Schaper Courant.
TWEEDE BLAD.
Oproep derBelgiscbe geïnterneerden
FEUILLETON.
VRIJHEIDSDRANG.
Schetsen uit de Rechtzaal.
Een bezoek bij den Kroonprins.
ZATERDAG 5 DECEMBER 1914.
57ste Jaargang No. 5501.
In oos nummer van Donderdag hebben wij nog 'kan
nen meedeelen dat in het intvrneeringskamp onder Soest
een oproer was uitgebroken en na een salvo door Ne-
derlandsche bewakangstroepen dooden en gewonden wa
ren gevallen. Over het gebeurde nui nog de volgende
bijzonderheden
Ledigheid is des duivels oorkussen en levens een
van de hoofdoorzaken voor de relletje, die Woensdag
avond en Donderdagochtend plaats hadden in hel kamp
van geïnterneerde Belgische militairen bij Soeslerberg,
waar 't in de laatste dagen al meer en meer gistte.
Een andere oorzaax is het bezoek der vrouwen,
dat reeds moest worden ingeperkt en thans kans loopt
om althans bij herhaling nog weer te worden ingekort.
Woensdag trachtten drie oï vier geïnterneerden nun
vrouwen te vergezellen in burgerkleeuing. De dienstdoen
de wachtmeester der Belgische geudarmie weerhield
hen en waarschuwde den ofneier der Nederlandsohe
wacht. Er ontstond tumult. De gendarme werd nader
hand mishandeld en nog later werden de daders ge
straft.
Jn den laten avond van Woensdag èn in den vroe
gen o diend van Donderdag heeft de can ine het moe
ten ontgelden. Veel werd er in vernield, veel bedor
ven. De wacht van 200 man, intijds versterkt, kwam
lusschenbeiden en was ten aalste ^genoodzaakt to vuren.
Er vielen zes dooden, tien 'ernstig en een dozijn licht
gewonden, die onderscheidelijk naar het militair hos
pitaal te Amersfoort en naar het St. Elizabelhszieken-
huis aldaar werden overgebracht.
De Nederlands che wacht is er afgekomen zonder
letsel van beteekenis.
De eigen berichtgevers van het Hdbld., die het kamp
Donderdagmiddag bezochten, deelen hel volgende mede
Aan de mcdeaeelingen, die wij namens overste Cot-
lard, commandant van de bewaking van hel inlernee-
ringsdepot, ontvingen bij monde van diens adjudan;,
luitenant iv. P. Innemée, die ons ontving in het kamp
der bewakingstroepen, waar een viertal ambulancewa
gens wachtten op hef transport der lichtgewonden
de zwaar gewonden waren reeds naar het hospitaal te
Amersfoort vervoerd ontleenon wij:
Woensdagavond reeds heerschle onder de Belgen
van het eerste der interneeringsdepot, waar 6000 Belgen
vertoeven, een oproerige stemming. Des middags had
den drie Belgen getramt te ontvluchten in burgerklee-
ren, maar hun toeleg was „ontdekt en zij! worden gear
resteerd. Omdat deze «tóe mannen terstond in de pro
voost werden gezet, was de opwinding onder de Bel
gen groot.
Hun ontevredenheid sproot verder voort uit het feit,
dat ziji niet met hun vrouwen mochten uitgaan; bo
vendien werd de comsumptie in de cantine Ie duur
gevonden. De gemoederen geraakten dientengevolge
Woensdagavond zoo verhit, aal de Belgen de hulpcan-
tine bestormden en de ruiten van dat gebouw ingooi
den. Tot 11 uur was er sectie-versterking.
Onder commando van de luitenants Valkhoff en
Innemée werd gepatrouilleerd en het gelukte, de men-
schen langzamerhand rustig naar de barakken terug
te krijgen, zoodat de versterkte sectie weer kon inruk
ken en naar bed gaan. Er waren, ter waarschuwing
van de mannen, enkele schoten in de lucht gelost. De
gewone wacht, 48 man sterk, bleef gedurende den
nacht, die geheel rustig verliep, posten, 's Avonds was
ook bericht gestuurd aan overste Collard, die met een
paar officieren naar de Belgen toeging om met hen
te spreken en ze wat te kalmeeren.
Donderdagmorgen omstreeks 10 uur vernam luitenant'
Innemée op rij'n bureau, dat er gescholen was, en
een luitenant, die per fiets van Amersfoort het kamp
naderde, vertelde hem idat liet geojel en geschreeuw
der ontevreden Belgen op den weg duidelijk was te
hooren. Inderdaad waren de mannen wederom opge
drongen; de grootste schreeuwers bleven op den ach
tergrond staan. Men kom hier alleen kras optreden,
want herhaaldelijk waren de mannen gesommeerd om
hun oproer Je slaken. Ze hebben Donderdagmorgen
weer de can'ine bestormd en chocolade en koek daar
uit gestolen "in grooten voorraad, daar de pachter af
wezig was sinds de verwoestang Woensdagavond aan
gericht.
Een ooggetuige van het geval vertelde ons het vol
gende: Een peleton, ongeveer 20 man sterk, onder aan
voering van den luitenant Mallimkrodt, die vandöac
piket-dienst had, sommeerde de Belgen vermaal om
rustig uiteen te gaan. De Belgen drongen echter op en
riepen den Hollandschen soldaten allerlei tartende woor-
2.
Terwijl men ongeveer zonder spreken het ontbijt
nuttlrde zag Tont nu en dan. met verstolen Wik
ken naar haar matrostn|blouee.
..Laat dat toch," sprak de luitenant. ,M heb reeds
gezien, dat daar een knoopje ontbreekt. Op een leef
tijd van zeventien Jaar ko® je toch tamelijk aan
orde gewend zijn,"
Mevrouw Hiel ter knikte met haar bezorgd gezifcht. De
woorden va® den bro ir waren zoaxïér eemJfee® n®diruk
geuit, maar juist op dile® kouden, drogen toon, klon
ken zij kwetsende® dan waaneer et&n, scherpe berecht-
wijzing wa« uitgesproken.
Zij® zuster werd rood' en, boog het hoofd ..Hij is
er straks afgesprongen." loog zij en wierp oen, zlj-
deling&chen blik op Eli®, die haar den vorige® avond
reeds op het ontbreken van, den, knoop opmerkzaam
had gemaakt. „Och je,," had' dij daarop gezegd,, „dip®,
naad ik er morgen, vroeg: viluig a®n, Het is toch het
zelfde of ik twee minuten, vroeger opsta, daar ik er
toch zoo vroeg uit moet."
Bl'a wist precies wat er zou giebeuren, maar had toch
de nalatige nicht niet geholpen en den knoop aan
genaaid, hoe behulpzaam zij andiers ook wan. Nu
deed het haar leed, ®le zij Toni zoo beschaamd) zag.
maar toch had zij ook weer genoegen omdat zaj wel
bemerkte, hoe het Tonj's broer ergerde. Zijn mager,
bleek gezicht was nog wat bleeker geworden. En
juist opdat hti zich zou ergeren, had zij den knoop
niet aangenaaid.
De adjudant stond op en, ging de kamer ui/t om
zijn sabel aan te gespen. Door een. blik uit het ven
ster had hij zich overtuigd, dat rij® oppasser met 't
paard wachtte. De lichte regiem was opgehouden. ™ftr
de tucht was nog zwaar en vochtig.
Hst afscheid whs kort., uiterlijk hartelijk, imapx zón-
dier innerlijke warmte. De moeder, welke ongeveer 'n
handbreedte kleiner was dan de sierlijke gestalte van
haar zoon,, gaf hem ®og, eeml|ge vermaningen mee, dite
hij plichtmatig, glimlachend aanhoordezijn zuster
knikte schelms, maar toch wat gsetdiwomige®, terwijl zij
daarbij weder aan, haar bfloueo plukte.
„Adieu. EUa" hij trad op zijn nicht fcoe, dSe aan
het venster was gaan staan „bij prritapessem moet
men wel zelf komen."
Zij lette niet op zijn, scherts, hoewei er toch ook
een verwijt in school. „Adiou, Julius." Een oogen-
btik legde zij haar hatod itn d» haar toegestoken rech
terhand van den officier.
Even na zee uur trok het bataljon met muziek
voorbij- Mevrouw Heller stond met haar dochter op
den .toe, hieven de handen omhoog en riepen: „Gij
durft toch niet schieten! De Hollanders durven nies!"
Toen, na vier keer gesommeerd te hebben, gaf luitenant
Mallinckrodt bevel een salvo af te vuren op de schreeu
wende menigte. Het 20 man sterke peloton yuurde
twee salvo's af, waarop .naar schatting van den oogge
tuige, een 35-tal gewonden neervielen, waaronder zes
dooden. De Belgen vlogen verschrikt uiteen.
Donderdagmorgen, terstond nadat hij in kennis was
gesteld met het gebeurde, bracht generaal Knei uit
Amersfoort een bezoek aan het kamp. Na op de hoogte
te rijn gebracht van hel gebeurd.-, betuigde hij zijn
tevredenheid Over de wijze van optreden in deze.
In het kamp der Belgen is thans volkomen rust
weergekeerd. De mannen staan, met oon uitdrukking
van verslagenheid op hun gelaatstrekken, in groepjes
bijeen en vertellen hun familieleden, wat zich binnen
de afrastering heeft afgespeeld.
Men scant nog:
Nader vernemen wij, dat luitenant Mallinckrodt he'
bevel tot vuren niet eerder heeft gegeven dan na 10
of 12 maal de Belgen te hebben gesommeerd, Zij
hielden echter In iet op met hun tartend geschreeuw
en het aannemen van een dreigende houding, en gin
gen zelfs poo ver, dat rij den luitenant, toen hij
zich omwendde, met steenen te werpen. Verder dient
nog te worden medegedeeld, dat reeds voordat de
luitenant overging tot het nemen van den uitersten
maatregel, enkele Bdgen in arresl werden gesteld, d:e
betrapt waren op diefsLii uil de bestormde en gefor
ceerde cantine. waaruit rij ontsnapten met fleschjes
bier in de hand.
Om vier uur Donderdagmiddag was het bekend, da'
8 dooden waren gevallen. Eén zwaar gewonde Belg was
nog in operatie m het hospi'aal te Amersfoort, waar
toen 5 licht gewonden werden verpleegd. Meer li Uit
gewonden werden nog in het ziekenhuis gebracht.
Donderdagmiddag waren op het bureau van overste
Collard aanwezig de officier van justitie uit Utre~h'
met dén griffier en nog een twee'al heraren van Jio*
parket. Luitenant Mallinckrodt en overste Collard had
den met hen een langdurig onderhoud.
INn OBSERVATIE.
Sinds een zeetaj -wéken wa® zij veranderd als het
blad van een boom, wanneer de jaargetijden gaan
wisselen... En zij hadden, elkaar op het „atelier"
aangestooten; er was geginnegapt en gegiebeldgj©spot
met de metamorphose, die Lima, had) otodeirgaa®.
Op eeD Maandagochtend was ze gekomen met een
roos. een het-roode, op haar blouse. En haar fcapsel
heel anders opgemaakt da® vroeger. Er schitterde tece
in baar grijze, diep-ldgigej^de oogeav. Er gloeide een
blosje op haax vale, magere wangen. Ze hadden haar
aangekeken met verbaasde, scherp-speurende oogen
da andere meisjes. Totdat een van de zes. di<e
zaten te werken in het sombere, muffe achterkamer
tje 't uitproestte. Dé hoo,nptnde, scbtampende lach
had een wrank-trek gebracht op Lina's gelaat. Want
ze begreep. Maai- toch 'genoot rij: va®, die apotjteomjj.
En ze had gehoord, d®t die mooiste van de zes
de dikke Marie met haar glanzend0, blonde haten
en het fijn geteekenidei wipneusje» fluisterde, van:
„Ze te be-paald verkikkerd, hoor'Waarop die
meisjes van het ateliier opnieuw ginnegapten*. Maar
zij vond het eigenlijk heerlijk.
Op een middag was hij: gekomen in die bovemivefr-
trekken van het magazijn, waar ze werkten met
den zoon van mevrouw. De lange, slanke meneer met
de b'onde knevels en de goedige toch fi/ksch-e-nprgieke
blauwe ooge®. Zoo'n echte meneer!... Hij had tegen
haax geglimlacht. En was even, bij haar de ma
gere. leelijke Lina blijven staan. En zijn sterke,
blanks hand gebracht dacht bij. de hare kwast iets
willend bekijken van die stof. waarmee zij bezig
was. Zoodat hun vingers elkaar hadden aangeraakt.
Meneei Ha® zoon van mevrouw had gfezegd:
„Zeg, amice, geen aardigheidjes, hoor!... En zeker
niet met da „riche hérijtnèro" van, de zaak. he?..."
Waarop de bezoeker geweldig, vnoolïjk was gte-
weest. Maar toch dien, blik van zijn &ch,erp~obe©rveA-
rende oog en wat langer had laten rusten op het
werkmeisje.., ,,R1|ch© hérditiète"?Wat bedoelde
me,n da ar més?
En Lina had daarover godrooimdl; ttamg gepiekerd,
't Was eigen'ijk. een ,,reua&n;mop". Maar het, kwam1
hierop neer, da,t, toen ae pas op hot atelier 'kwam..,
In haar schamel, sjovel jurkje. Zto®der dat zij
als de anderen, een dubbeltje had, om bij haaf
twaalfuurs-boterham een kopje cacao of zoo te ne
men... Terwijl de meisjes spotten over haax twintig
maal gewasschen handechocjnjcin» haar corduddg vaak
gerefationeerd hoedje, haax gelapte schoönpn
Dat zij. Lina. toen, eens om co- van af te ko
men in m®l-dolle roes had gefantaseerdVa®
het geld, dat haar vader, een vrek. bezat. Van het
fortuin dat ae nog te wachten hadJ... O, jo, wel ge
noeg om tien magazijnen als „De gouden Duif" te
kOv.pen!... Wel vijftien. Wanneer ae. wildé, wel dade-
ijle, op stel en sprong. Dan- kon, IJ®® meesteres van
du zaak worden. Mevrouw zou wat graag, onder zulke
het balkon, en groette mot eet® diepe) buiging don com
mandant, dia bele»fd die sabel liet aïnkeu; naast hem
reed haar zoon, vervolg pms groette zij ook de andere
officieren, voor zoover dié er in het voorbijmaréhee-
ren aan duchte®. dat daar de fajmfilfe van hun kame
raad woonde. G?wocM))!ijk wenpchte de adjudant niet,
dat zijn familie zich liet riem. wanpieor het bataljon
voorbijging, ma®r tn bijzondere gevallen, zooals nu.
le-de hij daar des te meer nadruk op. De moeder
bleef staan tot de laatste man voorbij was. Toni had
met belangstelling naar de luitenants gekeken. Ella
stond een oogenbh'k in, die deur va» het balkan. Zij
had zich daarop langzamerhand teruggetrokken. Zij
hield niet van zulk een, comedd», zooals zij het noemde
Het hinderde haar reeds, dat zij in hot begin zicht
baar geweest wa» en ook werkelijk door haar neef
was gezien. Dat genoegen, had zij, hem toch liever oket
wl'len doen. Het had haar echter eenvoudig meege
trokken, want ook haar wil stand eenjgazins onder
den invloed van den offHoifer.
Mevrouw Heller was die weduwe van eem advokoat.
die, aan verschillende speculaties deelnemend,, haar
bij zijn dood, ofschoon, ihJj voor rijk doorging, slechts
zooveel had nagelaten,,, dat de fam-Hte op zeer be
scheiden voet kon teven» Evenwel bleef de zoon, in
het kadettenkorps, daar deze opvoeding het minste
kostte, en het beroep van militair het spoedigste tot
•een goede positie leidde, di^ hoewel in het begin dan
ook een klein,, toch in ieder geval een vast inkomen
opleverde. Bovendien hd|eJd de kjeino Ju 1 lus van den
soldatenstand en bleef hem ook. toen hij hem later
door eigen ervaring leerde kennen» met ziel en, li
chaam toegedaan. De in. voortdurende zorgen verkee-
rendë moeder over een uiterlijk ophouden, van haar
stand, en de opvoeding harer kinderen den zoem en
de tien jaar jongere dochter Toni, voelde rich ver-
d ht toen haar ouder wordetndie zoon langzamerhand
die zorgen deed verminderen. Zij vertrouwde hem
volkomen, hield heel veel van hem en verwachtte be
slist, dat hij het ver tn de wereld zou brengen. Hij
was geheel haar evenbeeld, in zoover hij met helder
verstand en zoo noodli'g met hardheid wist op te
treden. Van haar dochter was zij niet zoo zeker;
Toni was altijd gereed de handen, in den schoot te
leggen en het hoogste levensideaal scheen haar toe
te zijn: buitengewone luiheid- De opvoeding harer moe
der vermocht daar niets aan te veranderen, want de
voortdurende apatisch® tegjetnptajid van Toaij deed haar
eindelijk veel door de vingers zien. Echter des ba ijve-
rigT nam haar zoon, sedert hij officier was gewor
den en. bij zijn moeder inwoonde, haax taak als op
voeder van Toni over, doch dat had slechte een
zeker uiterlijk gevolg.
Elüa Wolfers was op haar dertiende jaaj in het
huls gekomen, kort voor dajtï haa,r neef tot aoffirier
bevorderd werd. Haar ouders haar vader was een
bosch beambte van den vorst geweest, broer van
condities, het magaaljin, overdoen. En dat was geer
gekheid... Dat kon oe bewijzen! Ltoa In de roes
YPn haar fantaseereti, ve-ier. Eer#* b-'M'-r
kameraden naar haar geluisterd met ocngeloovlge ge
zichten. Met oogen als: is hot haar nu hoelemaaJ in
d'r bol geelagen,?-.. Maar ze had' veteer verteld. Hoe
Pa eigenlijk aan rijn geld was gekoman. Ze ware®,
dood-, bloedi-, straatarm geweest. Er waren dapnn
«lat 7ri geen dubbeltje voor brood hadden. Totdat die
oom Sander In Chicago was gestorveau Dat bod Pa
dood* lil gehouden. Bteenjljk was Lkm «1» univemeole
erfgename, begrijpen joVui-wol?... Maar Pa, had haar
„stukken laten teekepen"... Wiet zie veel van ,Jrt.uik-
kon":... En doordoor had Pa macht gekregen om to
beechlkkcn. over allerlei vaste en apdere eigendom
men. Maar er waren noe weer andere atiïkkenj Toon
Llco tn de gaten kree^, dat Pa haax exploiteerde, had
zo geweigerd, om verder te teeke^er. En dat sta
pelde zich n,u op en duizoadbn op duizendenZij
wist zelf niet, hoeveel fortuin ze eigenlijk wel beat--.
Binnenkort zou 't wel aatn, dien da^r kom«a...
Op zekeren dag had.' de „patroune" die op dit
oogenb Kk zeei- goed geld kon gebrtuilkepi haar op
„h't kantoor" gi^roepeax.
Er was geconfereerd. Druk geredefnoete..
Tot een resultaat was 't Bjot gekomen;
8oinmigen twijfelden, Andareai ware®, overtufed, dat
de leelijke. magere Ltaa op zékeren dag als „riche
héritlère" te voorschijn, zou komen- He legende bleef
zwevende.
Maar niemand van dfe meisjes durfde meer luide
schimpen en spotlachen om de kapotte laaxspunten
van Lina of haax gemis vapi «én dubbeltje voor het
kopje-cacao of' zoo...
...De lange, slanke meneer van de blonde knevels
en de vreemde, dooterfc^gerdfspottennle. toch ook wel
za-bte oo en had terwijl zij de leelijke, schrale*
Lina en hij, de vriend vam mevrouwe zoon i<n bui
tenbuurt ronddoolden, zijn arm vaster, innjgjer om
haar middel geklemd. Hij. vertelde van zijn heor-
'ijke, schoone planxif®- Hij zou ejgenaar van de far-
brlék worden. De „iechmljsche kennjB" becat hij. Fei
telijk draalde alles roeide om hean. Hij „droeg" de
onderneming. Die vele, vete d'uiizenjdielni beloofde,
Za Bouden een heerlijk Leventje hebben, 's Win
ters naar heit verre auldui aan de kiuBteu van de
Mldde landeche Zee. En tn den zomer naar de Schot-
6che Hooglanden en noax Parijs, naax We^ngin»
naar Petereburg. Gehuld' fcn heerlijke zomer-tolLettenv
met de stralende, diamanten, of in donzige pelzen» O,
zij kende het echte., heerlijke wtelde-1 eventje nog
niet:... Hij Constant, zou 't haax Heer en kennen.
Hy bracht haar In luxueus restaurant esn. bestelde
bourgogne bij het souper. Ze aten in caWtnet-partteu-
ier c-n hij noemde haar zijn lief, rijn aanbiddelijk
vrouwtje. De vreemde, koel-blapwe, toch wel goed2ge
oogeu. dan weer zoo vreemd spottende, altijd spie
dende oog en trachtten, te doorvorsohen wat ex waar,
wat er echt was in die vertelsels.
En zij loog Lina borduurde vertzdfnsel op ver
zinsel.
Tot hij geloofde.
En beloofd», beawoetr
...Op dien middag is 't gebeurd, dat rij! bij reeds-
bejaarden kassier kwam binnenvliegen, hem toeroe
pend:
„Meneer Karelsz, meneer Karelsz, daar is iemand
namens uw dokter!.... Een spoedboodschapGaat
u maar gauw. Gauw dan.!... Ik zal wel even bier wach
ten..."
Meneer Karelsz, in zijn werk verdiept keek op,
werd bleek van schrik... Ze wist, dat dokter neel-ziek
was... Greep zn bril van zn neus... Liep de kamer
uit... Brandkast ongesloten. Naast hem aan beide
kanten stapeltjes hankpaptó" en specie de gang
in naar boodschap-van-dokter-toe.
Zij, Lina, die Constant, vriend van zoon-van-me-
vrouw beloofd had te zullen helpen aan de onvermij
delijke twee duizend gulden woor „de eerste démar
ches" tot het yerkriigen van den eigendom der fabriek,
die hun heerïijk-zalig-luxe leventje zou mogelijk ma
ken, rij,, Lma, onmiddellijk grabbelend in de pa
pieren van. waarde, bijccnfrommelend allerlei biljetten,
ze stoppend in den zak van 'haar vaal, verlept afgedra
gen jurkje... Daarna met ijskoude, sidderende vin
gers, met starende oogen, vale wangen, nauwelijks of
heelcmaal niet beseffend wat ze gedaan had Wach
tend, in een hoek van kantoor tot meneer Karelsz
terug zou' komen...
o
Op verzoek van den verdediger der dievegge is,
door de Rechtbank een onderzoek gelast naar de vraag,
of Lina die meer dan twee duizend gulden saam-
frommelde uit de papieren van waarde uit kas van me
neer Karelsz om Constant te helpen aan rijn „on
vermijdelijke" twee duizend gulden al of niet toe
rekenbaar moet worden geacht. De psychiaters bleken 't
oneens. En de rechtbank heeft haar voor een jaar
in observatie doen. nemen.
Mij slaat, van dit alles, slechts zeer helder vóór het
moment toen de verdediger van de dievegge zinspeelde
op het bedrog van de zijde des voortvluchtigen heer
Constant, waaraan arme, leelijke, dorre Lina heeft bloot-
mevrouw Heller stierven, snel achter elkaar en
lieten hun eeuig kintd. Ella met een Mietn vermogen
arirter. Mevrouw Heller achtte het voor haar plicht,
daar de andere verwanten, diiit wedigendje® te doen. on
danks haar eigien bescheiden middelen, voor de wees
te zorgen. Ook haar zoon was het daar miee eenp. Het
meisje mocht in gfc.c® gevaj in andere varhoudingen
komen dan haax et and ddt edechUe. Dat kwam de fa-
mlüeëer te na Buitendien was zij ook reeds groot
genoeg, om In het huishouden mtttSg herig te rijm
en mettertijd kern zij zijn moeder steeds meer van
di inst zijn.
In den loop van den morgen brak de zon door.
en Ella maakte zich gereed, nadat zij haax huishou
delijke bezigheden verricht had. om te gaan boden.
ZIJ baadde graag en wiet bijna dagelijks dien tijd
daarvoor te vinden. En n,u de neef afwezig was, bood
zich daartoe een uitnemend»' gelegenheid, wapt men
zou 's middags zoo eenvoudig mogelijk eten, waax
liet vlj-ftJenjaxige dienstmeisje best alleen voor kon,
zorgen. Er werd altijd wulk een jonge dienstbode ge
houden, die, wapneer zij mettertijd, om loansverhoo-
ging vroeg, eenvoudig on|tslagem wexdL Mevrouw Hel
ler nam, om die hoogere uitgaven te sparen, gaarne
de moeite van het loeren op zich, een taak die
langzamerhand geheel op Ella was overgegaan.
Toni wap er dadelijk bij om mee te gaan baden.
Thuis had zij allicht de een of ondiere nuttige becóg-
hrid moeten verrichten.
Het badhuis lag ongeveer een kwartier buiten de
vtad.
Toen Toni het water zag, trok zaj huiverend- de
s houd xs bijeen. „Gij jij maar, Ed2a, ik wil liever
toezien,"
„11 n je bang", dat het te koud is?"
„Zio eens, hoeveel graden het te"
El'a liet rich door de bad vrouw een thermometeer
geven, ging de trap af en hield hesm in het water.
Kijna zestien graden."
„Neen dot is mij te koud."
„Och» stel Je toch niet zoo aan."
„Ga jij maar baden* dan ga ifk hier zoolang Ita
de zon ritte®. Maar zog ntetp aan mama. Straiks zal
Ik mijn badkostuum wel nat maken,"
„Zooals je wilt het zou je anders niet hinde
ren."
Zoo zat Toni dan op de bank. toeziende hoe Ella
haadde. Een paar vriendinnen, die, uit de kleedka
mertjes komend, wilden heengaan, baWheldleu 'n poos
met haar, riepen ook Ella» die Vrooi ijk rondewom,
een paar maal iets toe. Overig0^ was het badhuis
weinig bezocht, in de namiddaguren, was het drukker.
Maar juist daarom ging Ella het liefst des voor-
middags, zaj was terughoudend, hield niet van groote
geze'llgheid of vriendschap met apdere meisjes. Zij
hield, van haax vier Jaren, jongere nicht, zonder dat
gestaan, toen deze haar bezwoer met de allerduurste
ceden slechts te handden uil pure, waarachtige lief-
voor riechten, kapotte
schoenpunten en onbehagelijke mopneus zoovele voor
werpen van spot waren in „het atelier"....
Hoe, toen de arme Lina .haar goor zakdoekje drukte
tegen het leelijke, dorre gelaat van armoe-kind,
zich een poosje, doe*" leugen en bedrog, in eigen-ge-
maakt paradijsje hec bewogen. Hoe terwijl al het
andere haar koud liet de snikken, waarin ze toen
uitbarstte echt van felle smart bleken voor ieder,
die dc rechtzaal vaak bezocht hebbend kaf van
koren weet te schiften...
MAITRE CORBEAU.
Een Amerikaansdi journalist, Karl van Wicgand,
van de United Bess. Association, die onlangs in hel
hoofdkwartier van den Duitschen Kroonprins in hel
Argonnenwoud een bezoek bracht, heeft daarover een
inededecling gepubliceerd, waaraan door de „N. Ct."
een en ander wordt ontleend.
De journalist werd ontvangen door den adjudant
van dcai Kroonprins, en tijdens het gesprek mei dezen,
kwam de prins bkinen; eenvoudig gekleed in de veld-
uniiorm, met geen ander versiersel dan hel lint van
het IJzeren Kruis, was de Krunprins zoo natuurlijk
en eenvoudig, zegt Wiegand, dat men spoedig vergat
met een toekomsiigcn Keizer to spreken.
„Wij begonnen onmiddellijk den oorlog te bespre
ken, die noodelooze offers vergl jn een strijd, waars oor
zoo weinig reden Scheen te beslaan, en ik kreeg daar
door onmiddellijk den indruk, dat dit niet de man
is, om genoegen te vinden in dezen oorlog, noch do
de vuurvreter als hoedanig uien. hem dikwijls afgeschil
derd heeft. Hij zei, dat hy blij was, dat ik het gevecht
in de Argonnwi kwam zien, dat zijn werk was en mis
schien ae ongewoonste oorlog, eenig in zijn soort.
„Ik ben soldaat en kan daardoor met over politiek
met u spreken, maar deze oorlog schijnt me zoo on
zinnig, zoo weinig noodzakelijk, zoo ongewenscht; maar
Duilschland was geen jceus gelaten in deze zaak. Van
laag tot hoog weten wij, dat we vechten voor ons be
staan; anderen mogen betzelfde zeggen, maar dat ver
andert niets aan hel feit, dat wrij een Duitsch volk zijn,
een groote eenheid, vervuld van oen waarlijk prachligen
geest van zelfopoffering; u zou nooit in staat zijn het
Duitsche volk te overtuigen dat deze oorlog nie; enkel en
alleen is op touw gezet om Duilschland te vernic igen".
De correspondent kreeg den indruk dat de Kroon
prins evenals 99 pet. der Duilachers Engeland verant
woordelijk acht, maar hij legde geen hatelijke bitter
heid aan den dag, zooals in zoo In enigen kring, hoog
of laag, gehoord wordt, integendeel, er was een soort
van droefheid in hetgeen hij zei.
De kroonprins yroec met diepe belangstelling naa-
de gevoelens die m de Vereenigde Staten bestemden
ten aanzien van den oorloc en bleek niet in slaat
de houding van Amerika le begrirpenhij meende dat
de Amerikanen fair genoeg zouden zijn aandacht te
wijden aan de Duitsche rijde van de zaak. „Wij we
ten", zeide hij, „dat het niets geefl onze oogen te
sluiten voor het feit, dat een grool doel Van de wereld
teeen ons is" Hij schree.f dit toe aan het feit dat En
geland zich meester gemaakt heeft van de communicatie
middelen. der wereldpers, dal Duilschland nooit vol
doende beteekenis heeft genecht tot nu to; aan de be
langrijke rol door de pers in de wereldpolitiek gespeeld,
en aan eenige andere redenen. Maar, voegde hij er
aan toe„Het was een verrassing voor mij en voor vele
anderen, dat Amerika, waarmede wij door meer ban
den van vriendschap en bloed zijn verbonden, mevr
dan met eenigen anderen neutralen Staat, waarheen
millioenen Duitschers rijn getrokken, aoo totaal onbe
kwaam zou zim, rich in onze plaats te stellen en niet
in te rien op de wijze zooals het Duitsche volk dat zag
dat dat de Duitsch ers waren omringd door vijand-n.
Ik verbaas mij, dat men bij u liet Duitsche volk
niet beter begrijpt, dat op de voorbeeldelooze wijze
offer brengt in 'dezen reuzenstrijd, om zijn land ie
redden, maar ik heb vertrouwen hl den rechtvaardig
heidszin van het Amerikaansche volk, als het maar
eenmaal in staat zal zijn, den geheelen toestand te
begrijpen. Ik had vele vrienden in Amerika, en ik ge
loof aat ik er daar nog wel enkele heb. Ik heb vete
vrienden in Engeland, of liever die had ik!" Toen
voegde hij er langzaam aan toe. „U moet mij eens \vr-
•ellen. wat men in Amerika van mij denkt". Toen
hij zag dat ik even aarzelde, zeide hij: „Ik hoor graag
de waarheid".
„Uwe Hoogheid wordt meestal voorgesteld als Kriegs-
hetzer, het hoofd van de oorlogspartij, het symbool van
het militarisme". „Ja. (lat wed ik, dc EngeLsche pers
gaat nog verder en beweert dat ik steel". Hel hoofd
schuddend zei hij. daarop: „Geloovcn de menschen
werkelijk dergelijke dingen van mij; acht men mij
in staat tot diefstal of gelooft men, dat ik verlof zou
£even Fransche huizen te plunderen. Het is eenvoudig
crankzinnig wat de Engelsche couranten vertellen van
mij en van de Duitschers. Hoe vaak heb ik nu ai vol
gens die couranten zelfmoord gepleegd? Ho; vaak ben
ik al gewond? Nog onlangs heeft men verteld, dal ik
er toch een bizonder hartelijke toon, tusschen, hen
heerschte. Harte!ijkhedtd1 en warmte was er in bet huls
der familie Heiter nj)et te vlnjdon. Men was oorreict,
ook ten opzichte van famUtebetreklcingen. Men, meen
de eng verbonden te rijn met elkander, doch i® wex-
ke'ijkheld ging leder zijn eigqn weg. Ella was de eeni
ge, die daarbij onbevredigd was.
Ton! hing zeer aan haar nicht, omdat deze veel
moest verheimelijken van wat To®l had misdreven,
en dat gebeurde nog al d£kwijle. Maar bij hoor ge
negenheid zp* het egoïsme toch niet vooraan; in haar
leefde, hoewel onbewust, een verlonken naar Helde
en warmte, en die ontmoette zij h* hute slechts W>
Ella. Nog waa zü geen echte Heller geworden.
Toni stelde voor. om door het boechje terug ba
keeren. Ella vond dat ©ood, vandaag behoefde® zij
zich ui ut zoo te haasten, en, do omweg bedroeg maar
ongeveer een Kwartier.
Eerst glpg hu® weg door weide®; Ella plukt» een
tuiltje vergecb-mij-nietjes aan, den slootkant, ook Tohl
verzameld» een hon.dvol dier blauwe bloemen. I® de
schaduw va® het, boechje gingen zij langzamer tus
schen de donkere dennen, verder. Zij I/iepen hand) 1®
hand en Ella bootste meerm®Le® de® vroolijkeai slag
van ee® vink na.
„Je bent vandaag buiuing^woon opgeruimd!" meen
de Toni. „Natuurlijk omdat JulSus weg is. Hij is ook
hatelijk met zijn eeuwijge aanmerkingen. Maar Jij be
hoeft je toch niet over hem t» beklagen als lk
hst nog deed! En je tergt hem ook dikwijls. Ik ge
loof, dat Je daax pleïzier va® hebt."
„Dat zaj Ik niet beweren maar late® wij hom
met rust." Weder bootste zij den vink hoog bore® l®
de twijgen na.
„Zeg, Eüo. daar is iemand."
Ella brak plotseling af. Op dit uur had zij hier
niemand verwacht. Zij kleurde Ifcht.
„Hij schildert," voegde Toni erbij.
Aon den ra®d van het boech zat een ma® met
teekengereedschap. Hij had haar de® rug toegekeerd
en het gezicht naar de stad gewend. Ook toe® de
meisjes dichterbij kwamc®, keek hij, niet om, hoewel
hij toch hun schrede® moeat hoorqn. Rustig gtng het
riteelende houtkkool over het, karton heen e® weer.
Daa gaf Ton®, die zeex nieuwsgierig was, de® moed.,
om te blijven staan. Zij herkende direct den oude®
tore® en het overschot va® de® stadsmuur. Ella. wilde
haar nicht meetrekke®, maar deze verzette zich. Zij
moest dus ook blijven staa®.
Nu zog de schilder op. Ella schrok, maax Toni
bleef onbeva®gen, in het goede bewustzijn, nu eena
niets verkeerds te nebbe® gedaan, dtyt, een. bestraffing
verdiend®.
Het was voor ee® oogen blik een. eigenaardige toe
stand. Alle dxi» zagen elkander aa® ®u Toni wild»
niet van de plek vandaan, ofschoon Ella haar aan de
hond trok... Nu vooral niet.