zoo
goed zij», het zelf te leze»."
Het klonk bijna alsof ee» zekere beschaming San
ten tot dit laatste had doe» besluiten. In iedfer ge
val zag hij er nu ni-et meer streng en gebiedend uit,
maar lntege»de,©l bedrukt -e» besche!i|de».
Graaf Schlachter nam hem zwijgend- het overge
reikt© papier uit de hand e» las luid: „.Graaf Udo
von Sewig-Setterrihenm is volgens bericht dor pol'rtüie
te Freis-adt aldaar on)djgr de» naam van ee» too-
«eelspeler Ulrich Poota gevondien. Tot politiemaatrege
len is dus geen rede» meer. Spoedige terugkeer ge-
wënsoht,"
Met ee» kreet was Edith» »aa.r haar vader gevlo
gen. „Vader o mij» God! kan dat waag zijn?
Udo leeft! E» me» heefit hem dius n1|eit gevangen
gehoudie-n?"
„Daar het bericht op zoo stellige» toon v»n die»
commissaris van politie te Dlresde» komt, za,l het
wel waar zij»," zelde Santé», „Het komt mij- h3jjna
voor, alsof de jonge ma» om» »Ue» terdege bij. de»
neus heeft -genomen,"
Graaf Schlachter, die zichtbaar moeite deed, zij»
gevoelens meester te worde», gaf hem; gjeen antwoord.
Alsof de beambte voor hem niet meer bestond, zei
hij tot zij» dochter: „Wij zullen dadelijk weten, m
hoever dit waarheid is, e» of wij, deze gel-ukkiigq bood
schap moge» geloove». Want zo.oeven heeft, zich ee»
zekere Heinz Colmer aangemeld, met de medèldeë-
li»g, dat hij mij- berrfjohte» va» mij»i neef had te
brengen. Daar is bij."
Inderdaad had -de be,dd|e»dle juist die deur Voor een
e^e'vuit aeklieeden heer g»ope»d. diïe mi\n of meër
verrast scheen, dat hij, zsaaarfs hij verwacht had', dte»
graaf niet alleen tegenover zich zag.
„Ik vra»g verschooning," zei, hij, „dat ik nog op
zulk een laat uur stoor, ma-ar bij het gewicht der
zaak moet ik mij gelukkig oohte», dat ik nog hjeden
het «tot Sambor kon -beneike». Heb ik dte eer met
graaf Schlachter te spreken?"
De aangesp rok eme, voor wie» hij in overdreven be
leefdheid gebogen had, antwoordde bevestigend met
een lichte» hoofdknik. „U brengt mij, zooals u mij
liet zegge», bericht va» mij» rueef Uido? Hiji leeft
dus? E» .hebt gij hem zelf gezien?"
„Ik heb eedert weke» het voorrecht gehad, hem
mijn vriend tee mogen noemen. Maar mijn nadere
mededeelinge» kan ik den graaf slechte onder vier
oogen doen., want ik zal genoodzaakt zijn, dfingen
aan te roeren, waarvan i» het belang van graaf Se-
wis-Setternheitm «iemand anjdters iets weten, mag."
Was hij eerst wat bevangen g.ewee®t, rasch hadi
Colmer zij» gewone zekerheid teruggevonden., e» ln.
zijn laatste woorden was ee» goede doste zelfbewust
zijn geweest Met opgeheven hoofd, en met het ge
zicht va» ee» man, die va» het hooge gewicht, va»
zij» persoonlijkheid overtuigd te, trad hij door de
deur, die graaf Schlachter zwijgend voor hean ge
opend had, in het neve»vtertrek, waar ge^n derde
meer vernam, wat hij over het lot van graaf Udo
en zij» aandeel daarito, meende te moeten vertelletL
Er was al reeds ee» half uur voorbijgegaan, voor
graaf Schlachter e» de toa»eetepeie,r In den salon te
rugkeerden. waar Santé» tevoren, de grafelijke familie
In haar geheel voor gevangenen verklaard' had-
De graaf keek ernstig, e» toen. Editha ln geepa»-
»en verwachting, vragend' lot hem opzag, zeide hij:
„Er is gee» twijfel mogelijk: dat telegram heeft de
volle waarheid gemeld. I» onbegrijpelijke l,ichtzrfi»njtg-
heid te Udo ouder den naam va» dien zoo» van on
zen- boschwachter bij ee», tooneelgëzellschaip gegaa»,
en heeft zich 1» den. kring dter comeidiianite» verheugd,
terwijl wij hier in zorg over hem zaten. Zooals mijn
heer Colmer mij medediee.lt te hij vandaag als Ulrich
Posta, wegens door hem begane overtredingen, ge
vangen genomen en zit »u tot de zaak volkome» is
opgehelderd in voorarrest te Freistadt. Het is noodi
zakelijk, dat onmiddellijk iemand, die zij» identiteit
kon bewijzen en hem hier terugbrengen, daarheen
vertrek» Ikzelf he» wegens die ziekte mijner vrouw
en, andere oorzaken- daartoe jammer genoog »iet i»
staat- Ik vraag derhalve aan u, mijnheer v. Santen,
of de vrijhetdsberoovi»g via», dokter H-alHanetein ook
ondier deze veranderde omstandii-gihietiieH uog zal voort
duren, of dat u ee» o»mii|ddeiïlijke invrijheidstelling
van. den persoon, die» ik noodiig heb, leutot bewisrke».
De trein, die» hij zou mosten »epilen, om morgen
vroeg te Freistadt aap, te komen, passeert Reichen-
berg tege» twee uur 's nachts, en ik moet voor
dien tijd »og ©enige zake» met hem regelen."
Zijn vraag was i» ee» tamelijk gebiedenden vorm
gekleed, maar v. Santen voelde in het bewustzijn va»
zijn dwaling, onder welker im,vloed hij zich tot een
bedenkelijke» misgreep had' laten verleiden, dat hij
iets had goed te m»kei»
„De madeditel-lhge», die zooevieto via» de freule
ontving, werpen een geheel ander Ilijeht op de han
delwijze va» do» dokter," zeidie hdj beleefd, „en hoe
wel zijn bevrijding te m!i<Mer»aeht vrij wat moeildj-k-
heden, zal opleveren, zoo zal ik tech gaarue alltes
doen, wat mogelijk te, om hem hier te brenge» Het
rijtuig; dat mij va» Redohönberg hierheen heeft ge-
bra«ht, staat nog buiten, en ik zaj daar dadelijk
weer gëbruife van maken,"
zijn met wie "je I» Je Lu te haalt." bespiegelde Koes,
de keuken met zware rookwolken ruilend „vooral
a'« Je, T*-* "jöf -"•per* mrrrt -a» vertrouwen
bent als onze mevrouw!!"
„Ja."' riep Wies, de bedaagde keuketojraeffd n®t,
„Jij bent zoo'n slimme vent. Kere. Net ate met dfen
koperen knol, die ze Je Indertijd haast voor goud
had de» aangesmeerd... 't Is heel makkelijk om ach
teraf to bedillen, Zoo'n eerpewt als die Bets?... Wél,
die zou don grootsten profeesor I» de luren kunnen
leggen met 'r fijne praatjes!Wat waar is, is waar!"
En met een driftig»» smak zette Wies haar koffie
kopje neer. Sinds vn» cöo bap» was etn mevrouw
weer veel vriendelijkur tegen, haar da» ooit, leefde
Wies weer op... En ko» zij, tn de goedheid haars
harten, allerminst vendure», dat men mevrouw
die toch aj genoeg döoo- hei, govaj geschokt was
ook nog haar tn Blimane dievegge gestald vertrouw©»
voor de voeten wierp.
MAITRE OORBEAU.
Verschillende Oorlogsberichten.
EEN ENGELSCII GEZANT BIJ DEN H. S"rOEI*.
De Tijd verneemt uit Rome:
Sedert ecnigen tijd waren er onderhandelingen han
gende tusschen de Engelsche regecring en de pause
lijke staalskanselarij over de benoeming van een F.n-
gelschcn verlegenwoordiger bij het Vaticaan. Reeds tij
dens het begin van den oorlog liet minister Grcy er
door een aanzienlijke persoonlijkheid, welke in de' Ka
tholieke Kerk van Engeland een voorname plaats in
neemt, bij Z. Em. Kardinaal Merry del Val op aan
dringen, dat een Engelsch diplomaat van beteckcnïs
bij het Vaticaan mocht geaccrediteerd worden, al ware
het slechts als gevolmachtigde tijdens den duur van
het huidige Europeesche conflict. De toenmalige pau
selijk staatssecretaris was het voorstel zeer genegen cn
leidde de besprekingen in, die later door Z. Em. Kar
dinaal Gasparri werden voortgezet met het resultaat,
dat thans dc Engelsche regeering tot gezant bij den
H. Stoel heeft benoemd Sir Henry Howard. ook in
Nederland welbekend, daar hij ecnige jaren geleden
5ezam van Engeland te 's-Gravenhage was. De ge
wichtige beteekenis van het feit, dat Engeland een
gezant bij het Vaticaan heeft benoemd, springt
vooral in het oog, indien men weet, dat het eenig
is in de geschiedenis der laatste eeuwen. Alleen van
18671873 onderhield Engeland bij het Vatikaan een
gczantschapsraad.
KONINGIN ELÏ8ABETH.
In <le XXe Siècle leze» we. dat kopinjeln EUz&betb
der Belgen verladen week Woensdag te Duinkerken
©ewoest is om de gekwetste» te bezoeken. Aa» de
Verneusche poort wacht4© een attaché van dein Bclgt-
schen mtnjster de vorstin af; bij hem wa» ©en fciedn
me'Bje ln het wit gek'eod. dat haag pracht.i.-c bloe
men aanbood en daarbij dit toespraakje hield:
De °tad Brussel zendt aan Uwe Majesteit op haar
naam da? deze bloamjef» Hoevol© on,uIt©esi>rokc(n wc-n-
achen bevatten zij voor uwe majesteit, voor het ko
ninklijke gezin, voor het vaderland. De blo-men ko
men. helaas, nflet va» daargtrds; maar hot Mnt. i» de
kleuren der stad, komt wel uit Brussel; het zal uwe
majesteit de hoofdstad te herinnering brengen, die
met zooveel ongeduld op haar terugkeer wacht.
Ontroerd omhelede koningin EUzabeth het meisice.
NOG GEEN OORLOGSBROOD!
De opperbevelhebber i» de Markan (waartoe ook
Berlijn behoort) heefit ee» bekendmaking uitgevaar-
dl -'d. ten doel hebbe»dle de bewoners v»n zdj» milÈtair
district eraan t© gewennen met. het koren en meel
spaarzamer om te ga»», alhoewel dlaarva» nog groo
te voorraden, aAnwezi© zij». In do eerste plaats moet
er, volgens hean, minder koek gegeten worden, maar
ook het overdreven gebruik van; wittebrood, vooral tn
d© steden, moet beperkt worden. Daarom verbiedt
bjj dat 's middags na twee uur verseh wittebrood go-
hakken wordt, waardoor een eind» komt aan het Ber-
lijnsche gebruik om ook bij den avondmaaltijd vereche
broodjes te eten. De» herbergiers wordt verboden
mandjes met brood, zooals tot nu toe, ter beschikking
van de gasten te stelle». Zij moeten lederen gast al
lee» zooveel brood geve» »ls hij bestelt. De comman
dant wijst er echter op, dat dit volstrekt geen reden,
voor de restaurateurs mag zij» om voor dit brood
betaling te eis oh en, zooals o»la»^s is voorgesteld, om
dat deze gedwongen regerfing voor he» toch reeds
voordeeliger Is dan het oude gebruik, waarbij brood
naar verkiezing ter beschikking va» de gasten word
gesteld
„Goed. Ik verwacht va» u, mijnheer v. Santen,
dat u in ieder geval mij» wwnsch vervuilt. Ik zelf aai
dadelijk mijn vlugste paarde» late» inspa»»e» en he»
dus wel tegelijk met u of mlsechi|e» »og voor u. Sn
Reichenjberg. Mijnheer Colmer staat u wellicht toe,
ofm met u me© te rijden?"
Santen verklaarde* zich daartoe zem,dier meer be
reid, temeer daar ook hij va» ndeuwsgterigherfd; bramd'-
de, de bijzonderheden over den. bijna o»begTlJpelij(keto
Jongensstreek va» deze» avontuurlijke» graaf te er
varen..
De beide heer en name» afscheid met beleefde bufi-
gingen, die echter slechte op afgemeten wijze wer
den beantwoord, en de graaf, die dodeHJk bevel had
gegeven zijn rijtuig in te spanne», bleef met zijn»
dochter alleen.
„U staat mij toch toe. vader, om u npqr Retohe»-
berg te vergezellen?" Vroeg Ediitha.
Hij schudde het hoofd'. „Jou pilaate Is aa» het
riekbed va» je moeder," vrartklajarde hij. ...Ik hoop döjt
het groote nieuwe ee» gunstige uitwerking op haar
toestand zal hebben, maar het is ook mogelijk, dot
zij er opgewonden door werd, e» da» mogen wij
baar ujot aa» vreemde handen, overlaten, Nu
echter moet Je mij voor allee zeggen, wat dte on
verstandige uitingen va» straks te beduiden hebben,
en wat er voor geheimen tusache» jou en Haïte»-
stein bestaan."
I Zijn woonden hadden een verrassend miüden klank.
De boodschap va» het wqdervfodiani va» zijn dood-
?ewaa»de» »eef, mogst hem zoo aangegrepen, hlebbe»
dat zijn gëheele wezen daardoor veranderd' wa». Nog
nooit was zulk een teedere uitdrukking- op zaj» go-
zicht te bespeuren gewepet, e» nooit bad Editha zulk
een toon van vaderlijke teedlprheid van ham géhoord,
a's zijn laatste vraag haar had geopenbaard.
Maar ook zonder die aanmoedigende waarneming
zou zij hem nu de volle waarheid' hebben gezégd.
Wat zij straks, om den geliefden ma» te rechtvaar
dige», den politiebeambte had verteld, dat durfde zij
ook haar vader te bekennen. Zij begreep dat een
vreeselijk onweer over haar zou losbarsten; maar rij
had tegelijk de kostelijke zekerheid, dat haar ISef-
de ha»r de kracht zou geve», ook het ergste te
verdragen. Wa»r de aangjébedien, ma» haar had ver
geven, wat h.i»derde haai- dia» de toorn, va», ©en of
ander mensch al was het ook die haars vaders!
Zij biechte alles en het verwachte onweer kwam
niet. Wat zich op het gezicht va» den graaf afspie
gelde was meer een diepe droefheid dan toorn.
Dan zat hij een poosje met afgewend hoofd neer,
e» toen Editha hem niets meer wist te zegge» fcwam
er een lai^ zwijgen» voor hij het met vrees verwachte
oordeel uitsprak: „Je hebt je zwaar aan de eer va»
onzen oude» naam bezondigd, maar te dit uur voel
ik mij niet geroepen je daarvoor te straffen. Want
tenslotte zij» wij toch alten zwakke, menschen met
gebreke». Maar als deze schurk nu va» je brie
ven gebruik maakt e» ze publiceert, zaj Hallenstete
ook dan »og bereid zij» om zijn eerlijken naam aan
je te geve»?".
Wordt vervolgd.